Voorwoord. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Uw brief van. Bijlage(n)

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

Toptechniek in Bedrijf Programmalijn 1

TECHNIEKPACT GELDERLAND

1. Arbeidsmarktvraagstukken 2. Professionele werkomgeving 3. Kenniscentrum

short-logo NATIONAAL TECHNIEKPACT 2020 SAMENVATTING ÉÉN JAAR NA ONDERTEKENING RAPPORTAGE

Aandacht voor jouw ambitie!

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 24 november 2005 HO/CBV/2005/51488

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Arbeidsmarktagenda 21

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Contextschets Techniek

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Intentieverklaring Versie:

De motor van de lerende organisatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 20 december 2004 HO/prog/2004/55113

TAK Centrum wil innovatieve onderwerpen, vermeld in onze regiovisie, gebruiken om lesmateriaal te ontwikkelen voor het vak Science.

Woerdens Techniek Talent

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland

Doel Doel van het programma VvW:

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Een goede loodgieter, daar zit iedereen om te springen

S A M E N V A T T I N G

Voor vakmensen voor de toekomst

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

Welkom in het Horizon College

Human Capital Tafel Logistiek in Drenthe op 3 oktober 2013

SAMEN OPLEIDEN: impact van leren in beeld. Meerjarenplan Opleiden in de School

Meer jonge mensen in de techniek. Daarbij ondersteunen we uw school of bedrijf!

Advies aan de staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake cybersecurity in het onderwijs en het

HU GERICHT IN BEWEGING

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

De kracht van samenwerking. Brainport Development, 2014

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Optimale inrichting van lerarenopleidingen

Het belang van leren programmeren

Masterclass: Techniek in het VMBO

Strategische agenda. Auteur Datum. Jan Bartling

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Infrastructuur landsdeel Zuidoost. 3 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Jet-Net: 38 scholen en 13

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORDVLEUGEL & PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

FIGURES, FACTS & TRENDS

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL ZUIDWEST PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs.

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

WAAROM? MAKEN EN ONDERWIJS EEN INITIATIEF OM HET MAAKONDERWIJS DE PLEK TE GEVEN DIE HET VERDIENT.

Iedereen heeft talent!

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Visie op Loopbaanoriëntatie en begeleiding

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Uitvoeringsprogramma Deltapoort

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo

Korte versie beleidsplan

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

HAN en duurzame energie

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Factsheet Almeerse arbeidsmarkt Juni 2013

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

Beleidsplan stichting Samen FIKS

SAMEN WERKEN AAN ONDERWIJS IN WESTLAND TOEKOMSTVISIE ISW

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Subsidieregeling Onderwijs Netwerk Ondernemen

Toptechniek en Techniekpact. Een duurzame route

Leren leren, leren leven en leren kiezen!

NOTITIE DE BRAINPORT SCHOOL PER 1 JANUARI 2015

GROEI LOOPBAAN ONTWIKKELING EIGEN REGIE TALENT INNOVATIEKRACHT BEWUST PERSONEEL FLEXIBILITEIT ZELFSTURING EMPLOYMENT NETWERKEN TOEKOMST WERKNEMER

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

STATUUT STRATEGISCHE SAMENWERKING AERES GROEP

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs

Managementsamenvatting

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

de aantrekkelijkste werkomgeving van Nederland

Uitvoeringsagenda Onderwijs en Arbeidsmarkt Commissie BE & M, 8 februari 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

'Hoe kunnen de WOW organisaties meer investeren jong talent?'

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB

Nextport International community Zwolle Region

PE,PEPP en Samen Werken

Transcriptie:

Voorwoord Voor u ligt het programmadocument van het regioarrangement B4You van de Regio Arnhem Nijmegen. De ontwikkelingen binnen de Nederlandse kenniseconomie, een statistische analyse van de regio over arbeidsmarkt, kenniswerkers, innovatie en research & development en een quickscan van lopende initiatieven en actoren in de regio hebben als bouwstenen gediend voor de visie zoals verwoord in het programmadocument. De Stadsregio Arnhem Nijmegen, het Technocentrum Zuidelijk Gelderland (vanaf 1 januari het Kenniscentrum Bèta Techniek) en de Industriële Kring voor Nijmegen en omgeving, ondersteund door Royal Haskoning en het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA), zijn hierbij de initiatiefnemers geweest. De regionale economie vraagt om innovatie om te kunnen blijven bloeien. En innovatie vraagt om een hardwerkende beroepsbevolking met de juiste achtergrond. Er is echter in het bedrijfsleven op alle niveaus een schreeuwend gebrek aan mensen met een technische achtergrond. Als we niets doen zal het probleem alleen maar groter worden. De slagkracht van de regionale economie is gebaat bij een structurele gemeenschappelijke aanpak door de drie o s: overheden, onderwijs en ondernemers. De ambitie van het B4You-programma: in 2015 behoort de Stadsregio Arnhem Nijmegen tot de meest innovatieve vestigingsgebieden van ons land. Om dit te kunnen realiseren dient de uitstroom aan bèta technisch opgeleiden (hoger en middelbaar onderwijs) ten opzichte van 2007 met tenminste 20% te zijn toegenomen. Hieraan gekoppeld dient de benutting van aanwezig talent binnen de bedrijven en kennisinstellingen structureel te worden verbeterd. Het wordt hoog tijd dat de drie partijen gemeenschappelijk de handen uit de mouwen steken: niet langer praten, maar doen. B4You vormt daarin een aanjaagfunctie, uiteindelijk moeten de partijen het zelf gaan doen. En er lopen al veel goede initiatieven in de regio, die gaan we met elkaar verbinden en versterken. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina

B4You stelt duidelijke prioriteiten, niet alleen op het gebied van onderwijs, maar ook in de vorm van goed werkgeverschap en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en werknemers. Contacten tussen onderwijs en het bedrijfsleven moeten intensiever en structureler. Dat begint met een groep gepassioneerde voorhoede spelers, de rest volgt vanzelf. Voor de bedrijven is het puur eigenbelang om aan te haken. Het onderwijs in de regio heeft op alle niveaus te kampen met tekorten van leraren en docenten. Dat probleem gaan we gezamenlijk oplossen, bijvoorbeeld door medewerkers van bedrijven en kennisinstellingen in te zetten in het onderwijs. De schotten tussen de drie o s moeten weg, we zijn volledig van elkaar afhankelijk. Tijd voor B4You! Jaap Modder Voorzitter B4You-Partnership Voorzitter Stadsregio Arnhem Nijmegen Ron Bormans Voorzitter B4You Board Voorzitter College van Bestuur HAN pagina 4 Regioarrangement B4You 2008-2011

Inhoudsopgave Samenvatting 7 1 Naar een regioarrangement bèta en techniek 9 1.1 Enkele ontwikkelingen 10 1.2 Een nationaal actieplan voor bèta en techniek 11 1.3 Regionale doorvertaling van het nationale actieplan 11 2 De regionale ambitie 13 2.1 Een regioarrangement op drie niveaus 14 2.2 Onderscheidend vermogen 15 2.3 Ambitie 16 3 Doelstellingen 17 3.1 Talentontwikkeling 18 3.2 Kennisontwikkeling en kennisdeling 19 3.3 Vestigingsklimaat voor bedrijven, instellingen en werknemers 20 4 Actieprogramma 21 4.1 Vertrekpunt 22 4.2 Verbeterd studiekeuzeproces 24 4.3 Aantrekkelijk bèta- en techniekonderwijs 29 4.4 Aantrekkelijke (loop)banen 34 4.5 Kennisbenutting 37 4.6 Aantrekkelijk vestigingsklimaat 39 5 Organisatie, financiering en monitoring 43 5.1 Organisatie 44 5.2 Financiering 46 5.3 Resultaatmeting, monitoring 47 5.4 Promotie en communicatie 47 5.5 Start en uitwerking begin 2008 47 Bijlage 1: Lijst van partners in het regioarrangement 49 Bijlage 2: Activiteitenoverzicht 51 Bijlage 3: Begrotingen 69 Bijlage 4: Convenanttekst 73 Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina

pagina Regioarrangement B4You 2008-2011

Samenvatting In het kader van de nationale doelstellingen van het Lissabon-akkoord, het Nationale Actieplan Bèta/Techniek en het Platform Beroepsonderwijs worden er regionale arrangementen tussen het regionale bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid gesloten. In de Stadsregio Arnhem Nijmegen worden al veel activiteiten ontplooid, die de bedrijvigheid, onderwijs en onderzoek in bèta en techniek moeten versterken. In dit regionale arrangement worden krachten gebundeld en wordt tevens aangehaakt op de bredere regionale economische agenda. B4You doelstellingen Concreet willen de regionale partners met dit regioarrangement het volgende bereiken: In 2015 20% meer uitstroom van studenten uit het bèta en technisch middelbaar en hoger onderwijs (ten opzichte van 2007) en een betere benutting van bestaand talent in bedrijven en onderzoeksinstellingen. Voor 2011 geldt een tussendoelstelling van 15% meer uitstroom ten opzichte van 2007; In 2015 moet de regio tot de meest innovatieve regio s van Nederland behoren. B4You-programma De partners in de regio Arnhem en Nijmegen zijn ervan overtuigd dat als de regio de komende decennia een rol van betekenis wil kunnen spelen binnen de Nederlandse economie een forse investering moet worden gepleegd op drie te onderscheiden niveaus, te weten: Op het niveau van het individu: talentontwikkeling. Op het niveau van het bedrijf, de kennis- of onderwijsinstelling: kennisontwikkeling en kennisdeling. Op het niveau van de regio: het scheppen van de juiste voorwaarden, ondermeer op het vlak van een goed en concurrerend vestigingsklimaat voor werknemers, bedrijven en instellingen (door gemeenten en Stadsregio). De partners uit onderwijs, ondernemers en overheid streven naar een intensieve en professionele samenwerking om de doelen te bereiken. Zij hebben gezamenlijk het regioactieprogramma B4You opgesteld, dat bestaat uit vijf programmalijnen: 1. Verbeterd studiekeuzeproces 2. Aantrekkelijk bèta en techniek onderwijs 3. Aantrekkelijke (loop)banen 4. Kennisbenutting 5. Aantrekkelijk vestigingsklimaat Binnen elk van deze programmalijnen zijn er al verschillende landelijke en regionale activiteiten gaande. De onderlinge samenhang tussen deze activiteiten is soms ver te zoeken. Het regioarrangement benoemt een zestal topprojecten die de prioriteit en focus aangeven voor de komende jaren. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat de topprojecten de samenhang tussen al bestaande initiatieven zowel binnen als tussen de programmalijnen moet bevorderen en de effectiviteit vergroten. De 6 topprojecten richten zich op B4kids, meer leraren in het VO, doorlopende leerlijnen in op de praktijk gericht aansprekend beroepsonderwijs, medewerkers binden en boeien, kennisdeling en regiobranding. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina

Organisatie en financiering De organisatie bestaat uit het B4You-partnership (alle convenantpartners zijn hierin vertegenwoordigd), een board (stuurgroep) en het programmamanagement dat de coördinatie en monitoring van de activiteiten verzorgd. De uitvoering van het B4You-programma vraagt de komende jaren jaarlijks 9-10 miljoen. Het partnership stelt zich met de ondertekening van het convenant ten doel de meerjarig benodigde (regionale) middelen te mobiliseren om de continuïteit van het B4You-programma te garanderen. Resultaatmeting en monitoring Jaarlijks worden de effecten van het programma gemeten en wordt daarover gerapporteerd. Belangrijke meetpunten zijn: Instroom, uitstroom en doorstroom in de bèta techniek opleidingen. Het aantal bedrijven dat actief participeert naar kwaliteitsniveau ingedeeld. Uitstroomstatistieken vanuit de aangesloten werkgevers en brancheorganisaties. Halverwege 2009 voeren de partijen een midterm review van het B4You-programmadocument 2008-2011 uit. Op deze wijze is de Stadsregio Arnhem Nijmegen klaar voor de toekomst. pagina Regioarrangement B4You 2008-2011

Hoofdstuk 1 Naar een regioarrangement bèta en techniek Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina

1.1 Enkele ontwikkelingen De industrie is de ruggengraat van onze economie: cruciaal voor het groeivermogen van Nederland. Zonder industrie, en natuurlijk in het verlengde hiervan de aanverwante ondernemingen in de dienstverlening, is er uiteindelijk geen economische groei mogelijk. Want industrie en aanverwante diensten leveren bijna 50% van de toegevoegde waarde en werkgelegenheid van de Nederlandse economie. De industrie is ook goed voor 70% van onze export, zonder welke wij onze import niet kunnen betalen. Mede onder invloed van het Innovatieplatform is de aandacht voor de Nederlandse industrie in de afgelopen jaren sterk gegroeid. Enige jaren geleden verplaatsten bedrijven vooral naar Oost-Europa en Azië om redenen van kosten. De ervaringen met die verplaatsingen leren ook dat als het gaat om innovatie, kwaliteit en noodzaak van goede regie van complexe processen, Nederland als vestigingsplaats in beeld blijft (of opnieuw als vestigingsplaats in beeld komt). Vooral de mogelijkheden om innovatiekracht te ontwikkelen laat industriële bedrijven in Nederland overleven. De opleving van de Nederlandse industrie kan onder meer aan de hand van de volgende voorbeelden worden geïllustreerd: - Na het sluiten van de grote scheepswerven in Amsterdam en Rotterdam heeft er een geweldige groei plaatsgevonden in de specialistische scheepsbouw en de jachtenbouw. Er werken nu meer dan 50.000 mensen in deze sector. - Na het debacle in de leerindustrie in de Langstraat zijn er jaren later enige firma s opgestaan die nu wereldwijd exporteren en zeer succesvol zijn. - Nederland is het enige land in West Europa dat beschikt over fabrikanten van machines voor de elektronische chipindustrie én over fabrieken waar deze chips worden gemaakt én over fabrieken die deze producten in verschillende hoogwaardige producten verwerken. Niettemin neemt de werkgelegenheid in de industrie langzaam af. Dit wordt vooral veroorzaakt door de toename van de productiviteit, waardoor er met minder mensen meer gemaakt wordt. Deze productiviteitsverbetering is veel groter dan in de dienstverlening en versterkt daarom het imago van de dienstverlenende sector. Bovendien worden er steeds meer activiteiten, zoals technisch onderhoud, automatiseringsdiensten, catering en personeelszaken overgedragen aan dienstverleners. Ondanks het feit dat er industrieën zijn die sterk groeien, zoals automotive (trucks, bussen en industriële toeleveringen) en chemie, speelt de teruggang van de werkgelegenheid een belangrijke rol in het imagoverlies van de industrie. Te weinig jongeren verwachten dat de industrie goede loopbaanperspectieven te bieden heeft. Bedrijven worden bovendien geconfronteerd met veranderingen in hun organisatie en bedrijfsvoering die belangrijke consequenties hebben voor het vakmanschap, de bekwaamheid van hun personeel. Aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt is er landelijk sprake van een trend naar meer kennisintensief werk in technisch georiënteerde beroepen. Daarnaast is er aan de aanbodkant sprake van een trendmatige terugloop in de belangstelling voor bèta en technische opleidingen en beroepen waardoor het voor technische bedrijven steeds moeilijker wordt om geschikt personeel te vinden en te behouden. Mede door de ontgroening en vergrijzing tendensen op de arbeidsmarkt realiseert een groeiend aantal ondernemers zich dat een adequate personeelsvoorziening, nu en in de nabije toekomst, van essentieel belang is. Een benadering is nodig over de gehele keten: een gecoördineerde aanpak van basisonderwijs tot arbeidsmarkt. pagina 10 Regioarrangement B4You 2008-2011

Gezien de bovenstaande punten zijn jongeren met een bèta of een technische opleiding cruciaal voor het innoverende vermogen van de industrie en daarmee voor de concurrentiekracht van deze sector. Het is van groot belang dat er meer jongeren afstuderen in bètavakken. Dat belang is een aantal jaren geleden zelfs als een Europa-breed belang gezien. Dat heeft geleid tot de zogenaamde Lissabon-doelstelling op dit vlak: 15% meer bètaafgestudeerden in 2010. Evenzeer is het van belang dat de huidige werknemers in bèta en techniek ook permanent worden bijgeschoold. 1.2 Een nationaal actieplan voor bèta en techniek In het voorgaande is het belang van kennis en van kenniswerkers voor de nationale en regionale netwerkeconomie al geschetst. Om de tekorten aan bèta s en technici in Nederland aan te pakken heeft de overheid het Nationaal Platform Bèta Techniek de opdracht gegeven om te zorgen voor voldoende en kwalitatief goed opgeleide bèta s en technici. De doelstelling van het Platform is verwoord in het Nationale Actieplan Bèta/Techniek, het Deltaplan, en luidt als volgt: In 2010 15% meer uitstroom van studenten uit het bètatechnisch hoger onderwijs (ten opzichte van 2000) en een betere benutting van bestaand talent in bedrijven en onderzoeksinstellingen. Voor 2007 is als tussendoelstelling 15% extra instroom in het hoger bètatechnisch onderwijs (ten opzichte van 2000) geformuleerd. Het Deltaplan is gericht op vier hoofddoelstellingen: Verbetering van het beroepskeuzeproces van leerlingen Inspirerend onderwijs Aantrekkelijke banen Aantrekkelijke vestigingsmogelijkheden voor kenniswerkers en bedrijven Het Deltaplan komt voort uit de Lissabon-akkoord van 2000. Deze moet er voor zorgen dat de EU tegen 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld is (economische pijler). Het Nederlandse kabinet heeft daarnaast gesteld dat Nederland bij de top van Europa wil horen als het gaat om innovatie, onderwijs en onderzoek. 1.3 Regionale doorvertaling van het nationale actieplan De nationale doelstelling van het Platform Bèta en Techniek moet worden doorvertaald naar de regio s. Het Platform werkt daarom onder andere samen met de 14 Technocentra in Nederland. Om invulling te geven aan de nationale doelstelling worden regionale arrangementen tussen het regionale bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid gesloten. In een regionaal arrangement leggen de partijen vast welke activiteiten zij zullen ondernemen gericht op voor het vraagstuk relevante thema s. In de regio Arnhem Nijmegen worden al veel activiteiten ontplooid, die de bedrijvigheid, onderwijs en onderzoek in bèta en techniek moeten versterken. In een regionaal arrangement kunnen krachten worden gebundeld en kan tevens worden aangehaakt op de bredere regionale economische agenda. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 11

Van research naar startende onderneming. De initiatiefnemers van het regionale arrangement Bèta/Techniek voor de regio Arnhem Nijmegen zijn de Stadsregio Arnhem Nijmegen, het Technocentrum Zuidelijk Gelderland en de Industriële Kring Nijmegen. Intussen zijn er vele partners in het regioarrangement. Deze zijn opgenomen in Bijlage 1. In deze rapportage wordt het plan voor de regio uitgewerkt. Bij de regioafbakening wordt wel uitgegaan van de stadsregio, maar met de grenzen daarvan moet naar onze mening flexibel worden omgegaan. Tal van projecten en betrokken instanties zijn ook buiten die grenzen actief en dienen even goed deel uit te maken van het regioarrangement. De opbouw van deze rapportage is als volgt. In hoofdstuk 1 wordt de noodzaak voor het regioarrangement beschreven. Hoofdstuk 2 geeft de ambities van de gezamenlijke partners in de regio Arnhem Nijmegen weer. De doelstellingen van het regioarrangement staan in hoofdstuk 3. Het actieprogramma, dat bestaat uit vijf programmalijnen met bijbehorende actierichtingen en de prioritering door middel van 6 topprojecten wordt toegelicht in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden ten slotte de organisatie, financiering en monitoring van het regioarrangement toegelicht. pagina 12 Regioarrangement B4You 2008-2011

Hoofdstuk 2 De regionale ambitie Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 13

2.1 Een regioarrangement op drie niveaus Als input voor de visie op bèta en techniek in de regio Arnhem Nijmegen hebben verschillende bouwstenen gediend. Ten eerste een algemene beschrijving van de ontwikkelingen binnen de kenniseconomie. Het belang van economische netwerken en de veranderende eisen die dit stelt aan de arbeidsmarkt vormde het startpunt voor een statistische analyse van de regio over de arbeidsmarkt, kenniswerkers, innovatie en research & development. Hieruit komt naar voren dat de economie sterk aan het veranderen is. Ook de regio Arnhem Nijmegen gaat in die veranderingen mee, waarbij wel de indruk bestaat dat de ontwikkeling van de kenniseconomie niet in alle delen van onze regio even sterk is. Ten tweede is op quick scan wijze geïnventariseerd welke initiatieven er op dit moment al worden opgepakt door verschillende actoren in de regio. Deze inventarisatie heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de visie. De vraag in dit hoofdstuk is nu hoe tegen de veranderingen in de kenniseconomie (voornamelijk bèta en techniek) moet worden aangekeken, tot wat voor een te kiezen koers dit leidt en wat dat in de concrete praktijk moet gaan betekenen. De partners in de regio Arnhem Nijmegen zijn ervan overtuigd dat als de regio de komende decennia een rol van betekenis wil kunnen spelen binnen de Nederlandse economie een forse investering moet worden gepleegd op drie te onderscheiden niveaus, te weten: 1. Op het niveau van het individu: talentontwikkeling. 2. Op het niveau van het bedrijf, de kennis- of onderwijsinstelling: kennisontwikkeling en kennisdeling. 3. Op het niveau van de regio: het scheppen van de juiste voorwaarden, ondermeer op het vlak van een goed en concurrerend vestigingsklimaat voor werknemers, bedrijven en instellingen (door gemeenten en Stadsregio). Figuur 2.1: Het speelveld kennisuitwisseling tussen instellingen gezamenlijke programma s kennisinstellingen combinatie van onderwijs en onderzoek binnen universiteit, hbo, mbo en dergelijke overheid schept voorwaarden innovaties/productontwikkeling kennisuitwisseling opleidingen/onderwijs doorstroom instroom blijven leren arbeidsmarkt bedrijven samenwerking tussen bedrijven pool van kenniswerkers pagina 14 Regioarrangement B4You 2008-2011

Verkeerscentrale. De vlakken waarop bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen met elkaar kunnen samenwerken zijn schematisch in figuur 2.1 weergegeven. Aan de lokale overheden en de Stadsregio is een voorwaardenscheppende rol toegekend. Daarbij gaat het onder meer om het al genoemde vestigingsklimaat en de profilering van de regio. 2.2 Onderscheidend vermogen Waar het gaat om het profiel van de regio kan nog het volgende worden opgemerkt. Het accent van het regioarrangement ligt op het versterken van bèta en techniek in de regio. Daarmee wordt aangesloten bij de vier hoofdlijnen van het Deltaplan bèta/techniek. Bèta en techniek vormen doorgaans het startpunt voor innovaties in de wereld van kennisinstellingen en bedrijven. Andere typen van bedrijvigheid en andere kennisinstellingen waarin de regio een sterke positie inneemt worden vanuit het idee van een netwerkeconomie hier zeker niet uit het oog verloren. De Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft een brede economische structuur met daarbinnen een aantal sterke speerpunten: high tech systemen en materialen, gezondheid, technologie en welzijn, energie- en milieutechnologie (waterstof) en de creatieve sector. In combinatie met een uitbreiding en versterking van bèta en techniek biedt dit de regio kansen om zich te onderscheiden van regio s zoals Brainport Eindhoven en Twente die in veel sterkere mate sec op bèta en techniek zijn gericht. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 15

2.3 Ambitie De economische partners in de regio Arnhem- Nijmegen hechten grote waarde aan een versterking van bèta en techniek langs de lijn van de drie eerder genoemde niveaus. Een gerichte, gezamenlijke inspanning op dit terrein moet leiden tot een versterking van de concurrentiepositie van de regio en moet daarmee bijdragen aan de regionale welvaart. Door concrete acties in het kader van dit regioarrangement gezamenlijk op te pakken moet de gewenste slag kunnen worden gemaakt. Concreet willen de regionale partners met dit regioarrangement het volgende bereiken: In 2015 20% meer uitstroom van studenten uit het bèta en technisch middelbaar en hoger onderwijs (ten opzichte van 2007) en een betere benutting van bestaand talent in bedrijven en onderzoeksinstellingen. Voor 2011 geldt een tussendoelstelling van 15% meer uitstroom ten opzichte van 2007; In 2015 moet de regio tot de meest innovatieve regio s van Nederland behoren. Het ambitieprogramma mag worden afgerekend op een aantal verbeteringen in de aanpak ten opzichte van situatie tot nu toe: Efficiency: door meer openheid, prioriteitsstelling en samenwerking worden de krachten van alle betrokkenen veel beter dan voorheen gebundeld. Effectiviteit: duidelijk geformuleerde doelstellingen, beperking van het aantal projecten en harde opleverdata leiden tot betere opbrengsten. Continuïteit en duurzaamheid: het programma is er op gericht om tot structuurverbeteringen te komen, die tot een permanente verbetering leiden (niet op eenmalige actieopbrengsten). Imago: de samenhangende aanpak, de samenwerkende partijen de openheid over wat er in de sector voor resultaten geboekt worden leiden tot een sterke verbetering van het bètatechniek imago. Het ambitieprogramma bouwt in principe voort op bestaande initiatieven en projecten zoals die zijn voortgekomen uit eerdere lokale, regionale en landelijke initiatieven en stimuleringsprogramma s. Het regioprogramma blijft samenwerken met de eerder betrokken partijen en onderhoudt een nauwe samenwerkingsrelatie met het Platform Bèta Techniek. Nanolab (RU). pagina 16 Regioarrangement B4You 2008-2011

Hoofdstuk 3 Doelstellingen Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 17

Het bovenstaande moet bereikt worden door een aantal programmalijnen uit te zetten. Deze programmalijnen formuleren we in eerste instantie in de vorm van doelstellingen. Daarbij grijpen we terug op de eerder gepresenteerde drie niveaus die we in dit regioarrangement willen onderscheiden (paragraaf 2.1). Dit leidt tot de volgende doelstellingen. 3.1 Talentontwikkeling Eerst en vooral gaat de aandacht uit naar de werknemers, juist ook als essentiële productiefactor voor het bedrijfsleven. De in- en doorstroom in het bèta en technisch onderwijs baart al jaren zorgen. Het aantal opgeleiden in deze richtingen is in Nederland in vergelijking met andere landen niet sterk. De toekomstige economie en zeker ook een nationale economie die de concurrentie aan kan met andere delen van de wereld vraagt om grote aantallen goed opgeleide kenniswerkers, vooral op het vlak van bèta en techniek. Op het niveau van het individu moet daarom geïnvesteerd worden in het ontwikkelen, binnenhalen en vasthouden van bèta en technisch talent in de regio (instroom/uitstroom), ofwel talentontwikkeling. Een gecoördineerde aanpak van basisonderwijs tot arbeidsmarkt is het devies (ketenintegrale aanpak). Investeringen hier zijn nodig als voorwaarde voor investeringen op het niveau van het bedrijf of de kennis- of onderwijsinstelling. Op het niveau van het individu is het verder van belang zorg te dragen voor aantrekkelijke banen en aantrekkelijke loopbanen. Permanent leren is aan de orde, maar het is bijvoorbeeld ook zaak om werknemers in bèta en techniek voor het vakgebied te behouden. Dit leidt tot de volgende drie doelstellingen: Doelstelling 1. De instroom van studenten in het bèta- en technisch onderwijs moet worden verbeterd door vroegtijdig leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs bekend te maken met deze studierichtingen en de toekomstperspectieven ervan. Een goede kennis bij het onderwijzende personeel maakt daar onlosmakelijk deel van uit. Doelstelling 2. Het bèta en techniek onderwijs moet voor studenten aantrekkelijker worden gemaakt door aansprekende onderwijsvormen, een nauwe relatie met de praktijk en door goed zicht op de mogelijkheden voor stages en banen. Doelstelling 3. Werkgevers (bedrijven en instellingen op het vlak van bèta en techniek) zullen permanent moeten investeren in de opleiding van hun medewerkers, moeten aantrekkelijke stages aanbieden aan studenten bèta en techniek en zullen door goed human resource management een aansprekende werkomgeving moeten scheppen en een goed carrièreperspectief moeten bieden. pagina 18 Regioarrangement B4You 2008-2011

3.2 Kennisontwikkeling en kennisdeling Het niveau van bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen heeft betrekking op kennisontwikkeling en innovatie binnen de bedrijven en instellingen zelf, maar ook op het delen van kennis tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen (open innovatie). Hoewel in dit regioarrangement een sterk accent wordt gelegd op het opleiden van mensen en het continu werken aan het kennisniveau van werknemers is naar onze mening het succes van een verdere versterking van bèta en techniek zeker ook afhankelijk van de mate waarin bedrijven en instellingen bereid zijn met elkaar kennis te delen. Doelstelling 4. Vanuit het idee van een netwerkeconomie is kennisbenutting een voorwaarde voor een verdere economische ontwikkeling van de regio. Dat geldt eens te meer voor bètakennis en technologie. Naast een intensivering van de samenwerking tussen bedrijven (en het bieden van platforms daarvoor) zullen bedrijven gemakkelijk de weg moeten vinden naar de kennis die aanwezig is bij de universiteiten, hogescholen en ROC s. Digitale ondersteuning. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 19

3.3 Vestigingsklimaat voor bedrijven, instellingen en werknemers Het regioarrangement richt zich niet alleen op de relatie tussen opleidingen en de arbeidsmarkt, maar conform het hoofdlijnenprogramma van het Platform Bèta Techniek, wordt ook vestigingsklimaat in de regio meegenomen. Het is immers zaak dat ook bedrijven en instellingen die actief zijn op het vlak van bèta en techniek de regio aantrekkelijk vinden om zich er te vestigen. De beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde kenniswerkers is een belangrijke vestigingseis. De regio moet daarom als aantrekkelijke woon- en leefomgeving met andere regio s kunnen concurreren. Daarnaast is noodzakelijk om de regio naar buiten toe goed te profileren, onze sterkten zijn op dit moment te weinig bekend. Zo hebben we een kleine bèta faculteit, maar wel van een uniek niveau. Regiobranding is primair een zaak van de stadsregio en van de gemeenten, maar we willen het thema hier wel genoemd hebben. Het aantrekken van bedrijven en instellingen (maar zeker ook het vasthouden ervan) en het aantrekken van bèta en technisch personeel is essentieel om een continue vernieuwing in de regio te bereiken. En daarmee een continue innovatie. Doelstelling 5. Zorg dragen voor een concurrerend vestigingsklimaat voor zowel bedrijven als werknemers en in dat opzicht de regio ook goed naar buiten toe profileren. pagina 20 Regioarrangement B4You 2008-2011 - 2011

Hoofdstuk 4 Actieprogramma Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 21

4.1 Vertrekpunt Dit hoofdstuk presenteert de programmalijnen en actierichtingen bèta en techniek voor de regio Arnhem Nijmegen. Deze zijn tot stand gekomen door een quick scan van lopende initiatieven en van bestaande ideeën. Dit heeft een schat aan projecten opgeleverd die in een verschillend stadium van ontwikkeling zijn. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de activiteiten per programmalijn in de regio. Een detailbeschrijving van alle lopende projecten en activiteiten staat in Bijlage 2. Deze analyse heeft ook meer dan duidelijk gemaakt dat een samenhangende aanpak absoluut noodzakelijk is om tot meer synergie, tot een meerwaarde te komen. Het hier te presenteren programma maakt dan ook zoveel mogelijk gebruik van bestaande initiatieven, samenwerkingsverbanden en netwerken. Het programma brengt een veel duidelijker samenhang tussen de acties en projecten aan, deels door in onderling overleg beter prioriteiten te stellen, deels door betere communicatie en door meer openheid. Met als resultaat dat meer samen kan worden opgetrokken. In dit kader is er een rol weggelegd voor het B4You-projectmanagementbureau dat als voornaamste taak krijgt om de gezamenlijke regie over het programma te helpen verwezenlijken. Op dit punt komen we in hoofdstuk 6 terug als de organisatie rond het regioarrangement aan de orde komt. Gegeven het grote aantal geïnventariseerde projecten (die in geheel verschillende stadia van ontwikkeling zijn) hanteert het regioarrangement dan ook de volgende uitgangspunten: Keuzes moeten scherper worden geformuleerd. Hoewel B4You de bestaande projecten als waardevolle bijdragen aan de doelstellingen onderschrijft, moet ook geconstateerd worden dat door het maken van scherpere keuzes het bereiken van de doelstellingen aanzienlijk versneld kan worden. Het programmamanagement bewaakt de focus, de samenhang van de projecten. Van nieuwe projecten wordt gevraagd dat zij een aanzienlijke bijdrage leveren aan het sneller realiseren van de doelstellingen en dat zij bijdragen aan de verduurzaming van het resultaat. Per programmalijn zijn er nieuwe keuzes gemaakt. De gekozen prioriteiten bepalen per programmalijn waar de focus van de B4You inspanningen de komende periode ligt. Per programmalijn onderscheiden wij landelijke en regionale programma s. Het regioarrangement blijft meewerken aan de landelijke programma s vult deze aan met regionale uitwerkingen maar richt de sturing en focussering vooral op de regionale prioriteiten. Het regioactieprogramma bèta en techniek bestaat uit vijf programmalijnen die aansluiten op de eerder gepresenteerde doelstellingen. 1. Verbeterd studiekeuzeproces 2. Aantrekkelijk bèta en techniek onderwijs 3. Aantrekkelijke (loop)banen 4. Kennisbenutting 5. Aantrekkelijk vestigingsklimaat pagina 22 Regioarrangement B4You 2008-2011

De programmalijnen leiden tot een voortvarende en succesvolle verwezenlijking van de regionale doelstellingen van het bèta en technische bedrijfsleven. Het programma bestrijkt tenminste het totale terrein van basisschool tot het leven-lang-leren en betreft alle onderwijsniveaus. Per programmalijn zijn een aantal actierichtingen te onderscheiden. Vervolgens zijn er per actierichting weer verschillende activiteiten. In figuur 4.1 zijn de programmalijnen en actierichtingen weergegeven. In de figuren 4.2 tot en met 4.6 zijn per programmalijn de actierichtingen en daarbij horende activiteiten weergegeven. Figuur 4.1: De vijf programmalijnen en de daaronder vallende actierichtingen en topprojecten 5 Programmalijnen 1. Verbeterd studie- Keuzeproces 2. Aantrekkelijk bèta en techniek onderwijs 3. Aantrekkelijke (loop)banen 4. Kennisbenutting 5. Aantrekkelijk vestigingsklimaat Leraren (PO en VO) en bètatechniek Onderwijs-innovaties Kennismaking Intensieve samenwerking bedrijven, onderwijs, kennisinstellingen High tech bedrijventerreinen Junioren en bètatechniek Bedrijfsleven stimuleert bètatechnisch onderwijs Uitstroompreventie Vanuit Radboud Universiteit / UMC Regiobranding Voortgezet onderwijs en bètatechniek Imagoverbetering Leraren in het bètatechnisch beroepsonderwijs Stimuleren/ondersteunen starters, spin offs en ondernemersschap Vanuit Hogeschool Arnhem Nijmegen Vanuit ROC Rijn IJssel Buitenlandse werknemers Vanuit ROC Nijmegen 6 TOPPROJECTEN die de prioriteit aangeven B4kids Doorlopende leerlijnen in op de praktijk gericht beroepsonderwijs Medewerkers binden en boeien: Blijf in Techniek Kennisdelen in de Stadsregio Aantrekkelijk Vestigingsklimaat Meer leraren in het VO Om de effectiviteit van het programma te waarborgen en om een duidelijke focus aan te brengen zijn er door B4You een aantal prioriteiten gesteld. Hiervoor zijn 6 topprojecten benoemd. De partners onderschrijven het grote belang van deze activiteiten en verbinden zich om hun bijdrage aan de onderliggende projecten naar vermogen te zullen leveren. Andere projecten, die ook nuttig zijn voor een of meer partijen, zullen waar nodig met lagere prioriteit worden uitgevoerd. De topprojecten zijn gekoppeld aan de programmalijnen en worden steeds apart genoemd. In figuur 4.1 staan onderaan de 6 topprojecten. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 23

4.2 Verbeterd studiekeuzeproces Het vergroten van de instroom in bètatechniek opleidingen en in bètatechniek beroepen vraagt om positieve beïnvloeding van jongeren vóór de cruciale keuzemomenten. Het keuzeproces begint al op jonge leeftijd waar ouders en het primaire onderwijs van invloed zijn en loopt door in het voortgezet onderwijs en bij de keuze van een vervolgstudie en bij de overgang naar een loopbaan in de maatschappij. De leraar speelt in het keuzeproces een cruciale rol. De mate waarin de leraar zelf bètatechnische kennis en vaardigheden heeft en daarover enthousiasme kan uitstralen zijn medebepalend voor de keuzes van jongeren. Dit zal een belangrijke prioriteit blijken. De doelstelling van deze programmalijn is meer jongeren weloverwogen en goed gemotiveerd aan bètatechniek opleidingen te laten beginnen. Deze oriëntatie op bètatechniek is meetbaar in de keuze voor een bètatechnische vmbo opleiding, de NT en NG profielen op HAVO en VWO en een bètatechnische opleiding na het VO. De programmalijn bestaat uit vier actierichtingen (zie ook figuur 4.2). Leraren en bètatechniek Er is momenteel een groot kwantitatief en kwalitatief tekort aan leraren in de bètatechnische vakken. Zo hebben veel Pabo studenten en leraren in het basisonderwijs een niet-bèta of niet-technische achtergrond. Door deze leraren en toekomstige leraren zelf meer kennis bij te brengen van bèta en techniek zijn zij beter in staat dit over te brengen op leerlingen en bètatechniek al vroeg in het onderwijsprogramma te brengen, zodat leerlingen al vroeg geënthousiasmeerd kunnen worden. In het voortgezet onderwijs staat 20% van de bètatechniek leraren onbevoegd voor de klas. Kwantitatieve tekorten zijn er vooral in het VO. Dit tekort neemt de komende jaren alleen nog maar verder toe door de vergrijzing die in hoog tempo plaatsvindt. In de komende zeven jaar verlaat 75 procent van de nu actieve leraren het voortgezet onderwijs. Dat zijn 47.000 voltijdbanen. Het aanbod aan nieuwe leraren is niet voldoende om de grote uitstroom te compenseren. In het studiekeuzeproces vormen enthousiaste, deskundige en inspirerende leraren op alle niveaus een cruciale factor. Het programma is er op gericht om de kwalitatieve en kwantitatieve tekorten op te heffen. Junioren en bèta/techniek Dit programma (van onderwijs en bedrijfsleven) brengt techniek vooral onder de aandacht van leerlingen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar van het basis- en voortgezet onderwijs en van hun ouders. Door jonge kinderen op speelse wijze kennis te laten maken met bèta en techniek kunnen ze al vroeg geïnteresseerd raken en later kiezen voor een opleiding in bèta en techniek. pagina 24 Regioarrangement B4You 2008-2011

Figuur 4.2: De actierichtingen en activiteiten voor een verbetering van het studiekeuzeproces 1. Verbeterd studiekeuzeproces Leraren (PO en VO) en bètatechniek Junioren en bètatechniek Voortgezet onderwijs en bètatechniek Imagoverbetering Landelijke activiteiten VTB2 basisscholen en steunpunten Jet-Net Universum Technasium Regionale activiteiten Opheffen kwantitatief en kwalitatief lerarentekort in het VO Technoplanet Arnhem Technoplanet Arnhem Bedrijven en opleidingen manifestaties Pabo kenniscentrum Wetenschap en Techniek (VTBpro) Junior Technovium Nijmegen Junior Technovium Nijmegen Websites van Bedrijven, TV en andere media Lectoraat voor de Verbreding van Techniek in het Basisonderwijs (VTBpro) Platform VO-HO doorlopende leerlijnen havo-hbo en vwo-wo B4You RU Voortgezet onderwijs en bètatechniek Dit programma is erop gericht om leerlingen zowel in de onderbouw als in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs meer te interesseren voor een opleiding en het werken in bèta en techniek. Op het VMBO staat daarbij een goed keuzeproces en de doorlopende leerlijn van VMBO naar MBO centraal. In de onderbouw van HAVO en VWO gaat het om stimuleren van de keuze voor een van de bètatechnische profielen (NT/NG) en in de bovenbouw om aanbod van en ondersteuning bij profielwerkstukken en een goede kennismaking met bètatechniek, opleidingen in bètatechniek en het werken in bètatechniek. De doorlopende leerlijnen van havo naar hbo en vwo naar wo zullen nadrukkelijk aandacht krijgen. Imagoverbetering van opleidingen en bedrijven Bèta en technische opleidingen hebben het imago moeilijk te zijn. Dit heeft een negatieve uitwerking op de studiekeuze. Daarnaast kampen technische beroepen ook met een negatief imago (relatief lage maatschappelijke status, lawaaierige en onaantrekkelijke banen). Naast de programma s als VTB, Junior Technovium en Technoplanet waar vooral ingezet wordt op Techniek is leuk, is het van belang dat de opleidingen en bedrijven zich vroeg in de onderwijsprogramma s presenteren om te laten zien dat zowel de opleidingen, de loopbanen als het werken in bètatechniek goede keuzes zijn. Voor een deel trekken bedrijven en opleidingen hierin gezamenlijk op en in latere stadia van de opleidingen zullen vooral de bedrijven moeten werken aan de imagoverbetering. Het onderwerp loopt dus door in programmalijn 2 Aantrekkelijk bèta en techniek onderwijs. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 25

Topproject 1: B4kids De partijen die van wezenlijk belang zijn voor het beroepskeuzeproces zijn: leerlingen, opvoeders, leraren en de industrie. Om dit proces in goede banen te leiden is coördinatie noodzakelijk. Het coördinatiepunt voor techniekoriëntatie voor het primair en voortgezet onderwijs waaruit de beroepsoriëntatie georganiseerd wordt is een Technische Educatief Centrum (TEC), speciaal voor kinderen: B4Kids. De hoogste prioriteit voor de instroom is en blijft het keuzeproces van kinderen en jongeren. Positieve beïnvloeding van jongeren vóór de verschillende cruciale keuzemomenten is een must. Van belang zijn daarbij drie imagoveranderingen die wel aan elkaar gerelateerd zijn, maar toch onderscheiden moeten worden: Bètatechniek is leuk Opleidingen in Bètatechniek richtingen zijn leuk Werken in de Bètatechniek sector is leuk Afhankelijk van de leeftijd van de jongere zal een mix van deze drie factoren moeten worden aangeboden. Het doel van dit project is structureel aandacht geven aan de ondersteuning van het studie- en beroepskeuzeproces. De aandacht gaat daarbij uit naar alle verschillende spelers in dit proces: Leerlingen maken kennis met inhoud, opleidingen en banen in bètatechniek Ouders en andere opvoeders maken kennis met inhoud, opleidingen en banen in bètatechniek Leraren, met name in het primair en voortgezet onderwijs geven aantrekkelijker onderwijs op het gebied van bètatechniek (dit wordt in topproject 2 nader ingevuld en blijft hier verder buiten beschouwing) Het bedrijfsleven levert een wezenlijke bijdrage aan de realisatie van een aantrekkelijke beeldvorming voor bètatechnische beroepen. Technoplanet en Junior Technovium zijn de Technische Educatie Centra waar ouders en kinderen kennis maken met de wereld van bètatechniek. Deze centra worden verder uitgebouwd, geprofessionaliseerd en structureel verankerd. Uitbouwen: Meer activiteiten gericht op meer verschillende leeftijdniveaus Meer medewerkers Coördinatiepunt voor primair en voorgezet onderwijs van techniekoriëntatie Website voor jongeren Professionalisering: Goede organisatie en medewerkers die professional zijn, in staat om zowel kinderen als ouders en leraren te begeleiden Toplocaties voor deze topactiviteiten met een professionele uitstraling pagina 26 Regioarrangement B4You 2008-2011

Verankering: Structurele financiering Koppeling aan de onderwijsprogramma s van primair en voortgezet onderwijs Koppeling aan het bedrijfsleven Tevens zal verbreding gezocht worden naar de omgeving van de Stadsregio, zoals de Achterhoek en in de richting van Technodiscovery in Ede. Resultaat van dit project is dat Junior Technovium en Technoplanet de Technische Educatieve Centra van de regio worden en een aanwijsbare en substantiële bijdrage leveren aan de verhoging van de instroom met 15% in 2011 ten opzichte van 2007. Technoplanet. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 27

Topproject 2: Meer leraren in het VO Het tekort aan leraren zowel kwalitatief als kwantitatief is een van de grote bottlenecks in het verbeteren van de instroom in het bèta techniek onderwijs. Dit vormt de tweede topprioriteit uit deze B4You programmalijn. Het nu aanpakken van instroom en opleiding van leraren levert pas over jaren een opbrengst; daarom zijn naast de lange termijn actie ook korte termijn acties noodzakelijk. Korte termijnacties die ook op langere termijn aan de oplossing van het probleem bij kunnen dragen zijn daarbij extra waardevol. Het probleem van de leraren in de bèta techniek loopt voor een flink deel parallel aan het algemene instroomprobleem in de bètatechniek vandaar dat ook een aantal algemene instroombevorderende activiteiten zoals Technoplanet en Junior Technovium onder deze prioriteit mee moeten lopen. Hetzelfde geldt voor de aantrekkelijke loopbanen, die kunnen zowel in het onderwijs als in het bedrijfsleven liggen. Het is interessant om beide opties open te kunnen houden. Het doel van topproject 1 is het terugdringen van het lerarentekort in de bètatechnische vakken in het vo. Dit betreft leraren in de vakken Wiskunde B1 en B2, Natuurkunde 1 en 2, Scheikunde 1 en 2, Algemene Natuurwetenschappen en de verschillende bètatechnische vmbo vakken. Het actieplan van minister Plasterk, dat gebaseerd is op het adviesrapport Leerkracht! van Rhinnooy Kan, benoemt een aantal landelijk te nemen maatregelen: betere beloning, sterker beroep en professionelere school. Daarnaast is het van belang om juist in de regio het probleem aan te pakken en te zoeken naar mogelijke oplossingsrichtingen. De HAN en RU leveren een belangrijke bijdrage in het (bij)scholingsaanbod waarbij het up-to-date zijn en kwaliteit van de lerarenopleidingen blijvende aandachtspunten zijn. Momenteel wordt er gewerkt aan de structuur van deze opleidingen, waarbij de vo-scholen zelf meer verantwoordelijkheid krijgen en er vormen van duaal leren ontstaan. De vo-scholen zullen zelf ook moeten werken aan het bouwen van een professionelere school, waarbij leraren ook betrokken zijn bij beleid en beslissingen. Zo wordt er een professionaliseringsslag gemaakt voor de huidige leraren. Er lopen al verschillende initiatieven in de regio zoals het project Academische School van Arevo, HAN en RU, Ingenieur@School als een onderdeel van Jet-Net, Mobiliteitsproject van de HAN en de RU, Kenniscentrum Wetenschap en Techniek voor het basisonderwijs, en diverse andere projecten. Lopende initiatieven moeten worden verbonden om zo elkaar te versterken en aangevuld te worden met nieuwe initiatieven. Voor de korte termijn zullen specifieke acties ingezet moeten gaan worden, zoals bijvoorbeeld gastdocentschappen voor medewerkers uit het bedrijfsleven. Het project begint met inventarisatie van de huidige situatie en de toekomstige behoeften, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het resultaat moet zijn: verwachtte tekort terugdringen met 50% en 50% minder onbevoegde leraren voor de klas. pagina 28 Regioarrangement B4You 2008-2011

4.3 Aantrekkelijk bèta- en techniekonderwijs Deze programmalijn heeft als doel het bèta- en techniekonderwijs aantrekkelijker en eigentijdser te maken om zo het aantal jongeren dat kiest voor een bètatechnische opleiding te vergroten en de uitval uit bètatechnische opleidingen te verkleinen. De programmalijn valt uiteen in vier actierichtingen die door het onderwijs en het bedrijfsleven moeten worden opgepakt (zie ook figuur 4.3). Natuurkunde practicum (RU). Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 29

HLO (HAN). Onderwijsinnovaties Dit programma heeft betrekking op vernieuwing van het onderwijs in de hele keten van VMBO-MBO-HBO-WO. Hier staat het realiseren van doorlopende leerwegen centraal: het verbeteren van de overgang van VMBO naar MBO en van MBO naar HBO. Op dit moment loopt de inhoud van bèta en techniek vakken in het onderwijs veelal achter bij wat er in de praktijk gebeurt. Door moderne, eigentijdse onderwerpen in te brengen in het onderwijs, met een duidelijke koppeling aan de beroepspraktijk, wordt de aantrekkelijkheid van het vak vergroot. Om innovatie in het bètatechnisch onderwijs te stimuleren heeft het Platform Bèta Techniek de VMBO- en MBO-Ambitie Programma s en de HBO- en WO-Sprint Programma s in het leven geroepen. In de regio wordt aan deze programma s invulling gegeven, zodat het onderwijs beter aansluit op de verschillende behoeften van leerlingen. Het B4You programma gaat er vanuit dat individuele scholen zich richten op de voor hen relevante platformprogramma s en wordt vooral gezocht naar verbeteringen en meer samenhang in de activiteiten die gericht zijn op de doorlopende leerlijnen (zoals Novia, MplusH, RxH, Technovium, Skills en knowledge centres, HAN Expertisecentra). Het lectoraat Disseminatie Technologie zal de activiteiten ondersteunen met onderzoek naar effectiviteit en efficiency. Bedrijfsleven stimuleert bètatechnisch onderwijs Meer interactie tussen het bedrijfsleven en het onderwijs in bètatechniek kan een grote bijdrage leveren aan het aantrekkelijker maken van het onderwijs voor jongeren. Door leerlingen eerder in aanraking te brengen met de pagina 30 Regioarrangement B4You 2008-2011

bètatechnische beroepspraktijk, krijgen ze een beter beeld van de carrièremogelijkheden en wordt de kans op tussentijdse uitval verkleind. Samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen zorgt er voor dat beide beter in staat zijn om te innoveren en dat het aanbod vanuit de opleidingen beter aansluit op de vraag vanuit het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven wordt mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitstroom en direct verantwoordelijk voor de eigentijdse praktijkscholing van de uitstroom. Figuur 4.3: De actierichtingen om het bèta- en techniekonderwijs aantrekkelijker te maken 2. Aantrekkelijk bèta en techniek onderwijs Onderwijsinnovaties Bedrijfsleven stimuleert technisch onderwijs Leraren in het Bètatechnisch beroepsonderwijs VMBO ambitie MBO ambitie HBO sprint WO sprint Landelijke activiteiten Doorlopende leerwegen vmbo-mbo NOVIA Doorlopende leerwegen mbo-hbo, RxH, MplusH, Innoleren Lectoraat Disseminatie Technologie Regionale activiteiten Vrienden van Techniekkringen Regionaal Overleg Bedrijfsleven Onderwijs (ROBO) Skills en Kwowledge centres Technovium Opheffen kwantitatief en kwalitatief lerarentekort in het beroepsonderwijs Docentstages Gastdocenten Leraren in het Bètatechnisch beroepsonderwijs Ook het MBO en in mindere mate het HBO hebben te kampen met een tekort aan goede bètatechniek docenten. Deels is dit te wijten aan het negatieve imago van het lerarenberoep en deels aan de beperkte inhoudelijke ruimte die het leraarschap biedt voor goed opgeleide bèta s en technici. Aantrekkelijk onderwijs begint bij enthousiaste, inspirerende docenten met adequate vakkennis. De opgave is hier om docenten te stimuleren om als een eigentijdse inspiratiebron voor leerlingen te functioneren. Door docenten stages te laten lopen in het bedrijfsleven en door medewerkers van bedrijven ook voor de klas te halen wordt er gezorgd voor een goed beeld van de beroepspraktijk bij de docenten en bij de leerlingen. Het bieden van aantrekkelijke loopbanen voor de docenten is hiervoor ook nodig, dit valt samen met programmalijn 3. Deltaplan Bèta techniek Stadsregio Arnhem Nijmegen pagina 31

Topproject 3: Doorlopende leerlijnen in op de praktijk gericht aansprekend beroepsonderwijs De topprioriteit in deze programmalijn richt zich op het bètatechniek onderwijs in de volle breedte (vmbo mbo hbo wo) en vooral op de aansluiting en de doorstroom in de gehele leerlijn. Het onderwijs moet jongeren aanspreken en een duidelijke verbinding hebben met de beroepspraktijk en de vraag van de maatschappij. Dit is een van de kritische succesfactoren van een innovatief Europa, Nederland en natuurlijk ook van onze innovatieve regio. B4You wil de opbrengst van het technische beroepsonderwijs vergroten door de regionale veranderprojecten te prioriteren. Enkele voorbeelden van activiteiten en projecten die lopen zijn: Leerdorp Elst (AREVO, vmbo) NOVIA Technovium (ROC Nijmegen) Skill en Knowledge centra (ROC Rijn IJssel) RxH MplusH Innoleren HAN Expertisecentra Het is noodzakelijk om deze verschillende initiatieven op elkaar af te stemmen en meer zorg te besteden aan de samenhang en de aansluiting van die projecten op elkaar. Om dit in de veelheid van initiatieven waar te kunnen maken is het noodzakelijk om keuzes te maken. B4You kiest voor de prioritering van de doorgaande leerweg en richt zich daarbij in eerste instantie op de koppeling van de doorgaande leerweg aan de praktijk. Het realiseren van regionale samenhangende en transparante leerwegen in het techniekonderwijs is daarmee een van de vijf prioriteitsgebieden. Het lectoraat Disseminatie Technologie zal een actieve rol vervullen in de ondersteuning van de verschillende projecten en in de monitoring van de resultaten. De maatschappij heeft in toenemende mate behoefte aan bètatechnici waarbij de vraag bovendien verschuift naar hogere opleidingsniveaus. Een belangrijk middel om aan deze behoefte te voldoen is het maken van betere aansluitingen tussen de verschillende onderwijsvormen en -niveaus; hierdoor wordt het mogelijk om tijdens de opleidingsfase de doelen van de studenten naar boven bij te stellen, daarnaast wordt het ook makkelijker op verschillende momenten in bètatechniek opleidingen in te stromen. In een onderwijsgebouw waarbij relatief vroeg keuzes gemaakt worden is het van groot belang dat er meerdere wegen naar Rome blijven leiden. In het vervolg is de doorgaande leerweg en het daarmee samenhangende instrumentarium ook van belang voor een leven lang leren. pagina 32 Regioarrangement B4You 2008-2011