Raad voor de rechtshandhaving JAARPLAN en BEGROTING 2016 1
Hoofdstuk 1. Jaarplan Onder verwijzing naar artikel 36 van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving legt de Raad het volgende jaarplan voor. 1.1 Onderzoeken De Raad zal in 2016 een totaal aantal van twintig onderzoeken verrichten. Daarvan zijn er twee onderzoeksthema s die in zes onderzoeken alle landen zullen worden uitgevoerd. De overige onderzoeken variëren qua onderwerp en zijn afhankelijk van de specifieke inspectiebehoeften in de landen. De volgende onderzoeken worden in alle landen uitgevoerd: 1. Kustwacht De Raad acht het wenselijk om een onderzoek te verrichten naar de organisatie van de Kustwacht. De Raad zal in dit onderzoek nagaan in hoeverre de activiteiten van de Kustwacht voldoen aan het beleid. De Raad zal zich daarbij beperken tot de activiteiten van de Kustwacht die vallen onder de justitiële samenwerking. 2. Review onderzoek Kwaliteit opsporingsproces Stand van zaken opvolging aanbevelingen in, en Caribisch Nederland. Medio 2013 heeft de Raad de inspectie naar het opsporingsproces afgerond en aangeboden aan de ministers van (Veiligheid en) Justitie. In 2016 verricht de Raad een vervolgonderzoek naar de implementatie van de aanbevelingen. Op deze wijze wil de Raad vaststellen of de kwaliteit van het opsporingsproces is verbeterd. Voor wat betreft zullen de volgende onderzoeken worden verricht: 3. Review onderzoek Reclassering De Raad heeft eerder inspecties verricht naar het functioneren van de reclassering op BES-eilanden. De Raad verricht onderzoek in hoeverre en met welk resultaat de aanbevelingen met betrekking tot de reclassering zijn opgevolgd. 4. Klachtenbehandeling binnen de keten Good governance vraagt van overheidsorganisaties dat klachten van burgers, bedrijven of instellingen op een correcte en transparante manier worden behandeld en afgedaan. De Raad verricht, binnen de reikwijdte van zijn bevoegdheden, onderzoek naar de wijze waarop de betrokken organisaties omgaan met klachten. 5. Toelatingsbeleid vreemdelingen De Raad verricht, vanuit het perspectief van de rechtshandhaving, een inspectie naar de uitvoering en handhaving van het vreemdelingenbeleid. 2
Voor zover relevant voor de rechtshandhaving richt de inspectie zich op de aspecten toelating, verblijf en uitzetting. 6. Politieonderwijs De Rijkswet politie bevat enkele bepalingen met betrekking tot het politie onderwijs. Deze bepalingen zijn verder uitgewerkt in de Onderlinge Regeling houdende kwaliteitseisen, opleidings- en trainingsvereisten van politie van, en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De betrokken ministers van Justitie hebben tevens de competentie gerichte eindtermen vastgesteld. De Raad verricht een inspectie naar de mate waarin en de wijze waarop het Korps Politie Caribisch Nederland invulling heeft gegeven aan de vigerende regelgeving. Voor wat betreft zullen de volgende onderzoeken worden verricht: 7. Politieonderwijs De Raad heeft in het verleden een onderzoek gedaan naar de organisatie van het politieonderwijs. Het betrof een algemeen beschrijvend onderzoek. Mede naar aanleiding van het eerste inspectieonderzoek van de Raad over het politieonderwijs, acht de Raad het wenselijk om na te gaan in hoeverre het huidige onderwijsaanbod aansluit op de onderwijsvraag. Hierbij zal de Raad het proces van de totstandkoming van het onderwijsprogramma in kaart brengen en zal de Raad eventueel aanbevelingen doen om dit proces te verbeteren. 