PrOmotie Nederlands Schrijven Werkboek 2
Colofon Auteur: Onder redactie van: Met dank aan: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Hanneke Molenaar Lisette Ligtendag-Roijers (CED groep/pi, Rotterdam) Aveline Dijkman (Sociale Competentie) en de leden van de meeleesgroep. Y-Publicaties Adatodesign, Ugchelen Marco Bakker, Edu Actief Giethoorn ten Brink, Meppel Met medewerking van APS, Atlas Onderwijs Adviesgroep, CED-groep/PI, Rotterdam CPS, DGS, OSO/Fontys, IVIO, KPC Groep en SLO. De uitgave is ontwikkeld door KPC Groep in samenwerking met Edu Actief, in opdracht van het ministerie van OC&W. De totstandkoming is geïnitieerd door de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers. Titel: PrOmotie, Nederlands, Schrijven Werkboek 2 ISBN 90-6053-359-3 / ISBN (13) 978-90-6053-359-8 Copyright 2003 Uitgeverij Edu Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel telefoon: 0522-235 235 telefax: 0522-235 222 e-mail: info@edu-actief.nl internet: www.edu-actief.nl Eerste druk / vierde oplage 2003 Uitgeverij Edu Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Inhoudsopgave Pictogrammen / 4 1. Verjaardagskalender / 5 2. De uitnodiging / 17 3. Aanvraag examen / 27 4. De machtiging / 39 5. Een mooie tekst / 51 3 6. Kortingsacties / 64 7. Een memo / 75 8. Een valentijnskaart / 88 9. Een prikbordadvertentie / 96 10. Een afspraak noteren / 108
Pictogrammen In dit boek zie je bij sommige opdrachten een pictogram. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hieronder lees je wat de verschillende pictogrammen betekenen. Denken Bij dit pictogram moet je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Doen Bij dit pictogram moet je de opdracht uitvoeren. Je moet bijvoorbeeld iets maken. Of je moet iets doen. 4 Nakijken Bij dit pictogram ga je de opdracht controleren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Je denkt ook na over wat je de volgende keer anders moet doen. Samenwerken Sommige opdrachten maak je samen. Bij dit pictogram werk je samen met een klasgenoot. Ik & de Ander-kaarten Om de opdracht na te bespreken gebruik je de Ik & de Anderkaarten. Portfolio Soms staat dit pictogram bij een opdracht. Je mag dan een bewijs voor je portfolio maken. Je docent kan je meer vertellen over de portfolio.
Verjaardagskalender De datum van vandaag is - - Inleiding Van vrienden en bekenden wil je de verjaardag niet vergeten. Dan kun je ze opschrijven op een speciale kalender. Dat is de verjaardagskalender. Daarover gaat het in deze les. 5 Klem op de wc Roos zit in de trein. Ze kijkt gespannen uit het raam. Is ze er al? Het duurt lang voor er weer een station komt. Roos wordt er zenuwachtig van. Maar eigenlijk kan er niets fout gaan. Haar vader heeft haar in Rotterdam op de trein gezet. Tante Tiny haalt haar van het station in Valkenburg op. Het is gewoon een lange afstand. Roos verheugt zich op de komende dagen.
Nederlands schrijven Ze logeert bij tante Tiny. Dat is haar lievelingstante. Helaas is ze vorig jaar van Rotterdam naar Valkenburg verhuisd. Nu ziet ze haar tante niet zo vaak meer. Alles gaat goed. En tante Tiny staat al te wachten. Roos is blij. Niet alleen omdat ze tante Tiny ziet. Maar ook omdat ze zo nodig naar de wc moet. Ze wilde niet in de trein op de wc. Stel je voor dat de trein dan net zou stoppen. Nee, dat durfde Roos niet. 6 Nu moet ze opeens erg nodig. Ze kan het haast niet meer ophouden. Ze krijgt er zweetdruppels van. Er zit niks anders op dan te wachten tot ze bij tante Tiny thuis zijn. Thuis rent Roos met rugzak en al naar de wc. Dat is een opluchting. Ze is er bijna misselijk van. Ze kijkt eens om zich heen. Wat een gezellige wc is dit. Voor haar neus hangt een grote verjaardagskalender. Die heeft tante Tiny zelf gemaakt. Roos ziet dat ze op de kalender staat op 18 maart. Met een foto van haarzelf samen met tante Tiny.
Verjaardagskalender Ze ziet dat haar nichtje Caro op 4 maart jarig is. Dat wil Roos onthouden. Dan stuurt ze een kaart. Ze grijpt haar rugzak voor haar agenda en een pen. Maar dan gaat het mis. Roos leunt te ver achterover. Ze verliest haar evenwicht. Als een kleuter hangt ze klem in de wc. Van schrik geeft ze een gil. Ze kan zichzelf niet loskrijgen. Ze roept om tante Tiny. Die hoort haar geroep. Ze komt gauw kijken. Het haakje zit gelukkig niet op de deur. Dat was Roos in de haast vergeten. Tante Tiny kan niet meteen helpen. Ze moet hard lachen als ze Roos in de wc ziet. 7 Maar dan bevrijdt ze Roos. Tante Tiny haalt de verjaardagskalender van de deur. Dan kan Roos aan tafel de verjaardagen overschrijven. Wat leer je deze les? Na deze les kun je een verjaardagskalender invullen en bijhouden. Je kent de namen van de maanden. Je kent de maanden in de goede volgorde.
