Verantwoording bij de Lijst van toegestane instrumenten voor de verwijzing naar LWOO/PrO voor het schooljaar 2015-2016



Vergelijkbare documenten
Verantwoording bij de Lijst van toegestane instrumenten voor de verwijzing naar LWOO/PrO voor het schooljaar

De Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO en PrO schooljaar wordt ingetrokken.

Voorlichting. Bestemd voor: 2. Vaststelling lijst van te gebruiken instrumenten Inleiding

BOVO Starterscursus po. Testen en toetsen deel 1 Op weg

Bijlage bij artikel 1 van de Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO en PrO schooljaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Procedure aanvraag Lwoo/PrO. Voor leerlingen met een aanvullende ondersteuningsbehoefte in het reguliere voortgezet onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Voorgezet onderwijs vo Officiële publicatie zie de Staatscourant van 28 september 2007, nummer 188

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 15d, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit WVO;

Tips vanuit het secretariaat lwoo/pro:

Analyses RVC VO database Certificeringscommissie tot en met

De zorgleerling in beeld

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 15d, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit WVO;

Lijst toegestane instrumenten Criterium Intelligentie Naam Test Bereik Opmerkingen LWOO Categorie

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Praktijkonderwijs (PrO) Wat zijn de criteria voor Praktijkonderwijs en Leerwegondersteunend onderwijs?

Inhoudsopgave... 2 Belangrijke aandachtspunten:... 3 Handleiding aanmelding LWOO en PrO - cursusjaar Vóór de aanmelding...

De zorgleerling in beeld (ZIB)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

LWOO / PrO-show. Voorlichting over LWOO-PrO Schooljaar

De zorgleerling in beeld (ZIB)

VOORLICHTINGSBIJEENKOMST LWOO/PRO 6 april 2016 & 13 april 2016 Dhr. drs. L. Schipperheijn

Deze test moet in januari tot en met mei van groep 8 worden afgenomen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 15d, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit WVO;

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Toelichting. 1. Algemeen. Besluit. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 1

Procedure advies en aanmelding september Samenwerken aan Passend Onderwijs voor elke leerling

Verantwoording bij de Lijst van toegestane instrumenten voor de verwijzing naar LWOO/PrO voor het schooljaar

Analyses RVC-VO database Certificeringscommissie tot

Toelatingsprocedure PO en VO Velsen

Stap 3: Voortgezet onderwijs meldt de leerlingen uiterlijk vrijdag 7 april 2017 aan bij Fultura voor NIO-onderzoek.

INFORMATIEBIJEENKOMST LWOO PRO. Contactpersonen lwoo en pro van scholen in de regio Helmond-Peelland

Stappenplan schoolverlaters (welke kinderen komen in aanmerking voor de NIO?) afname laatste week september, eerste week oktober 2012

Regeling lijst van te gebruiken instrumenten bij indicatiestelling voor leerwegondersteunend. onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs

AANVULLING ONDERSTEUNINGSPLAN PARAGRAAF 9: PRAKTIJKONDERWIJS EN LEERWEGONDERSTEUNING

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van

Toetsen en testen lwoo/pro Het afnemen van onderzoeken en het aanvragen van een aanwijzing lwoo of een tlv pro

BOVO Starterscursus po. Testen en toetsen deel 1 Start

LWOO / PrO-show. Voorlichting over LWOO-PrO Schooljaar

VERANTWOORDING BIJ DE LIJST VAN TOEGESTANE INSTRUMENTEN VOOR DE VERWIJZING NAAR LWOO/PrO VOOR HET SCHOOLJAAR

HANDBOEK. aanwijzing leerwegondersteunend onderwijs en toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs

Wijzigingen opbrengstbeoordeling in het primair onderwijs Februari 2011

Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO en PrO schooljaar

Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO en PrO schooljaar

Van Kinsbergen college

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Indigo handleiding Aanvraagsysteem aanwijzing LWOO of TLV PrO

Voornaam : Achternaam : Ingevuld door :... Plaats en datum :... Tel.nr. :... groepsleerkracht : b. Schoolverloop bao s(ba)o

Adviesformulier VO Bijlage Sociaal-emotionele ontwikkeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanvulling op het Ondersteuningsplan inzake LWOO en PrO Voor het kalenderjaar 2016

Adaptief toetsen binnen de Kernprocedure LWOO/PRO

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO en PrO schooljaar

ACHTERGRONDINFORMATIE EN BIJLAGEN

EINDADVISERING LEERLINGEN GROEP 8 SCHOOLJAAR

Procedure schooladvies

Handreiking voor PO scholen betreffende invoering in het VO van

Verplichte heroverweging basisschooladvies bij hogere eindtoetsscore

Bovo procedure O.B.S. Prinses Catharina Amalia schooljaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Voor een goed verloop van de testprocedure is de medewerking van uw basisschool noodzakelijk.

