Geef jeugd de ruimte! Notitie inrichting speelruimten 2008-2009 Gemeente Uden maart 2009

Vergelijkbare documenten
Speelplezier in Aarle-Rixtel

RAADSVOORSTEL Agendanummer 7.4. Onderwerp: Nota Speelruimtebeleid Spelen in Moerdijk

Bijlagenboek. Natuurlijk buiten spelen! Versie dd. 23/10/17

Speelplan 2017 Gemeente Velsen

Speelruimte beleidsplan

Uitvoeringsnotitie Speelruimtebeleid Gemeente Hoogeveen Afdeling Mens en Werk

UITVOERINGSPROGRAMMA SPEELRUIMTE

Aanpassing Speelruimtebeleidsplan (2012) Advies Jongerenraad Utrechtse Heuvelrug (JRUH)

Beleidsplan Spelen

Speelplan 2016 Gemeente Velsen

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

*Z0230DEDA67* Raadsvoorstel. Aan de raad. : Speelruimteplan Beverwijk, Beverwijk speelt buiten

3 Speelruimte in de gemeente Brummen

Portefeuillehouder Broekhuizen Datum collegebesluit 28 april 2015 Opsteller mevrouw F. Driessen Registratie GF15.

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Impulsen sporten, spelen en bewegen in de openbare ruimte. Gevraagde Beslissing:

Strijen, juli 2009 OWZ/an - 1 -

Inleiding Elk jaar wordt het investeringsplan voor speelplekken vastgesteld; het zogenoemde Speelplan.

Ruimte voor jongeren Appendix Speelruimte Beleidsplan 2009

Ruimte om te spelen Kader speelruimte Gemeente Buren

Bijlagen. Bijlage 1: Het belang van speelruimte. Bijlage 2: Vervangingswaarde van speeltoestellen

Speelvisie gemeente Anna Paulowna

V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Concept-discussienota speelruimte 2011

Kindvriendelijke publieke ruimte in Turnhout. Kind & Samenlevings vzw & Fris in het landschap

Waar kun je buiten spelen?

Buitenspelen 2013 Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

speelruimte beleidsplan

Speelplaatsenbeleid Gemeente Bergen

Paraplu herziening scholen (analoog)

(semi-)openbare gebouwen

Resultaten enquête Speelruimte in Kerkehout SPELEN IN BEWEGING

BUITEN. spelen

projectplan Opnieuw spelen in de buurt Herinrichten speelveld Topshoofd Urk

Uitvoeringsplan speelplekken Nieuwland

Inleiding Toetsing Participatie Overzicht... 4

Buiten is zoveel te beleven! Schommelen op een speelplek, hutten bouwen in de bosjes, voetballen op het veldje en een rondje skaten door de buurt.

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Leefomgeving. Geachte voorzitter,

(CONCEPT) VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 26 maart 2013

Beleidskader speeltuinen gemeente Harlingen

DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE. Samenspel. Advies voor. speelplekken en speeltuinen. Wijk NOORD

Startnotitie Actieplan spelen, sporten en ontmoeten in de buitenruimte van Woudenberg

Goed spelen. Voorstel voor een ruimer speelruimtebeleid

Afd.hoofd: Akkoord HpiN VMO/Jur. OR 0 BMO/Com. ÜADF

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Voorstel aan college van Burgemeester en Wethouders

Natuurlijk buiten spelen!

Spelen Bewegen Ontmoeten

DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE. Samenspel. Advies voor. speelplekken en speeltuinen. Wijk WEST

Bewonersbijeenkomst. Speelplekken Rivierenbuurt. Patricia de Wit - Gemeente Rotterdam - 24 mei 2016

Dordrecht SPEELPLEK OP VERZOEK. Interim beleid speelvoorzieningen Gemeente Dordrecht Sector Stadswerken

beleids kader spelen

Ontmoetingsruimtes in de buurt. Steffen de Wolff Voorlichter 19 juni 2018

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

SPEELPLAN SPEELVOORZIENINGENBELEID BLARICUM. Afdeling Openbare Ruimte S.A.L. van Herpen BSc. maart 2010

GROENGEBIED AMSTELLAND Adviescommissie 30 oktober 2012 agendapunt 14 Dagelijks bestuur 9 november 2012 Algemeen bestuur 29 november 2012

Zelfbeheer Openbaar Groen

Gehouden op 1 november 2017

4.4 Kern 4: Hall. Algemeen

Speelplan 2012 Gemeente Velsen

Buitenspelen. Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Buitenspelen in Zoeterwoude. Beleidsplan spelen

Nota speeltuinen

Dit uitvoeringsplan geeft de hoofdlijnen aan voor de komende 10 jaar aan ( ).

Nota van B&W. Onderwerp Opvolging skatevoorziening Raadhuisplein. Portefeuilehouder Marjolein Steffens-van de Water

Onbekommerd wonen in Breda

Gemeenschapstuinen. RadarGroep. Duurzaam instrument voor integrale wijkaanpak, sociale cohesie, participatie en re-integratie.

Beslisdocument en plan van aanpak

Speelruimtebeleid Echt - Susteren Speelruimte voor de jeugd van Echt Susteren

4.3 Kern 3: Leuvenheim

Bewonersavond E-buurt Oost

Heerhugowaard Stad van kansen. Bestuursdienst I advies aan Burgemeester en Wethouders

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Maak ruimte voor bewegen!

Wijkperspectief Vinkhuizen voor elkaar!

Registratienummer collegebesluit:

RUIMTE OM BUITEN TE SPELEN

Gemeente Leusden. Bomenplan Module E: Bomen en burgers

Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10. Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel

CONCEPT VISIE SPEELRUIMTE IN KERKEHOUT WASSENAAR 1. INLEIDING 2. SPEELRUIMTEANALYSE

REPORTAGE: SPEELTERREIN JOEPLA (LOCHRISTI)

Doelen en beoogde resultaten van de plannen van Herxen.

Speelbeleid Oldenzaal

Wat betekent bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de Openbare Ruimte

Bovenwijkse ballcourt en overdekte Jongeren Ontmoetingsplek (JOP) in de Schaarstraat

Startnotitie Groenbeleid

Voordat ik daarmee begin wil ik graag mezelf voorstellen.

Werkdocument aanpak speelvoorzieningen

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Inzet kredieten speeltuinverenigingen 2007, restant 2006 en 2008

1 x 1 landelijke wetgeving

Geïntegreerd spelen in de praktijk

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Hart van Oosterwolde Verdere uitwerking Plan Hart van Oosterwolde

Speelvoorzieningen in de gemeente Slochteren. Hoe verder?

Voorwoord. (volgt na inspraakperiode) Pag. 1 van 35

Reactie op ontwerp actiecomité Groen voor poen dd. juli 2012

SPEELRUIMTEBELEID GEMEENTE SOMEREN 2012 SPELEN DOEN WE ZELF

Raadsvergadering : 18 juli 2011 Agendanr. 14. : Verordening Kunst in de openbare ruimte Stadskanaal 2009 Stadskanaal, 1 juli 2011

Bestuurlijke samenvatting 2. 1 Algemeen Inleiding Aanleiding Begripsbepalingen Wettelijk kader Vormen van spelen 6

Transcriptie:

Geef jeugd de ruimte! Notitie inrichting speelruimten 2008-2009 Gemeente Uden maart 2009

Inhoudsopgave Inleiding blz. 5 Hoofdstuk 1 Waarom ruimte voor jeugd? blz. 6 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Afbakening 1.4 Kinderen in Tel 1.5 Relatie met andere plannen/beleid Hoofdstuk 2 Visie blz. 10 2.1 Speelruimte 2.2 Woonomgeving Hoofdstuk 3 Basisvoorwaarden voor spelen blz. 13 3.1 Doelgroepen, spelvormen en behoeften 3.2 Basiskwaliteit van een bespeelbare woonomgeving Geef jeugd de ruimte! Notitie inrichting speelruimten 2008-2009 Gemeente Uden 3.3 Speeltuinen de Wiebert en het Heuvelhofke 3.4 Jongerenvoorzieningen 3.5 Kinderen met een functiebeperking maart 2009

Hoofdstuk 4 Uitgangspunten en richtlijnen blz. 21 4.1 Renovatie van buurten en wijken 4.2 Inrichting nieuwe wijken 4.3 Reserveren van ruimte 4.4 Richtlijnen per hectare Hoofdstuk 7 Communicatie blz. 34 7.1 Bekendmaking gemeentelijke keuzen 7.2 Interactieve inbreng 7.3 Communicatiemethoden 7.4 Integraal 4.5 Koppeling aan woningdichtheid 4.6 Inrichting en kwaliteit 4.7 Voornemens Hoofdstuk 8 Spelen in Uden, een nieuwe impuls blz. 37 8.1 Huidige speelplekken 8.2 Uitgangspunten en richtlijnen Hoofdstuk 5 Beheer en onderhoud blz. 29 5.1 Vandalisme 5.2 Veilig spelen 8.3 Uitdaging 8.4 Speeltuinen Bronvermelding blz. 42 5.3 Duurzaamheid 5.4 Juridische positie Hoofdstuk 6 Financiering blz. 32 6.1 Beheer en onderhoud 6.2 Planontwikkeling, renovatie en (her)inrichting 6.3 Bestemmingsreserve jeugd 6.4 Extra financiële mogelijkheden

Inleiding Nog steeds zijn het de kinderen en de jongeren die de meeste vrije tijd buiten doorbrengen. Zij zijn de belangrijkste gebruikers van de openbare ruimte. Met de toenemende bebouwingsdichtheid en het verkeer is een ruimte waar kinderen en jongeren in Uden veilig kunnen spelen en elkaar ontmoeten van groot belang. De gemeente Uden vindt het bevorderen van de leefbaarheid in de wijken en dorpen zeer belangrijk. Dit blijkt onder andere uit het coalitieprogramma Mensen bouwen Uden (2006-2011) en het ontwerp beleidskader jeugd 2009. Speelruimten voor kinderen en jongeren dragen bij aan het woongenot in Uden. Het ontbreekt echter aan een norm, uniformiteit in de inrichting en het onderhoud van de speelruimten. De notitie inrichting speelruimte 2008-2009, Geef jeugd de ruimte! is een beleidsvisie op hoofdlijnen. Daarnaast is het stuk een praktisch toetsingsinstrument bij planvorming zodat speelruimte als een integraal onderdeel wordt meegenomen. In de notitie is ook een uitvoeringsplan opgenomen. Voor de totstandkoming van deze notitie is gebruik gemaakt van verschillende nota s van andere gemeenten (zie bronvermelding). 4 5

Hoofdstuk 1. Waarom ruimte voor jeugd? 1.1 Aanleiding In de gemeente Uden streven we naar kwalitatief en kwantitatief voldoende buitenspeelruimte die voldoet aan landelijke normen. Momenteel wordt bij planvorming van nieuwbouw- en (her) inrichtingsprojecten speelruimte niet als een integraal onderdeel meegenomen. Er is ook geen samenhang tussen het ontwerp, beheer en de gewenste kwaliteit. Richtlijnen waaraan de kwaliteit, grootte en spreiding van speelplannen worden beoordeeld ontbreken. 1.2 Doelstelling In het Verdrag inzage de Rechten van het Kind (IVRK), artikel 31 Vrije tijd, cultuur en recreatie staat dat een kind recht heeft op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven. De gemeente Uden wil dit uitgangspunt uitwerken door voldoende toegankelijke, sociaal veilige en uitdagende speelruimte voor kinderen en jongeren in hun omgeving te realiseren. Er zijn kwalitatief goede speelvoorzieningen, afgestemd op de speelbehoefte van de jeugd. In alle wijken en dorpen is de speelruimte evenwichtig verdeeld en is een aantrekkelijke leefomgeving gecreëerd. 1.3 Afbakening Het beleid richt zich op speelvoorzieningen en informele speelruimte in de openbare buitenruimte en heeft betrekking op de fysieke inrichting ervan. Daarbij wordt de leeftijdscategorie tot 18 jaar gehanteerd. In deze notitie worden de schoolpleinen niet meegenomen. Ze zijn particulier eigendom en veelal niet toegankelijk buiten schooltijden. Voor de normen en afstanden die gelden voor speelgelegenheid in de woonomgeving worden de ontwikkelingsstadia van kinderen samengevat in drie leeftijdsgroepen: peuters/kleuters (0-6 jaar), schoolkinderen (6-12 jaar) en jongeren (12-18 jaar). 6 7

1.4 Kinderen in Tel Het IVRK gaat uitdrukkelijk uit van kinderen als burgers die recht hebben op vrije tijd en daarmee op ruimte en voorzieningen die dat recht ondersteunen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verzamelt periodiek informatie over de verdeling van ruimten binnen alle gemeenten in Nederland. Op basis van de indeling die het CBS hanteert is een keuze gemaakt om in de indicator ruimten op te nemen die kinderen als speel- en/of sportruimte zullen gebruiken. Het gaat hier om ruimte die door de gemeente is aangelegd zoals speelvelden, sportterreinen en ruimte voor vrije recreatie. De indicator houdt in het aantal 0 t/m 17 jarigen per hectare georganiseerde speelruimte, afgezet tegen het totale aantal inwonende 0 t/m 17 jarigen. Voor 2006 is door het CBS een landelijk gemiddelde van 52 kinderen per hectare speelruimte vastgesteld. Uden scoort met 47 kinderen per hectare speelruimte vrij goed. De aanwezigheid van hondenpoep bevordert de kwaliteit van de speelruimte niet. Het heeft een negatieve invloed op de bespeelbaarheid van de speelplekken. In de Algemene Plaatselijke Verordening is een aantal regels opgenomen waaraan hondeneigenaars zich dienen te houden. De medewerkers van Toezicht Openbare Ruimte zullen er op toezien dat de regels worden nageleefd. In het voorontwerp bestemmingsplan Woongebieden Kom Uden kunnen in gebieden met de bestemming stedelijk groen, gebruiksgroen, verblijfsdoeleinden en recreatiedoeleinden voorzieningen voor de jeugd worden gerealiseerd. In het beheerplan Openbaar Stedelijk Groen is het onderhoudsfonds Groen opgenomen. Er zijn structurele middelen aanwezig om de duurzame instandhouding te garanderen. 1.5 Relatie met andere plannen en beleid Het Wet Maatschappelijke Ondersteuningbeleidsplan Mensen bouwen Uden voor elkaar stelt leefbaarheid centraal. In het in 2009 vast te stellen beleidskader jeugd wordt het belang van jeugdparticipatie benadrukt. In dit verband is het skate-terrein in het Bevrijdingspark een goed voorbeeld. De ervaring leert dat als je jongeren niet bij de keuze betrekt er een grote kans is dat de voorziening niet wordt gebruikt. Een speelvoorziening kan ook gebruikt worden als sportvoorziening zoals een trapveldje, een basketbalterrein of een skateramp. 8 9

Hoofdstuk 2. Visie Buiten spelen is niet alleen ontspannend en uitdagend voor kinderen en jongeren maar ook van groot belang voor hun ontwikkeling. Ze leren bewegen, samen te spelen, hun fantasie vorm te geven, te bouwen, uitdagingen aan te gaan en hun grenzen te verkennen. De ontwikkeling van een kind verloopt globaal van het spelen in eigen huis en tuin, naar het op verkenning gaan in de directe omgeving van zijn huis, alleen of in kleine groepjes en in kleinschalige De kwaliteit van de leefomgeving wordt mede door buitenspeelruimte bepaald. De ruimte die beschikbaar is moet optimaal te gebruiken zijn waardoor er een kindvriendelijke omgeving is. Speelplekken hoeven niet altijd direct zichtbaar als speelvoorziening herkenbaar te zijn. Ook een grasveld of een plein kan als spelaanleiding dienen. In deze notitie gaan we in op de formele en informele speelruimte. Voor de inrichting van speelplekken in de openbare ruimte is het belangrijk om vanuit verschillende invalshoeken uitgangspunten te formuleren. ruimten. De behoefte aan ruimte om vrijuit te kunnen spelen zal groter worden naarmate een kind ouder wordt. Maar voor ieder kind geldt dat de directe omgeving van zijn woning de meest frequente speelplaats blijft. 2.1 Speelruimte Kinderen en jongeren kunnen altijd en overal spelen. Wat ze gaan spelen, waar en hoe ze spelen hangt af van hun leeftijd, hun individuele voorkeur en de mogelijkheid die de directe omgeving hen biedt. Het liefst trekken kinderen en jongeren al spelend door de buurt. Het hele openbaar gebied wordt als speelruimte in hun spelpatroon opgenomen. Van belang is dat een zo groot mogelijk deel van de woonomgeving bespeelbaar is, dat wil zeggen aan bepaalde basisvoorwaarden dan wel kwaliteitseisen voldoet om spelen en elkaar te ontmoeten mogelijk te maken. Een zo optimaal mogelijk, ingerichte omgeving biedt zoveel mogelijk informele speelgelegenheid. Het is niet eenvoudig de kwaliteit van de woonomgeving op dit aspect te beoordelen. Vooral subjectieve factoren spelen een rol waarom kinderen en jongeren op de ene plek wel spelen en op de andere niet. 10 11

Denk daarbij aan het gevoel van veiligheid, uitdaging, bereikbaarheid en ontmoeting. Hoofdstuk 3. Basisvoorwaarden voor spelen Voor kinderen en jongeren is het van belang om elkaar in de buitenruimte Speeltoestellen kunnen gezien worden als een vervanging van de mogelijkheden die van nature aanwezig zijn. De noodzaak van speelplekken neemt toe naarmate de fysieke ruimte zowel particulier als openbaar om te spelen afneemt. Het toenemende verkeer en de verdichting van de te ontmoeten, samen te spelen en sociale vaardigheden te kunnen ontwikkelen. Een wijk zonder speeltoestellen maar met voldoende ruimte of een buurt met specifieke speelplekken in de openbare ruimte bieden volop spelmogelijkheden. woningbouw leggen een steeds groter beslag op de beschikbare openbare speelruimte. Om kinderen en jongeren voldoende mogelijkheden te bieden om zich te ontwikkelen zal er gezocht moeten worden naar meer formele speelplekken. 3.1 Doelgroepen, spelvormen en behoeften De basisvoorwaarden voor een bespeelbare woonomgeving vragen om een specifieke invulling per leeftijdsgroep. Voor de normen en afstanden 2.2 Woonomgeving Kinderen en jongeren hoeven hun spel niet alleen uit te voeren op de daarvoor bestemde formele speelplekken, maar moeten juist ook in staat zijn de hele die gelden voor speelgelegenheid in de woonomgeving worden de ontwikkelingsstadia van kinderen samengevat in drie leeftijdsgroepen: peuters/kleuters (0-6 jaar), schoolkinderen (6-12 jaar) en jongeren (12-18 jaar). buitenruimte te gebruiken. Een bespeelbare woonomgeving vormt voor de jeugd een uitdaging, is leuk en interessant en biedt veel mogelijkheden tot spel en verkenning en ontmoeting. De informele ruimte moet in beginsel aan kinderen en jongeren de mogelijkheid bieden om te spelen. De gemeente gaat er vanuit dat de woonomgeving bespeelbaar moet zijn en houdt hier rekening mee bij de planontwikkeling en (her)inrichting van de openbare ruimte. De spreiding van speelvoorzieningen over de wijk wordt voor een groot deel bepaald door de leeftijdsopbouw van een wijk en de norm per leeftijdsgroep. In onderstaand schema is de formele speelruimte omschreven die voor de leeftijdsgroepen wenselijk is. Het geeft tevens een overzicht van het spelpatroon van de leeftijdsgroepen, de relatie met de woonomgeving en het type speelvoorziening. 12 13

Leeftijdsgroep Spelpatroon 0-6 jaar: peuters/ kleuters - spelen vaak alleen - bewegen: hollen, klauteren, glijden, steppen - fantasie/rollenspel - constructiespel: water, zand en bouwen - actieradius van 100 tot 150 meter van de woning 6-12 jaar: schooljeugd - samen spelen en kletsen - bewegen: hollen, klimmen, skaten - fantasie/rollenspel - constructiespel: water, zand en bouwen - regel- en wedstrijdspel - avontuurlijk spel: hutten bouwen en struinen - verschil in spel jongens en meisjes - actieradius van 300-400 meter 12-18 jaar: jongeren - sporten, skaten - muziek maken, dansen, gevoelig voor trends - ontmoeting, chillen en rondhangen - actieradius 800-1000 meter 3.2 Basiskwaliteit van een bespeelbare woonomgeving Essentieel voor kinderen en jongeren is de kans om de hele woonomgeving te gebruiken. Dat stelt bijzondere eisen aan het ontwerp, de inrichting en het beheer van de woonomgeving. Er zijn een aantal basisvoorwaarden waaraan goede speelruimte in een woonomgeving moet voldoen. Relatie woonomgeving Type speelvoorzieningen - eigen tuin, balkon - zelfstandig ontdekken van de informele speelruimte - niet aan wegen of bij water - speelplekje of spelaanleiding - ruimtebeslag ca. 50 m² - ca. 2 (kleine) speeltoestellen of spelaanleidingen - soms specifieke ondergrond - groter ruimtebeslag, verharde ruimten, schoolplein - informele speelruimte zonder specifieke inrichting - gesitueerd in groene ruimten, parken of grotere groengebieden - besloten plekken met geborgenheid - speelplek met ca. 2 speeltoestellen of 1 groter toestel - ca. 300m² - verhard speelveldje, ca. 18 x 30 m. en schoolplein - trapveldje ca. 25 x 40 m. - avontuurlijk terreintje met heuveltjes en begroeiing - skatevoorziening (op wijkniveau) - groter ruimtebeslag, verharde ruimten, schoolplein - gesitueerd in groene ruimten, parken of grotere groengebieden - ontmoetingsplekken, zien en gezien worden - bij voorkeur gelegen op enige afstand van de woningen - multifunctioneel verhard speelveld ca. 18 x 30 m. - trapveld ca. 40 x 60 m. - skatevoorziening (op wijk- of stadsniveau) - sport- en spelattribuut (doelwand, basketbalpaal, tafeltennistafel) 14 15

Situering Verkeersveiligheid Bereikbaarheid Integratie en samenhang Van de verkeersveiligheid van de woonomgeving hangt af of jeugd buiten kan spelen. Een speelplek verliest zijn waarde als eerst een drukke weg moet worden overgestoken. Speelplekken die toch aan een drukke straat grenzen moeten zó worden ingericht dat de kinderen en de jongeren niet tijdens hun spel de weg oprennen. In een woongebied zijn verkeersluwe gebieden belangrijk voor jeugd. Voor de jeugd moet speelruimte goed bereikbaar zijn waarbij afstand een rol speelt. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen t/m 6 jaar dicht bij huis spelen (actieradius van 150 meter). Schoolkinderen in de leeftijd van 6-12 jaar gaan verder van huis weg (tot 300/400 meter), maar ook in die leeftijdsgroep blijkt ruim de helft het liefst dicht bij huis te spelen. De oudere jeugd geeft de voorkeur aan een ruimte op enige afstand van de woning (800/1000 meter). Voor de eenheid in een woonomgeving is het belangrijk dat ruimten en voorzieningen onderling met elkaar verbonden zijn, zoals rechtstreekse routes voor fietsers en voetgangers. Ook een combinatie van voorzieningen en de bruikbaarheid van ruimten zoals straat, plein en speelveld dragen bij aan de samenhang. Veiligheid Constructies Groenvoorziening Volksgezondheid Natuurlijke speelomgeving Sinds maart 1997 is het Warenwetbesluit attractieen speeltoestellen van kracht. Speeltoestellen moeten voldoen aan wettelijk vastgestelde veiligheids- en constructie-eisen. De omgeving van de speelplekken moet groenveilig zijn. Giftige of doornige planten zijn ongeschikt voor plaatsing op of bij speelvoor- zieningen. Aanwezige groenvoorziening moet de zichtbaarheid van een speelplaats niet belemmeren. Elke speelplek dient goed beheerd en onderhouden te worden. Daarbij hoort ook het schoonhouden van de speelvoorziening en het weren van honden en katten. Voor jeugd biedt water aanleiding om te spelen maar (te diep) water kan eveneens een gevaar voor jonge kinderen zijn. De vormgeving van vooral waterkanten is daarom belangrijk. In het ontwerp kan ook rekening gehouden worden met andere, minder gevaarlijke vormen zoals een fontein. Op dit moment is er een wet in voorbereiding dat speelwater aan drinkwater moet voldoen. Spreiding Speelvoorzieningen moeten evenwichtig verspreid zijn van blokniveau tot buurt- en wijkniveau. Op blokniveau met het accent van klein, besloten en beperkt aanbod zijn jonge kinderen en schoolkinderen de belangrijkste doelgroep. Jongeren komen er op buurt- en wijkniveau bij en hebben meer behoefte aan een groot, avontuurlijker en divers aanbod. Zichtbaarheid Voor veel ouders is de zichtbaarheid van een speelplek een belangrijke overweging bij het buiten laten spelen van jonge kinderen. Omgekeerd willen kleine kinderen hun ouder(s) zien. Oudere kinderen en jongeren zien de speelplek meer als ontmoetingsplek, zij willen graag door andere kinderen gezien worden. 16 17

Geborgenheid Herkenbaarheid Beschutting Intimiteit Betrokkenheid Voor kinderen en jongeren is bekendheid met de eigen woonomgeving heel belangrijk. Vooral jonge kinderen hebben behoefte aan veel houvast, zoals duidelijk, afgebakende ruimten in de woonomgeving. Bij de situering en inrichting van een speelplek moet rekening worden gehouden met weersinvloeden. Er kan beschutting worden geboden tegen de wind, zon, regen en kou door bijvoorbeeld beplanting, bomen of een speelhuisje. Hierbij dient rekening gehouden te worden met sociale veiligheid (voldoende zicht op de plek) en vandalisme. Niveauverschillen en beplanting kunnen voor de inrichting een bijdrage aan intimiteit leveren. Kinderen en jongeren moeten zich thuis voelen in een herkenbare omgeving. Voor jonge kinderen betekent dit kleinschalige ruimten, voor schoolkinderen en jongeren biedt afwisseling in maat en schaal herkenbare speelmogelijkheden. Voor het realiseren en in standhouden van een speelvoorziening zijn verschillende vormen van betrokkenheid. Het betreft hier de inspraak (zowel van ouders en omwonenden als van de kinderen als toekomstige gebruiker), het toezicht (zowel formeel als informeel), de tolerantie (van omwonenden voor het lawaai dat een speelvoorziening met zich meebrengt) en het samenspel van kinderen. Om de inbreng en tolerantie van bewoners te vergroten is het nodig om proactief met bewoners en gebruikers te praten. 3.3 Speeltuinen de Wiebert en het Heuvelhofke Binnen de aanwezige speelruimte nemen de speeltuinen de Wiebert en het Heuvelhofke een bijzondere plek in. Vrijwilligers beheren de speeltuin, ze onderhouden de speeltoestellen en het terrein en organiseren activiteiten. Vele kinderen en jongeren bezoeken de speeltuinen. Anders dan bij de Wiebert is het Heuvelhofke een wijkvoorziening. De speeltuinverenigingen ontvangen van de gemeente Uden jaarlijks subsidie. Voor het beheer en onderhoud is het budget niet toereikend om toestellen te vervangen of te investeren. Er is behoefte aan het duidelijk vastleggen van taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van het groot onderhoud en de vervanging van speeltoestellen. 3.4 Jongerenvoorzieningen Voor jongeren worden vooral voorzieningen gerealiseerd die gericht zijn op sportieve activiteiten zoals trapvelden, skatebanen en multifunctionele verharde speelvelden. Een plek waar jongeren kunnen afspreken, samen rondhangen en die beschut is. De gemeente vindt dat er flexibel en adequaat ingespeeld moet worden op de dynamiek in de subculturen van de jeugd. Een van de mogelijkheden daartoe is het ontwikkelen en ook weer beëindigen van voorzieningen. Het mogelijk maken van jongerenvoorzieningen binnen bestemmingen in de openbare ruimte is een geschikt middel daartoe. 18 19

Binnen de integrale aanpak van jeugdoverlast werken partijen samen om dit te voorkomen, beheersen en bestrijden. In een periodiek overleg met politie, professioneel jongerenwerk en gemeente worden overlastsituaties besproken en wordt er per situatie een plan van aanpak gemaakt. Soms is het wenselijk dat er extra voorzieningen gerealiseerd worden of dat er convenanten afgesloten worden. Zo zijn er in het verleden convenanten afgesloten met de buurt, politie, gemeente en jongeren over de skatebaan en een Jop in Volkel. Belangrijk is dat gemaakte afspraken door alle partijen gedragen én nagekomen worden. Hoofdstuk 4. Uitgangspunten en richtlijnen Vooraf gestelde uitgangspunten dienen als leidraad om de gemeentelijke visie en doelstelling over speelruimte in de praktijk te brengen. Bij renovatie van buurten en wijken en inrichting van nieuwe wijken worden beslissingen genomen die bepalend zijn voor keuzes en mogelijkheden in latere fasen. Het is van belang om deze consequenties helder te maken. Als er bewust wordt afgeweken van een uitgangspunt moet dit met de keuze en/of tegemoetkomende maatregel worden beargumenteerd. 3.5 Kinderen met een functiebeperking Kinderen met een beperking vormen een specifieke doelgroep. Velen kunnen zich grotendeels zelfstandig verplaatsen en participeren in het spelen met kinderen zonder handicap. Bij de (her)inrichting van speelplekken dient met deze groep kinderen rekening gehouden te worden. 4.1 Renovatie van buurten en wijken Bij een herinrichting van een buurt of wijk zijn de mogelijkheden om voldoende speelruimte te realiseren beperkter. Specifieke aandacht zal vooral liggen op het bespeelbaar maken van de woonomgeving en aanpassing en inbedding van de (in)formele speelvoorzieningen voor de verschillende leeftijdsdoelgroepen. Er zijn speelvoorzieningen die zowel voor kinderen met en zonder handicap bereikbaar en toegankelijk zijn zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de variatie, de uitdaging en het avontuur. 4.2 Inrichting nieuwe wijken Bij het formuleren van plannen voor nieuwbouwwijken moet rekening worden gehouden met de aanleg van speelvoorzieningen in een kindvriendelijke woonomgeving. In elk bestemmingsplan moet dan ook de juiste verhouding 20 21

worden gezocht tussen de te bebouwen grond, de hoeveelheid verharding, de hoeveelheid groen en speelruimte. 4.3 Reserveren van ruimte Voor informele en formele speelruimte wordt op elk niveau ruimte 4.4 Richtlijnen per hectare Om in een woonwijk voldoende formele speelruimte te garanderen voor de verschillende leeftijdsgroepen en behoeften is een richtlijn om per hectare 300 m² te reserveren.voor een wijk van 100 hectare komt dat neer op 30.000m². Dit is een indicator van 3% van het totale gebied. vrijgemaakt. Deze ruimte moet voldoen aan de basisvoorwaarden, genoemd in hoofdstuk 3. Afhankelijk van de bevolkingssamenstelling, bevolkingsdichtheid en behoefte kan daarna bekeken worden hoe de gereserveerde ruimte ingericht gaat worden. Het komt de kwaliteit van de openbare ruimte ten goede om tijdens de renovatie van buurten en wijken en inrichting van nieuwe wijken de ruimte voor groen en spelen (financiën) te scheiden. Echter er dient wel een samenhang en relatie te zijn. Het handboek gemeentelijk speelruimtebeleid Spelen met ruimte geeft een beschrijving van de verdeling van speelruimte. Niveau Afmeting gebied Afmetingen speelruimte Speelruimteverdeling Blok 1 ha 100 m² 100 m²/ha Buurt 9 ha 1.225 m² 136 m²/ha Wijk 100 ha 6.400 m² 64 m²/ha Totaal 300 m²/ha Deze normen bieden houvast voor beleid omdat ruimtelijke projecten hieraan kunnen worden getoetst. Een speelruimtenorm zorgt er voor dat speelruimte een vaste plek krijgt in planprocessen en biedt continuïteit in het beleid en helderheid in de contacten tussen gemeente en burgers. Voor het slagen van een goede speelplek dient, naast de norm, ook rekening gehouden te worden met de ruimtelijke en sociale kwaliteit van de openbare ruimte. 22 23

4.6 Inrichting en kwaliteit Met bestaande en toekomstige doelgroepen en met de basisvoorwaarden waaraan goede speelruimte moet voldoen wordt bij de inrichting van speelplekken rekening gehouden. De voorwaarden over situering, veiligheid en geborgenheid staan in hoofdstuk 3. Ook moet voldaan worden aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Niet alleen de speeltoestellen maar de gebruiksmogelijkheden van de ruimte bepalen voor een groot gedeelte de kwaliteit van speelplekken. Voor de inrichting van een kindvriendelijke omgeving is dit een belangrijk uitgangspunt. Op niet alle speelplekken hoeven speeltoestellen aanwezig te zijn. Voldoende 4.5 Koppeling aan woningdichtheid Door de richtlijn van 3% aan te houden voor m² speelruimte per hectare wordt er met de woningdichtheid van een gebied geen rekening gehouden. Niet elk stedenbouwkundig concept vraagt om dezelfde hoeveelheid speelruimte. Als er veel woningen per hectare zijn en weinig openbare ruimte, is er meer behoefte aan formele speelruimte. Hiervoor wordt een vaste norm per woning gehanteerd: Totale hoeveelheid woningen x 10 m² = benodigde formele speelruimte. ruimte, hoogteverschillen, beplanting en inrichting geven vaak al voldoende spelaanleiding en beïnvloeden het speelgedrag van kinderen. Ook het medegebruik van particuliere tuinen en speeltuinen, schoolspeelplaatsen en sportvelden kan tot de conclusie leiden dat het niet direct nodig is om speeltoestellen te plaatsen. Multifunctioneel ruimtegebruik kan leiden tot een grotere bespeelbaarheid van een wijk. Voorwaarden zijn wel dat de informele speelruimte uitdagend, veilig, schoon en duurzaam moet zijn. Bij de aanleg en onderhoud van de informele speelplek kan hier rekening mee worden gehouden. Bij bestaande wijken of herinrichting van buurten is het niet altijd mogelijk om aan deze norm te voldoen. Het meest efficiënt is om voorgenomen plannen in de openbare ruimte op elkaar af te stemmen. 24 25

Bij planontwikkeling en (her)inrichting van de openbare ruimte wordt uitgegaan van een kindvriendelijke omgeving. Het streven is dat kinderen en jongeren vanuit hun eigen woning de speelplekken veilig kunnen bereiken. Er is veel groen, er zijn weinig tot geen drukke verkeerswegen en er zijn geen gevaarlijke situaties. Deze ambitie is geen thema voor deze notitie maar komt in een ander beleidsterrein aan de orde. 4.7 Voornemens De aanleg van speelvoorzieningen voor kinderen en jongeren bij de renovatie van wijken en buurten en inrichting van nieuwe wijken heeft een hoge prioriteit, waarbij als uitgangspunt geldt dat tenminste 3% van de openbare ruimte ingericht moet worden als speelvoorziening voor de diverse leeftijdsgroepen. Bij de uitwerking van de plannen ruimte vrijhouden voor functieverandering, bijvoorbeeld aanwezige groenvoorziening om te vormen tot informele speelvoorzieningen. Ook dient rekening houden te worden met toekomstige veranderingen van de wijksamenstelling. Zorgen dat formele speelruimte voldoet aan de kwaliteitseisen, genoemd in hoofdstuk 3. In bestemmingsplannen voor nieuw te ontwikkelen gebieden een norm van 10 m² per woning reserveren voor formele speelruimte. Deze ruimte tijdens de planontwikkeling als een aparte financiële stelpost opnemen. Als wordt afgeweken van de norm voor formele speelruimte beargumenteren waarom men dit doet, welke consequenties dit heeft en of het noodzakelijk is een andere keus te maken of een tegemoetkomende maatregel te treffen. De ruimte en middelen voor formele speelruimte en voor groenvoorzieningen tijdens de planontwikkeling en het stedenbouwkundig ontwerp los van elkaar reserveren en berekenen. De inrichtingsplannen voldoen aan de basisvoorwaarden voor 26 27

situering, veiligheid en geborgenheid, beschreven in hoofdstuk 3 en aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Bij elk inrichtingsplan de afweging maken of er al dan niet speeltoestellen wenselijk zijn. Uit oogpunt van beheersbaarheid speeltoestellen op de grotere speelplekken van buurt- of wijkniveau concentreren. Speelvoorzieningen voor de verschillende leeftijdsgroepen zoveel mogelijk scheiden om confrontaties tussen de groepen onderling te voorkomen. Actief contact zoeken met bewoners(organisaties) om de doelgroepen en wensen vooraf inzichtelijk te maken. Uitgangspunt voor de inrichting van een kindvriendelijke omgeving is de gebruiksmogelijkheden van de ruimte benutten waardoor voor Hoofdstuk 5. Beheer en onderhoud Speelvoorzieningen vergen een intensief onderhoud en het veilig houden hiervan heeft een hoge prioriteit. Op basis van inspecties wordt frequent kleinschalig onderhoud uitgevoerd. Zo kunnen onderdelen van toestellen bij slijtage vervangen worden en vereist de ondergrond voortdurend aandacht. Het schoonhouden van de speeltoestellen en de ondergrond is een bijna dagelijkse zorg. Naast deze taken is het belangrijk om structureel te onderzoeken of speeltoestellen en speelplekken nog voldoen aan de wensen van de gebruikers. Als dat niet het geval is, moet overwogen worden de speeltoestellen aan te passen, weg te halen of te herplaatsen. De openbare ruimte dient opnieuw ingericht te worden als een speelplek wordt verwijderd. een groot gedeelte de kwaliteit van speelplekken wordt bepaald. 5.1 Vandalisme Ten gevolge van vandalisme is vaak aanvullend onderhoud en vervanging van onderdelen noodzakelijk. Feitelijke informatie over vernielingen, brandstichting e.d. is nodig bij de instandhouding of uitbreiding van de speelplek. Als er een keus moet worden gemaakt om speelplekken te verwijderen dan komen juist die aan vandalisme onderhevig zijn hiervoor in aanmerking. 28 29

5.2 Veilig spelen In het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2003 is de veiligheid van speeltoestellen geregeld. De wet geldt voor speeltoestellen en ondergronden die uitsluitend bestemd zijn voor openbare gelegenheden en moeten voldoen aan wettelijke veiligheidseisen. De eigenaar van de grond is verantwoordelijk mits hier een overeenkomst is met derden. Nieuwe toestellen moeten voorzien zijn van een certificaat en logboek. In Uden worden de speeltoestellen en speelvoorzieningen één keer per jaar op Als speeltoestellen niet meer aan de speelbehoeften en wensen van de gebruikers voldoen of aan vandalisme onderhevig zijn dan kan de speelplek komen te vervallen. De toestellen en de ondergrond wordt verwijderd maar de plek zelf blijft als zodanig in tact en openbaar toegankelijk. In juridische zin krijgt deze ook geen andere bestemming omdat speelplekken een groenbestemming hebben. Bij een bestemmingswijziging wordt een juridische procedure ingezet waarbij betrokkenen de mogelijkheid inspraak te hebben. veiligheid geïnspecteerd door een extern bureau en drie keer per jaar door eigen opgeleid personeel. Daarnaast vindt er 20 keer per jaar door eigen personeel een visuele inspectie plaats. 5.3 Duurzaamheid Bij het ontwerp en de uitwerking van speelplekken moeten duurzame materialen worden toegepast. Dit vergt vergaande samenwerking en afstemming tussen de ontwerper en de beheerder. Een duurzaam in stand te houden toestel moet van goede kwaliteit zijn en weinig onderhoud nodig hebben. Als het toestel niet meer voldoet aan de normen en aan de speelbehoefte van de doelgroep moet het herplaatst worden. Het is een voordeel als een speelattribuut aansluit bij de belevingswereld van meerdere leeftijdsgroepen. 30 31

Hoofdstuk 6. Financiering Voldoende ruimte om te spelen en duurzame speelvoorzieningen leveren een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de woonomgeving. Er is een duidelijke relatie tussen speelmogelijkheden, de ontwikkeling van kinderen en 25.000,-- met als doel het realiseren van voorzieningen voor kinderen en jongeren in de openbare ruimte in alle wijken en buurten. Het budget, voor zover niet uitgegeven, wordt jaarlijks toegevoegd aan de bestemmingsreserve speel- en jeugdvoorzieningen. Daarnaast is jaarlijks nog een 28.000,-- beschikbaar voor speel- en hangplekken. de leefbaarheid van woonwijken. Speelruimte is één van de functies die een plek in de openbare ruimte krijgen. In dit hoofdstuk wordt de structurele financiering van het beheer, onderhoud en (her)inrichting van speelruimte in de woonomgeving beschreven. 6.4 Extra financiele mogelijkheden Daar waar de reguliere budgetten ontoereikend zijn om een speelplek naar de basisvoorwaarden in te richten wordt naar andere financieringsmogelijkheden 6.1 Beheer en onderhoud Budgetten benodigd voor onderhoud en inspectie zijn opgenomen in de gezocht. Gedacht wordt aan Europese subsidies, fondsen en het bedrijfsleven. reguliere onderhoudsbegroting. Daarnaast zijn middels het onderhoudsfonds Groen budgetten gereserveerd voor vervanging van deze voorzieningen. 6.2 Planontwikkeling, renovatie en (her)inrichting Bij renovatie en (her)inrichtingswerken zullen de gewenste aanpassingen van de speelruimte in de totale projectkosten worden inbegrepen. 6.3 Bestemmingsreserve jeugd In de gemeentebegroting is vanaf 2007 jaarlijks een budget opgenomen van 32 33

Hoofdstuk 7. Communicatie Bewoners tonen een grote betrokkenheid bij speelvoorzieningen en kunnen een rol van betekenis spelen bij de ontwikkeling ervan. Dit kan zijn doordat ze het initiatief nemen om een voorstel voor een speelvoorziening bij de gemeente in te dienen of in de vorm van inspraak bij planontwikkeling en herinrichting. De gemeente Uden wil samen met kinderen, jongeren, volwassenen en organisaties werken aan kwalitatief, voldoende speelruimte. 7.2 Interactieve inbreng In de communicatie zal er alles aan worden gedaan de kinderen en jongeren zoveel mogelijk zelf in hun eigen woonomgeving te bereiken. Ideeën hiervoor zijn een ontwerpwedstrijd voor kinderen uitschrijven, een enquête op een (jongeren)website uitzetten, sms en en gebruik maken van flyers in plaats van ambtelijke brieven. Ook via projecten op scholen, wijkaccommodaties en (maatschappelijke) organisaties stimuleer je inspraak en participatie. Bij aanvragen vanuit bewoners(organisaties) voor speelruimte toetst de gemeente of de speelplek niet strijdig is met de gewenste spreiding van 7.1 Bekendmaking gemeentelijke keuzen Voor het creëren van een speelplek is het voor bewoners vaak onduidelijk waar de gemeente op toetst en waarom er wel of niet voor een bepaald toestel wordt gekozen. Ook voor woningbouwcorporaties en bouwontwikkelaars is het van belang om te weten welke doelstellingen de gemeente nastreeft en waarom. Het is de taak en verantwoording van de gemeente om dit duidelijk te maken en de inwoners van Uden op de hoogte te brengen van het speelruimtebeleid. Communicatieve maatregelen hiervoor zijn een informatiebrochure waarin het gemeentelijke beleid over speelruimte staat beschreven, informatie over het speelruimtebeleid plaatsen op de website van de gemeente en een artikel opnemen op de Infopagina van het Udens Weekblad. speelplekken, of de speelplek voldoet aan de basisvoorwaarden voor spelen en/of het merendeel van de omliggende bewoners baat bij de speelplek heeft. 7.3 Communicatiemethoden Bij het uitvoeren van onderhoud wordt niet direct met betrokkenen gecommuniceerd. Hiermee worden de werkzaamheden bedoeld die er op gericht zijn om snel en adequaat te reageren op onveilige situaties. Bij kleinschalige vervangingen worden de bewonersorganisaties uit die wijk en/of buurt geïnformeerd. De organisatie reageert op een voorstel van de gemeente voor een nieuw, te plaatsen toestel. Omwonenden worden via een informatiebijeenkomst of nieuwsbrief op de hoogte gebracht. 34 35

