Les 1 Hola! Hola! Mi nombre es.. (Hallo! Mijn naam is) Vivo en. (Ik woon in) Soy.. (Ik ben)



Vergelijkbare documenten
Spaans voor zelfstudie

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen

SPAANS LES 2 Español

SPAANS HERHALINGLES 1 Español

Reizen Wonen Koken & genieten Cultuur & vermaak

SPAANS LES 6 Español

SPAANS LES 4 Español

januari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa

Woordenlijst Nederlands Spaans

SPAANS LES 3 Español

Inhoudsopgave. Ondersteunend materiaal página 4. Inhoud + checklist páginas 2-3. Opdracht página 1. Información personal páginas 6-13

Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord

cantar cocinar coleccionar novela sello ver casa cero cincuenta cine colección comida contar general gol guerra guitarra jamón jefe la jefa joven

Spaans voor zelfstudie

Wonen. In deze les leert u

Sí, claro! 1.1. Instaptoets. Opgaven. 4. En un hotel. 1. En un viaje. Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Hola, cómo? Ernesto, y tú?

SPAANS LES 7 Español

España español Chile

SPAANS HERHALINGLES 2 Español

Honduras??? 1. Waar ligt Honduras? 2. Kleur de vlag van Honduras in de juiste kleuren. Weet je ook wat de 5 sterren op de vlag betekenen?

1. Open de CD-rom van De Wereld 2. Kies Australië. 5. Kies kaartsoort rechts. 8. Kies start en oefen

cuál? cuál es su número de reserva? a ver... acento, el alfabeto, el apellido, el apellidos, los aquí tiene arroba, la ascensor, el baño, el

E-book Gratis Spaanse lessen

SPAANS LES 5 Español

Serie de publicaciones - Serie-overzicht

SPAANS LES 8 Español

1.1 Las vocales (de klinkers):

Wiekendje. Vanuit het MT. Basisschool Het Molenven. In dit nummer: 25 februari

Prisma Taalbeheersing. Basisgrammatica. Spaans. Begrijpelijk voor iedereen. drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

lombricita De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje uit de pot pakken.

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling.

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

SPAANS LES 1 Español

Soy Don Toro. Werkboek. Leer samen met Ana en Don Toro je eerste Spaanse woorden.

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Tú y yo 1. Actividades. Tú y yo. Geef deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken,...

Ana María y Fernando en México. Mateo en la playa. Juan y sus compañeros de fútbol. Mamá, Clarita y Mirta

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

A escribir! Periode 2. Schrijfopdrachten Spaans mavo 4

Les 1. A Het alfabet. Rose Omar. Welkom! Welcome! Bienvenue! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! Hallo, wat is jouw naam? Mijn naam is Rose. = ik mijn.

Leesboekje familie en vrienden

zelfstandig naamwoord

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

SPAANS HERHALINGLES 3 Español

Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269.

Ecuador ligt in het werelddeel. Het grenst aan de landen. Waar komt de naam Ecuador vandaan? De hoofdstad van Ecuador is

BEGINNERSCURSUS DAG 2

Inhoud. Over de auteur... x. Inleiding... 1

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1996 Nr. 131

instapkaarten taal verkennen

JUNI Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zat Zon Olympische dag groep 8

En el hotel. a. b. g. h. f. g. Hotel La Alhambra. 1 Escuche a su profesor/a y repita. Luister naar de docent en zeg na. la llave

gran chuleta gramática

Exchange MALAGA CANISIUS IES La Cala de MIJAS

Bijlage 3. Handleiding video Dynamica 2. Een kijkje in klas 4, 5 en 6 van het Colégio Maaswaal!

mp3 Spaans Inbegrepen: 21 taallessen Te gusta bailar? Dans je graag? Sí, sobre todo flamenco! Ja, vooral flamenco! Conversatiegids gratis* fragment

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

8. Afasie [1/2] Bedenk tenminste drie verschillende problemen die je met taal zou kunnen hebben (drie soorten afasie).

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

Esperanto. La ŝalmisto de Hamelin

Mini-docu - Les 3 In gesprek met familie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Voorwoord. Bondi Sciarone

3 Is dit een jongen of een meisje? 7 Is dit een vork of een mes?

Costa Rica. Tropisch avontuur Stranden Bananen Papegaai. Neem je ouders mee naar... Costa Rica. San José Regenwoud Koffieplantages.

