Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen?



Vergelijkbare documenten
Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer bevoegd gezag Wabo.

1 Kent u het bericht dat kerncentrale Doel is stilgelegd wegens een mogelijk defect? 1

Basisnotitie ten behoeve van de ontwikkeling van een toetsingscriterium voor de ondergrondse opberging van radioactief afval SAMENVATTING

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

D66-notitie. Veiliger omgaan met Chemie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Toezicht & Handhaving binnen de (externe)veiligheidsketen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Veiligheid. voor alles

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter)

Ontwerpen en externe veiligheid. oostkracht10.nl Milieu & veiligheid

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen

CO2 uitstoot per klant Tolheffingen per klant Lege kilometers Gereden kilometers per stop en klant Transport- of voertuigkosten per stop en klant

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorlopige INES meldingen 2015 Kerncentrale Borssele

Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..?

Samenvatting. Adviesvragen

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

DOSIS SOLA FACIT VENEMUM

Vragenlijst publieksonderzoek veiligheidsrisico s

Brandweer Amsterdam-Amstelland

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Ethanol? Welke wettelijke verplichtingen zijn van toepassing?

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

Minder gaswinning, versterkingspakket voor Groningen

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum :

WEBSITES VAN ORGANISATIES WAAR WIJ MEE SAMEN WERKEN:

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW ANTWOORDEN

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum 7 november 2014 Betreft Schriftelijke antwoorden gebruik PX-10

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29

Datum 17 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de grote brand op het industrieterrein in Maastricht

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

Welkom. Kennissessie. Vervoer van gevaarlijke stoffen: Externe Veiligheid

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger

Aan de slag met de uitdagingen uit Europa

Les Kernenergie. Werkblad

Leerlingenhandleiding

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Fiche 6 (Observatie): Transport van gevaarlijke producten en signalisatie

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop

Kanker door uitzending naar de Balkan?

1 Voortgang onafhankelijke commissie Chroom-6

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Maak uw werkplek babyproof!

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

Thema Nieuwsbrief. In dit plan presenteert de Inspectie SZW de aandachtspunten voor controles op de werkvloer. Dit zijn:

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Lessen uit Chemie-Pack Moerdijk SP-Aanvalsplan gevaarlijke stoffen.

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Vervoer van gevaarlijke stoffen Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

FEB Middelburg. I februari 201 7

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW OPDRACHTEN

Urgente sanering LPGtankstations

Datum 1 februari 2019 Onderwerp Beantwoording vragen van lid Von Martels over de containers die overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Antwoorden op vragen over bericht ziekte oud-medewerkers vanwege blootstelling aan giftige stoffen

ommunicere ver ilieu- Communiceren over milieu-incidenten Tips voor het bevoegd gezag

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele

Checklijst Werkplek kankervrij: Dieselrook

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Vraag Het blijkt dat ik mijn zonnebank(en) moet aanpassen. Hoe nu verder?

(autogas en propaan)

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar

Robuustheidsonderzoek Kerncentrale Borssele

Europese peer review van het Nationaal Rapport stresstest kerncentrale Borssele

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Deelrapportage Zware metalen en chroom-6 in stof. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Brunssum

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen?

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.

Bevordering naleving Ventilatie en EPC regels. Verslag uitgevoerde activiteiten Datum 13 december 2010 Status Definitief

... Think safety! Werken met. Gevaarlijke stoffen. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

Transcriptie:

Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen SafetyNet Electronic journals Editie 119 September 2014 Veiligheid praktijklokalen VMBO en MBO vaak niet in orde. Bij controles door de Inspectie SZW op scholen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs die bij eerdere inspecties slecht presteerden, blijkt de veiligheid bij het leren werken met machines in 64% van de gevallen nog steeds niet in orde. Het ging daarbij om 68 van de 107 geïnspecteerde schoollocaties. De meeste overtredingen hadden te maken met onveilige arbeidsmiddelen. Daarnaast waren sommige praktijklokalen onvoldoende veilig ingericht of werden de leerlingen en docenten blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. In verband met de overtredingen zijn stilleggingen en boeterapporten opgesteld opgelegd. INHOUD Algemeen Pag 1 Van de in totaal 208 overtredingen hadden 142 overtredingen (72%) te maken met onvoldoende afscherming van bewegende delen van machines of het volledig ontbreken van veiligheidsvoorzieningen. Bij 33 van de overtredingen (16%) was er sprake van blootstelling aan gevaarlijke stoffen door het ontbreken of niet aangesloten zijn van afzuiginstallaties bij houtbewerkingmachines en soldeertafels. Ondanks herhaalde inspecties bij en het steviger aanpakken van deze scholen wordt er nog steeds onvoldoende veilig gewerkt in de praktijklokalen. Dit is zorgwekkend. Om tot een verdere verbetering van een veilige leer/werk omgeving te komen voert de Inspectie SZW dit jaar bij de 68 slecht presterende scholen dan ook opnieuw inspecties uit. Bij constatering van eenzelfde of soortgelijke overtreding zullen er direct boetes opgelegd worden. Bij herhaaldelijk in gebreke blijven kunnen de gevaarlijke activiteiten gedurende een langere periode worden stilgelegd. Opslag Pag 4 Veiligheid Pag 5 Vervoer Pag 7 Veel meer giftige verf bij defensie. Werknemers van defensie zijn op veel grotere schaal blootgesteld aan het kankerverwekkende chroom-6 dan tot nu toe bekend was. De NOS heeft arbo-rapporten in handen waar dat uit blijkt. Minister Hennis van Defensie doet momenteel alleen onderzoek naar de blootstelling bij vijf NAVO-werkplaatsen. Bijna 200 werknemers van die werkplaatsen zeggen dat ze ziek zijn geworden door hun werk met verf die chroom-6 bevat. Uit de rapporten blijkt dat op nog zeker tien werkplaatsen (interactieve kaart) werknemers zijn blootgesteld aan veel te hoge concentraties chroom-6 uit de verf. IMDG 37-14 Nieuwe IMDG code Binnenkort beschikbaar Order here: http://tinyurl.com/mu3jby4 Vaart Pag 8 Bedrijf Pag 9 Abonnement op de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? Lid worden kan al vanaf 15,- per jaar. www.gevaarlijke-stoffen.com/lid Adverteren in de Nieuwsbrief gevaarlijke stoffen? mail naar info@gevaarlijke-stoffen.com De concentraties chroom-6 die zijn gemeten stijgen ver boven de veiligheidsnorm uit. De medewerkers werden tot eind jaren 90 niet of nauwelijks tegen de gevaarlijke stof beschermd. Bij in ieder geval tien luchtmachtonderdelen zijn concentraties gemeten tot wel 200 keer de norm. Verschillende werknemers van de voormalige scheepswerf RDM en de marinebasis in Den Helder zeggen ook gezondheidsklachten te hebben. Volgens hoogleraar toxicologie Martin van den Berg van de Universiteit Utrecht is chroom-6 een van de weinige stoffen waarvan vaststaat dat die bij de mens kankerverwekkend zijn. De kanker openbaart zich vaak pas na tientallen jaren. "Gezien de omstandigheden had de gezondheidstoestand van deze mensen de afgelopen jaren nauwkeurig gevolgd moeten worden", zegt Van den Berg Vakbond VBM eist nu een veel breder onderzoek naar het werken met giftige verf. Voorzitter Jean Debie: "Wij begrijpen niet dat het onderzoek zich alleen richt op de NAVOwerkplaatsen, terwijl duidelijk is dat krijgsmacht-breed werknemers zijn blootgesteld." Lees verder op pagina 2. Buy and sell Chemicals online www.chemical.today Wijzigingen DGR 56 IATA. Luchtvaarthandelsorganisatie IATA heeft een samenvatting gepubliceerd van de belangrijkste wijzigingen in de 56ste editie van de Dangerous Goods Regulations (DGR). Deze regelgeving zal op 1 januari a.s. van kracht worden. In grote lijnen komen de wijzigingen overeen met de wijzigingen in de ICAO Technical Instructions 2015-2016. Link: http://tinyurl.com/mdpxbmt Cursus Basiskennis gevaarlijke stoffen 12 December 2014 in Dordrecht: http://www.safetynet-nederland.nl/cursusgvst100 1

