Het eliminatiebeginsel in Nederland en België



Vergelijkbare documenten
Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

De hybride vraag van de opdrachtgever

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Bijzonder geschikt voor het werk

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Leidraad inbrengwaarde

Onteigeningsrecht in de praktijk

Praktische toelichting op de UAV 2012

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte

Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk)

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw

Leidraad inbrengwaarde (2 e druk) drs. ing. F.H. de Bruijne MRICS RTsv ir. ing. T.A. te Winkel MRICS RTsv RMT

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Projectontwikkeling onder de Crisis- en herstelwet Een praktische handleiding

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

Nieuwe onteigeningswetgeving. en Vlaanderen

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Frank en Vrij. Thunnissen-bundel. onder redactie van. mr. J.F. de Groot / mr. H.M. Slaghekke

Praktische toelichting op de UAV-GC 2005

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord

Onderzoek als project

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart Ingangsdatum : 1 april 2010

ABC voor Raadsleden INKIJKEXEMPLAAR

Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw

De Kern van Veranderen

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

Appartementsrecht en aanverwante rechtsfiguren voor de privaatrechtelijke vormgeving van bouwwerken

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Goed- en afkeurcriteria bouwkundige brandveiligheid

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Vakbekwaamheid en ervaring

Preadviezen Content.indd :55:32

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

Externe veiligheid en Ruimte

BORG 2005 versie 2 / A10: Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 mei 2018

Uniform Administrative Conditions for the Execution of Works and Technical Installation Works 2012 (UAC 2012)

Belastingwetgeving 2015

Cultureel erfgoed en ruimte

Taal op niveau Gesprekken voeren Op weg naar niveau

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

groep Computerprogramma woordenschat

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Specifieke normen en verwijzingen

Ambitie.info. BPV Werken in de detailhandel, goederen komen binnen

Bestuursrecht, en internet Bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie

PAUL POSTMA BIG DATA MARKETING SNEL - SIMPEL - SUCCESVOL

WIJZIGINGSBLAD A1 Regeling Brandmeldinstallaties 2002

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Check je en brief

Zakelijke correspondentie Nederlands les- en werkboek

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

Medische terminologie

Het bouwteam model. Een studie naar de juridische vormgeving en het functioneren in de praktijk

Werken in het bank- en verzekeringswezen

De zorgplicht van scholen voor leerlingen: de praktijk

REKENEN Getallen en bewerkingen. voor 1F Deel 2 van 2

administratie afdeling debiteurenadministratie Kaderberoepsgerichte leerweg

Basiskennis Calculatie

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

De vitaliteit van het schadeloosstellingsrecht in onteigeningszaken

De basis van het Boekhouden

KEURINGSVOORSCHRIFT KE01 KEYLESS ENTRY/START

Belastingwetgeving 2015

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Een eigen bedrijf beginnen

Rechtsbescherming in het omgevingsrecht

Hoofdstuk 2 Crisis- en herstelwet, de experimenteerfase voorbij?

handel en verkoop thema visuele presentatie

Bedrijfsadministratie

40 jaar Instituut voor Bouwrecht

Lodewijk het lieve beestje

Schenking van certificaten van aandelen in de estate planning

INSPECTIE BRANDBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

Zelfstandige Externe Stage

Bedrijfsadministratie MBA

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Ambitie.info. BPV De winkel verzorgen

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

Praktische sectororiëntatie. De 4 sectoren

Wijzigingen Unit4 Audition 15.1

Het ecg en het angiogram bij een acuut hartinfarct. Onder redactie van W.A. Dijk B.M.A. Munstra M. Munstra F. Zijlstra

handel en verkoop thema visuele presentatie Kaderberoepsgerichte leerweg

Transcriptie:

Het eliminatiebeginsel in Nederland en België Preadviezen voor de VVOR en het CROW Nr. 1

Het eliminatiebeginsel in Nederland en België Mr. J.S. Procee Dr. S. Verbist

ISBN: 978-90-78066-81-1 NUR 823 2013, J.S. Procee & S. Verbist Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgeverij. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h tot en met 16m Auteurswet 1912 jo. het Besluit van 27 november 2002, Stb. 2002, 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken dient men zich tot de Stichting Instituut voor Bouwrecht te wenden. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.