8. Het Arrestatieteam Het is van wezenlijk belang dat Justitie kan rekenen op de inzetbaarheid van het arrestatieteam dat aan de internationale normen voldoet. Met dit onderzoek wenst de Raad na te gaan in hoeverre het arrestatieteam voldoet aan de gestelde normen en welke garanties zijn ingebouwd om de kwaliteit van het arrestatieteam te waarborgen. Daarbij wordt gekeken naar opleiding, uitrusting, personeelsbeleid en organisatie. 9. De Justitiële informatiepositie De bestrijding van criminaliteit is afhankelijk van de informatiepositie van Justitie. Mede op grond van eerdere onderzoeken constateerde de Raad dat er doublures en leemtes bestaan in de processen over de informatievoorziening. De Raad acht het daarom van belang om deze processen te beschrijven en de doublures en leemtes aan te duiden. Voorzover nodig zal de Raad aanbevelingen doen ter verbetering van de processen. 10. Review onderzoek Jeugdreclassering 3
In 2012 heeft de Raad een inspectie naar de Jeugdreclassering op verricht. In 2016 verricht de Raad een onderzoek naar het uitvoeren van de aanbevelingen. 11. Review onderzoek Slachtofferhulp In 2012 heeft de Raad een inspectie naar het naar het bestaan de opzet en de werking van slachtofferhulp op verricht. In 2016 verricht de Raad een vervolgonderzoek naar het uitvoeren van de aanbevelingen. Voor wat betreft zullen de volgende onderzoeken worden verricht: 12. Nulmeting Miss Lalie Center In december 2014 opende het Miss Lalie Center (MLC) haar deuren. In deze gesloten instelling worden jongens tussen de 12 en 18 jaar op zowel strafrechtelijke titel als op civielrechtelijke titel voor een door de rechter bepaalde periode en volgens een bepaalde methodiek gerehabiliteerd zodat zij bij vrijlating beter in staat zijn te functioneren in de samenleving. De Raad acht het raadzaam om een nulmeting als doorlichtingsonderzoek te verrichten bij het MLC. 13. Handhaving prostitutiebeleid heeft zich internationaal verbonden aan het voorkomen en de bestrijding van mensenhandel en mensensmokkel. Daartoe is binnen het Koninkrijk een aantal Memoranda of Understanding aangegaan, waarin zich vastlegt om inspanningen te verrichten op het gebied van mensenhandel en -smokkel, zoals gericht controleren op signalen van mensenhandel en mensensmokkel, zowel in het grensbewakings- en toelatingsproces als in de kwetsbare sectoren, zoals prostitutie. Gegeven de aanwezigheid van meerdere bordelen op en het risico van uitbuiting in de prostitutie, acht de Raad het raadzaam een onderzoek te verrichten naar het prostitutiebeleid en de handhaving daarvan. 14. Bewaken en beveiligen van personen en objecten In 2014 heeft de Raad de bewaking en beveiliging van gezagsdragers onder de loep genomen en aanbevelingen gedaan ter verbetering. De beveiligingstaak strekt zich echter niet alleen uit tot gezagsdragers. Er is ook behoefte aan beveiliging van personen en objecten in verband met ernstige bedreigingen. De rechtshandhaving is kwetsbaar indien bijvoorbeeld getuigen geen verklaringen durven of kunnen afleggen 4
omdat zij of hun familie wordt bedreigd. Ook in de relationele sfeer kan beveiliging van personen of objecten noodzakelijk zijn om de veiligheid en lichamelijke integriteit te waarborgen. Om die reden acht de Raad het raadzaam om een onderzoek te doen naar dit thema. 15. Review onderzoek Slachtofferhulp In 2012 heeft de Raad een inspectie naar het naar het bestaan de opzet en de werking van slachtofferhulp op verricht. In 2016 verricht de Raad een vervolgonderzoek naar het uitvoeren van de aanbevelingen. 16. Review onderzoek Volwassenreclassering In 2012 heeft de Raad een inspectie naar het naar het bestaan de opzet en de werking van slachtofferhulp op verricht. In 2016 verricht de Raad een vervolgonderzoek naar het uitvoeren van de aanbevelingen. 