Beleidskader Mantelzorgondersteuning



Vergelijkbare documenten
Uitvoeringsnota Mantelzorgondersteuning

Gemeente Sittard-Geleen. Uitvoeringsplan Informele Zorg Inzet van mantelzorgers en (zorg-)vrijwilligers

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Respijtzorg in de regio

Mantelzorg waardering en ondersteuning

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Opmerkingen COMMISSIE SAMENLEVING

De Adviesraad Sociaal geeft hierbij aanbevelingen en advies voor een bijgesteld beleid dat herkenbaar is en transparant voor de burger.

Beleid mantelzorg en vrijwilligers Fener Zorg

Speerpunten en kwaliteitscriteria Bijzondere Subsidieverordening Ondersteuning Mantelzorg en Vrijwilligerswerk Amsterdam

Betreft : Handreiking waardering mantelzorg door gemeenten Datum :

De ASD Oss geeft hierbij aanbevelingen en advies voor een bijgesteld beleid dat herkenbaar is en transparant voor de burger.

Plan Informele Zorg 2016

Wij wensen u de komende tijd veel succes met het invullen van prestatieveld 4 van de Wmo, zodat ook uw gemeente in 2012 kan zeggen:

6. VERLICHTEN. 6.1 Inleiding. 6.2 Werk netwerkgericht en zet in op preventie van

Informatiekaart 2. Mantelzorg in de Wmo Gemeenten aan zet. Kennisdossier Mantelzorg en de Wmo

Rapportage Onderzoek Mantelzorg

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Mantelzorgondersteuning en waardering Versienummer 1

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Doel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM

Nota van B&W. onderwerp Mantelzorgwaardering 2016

Dé mantelzorger bestaat niet

Gebruiksaanwijzing voor zorgaanbieders

Mantelzorgbeleid ZAB Nederland

Gebruiksaanwijzing voor (welzijns-) organisatie voor mantelzorgers of zorgvrijwilligers

Nota Mantelzorg Evenwicht tussen draagkracht en draaglast 9 september

Preventie in Gooise Meren. Preventie in het Sociaal domein

Secretariaat WMO raad: Maaskantveld 26, 2992 HM Barendrecht. secretariaat: Website:

Uitvoeringsplan Actiepunten gemeenten. Mantelzorgondersteuning en mantelzorgwaardering in het Westerkwartier

Gemeente Hattem - Nota Mantelzorgondersteuning

Gebruiksaanwijzing voor gemeenten

Projectplan Informele Zorg

Stand van zaken Sociaal Domein

Mezzo memo. Waardering mantelzorg. Uitgangspunten. : Waardering mantelzorg door gemeenten

Mantelzorg in de gemeente Groesbeek

Nota Mantelzorgondersteuning

Werkplan. Versie 30 september 2015

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Notitie Mantelzorgbeleid 2017 gemeente Harlingen

Mezzo Advies voor gemeenten Verordening WMO versie 2

Wmo 2015 Gemeente Zeist

Manifest. van de mantelzorger

Profijt van respijt; bottleneck bij dementie en NAH?

Mantelzorgbeleid. Mantelzorgbeleid De Gouden Leeuw Groep - mei

Mezzo Advies Verordening WMO 2015

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Uitvoeringsplan Mantelzorg Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Feiten en cijfers mantelzorg

Mantelzorgnotitie juni 2016 Gemeente Oss

Vraag 1: In 2017 wordt een pilot gestart voor gezinsondersteuning vanuit het sociaal team. Graag willen wij uitleg hoe de pilot eruit ziet?

PROGRAMMABEGROTING

PARTICIPATIERAADHAARLEM

Goed samenspel met mantelzorgers loont! SharingDay

Kader mantelzorg en vrijwilligerswerk

Burgemeester en Wethouders 19 oktober Steller Documentnummer Afdeling. A.P. Vrieze 15I Samenleving

Uitvoeringsplan Wmo beleid Samen sterk in de Wmo Gemeente Slochteren

Raads inforrnatiebrief

Gebruiksaanwijzing voor belangenbehartigers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

Informatiebijeenkomst

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

De kunst van samen leven in de gemeente Renkum. Uitvoeringsplan mantelzorg

Menukaart voor mantelzorgers

Verbeteren door vernieuwen en verbinden

Strategisch beleid

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

Nadere regels blijk van waardering Mantelzorgers. a. belanghebbenden: personen die zich aantoonbaar hebben geregistreerd als mantelzorger;

Het beleidsplan is tot stand gekomen door overleg met en participatie van betrokken doelgroepen, jeugdigen, ouders en professionals.

MANTELZORGBELEID. Mantelzorgbeleid Pagina 1

Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014

3) Verslag van de vergadering van 29 september 2014, zie bijlage 1 (16:05 uur)

Mezzo memo. Betreft : Het keukentafelgesprek, visie en uitgangspunten Van : Mezzo Bijlage 1 : Het keukentafelgesprek in de praktijk

Het Signalerend. Toegankelijke. Activerende. Netwerk

Ketenzorg Dementie Midden-Brabant. Samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars 6 februari 2017

Gebruiksaanwijzing voor belangenbehartigers

Kennisplatform Mantelzorg West Friesland. Samen vernieuwen in de Wmo, 15 juni 2015

Transformatie in de gemeente Dalfsen. Dichter bij de kern

Versie 17 juni Nadere regeling waardering mantelzorgers 2015

Steunpunten vrijwilligers en mantelzorg

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen

Programma. 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph uur. 2. Presentatie van organisaties uur Pluspunt MEE Activite

d Postbus AA Den Burg website: 1

De Wmo en de decentralisaties

Titel-Titel Beleidsnota informele zorg

Ambtenaren en wethouders gemeente Gooi en Vecht over Proeverij met mantelzorgers

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

DEMENTIEPROOFMETER 2015 Gemeente Helmond Ja Nee

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

Wmo 2015 door Tweede Kamer

Rapport Onderzoek Mantelzorgbeleid

MANTELZORG BELEID Door S. Veenendaal THUISZORG COMFORT

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Transcriptie:

Beleidskader Mantelzorgondersteuning

Inhoudsopgave Vooraf 1. Inleiding 2. Uitgangspunten en doelen 3. Huidige aanbod van mantelzorgondersteuning 3.1 Toegankelijkheid van het aanbod 3.2 Aansluiting op de vraag 3.3 Tijdige inzet van ondersteuning 3.4 Aansluiting op het sociaal domein 4. Laagdrempelige steunfunctie in de buurt 4.1 Spreekuur in de buurt 4.2 Cliëntondersteuning 4.3 Toeleiding 4.4 Signalering en preventie 4.5 Bewustwording 4.6 Toegankelijke informatie 4.7 Emotionele steun 5. Maatwerkondersteuning voor zwaarbelaste mantelzorgers 5.1 Integrale ondersteuning in de toegang 5.2 Respijtzorg als maatwerkvoorziening 5.3 Persoonsvolgende financiering 5.4 Woningaanpassingen 5.5 Blijk van waardering voor mantelzorgers 6. Ondersteuning van risicogroepen mantelzorgers 6.1 Risicogroepen mantelzorgers 6.2 Samenwerking met cliëntenorganisaties 6.3 Dementievriendelijke gemeente 7. Vrijwilligersnetwerk informele zorg 7.1 Deskundige ondersteuning voor vrijwilligers 7.2 Uitvoering vrijwilligersbeleid 7.3 Platform informele zorg 8 Regionaal kennisnetwerk mantelzorg 8.1 Onderzoek innovatie en effectmeting 8.2 Inclusief beleid mantelzorg 9. Proces en planning 9.1 Vervolgtraject 9.2 Routekaart mantelzorg 9.3 Monitoring en verantwoording 9.4 Communicatie 2

Vooraf In het Wmo beleidsplan 2012-2015 is aangegeven dat voor de vrijwillige inzet en informele zorg een integraal beleidskader wordt geformuleerd. In de afgelopen periode hebben we hiervoor gesprekken gevoerd met mantelzorgers en professionals. Op basis daarvan is geconcludeerd dat de verschillen tussen vrijwilligers en mantelzorgers beter tot hun recht komen in afzonderlijke beleidskaders. Mantelzorg wordt vanuit een persoonlijke relatie gegeven en is niet vrijwillig. Mantelzorgers nemen daardoor een eigen positie in binnen het sociaal domein en kennen een eigen urgentie als het gaat om ondersteuning. De inrichting van een stevige structuur voor mantelzorgondersteuning vraagt prioriteit. Dit moet voorkomen dat de mantelzorgers overbelast raken en onvoldoende zijn toegerust om de toenemende zorgzwaarte thuis vol te houden. Daarnaast stelt de Wmo 2015 nieuwe eisen aan de ondersteuning van mantelzorgers. De urgentie om de ondersteuning van mantelzorgers goed te regelen wordt bovendien breed door de raad gedeeld 1. Vrijwilligerswerk gaat verder dan alleen informele zorg. Onze visie op de ondersteuning en stimulering van vrijwillige inzet geven we in een afzonderlijke nota weer. Die nota gaat in op de wijze waarop de gemeente burgers in positie wil brengen om zich actief in te zetten voor elkaar. Ook geven we daarin aan op welke wijze we vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties willen ondersteunen. In de transitieagenda voor het sociaal domein hebben we bepaald dat we eerst werken aan datgene wat moet (transitie) en vervolgens aan wat kan (transformatie). Het brede vrijwilligersbeleid past bij de transformatie, waarin ondermeer gewerkt wordt aan de vormgeving van de sociale basisinfrastructuur en de vormgeving van de civil society. Voor Mantelzorg zijn diverse definities in omloop. In deze nota wordt verstaan onder mantelzorg: Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. 1 Motie Bewustwording mantelzorgers M13/54 3

1. Inleiding Mantelzorgers vervullen een onmisbare rol in onze samenleving. Zij zorgen vanuit een persoonlijke relatie langdurig, intensief en onbetaald voor iemand die ziek of hulpbehoevend is. Dat kan een partner, ouder, kind, vriend of kennis zijn. Mantelzorgers zijn onmisbaar in de ondersteuning, juist ook omdat zij goed weten wat degene voor wie ze zorgen nodig heeft. Als gemeente vinden wij het belangrijk om mantelzorgers zo goed mogelijk te ondersteunen en de waardering te geven die hen toekomt. De hervorming van de langdurige zorg is er op gericht om het beter mogelijk te maken dat mensen met een zwaardere zorgvraag vanaf 2015 langer thuis kunnen wonen met hulp vanuit het eigen sociale netwerk. Dat betekent dat in Hilversum steeds meer mensen intensiever en langer betrokken zullen zijn bij de zorg voor hun naaste. De verwachting is dat door de toenemende zorgzwaarte thuis de behoefte aan mantelzorgondersteuning zal toenemen. De Wmo 2015 stelt de gemeente beter in staat om mantelzorgers op een samenhangende wijze ondersteuning te bieden en de zorgtaken te verlichten. Dit plaatst de relatie tussen de gemeente en de mantelzorger in een nieuw daglicht. De nieuwe positie van de mantelzorger brengt zowel kansen als risico s met zich mee. We willen hierop anticiperen door mantelzorgers op tijd te helpen en hen beter toe te rusten om te kunnen zorgen op de manier die bij hen past. We vinden het daarbij niet alleen belangrijk dat ze de zorg beter en langer kunnen volhouden maar ook dat zij in staat zijn om de regie te blijven houden over de zorg rondom hun naaste. Op landelijk niveau wordt gewerkt aan de randvoorwaarden voor de versterking van mantelzorgers. Daarvoor wordt momenteel met vrijwilligers- en cliëntenorganisaties de Toekomstagenda langdurige zorg opgesteld. Op het moment van schrijven zijn alleen de hoofdthema s bekend waarvoor actieplannen worden ontwikkeld. De thema s zijn: het samenspel tussen de formele en informele zorg, deskundigheidsbevordering van alle betrokkenen, toerusting van mantelzorgers en vrijwilligers en de nieuwe rol van vrijwilligers bij het verlichten van de mantelzorger. De thema s zijn meegenomen in dit beleidskader. Omdat landelijk en lokaal nog veel in ontwikkeling is, beschouwen we dit beleidskader als een document waarin ruimte is voor bijstelling en aanscherping in de uitvoering. Belangrijk gegeven is dat de effecten van de veranderingen voor mantelzorgers pas echt zichtbaar worden in 2015, als mensen intensiever en langer betrokken zijn bij de zorg. De vraag naar ondersteuning zal voor een belangrijk deel bepaald worden door de mate waarin we erin slagen om de gewenste transformatie in het sociaal domein te realiseren. We hebben in deze nota de kaders geschetst voor de ondersteuning, een basis waarop we de komende jaren in de uitvoering kunnen voortbouwen. 2. Uitgangspunten en doelen Voor de uitwerking van dit beleidskader hebben we de volgende uitgangspunten geformuleerd. 1. De steun van mantelzorgers is onvervangbaar en onbetaalbaar. Mantelzorgers dragen bij aan een menselijke en economisch gezonde gemeente en zijn daarom van grote waarde voor de samenleving. 2. Mantelzorgers moeten op eigen wijze kunnen zorgen en grip houden op het eigen leven. De inwoner met een zorgvraag en de mantelzorger moeten daarom beiden kunnen aangeven wat zij willen, wat zij kunnen en hoe dit bij hun leven past. 3. Zwaarbelaste mantelzorgers hebben een eigen ondersteuningsbehoefte die vraagt om specifieke ondersteuning op maat om uitval te voorkomen. 4. Het samenspel tussen mantelzorger, vrijwilliger en hulpverlener is essentieel voor een goede hulpverlening. 5. Mantelzorg en vrijwillige zorg komen altijd in aanvulling op, maar nooit in plaats van professionele zorg. Tegelijkertijd is de professionele ondersteuning geen vervanging van informele zorg maar zoveel mogelijk aanvullend op. Dit is een dynamisch spanningsveld waarin het evenwicht telkens opnieuw gezocht moet worden. We willen de ondersteuning van mantelzorgers beter organiseren zodat we meer inwoners kunnen bereiken en hen sneller en beter kunnen helpen. Dit moet mantelzorgers beter in staat stellen om zorg te verlenen op een manier die aansluit bij het eigen leven. Uiteindelijk gaat het erom dat mantelzorgers 4