Richtlijnen voor de Huisstijl vanh Hoogeveen. Met een hoofdletter

1 Informatie over personen

SPAANS LES 10 Español

Uitwerking Tareas Spaans 3. Qué has hecho hoy?

Columbus ontdekkingsreiziger

AB OVO. iguide STYLEGUIDE

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22

RESP. NR. : MULTI- HH NR.: VERSIE 1. Europees Sociaal Onderzoek Aanvullende vragenlijst

Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling.

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

1 Ficha de trabajo DOS POSTALES DESDE GALICIA. 1. Lee la postal de Elena para su madre. Completa el texto con las palabras.

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Stroomschema financiering zorg 2011

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Instaptoets. Opgaven. 1. En un viaje. 4. En un hotel. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés.

Stroomschema financiering zorg 2006 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Dos cervezas por favor. Donde está el supermercado? Ga je op vakantie naar Spanje maar weet je niet wat deze zinnen betekenen?

Stroomschema financiering zorg 2012

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Stroomschema financiering zorg 2010 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Stroomschema financiering zorg 2007 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Transcriptie:

Les 1 Hola! Hola! Mi nombre es Sofie. Vivo en Amsterdam. Soy Holandesa. Nombre: Apellido: Ciudad: País: Nacionalidad: Sofie van Brinkhoven Amsterdam Holanda Holandesa En nu jij: Hola! Mi nombre es.. (Hallo! Mijn naam is) Vivo en. (Ik woon in) Soy.. (Ik ben) Jullie namen worden opgeschreven en er wordt jullie verteld hoe je je naam uitspreekt in het Spaans. Noem een paar Spaanse woordjes die jullie kennen. Schrijf ze op: 1

Alfabet - Alfabeto Uitspraak: Vertaling: Aa Kort uitspreken. Lange aa s kennen ze niet! abrigo Bb Cc Als bel aan het begin van een woord. Iets zachter in het midden. Als het Engels think voor e/i. Overig: k-klank bolso cepillo CHch Als tja, beetje chupete Dd Ee Ff Als dek aan het begin van een woord, iets zachter in het midden. Kort uitspreken als è. Lange ee's kennen ze niet! Als in film. De dubbele f bestaat niet in het Spaans. dedo estrella fresa Gg Als gek voor e/i, als het Engels go voor overige letters. gato Hh De h wordt niet uitgesproken in het Spaans! hoja Ii Altijd uitspreken als in piep, ongeacht waar de i staat. isla Jj Als de de Nederlands g van goed. jirafa Kk Als kat. De k wordt alleen in leenwoorden gebruikt. koala Ll Als lak. luna LLll Als een langgerekte of dubbele jj. llave 2

Mm Als mag. mano Nn Als nooit (wel iets meer met je tongpunt tegen je voortanden). nido Ññ Als banjo, of franje. ñandú Oo Als dol. Langgerekte oo's kennen ze niet! oso Pp Als pak. pato Qq Als kat. queso Rr Als bord.: ratón RRrr Als karren. De dubbele r moet je flink laten rollen. perro Ss Als sap aan het begin van een woord. In het midden zachter. silla Tt Als trog. Met je tongpunt tegen je voortanden. tortuga Uu Als boek. uvas Vv Als bok aan het begin van een woord. In het midden zachter. vaca Ww Als het Engelse well. Komt alleen in leenwoorden voor. webcam Xx Als sfinx voor een klinker, als vest voor een medeklinker. xilófono Yy Als yoghurt. Als ie als hij alleen staat. yoyo Zz Als het Engelse think. zapato 3