1.2 Gewijzigde omstandigheden Als gevolg van onvoorziene of gewijzigde omstandigheden is bij de uitvoering van de onderzoeken voornoemd niet uitgesloten dat deze tegen het licht van de dan geldende relevantie in een later stadium worden verricht. In het geval een dergelijke omstandigheid zich voordoet, zal de Raad zich richten tot de Minister van (Veiligheid en) Justitie van het betreffende land. 1.3 Monitoring aanbevelingen De Raad heeft de afgelopen jaren een aantal inspecties uitgevoerd naar de kwaliteit van (onderdelen) van de taakuitvoering door de organisaties binnen de justitiële keten. De rapportages bevatten een groot aantal bevindingen, conclusies en aanbevelingen. Hiermee heeft de Raad beoogd een bijdrage te leveren aan de verbetering van de kwaliteit van de taakuitvoering. Het is evident dat de betrokken organisaties niet alle aanbevelingen hebben kunnen implementeren. De Raad zal komend jaar inventariseren wat de stand van zaken is met betrekking tot de eerder gedane aanbevelingen. De resultaten van deze inventarisatie kunnen aanleiding vormen om een review onderzoek te verrichten dan wel de betrokken minister te informeren over deze resultaten. 1.4 Bevordering van deskundigheid De Raad werkt systematisch aan de verdere verbetering van de kwaliteit. De Raad hanteert als uitgangspunt dat de interne deskundigheid constant wordt bevorderd, waar nodig met multidisciplinaire deskundigheid. In 2016 versterkt de Raad de kwaliteit en deskundigheid door het verdere inrichten van de organisatie alsmede het invullen van specialisaties en kennis binnen de secretariaten. Voor het komend 5
jaar en daarna zal dat in elk geval geschieden middels het inrichten van een kennisbank en het ontwikkelen van organisatie-deskundigheid. 1.5 Staat van de rechtshandhaving De Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving schrijft voor dat de Raad jaarlijks in ieder land een Staat van de rechtshandhaving uitbrengt naar aanleiding van zijn werkzaamheden over het voorgaande jaar. De Raad beoogt met deze Staat inspectie-overstijgende bevindingen onder de aandacht van de betrokken minister en het vertegenwoordigend orgaan te brengen. 6
Hoofdstuk 2. Begroting 2.1 Algemeen en uitgangspunten De Rijkswet Raad voor rechtshandhaving regelt de instelling, taken en bevoegdheden van de Raad voor de rechtshandhaving van, van Sint Maarten en van (Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving). Hoofdstuk 6 regelt de bekostiging en het beheer van de Raad. Artikel 35: 1. De kosten van de Raad worden vergoed uit een door de landen beschikbaar te stellen bijdrage, 2. Onze Ministers bepalen de omvang van de in totaal aan de Raad te vergoeden kosten, 3. Elke van de landen draagt de kosten die het secretariaat specifiek voor inspectie en advies in het betrokken land maakt, 4. Onze Ministers verdelen de kosten voor algemene ondersteuning van de Raad. Met onze Ministers wordt bedoeld de Ministers van Justitie van, van en de Minister van Veiligheid & Justitie van Nederland. Deze begroting betreft de begroting van de Raad voor de rechtshandhaving van de drie entiteiten, en de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). 2.2 Organisatieschema Raad 3 leden (,, Nederland) Secretariaat Secretaris tevens hoofdinspecteur Secretariaat Sint Maarten Secretaris tevens hoofdinspecteur Secretariaat Bonaire, Sint Eustatius en Saba Secretaris tevens hoofdinspecteur Inspecteurs (2) Inspecteurs (2) Bureaucoordinator Bureaucoordinator (0,5) Bureaucoordinator (1,5) Bureau-assistent Bureau-assistent 7