LWOO / PrO-show. Voorlichting over LWOO & Praktijkonderwijs Schooljaar

Verantwoording bij de Lijst van toegestane instrumenten voor de verwijzing naar LWOO/PrO voor het schooljaar

Aanmeldingsprocedure voor Leerwegondersteunend Onderwijs en praktijkonderwijs schooljaar

CTC Procedure voor aanmelding en toelating voor het schooljaar

Vragen bij hoofdstuk 1 t/m 5. Toetsen op School Primair onderwijs. Toetsen op School Primair onderwijs

Maximaal 2 II-scores. Cito LVS M8 niveau Vaardigheidsscore niveau Vaardigheidsscore

Lwoo en pro bijlage aanmelding Inhoud

GEEN LWOO MAAR PRO SHOW

Procedure PO-VO RKBS De Triangel Leidend in deze is de BOVO procedure

Toelatingsprocedure vanaf augustus 2014 Zuid-Kennemerland

POVO- procedure Afspraken over de overstap van leerlingen van primair onderwijs naar regulier voortgezet onderwijs

Evaluatiebijeenkomst LWOO/PrO & Route september 2018

Leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte vanuit het primair onderwijs. Praktijkonderwijs LWOO Voortgezet Speciaal Onderwijs

Aanmelding lwoo en praktijkonderwijs MHR 2020/21 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Deze avond. Wat komt aan de orde? Schooltypes na Het Mozaïek (advies) Schooltypes na het Mozaïek (advies) Beschikking LWOO/PRO

Handboek toewijzing leerwegondersteunend onderwijs (Lwoo) en praktijkonderwijs (Pro)

ROUTEKAART leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Handleiding traject LWOO en PrO voor het schooljaar

Procesgang PO-VO

Procesgang PO-VO. Leidend in deze is de BOVO procedure

EINDADVISERING LEERLINGEN GROEP 8

Kies voor het andere leerlingvolgsysteem!

Protocol. Verwijzing

Belangrijkste data behorende bij de 1 e aanmeldingsperiode. Alle data zijn ook terug te vinden in het BOVO tijdpad

BROCHURE ADAPTIEVE DIGITALE INTELLIGENTIETEST

TOELICHTING BIJ HET AANMELDINGSFORMULIER

EINDADVISERING LEERLINGEN GROEP 8 SCHOOLJAAR

HANDBOEK. LWOO & PrO. aanmeldingsprocedure. Samenwerkingsverband Reformatorisch Voortgezet Onderwijs

Werkwijze voor aanmeldingen LWOO en Praktijkonderwijs.

Move Your World! Startbijeenkomst POVO 7 september 2017

Handboek Aanmeldingsprocedure LWOO en PrO. Cursusjaar

ONDERWIJSKUNDIG RAPPORT (in te vullen door de school) VERTROUWELIJK. 1 Leerling- en schoolgegevens. 2 Advies van de school.

Onderwijskundig Rapport

Toelating. tot het leerwegondersteunend- en praktijkonderwijs

Handboek toewijzing Lwoo en Pro

De aanmelding en plaatsing V.O. Hoogeveen september 2014

Transcriptie:

Verantwoording bij de Lijst van toegestane instrumenten voor de verwijzing naar LWOO/PrO voor het schooljaar 2015-2016 (Advies van de Certificeringscommissie aan de RVC-VO Landelijk. Hieraan kunnen verder geen rechten aan worden ontleend.) 1. Inleiding Het is al jaren een goed gebruik dat de Certificeringscommissie bij de Lijst van toegestane Instrumenten voor de verwijzing naar LWOO-PrO, die ze als advies aan de RVC-VO Landelijk aanbiedt, een verantwoording geeft van de wijze waarop deze tot stand is gekomen. In deze Verantwoording wordt in par. 2 kort ingegaan op de uitgangspunten en de bevindingen die voor de commissie leidend zijn geweest ten aanzien van de keuzes die gemaakt zijn voor de lijst 2015-2016. In eerdere Verantwoordingen, met name die voor de lijst 2009-2010, werd in dit onderdeel uitvoeriger ingegaan op de rol van Cotan-beoordelingen en op de totstandkoming van de categorie-indelingen van 0 t/m IV voor zowel de instrumenten voor LWOO als voor PrO. We beschouwen dit als voldoende bekend en laten het daarom in deze Verantwoording achterwege. In par. 3.1 wordt nader ingegaan op onze opvattingen ten aanzien van adaptieve toetsen en de noodzaak van door- en terugtoetsen. Ook wordt aandacht besteed aan de vaststelling van relevante sociaal emotionele problematiek in geval de IQ-score boven de 90 ligt (par. 3.2). In par. 4 wordt de lijst per categorie doorgenomen voor zover er zich veranderingen hebben voorgedaan. Tenslotte wordt in par. 5 ingegaan op de betekenis van de zinsnede met betrekking tot de bevoegd deskundige. 2. Uitgangspunten en bevindingen voor de vaststelling van de Lijst van instrumenten voor het schooljaar 2015-2016 2.1 Standpuntbepaling t.a.v. de beoordelingen van de Cotan. Voorwaarde om opgenomen te worden in de lijst was altijd dat het instrument op alle beoordelingscriteria van de Cotan een voldoende of hoger had gehaald. Hier golden wel enkele nuanceringen, zoals de overweging dat voor het toetsen van de leerprestatie de criteriumvaliditeit niet van belang hoeft te zijn voor zover men zich richt op de vraag of de leerstof voldoende verwerkt en/of geoefend is. Deze redenering wordt door de Cotan gedeeld. Wij moeten de criteriumvaliditeit wel laten vallen omdat er anders nauwelijks of geen instrumenten over zijn, waarmee we leerprestaties zouden kunnen meten. Ook voor de SE aspecten kan tellen dat het in eerste instantie alleen om een momentopname dan wel een bestandsopname gaat waarbij, op grond van de uitkomsten niet zomaar naar de toekomst gegeneraliseerd mag worden. De score op deze instrumenten moet duidelijk maken of de -1-

geconstateerde leerachterstanden mogelijk hun oorzaak kunnen hebben in de sociaal emotionele problematiek van de leerling. Ook dit jaar hebben we nadrukkelijk gekeken of de normen van het instrument niet verouderd waren. Ook daarvoor heeft de Cotan normen opgesteld. Deze normen hebben we ook dit jaar toegepast om instrumenten van de lijst te schrappen of om aan te kondigen dat we dat volgend jaar voornemens zijn. Een enkele keer moeten we als Commissie afwijken van de genoemde eisen. Dit doet zich voor als we moeten vaststellen dat er voor een bepaald instrument geen deugdelijk alternatief voorhanden is, of daarmee de keuzemogelijkheid te zeer beperken. Zo hebben we jarenlang de diverse WISC- tests aanvaard, hoewel voor deze test de criteriumvaliditeit in onderzoek niet of onvoldoende is vastgesteld. Vorig jaar werd ons gemeld, dat er inmiddels wel onderzoek hiernaar heeft plaatsgevonden. De beoordelingsprocedure die hierop door de COTAN is toegepast heeft evenwel nog niet tot een positief resultaat geleid: het onderzoek werd als te beperkt aangemerkt. Toch stelt de Certificeringscommissie opnieuw voor de WISC III ook voor het komende schooljaar op de lijst te laten staan, mede vanwege het vele gebruik dat er door professionals van dit instrument wordt gemaakt en het geringe aantal alternatieve tests die met name voor PrO-aanvragen beschikbaar zijn. Hoewel we ook dit jaar weer gediscussieerd hebben over de vraag of instrumenten die niet of nauwelijks gebruikt worden nog wel op de lijst moeten staan hebben we er wederom voor gekozen de lijst zo compleet mogelijk te maken: alle tests die aan de vereiste criteria voldoen en praktisch bruikbaar worden bevonden zijn daarom wederom opgenomen. Ten aanzien van de leerprestatietoetsen hebben we om meerdere redenen de laatste jaren wat meer soepelheid betoond. Het ging dan met name om de LOVS-toetsen van het Cito. We deden dit om verwarring in het onderwijsveld te voorkomen: veel basisscholen gingen al over op de nieuwe toetsversies, die op dat moment nog niet op de lijst stonden, maar die vervolgens het daarop volgende jaar weer wel als toegestane versie op de lijst verschenen. Nu het Cito begonnen is met het invoeren van nieuwe LOVS-toetsen (LOVS 3.0), startend met toetsen voor de lagere leerjaren kunnen we deze soepelheid niet langer volhouden. De Certificeringscommissie is van mening dat deze nieuwe toetsen opnieuw beoordeeld moeten worden door de COTAN en pas bij positieve bevindingen op alle relevante criteria opgenomen kunnen worden op de lijst. De Certificeringscommissie is van mening dat dit ook moet gelden voor de nieuwe normering die in september 2013 is uitgebracht voor de bestaande (LOVS 2.0) toetsen. Omdat de LOVS 3.0 toetsen noch de nieuwe normering ter beoordeling aan de COTAN zijn voorgelegd is de Certificeringscommissie van mening dat deze niet gebruikt moeten worden in LWOO en PrO aanvragen. Scholen die toetssystemen of leerlingvolgsystemen gebruiken waarin de nieuwe normering wordt gebruikt kunnen daarmee voor communicatieproblemen richting ouders worden geplaatst. Voor aanvragen LWOO of PrO kan ten allen tijde het boek DLE-schalen Indicatiestelling LWOO en PrO worden gebruikt voor de omzetting van de ruwe scores of de vaardigheidsscores naar DLE s. Aan de RVC-VO commissies wordt geadviseerd telkens te controleren of daadwerkelijk de ruwe scores dan wel de vaardigheidsscores zijn ingevuld, zodat met zekerheid is vast te stellen dat de oude normering wordt toegepast. 2.2 Bevindingen in de database De landelijke database met alle gegevens uit de aanvragen LWOO en PrO is sinds een aantal jaren de voornaamste bron niet alleen voor onze keuzes ten aanzien van de samenstelling van -2-