Het vraagteken op z'n kop In het Spaans gebruikt men vraagtekens en uitroeptekens op z'n kop waar een vraag of uitroep begint. Dat kan ook midden in een zin zijn! Hoe? Waar? Cómo? Dónde? Hoe vraag je iemand naar zijn of haar naam en waar hij of zij woont? Dat doe je zo: o o o Cómo te llamas? (Hoe heet je?) Me llamo... (noem je voornaam) (Ik heet) Dónde vives? (Waar woon je?) Vivo en... (noem je woonplaats of land) (Ik woon in) De dónde eres? (Waar kom je vandaan?) Soy de (noem het land waar je vandaan komt) (Ik kom uit) Probeer nu bovenstaande vragen te beantwoorden met onderstaande antwoorden: Reina (koningin) Máxima Holanda Argentina Cristiano Ronaldo España - Portugal Shakira Bahamas Colombia Luis Suarez España Uruguay Gloria Estefán Los Estados Unidos Cuba Lionel Messi España - Argentina Neymar España - Brasil 4

Begroetingen C a r l o s : Hola Mayela! Qué tal? Hallo Mayela! Hoe gaat het? M a y e l a : Hola Carlos! Muy bien! Hallo Carlos! Erg goed! S e ñ o r C o r t é s : Buenos días señora, mucho gusto conocerle! Cómo está usted? Goedendag mevrouw, aangenaam kennismaken. Hoe gaat het met u? S e ñ o r a G o m e z : Buenos días señor, encantada! Muy bien, gracias. Goedendag meneer, aangenaam! Erg goed, dank u. S e ñ o r C o r t é s : Hasta mañana! Tot morgen! S e ñ o r a G o m e z : Adiós! Dag! O s c a r : Buenas tardes Marisol, cómo le va? Goedemiddag Marisol, hoe gaat het met je? M a r i s o l : Bien Oscar! Hasta luego! Goed Oscar! Tot later! O s c a r : Hasta pronto! Nos vemos! Tot gauw! We zien elkaar weer! S e ñ o r a V a r g a s : Buenas noches. Encantada! Cómo estás? Goedenavond. Aangenaam! Hoe gaat het met je? J u a n C a r l o s : Buenas noches. Encantado! Todo va bien, gracias. Goedenavond. Aangenaam! Alles gaat goed, dank u. S e ñ o r a V a r g a s : Hasta la vista! Tot weerziens! J u a n C a r l o s : Ciao! Dag! Encantado of encantada? Een man zegt encantado, een vrouw zegt encantada. 5

Wist je dat... Spaans een officiële taal is in 21 landen? País Land Capital Hoofdstad Mannelijke nationaliteitsaanduiding Vrouwelijke nationaliteitsaanduiding 1 Argentina Buenos Aires Argentino Argentina 2 Bolivia Sucre Boliviano Boliviana 3 Chile Santiago (de Chile) Chileno Chilena 4 Colombia Bogotá Colombiano Colombiana 5 Costa Rica San José Costaricense Costaricense 6 Cuba Havana Cubano Cubana 7 Ecuador Santo Domingo Ecuatoriano Ecuatoriana 8 Ecuatorial Guinea Malabo Ecuatorial Guineano Ecuatorial Guineana 9 El Salvador San Salvador Salvadoreño Salvadoreña 10 España Madrid Español Española 11 Guatemala Ciudad de Guatemala Guatemalteco Guatemalteca 12 Honduras Tegucigalpa Hondureño Hondureña 13 México Ciudad de México Mexicano Mexicana 14 Nicaragua Managua Nicaragüense Nicaragüense 15 Panamá Ciudad de Panamá Panameño Panameña 16 Paraguay Asunción Paraguayo Paraguaya 17 Perú Lima Peruano Peruana 18 Puerto Rico San Juan Puertoriqueño Puertoriqueña 19 República Dominicana Santo Domingo Dominicano Dominicana 20 Uruguay Montevideo Uruguayo Uruguaya 21 Venezuela Caracas Venezolano Venezolana Spaans is een officiële taal in bovenstaande 21 landen, waarvan 19 landen in Middenen Zuid-Amerika liggen, 1 land in Europa (Spanje) en 1 land in Afrika (Equatoriaal Guinea, dat vroeger een kolonie van Spanje was). Puerto Rico is ook in deze lijst opgenomen omdat het een onafhankelijke staat van de Verenigde Staten is met een eigen grondwet. 6