2.3 Staat van begrote baten en lasten 2016 De begrote baten en lasten over de jaren 2016 zijn in onderstaande tabel samengevat: 2.4 Toelichting Toelichting bij begrote baten 2.4.1 Baten De begrote financieringsbijdragen zijn in overeenstemming met de behoefte van de Raad ter realisatie van de voorgenomen doelstellingen. De baten zijn als volgt begroot op basis van de uitgaven per land voor 2016: Financieringsbijdragen 1,465,276 1,235,354 8
767,204 Totaal van de financieringsbijdragen 3,467,834 De financieringsbijdrage is in overeenstemming met de behoefte van de Raad ter realisatie van de voorgenomen doelstellingen. De begroting van de financieringsbijdrage is gebaseerd op het totaal aan te verwachten kosten die begroot zijn voor het jaar 2016. In de begroting staan structurele, gespreide en incidentele uitgaven. De kosten hangen tevens samen met de spreiding van (te verwachten) uitgaven zoals in de meerjarenbegroting weergegeven. De Raad voor de rechtshandhaving ontvangt ten behoeve van de taakuitvoering op de BES-eilanden vanaf 2011 jaarlijks een bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De realisatiecijfers van de afgelopen jaren (2012 t/m 2015) tonen aan dat de jaarlijkse bijdrage dekkend is voor de uitgaven. Momenteel is er geen besluitvorming voorzienbaar die invloed heeft op de taken, de werkwijze en de organisatie van de Raad, zoals nu is vastgelegd in de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving. Mochten besluiten, bij voorbeeld als gevolg van de evaluatie van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving, van invloed zijn op de taken, de werkwijze en de organisatie van de Raad, dan kan dat gevolgen hebben voor de feitelijke begroting van de jaren waarop deze besluiten betrekking hebben. Vooralsnog kan de Raad voor zijn taken ten aanzien van de BES-eilanden volstaan met de huidige bijdrage van Nederland. Toelichting bij de begrote operationele kosten 2.4.2 Personeelskosten en vergoedingen De totale personeelskosten en vergoedingen voor 2016 worden begroot op: Personeelskosten en vergoedingen 1,054,503 654,283 169,933 Totaal van personeelskosten en vergoedingen 1,878,719 9
Met betrekking tot de personeelskosten en vergoedingen is rekening gehouden met de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van de primaire en de secundaire arbeidsvoorwaarden. De verwachte ontwikkelingen zullen leiden tot een toename van de personeelskosten. De begroting van 2016 laat voor wat betreft personeelskosten een daling zien ten opzichte van 2015. Voor het reeds in 2015 aanwezige personeel is voor 2016 rekening gehouden met de arbeidsvoorwaarden en toekenning van een loontrede. Deze post bevat de begrote uitgaven voor het Nederlandse Raadslid en het salaris en premies van de bureaucoördinator. Daarnaast is de post bestemd voor de personeelskosten die gemoeid zijn met (incidentele) inhuur van externe deskundigen. Vanaf september 2014 is bij het secretariaat BES een bureaucoördinator aangesteld waarop voor de Raad de verplichting rust deze deel te laten nemen aan het Pensioenfonds Caribisch Nederland. Deze verplichting was er in voorgaande jaren niet aangezien de toen werkzame bureaucoördinator in verband met zijn leeftijd bij aanvang van zijn dienstverband hieraan niet kon deelnemen. Het begrote budget van de post Personeelskosten en vergoedingen biedt voldoende ruimte om deze premie te voldoen. Ondanks deze (lichte) stijging van de kosten ten laste van deze post kan deze post ongewijzigd worden overgenomen voor de begroting van 2016. 2.4.3 Onderzoekskosten De totale onderzoekskosten voor 2016 worden begroot op: Onderzoekskosten Totaal van onderzoekskosten 50,000 144,398 419,139 613,537 De onderzoekskosten hebben betrekking op de kosten voor het inhuren van externe deskundigen. De post onderzoekskosten blijft vrijwel gelijk, met dien verstande dat wel rekening wordt gehouden met mogelijke prijsstijging. Bij de uitvoering van de inspectiewerkzaamheden zal de Raad voor een deel een beroep doen op externe deskundigen omdat de vereiste expertise binnen de secretariaten niet in alle gevallen voorhanden is. Deze deskundigen kunnen vrije 10
