Aan de leden van de gemeenteraad Postbus 5 2970 AA Bleskensgraaf T 14 0184 www.gemeentemolenwaard.nl Zaaknummer: 477694 Datum: 24 november 2015 Portefeuillehouder: wethouder P. (Piet) Vat Bijlage: motie / Quickscan Onderwerp: Resultaat onderzoek motie overdracht organisatie leerlingenvervoer aan ouders Geachte leden van de raad, Aanleiding De gemeenteraad nam op 4 november 2014 een motie aan over de overdracht van de organisatie van het leerlingenvervoer aan ouders. In de motie wordt het college verzocht in oktober 2015 met een voorstel te komen: 1. voor leerlingen die door hun schoolkeuze van het leerlingenvervoer gebruik maken de mogelijkheden in beeld te hebben om de organisatie van dit vervoer zoveel mogelijk aan ouders over te dragen; 2. voor de organisatie van het leerlingenvervoer naar het speciaal (basis)onderwijs met een voorstel te komen waarin de scholen een grotere rol hebben in de uitvoering van het vervoer en ouders keuzemogelijkheden hebben om zelf het vervoer te regelen. Onderzoek uitvoering motie Op 16 juni 2015 hebben de portefeuillehouder en ambtenaar Onderwijs een gesprek gehad met de beide indieners van de motie, t.w. Bas de Groot (SGP) en Jonette Korevaar (CDA) over de uitwerking van de motie. Tijdens dit gesprek zijn twee speerpunten benoemd: 1. invoering van een persoonsgebonden budget (PGB) in het leerlingenvervoer; 2. schoolbezoek aan scholen voor basisonderwijs buiten de gemeente Molenwaard, terwijl de gewenste richting ook in één van de kernen binnen de eigen gemeente aanwezig is. Ad 1. Invoering van een PGB maakt dat er niet meer wordt aanbesteed. Ouders betalen hiermee rechtstreeks de vervoerder. Invoering van het systeem betekent in de praktijk dat er niet meer wordt samengewerkt met buurgemeenten. Deze gemeenten kiezen vooralsnog niet voor een PGB. Vervoersritten worden dan niet meer onderling gecombineerd. Om de gevolgen hiervan in beeld te krijgen is door een extern bureau een Quickscan opgesteld. Hierin worden 4 hypothesen uitgewerkt. Voorts zijn stukken opgevraagd bij de gemeente Tiel. Deze gemeente is dit schooljaar gestart met de verstrekking van een PGB aan alle ouders. De structuur heeft veel overeenkomsten met het voormalige Oudercollectief. Het bedrijf Taxer (eigenaar J. Fuik) regelt het contract en contractmanagement. Met dit verschil dat niet de gemeente maar de ouders hun PGB doorbetalen aan de vervoerder. De gemeente Tiel is in het voorjaar uit een aanbestedingsprocedure met buurgemeenten gestapt. Er zijn dan ook geen combinatieritten meer.
2 Ad 2. In de kern Streefkerk is een reformatorische basisschool. Een aantal leerlingen uit de kernen Groot-Ammers, Langerak en Nieuwpoort, bezoeken echter de reformatorische ds. Koelmanschool te Gorinchem die verder weg is gelegen. De beschikking is gebaseerd op openbaar vervoer (OV) naar Streefkerk mits de afstand 6 km of meer is. Leerlingen naar de Koelmanschool uit de kernen Brandwijk, Molenaarsgraaf, Ottoland en Goudriaan hebben gezien de reistijd met OV-aanspraak op aangepast vervoer en worden met een touringcar vervoerd. Nagegaan is of vervoer naar Streefkerk een alternatief is. Ook deze school heeft te maken met een dalend leerlingenaantal en leegstand. Terwijl een aantal leerlingen een school van dezelfde richting buiten Molenwaard bezoeken. Resultaat en conclusies onderzoek Het onderzoeksresultaat en gesprekken daarover brengen ons tot de volgende conclusies: Ad 1. De berekeningen in de Quickscan geven een beeld van de meerkosten wegens het gemis aan combinatieritten met buurgemeenten. De conclusie is dat het geven van meer verantwoordelijkheid aan ouders in de organisatie van het leerlingenvervoer niet opweegt tegen het financiële nadeel dat ontstaat bij de invoering van een PGB. Het praktijkvoorbeeld van de gemeente Tiel geeft bovendien aan dat er voor de organisatie van het vervoer met een PGB er een instelling nodig is als tussenpersoon tussen ouders en vervoerder(s). Ad 2. Er is een gesprek geweest van de wethouder Onderwijs met de directeur van de reformatorische