regie over hun eigen leven en de zorg kunnen blijven houden en dat zij de zorg beter en langer vol kunnen houden. Daarvoor willen we de ondersteuning beter inpassen in de door ons beoogde ondersteuningsstructuur zoals is weergegeven in de nota de Transformatie in het sociaal domein (het piramidemodel) 2. We hebben daarbij drie pijlers benoemd: het stimuleren van de sociale (basis)infrastructuur en preventie, het vernieuwen van individuele voorzieningen en de integrale toegang tot ondersteuning. Deze pijlers vormen ook de basis voor de herinrichting van de ondersteuning voor mantelzorgers. Zij zijn vertaald naar de onderstaande doelstellingen. 1. Een laagdrempelige steunfunctie in de buurt, gericht op informatie en advies, signalering, toeleiding en kortdurende cliëntondersteuning; 2. Een vangnet voor zwaar belaste mantelzorgers door middel van maatwerkondersteuning 3. Een aanbod van samenhangende ondersteuning voor risicogroepen mantelzorgers Naast de directe ondersteuning van mantelzorgers richten we ons op de randvoorwaarden die ondersteunend zijn aan het netwerk rondom de inwoner met een zorgvraag en de mantelzorg, waarin naast professionals ook zorgvrijwilligers een rol spelen. Hierbij hebben we twee doelstellingen geformuleerd: 4. Het ondersteunen en uitbreiden van het vrijwilligersnetwerk voor informele zorg. 5. Het realiseren van een (regionaal) kennisnetwerk mantelzorgondersteuning. De bovenstaande doelstellingen zijn mede tot stand gekomen op basis van een verkenning van het huidige aanbod en vraag naar mantelzorgondersteuning en de aansluiting daarvan op het sociaal domein. Allereerst volgt een samenvatting van deze verkenning en een analyse van knelpunten en kansen. Daarna geven we aan welke stappen we willen zetten om aan de hand van de bovenstaande doelstellingen- een samenhangende ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers te realiseren. 3. Huidige aanbod van mantelzorgondersteuning Op basis van de uitgevoerde verkenning kunnen we concluderen dat in Hilversum een gevarieerd en breed aanbod van mantelzorgondersteuning bestaat. Versa Welzijn is als centrale dienstverlener van het Steunpunt Mantelzorg verantwoordelijk voor individuele en groepsgewijze ondersteuning, training en deskundigheidsvordering. De verantwoordelijkheid voor mantelzorgondersteuning wordt echter veel breder gedeeld. Ook zorg- en welzijnsorganisaties cliëntenorganisaties, ouderenbonden en vrijwilligersorganisaties verlenen steun aan mantelzorgers. Zij zijn op verschillende terreinen en voor verschillende doelgroepen actief. Daarnaast zijn er samenwerkingsinitiatieven rondom specifieke doelgroepen, zoals bijvoorbeeld het NAH Pluspunt en het Alzheimercafé. In de bijlage is de zogenoemde startfoto opgenomen met een overzicht van de huidige mantelzorgondersteuning in Hilversum. De inventarisatie is uitgevoerd volgens de landelijke richtlijnen voor mantelzorgondersteuning: de basisfuncties mantelzorg 3. Naast informatie, advies en emotionele steun gaat het om begeleiding, educatie, praktische hulp, respijtzorg, financiële tegemoetkomingen en materiële hulp. 3.1 Toegankelijkheid van het aanbod Er zijn diverse gesprekken gevoerd zijn met mantelzorgers en organisaties die actief zijn op het gebied van mantelzorgondersteuning. Daarnaast is ook gesproken met Mezzo, de landelijke vereniging voor mantelzorgers. Daaruit komen diverse signalen naar voren over de ondersteuning in Hilversum. In het algemeen geldt dat het aanbod nog onvoldoende bekend is en niet goed zichtbaar is. Mantelzorgers weten vaak niet waar zij informatie, advies en steun kunnen vinden. De informatie is nog te versnipperd en daardoor onoverzichtelijk. Ook professionals lopen hier tegen aan. Veel organisaties bieden indirect of direct ondersteuning voor mantelzorgers. Deze initiatieven kunnen echter beter met elkaar verbonden worden zodat zij elkaar beter kunnen versterken. In dat kader wordt ook gesignaleerd dat het delen van kennis rondom mantelzorg(ondersteuning) in het werkveld verbeterd kan worden. 2 De transformatie in het sociaal domein; Samenhang in de transities; 11 december 2013 3 De basisfuncties worden momenteel door VWS en VNG aangepast aan de hervorming van de langdurige zorg en krijgen naar verwachting een plek in Toekomstagenda Informele zorg en ondersteuning. 5

3.2 Aansluiting op de vraag Mantelzorgers hebben een zeer diverse vraag naar ondersteuning, afhankelijk van de persoonlijke situatie. De dienstverlening door het Steunpunt Mantelzorg wordt door mantelzorgers over het algemeen positief beoordeeld. Dit betreft met name de groep zwaar- en overbelaste mantelzorgers. Mantelzorgers voelen zich door het steunpunt geholpen en het aanbod van lotgenotencontact en kennis over ziektebeelden is voor veel mantelzorgers waardevol. We zien dat mantelzorgers met een zwak sociaal netwerk vaak langdurig gebruik maken van de ondersteuning. Mantelzorgers geven aan dat zij behoefte hebben aan meer praktische hulp bij het afhandelen van administratieve en financiële zaken. Met namen werkende mantelzorgers hebben behoefte aan praktische steun en tools om de zorg te vergemakkelijken en te combineren met de eigen situatie. Overbelasting komt veelvuldig en structureel voor bij de groep mantelzorgers bij niet aangeboren hersenletsel (NAH). Deze groep kent veel uitval op andere terreinen zoals werk en het sociale netwerk en heeft naar eigen zeggen onvoldoende regie over de zorg rondom de partner. Zij hebben behoefte aan meer ondersteuning bij het nemen van de regie. Belangrijk is in dit kader vraag en aanbod van respijtzorg. Uit onderzoek blijkt dat de behoefte aan een adempauze onder mantelzorgers groot is, maar het gebruik daarvan achterblijft. Dit is ook het signaal in Hilversum. Versa heeft in 2009 in opdracht van de gemeente extra aandacht besteed aan respijtzorg. Dit heeft echter geen zichtbare structurele verbetering te weeg gebracht. Respijtzorg wordt in veel verschillende vormen geboden zoals kortdurend verblijf (logeren), ondersteuning door vrijwilligers (informele respijtzorg), dagbesteding en dagopvang, begeleiding, buddyzorg/ maatjes, kortdurend verblijf, vakantiekampen, weekend logeren etc. Het aanbod van (informele) respijtzorg is in Hilversum en de regio nog onvoldoende zichtbaar terwijl de zorgvraag thuis zwaarder wordt. Mantelzorgers maken zich hierover zorgen. We signaleren daarnaast een behoefte aan samenwerking en kennisuitwisseling onder betrokken partijen. 3.3 Tijdige inzet van ondersteuning Tot slot komt naar voren dat een deel van de mantelzorgers zich niet voldoende herkent in het aanbod en daarom geen hulp vraagt. Vanuit het steunpunt mantelzorg wordt er nog te veel afwachtend gewerkt. Nu komen mantelzorgers veelal pas in beeld op het moment dat zij zichzelf melden en er vaak al sprake is van overbelasting of uitval op andere terreinen zoals werk. Het is bekend dat mantelzorgers vaak moeite hebben om hulp te vragen, mede vanwege de glijdende schaal waarin de zorg steeds zwaarder wordt. Daarom is een proactieve strategie nodig. In dat kader blijft ook bewustwording (herkenning en erkenning) van mantelzorgers voor alle betrokkenen (dienstverleners én inwoners) in Hilversum een punt van aandacht. Het accent ligt nu hoofdzakelijk op de individuele ondersteuning en er is nog te weinig structurele aandacht voor bewustmaking van mantelzorgers en inwoners. 3.4 Aansluiting bij de transformatie in het sociaal domein Voor de inrichting van het sociaal domein is als uitgangspunt vastgesteld dat het accent verschuift richting preventie en vroegsignalering, zodat we duurdere en langdurige ondersteuning verder in de zorgketen kunnen voorkomen. Het zwaartepunt in de ondersteuning van mantelzorgers ligt nu nog te veel aan het eind van de zorgketen. We willen de gewenste beweging op gang brengen en daarnaast betere maatwerkoplossingen bieden als vangnet voor zwaar belaste mantelzorgers. Dit vraagt om een vernieuwing van de ondersteuningsstructuur waarin de beoogde doorgaande lijn in signalering, toerusting en ondersteuning beter tot zijn recht komt. In het navolgende deel werken we uit op welke wijze we de bovengenoemde knelpunten en kansen In het huidige aanbod zullen oppakken. Zij krijgen een plek binnen de nieuwe structuur voor mantelzorgondersteuning. Zoals gezegd bestaat die structuur uit een brede algemene toegankelijke steunfunctie in de buurt, een vangnet met maatwerkvoorzieningen voor zwaarbelaste mantelzorgers en gerichte ondersteuning voor risicogroepen mantelzorgers. 4. Laagdrempelige steunfunctie in de buurt 6

Wij werken momenteel aan de herinrichting van de basisvoorzieningen in het sociaal domein. In dat kader realiseren we een algemene functie voor cliëntondersteuning aan mantelzorgers. De ondersteuning is gericht op preventie, signalering en kortdurende ondersteuning. De nadruk ligt op het voorkomen van overbelasting door mantelzorgers op tijd een steuntje in de rug te geven en hen in hun kracht te zetten 4.1. Spreekuur in de buurt We zorgen ervoor dat mantelzorgers dicht bij huis en laagdrempelig in contact kunnen komen met informatie over mantelzorg en mantelzorgondersteuning. Daarvoor maken we gebruik van plekken waar mensen nu al vanzelfsprekend naar toe gaan, bijvoorbeeld de woondienstencentra in Hilversum, buurthuizen en gezondheidscentra. We zoeken naar mogelijkheden om daar inloopspreekuren aan te bieden. Dit verbetert niet alleen de vindbaarheid van ondersteuners maar maakt ook de doorverwijzing makkelijker omdat de lijnen korter worden en professionals elkaar sneller weten te vinden. Deze locaties kunnen zich ontwikkelen tot informatieknooppunten voor Mantelzorgers, maar ook voor inwoners met een hulpvraag. We nemen dit mee in de brede herziening van het welzijnswerk. Hierover zijn we in gesprek met Versa. 4.2 Cliëntondersteuning We willen cliëntondersteuning koppelen aan de inloopspreekuren in de buurt. Cliëntondersteuning bestaat uit informatie en advies, emotionele steun, educatie en praktische ondersteuning bij het regelen van zorg en steun. Het accent ligt daarbij op het versterken van de eigen kracht. De ondersteuning wordt door mantelzorgondersteuners van Versa geboden, maar ook door consulenten van MEE, GGZ centraal en opvoedondersteuning vanuit het CJG/Jeugdgezondheidszorg. In het kader van de brede doorontwikkeling van cliëntondersteuning op basis van de Wmo 2015, houden we alle vormen van cliëntondersteuning tegen het licht om te zien waar we meer samenhang kunnen brengen in het aanbod en welke doelgroepen nog onvoldoende bediend worden. Ook willen we meer zicht krijgen op het proces en de inhoud van de geboden ondersteuning en de mate waarin daarmee duurzame resultaten worden bereikt: in hoeverre zijn mantelzorgers beter in staat om hun vragen op te lossen en de zorg vol te houden. Daarbij willen we ook meer inzicht in de klanttevredenheid. We zoeken hiervoor de samenwerking op met onderwijs en onderzoeksinstellingen. 4.3 Toeleiding De huisarts is vaak het eerste aanspreekpunt voor mensen met een zorgvraag en hun mantelzorger. We willen de huisarts en praktijkondersteuners binnen de bestaande samenwerking daarom beter betrekken bij het aanbod van ondersteuning. Het is in de eerste plaats van belang dat de huisarts voldoende kennis heeft van de voorzieningen voor mantelzorgers. In dat kader wordt gewerkt aan een pilot om mantelzorgers eerder te bereiken via de huisarts en thuiszorgorganisaties. Het experiment loopt van januari tot en met maart 2015. De resultaten worden meegenomen bij de verdere doorontwikkeling van het mantelzorgbeleid. Daarnaast willen we de samenwerking tussen eerste lijn en welzijn in brede zin in een stroomversnelling brengen door de introductie van het concept Welzijn op recept. Dit biedt huisartsen en eventueel andere zorgverleners de kans om mensen gericht door te verwijzen naar ondersteuning die past bij de specifieke behoefte. Dit concept wordt in 2015 verder uitgewerkt. 4.4. Signalering en preventie Binnen het netwerk van zorgaanbieders, huisartsen en het welzijnswerk in Hilversum zal meer met elkaar worden samengewerkt om probleemsituaties vroegtijdig te signaleren en zo nodig afstemming te realiseren door casemanagement. De wijkverpleegkundige krijgt vanaf 2015 een coördinerende rol in het wijknetwerk. In het netwerk maken we afspraken voor het realiseren van een goede aansluiting op het loket, training van hulpverleners en een tijdige toeleiding van mantelzorgers die zwaar belast zijn. 4.5. Bewustwording Bij preventie past het om mantelzorgers bewust te maken van hun situatie en zelf te laten nadenken over hoe zij in hun kracht gezet kunnen en willen worden: het herkennen en erkennen van mantelzorg. Dit doen we door middel van een publiekscampagne om inwoners en mantelzorgers bewust te maken van het begrip mantelzorg, de signalen van overbelasting en de ondersteuningsmogelijkheden. Daarnaast hebben we de digitale mantelzorgtest gelanceerd die mensen inzicht geeft in wat mantelzorg inhoudt en een indruk geeft in hoeverre zij belast zijn door hun mantelzorgtaken. 7