Er wordt ook Spaans gesproken in Brazilië, Belize, Guyana, de Filipijnen, Marokko, de Westelijke Sahara, de Nederlandse Antillen en de Verenigde Staten. Hier is Spaans echter geen officiële taal. Waarom wordt er in zoveel landen Spaans gesproken? Ontkenning, het woordje 'no' No betekent: NEE, NIET of GEEN. Wil je iets ontkennen in het Spaans, dan zet je no voor het werkwoord. Omdat je 'nee' ook vertaalt als no, kan het daarom voorkomen dat no twee keer achter elkaar komt te staan: Kom je uit Cuba? - Eres de Cuba? Nee, ik kom niet uit Cuba - No, no soy de Cuba Ik ben geen Cubaan No soy cubano En nu jij, vertaal: Kom je uit Spanje? Nee, ik kom niet uit Spanje. Ik ben geen Spanjaard. 7

Werkwoorden We bekijken de bijlage werkwoorden. In het Spaans gebruik je de woordjes ik, jij, hij, zij etc. vaak niet voor een werkwoord omdat je dat al aan de vervoeging van het werkwoord kunt zien. Het Spaans kent drie groepen werkwoorden: werkwoorden eindigend op -ar (grootste groep) werkwoorden eindigend op -er werkwoorden eindigend op ir Oefenen met werkwoorden in de ik-vorm trabajar hablar comer vivir ser ir = werken = praten/spreken = eten = wonen = zijn = gaan Probeer nu onderstaande zinnetjes te vertalen: Trabajo en Buenos Aires Hablo Español Como paella No vivo en Madrid Soy Cubano Voy a Ecuador Yo? Conversatie-oefening: Kennismaking We weten inmiddels elkaars naam en uit welke plaats we komen. We gaan het kennismaken nu uitbreiden. We gebruiken hiervoor de 21 Spaanstalige landen en hun hoofdsteden. Spreker 1 Buenos días. Es de Cuba? Goedendag. Komt u uit Cuba? 8

Spreker 2 No, no soy de Cuba. Nee, ik kom niet uit Cuba. Spreker 1 De dónde es? Waar komt u vandaan? Spreker 2 Soy de... (noem Spaanstalig land uit de lijst) Ik kom uit... Spreker 1 Vale! Es... (noem de nationaliteit van het genoemde land) Oke! U bent... Spreker 2 Sí, soy... Ja, ik ben... Spreker 1 Dónde vive en...? (noem het land dat spreker 2 genoemd heeft) Waar woont u in...? Spreker 2 Vivo en... (noem de hoofdstad van het genoemde land) Ik woon in... Mannelijk of vrouwelijk? In het Spaans is een woord of mannelijk, of vrouwelijk (in het Nederlands is dat ook zo, maar daar doet het er niet meer zo toe want dat heeft zijn functie verloren). Maar hoe weet je of een woord mannelijk of vrouwelijk is? Ezelsbruggetje: - Woorden eindigend op -a en ción zijn (meestal) vrouwelijk - Woorden eindigend op een o zijn (meestal) mannelijk Bekijk de lijst familie en aanverwanten maar eens, daar zie je dat heel duidelijk! 9

Familie en aanverwanten Uitspraak: broer/zus hermano/hermana [ermanno/ermanna] buurman/buurvrouw vecino/vecina [besieno/besiena] echtgenoot/echtgenote marido/mujer [mariedo/moegèr] jongen/meisje muchacho/muchacha, chico/chica [moetsjatsjo/moetsjatsja, tsjieko/tsjieka] kind niño/niña [nienjo/nienja] kleinkind nieto/nieta [njetto/njetta] man hombre [ombre] meneer/mevrouw señor/señora [senjor/senjorra] moeder madre [madre] neef/nicht primo/prima [priemo/priema] oom/tante tío/tía [tiejo/tieja] opa/oma abuelo/abuela [abwello/abwella] vader padre [padre] verkering novio/novia [nobio/nobia] vriend/vriendin amigo/amiga [amiego/amiega, g als 'go'] vrouw mujer [moegèr] zoon/dochter hijo/hija [iego/iega] Señorito of señorita wordt in het Spaans vrijwel niet meer gebruikt. La familia 10