basisschool in Streefkerk. Het schoolbezoek van leerlingen uit de kernen Groot-Ammers, Langerak en Nieuwpoort naar een verder weg gelegen school is bekend en is een keuze van de ouders. Deze keus werd al gemaakt toen de school in Streefkerk nog niet werd aangemerkt als reformatorisch. De vervoersvergoeding is gebaseerd op de dichtstbijzijnde school. De conclusie is dat het de taak van de school zelf is hier in overleg te gaan met de betreffende ouders. De leerlingen uit de kernen van het deel Graafstroom hebben vanwege de lange reistijd als gevolg van de beperkte OV-verbinding aanspraak op aangepast vervoer. Omwille van de kosten wordt hiervoor een touringcar ingezet. Uit het onderzoek is gebleken dat de Koelmanschool de dichtstbijzijnde school is. De OV-verbinding naar Streefkerk maakt dat er inzet van aangepast vervoer nodig blijft. Gezien de toegangswegen is bij aangepast vervoer de inzet van een touringcar geen optie en maakt het gebruik van 8-persoons busjes het vervoer alleen maar duurder. In alle situaties dat leerlingen een school van dezelfde richting buiten Molenwaard bezoeken zal een eventuele overgang van de ene school naar de andere school het gemakkelijkst zijn bij nieuwe instroom van 4-jarigen. Er is afgesproken dat bij de voorbereiding van de volgende aanbesteding er voor het basisonderwijs in het programma van eisen de mogelijkheid van opstapplaatsen zal worden ingevoerd die dan tot een kostenbesparing moet leiden. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard, de secretaris de burgemeester N. van Ameijde-Poortman MBA D.R. van der Borg
Molenwaard MOTIE Overdracht organisatie leerlingenvervoer aan ouders De raad van de gemeente Molenwaard, in vergadering bijeen op 4 november 2014, behandelende de Begroting 2015, Constaterende dat: Het college door omstandigheden de organisatie van het leerlingenvervoer dit jaar bij een oudercollectief heeft weggehaald. Er bezuinigingen op het leerlingenvervoer in de begroting opgenomen zijn. Overwegende dat: Uitvoering door de gemeente haaks staat op het vertrouwen in de kracht van de samenleving en het principe van zorgen voor naar zorgen dat ; Ouders de vrijheid hebben om een school op afstand te kiezen; Deze ouders het vervoer van hun kinderen het beste zelf kunnen regelen, met als voordeel dat zij route, aantal passagiers en aard van het vervoer zelf kunnen bepalen; Scholen voor speciaal (basis) onderwijs zicht hebben op de behoefte van leerlingen en baat hebben bij een adequaat vervoer; Wij het niet meer dan logisch vinden dat ouders en scholen betrokken zijn bij de organisatie van dat vervoer. Wij indien nodig onderscheid willen maken tussen leerlingenvervoer vanwege een eigen keuze voor onderwijs en van leerlingen die vanwege een beperking gebruik maken van leerlingenvervoer. Verzoekt het college:
Bij de bezuinigingen de leerlingen die vanwege een beperking gebruik maken van leerlingenvervoer zo veel mogelijk te ontzien. Aangaande de organisatie van het leerlingenvervoer van leerlingen die ten gevolge van hun schoolkeuze van deze regeling gebruik maken: Om in oktober 2015 de mogelijkheden in beeld te hebben om de organisatie van het vervoer zo veel mogelijk aan de ouders over te dragen. Aangaande de organisatie van het leerlingenvervoer naar speciaal (basis)onderwijs: Om in oktober 2015 met een voorstel te komen waarbij de scholen een grote rol hebben in de uitvoering van het vervoer en ouders de keuzemogelijkheid hebben om zelf het vervoer te regelen. En gaat over tot de orde van de dag. De CDA-fractie, Ad van Rees De SGP-fractie, Corné Egas
QuickScan Leerlingenvervoer Opdrachtgever: Gemeente Molenwaard
Gemaakt voor: Gemeente Molenwaard Auteur: M. van Dijk Datum: 7 oktober 2015 Projectnummer: dp20151003 Status: Definitief Colofon: Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever of auteur. dp20151003 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 1. De drie hypothesen... 5 1.1. Hypothese A... 5 1.2. Hypothese B... 5 1.3. Hypothese C... 6 1.4. Hypothese D... 6 2. Vaststellen PGB... 7 dp20151003 3
Inleiding De gemeente Molenwaard heeft aan ons gevraagd doormiddel van een QuickScan in beeld te brengen wat de effecten zijn van het invoeren van een PGB in het leerlingenvervoer op de kosten voor het vervoer. In deze QuickScan doen wij geen uitspraken over de juridische status van een PGB in relatie tot de verordening leerlingenvervoer en de aanbestedingswetgeving. De QuickScan geeft alleen de vervoerkundige effecten aan en de relatie tot de kosten voor het vervoer. De QuickScan is gebaseerd op routelijsten en leerlingenlijsten van de lopende overeenkomsten. In het eerste hoofdstuk word de effecten in beeld gebracht gebaseerd op vier hypothesen. In het tweede hoofdstuk word geschetst hoe complex de invoering van een PGB kan zijn. dp20151003 4
1. De drie hypothesen 1.1. Hypothese A Het vervoer van de gemeente Molenwaard is geen onderdeel meer van de lopende overeenkomsten in samenwerking met andere gemeenten. Uitgangspunt is dat al het vervoer door de ouder(s)/verzorger(s) zelf wordt ingekocht door middel van een PGB bij 1 vervoerder of 1 coördinerende partij (die het als tussenpersoon dan onderbrengt bij 1 of meerdere vervoerder). Het leerlingenvervoer wordt nu in verschillende overeenkomsten uitgevoerd in combinatie met verschillende gemeenten. Wanneer de gemeente niet meer gezamenlijk met de andere gemeenten het vervoer zal inkopen zullen kosten voor de gecombineerde ritten niet meer gedeeld kunnen worden. De ritten die nu gecombineerd worden met andere gemeenten zullen daardoor duurder worden. Het budget dat de gemeente nu beschikbaar heeft voor het leerlingenvervoer zal daardoor ontoereikend zijn Ongeveer 40% van de ritten wordt nu gecombineerd met andere gemeenten. Dit betekent dat gemeenten hier de kosten delen. Bij het wegvallen van deze combinatiemogelijkheden zullen de kosten niet met 40% toenemen. Omdat voor sommige ritten de gemeente het merendeel van de kosten draagt en niet volledig afhankelijk is van de andere gemeenten. Wij schatten dat voor de gemeente de kosten (door het wegvallen van de combinatiemogelijkheden) met minimaal 15% (Euro 116.000,00) zullen toenemen wil de gemeente een PGB beschikbaar stellen dat voor de ouder(s)/verzorger(s) kostendekkend is. Dit % kan nog hoger uitvallen omdat de combinatie met name zit op de ritten buiten de regio met een relatief lage combinatiegraad. Dit zijn bijvoorbeeld de ritten naar scholen die ondanks de invoering van passend onderwijs zullen blijven bestaan (zoals vervoer naar het Mytyl-onderwijs). 1.2. Hypothese B Het vervoer van de gemeente Molenwaard is geen onderdeel meer van de lopende overeenkomsten in samenwerking met andere gemeenten. Aanvullend willen ook niet alle ouder(s)/verzorger(s) gebruik maken van het PGB en blijven een beroep doen op het aangepast vervoer georganiseerd door de gemeente. Indien ouder(s)/verzorger(s) de keuze maken geen gebruik te maken van het PGB en de gemeente hun daartoe niet verplicht bestaat de kans dat een deel ouder(s)/verzorger(s) een beroep blijven doen op de gemeente voor het organiseren van aangepast vervoer. Dit zal leiden tot een verdere verdunning van de combinatiemogelijkheden. Omdat dit afhankelijk is van individuele keuzen is vooraf niet in te schatten hoe groot het effect is van deze verdunning. Feit zal zijn dat zowel het budget voor de PGB s als het budget als het budget voor dp20151003 5
het vervoer dat de gemeente nog moet inkopen verder ontoereikend zou zijn. De mate waarin is alleen niet te bepalen. Om een beeld te geven van de impact. Wanneer slecht 5% van de ouder(s)/verzorger(s) geen gebruik zullen maken van het PGB zal er sprake zijn van een tekort van minimaal 13,1% (Euro 101.500,00) op het budget. 1.3. Hypothese C Het vervoer van de gemeente Molenwaard is geen onderdeel meer van de lopende overeenkomsten in samenwerking met andere gemeenten. Uitgangspunt is dat al het vervoer door de ouder(s)/verzorger(s) zelf wordt ingekocht door middel van een PGB maar de ouder(s)/verzorger(s) kiezen verschillende organisaties om het PGB aan uit te geven. Bij hypothese C geldt hetzelfde als bij hypothese B. Ook dit zal leiden tot een verdere verdunning van de combinatiemogelijkheden en daarmee hogere kosten voor het vervoer. 