STADSBESTUUR BLANKENBERGE ACTIVERINGSHEFFING OP NIET BEBOUWDE PERCELEN GELEGEN IN NIET-VERVALLEN VERKAVELINGEN ALSOOK OP NIET BEBOUWDE GRONDEN GELEGEN IN EEN WOONGEBIED Datum vaststeing gemeenteraad: 16 december 2014 Gedig vanaf: Aansagjaar 2015 Bekendmaking via website: 22 december 2014 Artike 1 Definities Voor de toepassing van dit regement wordt verstaan onder: 1 Bouwgronden: gronden, met uitsuiting van kaves, die paen aan een vodoende uitgeruste weg in de zin van artike 4.3.5 VCRO en geegen zijn in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor in aanmerking komt bijkens een principiëe besissing of op grond van artike 5.6.6 VCRO; 2 Kaves: de in een verkaveingsvergunning van een niet vervaen verkaveing afgebakende perceen; 3 Onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde perceen, gested bij en krachtens artike 5.6.1 VCRO; Een kave of bouwgrond wordt as bebouwd aanzien wanneer de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aansagjaar., overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning. 4 Register van onbebouwde perceen: het register, vermed in artike 5.6.1 VCRO; 5 Sociae woonorganisatie: een organisatie, vermed in artike 2, 1, eerste id, 26 Vaamse Wooncode; 6 vodoende uitgeruste weg: een weg voorzien van een duurzame verharding, water- en eektriciteitsbedeing; Artike 2 Beastingpichtige 1. De beasting, ook genoemd activeringsheffing, bezwaart het eigendom en is verschudigd door de persoon die op 1 januari van het aansagjaar eigenaar is. 2. In geva van vruchtgebruik, recht van opsta of recht van erfpacht is de beasting, ook genoemd activeringsheffing, verschudigd door de vruchtgebruiker, erfpachthouder of de opstahouder. De eigenaar is hoofdeijk aansprakeijk voor de betaing van de beasting. In geva van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar beastingpichtig voor zijn wetteijk dee. 3. In geva van eigendomsoverdracht is de nieuwe eigenaar de beasting verschudigd met ingang van 1 januari vogend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom toekent. As datum van authentieke akte wordt genomen de datum van het verijden van de akte voor de notaris. Er za geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesoten overeenkomst. 4 De nieuwe eigenaar is verpicht aangifte te doen van de eigendomsoverdracht vóór 1 januari van het jaar vogend op de eigendomsoverdracht, en dit met opgave van de datum van de akte en de nauwkeurige aanduiding van de identiteit van de vorige eigenaar en van het betrokken percee. Artike 3 Tarieven
Paragraaf 1 Het bedrag van de beasting, ook genoemd activeringsheffing, is differentiee en wordt vastgested vogens de aard der en vogens het aanta bouwagen zoas opgenomen in onderstaande tabe: Aansagjaar 2015 kasse aansag per A. Perceen bestemd voor osse 58,00 580,00 B. perceen bestemd voor a) t.e.m. 2 bouwagen 58,00 580,00 b) t.e.m. 3 bouwagen 80,00 580,00 c) t.e.m. 4 bouwagen 10700 580,00 d) t.e.m. 5 bouwagen 129,00 580,00 e) t.e.m. 6 bouwagen 152,00 580,00 f) t.e.m. 7 bouwagen 169,00 580,00 e) meer dan 7 bouwagen 191,00 580,00 Aansagjaar 2016 kasse aansag per A. Perceen bestemd voor osse 60,00 600,00 B. perceen bestemd voor a) t.e.m. 2 bouwagen 60,00 600,00 b) t.e.m. 3 bouwagen 82,00 600,00 c) t.e.m. 4 bouwagen 110,00 600,00 d) t.e.m. 5 bouwagen 133,00 600,00 e) t.e.m. 6 bouwagen 157,00 600,00 f) t.e.m. 7 bouwagen 174,00 600,00 e) meer dan 7 bouwagen 197,00 600,00 Aansagjaar 2017 kasse aansag per A. Perceen bestemd voor osse 62,00 620,00 B. perceen bestemd voor a) t.e.m. 2 bouwagen 62,00 620,00 b) t.e.m. 3 bouwagen 84,00 620,00 c) t.e.m. 4 bouwagen 113,00 620,00 d) t.e.m. 5 bouwagen 137,00 620,00 e) t.e.m. 6 bouwagen 161,00 620,00 f) t.e.m. 7 bouwagen 179,00 620,00 e) meer dan 7 bouwagen 203,00 620,00 Aansagjaar 2018
