Bestuursrapportage 2011 no. 1 (januari tot en met juni 2011)



Vergelijkbare documenten
Bijgaand ontvangt u ter kennisneming het ontwerp van de door ons college uit te brengen bestuursrapportage 2011 no. 2 (dm.nr ).

Bestuursrapportage 2011 no. 2 (januari tot en met december 2011)

Bijlage1 : vervallen prestatie-indicatoren uit Begroting 2014

AGENDAPUNT 4a. Onderwerp: Bestuursrapportage 2012 no. 1 Nummer: Voorstel

Jaarverslag Voorjaarsnota. Begroting. Bestuursrapportage no. 1. Bestuursrapportage no. 2. Jaarrekening en jaarverslag

Bestuursrapportage 2012 no. 2

Voorstel: Bijgaand ontvangt u ter consultering het ontwerp van de door ons college uit te brengen bestuursrapportage 2012 no.2 (DM ).

Onderwerp: Bestuursrapportage 2010 no. 2 Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Bestuursrapportage 2010 no. 2 (januari tot en met december 2010)

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Inhoud De Programmaverantwoording... 3 Paragrafen... 28

Onderwerp: Bestuursrapportage 2014 nr. 1 Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2013 no. 1 (januari tot en met maart 2013)

Bestuursrapportage 2014 no. 2 (januari tot en met juni 2014)

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 10. Onderwerp: Bestuursrapportage 2013 no. 2 Nummer: Voorstel

Gelet op het bepaalde in artikel 10, vijfde lid, van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden;

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

Overwegende de adviezen van de gecombineerde vergadering van de commissies BMZ en SKK


1 Begroting in één oogopslag... 3

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Gelet op het bepaalde in artikel 10, vijfde lid, van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden;

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Gecombineerde Commissie

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

Ontwerp begroting 2013

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

A L G E M E E N B E S T U U R

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Jaarrapportage 2018 Waterschap Hunze en Aa s

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

2e wijziging programmabegroting

Financieel Jaarverslag 2014

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Rapportage 2 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

A L G E M E E N B E S T U U R

Voorstel aan algemeen bestuur

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

In de organisatieverordening is met betrekking tot overschrijding van de netto kosten in de begroting het volgende opgenomen:

Financiële begroting 2015 samengevat

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Jaarrapportage 2018 Gemeente Groningen

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6).

Raadsstuk. Onderwerp Bestuursrapportage Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Jaarverslag Tbv algemeen bestuur 2 juli Voorjaarsnota. Begroting. Bestuursrapportage no. 1. Bestuursrapportage no. 2

Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

Voorjaarsnota 2011 (meerjarenraming ) Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Gemeente Groningen

Pagina 1. grondwater- Watersysteem- Zuiverings- Wegenbeheer? beheer beheer beheer ** Planvorming

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Ontwerp- 5 e begrotingswijziging 2013

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Rapportage 2 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Raadsvoorstel VRBZO Kadernota 2018 en gemeentelijke monitor 2016

2 e wijziging Programmabegroting 2017 Veiligheidsregio Utrecht

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

Gelet op het bepaalde in artikel 12 en 13 van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

M E M O. Reg.nr.: Aan: Commissie BOD, 12 september Cc: Stand van zaken vaarweg- en nautisch beheer. Datum: 21 augustus 2012

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Vergaderstuk Algemeen bestuur

AGENDAPUNT 8 ONTWERP. Onderwerp: Grootonderhoudsplan Oevers 2013 tot 2018 Nummer: Voorstel

Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0. Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer:

INLEIDING RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

Zuidplas. Raadsvoorstel. Aan de raad van de gemeente Zuidplas

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Vergaderdatum 6 juli 2016 Onderwerp Rapportage verbijzonderde interne controle 2015 Agendapunt

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Transcriptie:

Bestuursrapportage no. 1 (januari tot en met juni ) Behandeld door het algemeen bestuur op 1 november DOCS-#439271-v6-Bestuursrapportage No_1.DOC Voorjaarsnota Begroting Bestuursrapportage no. 1 Bestuursrapportage no. 2 Jaarrekening en jaarverslag

Inhoud Conclusie en samenvatting... 3 1. Voorwoord en leeswijzer... 8 2. Programmarapportage... 10 2.1 Thema Veiligheid... 11 2.1.1 Programma Primaire en regionale waterkeringen... 11 2.1.2 Programma Calamiteitenzorg... 15 2.2 Thema Voldoende water... 16 2.2.1 Programma Watersysteembeheer... 16 2.2.2 Programma Nationaal Bestuursakkoord Water... 20 2.3 Thema Schoon water... 22 2.3.1 Programma Kwaliteit van het oppervlaktewater... 22 2.3.2 Programma Zuiveringsbeheer... 25 2.4 Thema Bestuur, middelen & maatschappij... 30 2.4.1 Programma Lastendruk... 30 2.4.2 Programma Tevredenheid belanghebbenden... 32 2.4.3 Programma Maatschappelijk verantwoord ondernemen... 34 2.5 Investeringsplanning... 35 2.5.1 Overzicht investeringsuitgavenen subsidies.... 35 2.6 Niet (volledig) gerealiseerde investeringsuitgaven en doelstellingen 2009 en 2010... 37 2.6.1 Investeringsuitgaven 2010... 37 2.6.2 Doelstellingen 2009 en 2010... 38 3. Bedrijfsvoering... 42 3.1 KAM (kwaliteit, arbeidsomstandigheden, milieu)... 42 3.1.1 Certificatie... 42 3.1.2 (Kwaliteits)management systeem... 42 3.1.3 Maatschappelijke verantwoord ondernemen (MVO)... 42 3.1.4 Arbo en veiligheid... 43 3.2 Inkoop... 43 3.3 Aanbestedingen... 43 3.4 Subsidies... 45 4. Financiële paragraaf... 48 4.1 Treasury... 48 4.2 Financieel beeld... 50 4.2.1 Doorsnede per kosten en opbrengstensoort... 50 4.2.2 Nettobijdrage per belastingcategorie... 52 4.2.3 Doorsnede per bestuurlijk thema... 53 4.3 Risicoparagraaf... 54 Bijlage 1: Afkortingen en begrippen... 57 Bijlage 2: Doorwerking prestatie-indicatoren Begroting 2012... 59 2

Conclusie en samenvatting Inleiding Deze rapportage aan het bestuur beslaat het eerste half jaar van. Hierin staat de beantwoording van drie vragen centraal: 1. Worden de gestelde doelen behaald, op basis van de resultaten in de eerste helft van het jaar? 2. Wordt dit gerealiseerd binnen het gestelde financiële kader? 3. Hoe is de doorwerking van deze bestuursrapportage in Begroting 2012 verwerkt? Conclusie Voor wat betreft de doelstellingen ligt de realisatie grotendeels op schema. Het realiseren van de doelstellingen gebeurt met een lichte onderschrijding van de beschikbaar gestelde middelen. Waar na de eerste begrotingswijziging nog uit werd gegaan van een onttrekking aan de reserves van 0,2 miljoen euro wordt nu een toevoeging van 0,9 miljoen euro geprognosticeerd. Het percentage gerealiseerde investeringsuitgaven staat na het eerste halfjaar op 41%. Dit percentage ligt duidelijk hoger dan de afgelopen jaren. Financiële middelen In deze bestuursrapportage is een prognose voor het eindresultaat van het gehele boekjaar opgenomen. Het is belangrijk te vermelden dat dit de best mogelijke inschatting is op basis van de informatie die tot en met juni beschikbaar is. Het geprognosticeerde resultaat over bedraagt 0,9 miljoen euro voordeel. Dit voordeel is volledig toe te schrijven aan het saldo van de kosten en overige opbrengsten omdat de prognose voor de totale belastingopbrengsten volledig conform begroting is. In de toelichting bij tabel 1 zijn de belangrijkste afwijkingen op de kosten en overige opbrengsten weergegeven. De belangrijkste afwijkingen zijn een onderschrijding op de rentelasten van 1,2 miljoen euro en een overschrijding op de personeelskosten van 1,2 miljoen euro. Daarnaast is er een kleinere onderschrijding van de afschrijvingen. In deze tabel worden ook de afwijkingen benoemd als structureel of incidenteel. Ondanks de inschatting dat de totale belastingopbrengsten conform begroting is, bestaat het saldo op de belastingopbrengsten uit een plus en een min: bij watersysteemheffing gebouwd wordt door een lagere WOZ-waarde een 0,7 miljoen euro lagere opbrengst verwacht en door hogere opbrengsten op oude jaren wordt verwacht dat er 0,7 miljoen euro meer belasting wordt opgehaald in de categorie Zuiveringsheffing Bedrijven. De lagere WOZ-waarde leidt tot een structurele onderschrijding en werkt daarom door in Begroting 2012 en verder. De herrekening over oude jaren heeft een incidenteel karakter. 3

Tabel 1 Verklaring op hoofdlijnen Doorsnede per kosten en opbrengstensoort Begroting (na BW) Realisatie t/m juni Prognose Resultaat Kosten Overige kosten 50,7 25,1 50,2 0,5 V Personeelskosten 24,6 12,7 25,8 1,2 N Afschrijvingskosten 21,3 10,0 20,8 0,5 V Rentekosten 11,8 5,3 10,6 1,2 V Totaal kosten 108,3 53,0 107,4 0,9 V Opbrengsten Overige opbrengsten 9,0 5,8 9,0 0,0 N Totaal opbrengsten 9,0 5,8 9,0 0,0 N Saldo kosten en opbrengsten 99,3 47,2 98,4 0,9 V Netto bijdrage belastingcategorieën Netto bijdrage belastingcategorieën 99,1 94,9 99,1 0,0 V Mutaties reserves Onttrekking reserves 0,2-0,2 - Saldo na netto bijdrage en mutaties reserves Bedragen zijn in miljoenen euro s - 47,6 0,9 0,9V 4

Toelichting Overige kosten S / I 0,5 V Onderhoudskosten watersysteem I 0,3 V Overige goederen en diensten (o.a. door voormalige IVA s) I 0,2 V Personeelskosten 1,2 N Inhuur op vacatureruimte en vervanging ziekte S 1,6 N Personeelskosten I 0,4 V Afschrijvingskosten Langere doorlooptijd projecten (moment technisch gereed = startmoment afschrijvingen) Inhaalafschrijvingen in verband met restwaarde rwzi s Bunnik en Wijk bij Duurstede Rentekosten Besparing door goede treasury. In de begroting is de rente o.a. berekend op het aantrekken van 25 miljoen euro. Door een optimale mix van lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen is dit eind 2010 niet nodig gebleken. Voor is nu de verwachting dat er pas in december weer geld aangetrokken moet worden. I I S 0,5 V 1,1 V 0,6 N 1,2 V 1,2 V Belastingopbrengsten 0,0 N Lagere belastingopbrengsten watersysteemheffing gebouwd in verband met S 0,7 N lagere WOZ-taxaties Hogere belastingopbrengsten oude jaren Zuiveringsheffing Bedrijven. I 0,7 V Bedragen zijn in miljoenen euro s Doelstellingen In het hoofdstuk Programmarapportage worden de geleverde prestaties tegenover de gestelde doelen gezet. Dit gebeurt aan de hand van de volgende symbolen: = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch In de beoordeling is gekeken naar de resultaten in kwaliteit, tijd en financiën. Daarbij moet worden opgemerkt dat de factor financiën in relatie tot de andere factoren wordt beoordeeld. Daarmee wordt bedoeld dat bij de beoordeling van de factor financiën rekening wordt gehouden met de voortgang van het project in de tijd. Als bijvoorbeeld de realisatie van een project in de tijd achter ligt en de uitgaven ook in verhouding achterblijven, dan wordt de tijd oranje of zelfs rood beoordeeld, maar financiën groen. Een andere kanttekening betreft het feit dat de verwachtingen in de beoordeling zijn meegenomen. Als bijvoorbeeld de norm 8 is en de realisatie t/m juni op 1 staat dan kan het goed zijn dat men weet dat er de tweede helft nog 7 worden gerealiseerd. Alle beoordelingen zullen dan groen zijn. Datzelfde geldt voor een prestatie-indicator met als norm een besluit, als realisatie nee maar met de verwachting dat het besluit in de 2 e helft van het jaar valt dan staat alles op groen. Op basis van deze beoordeling wordt vastgesteld hoe er is gepresteerd en op welke onderdelen moet worden bijgestuurd. Bijsturing is vooral relevant voor de prestaties die oranje en rood zijn beoordeeld. Om die reden is de toelichting daarop toegespitst. 5

Ten opzichte van bestuursrapportage 2010- No.2 zijn de overzichten over de pi's enigszins aangepast. In de overzichten is een extra kolom met cumulatieve doelstelling opgenomen. In de begroting van 2012 wordt een stap gemaakt in het cumulatief maken van pi's. Als tussenoplossing is voor deze aanpassing gekozen. In deze bestuursrapportage wordt zowel gerapporteerd over doelstellingen als over middelen. Over de middelen is aan het eind van deze paragraaf aan de hand van een totaaloverzicht samengevat en geconcludeerd hoe deze zich inde eerste helft van hebben ontwikkeld. De beoordelingen worden hierna grafisch weergegeven: Figuur 1 Samenvatting beoordelingen Prestatie indicatoren Beoordelingen Toelichting Volledig groen Niet op schema Goed Voldoende Onvoldoende In totaal wordt er via 73 prestatie-indicatoren over de doelstellingen gerapporteerd. Van alle prestatie-indicatoren worden er 29 prestatie-indicatoren (40%) beoordeeld als niet op schema, al of niet kritisch. In de bijbehorende toelichtingen in het hoofdstuk Programmarapportage is aangegeven welke acties nodig zijn om er voor te zorgen dat de einddoelstelling alsnog wordt behaald. Alle prestatie-indicatoren zijn beoordeeld op kwaliteit, tijd en financiën. In totaal gaat het dus om 73 x 3 = 219 beoordelingen. Hiervan zijn er 15 (7%) onvoldoende en 18 (8%) voldoende gewaardeerd. Het overgrote deel (186 stuks en 85%) is beoordeeld als goed op schema. De meeste afwijkingen, meer dan de helft, hebben betrekking op de factor tijd. Doorwerking in P&C-cyclus Vanuit de cyclische gedachte werken de uitkomsten van deze bestuursrapportage door in de begroting van 2012. Uit de analyse die in het kader van deze bestuursrapportage is opgesteld, blijkt dat het geprognosticeerde (en daarmee nog onzekere) resultaat ultimo in totaal 0,9 miljoen euro bedraagt. In de geprognosticeerde afwijkingen van wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele afwijkingen. De substantiële structurele afwijkingen worden verwerkt in het meerjarenperspectief en daarmee in de begroting van 2012. Een toelichting van deze punten wordt apart in Begroting 2012 opgenomen. In Begroting 2012 worden op basis van deze bestuursrapportage de volgende aanpassingen van het meerjarenperspectief verwerkt: 1. Verlaging rentelasten; 2. Verlaging afschrijvingslasten; 3. Verhoging personeelskosten: vacaturegelden en inhuurbudget bij langdurig ziek zijn niet toereikend voor kostenpost inhuurkrachten; 4. Aanpassing belastingdraagvlak categorie Watersysteemheffing gebouwd; 6

5. Groei reservepositie: het geprognosticeerde rekeningresultaat wordt normaliter aan de reserves toegevoegd. Naast deze wijzigingen van financiële aard wordt u, naar aanleiding van bevindingen bij het opstellen van deze bestuursrapportage, bij Begroting 2012 het voorstel gedaan om een apart programma te benoemen voor Bestuur en Organisatie. Onder dit programma wordt vervolgens gerapporteerd over de omvang van de overhead. Daarmee wordt de rapportage over de overige programma s transparanter omdat daar de overhead geen oorzaak meer is van de geconstateerde afwijkingen. Naar aanleiding van de beoordeling van de voortgang van de prestatie-indicatoren in deze bestuursrapportage wordt een aantal indicatoren in Begroting 2012 aangepast. Een overzicht van deze prestatie-indicatoren is als bijlage toegevoegd. 7

1. Voorwoord en leeswijzer Algemeen De bestuursrapportage verschijnt twee maal per jaar en is onderdeel van de Planning & Control-cyclus. Het college geeft hiermee invulling aan artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze cyclus begint met de voorjaarsnota die op hoofdlijnen het beleid voor de volgende 4 jaren weergeeft en waar ook een meerjarenraming in wordt afgegeven. De volgende stap in de cyclus is de begroting waarin in het bijzonder de eerste jaarschijf nader wordt uitgewerkt. Uiteindelijk wordt in een tweetal bestuursrapportages de werkelijkheid afgezet tegen de begroting. Waar de jaarrekening zich beperkt tot de besteding van middelen gaat de bestuursrapportage verder. In de beide bestuursrapportages rapporteren we, in aansluiting op de begroting, over de geleverde prestaties. Deze prestaties zijn per programma geformuleerd. Hierbij wordt stil gestaan bij de voortgang in kwaliteit, tijd en financiën. Daarnaast komen de exploitatiekosten en de investeringsuitgaven per programma naar voren. De opzet sluit hiermee aan op de begroting van. De bestuursrapportage is de basis voor het algemeen bestuur om het beleid eventueel aan te passen en om er zo voor te zorgen dat doelstellingen met de juiste kwaliteit, op tijd en volgens de financiële begroting worden gerealiseerd. In de cyclische gedachte vormt bestuursrapportage no. 1, die over de eerste helft van het jaar rapporteert, een belangrijk inbreng voor de eerstvolgende begroting. Conform artikel 8 (uitvoering van de begroting) van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie zorgt het college ervoor dat de netto-kosten van de programma s en de investeringsuitgaven, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur, niet worden overschreden. Daarbij mag er niet worden geschoven tussen de budgetten van de verschillende programma s. Wanneer er geschoven moet worden tussen de verschillende thema s of programma s, dient dit te gebeuren via autorisatie door het algemeen bestuur. Wanneer er geschoven moet worden binnen de programma s kan het college dit autoriseren. Het college heeft dan echter wel een rapportageverplichting aan het algemeen bestuur. Leeswijzer In deze bestuursrapportage wordt in hoofdstuk 2 gerapporteerd per programma. Wij onderscheiden de volgende thema s en programma s: Tabel 2 Overzicht bestuurlijke thema s en programma s Bestuurlijke thema's Bestuurlijke programma's Veiligheid Primaire en regionale waterkeringen Calamiteitenzorg Voldoende water Waterkwantiteitsbeheer Nationaal Bestuursakkoord Water Schoonwater Kwaliteit van het oppervlakte water Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Tevredenheid belanghebbenden Maatschappelijk verantwoord ondernemen 8

Per programma worden prestaties kosten, en opbrengsten toegelicht. Voor wat betreft de investeringen wordt in paragraaf 2.5 op bladzijde 35 op het niveau van thema s en programma s de realisatie tot en met juni afgezet tegenover de investeringsplanning voor geheel. In het geval van grote afwijkingen wordt er een toelichting gegeven. De prestaties worden toegelicht op basis van tijd, kwaliteit en financiën. De kosten en opbrengsten en de investeringen worden cijfermatiger toegelicht, maar ook de inhoud blijft niet buiten beschouwing. De waterschapsbrede onderwerpen zijn verdeeld in twee aparte hoofdstukken. In hoofdstuk 3 (Bedrijfsvoering) komen onder andere de subsidies en aanbestedingen aan bod. Hoofdstuk 4 betreft de financiële paragraaf. Hierin komt vooral de overzichtstabel met de daarin de begrote kosten en opbrengsten en de realisatie tot en met juni aan de orde. Daarnaast is er aandacht voor risicomanagement en treasury. 9

2. Programmarapportage Vooraf Dit hoofdstuk bevat tabellen met de exploitatie (kosten en opbrengsten) per programma. In deze tabellen is de realisatie afgezet tegen de begroting per kostensoort. Om te voorkomen dat bij een aantal programma s voor de verklaring van de verschillen in herhaling moet worden getreden treft u onderstaand een aantal algemene verklaringen. Bij de toelichting bij de programma s wordt, indien van toepassing, naar deze verklaringen verwezen met de term algemene verklaring : De kosten van overhead, oftewel de kosten van de ondersteunende afdelingen, worden volgens een vaste verdeelsleutel toegerekend aan de programma s. Als de gerealiseerde kosten van de overhead afwijken van de begrote kosten, vindt er een afwijkende toerekening aan de programma s plaats. Hierdoor kunnen de gerealiseerde programmakosten afwijken ook wanneer deze conform begroting verlopen. De begrote personeels- en rentekosten zijn gesaldeerd weergegeven. In de realisatie wordt dit volgens de geldende externe verslaggevingsregels uitgesplitst naar kosten en opbrengsten. Door dit verschil in de wijze waarop het is begroot is en waarop het in de realisatie terecht komt, onstaan er verschillen op de personeels- en rentekosten en op de overige opbrengsten per programma. Deze verschillen vallen tegen elkaar weg en hebben dus geen invloed op het totale saldo van kosten en overige opbrengsten per programma. In de begroting van 2012 wordt de begroting per programma hiervoor aangepast. De totale geprognosticeerde rentekosten zijn lager dan begroot. De rentekosten worden op basis van de boekwaarden verdeeld over de programma s. Daarom laat vrijwel ieder programma een onderbesteding op de rentekosten zien. Onder programma s 2 worden in dit hoofdstuk alleen de substantiële afwijkingen toegelicht. 10

2.1 Thema Veiligheid Algemeen Onder het thema Veiligheid vallen de programma s Primaire en regionale waterkeringen en Calamiteitenzorg. 2.1.1 Programma Primaire en regionale waterkeringen Doelstellingen en maatregelen Tabel 3 Maatregelen programma Primaire en regionale waterkeringen Doelstelling 1: Waterkeringen voldoen aan de normen Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Opstellen GOP primaire waterkeringen Bestuurlijk vastgesteld GOP GOP vastgesteld Nee GOP gereed in 2 Uitvoeren van toetsing van de regionale waterkeringen Toetsverslag vastgesteld door college mei 2012 80% gedetailleerde toetsing gereed 0,4 Toetsing gereed in 2012 3 Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen Aantal kilometers uitgevoerde kadeverbetering per jaar 19 km voorbereid 12 km gereed 12 km voorbereid 5 km gereed 316 kilometer in 2020 volgens norm gereed 4 Opstellen van een beleidsnota overige waterkeringen Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota overige waterkeringen Vastgestelde nota Nee Beleidsplan vastgesteld in 5 Opstellen van legger voor alle waterkeringen Bestuurlijk vastgestelde legger Legger overige waterkeringen vastgesteld Nee Vastgestelde legger in 6 Evalueren en bijstellen beheer- en beleidsplan waterkeringen Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan Beleidsplan vastgesteld Nee Beleidsplan waterkeringen gereed in = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld 11

Toelichting Prestatie-indicator nr. 1 Vanwege de extra inspanningen rondom het project Veiligheid Centraal Holland wordt het GOP primaire waterkeringen pas in de tweede helft van opgepakt. Het GOP primaire waterkeringen is eind ambtelijk gereed en wordt in het eerste kwartaal van 2012 aan het AB voorgelegd. Prestatie-indicator nr.3 De norm '12 km gereed' wordt dit jaar niet gerealiseerd omdat besloten is om het kadeverbeteringsproject 'Inundatiekanaal/Schalkwijksewetering' (lengte 6km) uit te stellen. Vanwege de ligging van het traject in de Hollandse Waterlinie zijn langere procedures vereist. Omdat het tevens een overige waterkering betreft, is besloten dit project nu niet uit te voeren en prioriteit te geven aan de regionale waterkeringen. Resultaat is dat er, ter compensatie, in meer km's voorbereid worden dan gepland, namelijk 25 km. Prestatie-indicator nr.4 Vanwege de extra inspanningen rondom het project Veiligheid Centraal Holland wordt de beleidsnota overige waterkeringen in de tweede helft van opgepakt. De beleidsnota overige waterkeringen is eind ambtelijk gereed en wordt in het eerste kwartaal van 2012 aan het AB voorgelegd. Prestatie-indicator nr.5 Het kunnen starten met het opstellen van de legger overige waterkeringen is afhankelijk van de criteria die vastgesteld worden in de beleidsnota overige waterkeringen (prestatie-indicator 4). De vertraging in het opstellen van de beleidsnota heeft hiermee direct ook het opstellen van de legger vertraagd. In wordt gestart met het opstellen van de legger overige keringen op basis van de concept criteria. Onder voorbehoud van de bestuurlijke vaststelling van de beleidsnota (2012), kan de legger overige waterkeringen eind 2012 bestuurlijk worden vastgesteld. Het betreft hier de legger voor de overige waterkeringen. Dit is slechts een beperkt aantal van het totaal omdat het overgrote deel onder de primaire en regionale keringen valt. Voor zowel de primaire als de regionale keringen beschikken we over leggers. 12

Doelstelling 2: Het beperken van de gevolgen van overstromingen Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 7 Opstellen van een compartimenteringsplan voor de boezem HDSR Bestuurlijk vastgesteld compartimenteringsplan Vastgesteld compartimenteringsplan Nee Plan vastgesteld in = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Doelstelling 3: Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 8 Bestrijden van muskusratten Aantal muskusratten vangsten per uur 0,23 0,19 0,17 vangsten per uur in 2013 = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Wat zijn de kosten? Begroting Realisatie Prognose Resultaat t/m juni (na BW) Primaire en regionale waterkeringen Kosten Overige kosten 7.345 1.407 7.290 55 V Personeelskosten 4.637 2.662 5.404 767 N Afschrijvingskosten 2.697 1.061 2.121 576 V Rentekosten 747 380 759 12 N Totaal kosten 15.426 5.509 15.575 149 N Opbrengsten Overige opbrengsten 1.757 2.200 2.207 450 V Totaal opbrengsten 1.757 2.200 2.207 450 V Saldo kosten en opbrengsten 13.669 3.309 13.368 301 V Bedragen zijn in duizenden euro s 13

Toelichting Personeelskosten Zie algemene verklaring. Daarnaast wordt de overschrijding op personeelskosten veroorzaakt door de hogere kosten van inhuurkrachten. De besparing door vacatureruimte is niet voldoende en compenseert de inhuurkosten niet volledig. Ten slotte wordt de overschrijding deels veroorzaakt door hogere personeelskosten in de overheadsfeer die aan dit programma worden toegerekend. Afschrijvingskosten Het verwachte voordeel op de afschrijvingskosten is gedeeltelijk toe te schrijven aan de seizoensinvloeden. Projecten kennen daardoor een langere doorlooptijd en dat leidt ertoe dat er later met afschrijven wordt gestart. De lagere afschrijvingen vloeien echter ook voort uit de onderschrijding op de investeringsuitgaven van 2010. Rentekosten Zie algemene verklaring. Overige opbrengsten Zie algemene verklaring. 14

2.1.2 Programma Calamiteitenzorg Doelstellingen en maatregelen Tabel 4 Maatregelen programma Calamiteitenzorg Doelstelling 1: Een doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Oefenen van de calamiteitenorganisatie Aantal oefeningen 5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern) 2 + 2x een calamiteitensituatie (hoogwater en droogte) Doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Wat zijn de kosten? Begroting Realisatie Prognose Resultaat t/m juni (na BW) Calamiteitenzorg Kosten Overige kosten 297 63 295 2 V Personeelskosten 103 99 201 98 N Afschrijvingskosten 29 15 30 0 N Rentekosten 4 8 15 11 N Totaal kosten 434 184 541 107 N Opbrengsten Overige opbrengsten - 22-0 V Totaal opbrengsten - 22-0 V Saldo kosten en opbrengsten 434 162 541 107 N Bedragen zijn in duizenden euro's Toelichting Personeelskosten Bij calamiteitenzorg wordt extra capaciteit ingehuurd om een goede invulling aan deze taak te geven. Daardoor wordt er een overschrijding op de personeelskosten verwacht. 15

2.2 Thema Voldoende water Algemeen Onder het thema Voldoende water vallen de programma s Watersysteembeheer en Nationaal bestuursakkoord Water. 2.2.1 Programma Watersysteembeheer Doelstellingen en maatregelen Tabel 5 Maatregelen programma Watersysteembeheer Doelstelling 1: een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Opstellen beleidsnota beperken van de negatieve effecten van droogte Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota Studie naar effecten uitgevoerd Ja Beleidsnota gereed in 2012 2 Uitvoeren GOP Kunstwerken Aantal gerenoveerde kunstwerken per jaar 8 2 209 stuks kunstwerken in 2015 in goede staat 3 Opstellen communicatieplan "waterverdeling tijdens droogte" Bestuurlijk vastgesteld communicatieplan Vastgesteld plan Ja Vastgesteld plan in 4 Inrichten grondwatermonitoringssysteem Een operationeel monitoringsysteem 100% gereed 100% Het monitoringsysteem is gereed in 5 Renoveren cultuurhistorische oevers Aantal km hersteld 3,5 kilometer gerealiseerd 0 km 3,5 kilometer Oever-project stad Utrecht is afgerond in 6 Uitvoeren van GOP en WGP oevers Aantal kilometer verbeterde harde oevers per jaar 4,6 km 0,5 km GOP Oevers 2003-2013, 37 km oever hersteld 7 Uitvoeren van GOP en WGP oevers Aantal kilometer natuurvriendelijke oevers 10,9 km 0,3 km Duurzame en robuuste inrichting van oevers 8 Uitvoeren baggerjaarplan Aantal kuubs (m3) per jaar 325.000 150.000 Baggerachterstand in 2016 weggewerkt (5,9 miljoen kuub) 9 Opstellen beleidsplan GGOR Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan Vastgestelde beleidsnota Nee Nota in vastgesteld 16

Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 10 Actualiseren peilbesluiten. Cumulatief percentage gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft. 66% 50% In 2015 alle (79%) peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar) Vernieuwd CAW-systeem 11 Verbeteren sturing en monitoring oppervlakte watersysteem Implementatie in organisatie Ja In 2013 is het CAW vernieuwd. 12 Uitvoeren meetplan oppervlaktewatersysteem Uitgevoerde maatregelen meetplan 50% maatregelen meetplan gerealiseerd 35% In 2013 is het meetplan uitgevoerd. 13 Op orde brengen van de waterhuishouding in de TOP verdroogde gebieden. Cumulatief aantal verdroogde gebieden waar waterhuishouding op orde is 4 4 6 Topgebieden zijn op orde in 2013 14 Opstellen watergebiedsplannen inclusief sub-top en overige gebieden Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde watergebiedsplannen 6 6 In 2020 zijn alle 7 watergebiedsplannen uitgevoerd 15 Uitvoeren integrale watergebiedsplannen Cumulatief aantal uitgevoerde watergebiedsplannen 1 1 In 2020 zijn alle 7 watergebiedsplannen uitgevoerd = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 5 De planning is dat 40% van het werk in gerealiseerd zal zijn. De overige 60% schuift door 2012 dit alles in verband met monumentenvergunning. Prestatie-indicator nr. 6 In deze 4,6 km zijn abusievelijk de 3,5 km van Stadsbuitengracht opgenomen. Van de 1,1 km zijn 0,5 km gerealiseerd. Het ziet er naar uit dat we de 1,0 kilometer gaan halen. Enkele projecten vergen meer voorbereidingstijd met aangelanden. De einddoelstelling wordt gehaald. Prestatie-indicator nr. 7 De 10,9 km betreft o.a. een onterechte 8,4 km voor EVZ en KRW. Deze is verkeerd opgenomen onder deze doelstelling en hoort onder het aanleggen van natuurvriendelijke oevers in het programma waterkwaliteit. Van de resterende 2,5 km wordt 1,2 km in WGP Zegveld Oud Kamerik gerealiseerd en 1,3 km natuurvriendelijke oever in diverse projecten. Tot en met juni is 0,3 km hiervan gerealiseerd. 17

In Begroting 2012 wordt deze prestatieindicator aangepast. Prestatie-indicator nr. 8 Door relatief veel dure bagger in de stad Utrecht (puin) wordt dit jaar waarschijnlijk iets minder m3 verwijderd. Einddoelstelling wordt wel gehaald. Prestatie-indicator nr. 10 Het beoogde percentage met actuele peilbesluiten wordt niet gehaald om de volgende redenen. Voor peilbesluit Lopikerwaard waren peilafwegingen per bodemtype nodig op basis van de nieuwe beleidslijnen uit de beleidsnota Peilbeheer. Omdat dit in de streek gevoelig ligt is ook een intensiever gebiedsproces nodig. Hierdoor schuift de bestuurlijke vaststelling door naar 2012. Door inhuur van extra capaciteit wordt de voortgang ondersteund. Doelstelling 2: realiseren van een duurzaam, klimaatbestendig en veilig functionerend watersysteem Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 16 Opstellen planadvies watersysteem Rijnenburg aan gemeente Utrecht Bestuurlijk vastgesteld planadvies. Planadvies vastgesteld Nee Vastgesteld plan in 17 Opstellen legger watersysteem Bestuurlijk vastgestelde legger Uitvoeren plan van aanpak Ja In 2012 is legger vastgesteld = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 16 In het overleg over de realisatie van Rijnenburg is door de gemeente Utrecht een tussenfase ingelast om de marktpartijen de mogelijkheid te geven met een alternatief plan te komen. Daardoor is de realisatie vertraagd ten opzichte van eerdere planningen. Inmiddels hebben de marktpartijen een eigen plan gepresenteerd, dat goed door de gemeente is ontvangen. Naar verwachting wordt het planproces binnenkort weer met alle overheidspartijen opgestart. Pas dan beschikken wij over de juiste informatie om het planadvies op te stellen en voor bestuurlijke besluitvorming voor te leggen. Bestuurlijke besluitvorming lukt niet in maar naar verwachting in de eerste helft van 2012. Derhalve wordt de einddoelstelling in bijlage 2 aangepast. 18

Wat zijn de kosten? Begroting Realisatie Prognose Resultaat t/m juni (na BW) Watersysteembeheer Kosten Overige kosten 16.598 9.669 16.218 380 V Personeelskosten 5.107 2.948 5.984 877 N Afschrijvingskosten 3.685 1.712 3.423 262 V Rentekosten 1.714 973 1.946 232 N Totaal kosten 27.104 15.302 27.572 468 N Opbrengsten Overige opbrengsten 1.048 719 3.358 2.310 V Totaal opbrengsten 1.048 719 3.358 2.310 V Saldo kosten en opbrengsten 26.056 14.582 24.214 1.842 V Bedragen zijn in duizenden euro's Toelichting Overige kosten Het voordeel hangt vooral samen met de lagere kosten voor onderhoud van het watersysteem. Deze worden mede veroorzaakt door de koude en vooral lange winter. Personeelskosten Zie algemene verklaring. Rentekosten Zie algemene verklaring. Overige opbrengsten Voor deze toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting op pagina 10. 19

2.2.2 Programma Nationaal Bestuursakkoord Water Algemeen Onder het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) worden de maatregelen verstaan die genomen worden om te voldoen aan de normen voor wateroverlast uit dit akkoord. Deze maatregelen worden in de periode 2008-2015 uitgevoerd en veelal opgenomen in de watergebiedsplannen en de gemeentelijke waterplannen. Doelstellingen en maatregelen Tabel 6 Maatregelen programma Nationaal Bestuursakkoord Water Doelstelling 1: De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform NBW-actueel op orde Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Opstellen beleidsnotitie stedelijk waterbeheer Bestuurlijk vastgestelde beleidsnotitie Vaststellen van beleidsnotitie Nee Vaststellen van beleidsnotitie in 2 Uitvoeren tweede toetsing wateropgave Bestuurlijk vastgesteld toetsingsresultaat Resultaat toetsing Nee In 2012 toetsingsresultaat bestuurlijk vastgesteld. 3 Uitvoeren van NBW maatregelen Cumulatief aantal WGP waarin NBWmaatregelen uitgevoerd zijn 1 1 In 2015 zijn de NBW maatregelen uitgevoerd in WGP s = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Geen bijzonderheden. 20

Wat zijn de kosten? Begroting Realisatie Prognose Resultaat t/m juni (na BW) Nationaal Bestuursakkoord Water Kosten Overige kosten 1.564 1.013 1.524 40 V Personeelskosten 1.866 1.493 3.032 1.166 N Afschrijvingskosten 108 60 121 13 N Rentekosten 40 123 247 207 N Totaal kosten 3.578 2.690 4.924 1.346 N Opbrengsten Overige opbrengsten 150 422 264 114 V Totaal opbrengsten 150 422 264 114 V Saldo kosten en opbrengsten 3.428 2.268 4.660 1.232 N Bedragen zijn in duizenden euro's Toelichting Personeelskosten Zie algemene verklaring. Rentekosten Zie algemene verklaring 21

2.3 Thema Schoon water Algemeen Onder het thema Schoon water vallen de programma s Kwaliteit oppervlaktewater en Zuiveringsbeheer. 2.3.1 Programma Kwaliteit van het oppervlaktewater Doelstellingen en maatregelen Tabel 7 Maatregelen programma Kwaliteit van het oppervlaktewater Doelstelling 1: Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Uitvoeren synergieproject Grecht Uitvoering synergieproject Uitvoering Ja Waterberging en natuurontwikkeling gereed in 2015 2 Uitvoeren synergieproject Kromme Rijn Uitvoering synergieproject Uitvoering Ja Synergieproject gereed in 2015. 3 Deelname in synergieproject Schoon water van de gemeente Utrecht voor waterlichaam Maartensdijk en Vecht Uitgevoerd synergieproject Voorbereiding Ja Synergieproject gereed in 2015 4 Uitvoeren synergieproject herinrichting Haarrijn- Ouwenaar Uitgevoerd synergieproject Start uitvoering Ja Aanleg NVO in boezem, verplaatsen gemaal Haarrijn en herinrichten voormalige boezem gereed in 2015 5 Opstellen Emissiebeheerplan Opgesteld emissiebeheer-plan Opstellen plan Nee Vastgesteld emissiebeheerplan 6 Aanleggen natuurvriendelijke oevers Cumulatief aantal aangelegde kilometers oever 91,7 km 80,1 km 144 km gerealiseerd in 2018 conform Europese en landelijke normen 7 Vispasseerbaar maken van kunstwerken Aantal gerealiseerde vispassages per jaar 10 5 58 vispasseerbare kunstwerken gemaakt in 2027 (waarvan 30 voor 2015) 8 Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma Aantal onderzoeken gereed per jaar 4 0 In 2015 zijn alle 16 onderzoeken gereed 22

Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 9 Opstellen notitie behoud waterparels Opgestelde notitie Voorbereiding Nee Inzicht in mogelijkheden voor behoud waterparels 10 In kaart brengen van de verspreiding van beschermde dieren en planten Verspreidingskaart gereed Kaart gereed Ja In kaart gereed. 11 Opstellen visstandbeheerplannen Aantal bestuurlijk vastgestelde visstandbeheerplannen 4 1 In zijn alle 4 visstandbeheerplannen bestuurlijk vastgesteld 12 Goedkeuren visplannen derden Aantal goedgekeurde visplannen 3 0 In zijn alle 4 visplannen goedgekeurd = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 6 Deze PI betreft de natuurvriendelijke oevers in het kader van de KRW-doelstellingen. In realiseren we hiervoor 8,4 km natuurvriendelijke oevers. Hiervan is tot en met juni 3 km gerealiseerd en wordt in de tweede helft van het jaar 5,4 km gerealiseerd. Op de cumulatieve norm lopen we dan 6,2 km achter. Op dit moment wordt naarstig gezocht naar geschikte en beschikbare locaties voor natuurvriendelijke oevers. Dit blijkt echter niet gemakkelijk. Prestatie-indicator nr. 7 Momenteel zijn in 5 vispassages afgerond. Deze waren in 2010 opgestart. Momenteel zijn nog 7 vispassages in voorbereiding die dit jaar moeten worden afgerond. Prestatie-indicator nr. 8 Er wordt in 1 onderzoek in plaats van 4 onderzoeken afgerond. Het betreft 12 onderzoeksthema's met wel 130 onderzoeken in plaats van 16 onderzoeken. Deze indicator wordt dan ook aangepast in de begroting 2012. De eindnorm wordt in 2013 al gehaald in verband met de tweede fase van de KRW. Prestatie-indicator nr. 11 In is 1 visstandbeheerplan door het college vastgesteld. Mogelijk gaan visstandbeheerplannen in het verband van de Unie van Waterschappen opgesteld worden. Om die reden wordt nu gewacht met het opstellen van de overige 3 plannen. In het najaar volgt hierover een bestuursvoorstel. 23

Wat zijn de kosten? Begroting Realisatie Prognose Resultaat t/m juni (na BW) Kwaliteit van oppervlaktewater Kosten Overige kosten 3.579 781 3.548 31 V Personeelskosten 2.990 1.513 3.071 81 N Afschrijvingskosten 199 73 145 54 V Rentekosten 65 129 258 193 N Totaal kosten 6.833 2.496 7.022 189 N Opbrengsten Overige opbrengsten - 370 53 53 V Totaal opbrengsten - 370 53 53 V Saldo kosten en opbrengsten 6.833 2.126 6.969 136 N Bedragen zijn in duizenden euro's Toelichting Overige kosten Rentekosten Zie algemene verklaring Personeelskosten Zie algemene verklaring. 24

2.3.2 Programma Zuiveringsbeheer Doelstellingen en maatregelen Tabel 8 Maatregelen programma Zuiveringsbeheer Doelstelling 1: Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Uitvoeren van optimalisatiestudies en/of studies naar rioolvreemd water Cumulatief aantal afgeronde studies 15 13 17 studies in 2012 2 Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten 3 Toetsen gemeentelijke rioleringsplannen Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden Cumulatief aantal getoetste gemeentelijke rioleringsplannen 13 7 17 afvalwaterakkoorden in 2013 12 8 20 getoetste rioleringsplannen in 2015 4 Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Beëindigen geconstateerde illegale lozingen 100% nb Alle geconstateerde illegale lozingen worden beëindigd 5 Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag bedrijven Waterwet (vergunning en Barim) 90% 83% Naleefgedrag grotendeels gerealiseerd (90%, er blijven bedrijven die niet naleven) Naleefgedrag agrarische bedrijven 90% 82% Naleefgedrag grotendeels gerealiseerd (90%, er blijven bedrijven die niet naleven) Naleefgedrag RWZI's 90% 100% Naleefgedrag grotendeels gerealiseerd (90%, er blijven bedrijven die niet naleven) Naleefgedrag grondwateronttrekkingen en lozingen 60% 90% Naleefgedrag grotendeels gerealiseerd (75%, er blijven bedrijven die niet naleven). Vooral aanneembedrijven leven niet na. = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld 25

Toelichting Prestatie-indicator nr. 1 HDSR heeft 17 zuiveringen. Momenteel zijn er voor 13 zuiveringen OAS-en uitgevoerd. In 2012 zal er nog een OAS voor zuiveringskring Zeist opgestart worden. Het totaal komt daarmee uiteindelijk op 14. De overige 3 zuiveringen zijn recent gerenoveerd (De Bilt en Montfoort) of nog maar half belast (Leidsche Rijn). Het is niet zinvol om voor deze rwzi;'s binnen afzienbare tijd een OASstudie op te starten. Einddoelstelling moet dus zijn 14 studies in 2012. Prestatie-indicator nr. 2 HDSR heeft momenteel 16 gemeenten die afvoeren naar een zuivering van HDSR. In het verleden waren dit 17 gemeenten. Door het fuseren van gemeenten zijn dit er nu 16. Met deze gemeenten wordt een afvalwaterakkoord (AWA) gesloten. Momenteel zijn er met 7 gemeenten AWA's gesloten. Eind zal met nog eens 3 gemeenten een AWA gesloten worden. Het totaal komt eind op 10, hiermee komt de einddoelstelling niet in gevaar. Einddoelstelling moet zijn 16 afvalwaterakkoorden in 2013. Prestatie-indicator nr. 3 HDSR heeft momenteel 19 gemeenten waarvan HDSR het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) toetst. Gemiddeld hebben deze plannen een doorlooptijd van 5 jaar. Dit betekent dat er per jaar ca. 4 GRP s getoetst worden. Dit jaar zijn de 4 GRP s al getoetst. De verwachting is dat er in 6 à 7 GRP's getoetst worden. Realisatie in 2010 was 4, norm voor moet 8 zijn. De einddoelstelling moet zijn 19 getoetste rioleringsplannen in 2015. Prestatie-indicator nr. 4 We streven naar beëindiging in alle gevallen: of door stopzetten, of door legalisatie d.m.v. een vergunning. Bij het verlenen van een vergunning duurt het een bepaalde periode voordat deze is verleend. Prestatie-indicator nr. 5 De prioritering heeft anders gelegen. Er wordt begonnen daar waar het toezicht het meest nodig lijkt, waardoor de kans om een overtreding te constateren groter is. 26

Doelstelling 2: Zuiveren van alle aanbod van afvalwater tegen wettelijk en in specifieke gevallen strengere gebiedsgerichte normen Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 6 Besluit nemen over het verplaatsen van de RWZI Utrecht Bestuurlijk vastgesteld besluit Vastgesteld besluit Nee Vastgesteld besluit in 2015 Uitgewerkte slibstrategie 7 Ontwikkelen en uitvoeren slibstrategie Vastgestelde slibstrategie Nee In november 2012 slibstrategie gereed 8 Optimalisatie proces Verwijderingspercentage van fosfaat Verwijderingspercentage van stikstof 83% 86% Voldoen aan minimale WVO eis 75% 83% 86% Voldoen aan minimale WVO eis 75% = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 6 De einddoelstelling is niet juist en moet zijn vastgesteld besluit in. 27

Doelstelling 3: Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 9 Energieefficientie-verbetering Cumulatief procentuele energie efficiëntie verbetering 5% 12% Energie-efficiëntieverbetering in 2020 is 30% ten opzichte van 2005 10 Terugdringen aardgas verbruik RWZI Utrecht en Nieuwegein Cumulatief aantal terug gedrongen m3 aardgas 386.519 415.804 Teruggedrongen verbruik van 500.000 m3 in 2020 11 Verhogen percentage biogasbenutting t.o.v. biogas productie RWZI Utrecht en Nieuwegein. Percentage biogasverbruik 93% 79% 98% benutting biogasproductie in 2015 12 Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein Energieleverende rwzi Voorbereiding Ja Gereed in 2013 = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 11 De gasmotor op de rwzi De Meern en 1 van de 2 gasmotoren op de rwzi Utrecht hebben lange tijd stil gestaan. Beide gasmotoren moesten gereviseerd worden. Om het percentage biogasverbruik te verbeteren plaatsen we op de rwzi Utrecht een extra gasmotor () en verhogen we de verwerkingscapaciteit van de gasmotor op de rwzi Nieuwegein (2012). Door deze maatregelen wordt de realisatie in de tweede helft van hoger. 28

Wat zijn de kosten? Begroting Realisatie Prognose Resultaat t/m juni (na BW) Zuiveringsbeheer Kosten Overige kosten 17.754 9.619 17.875 121 N Personeelskosten 5.192 3.244 6.585 1.393 N Afschrijvingskosten 14.322 7.025 14.861 539 N Rentekosten 7.880 3.582 7.253 627 V Totaal kosten 45.149 23.470 46.074 926 N Opbrengsten Overige opbrengsten 1.220 1.832 2.784 1.564 V Totaal opbrengsten 1.220 1.832 2.784 1.564 V Saldo kosten en opbrengsten 43.929 21.638 43.291 638 V Bedragen zijn in duizenden euro's Toelichting Overige kosten Geen bijzonderheden. Personeelskosten Zie algemene verklaring Afschrijvingskosten De afschrijvingskosten zijn hoger dan begroot. Nog in worden verschillende varianten voor de vervanging van de rwzi Utrecht aan het bestuur voorgelegd. Daardoor is nog niet met zekerheid vast te stellen of en hoeveel er aan restwaarde op de huidige installatie versneld moet worden afgeschreven. Hiermee is bij het opstellen van de prognose derhalve geen rekening gehouden. Rentekosten Juist op dit programma komt vanwege het grote geïnvesteerde vermogen het voordeel op de rentelasten sterk naar voren. Aan de onderschrijding op de rentekosten zijn echter ook de lagere investeringsuitgaven van 2010 debet. Overige opbrengsten Zie algemene verklaring. Doordat er op dit moment enkele grote projecten lopen (rwzi Nieuwegein, Bunnik en Woerden) wordt er veel rente toegerekend aan het onder handen werk. Dit leidt tot hogere overige opbrengsten dan begroot. 29

2.4 Thema Bestuur, middelen & maatschappij Algemeen Onder het thema Bestuur, middelen & maatschappij vallen de programma s Lastendruk, Tevredenheid belanghebbenden en Maatschappelijk verantwoord ondernemen. 2.4.1 Programma Lastendruk Algemeen Onder het programma Lastendruk zijn de kosten begroot die gepaard gaan met het opleggen en het innen van de belastingopbrengsten. De relatief grote post overige kosten bestaat voor een groot deel uit bijdragen die het waterschap aan de gemeenten doet als vergoeding voor het gebruik van gegevens (onder andere WOZ-waarden). Doelstellingen en maatregelen Tabel 9 Maatregelen programma Lastendruk Doelstelling 1: Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Herijking kostentoedeling Kostentoedelingsverordening eens in de vijf jaar herzien Bestuursbesluit in Nee Nieuwe kostentoedeling met ingang van 2012 2 Samenwerking belastingheffing Samenwerking gerealiseerd Oprichting regionaal belastingskantoor Nee Belastingkantoor van start in 2012 3 Reacties op tijd afhandelen Percentage afgehandelde reacties binnen wettelijke termijn 100% 100% 100% = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld 30

Toelichting Prestatie-indicator nr. 2 Het project businesscase samenwerking belastingen UHB (Utrecht, HDSR, BsGW) wordt niet voor de zomervakantie afgerond. De voorbereidende werkgroepen hebben meer tijd nodig om een gedegen beeld te krijgen van de complexe financiële voor- en nadelen van een dergelijke samenwerking op het gebied van belastingen. De stuurgroep van het project heeft op 29 juni besloten de oplevering van de businesscase uit te stellen tot na de zomer-. Wat zijn de kosten? vakantie. Naar het zich nu laat aanzien buigt de stuurgroep zich in september over de rapportage van de businesscase. Bij een positieve businesscase wordt vervolgens aan de besturen van de drie organisaties gevraagd akkoord te gaan met deze samenwerkingsplannen en opdracht te geven deze plannen nader uit te werken in een implementatieplan. De uitwerking van de plannen krijgt vermoedelijk in het vierde kwartaal van haar beslag Begroting Realisatie Prognose Resultaat t/m juni (na BW) Lastendruk Kosten Overige kosten 3.578 2.514 3.479 99 V Personeelskosten 1.461 735 1.492 31 N Afschrijvingskosten 212 30 59 153 V Rentekosten 35 61 121 86 N Totaal kosten 5.286 3.339 5.151 135 V Opbrengsten Overige opbrengsten 324 199 334 10 V Totaal opbrengsten 324 199 334 10 V Saldo kosten en opbrengsten 4.962 3.139 4.818 144 V Bedragen zijn in duizenden euro's Toelichting Afschrijvingskosten De afschrijvingskosten zijn duidelijk lager dan begroot. Volgens de begroting had er al afgeschreven moeten worden op de investering in de belastingapplicatie Tax-I (het Waterschapshuis). Deze is echter nog niet geactiveerd omdat het systeem nog niet in gebruik is genomen. 31

2.4.2 Programma Tevredenheid belanghebbenden Algemeen Wij profileren ons als een open, professionele en klantgerichte organisatie die midden in de samenleving staat. In dit programma zorgen wij voor de tevredenheid, zowel in brede maatschappelijk zin als bij de direct belanghebbenden. Doelstellingen en maatregelen Tabel 10 Maatregelen programma Tevredenheid belanghebbenden Doelstelling1: het waterschap staat midden in de samenleving Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Betere dienstverlening Elektronische nieuwsbrief 6 x per jaar 150% 6 x per jaar 2 Betrokkenheid bij de samenleving Advertorials 4 2 4 3 Betrokkenheid bij de samenleving Aantal bezoekers open dagen 2.000 1.450 2.000 4 Informeren en draagvlak Persberichten 55 63 55 5 Informeren en draagvlak Perscontacten 45 83 45 6 Informeren en draagvlak Nieuwsbrieven op de website 10 9 10 7 Betrokkenheid bij de samenleving Aantal excursies 115 26 165 = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 7 In 2009 werden op rwzi Nieuwegein 301 excursies verzorgd. Als gevolg van een verbouwing is de rwzi vanaf 2010 tot en met september niet beschikbaar voor het geven van excursies. Zodra de rwzi weer beschikbaar is wordt er een inhaalslag gemaakt. De norm van 115 excursie wordt niet gehaald. 32

Doelstelling 2: Integreren van het vaarwegbeheer in het waterbeheer Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 8 Vaststellen beleid vaarwegbeheer Bestuurlijk vastgesteld beleid Vastgesteld beleid Nee Bestuurlijk vastgesteld beleid in = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 8 De bestuurlijke vaststelling wordt naar 2012 verschoven in afwachting van besluitvorming van IPO en UvW. Doelstelling 3: Verleende vergunningen binnen proceduretijd Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 9 Verlenen van vergunningen binnen proceduretijd Percentage binnen de proceduretijd verleende vergunningen in kalenderjaar 90% 75% In 2012 binnen proceduretijd 95% vergunningverlening = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 9 De norm van 90% wordt niet gehaald. Redenen hiervoor zijn de stijging van het aantal aanvragen, de inhaalslag op de oude werkvoorraad en het minder snel niet ontvankelijk verklaren van aanvragen. In laatste maanden van wordt de norm wel gehaald. Hierdoor komt het jaargemiddelde uit op ongeveer 80%. Wij bereiken dit door onze processen te stroomlijnen (leanmanagement) en de piekvoorraad weg te werken. Wat zijn de kosten? De kosten en opbrengsten worden voor dit programma niet apart geregistreerd, maar zijn onderdeel van de onderhavige programma s. 33

2.4.3 Programma Maatschappelijk verantwoord ondernemen Algemeen Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid gaat het om de optimale balans tussen maatschappelijke, ecologische en economische belangen. In het waterbeheerplan 2010 2015 heeft het waterschap zich als doel gesteld om Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de organisatie en de werkprocessen te verankeren. Doelstellingen en maatregelen Tabel 11 Maatregelen programma Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen Doelstelling 1: Duurzaamheidcriteria wordt toegepast bij het inkopen en aanbesteden Maatregel Prestatieindicator Norm Realisatie t/m juni Einddoelstelling K T G 1 Het toepassen van de duurzaam inkoop criteria van AgentschapNL Percentage duurzaam inkopen volgens criteria van AgentschapNL 100% 80% - 100% Wij kopen 100% duurzaam in volgens de criteria van AgentschapNL in 2015 2 Uitwerken van een energievisie Bestuurlijk vastgestelde visie Vastgestelde visie Nee Vastgestelde visie in = goed op schema = voldoende, niet op schema maar niet kritisch = onvoldoende, niet op schema en kritisch K = Kwaliteit T = Tijd G = Geld Toelichting Prestatie-indicator nr. 2 De energievisie is nog niet opgestart. Bijsturing door het management heeft plaatsgevonden en in augustus wordt alsnog een start gemaakt. De vertraging wordt echter niet meer ingehaald. Hoewel het ambtelijk concept eind gereed is kan dit pas begin 2012 aan het AB worden aangeboden. 34