Explosie en vuurzee bij Duitse chemiefabriek. Vervolg van pagina 1. Bij een chemiefabriek in het noorden van Duitsland is vannacht een grote explosie geweest. De ontploffing veroorzaakte in een verderop gelegen woonwijk in Ritterhude, bij Bremen, zoveel schade dat er instortingsgevaar dreigt. Zo'n 200 brandweerlieden en tientallen andere reddingswerkers zijn opgeroepen bij de bestrijding van de brand die volgde op de de knal. De bonden hebben dit verzoek nog niet aan defensie gericht, laat een woordvoerder van het ministerie weten. "Wanneer ze dat doen, zal defensie dat serieus in overweging nemen." Volgens Duitse media werd de ontploffing rond half negen in de wijde omtrek gehoord en gevoeld. De brandweer meldt dat er in verschillende gebouwen van de fabriek brand is uitgebroken. Zeker een man is zwaargewond geraakt. Reddingswerkers haalden hem buiten bewustzijn en met flinke brandwonden onder het puin vandaan. Omwonenden kregen de raad deuren en ramen gesloten te houden en boven de fabrieks stijgt een dikke, zwarte rookpluim op. Volgens de lokale krant Weser Kurier gaat het om een fabriek van het bedrijf Bergolin. De stad Ritterhude ligt in de Duitse deelstaat Nedersaksen en telt ongeveer 15.000 inwoners. bron: trouw Arcadis onderzoekt risicobeheersing vgs bij overstromingen Adviesbureau Arcadis heeft onderzoek gedaan naar risicobeheersing bij het vervoer van gevaarlijke stoffen bij overstromingsrisico's in Nederland. Op basis van wetenschappelijke literatuur maakte het bureau een overzicht van de potentiële methoden die gehanteerd konden worden in de praktijk voor een kwalitatieve benadering van de risico's. Daarna heeft men onderzocht met wat voor (water- en weg)transporten rekening moest worden gehouden. De SP vindt dat minister Hennis "actiever had moeten aangeven dat het op meer plaatsen speelt". Tweede Kamerlid Jasper van Dijk noemt haar gedrag "laks". Ook is hij er niet over te spreken dat hij het nieuws van de NOS moest horen en niet van de minister zelf. Van Dijk gaat Kamervragen stellen, waarin hij van de minister wil weten of het onderzoek onmiddellijk kan worden uitgebreid naar de nieuwe locaties die nu bekend zijn geworden. Ook wil hij weten waarom de minister de locaties niet zelf bekendgemaakt heeft. Hij vindt dat er alles aan gedaan moet worden om de betrokkenen tegemoet te komen, om te beginnen met informatie. De arbo-rapporten zijn opgesteld tussen 1999 en 2001. Aanleiding was een verbouwing van vliegbasis Twenthe, waar was gebleken dat personeel mogelijk schadelijke stofdeeltjes had ingeademd. Daarop werd het werk met de verf stilgelegd. Ook kwam er een onderzoek bij alle krijgsmachtonderdelen die met de verf werkten. De toenmalige staatssecretaris Van Hoof meldde de Tweede Kamer eind 2001 dat er op "verschillende plaatsen" werknemers zijn blootgesteld aan chromaten, zonder locaties te noemen. Over de mate waarin de werknemers zijn blootgesteld, schreef Van Hoof toen niets. Over ziektegevallen was volgens de informatie aan de Kamer destijds nog niets bekend. Wel kondigde de staatssecretaris aangescherpte veiligheidsmaatregelen aan voor het werken met de verf. Uit voorzorg lieten 400 werknemers registreren dat ze waren blootgesteld aan de kankerverwekkende verf, blijkt uit zijn brief aan de Tweede Kamer. "Het is nog niet mogelijk een uitspraak te doen over de gezondheid van de 400 geregistreerden in 2001", stelt het ministerie nu. "Dat zoekt defensie op dit moment uit." bron: vnci Verbod gebruik alle gewasbeschermingsmaatregelen. Per november is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen verboden. Niet bij iedereen is bekend dat dit zowel geldt voor chemische als wel biologische middelen. Het verbod is onderdeel van een serie milieumaatregelen voor de groene buitenruimte, gericht op de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu. Een en ander is uiteengezet in de brief van staatssecretaris Mansveld van Milieu van 6 februari 2014. (bron: NVRD) ADR 2013-2014 voor het vervoer gvst. http://www.safetynet-nederland.nl/adr2013-2014 Bij letselschade-expert Yme Drost hebben zich zeven ouddefensiemedewerkers gemeld van buiten de NAVOwerkplaatsen. Ook zij zeggen ziek te zijn door het werken met chromaathoudende verf. bron: NOS Brand bij Aroma Chemicals Barneveld snel geblust. Bij Aroma Chemicals aan de Nijverheidsweg in Barneveld heeft begin september korte tijd brand gewoed. De brand was in het laboratorium ontstaan. De medewerkers van het bedrijf dat speciale aroma-chemicaliën produceert, moesten uit voorzorg naar buiten. 2

Waarom die giftige verf bij defensie? Honderden defensiemedewerkers zeggen ziek te zijn geworden door het werk met zeer kankerverwekkende bestanddelen in verf. Een kwestie die zich steeds verder uitbreidt. Vijf vragen en antwoorden over chroom-6. Waarom gebruikte defensie deze giftige verf? De chroom-6 die in de verf was verwerkt, biedt onder meer bescherming tegen roest op voertuigen. Vanaf de jaren 80 werd bekend dat je er kanker van kunt krijgen als stof vrijkomt, bijvoorbeeld bij het schuren van geverfde delen, of bij het spuiten van de verf. In vaste vorm kan het minder kwaad. Letselschade-specialist Yme Drost zegt dat defensie veel te laat en vervolgens onvoldoende en onvolledig heeft ingegrepen toen de grote risico's duidelijk werden. Werknemers die met de verf werkten, werden tot eind jaren 90 onvoldoende beschermd. Drost vertegenwoordigt tientallen mensen van buiten de eerdere bekende NAVOwerkplaatsen die inmiddels ziek zijn geworden. Bij die NAVO-werkplaatsen gaat het om honderden ziektegevallen. Waarom melden die mensen zich nu pas, zoveel jaar later? De ontwikkeling van kanker duurt lang. Tien tot twintig jaar is normaal bij dit soort stoffen, zei toxicoloog Martin van den Berg vandaag in het Radio 1 Journaal. Of je de ziekte krijgt, hangt onder meer af van de tijd en de mate waarin je aan chroom-6 bent blootgesteld. Vanwege dat lange-termijneffect had defensie de gezondheid van deze personeelsleden sinds 2001 moeten blijven volgen, stelt Van den Berg. BLOOTSTELLINGSGEVAAR? http://www.blootstellingsrapportage.nl/ Gevaarlijke stof geen ricine. pakket Amsterdam Ozonlaag laat tekenen van herstel zien. Zeldzaam goed nieuws over de gezondheid van onze planeet: de ozonlaag begint de eerste tekenen van herstel te tonen. De laag, die het leven op aarde beschermt tegen ultraviolette straling van de zon, wordt langzaam maar zeker dikker. Uv-straling kan onder andere huidkanker veroorzaken. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van de Verenigde Naties en de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO). De belangrijkste conclusies uit het onderzoek: De ozonlaag wordt dikker Halverwege deze eeuw kan de laag weer de omvang hebben zoals in de jaren 80 Het gat in de ozonlaag is gestopt met groeien Het duurt nog wel zeker 10 jaar voordat het gat weer aangroeit Sinds begin jaren 80 houden wetenschappers bij hoe dik de ozonlaag is. Experts zeggen dat dit herstel vooral te danken is aan de afspraken die landen hebben gemaakt in 1987. In het zogenoemde Montreal-protocol werd vastgelegd dat landen zouden stoppen met het maken van chemicaliën die de ozonlaag aantasten, zoals cfk's. Zonder deze afspraak zouden er vanaf 2030 2 miljoen extra gevallen van huidkanker per jaar zijn geweest. Wetenschappers benadrukken het belang van samenwerking in de wereld. "Dit is een overwinning voor de diplomatie voor de wetenschap en voor het feit dat we in staat zijn om samen te werken", zegt de vooraanstaand chemicus Mario Molina, de Nobelprijswinnaar die in de jaren 70 de aantasting van de ozonlaag voorspelde. Volgens wetenschapper Pier Vellinga lag dit nieuws in de lijn der verwachting. "We zijn in ieder geval hiermee op tijd geweest met ingrijpen, onder meer door het Montreal-protocol in te stellen. Ook grote landen als Rusland en China hielpen daarbij. Het heeft wel miljarden euro's gekost om deze verandering voor elkaar te krijgen. Maar als we het ozonprobleem niet hadden aangepakt, hadden we nu allemaal steeds vaker last van een verbrande huid." Volgens Vellinga is de wereld in dit geval op tijd geweest. "Maar bij het broeikaseffect bijvoorbeeld zijn we te laat gebleken. Minder CFK's was ook een redelijke makkelijke doelstelling om te halen, omdat de producenten ook in staat waren om de alternatieven te bieden. Dat is bijvoorbeeld met klimaatverandering veel lastiger." RTL Nieuws Specialisten van defensie en de brandweer doen woensdagmiddag 17 september onderzoek naar de inhoud van een pakket dat zes medewerkers van een koeriersdienst in Amsterdam velde. De slachtoffers raakten woensdagochtend onwel toen het pakket was gevallen en schadelijke dampen vrijkwamen uit de fles die erin zat. In eerste instantie meldde de brandweer dat het pakket de zeer giftige stof ricine bevatte. Dat bleek bij nader onderzoek niet te kloppen. In de fles zat ricinusolie, een product afkomstig van dezelfde boom als de potentieel dodelijke ricine. De olie is volstrekt ongevaarlijk, benadrukt een woordvoerder van de brandweer. Maar er zijn wel zes mensen onwel geworden. We onderzoeken nu of er mogelijk andere gevaarlijke stoffen in het pakket zaten. 3