kasse aansag per A. Perceen bestemd voor osse 64,00 640,00 B. perceen bestemd voor a) t.e.m. 2 bouwagen 64,00 640,00 b) t.e.m. 3 bouwagen 87,00 640,00 c) t.e.m. 4 bouwagen 116,00 640,00 d) t.e.m. 5 bouwagen 141,00 640,00 e) t.e.m. 6 bouwagen 166,00 640,00 f) t.e.m. 7 bouwagen 184,00 640,00 e) meer dan 7 bouwagen 209,00 640,00 Aansagjaar 2019 kasse aansag per A. Perceen bestemd voor osse 66,00 660,00 B. perceen bestemd voor a) t.e.m. 2 bouwagen 66,00 660,00 b) t.e.m. 3 bouwagen 90,00 660,00 c) t.e.m. 4 bouwagen 119,00 660,00 d) t.e.m. 5 bouwagen 145,00 660,00 e) t.e.m. 6 bouwagen 171,00 660,00 f) t.e.m. 7 bouwagen 190,00 660,00 e) meer dan 7 bouwagen 215,00 660,00 Paragraaf 2 De beastbare engte wordt steeds in voe meter uitgedrukt. Ek gedeete van een meter wordt verwaaroosd. Paragraaf 3 Indien een percee paat aan twee of meer straten za de grootste perceeengte angsheen één van die straten as berekeningsgrondsag in aanmerking komen. Indien het een hoekpercee betreft, wordt sechts de heft van de totae geveengte in aanmerking genomen. Onder hoekpercee wordt verstaan, het percee waarvan de hoek, gevormd door het snijpunt der rooiijnen, minder dan 135 graden bedraagt. Artike 4 Vrijsteingen Paragraaf 1 Enke de vrijsteingen en ontheffingen opgenomen in dit artike zijn van toepassing in de gemeente. Paragraaf 2 Van de activeringsheffing zijn vrijgested: 1 De eigenaars van één enkee onbebouwde bouwgrond in woongebied of van één onbebouwde kave, bij uitsuiting van enig ander onroerend goed geegen in Begië of het buitenand. Het in eigendom bezitten van een ander onroerend goed (zowe bebouwd as onbebouwd) vostaat om het voordee van de vrijsteing te veriezen; Deze vrijsteing gedt aeen maar gedurende de vijf kaenderjaren die vogen op de verwerving van het goed. De genoemde eigenaar dient om in aanmerking te komen voor de vrijsteing, een attest af te everen, afgeeverd door het Kantoor der Registratie van zijn woongebied, waarin bevestigd wordt dat hij voor het aatste aansagjaar enke eigenaar is van één enke onbebouwd percee, bij uitsuiting van enig
ander onroerend goed geegen in Begië of in het buitenand. Deze vrijsteing vervat met ingang van 1 januari vogend op de verwerving van een tweede onroerend goed; 2 De sociae woonorganisaties; 3 Bouwheren en verkaveaars, in zoverre zij overeenkomstig artike 4.1.20, 1 DGPB, een sociae ast uitvoeren in natura, en op voorwaarde dat de deeattesten nummer 1, 2 en 3, vermed in artike 4.1.20, 3 tot en met 5 DGPB worden verkregen; 4 Door de overheid erkende jeugd- en sportverenigingen. 5 De ouders met kinderen ten aste, beperkt tot één onbebouwd percee per kind ten aste. Indien er meer perceen beastbaar zijn dan er voor vrijsteingen in aanmerking komen wordt de vrijsteing toegepast voor het grootste percee of de grootste perceen. As kind ten aste wordt beschouwd ek kind dat op 1 januari van het aansagjaar dee uitmaakt van het gezin en dat in het tweede jaar voorafgaand aan het aansagjaar géén bestaansmiddeen heeft gehad die meer bedragen dan het bedrag bepaad in art. 136 W.I.B. e.v. geïndexeerd overeenkomstig art. 178 W.I.B. Deze vrijsteing gedt aeen maar gedurende de vijf kaenderjaren die vogen op de verwerving van het goed. 6 Indien sommige mede-eigenaars, krachtens de bovenstaande bepaingen zijn vrijgested, wordt de beasting onder de overige mede-eigenaars, in verhouding tot hun dee in het percee, verrekend. Paragraaf 3 De activeringsheffing wordt niet gegeven op bouwgronden en kaves die tijdens het aansagjaar niet voor kunnen worden bestemd: 1 As gevog van hun inrichting as coectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden; 2 As gevog van de Pachtwet van 4 november 1969, waarbij het bewijs van de pacht door ae middeen rechtens mag worden geeverd; 3 As gevog van hun werkeijke en voedige aanwending voor and- of tuinbouw, gedurende het hee jaar; 4 As gevog van een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogeijk maakt; 5 As gevog van een vreemde oorzaak die de beastingpichtige niet kan worden toegerekend, zoas