beroepsbeoefenaars zijn dan wel werkzaam zijn bij andere inspectieorganisaties. Die deskundigheid zal moeten bestaan uit zowel vertrouwdheid met inspectiemethoden en -technieken en onderzoeksvaardigheden als kennis van de culturele en sociaaleconomische aspecten van de te inspecteren organisaties en instellingen. In 2016 zal secretariaat bij de voorbereidingen op het doorlichtingsonderzoek in ruime mate afhankelijk zijn van de inzet van externe deskundigen. Gelet op de kosten die daaraan verbonden zijn is het budget voor 2016 bepaald. De begrote uitgaven hebben betrekking op de overeengekomen vergoeding aan de Inspectie Veiligheid en Justitie voor de inzet van de secretaris-hoofdinspecteur en de inspecteurs, die conform de Rijkswet de inspecties op de BES-eilanden onder verantwoordelijkheid van de Raad uitvoeren. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat er op de BES-eilanden gemiddeld zes inspecties bij de betrokken organisaties worden uitgevoerd. Dit aantal inspecties ligt ten grondslag aan de hoogte van de vergoeding aan de Inspectie Veiligheid en Justitie. Met het oog op de ontwikkeling van de betrokken organisaties en de werkdruk acht de Raad een keuze voor maximaal zes inspecties per jaar, rekening houdend met de bestuurlijke en administratieve lasten die het toezicht met zich mee brengt, verantwoord. 2.4.4 Huisvestingskosten De totale huisvestingskosten voor 2016 worden begroot op: Huisvesting Totaal van huisvestingskosten 75,000 68,101 40,000 183,101 De huurprijs blijft tot eind 2017 ongewijzigd. De post huisvestingskosten toont een daling ten opzichte van 2015. Dit hangt grotendeels samen met ICT-maatregelen. De maandelijkse huur van het kantoorgebouw bedraagt USD 1.900, het contract loopt tot 31 juli 2017. Verder bestaan de huisvestingskosten uit water, energie, alarm en een kleine post voor overige kosten. In de begroting voor huisvesting zijn alle kosten opgenomen die verband houden met het operationeel houden van het kantoor, zoals huur, water en elektra, klein onderhoud, uitbesteden schoonmaak, en beveiliging. Voorzienbare verhogingen van deze post kunnen binnen de totale begroting worden opgevangen. 11
2.4.5 Reis- en verblijfskosten De totale reis- en verblijfskosten voor 2016 worden begroot op: Reis- en verblijfskosten Totaal van reis- en verblijfskosten 65,000 119,312 86,132 270,444 De reis- en verblijfskosten blijven vrijwel gelijk. Deze post voorziet in de reis- en verblijfskosten voor het Raadslid en het personeel voor vergaderingen en reizen in verband met onderzoeken. Voor de vergoeding van de reis- en verblijfskosten van de inspecteurs in verband met ( de voorbereiding van) inspectieonderzoeken en in verband met raadsvergaderingen, is een bedrag van NAF 119,312 gereserveerd. Rekening is gehouden met intensivering samenwerking secretariaten. Ten laste van deze post komen de reiskostenvergoeding van het Nederlandse Raadslid en de kosten voor reis- en verblijf van de secretaris-hoofdinspecteur en de Nederlandse inspectieteams. Deze post zal in 2016 gelijk worden belast als in 2015. 2.4.6 Diensten van derden De totale kosten voor diensten van derden voor 2016 worden begroot op: Diensten van derden Totaal van diensten van derden 50,000 37,551 10,000 97,551 Deze post heeft betrekking op het inhuren van financieel-administratieve bijstand, kosten voor het opstellen van de jaarrekening en externe accountantscontrole. Deze kostenpost blijft ook vrijwel gelijk. 12