De en het De lidwoorden 'de' en 'het' vertaal je in het Spaans als volgt: el voor mannelijk woord enkelvoud el primo (de neef), el niño (het kind) la voor vrouwelijk woord enkelvoud la prima (de nicht), la chica (het meisje) los voor mannelijk woord meervoud los primos (de neven) las voor vrouwelijk woord meervoud las primas (de nichten) Is er in het Spaans sprake van zowel een man als een vrouw in het meervoud, zoals bij ouders, oom en tante, opa en oma, dan wordt de mannelijke vorm van het lidwoord aangehouden: los padres (de ouders), los tíos (de oom en tante), los abuelos (de opa en oma), etc. Conversatie-oefening Noem het juiste lidwoord voor de Spaanse woorden in de tabel 'Familie en aanverwanten' Bekijk de tabel 'Familie en aanverwanten'. Zoek een familielid uit en probeer met behulp van onderstaand voorbeeld de andere leerlingen uit te leggen over welk familielid je het hebt: o El hijo de mis tíos es mi primo - De zoon van mijn oom en tante is mijn neef Meervoud De meervoudsvorm is heel eenvoudig in het Spaans. Eindigt het woord op een klinker, dan voeg je een -s toe Eindigt het woord op een medeklinker, dan voeg je -es toe klinker (a, e, o, u, i) + s medeklinker (overige letters) + es hermano - broer hermanos - broers mujer - vrouw mujeres - vrouwen Noem de woordjes van het alfabet op in het meervoud. 11

Bezittelijke voornaamwoorden: mijn, jouw, zijn, etc. Mijn mi voor een zelfstandig naamwoord enkelvoud mi amigo (mijn vriend) mis voor een zelfstandig naamwoord meervoud mis amigos (mijn vrienden) Jouw tu voor een zelfstandig naamwoord enkelvoud tu primo (jouw neef) tus voor een zelfstandig naamwoord meervoud tus primos (jouw neven) Zijn/haar/uw/hun su voor een zelfstandig naamwoord enkelvoud su tío (zijn/haar/uw/hun oom) sus voor een zelfstandig naamwoord meervoud sus tíos (zijn/haar/uw/hun ooms) Noem nu de personen uit de lijst Familie en aanverwanten in het meervoud en zet er het woordje mijn in het Spaans voor. Tot tien tellen 1 un, uno, una 6 seis 2 dos 7 siete 3 tres 8 ocho 4 cuatro 9 nueve 5 cinco 10 diez Het getal 1: wanneer gebruik je un, uno of una? Dat is afhankelijk voor welk woord je dit getal zet: - Zet je het voor een mannelijk woord dan wordt het un : tengo un hermano (ik heb één broer); - Zet je het voor een vrouwelijk woord dan wordt het una : tengo una hermana (ik heb één zus); - Gebruik je het zelfstandig, dan wordt het uno. 12

Conversatie-oefening Spreker 1 Hola! eres... (naam klasgenoot) verdad? Hallo, jij bent... nietwaar? Spreker 2 Sí, soy.. Ja, ik ben... Spreker 1 A dónde vas de vacaciones? Waar ga je naartoe met vakantie? Spreker 2 Voy a... Ik ga naar... Spreker 1 Con quién vas? Met wie ga je? Spreker 2 Voy con mi(s)... Ik ga met mijn... Spreker 1 Vale, buen viaje! Oké, goede reis! Spreker 2 Muchas gracias! Veel dank! Luisteroefeningen De oefeningen worden voorgelezen door de docent. Luister eerst zonder mee te lezen. Daarna worden de oefeningen nog een keer voorgelezen en mag je meelezen. 13