1.4. Hypothese D Het PGB mag gebruikt worden voor het rijden met de eigen auto. Bij hypothese D geldt hetzelfde als bij hypothese C en B. Ook dit zal leiden tot een verdere verdunning van de combinatiemogelijkheden en daarmee hogere kosten voor het vervoer. Zeker wanneer niet alle ouders een gelijke keuze maken. De vergoeding die de gemeente volgens de verordening leerlingenvervoer nu verstrekt voor eigen vervoer is gebaseerd op de regeling reiskosten binnenland (Euro 0,37 per km). Deze vergoeding is veel lager dan de kosten voor taxivervoer. Dit betekent dat een PGB gebaseerd op de kosten voor taxivervoer veel te hoog is. Ook geeft de verordening nu al de ruimte aan de ouder(s)/verzorger(s) om te kiezen voor eigen vervoer wanneer hun dat beter past dan aangepast vervoer (taxi/touringcar). Hier wordt voor het vervoer naar het (voortgezet) speciaal onderwijs alleen in uitzonderlijke gevallen gebruik van gemaakt. Ervaring leert dat dit voor ouder(s)/verzorger(s) geen optie is omdat het een te hoge belasting voor het gezin zal zijn wanneer zij zelf hun kinderen over grotere afstanden moeten wegbrengen. Zeker omdat het vervoer ook in de ochtendspits plaatsvindt en de rijrichting afwijkend kan zijn met werk. Hier speelt ook mee dat een deel van de ouder(s)/verzorger(s) niet zelf over een auto kan beschikken. dp20151003 6
2. Vaststellen PGB Er zijn verschillende manier om het PGB vast te stellen en verschillende manieren om het PGB uit te geven. In dit hoofdstuk schetsen we door middel van een aantal voorbeelden een beeld van de complexheid hiervan. Gemiddelde kosten als uitgangspunt Wanneer het PGB wordt gebaseerd op de gemiddelde kosten die de gemeente per leerling kwijt zal het PGB voor de individuele ouder(s)/verzorger(s) te hoog of te laag zijn. De grote verschillen in reisafstand en het maatwerk dat leerlingenvervoer kenmerkt maakt deze methode zeker in een landelijke gemeente als Molenwaard niet bruikbaar wanneer ouder(s)/verzorger(s) werkelijk een individuele keuze kunnen maken. Werkelijke kosten als uitgangspunt Wanneer het budget wordt bepaald op basis van de kosten die individuele ouder(s)/verzorger(s) kwijt zouden zijn wanneer zij het vervoer inkopen zal door het wegvallen van de combinatiemogelijkheden het gemeentelijke budget voor leerlingenvervoer ontoereikend zijn. Een individueel PGB als alternatief voor een gedeelde collectieve voorziening Wanneer ouder(s)/verzorger(s) in twee gelijke groepen het PGB bij twee verschillende organisaties onderbrengen daalt door het wegvallen van combinatiemogelijkheden in ieder geval de kostendekkingsgraad met de helft. De kosten voor de gemeente worden dan minimaal tweemaal zo hoog. Een budget dat zowel voor ouder(s)/verzorger(s) als de gemeente kostendekkend is alleen mogelijk wanneer alle ouder(s)/verzorger(s) collectief dezelfde keuze maken voor dezelfde organisatie. Dit lijkt volledig theoretisch omdat het tegen het idee van een PGB ingaat. Namelijk keuzevrijheid. Deze keuzevrijheid kan niet beperkt worden. Immers wanneer ouder(s)/verzorger(s) verplicht worden bij 1 organisatie hun PGB onder te brengen is er geen sprake meer van keuzevrijheid en zal waarschijnlijk de gemeente of deze organisatie namens de gemeente aanbestedingsplichtig zijn. Kosten collectiviteit Ouder(s)/verzorger(s) zijn bij een PGB zelf verantwoordelijk. Ook voor de contacten met vervoerders en de onderhandeling over tarieven en contracten. Dit is een complexe materie waardoor ouder(s)/verzorger(s) gedwongen zijn dit uit te besteden. In de analyse is er geen rekening mee gehouden met de kosten die ouder(s)/verzorger(s) zullen moeten betalen aan een uitvoeringsorganisatie wanneer zij zelf niet direct hun PGB aan een vervoerder geven. Dit kan betekenen dat het PGB of het budget van de gemeente niet toereikend zijn. dp20151003 7