De post diensten van derden van is een bedrag van NAF 37,551 gereserveerd. Rekening is gehouden met de mogelijke prijsstijgingen. Deze post is bestemd voor het inhuren van financieel-administratieve bijstand. De dependance maakt voor het opstellen van de payroll maakt gebruik van financiële expertise van derden. De overige financiële administratie wordt door het secretariaat zelf verzorgd, waardoor hiervoor geen externe deskundigheid hoeft te worden ingeschakeld. Onder deze post vallen ook de kosten voor het opstellen van de jaarrekening en de externe accountantscontrole. Verder zijn hieronder opgenomen de kosten van de vertaler, omdat de dependance vanwege de tweetaligheid van het land ervoor heeft gekozen de Nederlandse samenvatting van de inspectierapporten in het Engels te laten vertalen. De vertaler verzorgt tevens de vertaling en opmaak van persberichten die de aanbieding van de inspectierapporten aan de minister van Justitie begeleiden. De begrote uitgaven hebben met name betrekking op de uitgaven die de Raad jaarlijks maakt in het kader van de controle van de jaarrekening en de goedkeurende verklaring door een externe accountant. 2.4.7 Ontwikkelingskosten en deskundigen De totale kosten voor ontwikkeling en deskundigen voor 2016 begroot op: Ontwikkeling en deskundigen 35,000 39,449 4,000 Totaal van ontwikkeling en deskundigen 78,449 Voor de verdere ontwikkeling van de organisatie is het van wezenlijk belang om te blijven investeren in de ontwikkeling en de deskundigheid van het personeel van de Raad. Vanwege het ruime inspectiegebied van de Raad is het noodzakelijk dat het personeel steeds op de hoogte blijft van de ontwikkelingen. Deze post blijft ongewijzigd. Net zoals in 2015 zal het personeel van de dependance in het kader van de permanente deskundigheidsbevordering in 2016 specifieke trainingen volgen die een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de Raad. Deze begrote uitgaven blijven ongewijzigd. Het betreft hier een stelpost voor de opleiding en cursussen ten behoeve van het personeel van de vestiging Bonaire. 13
2.4.8 Bureaukosten De totale bureaukosten voor 2016 worden begroot op: Bureaukosten Totaal van bureaukosten 27,000 28,698 16,000 71,698 Deze post heeft betrekking op de kosten voor de bedrijfsvoering van de Raad. Deze post blijft nagenoeg gelijk. Deze post is gedaald t.o.v. het jaar 2015 omdat het contract met Antek is gestopt. In dit jaar zal de Raad werken met Google Cloud Platform. De begrote uitgaven hebben betrekking op de kosten die worden gemaakt ten behoeve van de bedrijfsvoering. De uitgaven op dit artikel zijn de afgelopen jaren stabiel. Het is niet te verwachten dat deze kosten voor 2016 en volgende jaren een ander beeld zullen laten zien. 2.4.9 Publicatie en voorlichting De kosten voor publicatie en voorlichting voor 2016 worden begroot op: Publicaties en voorlichting 24,000 24,458 2,000 Totaal van publicaties en voorlichting 50,458 Inspectieonderzoeken vervullen naast een bestuurlijke- tevens een maatschappelijke functie. In verband hiermee is het noodzakelijk dat de Raad blijft investeren in de voorlichting. Bovendien is de Raad wettelijk verplicht om de inspectierapporten te publiceren. Ook deze kosten zijn ongewijzigd waarbij rekening is gehouden met inflatie. 14