1. Un encuentro - een ontmoeting C a r l o s : Hola! Eres Mayela verdad? Hallo! Jij bent Mayela, nietwaar? M a y e l a : Hola! Sí, soy Mayela. Y tú, quién eres? Hallo! Ja, ik ben Mayela. En jij, wie ben jij? C a r l o s : Me llamo Carlos. Soy amigo de Emilio. Ik heet Carlos. Ik ben een vriend van Emilio. M a y e l a : Ah, qué bien! Vives por aquí? Ah, wat goed! Woon je hier? C a r l o s : No, no vivo por aquí. Vivo en Valencia. Nee, ik woon hier niet. Ik woon in Valencia. M a y e l a : Qué casualidad! Yo también soy de Valencia. Wat toevallig! Ik kom ook uit Valencia. 2. Parientes - Familieleden C a r l o s : Hola Horacio! Hallo Horacio! H o r a c i o : Hola Carlos, qué tal? Hallo Carlos! Hoe gaat het? C a r l o s : Muy bien, gracias. Mira, te presento a mi novia Ana. Erg goed, dank je. Kijk, ik stel je voor aan mijn vriendin Ana. H o r a c i o : Mucho gusto Ana. Yo soy el primo de Carlos. Aangenaam Ana. Ik ben de neef van Carlos. A n a : Mucho gusto conocerle Horacio. Aangenaam met je kennis te maken Horacio. H o r a c i o : Oye Carlos, dónde están tus padres? Hoor eens Carlos, waar zijn je ouders? C a r l o s : Están en casa de la abuela. Ze zijn bij oma thuis. H o r a c i o : Vale, vamos a visitarlos! Oke, we gaan ze bezoeken! Liedje Het is nu tijd voor een Spaans liedje met Nederlandse vertaling! 14

CRISTÓBAL COLÓN Cristóbal Colón, bij ons beter bekend als Christoffel Columbus, geboren in 1451 te Genua in Italië, staat alom bekend als de ontdekker van Amerika. Vóór zijn grote ontdekking voer hij als koopman langs kusten om zijn koopwaar te slijten in een tijd dat men nog grote twijfels had of de wereld nu wel of niet plat was. Wetenschappers beweerden dat de wereld rond was, maar het er op wagen was een ander verhaal en weinigen durfden de stoute schoenen aan te trekken. Columbus had er echter wel oren naar want dat zou betekenen dat er dan een kortere route zou zijn naar het verre Azië. In plaats van helemaal om Afrika heen te varen zou je recht over kunnen steken en zo flink wat tijd besparen. Na veel gelobbyd te hebben voor zijn Er zijn geen afbeeldingen van Columbus idee kreeg hij uiteindelijk gehoor bij de koning en koningin van bekend die bij zijn leven gemaakt Spanje, Ferdinand en Isabella, die dit avontuur wel zagen zitten. zijn. Dit portret, dat in de zestiende eeuw door Met een vloot van drie schepen en 90 bemanningsleden mocht hij Sebastiano del Piombo werd geschilderd, de gok wagen en op 3 augustus 1492 zette hij koers richting Azië wordt beschouwd als waarschijnlijk het best via de verkorte route. gelijkende. Op 12 oktober 1492 kwam er land in zicht. Columbus en zijn bemanning waren er stellig van overtuigd dat het Indië was, maar in werkelijkheid was het één van de Bahama-eilanden. De lokale bevolking noemden zij dan ook nietsvermoedend indianen en deze naam wordt nog steeds gebruikt voor de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Overigens was Columbus niet de eerste Europeaan die voet aan wal zette op Amerikaanse bodem, de Vikingen waren hem voor. Als dank voor het vinden van de korte route naar Azië kreeg hij van het Spaanse hof een adellijke titel toebedeeld. Echter al snel bereikten dit hof berichten dat Columbus zich behoorlijk misdroeg in dat verre Indië. Berichten als machtsmisbruik, het toe-eigenen van levensmiddelen en loon van zijn medewerkers, razzia's op inboorlingen en de klacht van de rooms-katholieke geestelijken die vertelden dat Columbus stelselmatig het dopen van inboorlingen door missionarissen verbood. De doop zou namelijk de lucratieve slavenhandel die Columbus dreef onmogelijk maken. Naar aanleiding van deze berichten werd Columbus als gevangene naar Spanje teruggehaald waar hij uiteindelijk wel werd vrijgelaten, maar al zijn bezittingen had verloren. Zelf heeft Columbus nooit geweten dat hij een tot dan toe onbekend werelddeel had ontdekt. Een jaar na zijn dood verscheen de naam Amerika voor het eerst op de kaart, genoemd naar de ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci. Columbus wordt zowel de witte legende als de zwarte legende genoemd. Witte legende door hen die hem zien als held, ontdekker van Amerika en degene die het katholicisme daar geïntroduceerd heeft, zwarte legende door hen die hem zien als een roofzuchtige conquistador (veroveraar) en hem verantwoordelijk houden voor de genocide op de oorspronkelijke bevolking van Amerika en voor het aanzettten van de slavenhandel. Hoe het ook zij, het is vanwege Columbus dat men in het grootste gedeelte van Zuid- en Midden Amerika de Spaanse taal spreekt. 15