7.4 Integraal Speelruimte moet integraal meegenomen worden tijdens de (her)inrichting van een buurt of wijk of tijdens nieuwbouwprojecten. Om dit ook daadwerkelijk te realiseren wordt er van alle betrokkenen verwacht dat ze in totaliteit denken én communiceren met elkaar. Aandacht moet er zijn voor kwalitatief goede ruimte en beheer en onderhoud van zowel gemeentelijke afdelingen als externe partijen. Hoofdstuk 8. Spelen in Uden, een nieuwe impuls Voor een integrale aanpak op het gebied van jeugd en openbare ruimte is intern een werkgroep ingesteld. In deze werkgroep zitten vertegenwoordigers van de afdelingen Openbare Werken en Maatschappelijke Ontwikkeling. Uitgangspunt is vraaggericht werken en inspelen op trends en ontwikkelingen. De werkgroep stelt jaarlijks een uitvoeringsplan op. Voor 2008/2009 worden de volgende projecten/activiteiten uitgevoerd. 8.1 Huidige speelplekken In deze notitie staan basisvoorwaarden van de bespeelbare woonomgeving beschreven. Na vaststelling van deze nota worden alle huidige speelplekken in Uden door een extern bureau hieraan getoetst. Hierbij zal tevens rekening gehouden worden met de ambitie om in te spelen op trends en ontwikkelingen, bijvoorbeeld een natuurlijke speelomgeving creëren. Dit betekent dat er een andere invulling aan speelplekken wordt gegeven mits het kan binnen de bestaande financiële kaders. De resultaten van deze inventarisatie zullen aan het college worden voorgelegd waarbij de verwachting is dat het reguliere onderhoudsbudget niet toereikend is om alle gewenste aanpassingen uit te voeren. In dat geval zal 36 37

of aanvullend budget moeten worden gevonden dan wel prioriteiten moeten worden gesteld. In de wijk Raam zullen de speelplekken in 2009 uitdagender en aantrekkelijker gemaakt worden. De uitvoering is in handen van de afdeling Openbare Werken. zullen worden verwerkt. Als groenste gemeente én stad van Nederland én Europa is er veel aandacht voor de groenvoorziening in Uden. Dit kan versterkt worden door natuurlijke speelplekken te realiseren. De komende twee jaar worden in Uden drie natuurlijke speelplekken 8.2 Uitgangspunten en richtlijnen In hoofdstuk 4 krijgt de aanleg van speelvoorzieningen bij renovatie van wijken en buurten een hoge prioriteit. Als uitgangspunt hierbij geldt dat tenminste 3% van de openbare ruimte ingericht moet worden als speelvoorziening voor de diverse leeftijdsgroepen. In bestemmingsplannen voor een nieuw te ontwikkelen gebied een norm van 10 m² per woning te reserveren voor formele speelruimte. Deze ruimte dient tenminste 3% van het totale plangebied te beslaan. gerealiseerd: a. Parkzuidzijde Velmolen-Oost b. Het Bevrijdingspark c. Steenovenstraat in Bitswijk Overige locaties die voor een natuurlijke speelplek in aanmerking komen zijn Runmolen (Zoggel), Spechtenlaan fase 2 (Odiliapeel), Melle (park) en Volkel. Per natuurlijke speelplek komt een projectplan met een omschrijving van de doelstelling, het beoogd resultaat, een begroting en de verantwoordelijke afdeling/ambtenaar. Voor de speelplek in Bitswijk is 50.000,-- beschikbaar; 25.000,-- vanuit 8.3 Uitdaging De laatste jaren worden in Nederland natuurlijke speelterreinen voor kinderen, in de vorm van speelbossen of avontuurlijke natuurspeeltuinen, ontwikkeld. Deze het regulier onderhoudsfonds en 25.000,-- uit voorzieningen jeugd. De natuurlijke speelplek in Velmolen-Oost wordt meegenomen in het budget voor de aanleg van de nieuwe wijk. Het speelterrein in het Bevrijdingspark is meegenomen in de totale financiering voor de herinrichting van het park. ontwikkeling speelt in op het toenemende besef in de samenleving dat spelen in het groen een belangrijke bijdrage kan leveren aan een evenwichtige en gezonde ontwikkeling van kinderen. In 2009 komen er richtlijnen voor natuurlijke speelplekken die in deze notitie 38 39

8.4 Speeltuinen Voor de Wiebert en het Heuvelhofke dient duidelijkheid over de instandhouding van deze twee speeltuinen in Uden te komen. Voorgesteld wordt om na vaststelling van deze notitie een inventarisatie van de speeltuinen uit te voeren. Aandachtspunten die aan bod komen zijn o.a. vervanging en investering van de huidige speeltoestellen, het groot onderhoud en het budget. Nadat er een totaal overzicht is maakt de gemeente over het voortbestaan van de omheinde speeltuinen een keuze. 40 41

Bronvermelding Beleidskader spelen 2005-2015 Gemeente Zoetermeer Ruimte voor jeugd, beleidskaders voor speelvoorzieningen Gemeente Gilze en Rijen Speelruimtebeleidsplan Deel 1 Gemeente Helmond, Dienst Stedelijke ontwikkeling & Beheer Geef ze de ruimte! Speelruimtebeleidsplan Gemeente Leidschendam-Voorburg Spelen met ruimte, handboek gemeentelijk speelruimtebeleid 2006 Jantje Beton, VNG en NUSO Kinderen in Tel Databoek 2008 Verwey-Jonker Instituut 42 43

44