SOCIAAL PLAN WIW De ondergetekenden Stichting Uitzicht en gemeente Nijmegen, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door T. Tankir, wethouder van de gemeente Nijmegen en voorzitter van het bestuur van Stichting Uitzicht, en Abvakabo FNV, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door en CNV publieke Zaak, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door.. en de Ondernemingsraad Uitzicht, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door.. Overwegende J J Dat de gemeente Nijmegen de gesubsidieerde banen afbouwt en daardoor alle werknemers werkzaam in het kader van de voormalige Wet Inschakeling Werkzoekenden (Wiw) in dienst bij de gemeente Nijmegen dan wel stichting Uitzicht ontslagen worden (besluit van de gemeenteraad d.d. 10 november 2010). Dat de gemeente Nijmegen en stichting Uitzicht samen met de vakbonden en de Ondernemingsraad Uitzicht een akkoord bereikten over een sociaal plan voor deze werknemers (hierna te noemen Sociaal Plan) Daar waar in dit Sociaal Plan wordt gesproken over hij en zijn wordt ook bedoeld zij en haar. Verklaren de navolgende overeenkomst te hebben gesloten: Artikel 1 definities a. Werkgever: stichting Uitzicht en/of de gemeente Nijmegen b. Werknemer: degene die in dienst is bij de gemeente Nijmegen dan wel de stichting Uitzicht op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in het kader van de voormalige Wiw en haar rechtsvoorganger de Rijksbijdrageregeling Banenpools en op 1 januari 2013 de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt. c. Vakorganisaties: Abvakabo FNV en CNV Publieke zaak d. Bruto maandsalaris Het op 30 juni 2012 geldende bruto maandsalaris, inclusief vakantietoeslag.
e. Passende arbeid: Onder passende arbeid wordt verstaan passende arbeid als bedoeld in artikel 4 lid 7 van de voormalige Wiw. Het gaat hierbij om alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd. Gezien de gewenningsperiode als bedoeld in artikel 7 wordt werk met een lager maandinkomen passend geacht. Voor wat betreft de afstand tussen woning en werk geldt, dat een functie passend is voor zover de reistijd woning-werk (enkele reis op basis van openbaar vervoer) niet meer is dan anderhalf uur. Voor werknemers die per dag minder dan 7,2 uur werken wordt de reistijd woning-werk naar rato van het aantal werkuren per dag berekend (werkuren per dag/7,2x 1,5 uur). f. Regulier werk: Onder regulier werk wordt begrepen algemeen geaccepteerde arbeid, niet zijnde een gesubsidieerde baan. Onder regulier werk wordt mede begrepen: arbeid in een dienstverband in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) of een baan, waarbij de werkgever een brugsubsidie als bedoeld in artikel 10 van de Reintegratieverordening Wet werk en bijstand 2011 ontvangt of arbeid als zelfstandige. Artikel 2 Werkingssfeer 1. Vanwege de beslissing van de gemeenteraad d.d. 10 november 2010 de gesubsidieerde arbeid af te bouwen, worden de arbeidsovereenkomsten van de werknemers per 1 juli 2012 beëindigd. Op deze arbeidsovereenkomsten is het Sociaal Plan van toepassing. Echter, indien een arbeidsovereenkomst vóór 1 juli 2012 vanwege een andere reden door werkgever beëindigd wordt, zoals bijvoorbeeld op grond van arbeidsongeschiktheid, is het Sociaal Plan niet van toepassing. Indien een werknemer zijn arbeidsovereenkomst vóór 1 juli 2012 beëindigt vanwege de aanvaarding van regulier werk, is het Sociaal Plan wel van toepassing. Daar waar arbeidsovereenkomsten van werknemers zijn beëindigd wordt binnen zes maanden geen nieuwe gesubsidieerde uitkeringsgerechtigde in dienst genomen. 2. Op de arbeidovereenkomsten van de werknemers die vóór 1 juli 2012 beschikken over een Wsw-indicatie is het Sociaal Plan niet van toepassing en deze arbeidsovereenkomsten worden derhalve niet beëindigd. Voorafgaande is echter anders indien een werknemer met een Wsw-indicatie een reguliere baan aanvaardt. In dat geval wordt deze werknemer onder de werking van het Sociaal Plan gebracht. 3. Het Sociaal Plan heeft kracht van CAO en is door partijen als zodanig aangemeld. 4. Het Sociaal Plan geldt vanaf 11 juli 2011 en eindigt uiterlijk op 1 januari 2013. Ingegane rechten voortvloeiend uit dit Sociaal Plan blijven van kracht, ook nadat de werkingsduur van het Sociaal Plan is verstreken. 5. Indien tijdens de werkingsduur wijzigingen in wetgeving of overige regelgeving hiertoe aanleiding geven, zullen partijen in overleg treden over eventuele aanpassing van dit Sociaal Plan. Artikel 3 Informatieverstrekking, bezwaar, fiscale afwikkeling 1. Werkgever zal het Sociaal Plan zorgvuldig uitvoeren en zal de werknemer zo tijdig en volledig mogelijk informeren. 2. De werknemer die een beroep doet op het Sociaal Plan, verplicht zich alle ter zake doende inlichtingen en gegevens tijdig en naar waarheid te verstrekken. Het geven van onjuiste
en/of onvolledige inlichtingen waardoor voorzieningen uit het Sociaal Plan ingezet zijn zonder dat de werknemer daarop recht had, heeft uitsluiting van verdere toepassing van het Sociaal Plan tot gevolg en bovendien wordt het inmiddels betaalbaar gestelde teruggevorderd. 3. Beslissingen op grond van dit Sociaal Plan die de individuele werknemer aangaan zullen altijd schriftelijk worden vastgelegd. 4. De werknemer die van mening is dat dit Sociaal Plan op onjuiste wijze, dan wel niet naar redelijkheid of billijkheid op hem wordt toegepast, neemt na ontvangst van de betreffende beslissing binnen tien werkdagen contact op met werkgever. Werkgever treedt hierover met werknemer in overleg en draagt er zorg voor dat het resultaat hiervan schriftelijk wordt vastgelegd. Binnen tien werkdagen na ontvangst hiervan kan werknemer schriftelijk en gemotiveerd een bezwaar indienen bij de geschillencommissie als omschreven in artikel 11. Het indienen van een bezwaar heeft geen opschortende werking ten aanzien van de uitvoering van de bestreden beslissing, tenzij door de uitvoering van de beslissing naar het oordeel van de werkgever een onomkeerbare situatie ontstaat. De beslissing dat de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt, kan niet aan de geschillencommissie worden voorgelegd. 5. De vergoedingen genoemd in het Sociaal Plan zijn bruto vergoedingen, tenzij uitdrukkelijk anders wordt vermeld. De werkgever zal voor zover noodzakelijk de wettelijk verplichte inhoudingen plegen. artikel 4 Mobiliteitscentrum Aanzet 1. De gemeente heeft een mobiliteitscentrum ingericht, Aanzet genaamd. Dit centrum heeft tot taak de werknemers te begeleiden of te bemiddelen bij het vinden van een reguliere baan en is iedere dag geopend van 9.30 uur tot 12.30 uur. Binnen Aanzet wordt samengewerkt met het UWV-werkbedrijf en kunnen werknemers verwezen worden naar vacatures van het UWV-werkbedrijf. Alle werknemers worden opgeroepen voor een gesprek. In dat gesprek wordt samen met de werknemer bezien of de mobiliteitstraining passend is. Deze training omvat onder andere een sessie verwerken baanverlies, een empowermenttraining, arbeidsmarktoriëntatie, jobsearch en sollicitatietrainingen. Daarnaast wordt er individuele sollicitatiecoaching, banenjacht en workshops social media geboden. Tevens kan naast de mobiliteitstraining een extern traject gericht op het verkrijgen van regulier werk worden aangeboden. Dit kan bestaan uit relevante trainingen en korte cursussen, assessments en andere noodzakelijke onderzoeken. Hiervoor staat een bedrag van maximaal 3000,- per persoon ter beschikking. Daarnaast biedt Aanzet alle werknemers ondersteuning bij het aanvragen van een WW-uitkering, bij het aanvragen van een WSW-indicatie en andere wettelijke regelingen. Tevens kunnen werknemers met vragen bij Aanzet terecht over het Sociaal Plan of met vragen over inkomensachteruitgang. Daar waar specifieke expertise nodig is, zorgt Aanzet voor een doorverwijzing. Voor alle voorzieningen geldt dat het aanbod in overleg met de werknemer wordt vastgesteld. Het bieden van maatwerk staat hierbij centraal. Voor alle voorzieningen geldt ook dat het voor de werknemer mogelijk is van deze dienstverlening tijdens werktijd gebruik te maken. 2. De werknemer wordt vanaf heden tot 1 juli 2012 in de gelegenheid gesteld om van de faciliteiten van Aanzet gebruik te maken. 3. Van de werknemer wordt volledige medewerking verwacht aan de activiteiten die door Aanzet ingezet worden om reguliere uitstroom te bevorderen. Dat wil zeggen dat ook gehoor dient te worden gegeven aan oproepen van Aanzet. Indien de werknemer hieraan niet voldoet, zonder dat hiervoor naar de mening van de werkgever een redelijke grond
aanwezig is, heeft dit uitsluiting van verdere toepassing van het Sociaal Plan tot gevolg. Werknemer kan bezwaar indienen tegen de beslissing de werknemer verder uit te sluiten van toepassing van het Sociaal Plan conform artikel 3 lid 4. 4. De werknemer is verplicht passende reguliere arbeid te aanvaarden. Bij niet aanvaarding van passende reguliere arbeid wordt conform artikel 4 lid 7 van de Wiw de arbeidsovereenkomst opgezegd en wordt werknemer uitgesloten van verdere toepassing van het Sociaal Plan. Werknemer kan bezwaar indienen tegen het aanbod van de passende functie conform artikel 3 lid 4. Artikel 5. Uitstroompremie 1. Werknemers die vanuit hun Wiw-baan volledig en aansluitend uitstromen naar regulier werk vóór 1 juli 2012 kunnen in aanmerking komen voor de volgende uitstroompremie: Uitstroom vanaf 1 januari 2011 en vóór 1 oktober 2011: 2.250,- premie Uitstroom vóór 1 januari 2012: 1.500,- premie Uitstroom vóór 1 april 2012: 1.000,- premie Uitstroom vóór 1 juli 2012: 750,- premie 2. De genoemde premies zijn bruto bedragen. De premie is een premie als bedoeld in artikel 31 Wet werk en bijstand en wordt opgenomen in de beleidsregels re-integratie 2011. Dat heeft tot gevolg dat de premies niet cumuleerbaar zijn en dat de verplichtingen in deze beleidsregels van toepassing zijn. Artikel 6. Beëindiging regulier werk vóór afloop van de WW-suppletie periode Indien de werknemer voor het beëindigen van zijn dienstverband een reguliere functie heeft aanvaard en indien de werknemer binnen maximaal 12 maanden na het verkrijgen van dit reguliere dienstverband op niet verwijtbare gronden ontslagen wordt, komt de werknemer in aanmerking voor de WW-suppletie zoals vastgelegd in artikel 8, over de resterende maanden dat hij nog recht zou hebben op een WW-suppletie, ware hij ontslagen op 1 juli 2012. Artikel 7. Gewenningsperiode na aanvaarding regulier werk met lager inkomen Bij het aanvaarden door de werknemer vóór 1 juli 2012 van een reguliere baan met een lager maandinkomen dan de werknemer verdiende voor zijn uitdiensttreding, wordt het verschil als volgt aangevuld: J gedurende het eerste half jaar wordt 2/3 van het verschil gecompenseerd; J gedurende het tweede half jaar wordt 1/3 van het verschil gecompenseerd. Indien dit lagere inkomen veroorzaakt wordt doordat de werknemer een reguliere baan aanvaardt met een kleinere arbeidsduur, wordt de compensatie niet verstrekt over het aantal uren dat de werknemer minder werkt. Compensatie wordt in dat geval alleen verstrekt indien de werknemer met de reguliere arbeidsduur minder verdient dan hij in de Wiw verdiend zou hebben met deze arbeidsduur. Compensatie wordt alleen geboden over het verlies dat deze vergelijking oplevert. Artikel 8. Suppletie op WW-uitkering bij ontslag 1. De werknemer die vanwege de afbouw van de gesubsidieerde arbeid ontslagen wordt, ontvangt met ingang van de WW-uitkering een periodieke aanvulling op de WWuitkering.
2. De hoogte van de aanvulling is gebaseerd op een ongekorte WW-uitkering, berekend op basis van de werkloosheidswetgeving zoals deze geldt op de eerste werkloosheidsdag. 3. Van werknemers die op 1 juli 2012 jonger zijn dan 62 jaar wordt de WW-uitkering gedurende de WW-periode als volgt aangevuld: de eerste 12 maanden wordt aangevuld tot 100% van het bruto maandloon dat de werknemer verdiende op 30 juni 2012, de daarop volgende 12 maanden tot 90% hiervan en de laatste 14 maanden tot 80% hiervan. 4. Van werknemers, die op 1 juli 2012 62 jaar of ouder zijn, wordt de WW-uitkering gedurende de WW-periode aangevuld tot 100% van het bruto maandloon dat de werknemer verdiende op 30 juni 2012. 5. De aanvulling wordt slechts gegeven indien en voor zolang de werknemer over de genoemde periodes in lid 3 en lid 4 een WW-uitkering ontvangt. Zodra de uitkering beëindigd wordt of wordt aangepast aan een lager aantal uren, wordt ook de aanvulling beëindigd of naar rato van dat aantal uren aangepast. Een door het UWV opgelegde sanctie wordt ook toegepast op de aanvulling. 6. Gedurende de periode dat de werkgever WW-suppletie betaalt, wordt het werkgeversdeel van de pensioenspremie door de werkgever gestort in het pensioenfonds. 7. De werknemer die vanaf 1 juli 2012 aanspraak heeft op een WW-uitkering, kan de werkgever tot uiterlijk 1 augustus 2012 verzoeken de aanvulling als gekapitaliseerd bedrag ineens te storten op zijn bankrekeningnummer. Berekening van voornoemd bedrag geschiedt op basis van het salaris op 30 juni 2011 en de hoogte van de WW-uitkering op 1 juli 2012. Over deze vergoeding dienen inhoudingen te worden gepleegd. Slechts indien de werknemer een stamrechtverzekering afsluit of van een andere fiscaal toelaatbare regeling gebruik maakt, wordt de aanvulling bruto (zonder inhoudingen te plegen) uitbetaald op door de werknemer opgegeven wijze. 8. Indien de werknemer conform lid 7 van dit artikel ervoor kiest om de WW-suppletie als bedrag ineens uitbetaald te krijgen, wordt het werkgeversdeel van de pensioenpremie in de berekening van de aanvulling meegenomen. Artikel 9 Seniorenverlof Seniorenverlof wordt niet beschouwd als een te verzilveren aanspraak en wordt noch in geld noch in tijd uitbetaald. Artikel 10 Hardheidsclausule en onvoorzien Indien toepassing van het Sociaal Plan voor een individuele werknemer zou leiden tot een onbillijke situatie, kan werkgever van het Sociaal Plan ten gunste van de werknemer afwijken. In die gevallen waarin het Sociaal Plan niet voorziet, zal de werkgever handelen in de geest van het Sociaal Plan. Artikel 11 Geschillencommissie 1. De geschillencommissie bestaat uit drie leden. De leden worden benoemd door het bestuur van stichting Uitzicht. Eén lid wordt benoemd op voordracht van de werkgever, één lid wordt benoemd op voordracht van de gezamenlijke vakorganisaties en de ondernemingraad Uitzicht. De voorzitter wordt benoemd op gezamenlijke voordracht van de werkgever en de vakorganisaties tezamen met de Ondernemingsraad Uitzicht. Indien de leden niet tot overeenstemming komen wordt de voorzitter door de werkgever aangewezen. De werkgever wijst een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aan. Deze zijn geen lid van de geschillencommissie.
2. De geschillencommissie adviseert de werkgever in individuele gevallen met betrekking tot de uitvoering van het Sociaal Plan. De commissie komt zo spoedig mogelijk bijeen nadat de werkgever dan wel de werknemer een schriftelijk verzoek heeft gedaan om een uitspraak. De commissie bepaalt voor het overige haar eigen werkwijze. 3. Een uitspraak van de commissie geldt als een zwaarwegend advies aan de werkgever. Indien de werkgever besluit tot afwijking van het advies van de commissie zal hij zijn beslissing schriftelijk en gemotiveerd ter kennis van de betrokken werknemer brengen. De commissie ontvangt hiervan een afschrift. 4. De geschillencommissie is verplicht tot geheimhouding van alle persoonlijke en zakelijke gegevens die haar bij het uitoefenen van haar taak ter kennis komen. 5. Eventuele kosten die de geschillencommissie maakt in verband met de uitoefening van haar taak, komen voor rekening van werkgever mits hierover vooraf met de werkgever overeenstemming is bereikt. Aldus overeengekomen op. namens Abvakabo FNV CNV Publieke Zaak Ondernemingsraad Uitzicht Gemeente Nijmegen Stichting Uitzicht