de lijst, maar vooral ook voor de categoriebepaling 0 t/m IV. Tevens spelen de cijfers uit de database een belangrijke rol bij de aanwijzingen hoe verschillende instrumenten te gebruiken. Te denken valt hier zowel aan adaptief toetsen, door- of terugtoetsen, als aan welk type intelligentietest en welk type vragenlijst ten behoeve van de vaststelling van sociaal emotionele problematieken het best gebruikt kan worden. Ook dit jaar is door de Commissie weer een beschrijvende analyse uitgevoerd. De verslaglegging zal tegelijkertijd met de Lijst en de Verantwoording daarvan gepubliceerd worden op de site www.rvc-vo.nl. Intelligentie. Ook dit jaar is weer vastgesteld dat nog steeds veel klassikale tests worden gebruikt, daar waar een individuele dan wel nonverbale toets meer geëigend was geweest: zo werden 69,1% van de PrO-leerlingen klassikaal getoetst. Vaak zullen in deze aanvragen meer gegevens over de intelligentie van de betreffende leerlingen voorhanden zijn, met name als het leerlingen uit het speciaal basisonderwijs zijn. Als geen andere gegevens beschikbaar zijn, dient stringent te worden toegezien op de juistheid van de intelligentiescores. De adaptieve toetspraktijk (incl. door- en terugtoetsen). Deze problematiek heeft al een bewogen geschiedenis achter de rug in onze verwijzingspraktijk. Aanvankelijk moesten veel leerprestatietoetsen adaptief worden aangepakt. Dit was het geval tot de Normtabel van het Cito verscheen in 2003. Het bleek dat scores doorgerekend konden worden naar DLcategorieën waarvoor de toetsversies in eerste instantie niet bedoeld waren. Zo kon je met een toets voor eind groep 4 de leerprestatie van een leerling van groep 6 bepalen. Onderzoek van Melis liet zien dat dit tot grote problemen kon leiden. Zo wordt de kunst van staartdelingen maken niet getoetst in toetsmateriaal van groep 4 terwijl dat wel in groep 6 aan de orde is qua uitleg en oefening. Rond 2006 besloot de Certificeringscommissie dan ook de toepassing van de normtabel los te laten en weer over te gaan tot adaptief toetsen en door- en terugtoetsen. In de lijst werd uitvoerig beschreven hoe dit te doen. Toch bleek het moeilijk de praktijk te veranderen. De voornaamste oorzaak is wel dat basisscholen veelal nog klassikaal te werk gaan bij de toetsafname: dus alle leerlingen krijgen in groep 8 de versie van groep 8 voor ogen. Dit doen ze ondanks aanwijzingen van Cito en de dringende aanbevelingen van de onderwijsinspectie. De verantwoordelijke VO-scholen hebben een aantal strategieën ontwikkeld hoe met deze problematiek te omgaan. Eén daarvan is om toetsen te gebruiken waar deze problematiek niet speelt. Maar het meest komt voor dat men niet doortoetst en niet of zeer ruw geschat adaptief toetst. Zo is een handige truc om als je voor het LWOO toetst, bijvoorbeeld midden groep 6 (M6) te gebruiken. De laatste drie jaren zagen we langzaam de cijfers opschuiven in de goede richting en dan vooral bij die vakken die een systematische leerlijn vertonen. Dus rekenen ging vooral vooruit maar begrijpend lezen veel minder. We denken dat die vooruitgang mede veroorzaakt is door steeds systematischer de noodzaak van adaptief toetsen te beklemtonen. Op grond van de data zagen we echter ook dat de L(O)VStoetsen minder gebruikt werden. De door ons gebruikte formuleringen vertoonden waarschijnlijk ook een niet gewenst effect, namelijk dat door het gebruik van andere toetsen er een discrepantie ontstond tussen de gegevens uit het leerlingvolgsysteem aan de ene en die van de andere toets aan de andere kant. Op welke moet je nu vertrouwen? Dit heeft ertoe geleid dat we de regels voor adaptief toetsen e.d. ietwat losser geformuleerd hebben. Het gevolg was, dat we de effecten die we de laatste jaren bereikt hadden, globaal genomen in een keer weer kwijt waren. Ook kregen we af en toe te horen dat de versoepeling van de procedure niet helemaal helder was voor het veld. Dit is ook goed voorstelbaar, want in plaats van een gesloten procedure waarin stap voor stap beschreven wordt wat de toetser te doen staat, namelijk eerst adaptief toetsen en daarna indien nodig door- of terugtoetsen, moest je in het nieuwe alternatief allerlei overwegingen een rol laten spelen. In dit alternatief dat drie jaar geleden geboden is hoef je niet terug te toetsen wanneer het toetsresultaat -3-