Afgewerkte olietank niet vervangen per 2015 Kenniscentrum InfoMil adviseert omgevingsdiensten en ondernemers om te wachten met de vervanging van bovengrondse opslagtanks met afgewerkte olie. Waarschijnlijk vervalt per 1 januari 2015 de certificaatplicht. Daarnaast vervallen ook een aantal andere regels voor deze opslagen. RIVM: Warmte-koudeopslag risico voor bodem In het jaarlijkse rapport over milieugezondheidsrisico s noemt het RIVM (Rijksinstituut voor volksgezondheid en Milieu) dit jaar expliciet de risico s van warmte-koudeopslag en de winning van schaliegas voor de bodem. Het gaat dan vooral om de chemicaliën die worden gebruikt bij het boren in de bodem, maar ook om de risico s van verzakking, inklinking en bodemafdekking. Ook meststoffen van megastallen worden als risico genoemd, zeker nu boeren gaan uitbreiden omdat het melkquotum komend jaar verdwijnt. Experts van het RIVM zetten elk jaar op een rij wat de belangrijkste gevaren zijn op het gebied van milieu en gezondheid. Zij doet dit in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. I&M wil de samenleving daarmee informeren over risico s en wat de overheid daaraan doet. De opsomming van gevaren op de diverse beleidsterreinen (bodem, geluid, lucht, drinkwater etc.) is vaak een herhaling van voorgaande lijsten. In het briefrapport over 2013 gaat het RIVM iets dieper in op enkele risico s die vanuit de wetenschap naar voren komen en die nieuw zijn, toenemen, of voor onrust zorgen. Bij het beleidsterrein bodem vragen de experts aandacht voor verontreiniging door chemicaliën die worden gebruikt bij warmte-koudeopslag. Boren naar schaliegas wordt eveneens genoemd, maar de winning daarvan is stilgelegd in afwachting van nader onderzoek en een kabinetsstandpunt over schaliegas. Ook verontreiniging door meststoffen is een punt van zorg. Nu komend jaar het melkquotum wordt afgeschaft, zien melkveehouders kansen om uit te breiden. Meer koeien betekent meer mest en dus meer stikstof en antibiotica in de bodem, aldus het RIVM. Megastallen hebben op dit moment de aandacht, maar die gaat meer uit naar de grote risico s rond de hygiëne en ziekteverwekkers dan naar de effecten van de chemische stoffen in de bodem, constateert het RIVM. Bij RIVM wordt veel onderzoek verricht naar de effecten van hormoonverstorende stoffen op andere organismen dan de mens. Er zijn nu (grote) problemen bij bepaalde vissen in de Rijn. Mogelijk kunnen de effecten die nu zichtbaar zijn bij de kleinere organismen ook bij de mens in de toekomst tot problemen leiden, aldus de experts. De genoemde risico s zijn ook door het ministerie gesignaleerd. Een deel van de ontwikkelingen wordt geagendeerd in de Structuurvisie voor de Ondergrond waar I&M op dit moment aan werkt, constateert het RIVM. Nieuw in het rapport is ook de aandacht voor laagfrequent geluid ( bromtonen ), het groeiend gebruik van gecombineerde draadloze communicatiemiddelen en de gezondheidsrisico s van binnenshuis hout stoken. Als verbeterpunt noemt het instituut het meten van de aanwezigheid van medicijnen in de bodem en in het water. Dat gebeurt op dit moment niet, terwijl daar vanuit de politiek wel om wordt gevraagd, vanwege de veroudering van de bevolking en groeiend medicijngebruik. Het ministerie van IenM probeert deze wijziging door te voeren per 1 januari 2015. Het is nog niet helemaal zeker of de procedure op tijd doorlopen kan worden. Uiterlijk eind september 2014 geven wij op de InfoMil website aan of de verwachte inwerkingtredingsdatum nog steeds 1 januari 2015 is. De achtergrond voor de aanpassing is dat afgewerkte olie niet meer als brandbare vloeistof wordt gezien. Bij glastuinbouwbedrijven was dat al het geval. Het is de bedoeling dat voor alle bovengrondse opslagtanks met afgewerkte olie straks dezelfde regels gelden. Paragraaf 3.4.9 Opslaan van gasolie, smeerolie of afgewerkte olie in een bovengrondse opslagtank zal hierop worden aangepast. De datum van 1 januari 2015 is belangrijk, omdat dan het overgangsrecht afloopt voor bovengrondse opslagtanks met brandbare vloeistoffen. Uiterlijk op die datum moeten volgens de huidige regels veel tanks worden vervangen door een nieuwe BRL K903 gecertificeerde tank. Deze wijziging regelt dat bovengrondse tanks met afgewerkte olie dan niet vervangen hoeven te worden. Afgewerkte olie is smeerolie in het afvalstadium. Eerder werd aangenomen dat afgewerkte olie door menging met brandbare stoffen een gevaarlijke stof wordt. Maar het opzettelijk mengen van afgewerkte olie met andere (afval)stoffen is verboden op grond van Activiteitenbesluit artikel 2.12. Het vlampunt zal daarom ongeveer gelijk zijn aan smeerolie, ook als er per ongeluk een druppel diesel of benzine in terecht komt. De geplande wijziging regelt dat afgewerkte olie wordt behandeld als bodembedreigende vloeistof en niet meer als brandbare vloeistof. Daarvoor hoeven alleen bodemvoorschriften te gelden. De eisen die gelden voor brandbare vloeistoffen, zoals het BRL K903 installatiecertificaat en de keuring, vervallen dan voor afgewerkte olie. Online over gevaarlijke stoffen leren? Cursus Basiskennis gevaarlijke stoffen www.gevaarlijke-stoffen.eu Cursus PGS15 online www.pgs15.training bron: binnelands bestuur

Shell stelt fysieke oorzaak explosie en brand Moerdijk vast. Shell heeft de fysieke oorzaak van de explosie en brand bij Shell Moerdijk in juni van dit jaar, na intern onderzoek vastgesteld. De ontmanteling van de beschadigde delen van de fabriek is inmiddels gestart. Het is de intentie om de installatie te herbouwen. Met de opgedane kennis uit het onderzoek kan een soortgelijk incident in de toekomst worden voorkomen. Het incident op 3 juni 2014 deed zich voor in een van de fabrieken van Shell Moerdijk waar styreen-monomeer en propeenoxiden worden geproduceerd. Dit zijn grondstoffen voor de productie van kunststoffen. Door een overdruk in de reactor van de fabriek deed zich laat in de avond een explosie voor, die resulteerde in een brand. Vast is komen te staan dat de overdruk is veroorzaakt door een onverwachte reactie tussen de katalysator en ethylbenzeen. Bij de productie van styreen-monomeer en propeenoxiden wordt gebruik gemaakt van een katalysator, een hulpstof bij de chemische reactie. De katalysator was op het moment van het incident net ververst en werd gereedgemaakt voor productie. Een stap in deze specifieke procedure is het opwarmen van de katalysator door deze te spoelen met verwarmd, vloeibaar ethylbenzeen. Tijdens deze processtap reageerde de katalysator zodanig met het ethylbenzeen dat de temperatuur en de druk in de reactor snel opliepen. Verder hebben kleine veranderingen in de samenstelling van de katalysator bijgedragen aan het incident. Deze veranderingen bleven binnen de bandbreedte van de sales specificatie. Ook een ongelijkmatige verdeling van de vloeibare ethyl benzeen over de katalysator was een factor. Shell sluit andere fysieke oorzaken uit. De opstartprocedure is op juiste wijze uitgevoerd. De installatie bevond zich in een goede staat van onderhoud. Als onderdeel van het onderzoek hebben hoogleraren van de universiteiten Delft en Utrecht de resultaten getoetst. De onderzoeksresultaten worden binnen de industrie gedeeld en ook met externe instanties die eveneens onderzoeken uitvoeren naar het incident. Shell heeft de intentie om de fabriek te herbouwen en opnieuw in gebruik te nemen. De eerste werkzaamheden van het complete project zijn gestart. Shell Moerdijk is begonnen met de ontmanteling van delen van de fabriek. Veiligheid heeft hierbij de hoogste prioriteit. De bevindingen van het onderzoek worden verwerkt om herhaling van het incident te voorkomen. Shell Moerdijk heeft de afgelopen maanden de omwonenden over het incident geïnformeerd. Zo werden tijdens een bewonersbijeenkomst op locatie geïnteresseerden voorgelicht over de meest actuele stand van zaken. Briefadvies Acrylamide. Mensen die op hun werk acrylamide inademen kunnen daar kanker door krijgen. In 2006 heeft de Gezondheidsraad berekend bij welke concentraties zich naar schatting 4 extra sterfgevallen door kanker kunnen voordoen per 1.000 en per 100.000 werknemers na 40 jaar beroepsmatige blootstelling. De raad heeft de gegevens die op dit moment beschikbaar zijn over blootstelling aan acrylamide en het ontstaan van kanker beoordeeld en geconcludeerd dat er geen reden is om zijn eerdere advies te herzien. bron: gezondheidsraad Menselijk gedrag bij CBRN-incidenten Wat doen burgers feitelijk bij (grootschalige) CBRN-incidenten en is hun gedrag fundamenteel anders dan bij traditionele' incidenten? Wat weten wij over zelfredzaamheid van burgers bij grootschalige chemische, biologische, radiologische of nucleaire (CBRN) incidenten? Om antwoord te krijgen op deze vragen heeft de Wetenschappelijke Raad voor de Brandweer het Instituut Fysieke Veiligheid gevraagd een literatuuronderzoek uit te voeren. De centrale vraag voor het onderzoek luidde: In hoeverre vertonen mensen bij grootschalige CBRN-incidenten zelfredzaam gedrag en wat betekent dit voor het hulpaanbod van de hulpdiensten. Uit het onderzoek blijkt dat er een grote overeenkomst is tussen menselijk gedrag bij CBRN-incidenten en bij traditionele' incidenten. Zowel bij traditionele als bij CBRN-incidenten kan er in de eerste fase van een incident sprake zijn van ontkenning en het vasthouden aan bestaande routines, waardoor een besmetting pas in een latere fase ontdekt wordt. Hoewel mensen bij CBRN-incidenten angstiger kunnen zijn dan bij traditionele incidenten, is er over het algemeen geen sprake van paniek en reageren mensen altruïstisch en behulpzaam, ondanks dat zij hiermee zelf het risico lopen besmet te raken. Ook bij CBRN-incidenten zoeken mensen het liefst de vertrouwdheid op van bekenden en geven ze er de voorkeur aan bij vrienden en familie te verblijven in plaats van in door de overheid ter beschikking gestelde schuil- of opvangplaatsen. En tenslotte blijkt dat ook bij CBRN-incidenten de meeste mensen niet wachten op hulp van de hulpdiensten, maar hulp ontvangen van omstanders en/of zelf hulp verlenen. Indien nodig zoeken zij zelf het dichtstbijzijnde ziekenhuis op. Uit het onderzoek vloeien de volgende aanbevelingen voor de hulpverleningsdiensten voort:1. Zorg voor een snelle en adequate communicatie direct na een CBRN-incident, waarbij adviezen gegeven worden over de eigen ontsmetting en het voorkomen van besmetting van of door anderen.2. Houd rekening met een toestroom van besmette personen naar de dichtstbijzijnde ziekenhuizen en naar familie of bekenden in de buurt. Voorkom secundaire besmetting van hulpverleners door een aparte keten in te richten voor besmette personen. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om de bestaande decounits deels bij de dichtstbijzijnde ziekenhuizen te stationeren, om op die manier ontsmetting aan de poort van de ziekenhuizen uit te kunnen voeren.3. Ontwikkel een triagesysteem voor CBRN-incidenten om, in het geval zich grote aantallen mensen melden met mogelijke besmetting, zo snel mogelijk de daadwerkelijk besmette mensen te kunnen onderscheiden van degenen die alleen denken dat zij besmet zijn. De Wetenschappelijke Raad Brandweer vraagt de vakgroep Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen om in samenspraak met het CKV en de partners in het ketenoverleg de implicaties van de bevindingen in het rapport te vertalen naar het operationeel optreden van de brandweer bij CBRN-incidenten en deze met de RBC te delen. Bij de uitwerking is het van belang dat wordt bezien wie voor welke aanbevelingen eerste aanspreekpunt is voor verdere uitwerking en hoe dit verder kan worden vormgegeven in de gezamenlijkheid. Het rapport is beschikbaar via BrandweerKennisNet. bron: hulpdienstenonline 5