Voor publicatie & voorlichting is voor 2016 uitgegaan van een bedrag van NAF 24,458. Dit betreft de kosten van het drukken van de inspectierapporten en het vernieuwen van de website van de Raad. De begrote uitgaven voor publicaties en voorlichting blijven ongewijzigd. 2.4.10 Autokosten Autokosten worden voor 2016 begroot op: Autokosten Totaal van autokosten 7,500 2,472 3,000 12,972 De begrote uitgaven hebben betrekking op vergoedingen voor het gebruik van privé voertuigen ten behoeve van de inspectiewerkzaamheden. In vergelijking met het jaarplan van 2015 is hierbij uitgegaan van een stelpost van NAF 50,- voor autovergoeding voor de secretaris, 2 inspecteurs en office manager per maand op declaratiebasis in verband met aanwending van privé auto voor werkzaamheden. De begrote uitgaven hebben betrekking op eventuele vergoedingen voor het gebruik van privé-voertuigen ten behoeve van de taakuitoefening. 2.4.11 Representatie en vergaderingen De kosten voor representatie en vergaderingen worden voor 2016 begroot op: Representatie en vergaderingen 5,000 3,090 5,000 Totaal van representatie en vergaderingen 13,090 15
Deze post is gebaseerd op ervaringscijfers, waarbij tevens rekening wordt gehouden met inflatie en voorgenomen beleid. Deze post heeft betrekking op kosten voor (raads-)vergaderingen te en voor de overige representatiekosten. Aan de hand van de uitgaven over 2013 is deze post voor 2014 verhoogd en bleek dit voldoende te zijn in 2014 en 2015 om de kosten ten laste van deze post te dekken. Voor 2016 en volgende jaren worden er geen hogere kosten verwacht. 2.4.12 Verzekeringen De kosten voor verzekeringen worden in 2016 begroot op: Verzekeringen Totaal van verzekeringen 6,050 5,085 2,000 13,135 Deze post vertoont een lichte stijging als gevolg van inflatie. De verzekeringspremie tegen brand, inbraak en aansprakelijkheid personen bedraagt NAF 5,085 per jaar. Er is rekening gehouden met de verhoging van de premie. De begrote uitgaven zijn gebaseerd op de realisatiecijfers van de afgelopen jaren en de lopende contracten. Eventuele premieverhogingen kunnen binnen de begroting worden opgevangen. 2.4.13 Onvoorzien en overig De kosten voor onvoorzien worden voor 2016 begroot op: Onvoorzien 46,223 91,508 16
Totaal van Onvoorzien en overig - 137,731 De Raad streeft ernaar om de verwachte uitgaven zoveel mogelijk per specifieke begrotingspost op te nemen en verwacht op basis van ervaringscijfers dat deze post kan worden beperkt tot een percentage van 3.15 % van de totale begroting. Er is een algemene kosten voorziening getroffen van 8% over de totale begrote kosten van het jaar 2016. De hoogte van deze post is normaal gesproken 10%. Er zijn geen bedragen begroot. 17
2.4.14 Toelichting bij de begrote kapitaallasten Kapitaallasten Totaal van kapitaallasten 20,000 16,950 10,000 46,950 Ten laste van de post zullen er investeringen worden gedaan in de ICTinfrastructuur. Een optimale ICT-infrastructuur is noodzakelijk voor het functioneren van de Raad. De Raad verwacht dan ook dat in de komende jaren daarin moet blijven investeren. Het beleid van de Raad is om de ICT zoveel mogelijk te optimaliseren. Hiermee wordt ook voorkomen dat op termijn aanzienlijke investeringen moeten worden gedaan in de ICT-infrastructuur. Voorzover meubilair moet worden aangeschaft, zal dat ook ten laste komen van deze post. Ten behoeve van de nieuwe ICT infrastructuur is een voorziening getroffen voor de aanschaf van hardware en bijbehorende licenties voor online serverplatform, in plaats van de aanschaf van een vaste server. Deze investering leidt tot een afname van kosten in de meerjarenbegroting. Daarnaast worden er enige investeringen gedaan in de kantoor- en vergader faciliteiten. Gegeven de geringe omvang van de gedane investeringen is de afgelopen jaren geen voorziening voor vervanging getroffen. De aanwezige inventaris en kantoorapparatuur is nu vijf jaar in gebruik. Dan is vervanging in de komende jaren voorzienbaar en wordt vanaf 2016 jaarlijks een bedrag in de begroting opgenomen. 18