harmonieert met de andere gegevens uit bijvoorbeeld het onderwijskundig rapport of het leerlingvolgsysteem. De situaties waarin dat nadrukkelijk wel moet, zijn in de toelichting op de lijst expliciet beschreven. Zelfbeoordelingsvragenlijsten bij gebrekkige leesvaardigheid. Elk jaar valt weer op dat veel leerlingen zonder voldoende leesvermogen zelfbeoordelingsvragenlijsten invullen. Afgelopen jaar kreeg 44,2% van de leerlingen met grote leerachterstanden maar met een IQ hoger dan 90 zo n vragenlijst voorgeschoteld. Dit, terwijl ze een leescapaciteit hadden van onder DLE 30. Gaat men van DLE 40 uit dan stijgt dat percentage tot 52,8. De conclusie moet zijn, dat te veel leerlingen, variërend van 44 tot 52%, afhankelijk van waar het leesachterstandscriterium wordt gelegd, enkel beoordeeld worden op basis van leerlinglijsten. We mogen hopen dat de betreffende diagnostici voldoende andere indicaties hadden om op verantwoorde wijze tot hun conclusie te komen. SE problematiek aangetoond? Als onderzoeker vraag je je af of inderdaad vastgesteld wordt dat de leerlingen die een positieve beschikking krijgen ingeval hun IQ hoger is dan 90 bekend zijn met sociaal emotionele problemen die van een dermate zwaarte zijn dat hun leren daardoor ernstig wordt belemmerd en LWOO noodzakelijk is. Hierover zegt de database ons echter niets. We vinden alleen terug welke instrumenten zijn gebruikt. Bovendien zijn er geen normen in de Regeling vastgelegd waarbij gesteld kan worden dat er van SE-problemen sprake is, zoals dat wel is gebeurd voor intelligentie en de leerprestaties. Toch hoeven RVC- Commissies niet helemaal blind te varen op de afgegeven verklaring van de diagnosticus: in de handleidingen en de normtabellen van de meeste instrumenten wordt immers aangegeven welke score op welke (sub-)test als grenswaarde of als kritische of klinische scores gelden. De RVC-VO Landelijk heeft deze gegevens gebundeld en aan de RVC-commissies en andere belangstellenden via de eigen website beschikbaar geteld. 3. De veranderingen in de Lijst van Instrumenten en in de Toelichting 3.1. Wanneer adaptief toetsen, doortoetsen en/of terugtoetsen? En ook welke IQtest of SE-vragenlijst kiezen we? Zoals al hierboven is uiteengezet, kwamen er berichten uit het veld dat het nogal moeilijk was om te beslissen wanneer men van adaptief toetsen e.d. kon afzien. Het gaat hier namelijk niet om een ja/nee beslisprocedure maar om een globale beoordeling van de gegevens uit het Onderwijskundig Rapport, de gegevens uit het leerlingvolgsysteem, de beschrijving van de sociaal-emotionele problematiek etc. en dan een afweging maken. Dezelfde problematiek om te beslissen speelt overigens ook bij de vraag of een klassikale verbale IQ-test kan volstaan of dat een individuele of nonverbale test in aanmerking komt. En bij de vraag of een leerling voldoende leesvermogen heeft de vragen uit de SE-vragenlijst te begrijpen. In al deze gevallen zit een zekere subjectiviteit opgesloten. Het is dan ook niet uitgesloten, dat er onenigheid kan ontstaan over deze kwestie(s) tussen de aanvragende school en de dienstdoende RVC. Volgens de Certificeringscommissie is daarom een goede afstemming nodig en een reeks van afspraken ten aanzien van deze materie tussen Basisschool en aanvragende VO-school en tussen aanvragende VO-school en de RVC. In dit soort overleg kunnen goede globale -4-