Internationale experts lichten veiligheid Borssele door. Vandaag start de OSART-missie (Operational Safety Review Team) onder leiding van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA). In opdracht van de Kernfysische Dienst komen 16 internationale experts en 3 observers naar Nederland om de operationele veiligheid van de kerncentrale Borssele (KCB) door te lichten. OSART missies toetsen de operationele veiligheid aan de laatste stand van de internationale eisen en praktijk. Ze zijn een effectieve aanvulling op het toezicht gericht op continue verbetering. Aan het einde van de missie levert het IAEA een concept eindrapport op in aanwezigheid van de KFD. In dit rapport staan aanbevelingen, suggesties en goede praktijken vermeld. Enkele maanden na de missie wordt, na een feiten check een definitief rapport opgeleverd door het IAEA. De KFD maakt dit rapport openbaar. KCB maakt een verbeterplan. Binnen 1,5 tot 2 jaar komt het IAEA terug om de voortgang te monitoren. Het follow-up rapport wordt ook openbaar gemaakt. De missie (van 1 tot 18 september 2014) is de derde OSART-missie bij KCB. De vorige OSART missies vonden plaats in 1986 en in 2005. De huidige missie is een jaar vervroegd met het oog op de invulling van het IAEAactieplan dat na het ongeval in Fukushima-Daichi is vastgesteld (Wenen, september 2011). De aanbeveling was om in elke lidstaat binnen drie jaar (na vaststelling) een OSART plaats te laten vinden. De KFD heeft in 2012 deze standaardmissie bij het IAEA aangevraagd. In januari 2013 is er een voorbereidende bespreking geweest met de betrokken partijen. De inhoud van de missie en de logistieke afspraken zijn daarmee vastgelegd. OSART-missies hebben een standaardlijst van tien onderwerpen (modules). Het tiende onderwerp is Severe Accident Management en is naar aanleiding van Fukushima toegevoegd. Daarnaast wordt er ook naar de veiligheidscultuur gekeken. De huidige OSART missie zal daarmee de volgende modules bevatten: Management, organization and administration Training and qualification Operations Maintenance Technical support Operational experience feedback Radiation protection Chemistry Emergency planning and preparedness Severe Accident Management Corporate OSART module Kernfysische Dienst is onderdeel van de Inspectie Leefomgeving en Transport en houdt toezicht in het kader van de Kernenergiewet namens de Minister van Economische Zaken. Nieuwe methode voor risicobeheersing transport gevaarlijke stoffen. Nederland kent een lange traditie als het gaat om het beheersen van overstromingsrisico s. Door de eeuwen heen zijn wij immers door schade en schande wijzer geworden hoe we in onze delta het beste om kunnen gaan met dreigingen van het water van zee en rivieren. De afgelopen decennia is er ook meer nadruk komen te liggen op het beheersen van risico s van de productie, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen. Dit wordt gedaan door middel van het Externe Veiligheid (EV)-beleid. Risico s worden in het EV-beleid grofweg getypeerd door kansen op ongevallen met dodelijke slachtoffers te vermenigvuldigen met het effect op dodelijke slachtoffers. Hierbij worden de kansen dat een onbeschermd persoon komt te overlijden door een ongeluk met gevaarlijke stoffen op een bepaalde plek (plaatsgebonden risico) statistisch berekend over de periode van een jaar. Deze kans mag maximaal eens per miljoen jaar bedragen. Daarnaast wordt de cumulatieve jaarlijkse kans berekend dat een groep personen in één keer komt te overlijden door het verblijven in het invloedgebied van een risicobron (groepsrisico). De resultaten van zowel het plaatsgebonden risico als de groepsrisico s worden met een model berekend waarmee wordt getoetst of een situatie binnen de normen blijft. Toetsing is dus gebaseerd op zeer kwantitatieve aannames. Het IJsselmeergebied heeft een achttal sluizen waarvan Rijkswaterstaat de EV-risico s in beeld wilde brengen. Voor het berekenen van die risico s zijn data nodig zoals bevolkingsdichtheden, hoeveelheden transport en de lay-out van de infrastructuur. Door gebrek aan data over bevolkingsdichtheden zou er echter niets aan de hand zijn: de bevolking was vaak te ver weg om risico s te berekenen, waardoor er volgens de modellen geen sprake was van een risico. Tegelijkertijd moet je er niet aan denken dat er toch iets gebeurt en een primaire of secundaire waterkering faalt. Daarom verzon ARCADIS een list gebaseerd op een wetenschappelijke methodiek om toch een goede analyse te maken van de EVrisico s, zonder deze te (hoeven) berekenen. Er werd besloten de risico s kwalitatief te beschouwen in plaats van kwantitatief. Op basis van wetenschappelijke literatuur maakte ARCADIS een overzicht van de potentiële methoden die gehanteerd konden worden in de praktijk voor een kwalitatieve benadering van de risico s. Daarna hebben wij onderzocht met wat voor (water- en weg) transporten rekening moest worden gehouden. Verder is onderscheid gemaakt naar risico verhogende factoren; bijvoorbeeld of er met hoge snelheid gereden mag worden of dat er sprake is van overwegen of andere obstakels. Al deze criteria zijn in checklists opgenomen en werden, samen met interviews met medewerkers ter plaatse, gebruikt om een beeld te vormen van de mogelijke risicofactoren ter plekke. Het ging hierbij vooral om die risico s te onderscheiden die mogelijk tot incidenten zouden kunnen leiden. Deze gegevens zijn verwerkt in risicoformulieren, waarin informatie over het risico werd vastgelegd (omschrijving, mogelijke beheersmaatregelen en aanvullende informatie op basis van bijvoorbeeld extra omschrijvingen of fotomateriaal). Daarbij werd per risico een score van 1 tot 14 punten toegekend op basis van de kans, het gevolg, de blootstelling en gevaar ontwijking. Uit het onderzoek bleek dat er nauwelijks risico s waren die acuut beheerst moesten worden. Bovendien bleek dat veel risico s met relatief simpele maatregelen beheerst konden worden. Zo volstond op sommige plekken een intercom, verbodsbord voor open vuur, of het aanbrengen van hekken voor het voorkomen van mogelijke incidentscenario s. Deze manier van risico s identificeren heeft grote voordelen ten opzichte van risico s berekenen. Bij het berekenen van risico s worden de kansen aan een norm getoetst. Het aanduiden van de risico s en het beheersen van verschillende incidentscenario s is bij die kwantitatieve benadering niet aan de orde. Deze kwalitatieve werkwijze was dermate vernieuwend en wetenschappelijk verantwoord dat er een wetenschappelijk artikel over gepubliceerd is in het Journal of Risk Research.