Om mantelzorgers te laten ontdekken wat ze nodig hebben werken we in regionaal verband aan een pilot waarbij we mantelzorgers ondersteunen bij het stellen van een hulpvraag. In dat kader worden workshops gegeven over anders communiceren. In Hilversum wordt hierop aangesloten door de effectiviteit te laten onderzoeken via een studentonderzoek. 4.6. Toegankelijke informatie Om zelf de weg te kunnen vinden naar ondersteuning en voor een goede verwijzing van mantelzorgers is een actuele sociale kaart op het gebied van mantelzorg noodzakelijk. In de (digitale) sociale kaart die MEE Utrecht Gooi & Vecht ontwikkelt voor Hilversum is ook aandacht voor het aanbod voor mantelzorgers. We zorgen ervoor dat de bekendheid met de sociale kaart onder mantelzorgers wordt vergroot. 4.7 Emotionele steun Lotgenotencontact is voor veel mantelzorgers waardevol om de zorg vol te blijven houden. Dit wordt bevestigd in de gesprekken die de gemeente met mantelzorgers heeft gehouden. Eenzaamheid speelt bij mantelzorgers een grotere rol door de gebondenheid aan huis en veranderende relaties. We organiseren dicht in de buurt van mantelzorgers laagdrempelige activiteiten voor ontmoeting, dialoog en emotionele steun. Dit is ook de plek om tools aan te reiken om de zorg beter vol te houden (draagkrachtversterking) en het eigen sociale netwerk te versterken. Lotgenotencontact draagt op zichzelf ook al bij aan het versterken van het sociale netwerk rondom de inwoner met een zorgvraag en de mantelzorger. We willen bevorderen dat mantelzorgers elkaar beter kunnen helpen vanuit ervaringsdeskundigheid en wederzijdse herkenning. Daarmee zetten we hen beter in hun eigen kracht. Daarnaast willen we nagaan of er meer behoefte is aan activiteiten waaraan mensen met een zorgvraag en hun mantelzorger samen kunnen deelnemen. Voor mensen met dementie bestaan zulke activiteiten al en zijn hier positieve ervaringen mee opgedaan (bijvoorbeeld het Alzheimercafé). Ook is er in het kader van de jaarlijkse landelijke dag van de mantelzorg aandacht voor ontmoeting, ontspanning en emotionele steun. 5. Maatwerkondersteuning voor zwaarbelaste mantelzorgers Wanneer algemene cliëntondersteuning niet afdoende of wanneer de hulpvraag complex is, bieden we een vangnet om de zorg te verlichten met concrete oplossingen en begeleiding in de vorm van maatwerk, gericht op de zorgvrager en de mantelzorger samen. Met maatwerk zijn we in staat om beter aan te sluiten bij de specifieke vraag van de mantelzorger: een kind van een ouder met een psychiatrisch beeld heeft immers een andere ondersteuningsvraag dan een partner van iemand met dementie. De nadruk ligt in deze fase van ondersteuning op het beperken van overbelasting en het voorkomen van uitval. 5.1. Integrale ondersteuning in de toegang In de toegang werken we vanaf 2015 vanuit de integrale ondersteuning van de inwoner met een zorgvraag én mantelzorger. Daarmee doen we meer recht aan de gelijkwaardige ondersteuningsbehoefte van de zorgvrager en de mantelzorger. Dat betekent dat we in het vraaggesprek expliciet aandacht hebben voor de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger op alle drie de terreinen: Wmo, jeugd en participatie. Daarnaast stellen we ook voor mantelzorgers onafhankelijke cliëntondersteuning beschikbaar bij de vraagverheldering in de toegang. We hebben onze werkprocessen in het dienstencentrum aangepast op de integrale werkwijze en we trainen onze medewerkers op het herkennen en verhelderen van de ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers. Daardoor zijn we in staat om sneller en breder in beeld te krijgen wat de mantelzorger nodig heeft en kunnen we op tijd en gerichter verlichting bieden en overbelasting voorkomen.. 5.2 Respijtzorg Respijtzorg biedt mantelzorgers de mogelijkheid om hun zorgtaken tijdelijk over te dragen om even vrijaf te zijn. Respijtzorg is voor zwaarbelaste mantelzorgers vaak een noodzaak. Het preventieve effect is belangrijk: als respijtzorg op tijd wordt ingezet zorgt een adempauze ervoor dat mantelzorgers de zorg langer en beter vol kunnen houden. Respijtzorg draagt eraan bij dat mantelzorgers minder snel uitvallen of in een isolement raken. 8

Vanwege de toenemende zorgzwaarte thuis verwachten we dat de behoefte aan respijtvoorzieningen zal toenemen. We willen de drempels om gebruik te maken van respijtzorg voor mantelzorgers wegnemen. Dit doen we door een breder aanbod van respijtvoorzieningen tot stand te brengen waarmee we eerder en beter kunnen aansluiten bij de specifieke vraag van mantelzorgers in Hilversum. Daarnaast willen we de mogelijkheden voor respijtzorg beter onder de aandacht brengen. We willen beter in beeld brengen aan welke vormen van respijtzorg behoefte bestaat. Daarbij hebben we meer zicht nodig op het aanbod en de capaciteit van de verschillende initiatieven in Hilversum en de regio. Hilversum staat hierin overigens niet alleen, dit geldt voor de meeste gemeenten. Voor de verkenning zoeken we samenwerking in de regio. We brengen in kaart waar knelpunten en kansen zijn en hoe het aanbod en vraag met elkaar in evenwicht gebracht kan worden. De verkenning moet helder maken welke vervolgstappen nodig zijn om een samenhangend aanbod van respijtvoorzieningen te realiseren waarmee we in staat zijn om op tijd verlichting te bieden. Daarbij betrekken we de cliëntenorganisaties, bijvoorbeeld via de regionale Samenkracht bijeenkomsten. Afhankelijk van de uitkomsten van de verkenning bepalen we in hoeverre extra middelen nodig zijn voor uitbreiding en ontwikkeling van nieuwe vormen van informele respijtzorg. Het concept Welzijn op recept biedt goede kansen om respijtzorg gericht en op tijd in te zetten. Verder zullen we in samenspraak met mantelzorgers en vrijwilligers nieuwe vormen van respijtzorg stimuleren. Bij voorkeur organiseren we respijtzorg dicht bij huis waarbij we verbindingen leggen met reguliere activiteiten vanuit de basisvoorzieningen in de buurt. Respijtzorg zal bij voorkeur in de eigen huiselijke omgeving worden ingezet. Verschillende vormen van (indirecte) respijtzorg worden verder in het kader van begeleiding regionaal ingekocht. Naast kortdurend verblijf vanuit de Wmo en Jeugdwet gaat het om dagbesteding voor o.a. ouderen met dementie en crisisopvang. Kortdurend verblijf is bedoeld voor mensen die permanent toezicht nodig hebben. In Hilversum hebben gemiddeld 65 personen een indicatie voor kortdurend verblijf. Daarvan hebben 45 mensen een voorkeur voor PGB en 25 voor zorg in natura, Kortdurend verblijf wordt hoofdzakelijk toegekend aan ouders en hun kinderen. In Hilversum gaat het veelal om kinderen met een verstandelijke beperking. Zij hebben vanuit de AWBZ recht op maximaal drie etmalen verblijf. In de regio hebben we er voor gekozen om het aantal etmalen niet te maximeren. De noodzaak daarvan stellen we in de toegang vast op basis van de verkenning van de persoonlijke situatie in het vraaggesprek. 5.3 Persoonsvolgende financiering In de Verordening Wmo 2015 is opgenomen dat Mantelzorgers niet via een Persoonsvolgend budget kunnen worden gehonoreerd. Er zal in de uitvoering nadrukkelijk oog zijn voor uitzonderingen op deze regel. Voor het mogelijk maken van maatwerkondersteuning voor mantelzorgers zoeken we naar een passende financieringsvorm. We laten ons daarbij leiden door de vraag hoe we maatwerk en keuzemogelijkheden kunnen realiseren zonder dat bureaucratie een belemmering vormt. 5.4. Woningaanpassingen Bij de gemeente komen vragen binnen rond wonen met mantelzorg. Concreet hebben die betrekking op het verbouwen van een aanbouw of een vrijstaand bijgebouw tot woonruimte zodat een zorgvrager of de mantelzorger over voldoende privacy beschikt en zorg van familie beschikbaar is. We kijken nadrukkelijk naar het mogelijk maken van woonvormen (o.a. mantelzorgwoning, aanbouw kamer, voorrang woningtoewijzing). Landelijke regelgeving op dit punt wordt aangepast waardoor het vanaf 1 november 2014 mogelijk is om meer maatwerk te bieden. 5.5 Blijk van waardering voor mantelzorgers De gemeente is vanaf 2015 verantwoordelijk voor de jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorger. Voor de jaarlijkse blijk van waardering hebben we een juridische grondslag geregeld in de Verordening Wmo 2015. We krijgen hiervoor vanuit het rijk per 2015 het budget van het mantelzorgcompliment overgeheveld. We zorgen ervoor dat de inwoner aan wie mantelzorg wordt verleend, zijn mantelzorgers jaarlijks een blijk van waardering kan verlenen. Daarvoor kan de inwoner jaarlijks een aanvraag indienen bij de gemeente. In nadere regelgeving bepalen we waaruit de waardering bestaat en op welke wijze mantelzorgers de waardering ontvangen. Dit pakken we op in samenspraak met de mantelzorgers in Hilversum. Aandacht zal worden gegeven bij de verdere 9