afspraken gemaakt worden over genoemde kwesties. Het is ook heel wel mogelijk in incidentele gevallen gezamenlijk tot een oplossing te komen. Om bij de standpuntbepaling op lokaal niveau behulpzaam te zijn is de tekst voor het adaptief toetsen e.d. verder aangescherpt door een formulering te kiezen die aangeeft wanneer in elk geval wel doorgetoetst moet worden. Tenslotte zij opgemerkt, dat de doortoetsproblematiek niet meer beperkt blijft tot de Cito toetsen. Ook de zelfstandige toetsserie Begrijpend Lezen 345678 valt hieronder en wel omdat men ook hier verschillende afnamebereiken heeft: de toetsen 34, 345, 56, 678 en 78. De instructie in deze toetsreeks geeft duidelijk aan hoe te handelen als de leerling buiten de range van de toets scoort. 3.2. Sociaal emotionele problematiek In het voorgaande is gesteld dat we ten eerste op grond van de database alleen maar in staat zijn om vast te stellen welke vragenlijsten zijn gebruikt. We kunnen daardoor niets zeggen over de kwaliteit van deze instrumenten. Ten tweede zijn er ook in de Regeling geen criteria opgesteld waaraan voldaan moet worden met betrekking tot sociaal emotionele problematiek, wil de leerling in aanmerking komen voor een LWOO beschikking. Het betreft hier een al zeer oude problematiek die al speelt vanaf het begin van de RVC-VO periode. Ten derde moet volgens de Regeling aannemelijk zijn dat de SE-problematiek de oorzaak is van de leerproblematiek. Nu het niet gelukt is een uitbreiding van de database te bewerkstelligen waarmee meer geobjectiveerde gegevens met betrekking tot dit beslisproces beschikbaar zouden komen, moeten de RVC s zich bedienen van de gegevens over de instrumenten die hen wel ter beschikking staan. Afgelopen jaar is daartoe voor de RVC s een overzicht geproduceerd van alle soorten sub-tests en scores, die op het instrumentarium van SE-problematiek betrekking hebben. Per (sub-)test is aangegeven wat de RVC als grenswaarde rekent en wat als kritische score. SE-problematiek is in de opvatting van de RVC s alleen aangetoond als sprake is van kritische scores (ten minste één) of van enkele grenswaarden-scores (als vuistregel geldt hier: tenminste 3 grensscores). Verder blijft ook de constatering in het onderwijskundig rapport van al eerder geconstateerde SE-problematiek van belang als mogelijke deelverklaring voor achterblijvende leerprestaties bij een gemiddelde intelligentie. 4. Veranderingen in de lijst ten opzichte van het schooljaar 2014-2015 4.1 Inleiding Op basis van wat hiervoor gesteld en betoogd is en in aanmerking nemende wat respondenten in het verleden hebben gemeld (zie ook de Verantwoordingen van andere jaren: www. Rvcvo.nl/Regeling) zijn we met een nieuw voorstel voor de Lijst voor het schooljaar 2015-2016 gekomen. Ingeval van verandering gaat het in de eerste plaats om toevoeging van die nieuwe instrumenten die op de relevante aspecten door de COTAN met een voldoende of meer beoordeeld zijn. Nieuwe instrumenten krijgen een categoriebeoordeling 0 tot aangetoond kan worden dat het instrument naar tevredenheid wordt ingezet (I) of dat er grote problemen mee zijn (IV). -5-