Nederlands schrijven Groepsgesprek Wat vind jij leuk op jouw verjaardag? Krijg je wel eens een verjaardagskaart? Waarom is het leuk een verjaardagskaart te krijgen? Hoe weet iemand dat jij jarig bent? Is het erg als iemand jouw verjaardag vergeet? Waarom? Aan wie stuur je wel eens een verjaardagskaart? Waarom doe je dat? Hoe weet je wanneer iemand jarig is? 8 Een verjaardag is voor veel mensen een belangrijke dag. Op een verjaardag wil je vaak laten merken dat je aan de jarige denkt. Je stuurt bijvoorbeeld een kaart. Of je gaat op visite. Dan moet je wel weten wanneer de verjaardag is. Dat kan door een verjaardagskalender bij te houden. Je kunt ook de verjaardag opschrijven in een agenda. Of in een adresboekje. Opdracht 1 Doe deze opdracht samen met een klasgenoot. Kijk naar de jaarkalender. Bespreek met elkaar de opdrachten. Zet een cirkel om de goede antwoorden. Een jaar heeft 9 / 12 / 10 maanden. Iedere maand heeft dezelfde / een eigen naam. De volgorde van de maanden is altijd / nooit hetzelfde. Je kunt de maand daarom wel / niet een eigen nummer geven.
Verjaardagskalender januari juli februari augustus maart september april oktober 9 mei november juni december
Nederlands schrijven Opdracht 2 De maanden hebben vaak lange namen. Die kun je ook korter opschrijven. Lees de 12 schuin gedrukte afkortingen. Schrijf ze achter de goede maand in opdracht 1. mrt. nov. apr. jan. okt. sept. febr. jul. mei. dec. aug. jun. Opdracht 3 Schrijf de namen van je klasgenoten op. Schrijf erachter wanneer ze jarig zijn. Naam: Jarig: 10
Verjaardagskalender Opdracht 4 Doen Je gaat de verjaardagskalender invullen van opdracht 1. Pak de lijst met namen van opdracht 3. 1 Let op de namen van de maanden. Schrijf op wanneer jij jarig bent. Schrijf de namen van je klasgenoten in de goede maand. Schrijf voor de naam de goede dag. Denken Kijk goed wat je in moet vullen. Werk netjes. Zorg dat het duidelijk is. Vul alles in. Nakijken Kijk na wat je hebt opgeschreven. Staan alle namen van je klasgenoten op de kalender? Staan alle namen in de goede maand? Staat voor alle namen de goede dag? 11 Iets vergeten? Vul het dan nu in. Een fout gemaakt? Verbeter die dan nu. Laat de bladzijde aan een klasgenoot lezen. Kan de klasgenoot goed lezen wat er staat? Dan heb je netjes en duidelijk gewerkt. Vergelijk jouw kalender met die van een klasgenoot. Heeft je klasgenoot hetzelfde ingevuld als jij? Zijn er verschillen? Kijk na wie de goede verjaardag heeft opgeschreven. Laat de docent nakijken wat je ingevuld hebt.
Nederlands schrijven Opdracht 5 Ken je de maanden van het jaar uit je hoofd? Kun je ze in de goede volgorde opzeggen? Oefen met een klasgenoot. 2 Jij hebt het werkboek dicht. Je klasgenoot heeft het werkboek open bij opdracht 1. Je zegt de maanden van het jaar hardop in de goede volgorde. Je klasgenoot controleert of het goed gaat. Lukt het niet in 1 keer? Dan oefen je nog even. Lukt het wel? Dan draai je de rollen om. 12 Nu zegt je klasgenoot de maanden in de goede volgorde. Jij controleert in het werkboek bij opdracht 1 of het goed gaat. Opdracht 6 Elke maand heeft een eigen nummer. Zet de goede maand achter het nummer. 6 =. 3 =. 8 =. 11 =. 2 =. 7 =. 10 =. 4 =.
Verjaardagskalender Opdracht 7 Doen Je gaat de verjaardagskalender op de volgende bladzijde invullen met bekenden. Pak eerst een los vel papier. Schrijf de namen op van bekenden die op jouw verjaardagskalender komen. Let op Daar horen niet je klasgenoten bij! Zoek uit wanneer jouw bekenden jarig zijn. Schrijf de datum achter de naam. Schrijf op wanneer jij jarig bent. Schrijf de namen van de maanden op de goede plek. Denk om de goede volgorde. Denken Kijk goed wat je in moet vullen. Werk netjes. Zorg dat het duidelijk is. Vul alles in. Schrijf de namen van jouw bekenden in de goede maand. Schrijf de goede dag voor de namen van jouw bekenden. 13
Nederlands schrijven januari juli februari augustus maart september 14 april oktober mei november juni december
Verjaardagskalender Nakijken Kijk na wat je hebt ingevuld. Staan alle namen van de lijst op de kalender? Staan alle namen in de goede maand? Staan alle namen op de goede dag? Een naam vergeten? Vul deze dan nu in. Een fout gemaakt? Verbeter die dan nu. Laat de docent nakijken wat je ingevuld hebt. Opdracht 8 Doen Maak je eigen verjaardagskalender. Misschien mag je de kalender op de computer maken. 3 In het programma Word kies je voor tabellen. Daarna kies je voor kolommen. Voor iedere maand heb je 1 kolom nodig. Je hebt in totaal 12 kolommen nodig. Een maand heeft 30 of 31 dagen. Dus je hebt 31 rijen nodig. Denken Kijk goed wat je in moet vullen. Werk netjes. Zorg dat het duidelijk is. Vul alles in. 15 In dit programma kun je ook lijnen en hokjes tekenen. Kies mooie plaatjes uit. Plak bij iedere maand mooie plaatjes of foto s. Neem de lijst met namen van opdracht 3 erbij. Neem ook de lijst met namen van opdracht 7 erbij. Schrijf de verjaardagen op.