'Inspectie die bij voorbaat bedrijf vertrouwt: absurd' De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) ligt onder vuur door haar besluit controles bij bedrijven voortaan vooraf aan te kondigen. Volgens de ILT dient dat de 'klantgerichtheid en efficiency', maar FNV Bondgenoten noemt het 'absurd' dat de dienst werkt op basis van goed vertrouwen in de bedrijven. Klantgericht werken klinkt mooi, maar het is beleid uit armoede. Er zijn veertienduizend transportbedrijven en een handvol inspecteurs. 'Ze moeten gewoon de wet handhaven. Hier zijn de boeven heel blij mee', zegt bestuurder Edwin Atema. Ook deskundigen zijn kritisch, met in het achterhoofd de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk, begin 2011. Het vooraf aankondigen van inspecties door de ILT kwam dit weekeinde naar buiten via Publeaks, de klokkenluiderssite van enkele media waaronder de Volkskrant, waarop zaken anoniem aanhangig kunnen worden gemaakt. Verontruste medewerkers lekten een verslag van de vergadering van het directieteam, van 15 juli, gewijd aan het besluit inspecties voortaan altijd vooraf aan te kondigen. 'Deze keuze dient de klantgerichtheid - wij vallen een bedrijf niet onverwacht lastig en een bedrijf kan zich voorbereiden - en onze eigen efficiency - inspecteurs hoeven niet te wachten op spullen of boekhoudingen', staat in het verslag. De ILT controleert onder mee de taxibranche, asbestgerelateerde bedrijven, woningcorporaties, bedrijven die afval inzamelen en transportbedrijven. Inspecteurs vrezen dat bedrijven en organisaties door het nieuwe beleid de kans krijgen zaken weg te moffelen, omdat ze weten dat ze bezoek krijgen. Zij hebben een punt, zegt oud-hoogleraar toezicht Ferdinand Mertens. 'Als je papieren wilt inspecteren, kun je beter even zeggen wanneer je komt en wat je wilt weten. Dat geldt niet als je uitzoekt hoe het feitelijke gedrag van de onderneming is. Ik dacht dat we dat, voor zover nodig, van de casus Chemie-Pack geleerd hebben: daar stonden nooit chemicaliën op het binnenterrein tijdens een aangekondigde inspectie. Als er geen inspectie was, stonden ze er wel. Ook bij de grote brand.' Een legale partij vuurwerk wordt gecontroleerd door de dienst Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu tijdens een vuurwerkcontrole langs de Duitse grens. Ook bij de Belastingdienst klagen medewerkers dat er weinig fraude opgespoord kan worden doordat het beleid uitgaat van goed vertrouwen. Volgens Mertens, oud-inspecteur en voormalig lid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, heeft de ILT de laatste jaren veel werk gestoken in het afsluiten van convenanten met ondernemingen die het goed doen. Dergelijke afspraken vervangen veelal de onaangekondigde inspecties. In de stukken van Publeaks wordt gesteld dat inspecteurgeneraal Jenny Thunnissen 'geobsedeerd' is door de convenanten. In het beleidsplan staat onder meer het voornemen de vuurwerkbranche na 2015 minder te controleren, omdat 'in sommige gevallen convenanten afgesloten gaan worden'. De populariteit van de convenanten bevalt FNV Bondgenoten niet. Volgens bestuurder Edwin Atema willen ondernemers in de transportsector dolgraag een convenant met de ILT, omdat het de facto een vrijbrief is: de vrachtwagens en administratie worden niet meer gecontroleerd. De bond is daarop gespitst gezien schijnconstructies met goedkope buitenlandse chauffeurs die aan het licht zijn gekomen - ook door vervoerders met een convenant. Bedrijven met een convenant knoeien makkelijker met rijtijden, zegt Atema. 'Klantgericht werken klinkt mooi, maar het is beleid uit armoede. Er zijn veertienduizend transportbedrijven en een handvol inspecteurs.' De ILT laat in een reactie weten dat controles op de weg, in de scheepvaart, op het spoor en in de luchtvaart niet van tevoren worden aangekondigd. Als er een vermoeden is van een overtreding of fraude, wordt een controle ook niet aangekondigd. De directie zegt in gesprek te willen blijven met bezorgde inspecteurs, die - aldus de Publeaks-stukken - klagen over een 'autoritaire manier van leiding geven'. bron: volkskrant Multilaterale overeenkomst ADN/ MO 011, Ministerie van Infrastructuur en Milieu Op basis van randnummer 1.5.1. van de Bijlagen bij het ADN over het gebruik van een vlamkerend rooster MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU DIREC- TORAAT-GENERAAL MILIEU EN INTERNATIONAAL 1. In afwijking van de definitie van "Monstername-opening" in paragraaf 1.2.1 van het ADN, moeten deze openingen alleen worden voorzien van een vlamkerend rooster dat een duurbrand kan doorstaan indien de Scheepsstoffenlijst conform ADN 1.16.1.2.5 stoffen bevat waarvoor explosiebescherming is vereist op basis van kolom 17 van tabel C van hoofdstuk 3.2 van het ADN. Aan de andere eisen in de definities moet worden voldaan. 2. In afwijking van ADN 9.3.2.22.4 (a), laatste streepje, en ADN 9.3.3.22.4 (a), laatste streepje, voor tankschepen van het type N gesloten, moeten de genoemde inrichtingen alleen worden voorzien van vlamkerend rooster indien de Scheepsstoffenlijst conform ADN 1.16.1.2.5 stoffen bevat waarvoor op basis van kolom 17 van tabel C van hoofdstuk 3.2 van het ADN explosiebescherming is voorgeschreven. 3. In afwijking van ADN 9.3.2.20.4 en ADN 9.3.3.20.4, moeten ventilatieopeningen van kofferdammen alleen worden voorzien van een vlamkerende inrichting die bestand is tegen deflagratie, indien de Scheepsstoffenlijst conform ADN 1.16.1.2.5 stoffen bevat waarvoor op basis van kolom 17 van tabel C van hoofdstuk 3.2 van het ADN explosiebescherming is voorgeschreven. 4. Deze overeenkomst is geldig tot en met 31 december 2014, en is van toepassing op het vervoer op het grondgebied van alle Overeenkomstsluitende Partijen van het ADN die deze Multilaterale Overeenkomst hebben ondertekend. Indien deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken door een van de ondertekenaars, dan blijft deze tot de aangegeven datum van kracht voor het vervoer op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen van het ADN die de overeenkomst niet hebben ingetrokken. Ondertekend door: Duitsland: 18 juni 2014 Nederland: 11 juli 2014 http://www.safetynet-nederland.nl/msds-opstellen/ 6

Nog veel overtredingen bij scheepsbouw en - reparatiewerven. De Inspectie SZW heeft bij 101 van de 115 geïnspecteerde scheepsbouw- en reparatiewerven overtredingen geconstateerd. De meeste overtredingen hadden te maken met een onveilige werkomgeving. In de sector zijn ruim 900 bedrijven actief. De inspectie controleert risicogericht, zodat het beeld niet representatief is voor de hele sector. De inspecties vonden plaats in 2013. Ook in 2008 zijn in deze sector inspecties geweest. Bij 41 bedrijven is zowel in 2008 als in 2013 gecontroleerd, waarbij bij 39 bedrijven weer overtredingen zijn geconstateerd. De Inspectie constateert dat het totale aantal overtredingen in 2008 hoger lag dan in 2013. Ook de ernst van de overtredingen was in 2013 minder groot dan in 2008. Weliswaar laten de resultaten een lichte verbetering in de sector zien, maar zowel de Inspectie SZW als Scheepsbouw Nederland erkennen dat er nog een flinke verbeterslag nodig is. Met de sector heeft de Inspectie afgesproken dat de sector actiever de bedrijven gaat informeren en stimuleren om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Veel overtredingen hebben te maken met het niet voldoende veilig werken in ruimtes met gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging of brand. Het gaat dan vooral om het niet of verkeerd uitvoeren van metingen, die noodzakelijk zijn om te bepalen of men de ruimte veilig kan betreden. Maar ook is er onvoldoende aandacht voor valgevaar, het werken met gevaarlijke stoffen en het veilig werken met machines en arbeidsmiddelen. Bij één bedrijf is het werk direct stilgelegd en een boete opgemaakt omdat er sprake was van ernstig valgevaar voor de werknemers die op een schip aan het werk waren. Bij 15 andere werven werden bepaalde werkzaamheden tijdelijk stilgelegd. Ook hier betroffen de overtredingen vooral valgevaar en het werken met machines die onvoldoende waren afgeschermd. IMO publiceert amendement 37-14 IMDG. De internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft de wijzigingen van amendement 37-14 van de IMDG Code gepubliceerd. De IMDG Code waarin dit amendement is verwerkt, wordt van kracht op 1 januari 2016, maar mag vrijwillig toegepast worden vanaf 1 januari 2015. Het amendement 37-14 is opgenomen in annex 8 bij het verslag van de 93ste vergadering van het Maritime Safety Committee van de IMO. 1.1.1.9 Plaats een nieuwe paragraaf 1.1.1.9 welke als volgt gelezen dien te worden: "1.1.1.9 Lampen die gevaarlijke goederen bevatten De volgende lampen zijn niet onderworpen aan deze Code op voorwaarde dat ze geen radioactief materiaal en geen kwik bevatten, in hoeveelheden zoals aangegeven in de bijzondere bepaling ng 366 van hoofdstuk 3.3:.1 Lampen die direct worden verzameld van individuen en huishoudens en vervoerd worden naar een inzameling of recycling;.2 Lampen die elk niet meer dan 1 g van gevaarlijke stoffen en zo verpakt zijn zodat er niet meer dan 30 g gevaarlijke goederen per pakket in zit, met dien verstande dat: (i) de lampen worden vervaardigd volgens een gecertificeerd kwaliteit management systeem; Opmerking: de toepassing van ISO 9001: 2008 kan worden beschouwd als acceptabel voor dit doel. en (ii) elke lamp is individueel verpakt in binnenverpakkingen, gescheiden door tussenschotten, of omgeven met opvulmateriaal bescherming van de lamp en verpakt in sterke buitenverpakkingen welke voldoen aan de algemene bepalingen Lees verder in het wijzigingsoverzicht: http://tinyurl.com/qhxhatn Aanpassing ADN-regels reefers in zicht. De ADN-werkgroep 'Explosieveiligheid' heeft de bestaande ADN-voorschriften voor het transport van reefers in combinatie met gevaarlijke stoffen in containers doorgenomen. Geconcludeerd werd dat deze voorschriften niet eenduidig zijn en een verbetering behoeven. Het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) heeft samen met Transafe een wijzigingsvoorstel geschreven. Weinig beperkingen gevaarlijke stoffen Sluiskiltunnel. De nieuw te openen Sluiskiltunnel moet zodanig worden ingedeeld dat er zo min mogelijk beperkingen zijn voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit advies heeft de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen (CTGG) gegeven aan de projectorganisatie (de opdrachtgevers voor de tunnel). De CTGG kan zich vinden in het standpunt van de projectorganisatie dat de tunnel kan worden ingedeeld in categorie C. bron: vnci bron: vnci Gevaarlijke stoffen cursus bij u in het bedrijf? www.pgs15-cursus.nl 7