4.2. Criterium Intelligentie. ADIT. Deze test is vorig jaar nieuw op de lijst opgenomen. Gebruikersgegevens in het schooljaar 2012-2013 waren dus nog niet voorhanden. Dat is ook de reden dat deze digitale adaptieve test voor LWOO in categorie 0 is geplaatst. Voor PrO blijft dit, omdat het een schriftelijke test is, categorie IV. Drempeltest. Deze test blijft op 0 staan aangezien hij nog steeds zelden wordt ingezet (0,4 %) in schooljaar 2012-2013. Omdat het om een klassikale, schriftelijke test gaat, blijft hij voor het PrO op IV staan. IVO/TPVO-IVO. Deze test wordt hier genoemd hoewel zich hier geen veranderingen hebben voorgedaan. De maker/uitgever is een aantal jaren geleden door RVC-VO Landelijk gefaciliteerd om onderzoek te doen, zodat de test het hele jaar gebruikt zou kunnen worden. Tot dusverre hebben we nog steeds niets vernomen over de uitkomsten van dit onderzoek. WISC-III. Om de criteriumvaliditeit van deze test te kunnen beoordelen zou nader onderzoek moeten worden gedaan. We kregen door dat dit inmiddels is uitgevoerd. De beoordeling hiervan heeft echter nog niet het positieve resultaat opgeleverd waarmee we de voorlopige goedkeuring van deze test definitief kunnen maken. GIVO stond vorig jaar voor het laatst op de lijst: is nu dus van de lijst afgevoerd. Nieuw op de lijst is de Cito, intelligentietest VO, 2013. Hiervoor dient de op leeftijd gebaseerde intelligentiescore te worden gebruikt. We wijzen er op dat hier expliciet de Intelligentietest VO bedoeld wordt en niet de Intelligentietest PO die ook door het Cito wordt uitgegeven. Deze test is destijds niet op de lijst opgenomen omdat in de normering (delen van de groep) zorgleerlingen buiten de normering van het instrument zijn gebleven en daarmee dus minder geschikt geacht werd voor de doelgroep waarvoor wij deze zouden willen gebruiken. Datzelfde geldt ook voor de RAKIT, die afgelopen jaar wel een positieve beoordeling kreeg van de COTAN, maar met dezelfde beperkingen t.a.v. de doelgroep voor de normering. 4.3. Criterium Sociaal Emotionele Problematiek Voor de gedragsvragenlijsten bestaat in de commissie een stringent beleid ten aanzien van de veroudering van de te gebruiken instrumenten. Dit betekent dat vorig jaar een behoorlijk aantal instrumenten zijn afgevoerd. Ook dit jaar kondigen we aan dat een drietal instrumenten dit jaar voor het laatst op de lijst staan. Het betreft de AVL, de CBSA en de NPV-J. Wat de laatstgenoemde betreft: op basis van het jaar van normering zou deze test nu nog niet van de lijst hoeven te verdwijnen. Toch waren de ontwikkelaars van mening dat een vernieuwing noodzakelijk was. Nu deze test ook niet langer in de handel is vinden we het tijd dat deze volgend jaar ook daadwerkelijk van de lijst verdwijnt, vandaar de aankondiging bij dit instrument. De NPV-J2, de vervanger, stond al op de lijst. Daarnaast blijven een aantal lijsten op categorie 0 staan. Dit ligt enerzijds aan het feit dat ze weinig gebruikt worden (er dus weinig ervaring mee is in aanvragen LWOO) of aan het feit dat ze vorig jaar voor het eerst op de lijst stonden en er dus nog helemaal geen gegevens over het schooljaar 2013-2014 zijn. -6-