uitwerking aan mantelzorgers die inwoners van Hilversum ondersteunen die geen aanvraag kunnen indienen. Bijvoorbeeld in het geval van dementie. 6. Ondersteuning van risicogroepen mantelzorgers Overbelasting kan ernstige gevolgen hebben voor de mantelzorger én de zorgvrager, bijvoorbeeld risico op ontwikkelingsachterstand bij kinderen en huiselijk geweld door opgelopen spanningen. We ondersteunen groepen die extra risico lopen op overbelasting en uitval doordat zij zwaar belast zijn of moeilijk bereikbaar. Voor deze doelgroepen stellen we middelen beschikbaar via subsidie. 6.1 Risicogroepen mantelzorgers Groepen die extra ondersteuning vragen zijn mantelzorgers dementie, niet aangeboren hersenletsel, jonge mantelzorgers, allochtone mantelzorgers, mantelzorgers voor mensen met GGZ problematiek en werkende mantelzorgers. Voor deze groepen is het delen van ervaringen vanuit wederzijdse herkenning en het verwerven van kennis over de beperkingen en aandoeningen van de zorgvrager zeer waardevol. Ook hebben zij behoefte aan concrete handvatten en tools voor omgang met degene voor wie zij zorgen. 6.2 Samenwerking met cliëntenorganisaties Voor de bovenstaande doelgroepen bestaat een uiteenlopend aanbod in de vorm van lotgenotencontact, educatie en trainingen. Cliëntenorganisaties spelen een grote rol bij de kennisoverdracht en educatie voor specifieke groepen. Het aanbod voor risicogroepen is daarnaast verspreid over uiteenlopende organisaties (o.a. lotgenotengroepen van Versa voor allochtone mantelzorgers, MEE, GGZ centraal). We willen de informatie over het aanbod beter structureren en meer samenwerking zoeken zodat de initiatieven elkaar beter kunnen versterken. Ook willen we nagaan of alle risicogroepen voldoende in beeld zijn. Cliëntorganisaties en ervaringsdeskundigen geven we daarbij een grotere rol in de uitvoering en training. Ook haken we zo veel mogelijk aan bij wat er in de regio gebeurt zodat een breed aanbod voor specifieke doelgroepen beschikbaar blijft. 6.3 Dementievriendelijke gemeente We zetten extra in op mantelzorgers dementie vanwege de zware belasting van mantelzorgers en het relatief grote aantal inwoners met (beginnende) dementie. De gemeente heeft met Stichting Alzheimer Nederland Afdeling Gooi en omstreken, een intentie verklaring getekend om samen te werken om de gemeente dementievriendelijk te maken. Daarmee willen we stimuleren dat mensen met dementie en hun mantelzorgers samen kunnen blijven participeren in de eigen buurt/wijk. We zetten in op het bieden van passende hulp en ondersteuning voor mensen met dementie en hun mantelzorgers vanaf de eerste signalen van de ziekte. De Alzheimer Stichting krijgt daarbij een initiërende rol. Om te onderzoeken in hoeverre we momenteel een dementievriendelijke gemeente zijn, vindt momenteel een dementiescan plaats. Daarin komt de rol van de mantelzorger nadrukkelijk aan de orde. 7. Vrijwilligersnetwerk informele zorg Door de toenemende zorgvraag thuis zullen er steeds meer vrijwilligers nodig zijn die ondersteuning kunnen bieden. Vrijwilligers zijn waardevol en zorgen ervoor dat er meer tijd en aandacht is voor inwoners met een zorgvraag en dat mantelzorgers zich gesteund en geholpen voelen. Bovendien draagt contact tussen vrijwilligers, hulpvragers en mantelzorgers bij aan de sociale cohesie in Hilversum en het voorkomen van sociaal isolement. In Hilversum zijn veel vrijwilligersorganisaties actief. Ook de ouderenbonden en kerken en moskeeën spelen daarin een rol. We stimuleren en faciliteren dat er voldoende toegeruste vrijwilligers zijn die snel en eenvoudig inzetbaar zijn. 7.1. Deskundige ondersteuning voor vrijwilligers De relatie tussen zorgvragers, mantelzorgers en vrijwilligers is kwetsbaar, mede vanwege het vrijwillige karakter. De continuïteit van zorg vormt een risico en niet iedereen is geschikt om ingezet te worden bij complexe en zware ondersteuningsvragen, zoals bijvoorbeeld dementie. We vinden het daarom belangrijk dat vrijwilligers een goede opleiding krijgen en goed worden begeleid door deskundige coaches. Daarnaast is een passende match essentieel voor het realiseren van maatwerk. Coördinatoren van vrijwilligers moeten goed zijn toegerust om een juiste inschatting te kunnen maken van wat nodig is en wat een vrijwilliger in huis heeft. Zorgvuldigheid, deskundigheid het borgen van de 10