HUISWERK LES 1 Dit huiswerk, inclusief de antwoorden, is ook te maken via de website www.talencentrumtalkandtravel.nl, met het password dat je hebt gekregen. 1 Kies het juiste Spaanse woord voor de getallen: één twee drie vier vijf uno diez diez cinco cuatro ocho dos tres nueve ocho cuatro tres dos cuatro cinco zes zeven acht negen tien siete seis ocho ocho diez seis siete cuatro siete dos cinco cinco cinco nueve seis 2 Vertaal: Ik ben Spanjaard... Ik ben Peruaan... Ik ben Hollandse... Ik ben Cubaan... Ik ben Argentijnse... 3 Zet de vraagtekens op z n kop op de juiste plek in de Spaanse zin: 1. Hola cómo está? Hallo, hoe gaat het met u? 2. Amigo qué tal? Vriend hoe gaat het? 3. Dónde vive señor? Waar woont u meneer? 4. Es de Cuba? Kom u uit Cuba? 5. Bienvenido cómo le va? Welkom hoe gaat het? 4 Zet de vrouwelijke vorm achter de volgende woorden: señor... holandés hombre marido hermano Español Colombiano abuelo 16

5 Meervoud: zet onderstaande woorden in het meervoud: hotel ciudad señor noche día holandés hija abuela hermano mujer español país 6 De lidwoorden de en het. Zet el, la, los of las voor de volgende woorden... hermano.... mexicanos.. madres.... abuela.. tardes.... padres.. tarde... hijas.. nieto.... señores. 7 Vertaal onderstaande werkwoorden Hablo Soy Vivo Voy Hablar Trabajo Vivir Vas = ik praat. =. =. = =. =. =. =. 8 Kruis het juiste antwoord aan: Nederlands Spaans Spaans Nederlands 1. goedenavond a buenos días b buenas noches c buenas tardes d hasta luego 1. siete a zeven b negen c zes d vier 17

2. aangenaam a bienvenido b encantado c hermano d abuelo 2. hasta a hoe b later c tot d erg 3. Hoe gaat het met u? a Cómo estás? b Qué tal? c Cómo está? d Cómo le va? 3. día a avond b middag c dag d morgen 4. Ik kom uit. a Soy de b Estoy de c Es de d Eres de 4. muy a tot b erg c later d goed 5. man a señor b hombre c muchacho d amigo 5. gracias a goed b dank u c welkom d aangenaam 6. oma a esposa b nieta c tía d abuela 6. hermano a broer b neef c oom d opa 7. dochter a prima b novia c hija d hermana 7. bienvenido a aangenaam b welkom c dank u d goedemiddag 18

8. vriend a hermano b vecino c muchacho d amigo 8. luego a gauw b tot c erg d later 9. Ik ga met a Voy con b Soy de c Voy a d Soy con 9. cómo? a wat? b hoe? c wie? d waar? 10. Wie? a Quién? b Dónde? c Aquí? d Cómo? 10. buenas tardes a goedenavond b goedemiddag c goedendag d goedemorgen 11. ik woon a soy b voy c veo d vivo 11. nos vemos a tot later b tot gauw c tot ziens d tot straks 12. ik heb a tengo b tío c vivo d nieto 12. buenos días a goedemiddag b goedemorgen c goedendag d goedenavond 13. Hoeveel? a Dónde? b Quién? c Cuánto? d Cómo? 13. con a met b en c naar d is 19

14. broer a hijo b hermano c primo d tío 14. A dónde? a waar? b waarheen? c hoeveel? d wie? 15. morgen a tarde b día c mañana d noche 15. amigo a broer b neef c vriend d vader 16. mijn a mi b tú c se d nos 16. ciudad a stad b land c hoofdstad d nationaliteit 17. dank u a gracias b bienvenido c muy bien d encantado 17. capital a land b hoofdstad c nationaliteit d stad 20