Bij het instrument Zien! is aangegeven dat het hier de leerkrachtversie van Zien! PO betreft. Er is inmiddels ook een leerlingversie PO en er zijn versies voor het VO beschikbaar. Deze zijn echter nog niet ter beoordeling aan de COTAN voorgelegd. Vorig jaar gaven we, wat de normering van Zien! betreft, aan dat de ontwikkelaars het 75 ste percentiel hanteren als signaleringsscore. In overleg met de ontwikkelaars stelt de certificeringscommissie ook dit jaar voor als grenswaarde voor de subtests het 85 ste percentiel en als grenswaarde het 95 ste percentiel aan te houden. Deze waarden komen overeen met de normeringswaarden van enkele andere, vergelijkbare instrumenten. 4.4 Criterium leerachterstanden Vooruitlopend op de bespreking van de individuele toetsen, zij eerst opgemerkt, dat de tekst rond het adaptieve toetsen, doortoetsen en/of terugtoetsen dit jaar niet veranderd is ten opzichte van vorig jaar. Dat wil zeggen dat wordt aangegeven wanneer er zeker adaptief en door- of teruggetoetst moet worden. Aanvragende scholen blijken problemen te houden met de inschatting of ze al dan niet moeten doortoetsen. Daarnaast hebben we vastgesteld dat deze onzekerheid in elk geval vaker leidt tot niet doortoetsen. Het is belangrijk dat RVC s meer toezien op deze problematiek en met het veld tot werkbare afspraken komen. We zullen thans overgaan tot de bespreking per leergebied van de veranderingen die doorgevoerd zijn. 4.4.1 Technisch lezen Voor de Een-minuut-test, 1994, De Klepel, 1994 en de Toelatingstest voor Leerwegondersteunend en Praktijkonderwijs, 2001 was vorig jaar aangekondigd dat ze dat jaar voor het laatst op de lijst zouden staan. Dit jaar zijn ze dus niet meer opgenomen. Er zijn geen nieuwe toetsen voor Technisch Lezen opgenomen. 4.4.2 Begrijpend lezen Toelatingstoets voor Leerwegondersteunend en Praktijkonderwijs, 2001, was vorig jaar voor het laatst toegestaan; dit jaar staat deze dus niet meer op de lijst. Er zijn geen nieuwe toetsen voor begrijpend lezen opgenomen. Het gebruik van de LOVS normering van september 2013 voor de LOVS 2.0 toetsen is niet toegestaan. 4.4.3 Spelling Toelatingstoets voor Leerwegondersteunend en Praktijkonderwijs, 2001, was vorig jaar voor het laatst toegestaan; dit jaar staat deze dus niet meer op de lijst. Er zijn geen nieuwe toetsen voor spelling opgenomen. Het gebruik van de LOVS normering van september 2013 voor de LOVS 2.0 toetsen is niet toegestaan. -7-

4.4.4.(Inzichtelijk) Rekenen. Toelatingstoets voor Leerwegondersteunend en Praktijkonderwijs, 2001, was vorig jaar voor het laatst toegestaan; dit jaar staat deze dus niet meer op de lijst. Er zijn geen nieuwe toetsen voor inzichtelijk rekenen opgenomen. Het gebruik van de LOVS normering van september 2013 voor de LOVS 2.0 toetsen is niet toegestaan. 5. De bevoegd deskundige In de lijst van toegestane instrumenten is in de toelichting ook een zinsnede opgenomen over de eisen die aan een bevoegd deskundige worden gesteld. Deze zinsnede luidt: Onder een diagnostisch geschoolde psycholoog of diagnostisch geschoolde orthopedagoog wordt een door een beroepsvereniging van orthopedagogen of klinisch psychologen als zodanig erkende en geregistreerde academisch gevormde psycholoog of orthopedagoog dan wel een in het kader van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) geregistreerde gezondheidszorgpsycholoog verstaan. Deze omschrijving is breed geformuleerd. Expliciet wordt aangegeven dat het hier gaat om een academisch geschoold orthopedagoog of psycholoog die lid is van en geregistreerd is door een beroepsvereniging. Daarmee wordt bewerkstelligd, dat er toezicht is op de kwalificatie, er verplichtingen zijn t.a.v. het op peil houden van de deskundigheid en de daarin opgedane ervaring en er sprake is van een beroepscommissie en tuchtrecht bij eventuele geschillen. In de Nederlandse onderwijspraktijk betekent dit op dit moment dat sprake moet zijn van: een kinder- of jeugdpsycholoog die geregistreerd is in het Register Kinder- en Jeugdpsychologen van het Nederlands Instituut voor Psychologen; een orthopedagoog-generalist, die als zodanig geregistreerd is in het Register van de Nederlandse vereniging van Orthopedagogen en Onderwijskundigen; een orthopedagoog, die geregistreerd is in het Register van BOKA II Geregistreerden van de Beroepsvereniging voor Orthopedagogen met een Academische opleiding; dan wel: een in het kader van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) geregistreerde gezondheidszorgpsycholoog; Het zijn deze 4 categorieën waaruit de RVC s kunnen kiezen bij het invoeren van de aanvraaggegevens. In bijna alle gevallen zullen de betreffende deskundigen bij de ondertekening zelf wel aangeven tot welke categorie zij behoren. In geval van twijfel biedt de registratie de mogelijkheid dit bij de betreffende organisatie te verifiëren. Nijmegen, 26-5-2014-8-