continuïteit van zorg zijn voor ons randvoorwaarden voor het inzetten van vrijwilligers in de zorg. Vanuit het subsidieproces bewaken we dat er voldoende aandacht is voor de kwaliteit en continuïteit van de ondersteuning geboden door vrijwilligers in de informele zorg. 7.2 Uitvoering vrijwilligersbeleid De ondersteuning en toerusting van vrijwilligers en ook de praktische ondersteuning van vrijwilligersorganisaties werken we uit in het kader van de transformatie. Daarin nemen we ook de rol van de vrijwilligerscentrale van Versa mee en geven we concreet aan welke activiteiten we faciliteren voor het vinden, binden en trainen van vrijwilligers in de informele zorg (bijvoorbeeld vrijwillige thuishulp, buddyzorg, vriendendiensten, georganiseerde burenhulp, terminale thuiszorg etc). 7.3 Platform informele zorg We gaan een platform informele zorg opzetten waarin vrijwilligersorganisaties en cliëntenorganisaties periodiek ervaringen en ontwikkelingen kunnen delen. Het doel is het versterken van de informele zorg in Hilversum. Ook stimuleren we via het platform de samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties onderling en met professionals. We werken hieraan verder met behulp van door Mezzo voor dit doel ontwikkelde tools. Verder willen we op deze wijze de onderlinge uitwisseling van vrijwilligers stimuleren zodat op individueel niveau meer passende matches gemaakt kunnen worden. Nu moeten mantelzorgers vaak langer wachten dan wenselijk is omdat de juiste match niet gemaakt kan worden. 8. Regionaal kennisnetwerk Mantelzorg Er structurele capaciteit nodig om het inclusief denken over Mantelzorg te bevorderen zodat er in de volle breedte in de samenleving (óók bij werkgevers) meer oog komt voor de behoeften van mantelzorgers. Daarom willen we werken aan een regionaal netwerk dat zich moet richten op deze overstijgende taken ter ondersteuning van de directe uitvoering. Op regionaal niveau werken we samen aan activiteiten die in het kader van de ontwikkelagenda mantelzorg worden uitgevoerd vanuit de Regionale Sociale Agenda (RSA). We gaan na welke mogelijkheden er zijn om het kennisnetwerk vanuit de RSA op te bouwen. 8.1 Onderzoek innovatie en effectmeting Het netwerk kan tevens een platform bieden om meer en gerichter onderzoek te laten uitvoeren naar de effectiviteit van de verschillende vormen van ondersteuning. Daarvoor willen we in de uitvoering vaker verbindingen leggen met onderwijs en onderzoek. Het netwerk moet een aanjaagfunctie vervullen bij het verspreiden van slimme oplossingen om mantelzorg te verlichten en de samenwerking te verbeteren. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan nieuwe technologie (digitale applicaties zoals apps) en de mogelijkheden voor het mobiliseren van sociale netwerken via social media. 8.2 Inclusief beleid mantelzorg In dit kader noemen we ook het bevorderen van mantelzorg-inclusief denken binnen onze eigen organisatie. De gemeente wil het goede voorbeeld geven om mantelzorg-vriendelijk personeelsbeleid te voeren. Zo zijn er bijvoorbeeld flexibele werktijden waardoor werk en mantelzorgtaken beter kan worden gecombineerd. Daarnaast zoeken we de raakvlakken op bij beleidsdomeinen en kijken we bijvoorbeeld ook naar de kwaliteitseisen die we kunnen stellen aan de inkoop van zorg. 11

9. Proces en planning In de afgelopen periode zijn verschillende stappen gezet om de ondersteuning voor mantelzorgers te verbeteren. Bij het schrijven van deze beleidsnota zijn de effecten en resultaten van de bewustwordingscampagne en de mantelzorgtest nog niet voldoende uitgekristalliseerd. We volgen de effecten en vertalen dit naar eventuele vervolgstappen. 9.1 Vervolgtraject Bij het vervolgtraject volgen we de route die is afgesproken in de uitvoeringsnota Transformatie sociaal domein. We doen eerst wat moet en daarna wat kan. Drie onderwerpen vragen prioriteit: de nadere verkenning van het aanbod en de vraag naar respijtvoorzieningen, de vormgeving van de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers (het voormalige compliment) en het organiseren van persoonsvolgende financiering voor mantelzorgers. Daarnaast implementeren we de verruimde regelgeving voor woonvormen voor mantelzorg in ons omgevingsbeleid. Bij de uitwerking zoeken we zo veel mogelijk de samenwerking met cliëntenorganisaties, bijvoorbeeld via de regionale Samenkracht bijeenkomsten en de werkgroep dementievriendelijke gemeente. Ook zijn we in gesprek met Mezzo over mogelijke ondersteuning bij de uitwerking. 9.2 Routekaart mantelzorg Dit beleidskader omvat veel uiteenlopende acties. Niet alles hoeft vanuit het programma mantelzorg te worden ingevuld. Veel gebeurt al via aanpalende beleidsvelden in het kader van de transformatie. We willen dit in beeld brengen in een Routekaart Mantelzorgondersteuning. In de routekaart zal door het college periodiek worden aangegeven aan de raad wat we wanneer gaan doen en wat wordt opgepakt. Ook geven we daarin aan wat we zelf doen en wat we beleggen in de regio. Bij de totstandkoming van de routekaart zullen we de cliëntorganisaties en vrijwilligersorganisaties in de informele zorg betrekken. 9.3 Monitoring en verantwoording De centrale rol van de mantelzorger en de uiteenlopende beleidsterreinen waarin mantelzorg terugkomt vragen om een goede aansturing en monitoring van ontwikkelingen. De routekaart is een goed instrument om vanuit het perspectief van mantelzorg, de voortgang op alle terreinen in samenhang te volgen en te monitoren en zo nodig op tijd bij te sturen. Aan de hand van de routekaart willen we de raad en de Wmo raad periodiek informeren over de voortgang. De routekaart wordt medio 2015 aan de raad aangeboden. 9.4 Communicatie In de communicatie rondom de transitie is Mantelzorgondersteuning op dit moment een belangrijk onderdeel. De bewustwordingscampagne mantelzorg is al gestart. Mantelzorgondersteuning zal integraal onderdeel blijven van de communicatie rondom de transitie en de transformatie van het Sociaal Domein. 12