AkzoNobel en Photanol ontwikkelen chemische verbindingen van de toekomst. AkzoNobel en cleantechbedrijf Photanol slaan de handen ineen om een proces te ontwikkelen waarbij de kracht van de zon wordt benut om chemicaliën te maken. De twee ondernemingen zullen werken aan het creëren van duurzame technologie die op dezelfde wijze werkt als fotosynthese bij planten. Dat moet leiden tot de productie van 'groene' chemische bouwstenen die uiteindelijk de grondstoffen op basis van fossiele brandstoffen zullen vervangen welke AkzoNobel nu gebruikt. "We zijn voortdurend op zoek naar minder traditionele oplossingen om meer te doen met minder en deze samenwerking die de potentie heeft om onze CO2 uitstoot aanzienlijk te verminderen - is een perfect voorbeeld van onze Planet Possiblebenadering van duurzaamheid." De samenwerking draait om Photanols bestaande eigen technologie waarbij licht wordt gebruikt om CO2 uit de lucht rechtstreeks om te zetten in vooraf bepaalde grondstoffen zoals azijnzuur en butanol. Het enige bijproduct is zuurstof. Michiel Lensink, CEO van Photanol voegt toe: "De samenwerking met AkzoNobel is van groot strategisch belang voor ons. Zo opent zich een grote potentiële markt voor ons en dankzij de expertise van AkzoNobel op het gebied van procestechnologie bereiken we die markt bovendien nog sneller." De twee bedrijven beginnen met het ontwikkelen van een aantal specifieke chemicaliën die momenteel door het AkzoNobelbedrijfsonderdeel Specialty Chemicals worden gebruikt. Het is de bedoeling dat de samenwerking een opstap wordt voor de commerciële productie van organische chemicaliën van de vierde generatie. De chemicaliën van AkzoNobel worden veelvuldig ingezet in de schoonmaakmiddelen-, voedings-, papier- en kunststofindustrieën, de chemische industrie en de bouw. AkzoNobel wil CO2 als grondstof. AkzoNobel en cleantechbedrijf Photanol slaan de handen ineen om een proces te ontwikkelen waarbij zonne-energie wordt benut om chemicaliën te maken. Grondstof: CO2. De twee ondernemingen zullen werken aan het creëren van duurzame technologie die op dezelfde wijze werkt als fotosynthese bij planten. Dat moet leiden tot de productie van 'groene' chemische bouwstenen die uiteindelijk de fossiele grondstoffen zullen vervangen die AkzoNobel nu gebruikt. De samenwerking draait om Photanols bestaande eigen technologie waarbij licht wordt gebruikt om CO2 uit de lucht rechtstreeks om te zetten in vooraf bepaalde grondstoffen zoals azijnzuur en butanol. Het enige bijproduct is zuurstof. De twee bedrijven beginnen met het ontwikkelen van een aantal specifieke chemicaliën die momenteel door het AkzoNobelbedrijfsonderdeel Specialty Chemicals worden gebruikt. Het is de bedoeling dat de samenwerking een opstap wordt voor de commerciële productie van organische chemicaliën van de vierde generatie. Wereldwijd zijn meerdere technologieën in ontwikkeling om met duurzame energie brandstoffen en grondstoffen te maken uit CO2 uit de lucht. Zo gaat Bayer een testfabriek bouwen om CO2 om te zetten in chemische grondstoffen. Voor 15 miljoen euro verrijst er een fabriek die uit het broeikasgas jaarlijks vijf duizend ton grondstof voor polyurethaanschuim maakt. In 2016 moet de productie-eenheid klaar zijn. Suikerbiet troefkaart Noord-West-Europa De regio Noord-West-Europa heeft met de suikerbiet een troefkaart in handen, zo blijkt uit een recente studie van Deloitte. Wat betreft de opbrengst zit de suikerbiet in een groeicurve, terwijl de yield van concurrerende gewassen uit andere windstreken juist afneemt. Dat stelt Willem Vaessen, directeur Chemical value chain binnen Deloitte. Het bureau onderzocht, in opdracht van het Biorenewables Business Platform, Rabobank en Suikerunie, in hoeverre de suikerbiet als grondstof voor de fermentatieindustrie kan concurreren met andere feedstocks zoals rietsuiker, maïs en tapioca. Onze conclusie is dat de suikerbiet, lees de prijs van industriële suiker, de internationale concurrentiestrijd aankan. Sterker, we verwachten dat deze productiekosten verder zullen dalen door een stijgende yield en een extra volume van 2 tot 4 miljoen ton dat in 2017 op de markt zal komen als gevolg van het wegvallen van de EU-quotering. De stijgende opbrengst dankt de suikerbiet aan het feit dat het een rotation crop is, waardoor leveranciers van zaaigoed de kwaliteit van hun product kunnen verbeteren. Eveneens van belang voor de prijs is de goede suikerinfrastructuur met coöperaties die nauw betrokken zijn bij de teelt en de verdere verwerking van suiker. Grafeenverf houdt corrosie buiten. Hun verdienste is vooral dat de coating ook echt praktisch bruikbaar is. Dat grafeen extreem ondoorlatend is wisten we al, maar daarvoor moet het volledig vrij zijn van defecten. En dat lukt voorlopig alleen met hele kleine stukjes - een rol enkellaags grafeen-verpakkingsfolie is nog heel ver weg. De auteurs laten die kleine stukjes eerst te laten reageren tot grafeenoxide, dus grafeen met hier en daar een zuurstofatoom op het oppervlak. bron: (Chemisch2Weekblad) Vaessen stelt dat Noord-West-Europa, en in het bijzonder Nederland, een goede positie in de sterk groeiende fermentatiemarkt (momenteel 127 miljard dollar wereldwijd, inclusief ethanol, red.) kan veroveren. Agrofood, chemie en biotechnologie zijn sterke sectoren in ons land. Wel zullen deze sectoren meer in verticale verbanden samen moeten gaan werken om optimaal te profiteren van een stijgende vraag naar groenere grondstoffen. Bron: agrochemie

Komst Friese bioplastic-fabriek steeds realistischer. KNN Bioplastic uit Groningen wil een bioplastic-fabriek bouwen op het terrein van afvalverwerkingsbedrijf Omrin bij het Friese Oudehaske. Het bedrijf heeft al een flink deel van de investering van 12 miljoen euro bij elkaar gekregen, maar is nog op zoek naar een investeerder. Het initiatief voor de fabriek is genomen door Anoxkaldnes/Veolia Water en KNN Bioplastic. Amerikanen leggen hand op Gents chemiebedrijf Taminco. Het chemiebedrijf Taminco is voor 2,8 miljard dollar overgenomen door Eastman Chemical Company. Taminco produceert amines en derivaten en heeft zijn hoofdzetel in Gent. Na het 3D-printbedrijf Layerwise en de specialist in betalingssoftware Clear2Pay vorige week, zijn het weerom Amerikanen die de hand leggen op een (van oorsprong) Belgisch bedrijf: de specialty chemicals onderneming Taminco. Taminco, The Amine Company, ontstond in 2003 als afsplitsing van UCB. Sindsdien groeide het uit tot wereldwijd één van de grootste producenten van amines en deed het zelf meerdere acquisities, waarvan die van Air Products ongetwijfeld de meest markante is. Eind vorig jaar nam het nog het Finse Kemira over. Zelf wisselde het aandeelhouderschap van Taminco meerdere malen. Op datum van de aangekondigde overname was het in bezit van een private equityspeler, Apollo Global Management. Maar tot nu was het beslissingscentrum steeds in handen gebleven van de Gentse vestiging. Daar kan verandering in komen. Nu voor de eerste maal een industrieel concern de lakens gaat uitdelen, kan het belang van het Gentse hoofdkantoor binnen een groot conglomeraat als Eastman Chemical onder druk komen te staan. Dat doet alvast vragen rijzen over de toekomstige verankering in België. Taminco heeft wereldwijd intussen 8 productieplants, kantoren in 23 landen, een 1.000-tal personeelsleden en een omzet van 1,2 miljard dollar. Eastman Kodak van zijn kant is goed voor een zakencijfer van 9,4 miljard dollar en 14.000 medewerkers. Uit de mond van CEO Laurent Lenoir klinkt het zo: "De mogelijkheid om te worden overgenomen door Eastman zou ons meer middelen geven om onze strategie van expansie verder te zetten en onze kennis in te schakelen om nieuwe productlijnen te ontwikkelen." Helemaal zeker is de overname nog niet: er is een 30-daagse 'go-shop'-periode, waarin Taminco (met de hulp van Morgan Stanley) voorstellen van andere partijen mag bestuderen vooraleer definitief te beslissen. Delta zet Indaver in etalage. Energiebedrijf Delta wil zijn belang van 75 procent in het Belgische afvalverwerkingsbedrijf Indaver verkopen. Het verkoopproces is inmiddels begonnen. Met een verkoop kan Delta zijn schuldpositie verbeteren, waarmee het naar eigen zeggen een stevige basis kan leggen voor de toekomst. Delta stelde dat een verkoop ook voor Indaver een goede optie is, vanwege substantiële groeikansen in het buitenland.,,het ligt voor de hand dat een nieuwe aandeelhouder deze groei beter kan faciliteren dan de Zeeuwse publieke aandeelhouders van Delta'', aldus het bedrijf. Het Zeeuwse Delta wilde ruim een jaar geleden nog afvalverwerker Attero overnemen, en deze samenvoegen met Indaver waardoor een nieuwe afvalreus zou ontstaan. Attero werd uiteindelijk verkocht aan investeerder Waterland. Er wordt nog niet concreet met partijen gesproken, zo meldde een woordvoerder van Delta. Bij Indaver werken ruim 1600 mensen. Het hoofdkantoor staat in thuismarkt België, en de onderneming heeft verder activiteiten in Nederland, Italië, Portugal, Ierland en Duitsland. Indaver richt zich vooral op industrieel afval en is ook actief in gemeentelijk afval. Het belang van 25 procent van Indaver dat niet in handen is van Delta is overigens in bezit van een aantal Vlaamse aandeelhouders en een,,zeer beperkt'' aantal chemische bedrijven. (bron: rtlnieuws) Wintershall groeit op de Noordzee. Wintershall breidt zijn olie- en gasproductie in de Noordzee uit. De BASF-dochter neemt belangen over van Statoil in de twee producerende velden Gjøa (5%) en Vega (24.5%). Het is de bedoeling dat Wintershall ook operator wordt van het Vega -veld. Daarnaast neemt Wintershall belangen van Statoil over in het ontwikkelingsproject Aasta Hansteen (24%), de Asterix ontdekking (19%) en het Polarled pijpleidingproject (13,2%). Het bedrijf verhoogt met de overnames zijn productie in Noorwegen van veertig- naar zestigduizend vaten olie-equivalenten per dag. Voor de belangen betaalt Wintershall 1,25 miljard dollar (970 miljoen euro). bron: petrochem 'Shell wil lpg-activiteiten Europa verkopen' Shell zet zijn Europese lpg-activiteiten opnieuw in de etalage. Dat schrijft de Britse zakenkrant Financial Times vrijdag op basis van ingewijden. Volgens de krant zou de verkoop van het onderdeel het Brits-Nederlandse concern circa 1 miljard dollar (772 miljoen euro) kunnen opleveren. Lpg komt vrij bij de productie en raffinage van aardgas en aardolie. In Nederland wordt het vooral gebruikt als autobrandstof en is het daarom bekend als 'autogas'. Shell deed 4 jaar geleden ook al een poging om de lpg-activiteiten af te stoten. Het olie- en gasbedrijf liet aan de Financial Times weten niet op de kwestie te reageren. Shell kondigde eerder aan dat het voor eind volgend jaar voor 15 miljard dollar aan bezittingen van de hand wil doen. Daarmee moet onder meer de winstgevendheid van het concern worden vergroot.