de beperkte omvang, of hun igging, vorm of fysieke toestand; Paragraaf 4 Een vrijsteing wordt vereend aan de houders van een in aatste administratieve aaneg vereende verkaveingsvergunning, gedurende 5 jaren, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat vogt op de afgifte van de vergunning in aatste administratieve aaneg, respectieveijk, wanneer de verkaveing werken omvat, vanaf 1 januari van het jaar dat vogt op het jaar van afgifte van het attest, vermed in artike 4.2.16, 2 VCRO, desgevaend voor die fase van de verkaveingsvergunning waarvoor het attest vereend wordt. De vrijsteingsperiode kan verengd worden tot de contractuee bouwtermijnen: wanneer de stedenbouwkundige en/of verkaveingsvergunning perceen betreft die door of in samenwerking met de Stad verkocht werden voor grootschaige projecten, waarbij in de afgesoten verkoopsovereenkomst de toegestane uitvoeringstermijnen anger dan vijf jaar is; op gronden die het voorwerp uitmaken van een pubiek-privaat stadsontwikkeingsproject, gegund na een aanbestedingsprocedure en berustend op een door de gemeenteraad goedgekeurd gunningscontract, wanneer de uitvoeringstermijn anger dan vijf jaar is. Paragraaf 5 De activeringsheffing wordt niet geheven op perceen die vodoen aan de vogende dubbee voorwaarden: Ze behoren toe aan de dezefde eigenaar van deze van de aanpaende bebouwde bouwgrond of kave en werden samengevoegd tot één kadastraa percee; Ze vormen met die bebouwde bouwgrond of kave één ononderbroken ruimteijk gehee. Deze vrijsteing gedt sechts voor een straatbreedte van ten hoogste 30 m. Artike 5 Bebouwd Een grond of kave wordt niet meer as onbebouwd beschouwd wanneer op 1 januari van het aansagjaar een gebouw over de gehee oppervakte tot boven het maaived is opgericht overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning en de afwerking in de oop van dat beastingjaar een normaa veroop
kent, zonder de noodzaak dat dit gebouw tijdens dat beastingjaar voedig is afgewerkt. Artike 6 Vaststeingen De beastbare eementen worden vastgested door het Stadsbestuur. De beastingschudigen of hun vertegenwoordigers moeten te aen tijde op verzoek van de met de controe beaste persoon van het Stadsbestuur de nodige inichtingen verstrekken. Artike 7 Inkohiering en betaing De beasting wordt ingevorderd bij midde van een kohier dat vastgested en uitvoerbaar verkaard wordt door het Coege van Burgemeester en Schepenen. De beasting moet betaad zijn binnen twee maanden na de verzending van het aansagbijet. Artike 8 Wetteijke bepaingen Zonder afbreuk te doen aan de bepaingen van het decreet van 30 mei 2008 gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012 betreffende de vestiging, de invordering en de geschienbesechting van de provincie- en gemeentebeastingen, zijn de bepaingen van tite VII (vestiging en invordering van de beastingen), hoofdstukken 1 (agemene bepaingen), 3 (onderzoek en controe), 4 (bewijsmiddeen van de administratie), 6 (aansagtermijnen), 7 tot en met 9bis (rechtsmiddeen, invordering van de beasting waaronder de naatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepaingen) van het Wetboek van de inkomstenbeastingen en de artikeen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesuit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervogingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de beastingen op de inkomsten betreffen. Artike 9 Bezwaarprocedure De beastingschudige kan een bezwaar indienen tegen deze beasting bij het Coege van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaarschrift moet met redenen omkeed zijn en schrifteijk worden ingediend. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verva, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de derde werkdag vogend op de datum van verzending van het aansagbijet of vanaf de kennisgeving van de aansag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven.