STEDELIJKE PARKEERVERORDENING



Vergelijkbare documenten
STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening parkeerplaatsen buiten openbare weg (versie 2)

Stedenbouwkundige verordening inzake parkeren, stallen van auto s en fietsen en realisatie van bergruimten bij woningen

Gemeente Mol. Stedenbouwkundige verordening inzake autoparkeerplaatsen en fietsstalplaatsen bij bouwwerken

aanleggen van parkeerplaatsen en

Stedenbouwkundige verordening. inzake parkeren en stallen van auto s en fietsen

(Versie 12/12/2013) Provincie Vlaams-Brabant Gemeente Opwijk

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Voor het gebruik van deze verordening worden volgende definities gehanteerd:

DE RAAD: Gelet op de bouwverordening betreffende de parkeerplaatsen, goedgekeurd in de vergadering van de gemeenteraad dd 16 maart 1993;

dienst ruimtelijke ordening R E G L E M E N T

GEMEENTE JABBEKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN BIJ BOUWWERKEN

VERKAVELINGEN, INDUSTRIE EN WERKPLAATSEN

Stedenbouwkundige verordening

De verduidelijking in de rechterkolom behoort niet tot de vastgestelde verordening en heeft als dusdanig geen rechtskracht

Stedenbouwkundige verordening. inzake oppervlaktenormen voor meergezinswoningen. Vrijheid 29 B-2370 Arendonk

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente.

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING OP HET AANLEGGEN VAN PARKEERPLAATSEN EN FIETSENSTALLINGEN BUITEN DE OPENBARE WEG

STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT

Gemeentelijke Stedenbouwkundige verordening Inzake het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen Aanpassing

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

Gemeente Ruiselede Stedenbouwkundige verordening met oog op het versterken van de woonkwaliteit bij meergezinswoningen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2016

Provincie Vlaams-Brabant Gemeente Asse

Wijziging ABR deel 3, hoofdstuk 2 Woongebouwen ifv Hospitawonen

Projectzones Leemhoek. Zone P2

VERORDENING 'GEZINSWONINGEN'

Stedenbouwkundige verordening

Gemeente Meulebeke Stedenbouwkundige verordening met oog op het versterken van de woonkwaliteit bij meergezinswoningen Gecoördineerde versie

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015

RUP nr. 2ter Zeedijk-Mouchotteplein Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan juni 2018

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. OPENBARE ZITTING VAN DINSDAG 28 FEBRUARI 2012

Parkeeranalyse ontwikkeling gezondheidscentrum Hazenkamp aan de Vossenlaan in Nijmegen

STUDENTEN- HUISVESTING IN GENT KOTEN WIJZER VERHUREN? Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning STEDENBOUW- KUNDIGE NORMEN.

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Kies voor klimaatgezonde en aangename woonomgevingen.

ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING

Stedenbouwkundige verordening. inzake parkeren en stallen van auto s en fietsen en realisatie van bergruimten bij woningen en andere functies

9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

Provinciaal RUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Rotselaar

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN. 1. Inleiding

Stedenbouwkundige verordening SV 01 betreffende het parkeren en stallen van voertuigen op privaat domein.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

INPLANTINGSvoorschriften woonkavel BELLEGEM EMDEKA

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 maart 2015

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige verordening. Gemeente Knesselare

TERMINOLOGIE BESTEMMING... 4

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

Nota parkeernormen Winterswijk

Betreft: Advies met betrekking tot de stad Sint-Truiden Toelichtingsnota en mober RUP Sint-Pieter versie februari 2016

HERZIENING STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING OP HET AANLEGGEN VAN PARKEERPLAATSEN EN FIETSENSTALLINGEN BUITEN DE OPENBARE WEG

Gemeentelijke verordening inzake parkeren op privaat domein

Provincie Antwerpen STAD LIER Arr. Mechelen

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN

Art. 1 - Dit regelement is van toepassing vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.

Bestaand regionaal bedrijf

stedenbouwkundige voorschriften

bladnummer 3 Advies van de gecoro

RUP KLAARSTRAAT (HERZIENING EN UITBREIDING VAN HET RUP ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT-, RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN-

ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Begrippen. 1.1.

Keizerpoort terug op de kaart

RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN "Agfa-Gevaert deel Roderveldlaan-Lode Vissenaekenstraat"

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN - BIJLAGE BIJ VERKAVELINGSPLAN (plan 6)

Stedenbouwkundige voorschriften

VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT. Verordenende voorschriften toelichting

provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Kwaliteitskader meergezinswoningen Sint-Pieters-Leeuw

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

Gebied voor stedelijke activiteiten

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

HART VOOR DE BURGER Verkeersdoorstroming Verkeersregeling op en rond de Grote Markt

«Quartier de Haren» / «Wijk Haren»

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Bestaand regionaal bedrijf

ALGEMEEN KWALITEITSKADER MEERGEZINSWONINGEN goedgekeurd door college van burgemeester en schepenen op 01/07/2016

GEMEENTE HERSELT. RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten. Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften

BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE WONEN. Art. 1. Zone voor gemengde bestemming wonen en handel. Stedenbouwkundig voorschrift

Hoofdstuk I. Verboden en beperkt verkeer

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Overzicht Verkeersinbreuken (autosnelwegen inbegrepen) 2018: 1e semester PZ LIER

2.3 Zone voor gemengd project

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

1. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Beleidsregels toepassing parkeernormen gemeente Eindhoven, Maart 2012

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

Historisch gegroeid bedrijf Verhelst te Knokke-Heist

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

Transcriptie:

STAD LIER STEDELIJKE PARKEERVERORDENING STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING voor PARKEREN van auto's en fietsen Vastgesteld op de Gemeenteraad van Lier in zitting van.. ~..2 3 HAART 2015 De Secretaris, Versie conform het goedkeuringsbesluit van de Deputatie van de Provincie Antwerpen dd. 4 juni 2015. Publicatie in het Belgisch Staatsblad op 12 juni 2015. In werking getreden op 22 juni 2015.

INHOUD 1 / DOELSTELLINGEN VAN DEZE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING 1 1.1 / LIER WOONSTAD 1 1.2 / DUURZAME MOBILITEIT 2 1.3 / LIER, STAD VOOR WINKELEN EN TOERISME 6 1.4 / BIJDRAGE IN STEDELIJKE KOSTEN VOOR MOBILITEIT EN PARKEERVOORZIENINGEN: DE MOBILITEITSBIJDRAGE 7 1.5 / SOCIALE RECHTVAARDIGHEID 7 2 / DEFINITIES TOEPASSINGVELD EN KOPPELING AAN MOBILITEITSBIJDRAGE 9 2.1 / DEFINITIES 9 2.2 / MATEN EN EISEN OPGELEGD AAN PARKEERVOORZIENINGEN 19 3 / VERPLICHTINGEN ALGEMEEN 20 3.1 / VERBOD VOOR AANLEG 21 3.2 / VOOR WELKE WERKEN GELDT DEZE PARKEERVERORDENING? 21 3.3 / WAT IS HET AANLEGGEN VAN EEN PARKEERPLAATS OF FIETSENSTALLINGPLAATS? 22 3.4 / WAAR AANLEGGEN? 22 3.5 / HOE AANLEGGEN? 23 3.5 / VRIJSTELLINGEN VOOR PARKEERPLAATSEN 26 3.6 / MOBILITEITSBIJDRAGE BIJ ONTBREKEN VAN PARKEERPLAATSEN, VOORWAARDELIJK! 27 3.7 / WIJZE VAN BEPALING VAN DE MINIMUM- EN MAXIMUMAANTALLEN PARKEERPLAATSEN EN FIETSENSTALLINGEN 27 3.8 / RELATIE MET ANDERE REGELGEVING 31 VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / I

4 / MINIMUM- EN MAXIMUMAANTAL PARKEERPLAATSEN VIA KWANTITATIEVE NORMEN PER FUNCTIE EN GEBIED 32 4.1 / MINIMUM- EN MAXIMUMAANTAL PARKEERPLAATSEN VOOR WONINGEN 32 4.2 / MINIMUM- EN MAXIMUMAANTAL PARKEERPLAATSEN VOOR KANTOREN EN DIENSTEN 36 4.3 / MINIMUM- EN MAXIMUMAANTAL PARKEERPLAATSEN VOOR COMMERCIËLE FUNCTIES 39 4.4 / MINIMUM- EN MAXIMUMAANTAL PARKEERPLAATSEN VOOR ANDERE DAN WONEN, KANTOREN EN COMMERCIËLE FUNCTIES 42 4.5 / MINIMUMAANTAL PRIVATE FIETSENSTALLINGEN PER FUNCTIE EN GEBIED 46 5 / DOSSIERSAMENSTELLING 49 5.1 / MOBILITEITSFICHE TOE TE VOEGEN DOOR AANVRAGER 49 5.2 / SITUERINGSPLAN EN BESCHRIJVING VAN HET FUNCTIONEREN 50 5.3 / MOBILITEITSTOETS 51 5.4 / MOBER 52 6 / VASTSTELLEN VAN HET AANTAL PARKEERPLAATSEN EN FIETSENSTALPLAATSEN 53 7 / KOPPELING AAN BELASTINGREGELMENT VOOR HET BEPALEN VAN DE MOBILITEITSBIJDRAGE 54 BIJLAGE I / OVERZICHT PARKEERNORMEN GEORDEND PER GEBIED 56 BIJLAGE II TECHNISCHE VEREISTEN 53 BIJLAGE III SAMENSTELLING MOBILITEITSTOETS/MOBER 59 BIJLAGE IV MOBILITEITSFICHE VOOR GROEPSWONINGBOUW EN ANDERE FUNCTIES OF EEN GEMENGD PROJECT 65 VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / II

1 / DOELSTELLINGEN VAN DEZE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING Sinds de afschaffing in 1997 van de omzendbrief (Vlaams Gewest) van 20 oktober 1982 betreffende de eis om bij bouwwerken parkeerruimte te scheppen, behoort het stedelijke parkeer- en garagebeleid volledig tot de bevoegdheid van de stad. Deze stedenbouwkundige verordening is opgemaakt in toepassing van Art. 2.3.2 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Een stedenbouwkundige verordening is een geschikt instrument om het stedelijk vergunningsbeleid inzake ruimtelijke ordening te ondersteunen met maatregelen van algemene stedenbouwkundige aard, die gelden voor een deel van of het gehele grondgebied. De normen in deze parkeerverordening gelden slechts voor de bouw van parkeerplaatsen voor privaat gebruik gekoppeld aan een hoofdfunctie. Een buurtparking of rotatieparking blijft mogelijk op privaat initiatief. Deze parkeerverordening dient enkele algemene beleidsdoelstellingen van de stad. 1.1 / LIER WOONSTAD Met het oog op het gebruikscomfort voor de bewoners in de stadskern en de randen is het aangewezen dat er bij nieuwe meergezinswoningen voldoende parkeerruimte op eigen terrein wordt voorzien. Zo niet wordt het parkeren van auto s volledig op het openbaar domein afgewenteld. De doelstelling is dus tweeledig: Een beschikbaarheid van voldoende parkings op loopafstand van de woning moet het wonen bevorderen (ook van gezinnen met meerdere wagens) of met andere woorden geen verdrijvingseffect van bewoners uit de stad door gebrek aan parkeerplaatsen. Een tweede subdoelstelling is de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid door: - geen aantrekking autoverkeer in zones met beperkte draagkracht; - vermindering van de parkeerdruk op het openbaar domein voor de vergroting van de ruimte voor verblijven. Dit leidt tot een principe waarbij men bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen parkeervoorzieningen aanlegt op eigen terrein en/of eigendom. Daarom is het ook wenselijk om bij de opsplitsing van een eengezinswoning naar en de realisatie van meergezinswoning, de functiewijziging van een woning naar een kantoor of winkel enz. via een vergunningenbeleid de realisatie van bezoekers- en bewonersparkeerplaatsen op eigen terrein juridisch te kunnen afdwingen. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 1

Men wil ook het wonen van gezinnen met kinderen bevorderen, daarom is de (bestaande) woningvoorraad van eengezinswoningen van groot belang. Deze parkeerverordening is terughoudend wat betreft het opleggen van extra lasten voor deze woningen. Voor projecten van enige omvang, en dus ook grotere financiële draagkracht, worden wel minimumaantallen opgelegd qua fiets- en autoparkeerplaatsen. Er is echter ook de tendens van toenemende gezinsverdunning en vergrijzing, met meerdere kleinere woningen tot gevolg. Daarom wordt ook de grootte van de woning in rekening gebracht voor het opstellen van parkeernormen. Een derde doelstelling is de sociale veiligheid door het behouden van woonvertrekken met zicht op de straat: men wil vermijden dat straten met rijwoningen uitgroeien tot een wand van garagepoorten. Een gevolg van deze doelstelling is dat een principe van de oude omzendbrief terug overgenomen wordt, namelijk een verbod om garage-inritten te maken in woningen die niet breder zijn dan 7 meter (gemeten op de bouwlijn en met een voortuinstrook kleiner dan 5 meter). Bij een afstand breder dan 7 meter is er naast een toegang van een garage (2,50 à 3 m) en een ingang (1,50 à 2 m) immers ook nog een bewoond vertrek mogelijk (2 à 3 m). Een auto mag in een voortuinstrook geplaatst worden, maar de voortuin mag slechts voor 50 % worden verhard. Er worden in deze verordening ook verplichtingen opgelegd tot realisatie van een zeker aantal fietsenstallingsplaatsen, als basisvoorwaarde om het fietsen te bevorderen. De aanwezigheid van voldoende mogelijkheden om auto s en fietsen in de nabijheid van de eigen woning te kunnen stallen is een aspect dat bijdraagt aan het comfort van het wonen in een stad. In deze parkeerverordening wordt ook rekening gehouden met het stimuleren van wonen boven winkels. 1.2 / DUURZAME MOBILITEIT De grote concentratie van voorzieningen in de binnenstad en de zone binnen de Ring genereert vele verplaatsingen van zowel bezoekers als werknemers. Tegelijkertijd is de capaciteit en de leefbaarheid van de ontsluitingsassen van de stad beperkt. Daarom hanteert het mobiliteitsbeleid het STOP-principe. Bij middelen- of ruimtegebrek worden eerst de ruimtes voor Stappers (voetgangers) ingevuld, vervolgens voor Trappers (fietsers), voor Openbaar vervoer en ten slotte voor Privaat vervoer. Hierbij speelt de efficiëntie van energieverbruik en het beperken van hinder een grote rol. Dit vanuit een bezorgdheid voor veiligheid, gezondheid, en milieukwaliteit. Hieruit volgen 2 principes nl. een beperking van het maximum aantal parkeerplaatsen. en een gebiedsdifferentiatie. 1.2.1 / Maximaal aantal In de zone die goed ontsloten is voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer is het aangewezen om geen overtal aan parkeerplaatsen te voorzien. Daarom worden naast minima ook maxima bepaald. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 2

1.2.2 / Gebiedsdifferentiatie gekoppeld aan bereikbaarheid met openbaar vervoer Deze minima en maxima worden gekoppeld aan verschillende gebieden, afhankelijk van de ligging van het gebouw ten opzichte van het verkeerssysteem (station als openbaar vervoerknooppunt en of het al dan niet in het kerngebied gelegen is (zie hierna 1.3 / Lier Winkelstad). Met andere woorden in de directe stationsomgeving en in de binnenstad wordt daarom rekening gehouden met minder autobezit en -gebruik. Het gebied binnen de Ring ligt op 1.000 meter van regionale openbaarvervoerknopen en beschikt over een fijnmazig wegennet met tal van autoluwe fiets- en voetgangersassen. Er is dus een gebiedsdifferentiatie nodig voor de toepassing van normen. Hierdoor onderscheiden we een kerngebied, een deelzone A, een deelzone B en een deelzone C. Voor het toepassen van de minimum- en maximumnormen worden vier gebieden onderscheiden: In het kerngebied mogen geen private parkeerplaatsen worden aangelegd die ontsluiten via het kerngebied. Voor het kerngebied en de stedelijke ontwikkelingsgebieden (vb. SION, Dungelhoeff, Stationsomgeving) wordt zoveel mogelijk gewerkt met gebundelde parkings voor bezoekers en bewoners. Gebundelde parkings hebben immers het voordeel dat bezoekers via dynamische bewegwijzering naar vrije parkeerplaatsen worden geleid. Dit vermindert het parkeerzoekverkeer. Ten tweede is er meer dubbelgebruik mogelijk. Deelzone A: Een zone in de stad die plus minus overeenkomt met de binnenstad en de stationsomgeving, waarbij een zeer goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer geldt en waar een zeer hoge verblijfskwaliteit van het publiek domein nodig is: hier wordt overtal van private parkeerplaatsen vermeden om concurrentie met het openbaar vervoer te verminderen. Hier gelden de minima als maxima Deelzone B: omgeving met goede openbaarvervoerbediening waarin minima en maxima gelden. De maxima moeten vermijden dat concurrentie met het openbaar vervoer ontstaat door een ongelimiteerd aantal parkeerplaatsen aan te bieden. In deelgebied B wordt ervan uitgegaan dat bij een verdeling van de vervoerswijzen 50% autogebruik haalbaar is. Deelzone C: waar minima gelden maar geen maxima worden opgelegd. In deelzone A en B (min het kerngebied) is ook het principe van zuinig ruimtegebruik van belang en verdichting, in evenwicht met voldoende open ruimte. Daarom worden bij groepswoningbouw of andere functies, parkeervoorzieningen gestapeld voorzien (ondergronds, half ondergronds op het maaiveld, op een verdieping of op het dak). Deze gebiedsindelingen kunnen op termijn veranderen als de stedenbouwkundige of verkeerskundige structuur wijzigt. Bij een groot succes van het kerngebied kan het bijvoorbeeld nodig zijn dit te verruimen. Indien er assen voor hoogwaardig vervoer zouden bijkomen, bijvoorbeeld een tram op de Antwerpsesteenweg, kan de deelzone B uitgebreid worden met een corridor van 400 meter vanaf deze as. Ook kan het inzicht groeien dat woonwijken beter beschikken over gebundelde parkeerplaatsen voor bewoners aan de rand van de wijk, in plaats van overal individuele parkeerplaatsen te maken in de wijk of het parkeren op straat te behouden. Hierdoor worden wijken bijna autovrij, wat het verblijven zeer aangenaam maakt. Dit is vergelijkbaar met het Begijnhof. Dit wordt in het bijzonder geapprecieerd door (oudere) voetgangers en kinderen. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 3

Figuur 1 / Deelzones A, B en C- Deelzone A is een zone met het merendeel van de binnenstad (binnen de vesten) uitgebreid met de stationsomgeving en omgeving Dungelhoeff. Deelzone B is het stedelijk gebied binnen de ring in een straal van 1000 meter rond het station van Lier, uitgebreid met de residentiële wijk Zevenbergen. Deelzone C is de rest van het grondgebied. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 4

Figuur 2 Deelzone B in verstedelijkte zone Koningshooikt VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 5

1.3 / LIER, STAD VOOR WINKELEN EN TOERISME Een deel van de historische binnenstad is afgebakend als kerngebied en wordt deels ingericht als voetgangerszone, onder meer voor de uitbouw van de regionale uitstraling van Lier voor winkelen en toerisme. Verder wil men vermijden dat autobewegingen naar publieke of semipublieke parkings doorheen dit gebied moeten rijden. Daarom is het aangewezen om bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in een kerngebied af te zien van het principe van parkeren en stallen op het eigen terrein, maar dient de parkeerbehoefte opgevangen te worden in gebundelde parkeergarages. Door het meervoudig gebruik van de staanplaatsen (dag, avond, nacht, weekdag, weekend) levert dit per saldo ook een efficiënter ruimtegebruik op. Daarnaast ontwikkelt het gemeentebestuur een visie en beleid voor het ondersteunen van de commerciële functie van de stad. Daarvoor onderscheidt ze enerzijds een stedelijke handelsas en anderzijds clusters voor concentratie van grootschalige kleinhandel (Antwerpsesteenweg tussen Grote Ring (R16) en omgeving Duwijckstraat) en de zone langsheen de Ring tussen Boomlaarstraat en Bosstraat. In deze gebieden wordt gestreefd naar een grotere concentratie van parkeerplaatsen en ook verdichting van het weefsel. Het groeperen van parkeerplaatsen kan ook hier ruimtewinst opleveren. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 6

1.4 / BIJDRAGE IN STEDELIJKE KOSTEN VOOR MOBILITEIT EN PARKEERVOORZIENINGEN: DE MOBILITEITSBIJDRAGE In sommige gevallen worden er enerzijds minimumnormen voorzien en is er anderzijds toch het verbod om deze aan te leggen op het eigen perceel (bv. in het kerngebied). Gelet op de kost van stedelijke initiatieven voor gebundelde parkeerplaatsen dienen investeerders hiertoe bij te dragen. Daarom wordt in relatie tot deze parkeerverordening een compenserende vergoeding ingesteld via een stedelijk belastingsreglement, verder mobiliteitsbijdrage genoemd. De stad kan deze financiële middelen vervolgens aanwenden voor realisatie van parkeervoorzieningen (bezoekers en bewoners, eventueel werknemers) en het opwaarderen van de publieke ruimte. Anderzijds moet het voldoende aantrekkelijk zijn om in de binnenstad een menging van functies te behouden met behoud van de fijne korrel van een historisch stadscentrum. Daarom wordt de eerste schijf van 400 m² vloeroppervlakte vrijgesteld van het betalen van deze vergoeding. Aan lokale problematieken, en in bijzondere stedelijke ontwikkelingsgebieden, kan de stad Lier alsnog verder tegemoetkomen en afwijken van deze parkeerverordening bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen en/of met een gepaste aanleg van het openbaar domein. Er kunnen bijvoorbeeld in een RUP voor een nieuw te ontwikkelen zone meer parkeerplaatsen per woning worden opgelegd om een voorraad te krijgen aan bewonersparkeren voor een nabijgelegen dense woonwijk met een tekort aan parkeerplaatsen. 1.5 / SOCIALE RECHTVAARDIGHEID In eerste instantie worden de parkeernormen niet met terugwerkende kracht toegepast. Al de vergunde bebouwing blijft dus vrijgesteld van toepassing. Bij verbouwing of uitbreiding krijgen alleen de nieuwe functies en de uitbreidingen een verplichting opgelegd. Bij het opstellen van de normen in deze parkeerverordening wordt ook rekening gehouden met de draagkracht van het project. Daarom is er bijvoorbeeld: - geen verplichting voor parkeren bij de bouw van 1 tot en met 3 woningen; - een differentiatie in woninggrootte (tussen 25 en 80 m² (= tussen studentenkamer en studio in; 81 m² en meer )); - geen verplichting voor kleinschalige kantoor-, en hotelprojecten in de deelzone A (bv. bed-and-breakfast) en dit door een vrijstelling voor een eerste schijf van 400 m²; - verplichting voor parkeerplaatsen bij groepswoningbouw slechts vanaf 4 woonentiteiten, hierdoor wordt ook een aanpassing aan een woning voor het maken van een zorgwoning, niet gehinderd; VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 7

- Een project van sociale woningbouw met openbaar domein dient slechts tot 60 % op privaat domein te voorzien. 40 % mag dan op openbaar domein voorzien worden. Indien er meer parkeerplaatsen op het openbaar domein worden gesubsidieerd dan kan de 60/40- regel worden opgeheven. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 8

2 / DEFINITIES TOEPASSINGVELD EN KOPPELING AAN MOBILITEITSBIJDRAGE 2.1 / DEFINITIES Punt 2.1 van de verordening geeft een aantal definities voor de toepassing van deze stedenbouwkundige verordening weer. Autostaanplaats of parkeerplaats Voorziening voor het stallen of parkeren van gemotoriseerde voertuigen, dit kan zowel inpandig zijn als in openlucht. Publieke parkeerplaatsen Deze parkeerplaatsen dienen toegankelijk te zijn voor iedereen zodanig dat ze gebruikt kunnen worden door alle bezoekers, deze parkeerplaatsen dienen als dusdanig ook aangeduid te worden, volgens een aanduiding goedgekeurd door de vergunningverlenende overheid.. Voor deze parkeerplaatsen kan door de uitbaters een vergoeding gevraagd worden. Fietsenstallingplaats of fietsparkeerplaats Een open of overdekte ruimte die voldoende groot en uitgerust is (bv. met klemmen, rekken, een steunmuur al dan niet overdekt) voor het stallen van één fiets, dit wil zeggen horizontaal geplaatst of gestapeld indien dit aangepast is aan de fysieke mogelijkheden van de doelgroep (er bestaan nl hydraulisch ondersteunde gestapelde fietsenstallingen). Parkeerbalans Nota toe te voegen aan stedenbouwkundige vergunning met berekening van het aantal verplichte (minimale en maximale) parkeerplaatsen (= de vraag) en het aantal parkeerplaatsen volgens plan (= het aanbod) en de vergelijking daartussen, hetzij door een evenwicht tussen vraag en aanbod, hetzij door het tekort te regelen via een compenserende vergoeding. Deze laatste is een voorwaarde te bepalen door het schepencollege. Gestapeld parkeren Parkeerplaatsen aangebracht onder of boven een hoofdfunctie d.w.z. ondergronds, half ondergronds, op een verdieping op maaiveld of op dak. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 9

Woning Gebouw of deel van een gebouw bestemd voor het wonen van één gezin. In die zin dient een woonboot met een vaste ligplaats ook als een woning beschouwd te worden (zie ook woongelegenheid ). (Studenten)Kamer Afgesloten entiteit waar de bewoner voor koken en/of sanitaire basisbehoeften naar gemeenschappelijke delen in het gebouw of elders dient te gaan. De oppervlakte van de studentenkamer wordt beperkt tot 25m² vloeroppervlakte; indien een studentenkamer groter dan 25m² uitgevoerd wordt, wordt zij verrekend als afzonderlijke woongelegenheid. Assistentiewoning Een assistentiewoning is een individuele woongelegenheid in een groep van assistentiewoningen. Een groep van assistentiewoningen is een voorziening die bestaat uit een of meer gebouwen die functioneel een geheel vormen en waar, onder welke benaming ook, aan gebruikers van 65 jaar of ouder die er zelfstandig verblijven in individuele aangepaste wooneenheden, huisvesting wordt gegeven en ouderenzorg waarop zij facultatief een beroep kunnen doen (art. 33 Woonzorgdecreet). Eén van de verschillen met de voormalige serviceflats is, dat het vanuit de wetgeving inzake Welzijn niet langer noodzakelijk is dat de groep van assistentiewoningen erkend is, en bovendien moeten ze ook niet langer passen binnen een programmatie. Studio Woning zonder afzonderlijke slaapkamer met een netto bewoonbare vloeroppervlakte van maximaal 45 m². Eengezinsgebouw Een gebouw waarin één woning is gelegen. Meergezinsgebouw of appartement Een gebouw waarin twee of meerdere woningen/woonentiteiten zijn gelegen. Groepswoningbouw Een totaalproject vanaf 4 woonentiteiten. Woongelegenheid / Woonentiteit Afgesloten entiteit waar de bewoner kan wonen, koken, slapen en waar sanitaire voorzieningen aanwezig zijn (WC en wasbak) (zie ook Woning). VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 10

Binnenstad Dit is het gebied binnen de vesten (deze omschrijving is niet gelinkt aan normen). Kerngebied Volgende straten behoren tot het kerngebied: - Antwerpsestraat - Eikelstraat - Felix Timmermansplein - Florent van Cauwenbergstraat - Grote Markt - Kartuizersvest tussen Antwerpsetraat en Vervlietstraat/ingang RAC - Kolveniersvest - Leopoldplein - Rechtestraat - Schapenkoppenstraat - Vismarkt - Werf - Zimmerplein VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 11

Deelzone A: (zie figuur 1) Binnenstad / zone rond station zonder kerngebied Dit is een gebied met een dicht woonweefsel min of meer samenvallend met de historische binnenstad binnen de vesten, uitgebreid met de stationsomgeving en de omgeving Dungelhoeff. Deze zone heeft een zeer goede bereikbaarheid met openbaar vervoer. In deze zone is een sturend parkeerbeleid nodig. Ook deze zone kan door het schepencollege gewijzigd worden, bvb afhankelijk circulatieplannen voor de binnenstad. Volgende straten behoren tot Deelzone A: - Abtsherbergstraat - Anton Bergmannlaan - Antwerpsesteenweg tussen station en kruising Eeuwfeestlaan/Zuid Australiëlaan - Aragonstraat - Arthur Vanderpoortenlaan - Bareelstraat - Baron Opsomerlaan - Begijnhofstraat - Berlaarsestraat - Bles - Blokstraat - Bodegemstraat - Boomlaarstraat: even huisnummers tot hoek Vredelaan, oneven huisnummers tot nummer 123 - Bril - Broeksteeg - Brouwerijstraat - Dageraadstraat - De Heyderstraat: huisnummers 2, 4, 6, 8 - Deensestraat - Dijkje - Eeuwfeestlaan tussen Antwerpsesteenweg en kruispunt Bareelstraat / Sterrenstraat - Ernest Staaslei - Frederik Peltzerstraat - Gasthuisvest - Grachtkant VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 12

- Groenstraat - Heilige-Geeststraat - Hellestraat - Hemdsmouwken - Hofstraat - Huibrechtstraat - Kalkovenstraat - Kalvarieberg - Kammenstraat - Kantstraat - Kanunnik Davidlaan - Kapucijnenvest - Kardinaal Mercierplein - Kartuizersvest tussen Vervlietstraat/ingang RAC en F. Peltzerstraat - Kattenstraat - Kavesweg - Kazernedreef - Keizershof - Kerkstraat - Kloosterstraat - Koning-Albertstraat - Koningin Astridlaan: huisnummers 2 en 4 - Kruisbogenhofstraat - Lantaarnstraat - Leopold III-laan - Lisperstraat - Martienushoek - Mechelsesteenweg: even huisnummers tot nummer 42, oneven huisnummers tot Sint Annastraat - Mechelsestraat - Molenlaan - Mosdijk - Netelaan - Ogezlaan VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 13

- Oud - Kerkhof - Papegaaistraat - Paradeplein - Parelstraat - Planeetstraat - Pompstraat - Predikherenlaan - Rederijkerslei - Renaat Veremansplein - Rolwagenstraat - Sint Annastraat - Sint-Gummarusstraat - Sint-Margaretastraat - Sluislaan - Spoorweglei tussen station en Bareelstraat - Spuilei - Symphorosastraat - Tramweglei tot hoek Vredelaan - Van Boeckellaan - Vervlietstraat - Vlietje - Volmolenstraat - Vredebergstraat - Vredelaan - Waterpoortstraat - Wezenstraat - Wijngaardstraat - Zagerijstraat tussen Antwerpsesteenweg en Eeuwfeestlaan - Zuid Australiëlaan: even en oneven huisnummers tot kruising Tulpenlaan VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 14

Deelzone B (zie figuur 1 en 2) Figuur 1 Een zone grotendeels samenvallend met de zone binnen de Grote Ring (R16), uitgebreid met de wijk Zevenbergen, liggend binnen een perimeter met een hemelsbrede straal van 1000 meter ten opzichte van het station, met dus een goede bereikbaarheid met openbaar vervoer, (zonder deelzone A). De contour van deze zone wordt in wijzerzin omschreven als volgt: Vertrekkende vanaf het kruispunt R16 Hagenbroeksesteenweg binnenkant ring, verder Hagenbroeksesteenweg, Lispersteenweg even huisnummers tot nummer 268, oneven huisnummers tot hoek Hagenbroeksesteenweg, Rivierstraat even huisnummers tot nummer 52 en oneven huisnummers tot nummer 11, verder de contour van de Kleine Nete volgend tot hoek Berlarij/Ros Beiaardstraat. Verder Paul Krugerstraat tot huisnummernummer 41. Verder de Hoogveldweg volgend tot aan het snijden van de R16 met de Waversesteenweg. In wijzerszin de binnenkant van de R16 volgend tot aan het beginpunt kruispunt R16/Hagenbroeksesteenweg. De deelzone A (zoals straatsgewijs opgesomd) maakt geen deel uit van deze contour. In surplus behoort de wijk Zevenbergen tot deze eerste contour: Deze wordt in wijzerszin omschreven als volgt: Vertrekkende buitenkant R16 vanop de kruising ter hoogte R16/Smedenstraat, in noordwestelijke richting de spoorweg volgend tot en met de Guido Gezellelaan, tot en met Antwerpsesteenweg 467. Aan de noordzijde van de Antwerpsesteenweg vanaf Joseph Van Instraat tot aan Plaslaar, de Plaslaar meenemend tot aan de kruising met de R16 ter hoogte van de Bollaarstraat. Figuur 2 Dit is de verstedelijkte kern van Koningshooikt Volgende straten behoren tot deze deelzone: - zuidzijde Aarschotsesteenweg tussen Leliënlei en Burgemeester Hensstraat - Beekstraat: even huisnummers vanaf Dorpsstraat tot en met nummer 70, oneven huisnummers vanaf Dorpsstraat tot en met nummer 55 - Bernard Van Hoolstraat - Burgemeester Hensstraat - Dorpsstraat VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 15

- Koningsplein - Leliënlei; even huisnummers: 2 tot en met 26/1, oneven huisnummers: 1 tot en met 31 - Liersebaan even huisnummers: 1 tot Leliënlei, oneven huisnummers: 2 tot en met nr. 119 - Putsesteenweg - Sander De Vosstraat; even huisnummers tot en met nr. 68, oneven huisnummers tot en met nr. 89 - Schoolstraat - Alle straten gelegen binnen de zone " Dorpsstraat - Beekstraat - Itterbeek - Putsesteenweg" Deelzone C Het gehele grondgebied van Lier min kerngebied, deelzones A en B Functiewijziging Het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed. Nieuwbouw Het oprichten van een volume bedoeld om een hoofdfunctie in onder te brengen: Herbouw - Wonen, - Handel, - Kantoren en diensten, - Industrie en ambacht Een constructie volledig afbreken, of meer dan veertig procent van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen. Verbouwing Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor tenminste zestig procent behouden worden. Vloeroppervlakte VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 16

Hier bedoeld als bruto vloeroppervlakte dus vloeroppervlakte van alle niveaus samen, gerekend incl. buitenkant muur. Voor kelders, ondergrondse parkeergarages en overdekte buitenruimtes worden muren niet meegerekend; vloeren onder het dak worden enkel meegerekend vanaf 1,80 meter begaanbare ruimte; bijgebouwen worden eveneens meegerekend. Bij vloeroppervlakte van winkels wordt echter gerekend met netto vloeroppervlakten, dus alleen de oppervlakte toegankelijk voor het publiek. Rooilijn Huidige of toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen. Bouwlijn Lijn op een perceel waarachter bebouwing mag worden opgetrokken, soms ook verplichte bouwlijn. Voortuinstrook Onbebouwde zone tussen rooilijn en bouwlijn. Bij het ontbreken van rooilijnen wordt gemeten vanaf de uiterste rand van het voetpad, van het einde van de openbare groenzone of vanaf de kruin van een bermgracht. De diepte wordt gerekend haaks op de rijweg. Mag maximaal voor 50 % verhard worden. Verzorgend niveau (van een winkel) Stads- of wijkverzorgend niveau: winkel met een bereik groter dan 2 à 3 km (speciaalzaak, winkelketens, waarvoor men een gerichte verplaatsing uitvoert, of omweg overweegt); Buurtverzorgend niveau: winkel die hoofdzakelijk mikt op de nabijheid van de buurt (+/- 2 à 3 km) voor meestal dagelijkse of wekelijkse aankopen of diensten (bakker,slager, apotheker, kleine supermarkten type proxy ), én met een maximum vloeroppervlakte van 400 m 2 Mobiliteitsbijdrage Een vergoeding aan de stad voor parkeerplaatsen die omwille van verkeerskundige en stedenbouwkundige redenen niet kunnen gebouwd worden op het eigen perceel of in een zone van 200 meter, aantal bepaald aan de hand van voorliggende stedenbouwkundige verordening. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 17

MOBER (mobiliteitseffectenrapport) een informatief document dat deel uitmaakt van een aanvraagdossier tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning; een document dat ramingen en informatie verschaft over het bestaande bereikbaarheidsprofiel van de gehuisveste functie, het te verwachten vervoer dat het project teweeg zal brengen, de vervoerswijzen, de routekeuzen, de parkeerbehoefte, de effecten op vlak van verkeer en hoe de inrichting/het bedrijf hierop kan inspelen. De inhoudelijke vereisten van een MOBER zijn weergegeven als bijlage. Zie ook http://www.mobielvlaanderen.be/vademecums/mober.php Mobiliteitstoets een informatief document dat deel uitmaakt van een aanvraagdossier tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning; Dit dient toegevoegd te worden vanaf een bepaalde grootte van een project. (zie ook hoofdstuk 5.3) hiervoor is een standaardformulier beschikbaar op http://www.mobielvlaanderen.be/vademecums/mober.php Mobiliteitsfiche een document dat informatie verschaft over de parkeerbalans (het aantal units en/of m 2, berekening van de benodigde parkeerplaatsen, aangeven hoeveel parkeerplaatsen werden voorzien (met nr. op plan) en de wijze van ontsluiting, functioneren en toegankelijkheid van parkeerplaatsen en fietsstaanplaatsen). Hiervoor zal een standaardformulier beschikbaar worden gesteld op de website van de stad Lier. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 18

2.2 / MATEN EN EISEN OPGELEGD AAN PARKEERVOORZIENINGEN Fietsenstallingen Er kunnen verschillende vormen worden onderscheiden: een box waarvan de minimale binnenafmetingen zijn: 1,92 m x, 0,70 m en 1,25 m hoog; een standplaats (overdekt of in openlucht) daartoe speciaal aangelegd) Een fietsenstallingsplaats zonder voorzieningen: 1,75 m x 0,70 m De minimumafmetingen van de standplaats met voorzieningen en uitgerust met bv. klemmen, rekken, een steunmuur, zijn 1,75 m x 0,50 m (= 0,90 m²). Een fietsenstallingplaats met fietsrekken met hoogteverschil tussen voorwielen en sturen: 1,75m x 0,50 m In deze getallen is de circulatieruimte niet meegerekend (incl. circulatie wordt de oppervlakte 1,60 m² ). De standplaats dient minimaal verhard te worden met grint. De stalling moet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf het openbaar domein, dit wil zeggen zonder door woon- of bureelgedeelten van het gebouw te gaan. De vrije breedte van de toegangsweg tot de fietsenstallingen moet minimaal 0,90 m bedragen. Fietsenstallingen in voortuinstroken kunnen wel; indien een dak wordt aangebracht kan dit op maximaal 1,50 m. Parkeerplaats: Ofwel een garage, een garagebox of carport, met de volgende minimumafmetingen: 5 m lang, 2,75 m breed en een minimale vrije hoogte van 1,80 m langs de toegangszone voor de wagen; ofwel een standplaats (overdekt of in openlucht) daartoe speciaal aangelegd en uitgerust. De minimale afmetingen zijn 5 m lang op 2,30 m breed en een vrije hoogte van 1,80 m. De standplaats dient minimaal verhard te worden met grint met onderfundering, zodat ze niet verzakt onder het verkeer en begaanbaar is voor voetgangers. Elke parkeerplaats dient afgebakend te worden met duurzame materialen (hier bedoeld als niet vergankelijke materialen of gemakkelijk te overwoekeren door nabije beplanting, waardoor deze de facto niet meer bruikbaar zou worden). De parkeerplaatsen in openlucht dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen (volgens hemelwaterverordening). Schikking en toegangswegen moeten voldoen aan de maatvoering die in volgende figuren aangegeven wordt (figuren in Bijlage II hoofdstuk B.). Er worden maximaal 2 in elkaars verlengde liggende en aansluitende parkeerplaatsen toegestaan voor zover het geen parkeerplaatsen betreft die nodig zijn voor een publieke bestemming of voor meerdere woningen. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 19

Parkeerplaatsen voor mindervaliden: Deze parkeerplaatsen worden bij voorkeur aangelegd op de hoeken. De maten en eisen richten zich naar de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 20

3 / VERPLICHTINGEN ALGEMEEN 3.1 / VERBOD VOOR AANLEG Er geldt een verbod voor aanleg van een parking op een perceel kleiner dan 7 m, gemeten op de bouwlijn, én een voortuinstrook kleiner dan 5 m. In het Kerngebied kunnen geen parkeerplaatsen aangelegd worden die ontsluiten via het kerngebied zelf. 3.2 / VOOR WELKE WERKEN GELDT DEZE PARKEERVERORDENING? De vergunninghouder moet in principe het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen aanleggen, zoals bepaald in deze verordening bij volgende vergunningsplichtige werken met het oog op de realisatie van of werken aan terreinen en gebouwen: het oprichten of uitbreiden van een gebouw; het opsplitsen van een gebouw of het vermeerderen van het aantal woonentiteiten; het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging van een bebouwd onroerend goed; de realisatie van recreatieve terreinen en terreinen voor gemeenschapsfuncties. De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de stedenbouwkundige vergunning. Dit wil zeggen dat: de parkeerplaatsen, fietsstaanplaatsen nodig om te voldoen aan deze verordening als dusdanig aanwezig moeten blijven zolang de inrichting waarvoor ze gelden blijft bestaan; ze geen andere functie mogen krijgen of voor iets anders gebruikt mogen worden. Indien een parkeerplaats of fietsenstallingplaats die werd gerealiseerd om te voldoen aan deze verordening, naderhand wijzigt van functie, dient een andere parkeerplaats of fietsenstallingplaats voorzien te worden De verplichting tot het voorzien van de vereiste stallingplaatsen blijft bestaan tot de vergunde werken teniet gaan. Het wijzigen of opheffen van deze stedenbouwkundige verordening heeft geen impact op vroeger afgegeven stedenbouwkundige vergunningen; de verplichting tot het behoud van de vereiste stalplaatsen verdwijnt niet, behalve voor eventuele verruiming van deelzone A en deelzone B. De verplichting blijft dus bestaan tenzij de stad Lier bij algemene maatregelen zou besluiten de verplichting op het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen op te heffen of te wijzigen. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 21

Indien er een sociaal woonproject is zonder aanleg van nieuwe wegenis, dan gelden onverkort de normen van de parkeerverordening. Indien echter de aanvraag de aanleg van een nieuw openbaar domein voorziet, dan moet 60 % van de norm worden gerealiseerd op het private gedeelte. Het ontbrekende deel om tot 100 % te komen, moet dan kunnen voorzien worden binnen het openbaar domein. Indien er meer parkeerplaatsen kunnen worden gesubsidieerd op het openbaar domein dan mag de 60/40-regel worden losgelaten. 3.3 / WAT IS HET AANLEGGEN VAN EEN PARKEERPLAATS OF FIETSENSTALLINGPLAATS? Onder aanleg van een parkeerplaats of fietsenstalling wordt verstaan: Het bouwen van een nieuwe parkeerplaats of fietsenstalling. Het in volle eigendom, in erfpacht, bezitten of verwerven van een bestaande parkeerplaats of fietsenstalling, die enerzijds voldoet aan de voorwaarden van deze verordening en anderzijds nog niet gebruikt werd voor het bekomen van een vergunning volgens deze parkeerverordening. Parkeerplaatsen en fietsenstallingen welke in overtreding aangelegd werden komen niet in aanmerking als bestaande parkeerplaats of fietsenstalling. Het is aan te bevelen bij de uitwerking van parkeervoorzieningen rekening te houden met de toename van het aantal elektrische voertuigen. 3.4 / WAAR AANLEGGEN? Verbondenheid met het gebouw De parkeerplaatsen moeten aangelegd worden ofwel voorzien zijn op het bouwperceel waarop het gebouw zal komen, ofwel op een perceel gelegen op maximaal 200 meter van het bouwperceel gemeten via het openbaar domein of via een erfdienstbaarheid. De aanvrager geeft de loopafstand op in zijn aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning. De fietsenstallingen moeten aangelegd worden binnen een wandelafstand van maximaal 50 meter tot de (gemeenschappelijke) ingang van de woningen of van andere functies. De ligging van de parkeerplaatsen en fietsenstallingen moet op een situeringplan aangegeven worden. Een detail met actueel en/of gepland inrichtingsplan wordt toegevoegd bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 22

3.5 / HOE AANLEGGEN? Parkeerplaatsen en fietsenstallingen dienen de minimumafmetingen en kwaliteiten te hebben volgens maten in bijlage II. (Zie ook 2.2) Alle parkeerplaatsen moeten zoveel mogelijk langs een gemeenschappelijke toegang op de openbare weg uitmonden. Zie voor aanvullende info over parkeervoorzieningen ook Deel 7 van het Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid. http://www.mobielvlaanderen.be/vademecums/parkeerbeleid Bij een perceel met een breedte, gemeten op de bouwlijn, kleiner dan 7 m en een voortuinstrook van minder dan 5 meter diep kan er geen autostaanplaats toegestaan worden. Een woning op een perceel van meer dan 7 m, gemeten op de bouwlijn mag een inpandige autostaanplaats aanleggen. Een autostaanplaats kan ook in de voortuinstrook indien de voortuinstrook minimaal 5 m diep is. De voortuinstrook mag in alle gevallen voor maximaal 50 % verhard worden (voor het stallen van een wagen of een toegang tot een garage en de woning). Bij het ontbreken van rooilijnen wordt gemeten vanaf de uiterste rand van het voetpad, van het einde van de openbare groenzone of vanaf de kruin van een bermgracht. Wanneer men in voortuinstroken bij kantoren, diensten of winkels meer dan één parkeerplaats wil aanleggen mogen die niet haaks geparkeerd worden op de rijweg met andere woorden er is slechts één toegang tussen parkeerplaatsen en de rijweg.. Figuur 31 Geen haaks parkeren voor meerdere wagens in voortuinstroken (rechts), toegang tot parkings minimaliseren (links) Afwijken van deze parkeerverordening kan alleen in zones waarin stedenbouwkundige bepalingen dit toelaten (BPA, RUP, verkavelingvoorschriften). VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 23

Voor een verkaveling met grondgebonden woningen is één garagetoegang per woning toegestaan mits de minimum 7m-regel in acht wordt genomen. Als in een RUP of verkaveling niets wordt bepaald dan is bovenstaand principe van toepassing. Voor een woning, groepswoning/appartementen die ingeplant worden op één perceel van minimaal 7 m breedte gemeten op de bouwlijn, mag er slechts één toegang tot parkeerplaatsen voorzien worden (met maximaal 3 m breedte, tenzij breder noodzakelijk is voor de toegankelijkheid van voertuigen in een bocht of voor brandweer). Meer dan één toegang is wel mogelijk bij grote complexen én waarbij dit gemotiveerd wordt door een MOBER. Deze regels hebben als gevolg dat in zone A, B en C, op een perceel met een breedte kleiner dan 7 m, er geen groepswoningbouw mogelijk is met meer dan drie woningen, tenzij de parkeerplaatsen elders liggen. In het kerngebied kan dit nog wel omdat daar de verplichting voor het voorzien van een parkeerplaats vervalt (en men een mobiliteitsbijdrage betaalt voor aantal woningen boven de drie). In de zone A en B dienen parkeerplaatsen voor groepswoningbouw vanaf een bepaalde schaal gestapeld te gebeuren. Een volledig ondergrondse parkeergarage moet ruimer kunnen worden voorzien dan de maximale bouwdiepte op het gelijkvloers. De maximale ondergrondse bouwdiepte wordt beperkt tot de maximale bouwdiepte maaiveld + 4 m (bruikbaar voor terras) zodat een comfortabele organisatie mogelijk blijft. Bij halfondergrondse parkeergarages geldt deze mogelijkheid niet. Parkeren in het gebouw op het gelijkvloers kan enkel indien er hoofdfuncties aanwezig zijn over de volledige gevelbreedte aan de straatzijde (met uitzondering van de parkinginrit). Op het dak kunnen enkel parkeerplaatsen worden voorzien die niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Vanaf wanneer gestapeld parkeren? In zone A en B: vanaf 4 parkeerplaatsen tot en met 7 parkeerplaatsen: mogen maximaal 4 parkeerplaatsen effectief voorzien worden op het maaiveld van het eigen perceel, of moet men aantonen dat parkeerplaatsen in eigendom aanwezig zijn binnen de vooropgestelde wandelafstand van 200 meter. Voor de overige parkeerplaatsen wordt dan een mobiliteitsbijdrage betaald. Alle parkeerplaatsen gestapeld voorzien behoort ook tot de mogelijkheid. Vanaf 8 parkeerplaatsen zijn alle parkeerplaatsen verplicht gestapeld aan te leggen. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 24

Figuur 4 Ontwerpend onderzoek mogelijk inpassing van 8 parkeerplaatsen in ondergronds niveau met 4 m extra Een fietsenstalling met een dak dat niet hoger is dan 1,50 m kan wel in de voortuinstrook aangebracht worden. Fietsenstallingen die in een open ruimte achter de bouwlijn worden gebouwd dienen op een esthetische manier afgewerkt te worden. Het dient onderdeel te zijn van de gevelarchitectuur. Ook hier is het de bedoeling dat de relatie van de hoofdfunctie met de straat, bv. wonen, zoveel mogelijk behouden blijft, vandaar een beperking voor gesloten fietsbergingen aan de straatkant tot 50 % van de perceelsbreedte. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 25

3.5 / VRIJSTELLINGEN VOOR PARKEERPLAATSEN De bepalingen voor fietsenstallingen gelden steeds, hiervoor zijn er geen vrijstellingen of compenserende vergoedingen mogelijk behalve in het kerngebied. Voor aanleg van parkeerplaatsen (en/of betalen van een mobiliteitsbijdrage) zijn er vrijstellingen. 3.5.1 / Vrijstelling tot en met 3 woningen Er is een vrijstelling van het toepassen van parkeernormen (en/of mobiliteitsbijdrage) voor projecten tot en met 3 woningen. Met andere woorden vanaf 4 woonentiteiten is het voorzien van parkeerplaatsen (of in het kerngebied de vervangende mobiliteitsbijdrage) verplicht. 3.5.2 / Vermindering mobiliteitsbijdrage voor woningen in het kerngebied. In het kerngebied wil men wonen boven winkels en gemengde projecten (kantoren wonen) bevorderen. Daarom wordt bij een gemengd project (woningen-winkels, kantoren-woningen) de mobiliteitsbijdrage gehalveerd voor de parkeerplaatsen. voor de woningen die aan de straatkant gelegen zijn. 3.5.3 / Vrijstelling voor functies die de levendigheid van de binnenstad (Kerngebied en Deelzone A) bevorderen restaurant café feestzaal, danszaal een eerste schijf van 400 m² voor andere functies dan wonen (bv. kantoren, winkels, ) Bezoekers van deze zone komen met duurzame vervoerwijze of worden opgevangen in publieke parkings, idem voor personeel, waarvoor eveneens randparkeerplaatsen beschikbaar zijn. Indien deze functies parkeerplaatsen voorzien op eigen perceel, moeten zij via een MOBER aantonen dat de draagkracht van de straten niet wordt overschreden. VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 26