Uitspraak 201311559/1/A4 - Hoger beroep Datum uitspraak: 10 september 2014 Bij besluit van 20 maart 2012 heeft het college aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd wegens het in strijd met de aan haar verleende milieuvergunning opslaan van gevaarlijke stoffen in haar inrichting aan de [locatie] te Roosendaal. Bij besluit van 16 augustus 2012 heeft het college het door [appellante] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij besluit van 2 mei 2013 heeft het college besloten tot invordering van de door [appellante] verbeurde dwangsom ter hoogte van EUR 17.000. Bij uitspraak van 5 november 2013 heeft de rechtbank het beroep van [appellante] tegen de besluiten van 16 augustus 2012 en 2 mei 2013 ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 juli 2014, waar [appellante], vertegenwoordigd door haar [directeur], bijgestaan door mr. J.C. Ozinga, advocaat te Den Haag, en het college, vertegenwoordigd door mr. Y. Bons en mr. B. Wouters, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Overwegingen 1. [appellante] heeft ter zitting betoogd dat het college, gelet op artikel 5:6 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), geen last onder dwangsom mocht opleggen omdat een eerder wegens dezelfde overtreding opgelegde last onder dwangsom nog van kracht was. Het aan die eerdere last verbonden maximale dwangsombedrag was nog niet geheel verbeurd, aldus [appellante]. 1.1. [appellante] heeft deze grond voor het eerst in hoger beroep aangevoerd. Aangezien het hoger beroep is gericht tegen de uitspraak van de rechtbank en er geen reden is waarom deze grond niet reeds bij de rechtbank kon worden aangevoerd, en [appellante] dit uit een oogpunt van een zorgvuldig en doelmatig gebruik van rechtsmiddelen had behoren te doen, dient dit betoog buiten beschouwing te blijven. Het dwangsombesluit 2. [appellante] drijft een inrichting voor het op- en overslaan van gevaarlijke stoffen. Voor de inrichting is op 4 december 2001 een vergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, (oud) van de Wet milieubeheer verleend (hierna: de revisievergunning), welke vergunning thans geldt als een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Bij het besluit van 20 maart 2012 is bepaald dat een dwangsom van EUR 17.000 wordt verbeurd per keer dat wordt geconstateerd dat binnen de inrichting in strijd met voorschrift 2.1 van de revisievergunning gevaarlijke stoffen in aard en hoeveelheid niet worden opgeslagen zoals aangegeven in de bij de aanvraag behorende bescheiden. Hierbij geldt dat per etmaal, lopend van 07.00 uur tot 07.00 uur de volgende dag, maximaal een dwangsom kan worden verbeurd. Het maximaal te verbeuren bedrag is vastgesteld op EUR 51.000. 3. Het college heeft de last opgelegd nadat tijdens een controle op 14 februari 2012 onder meer was geconstateerd dat in een aantal hallen van de inrichting stoffen van ADR-klasse 9 werden opgeslagen. Volgens het college staat de revisievergunning de opslag van dergelijke stoffen niet toe. 4. Voorschrift 2.1 van de revisievergunning luidt: "Binnen de inrichting mogen alleen die gevaarlijke stoffen in aard en hoeveelheid zijn opgeslagen zoals aangegeven in de bij de aanvraag behorende bescheiden." Een van de bij de aanvraag behorende bescheiden is het rapport "Veiligheidsrapport Distributiecentrum [appellante] B.V." van Ingenieurs/adviesbureau SAVE van mei 2001. 5. [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de revisievergunning ook de opslag van stoffen met ADR-klasse 9 omvat. Daartoe wijst zij erop dat destijds vergunning is gevraagd voor het opslaan van aquatoxische stoffen, waartoe ook stoffen van ADR-klasse 9 behoren. Voorts heeft zij in februari 2002 een nieuwe versie van het veiligheidsrapport, gedateerd januari 2002, overgelegd waarin uitdrukkelijk is vermeld dat binnen de inrichting ook stoffen van ADR-klasse 9 worden opgeslagen. [appellante] benadrukt dat het college met deze nieuwe versie van het veiligheidsrapport heeft ingestemd. 5.1. In tabel 2.1 van het veiligheidsrapport van mei 2001 is vermeld welke soorten stoffen (ADR-klassen) in welke hallen van de inrichting en in welke hoeveelheden worden opgeslagen. De bij de aanvraag gevoegde tekeningen van de inrichting komen hiermee overeen. Nu in tabel 2.1 en op deze tekeningen ADRklasse 9 niet wordt genoemd, heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de opslag van stoffen die tot deze klasse behoren niet is aangevraagd en vergund. Dat, zoals [appellante] heeft aangevoerd, voor de opslag van aquatoxische stoffen wel vergunning zou zijn gevraagd en verleend, maakt dit niet anders. Zoals het college ter zitting onweersproken heeft gesteld, behoren dergelijke stoffen tot verschillende ADR-klassen. Verder brengt de instemming van het college met het veiligheidsrapport van januari 2002 niet mee dat de opslag van stoffen van ADR-klasse 9 onder de reikwijdte van de revisievergunning is komen te vallen. Hiertoe is een wijziging van de revisievergunning vereist waarvoor de in de Awb voorgeschreven procedure dient te worden gevolgd. Het betoog faalt. 6. Nu in strijd is gehandeld met voorschrift 2.1 van de revisievergunning, was het college bevoegd een last onder dwangsom op te leggen. Gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. 7. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn op grond waarvan het college van handhavend optreden had moeten afzien. Volgens [appellante] heeft de rechtbank miskend dat ten tijde van het opleggen van de last concreet zicht op legalisatie bestond, nu zij op dat moment een aanvraag om een omgevingsvergunning had ingediend die uitdrukkelijk de opslag van stoffen van ADR-klasse 9 omvatte. Voorts heeft de rechtbank onvoldoende onderkend dat het in strijd met vergunningvoorschrift 2.1 opslaan van stoffen binnen de inrichting voor het college nimmer een reden is geweest om handhavend op te treden, aldus [appellante]. Lees verder (vanaf 7.1) op: http://tinyurl.com/meektsr 9

Solvay versterkt positie in polymeren. De Belgische chemiegroep Solvay heeft zijn positie in speciale polymeren versterkt door een divisie die polyfenyleensulfide (Ryton PPS) produceert over te nemen van het Amerikaanse petrochemische bedrijf Chevron Phillips Chemical. Dat maakte Solvay woensdag bekend.ryton PPS heeft een sterke positie in de automobielsector, waar het metalen onderdelen vervangt om auto's lichter en zuiniger te maken. Shell vindt gas in Pennsylvania. Shell heeft tijdens proefboringen in de Amerikaanse staat Pennsylvania gas gevonden op een diepte van ruim vier kilometer. Dat maakte het energieconcern woensdag bekend. Shell bezit in het gebied ruim 1740 vierkante kilometer aan potentieel wingebied. Het bedrijf wacht momenteel op de resultaten van nog eens vier proefboringen en verwacht dat die bronnen later dit jaar gaan produceren. Wereld's grootste LNG opslagtank wordt gebouwd in Singapore. Singapore LNG Corporation heeft een epc-contract van 700 miljoen dollar toegekend aan Samsung C&T Corporation voor de uitbreiding van de Singapore LNG Terminal. Een nieuwe LNG opslagtank, die onderdeel vormt van de Phase 3-uitbreiding van de terminal, wordt met een capaciteit van 260.000 m3 de grootste ter wereld. De nieuwe tank zal een volledige lading van een Q-Max carrier kunnen ontvangen (momenteel zijn dit de grootste LNG carriers ter wereld). bron: Petrochem 40 miljoen euro subsidie voor chemische bedrijven in Eemsdelta. 26 augustus 2014 - De provincie Groningen stelt 40 miljoen euro beschikbaar voor de subsidieregeling Regionale Investeringssteun Groningen 2014 (RIG 2014). Dit is een investeringsregeling voor de chemische industrie in de Eemsdelta voor vier jaar. Provinciale Staten nemen hierover in september een besluit. Een team dat bestaat uit René Scheffers, Eertwijn van den Dool en Monique Smit gaat de uitkomsten van het rapport 'Chemiecluster Eemsdelta op stoom' uitvoeren. Het plan 'Chemiecluster op stoom' (PDF PDF-bestand, 1011 KB) richt zich onder andere op de verduurzaming van de chemische industrie en voldoende werkgelegenheid in de regio. Bedrijven kunnen gedurende vier jaar subsidies voor investeringsprojecten aanvragen. De nieuwe organisatie gaat een zogenaamde Utiliteiten Entiteit oprichten om het gebruik van de infrastructuur rond stoom, water en gas centraal te beheren. Om de werkgelegenheid te verbeteren gaan Groningen Seaports, Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) en de chemiebedrijven samenwerken om nieuwe bedrijven in de Eemsdelta aan te trekken. Ook wil men belemmerende wetten en regels op het gebied van veiligheid en milieu aanpakken. Het team overlegt met vertegenwoordigers van Groningen Seaports, Samenwerkende bedrijven Eemsdelta, de provincie en gemeenten over de voortgang van de plannen. Bayer verzelfstandigt MaterialScience. Bayer wil zich in de toekomst geheel gaan richten op zijn Life Science activiteiten 'HealthCare' en 'CropScience'. De huidige divisie MaterialScience wordt afgesplitst en omgezet in een zelfstandige beursgenoteerde onderneming. Bayer wil zich in de toekomst positioneren als wereldleider op het gebied van gezondheid voor mens, dier en plant. De afgelopen jaren is het zwaartepunt bij Bayer verschoven in de richting van Life Science activiteiten. Er zijn nieuwe farmaceutische producten gelanceerd, een deel van Merck & Co is overgenomen en de CropScience activiteiten zijn uitgebreid. Doel is om deze ontwikkelingen te continueren door verder te investeren in groei. De Life Sciences nemen nu al 70 procent van omzet en 88 procent van de EBITDA De twee divisies van de toekomstige Bayer Group behaalden in 2013 een omzet van circa 29 miljard euro. Zij hebben ongeveer 99.000 medewerkers, waarvan zo'n 29.500 in Duitsland. Het hoofdkantoor blijft gevestigd in Leverkusen. Het is de bedoeling om MaterialScience binnen 12 tot 18 maanden naar de beurs te brengen. Een belangrijke reden voor deze stap is dat MaterialScience hiermee direct toegang krijgt tot de kapitaal voor toekomstige ontwikkelingen. Deze toegang is niet langer verzekerd binnen de Bayer Group vanwege de grote investeringen die nodig zijn voor de groei van de Life Science activiteiten. Na de verzelfstandiging wordt MaterialScience in omvang het vierde chemische bedrijf van Europa. De omzet in 2013 was meer dan 11 miljard euro. Het nieuwe concern zal circa 16.800 medewerkers tellen, waarvan 6500 in Duitsland. Het krijgt een nieuwe naam en een eigen identiteit. Het hoofdkantoor komt in Leverkusen. De hoofdactiviteiten zijn polyurethaan, polycarbonaat, en coatings, lijmen en specialiteiten. Het totale aantal medewerkers zal de eerstkomende jaren stabiel blijven, zowel in Duitsland als daarbuiten. bron: www.bayer.com Shell houdt optie op boren in Alaska in 2015. Shell heeft met het indienen van documenten bij een Amerikaanse toezichthouder de optie om volgend jaar terug te keren in de wateren rond Alaska opengehouden. Dat stelde het bedrijf donderdag in reactie op mediaberichten dat het concern zo goed als zeker in 2015 zijn Arctische missie hervat. Amerikaanse media meldden dat Shell met het indienen van documenten bij toezichthouder Bureau of Ocean Energy Management een grote stap heeft gezet om volgend jaar te gaan boren. Volgens Shell gaat het om voorbereidende stappen en is een besluit om daadwerkelijk aan de slag te gaan afhankelijk van het verkrijgen van vergunningen, het wegnemen van juridische obstakels en de eigen beoordeling of het werk veilig en succesvol kan worden gedaan. Indien het besluit tot hervatting wordt genomen, dan zal Shell met twee platformen aan de slag gaan in de Tsjoektsjenzee. nu.nl 10

Neste Oil breidt uit. Over twee jaar start Neste Oil bij haar raffinaderij in Rotterdam met de productie van bio-propaan. Het bedrijf is al begonnen hiervoor zijn installatie uit te breiden. De Finse oliemaatschappij investeert zestig miljoen euro in de uitbreiding. Wanneer het project in 2016 gereed is, krijgt Neste Oil de beschikking over een nieuwe installatie, leidingen en opslagtanks. Propaan wordt onder meer gebruikt voor de productie van LPG. Bio-propaan heeft als voordeel dat het schoner is dan reguliere propaan. Neste Oil is sinds drie jaar met een productiefaciliteit voor biobrandstoffen op de Maasvlakte gevestigd. (bron: Europoortkringen) Crisis voorbij voor toeleveranciers procesindustrie Voor de Nederlandse toeleveranciers aan de procesindustrie gaat de markt al enkele jaren crescendo. De omzetten hebben zich veel beter ontwikkeld dan aanvankelijk verwacht en ook voor de komende jaren blijven de vooruitzichten goed. De innovatiekracht, kwaliteit en flexibiliteit van veel bedrijven uit deze sector staan zo goed aangeschreven, dat multinationals hun Nederlandse toeleveranciers meenemen naar grote internationale projecten. Want in het buitenland liggen de groeikansen. De toeleveranciers aan de procesindustrie nemen het woord crisis al enkele jaren niet meer in de mond. Sinds de vorige editie van Industrial Processing, de tweejaarlijkse vakbeurs voor de natte en droge procesindustrie, heeft met name de zuivelindustrie fors geïnvesteerd in Nederland. Daarnaast bouwen multinationals nieuwe capaciteit op in opkomende markten. Een andere belangrijke sector, de chemie en petrochemie, heeft zich veel minder uitbundig ontwikkeld. Onder andere de matige gang van zaken in de automotive-industrie en de daaraan gekoppelde investeringen in de kunststoffen productie drukt hier de investeringen. GVG Oliehandel kiest voor Van den Anker. GVG Oliehandel BV kiest voor logistiek dienstverlener Van den Anker voor het vervoer, van een breed assortiment smeermiddelen en reinigingsmiddelen, in de Benelux. Kwaliteit en duurzaamheid waren hierbij doorslaggevende factoren. Voor GVG Oliehandel BV is een hands-on en service gerichte mentaliteit belangrijk, zowel intern als extern. Van den Anker is in meerdere opzichten een ideale partner. Met een eigen 24-uurs ADR distributienetwerk, verspreid over de Benelux, levert de samenwerking met Van den Anker meer service op op het gebied van levertijden en tracking & tracing. Belgische klanten van GVG Oliehandel BV zien de levertijd van hun order voortaan met een dag verkort worden. En klanten kunnen in het vervolg snel zien hoe laat de levering wordt verwacht. De retourname van leeggoed behoort ook tot een van de werkzaamheden die verricht gaan worden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van speciale retourdozen, welke door GVG Oliehandel BV zijn ontwikkeld. Lege jerrycans kunnen zo op een geordende manier verzameld worden tot de retourdoos vol is. Net als onze nieuwe partner organiseren wij het transport (van leeggoed) graag efficiënt. Logistiek kenmerkt zich bij GVG Oliehandel BV door de one-stop-source aanpak. Alles wat met benzine, olie en reiniging te maken heeft is in één levering te bestellen. In het centrale magazijn worden orders gepikt door eigen medewerkers die alle productcombinaties op een pallet mogelijk maken. Wereldwijd steeds meer vacatures in olie- en gasindustrie Er is wereldwijd een stijging in het aantal vacatures in de olieen gasindustrie. De Hays Oil & Gas Job Index, een index die het aantal banen in de olie- en gasindustrie bijhoudt, steeg maar liefst naar 1.99. Dit is een stijging van ongeveer 18% vergeleken met de 1.69 van een jaar geleden. Zelf in Europa, waarbij de Index de afgelopen jaren alleen maar daalde is er een stijging te zien. In 2014 worden er tot nu gemiddeld over de hele wereld genomen meer mensen aangenomen, de salarissen stijgen en ook de bonusregelingen en secundaire arbeidsvoorwaarden worden weer ingezet op toptalent in gewilde specialismen aan te trekken. De laatste jaren liet de Index in Europa een constante daling zien, maar dit jaar bleef hij in het eerst half jaar redelijk gelijk. De afgelopen maanden vond er zelfs een snelle toename in vacatures plaats. Dit komt door de aankondiging van diverse nieuwe projecten, waardoor er weer meer vraag is naar technici uit verschillende disciplines. Voornamelijk techniek, inkoop, bouw en fabricage zagen in het tweede kwartaal een sterke toename in het in het aantal vacatures, met veel vraag naar ontwerp- en fabricage-expertise. Cengiz Cam, Senior Consultant Oil & Gas laat op de website weten dat dit onder andere komt doordat er weer meer vertrouwen is in de economie: Vanuit de markt merken wij dat klanten meer bereid zijn om vacatures te plaatsen en dat zij weer vertrouwen hebben in de economie. Op dit moment signaleren wij met name een toenemende vraag naar project engineers, process engineers, mechanical engineers, maintenance specialists E & I, maintenance engineers en piping engineers. bron: petrochem Nieuwe gasvondst Shell voor kust Maleisië. Shell heeft voor de kust van Maleisië andermaal een gasvondst gedaan. Dat maakte het olie- en gasconcern dinsdag bekend. Het gaat om gas dat is gevonden op 180 kilometer uit de kust in het zogenoemde Block SK318 waar Shell al actief is. De vondst is gedoopt tot Marjoram-1. Directeur Andy Brown, directeur upstream van Shell, beoordeelde de vondst als een tastbaar resultaat van de verkenning van het diepwater in Maleisië. Eerder dit jaar meldde Shell al een gasvondst 135 kilometer uit kust in hetzelfde gebied dat wordt ontgonnen. Het Nederlands- Britse oliebedrijf heeft een belang van 85 procent in Block SK318. Het resterende aandeel is van het Maleisische Petronas. (nuzakelijk) Ga voor het aanvragen van een WABO vergunning naar de WABO specialist WWW.OMGEVINGSVERGUNNING-AANVRAGEN.NL/ 11