3.5.4 / Vrijstelling voor functies die nabijheid van commerciële functies in woonwijken bevorderen In deelzones B en C genieten commerciële functies in gesloten bebouwing, tot 400 m², een vrijstelling om de nabijheid van buurtwinkels en cafés te bewaren. Voor vrijstellingen in verband met verbouwingen, zie hoofdstuk 3.7.3. 3.5.5 / 60% op privaat domein bij sociale woningbouw Een project van sociale woningbouw mét openbaar domein dient slechts tot 60 % van de norm op privaat domein te voorzien. 40 % mag dan op openbaar domein voorzien worden. Wanneer er meer parkeerplaatsen op het openbaar domein worden gesubsidieerd kan de 60/40-regeling worden opgeheven. 3.6 / MOBILITEITSBIJDRAGE BIJ ONTBREKEN VAN PARKEERPLAATSEN In het kerngebied kunnen de parkeervoorzieningen op eigen perceel niet gebouwd worden, maar dient de stad (of het parkeerbedrijf) te voorzien in parkeerplaatsen. Daarom wordt hiervoor een mobiliteitsbijdrage geïnd. De mobiliteitsbijdrage is geen afkoopsom of boete die zonder meer kan betaald worden, als er niet voldaan wordt aan de parkeerverordening. Wanneer in deelzone A of B niet geopteerd wordt voor gestapeld parkeren is er voor de parkeerplaatsen 5 t/m 7 verplicht een mobiliteitsbijdrage te betalen. De mobiliteitsaspecten in het algemeen en de parkeerverordening in het bijzonder zijn immers een criterium bij het beoordelen van de stedenbouwkundige vergunning zelf. Indien een project onvoldoende parkeerplaatsen kan bouwen moet het project minder groot gemaakt worden om te kunnen voldoen aan de parkeerverordening. 3.7 / WIJZE VAN BEPALING VAN DE MINIMUM- EN MAXIMUMAANTALLEN PARKEERPLAATSEN EN FIETSENSTALLINGEN Het minimumaantal aan te leggen parkeerplaatsen en fietsenstallingen en voor bepaalde functies ook het maximumaantal aan te leggen parkeerplaatsen, wordt vastgelegd bij het (her)bouwen van een gebouw, het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal woningen in een gebouw of vergunningsplichtige functiewijziging van een gebouw: VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 27

hetzij - in de gevallen zoals bepaald onder punt 3.7.4 - aan de hand van een MOBER. hetzij - in de overige gevallen - als norm, volgens hoofdstuk 4 en bijbehorende tabellen 1 tot en met 10. Wanneer normen een aantal per vloeroppervlakte voorschrijven - bijvoorbeeld 0,8 parkeerplaatsen per 81 m² en meer - of aantal kamers - bijvoorbeeld 1 parkeerplaats per 3 kamers -, geldt dit per begonnen schijf van genoemd oppervlak of aantal, er wordt m.a.w. afgerond naar het gehele getal naar boven bv. 2,4 parkeerplaatsen volgens berekening = 3 parkeerplaatsen te realiseren. 3.7.1 / Berekeningswijze bij menging van functies; samengebruik mag Wanneer in een gebouw meerdere functies, die in onderstaande tabellen 1 tot en met 10 voorkomen, zijn gehuisvest, gelden de minimum- en maximumaantallen zoals vermeld in onderstaande tabellen 1 tot en met 10 ten aanzien van elke functie. Het totale minimum- en maximumaantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen is gelijk aan de som van het minimum- en maximumaantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen per functie. De afrondingen naar boven gebeuren op het resultaat van de optelsom en niet bij elk afzonderlijke functie. Indien meervoudig ruimtegebruik van de parkeer- en fietsenstallingen mogelijk is, kan men evenwel van de kwantitatieve normen afwijken aan de hand van een MOBER (zie hiervoor). Wanneer bij een KMO een toonzaal wordt gerealiseerd, dient men voldoende parkeerplaatsen en fietsenstallingen te realiseren voor de KMO evenals voor de toonzaal en ook hier moet men de som maken van de vereiste aantallen per functie. 3.7.2 / Berekeningswijze bij nieuwbouw Bij nieuwbouw wordt geen rekening gehouden met de bestaande toestand. De toestand op plan bepaalt het aantal parkeerplaatsen. 3.7.3 / Berekeningswijze bij verbouwing: bestaande toestand in min brengen mag voor woningen en bij behoud van dezelfde functie Om te vermijden dat bijvoorbeeld een vergund bestaand woningen- of appartementencomplex zonder garage, die licht verbouwd wordt, daardoor plots over een parkeerplaats zou moeten beschikken maar dit niet op eigen perceel kan realiseren, wordt een regel geformuleerd bij verbouwing. Van het minimumaantal parkeerplaatsen uitgaande van de functies en oppervlakten van het gebouw volgens de huidige stedenbouwkundige vergunning, mogen (niet moeten), de parkeerplaatsen die zouden gelden in de toestand (parkeerplaatsen volgens oppervlakte) vóór verbouwing, afgetrokken worden en moet dus ook geen mobiliteitsbijdrage betaald te worden. Met andere woorden, de normen worden enkel toegepast op de nieuwe oppervlakten of de functiewijzigingen. Zoals hierboven reeds gesteld, geldt deze regel niet voor een opsplitsing van een woning in twee woningen. Anderzijds mogen vergunde parkeerplaatsen die behouden blijven uiteraard in rekening gebracht worden in de nieuwe VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 28

parkeerbalans. Wanneer er echter overtal ontstaat (overschrijding van de minimumnormen voor deelzone A en maximumnormen in deelzone B) gelden de aantallen volgens de huidige stedenbouwkundige vergunning. Het is immers niet de bedoeling dat er overtallen aan parkeerplaatsen gecreëerd worden in deelzones A en B. In principe moeten deze dan verminderd worden, tenzij dit een antwoord is op een vraag voor stallingplaatsen in de buurt, waardoor de parkeerdruk op openbaar domein vermindert en tenzij de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad. Een overtal realiseren of behouden kan slechts als dit aangetoond kan worden in een MOBER. De vermindering geldt ook voor het minimumaantal fietsenstallingen bij woningen en kantoren. Immers, wanneer er achteraan een rijwoning een ruimte wordt bijgebouwd, wordt een verbouwing aan de gang of kamer aan de straatkant niet nodig geacht. Anderzijds, wanneer een bestaande rijwoning omgevormd wordt tot studentenkamers (meer dan 2) moeten er alvast voor de wooneenheden boven twee fietsenstallingen voorzien worden, omdat het comfort voor fietsers primordiaal geacht wordt voor het stimuleren van het fietsgebruik én om overlast op voetpaden te vermijden. Bestemmingen die eerder wederrechtelijk gerealiseerd werden, kunnen echter niet in aanmerking genomen worden voor de bepaling van de huidige toestand. Wanneer een bestaand gebouw (anders dan woningen) voor dezelfde functie wordt uitgebreid met meer dan 50 m², of wanneer een gebouw opgesplitst wordt, gelden de minimum- en maximumaantallen wel, zoals bepaald in onderstaande tabellen 1 tot en met 10, maar enkel voor de bijkomende delen van het gebouw en of nieuwe functies. Bij een functiewijziging verliest men deze aftrekmogelijkheid. Een functiewijzing wordt beschouwd als een nieuwe toestand. Bij een verbouwing in het kerngebied en in deelzone A is de eerste schijf van 400 m² in ieder geval vrijgesteld. Wordt deze oppervlakte overschreden, dan gelden de bepalingen van deze verordening (min parkeerplaatsen voor de eerste schijf). 3.7.4 / Gevallen waarin de minimum- en maximumaantallen parkeer- en fietsenstallingplaatsen worden bepaald aan de hand van een MOBER of Mobiliteitstoets Hoofdstuk 4. geeft weer hoe het minimumaantal, en in bepaalde gevallen ook het maximumaantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen wordt bepaald. In bepaalde gevallen worden deze minima en maxima bepaald aan de hand van een MOBER (mobiliteitseffectenrapport), te voegen bij de aanvraag tot het bekomen aan een stedenbouwkundige vergunning. In geval het aantal in te richten parkeerplaatsen en fietsenstallingen bepaald wordt aan de hand van een MOBER, dient de aanvraag tot het bekomen van de stedenbouwkundige vergunning te voorzien in de realisatie van het volgens het MOBER verantwoorde aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen. De MOBER is door het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 verplicht gesteld voor een aantal gevallen. In dit Besluit is de ondergrens voor het opmaken van een MOBER bepaald. Indien een project deze ondergrens overschrijdt, is men verplicht een MOBER op te maken. Er zijn VECTRIS CVBA / STAD LIER PARKEERNORMEN / 29