Voorwoord Op 11 juli 2013 verscheen een (tussen)beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam in wat wel de grootste onteigening uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis is genoemd, namelijk de onteigening van effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal en SNS Bank. Nadat de minister van Financiën op 1 februari 2013 tot de voornoemde onteigening had besloten - welk besluit in een uitspraak van 25 februari 2013 door de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State (grotendeels) in stand is gelaten - heeft de minister op 4 maart 2013 aan alle gedupeerden een schadeloosstelling van nihil aangeboden. Hij heeft vervolgens de Ondernemingskamer verzocht om de schadeloosstelling conform dit aanbod vast te stellen. Uit de zeer uitgebreide beschikking van 11 juli 2013 wordt duidelijk dat de Ondernemingskamer aan dit verzoek geen gevolg zal geven. Ik licht uit die (lezenswaardige) beschikking de navolgende passage, die voor diegenen die enige ervaring hebben in het normale onteigeningsrecht vertrouwde inzichten bevat. Gewaardeerd moet worden, aldus de Ondernemingskamer, met toepassing van - samenhangende - ficties: het te verwachten toekomstperspectief in de situatie dat geen onteigening zou hebben plaats gevonden en een veronderstelde vrije koop, een en ander resulterend in een prijs. De toepassing van deze ficties - zo overweegt de Ondernemingskamer verder - leidt tot niet steeds eenvoudig te beantwoorden vragen. De eerste fictie die de Ondernemingskamer noemt, is een fictie van eliminatie: bij de waardering, bij de bepaling van de schadeloosstelling wegens onteigening, moet de onteigening zelf worden weggedacht. In het commune onteigeningsrecht houdt de eliminatie daar echter niet op. Wat ook moet worden weggedacht zijn - kort gezegd - de werken waarvoor onteigend wordt, de daarmee verband houdende werken, alsmede de plannen voor die werken. Met dat laatste element nu raken we daadwerkelijk des Pudels Kern, want wat zijn nu die plannen voor het werk? Uit de hierna volgende preadviezen - waarvan ik de inhoud verder niet zal verklappen - volgt dat de Nederlandse en de Belgische benadering op dit punt de nodige raakvlakken vertonen, maar toch (ten minste) één principieel (en financieel verstrekkend) verschil kennen. Waar in Nederland (thans) het uitgangspunt is dat het bestemmingsplan dat aan de onteigening ten grondslag ligt bij de waardering als uitgangspunt heeft te gelden (en dus, als hoofdregel, niet wordt weggedacht), is dat in België juist niet het geval. Daar wordt het nieuwe ruimtelijk plan namelijk als plan voor het werk geëlimineerd. Het moge duidelijk zijn dat dit significante verschil in benadering ertoe leidt dat - door de bank genomen - de schadeloosstellingen die in geval van onteigening in Nederland worden toegekend aanzienlijk hoger zijn dan de vergoedingen die in België tegemoet kunnen worden gezien. v

Het eliminatiebeginsel in Nederland en België Ik spreek op deze plaats geen voorkeur uit voor de ene of de andere benadering. Ik kan enkel constateren dat de Belgische benadering meer aansluit bij de benadering die in andere (Westerse) jurisdicties wordt gevolgd. Ook in die landen - met name in de Angelsaksische wereld - waar het eliminatiebeginsel geen wettelijke grondslag kent, wordt een regel van die strekking toegepast. De regel wordt daar ook wel aangeduid als Pointe Gourde beginsel, genoemd naar de zaak waarin het voor het eerst is toegepast. Een mooie samenvatting van deze regel is te vinden in de overwegingen van rechter King in de (Zuid-Afrikaanse) zaak Southern Transvaal Buildings (Pty) Ltd v Johannesburg City Council: Three experienced valuators gave evidence. Their combined experience in valuing immovable properties is approximately 100 years. If the valuation of one Wainstein is included, their total experience exceeds 100 years. Notwithstanding, the law enjoins me to transport myself into a world of fiction and to don the mantle of a super valuator, overriding, if necessary, the views expressed by men experienced in the valuation of property and whose views are relied upon almost daily by willing purchasers and sellers. I must at one and the same time be the willing seller and the willing buyer, both well-informed, and I must arrive at a price in a market that did not exist at the time of expropriation. This is so because I must ignore any enhancement or diminution in value flowing from the expropriation or the scheme causing the expropriation. It is an Alice in Wonderland world in which the consideration of principles of valuation and the opinions expressed by experienced property valuators make the task of the super valuator seemingly curiouser and curiouser. Eliminatie - hoe ver die ook gaat - is een fictie die noopt tot abstractie. Zij kan rechtsgeleerden en rentmeesters ertoe dwingen om binnen te gaan in werelden van imaginaire aard, zoals het door rechter King als voorbeeld genoemde Wonderland van Alice. Het is in mijn ogen een verdienste van formaat dat de beide preadviseurs ons met beide voeten op de grond houden en op zowel zorgvuldige als overtuigende wijze de gemiddeld ingevoerde lezer gidsen langs alle hoeken en gaten van zowel het Nederlandse als het Belgische onteigeningsrecht. Gelukkig blijkt de verscheidenheid de eenheid niet te overtreffen. s-gravenhage, 17 juli 2013 Prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans vi

Inhoudsopgave Voorwoord v 1 De eliminatie van het bestemmingsplan bij de waardebepaling door mr. J.S. Procee 1.1 Inleiding 1 1.2 Voor 1901 2 1.3 De invoering van de Woningwet en het uitbreidingplan 4 1.4 Wijziging artikel 92 en 92a OW 6 1.5 Wetswijziging van 1956: artikel 40a en 40b OW 11 1.6 Utilitaire verkeerswaarde, utilitaire gebruikswaarde en verkeerswaarde minus 17 1.7 Matser/Markus 23 1.8 Toepassing Matser/Markus in de praktijk 26 1.9 De arresten van 9 juli 2010 31 1.10 Eliminatie van bestemmingen in België vanuit Nederlands perspectief 41 1.11 Moeten bestemmingen worden geëlimineerd bij de waarde bepaling? 43 1.12 Conclusie 54 2 De regel van de planologische neutraliteit door dr. Stijn Verbist 2.1 Inleiding 57 2.2 De planologische neutraliteit 58 2.2.1 Artikel 2.4.6. 1, 1 lid VCRO 58 2.2.2 De Besluitwet Stedenbouw 58 2.2.3 Artikel 31 Stedenbouwwet 58 2.2.4 Artikel 64 CWATUP 59 2.2.5 Artikel 77, 1 lid BWRO 59 2.2.6 Draagwijdte en toepassing 60 2.3 Recente rechtspraak en lessen uit Nederland 93 2.3.1 Bevestiging van het principe van de planologische neutraliteit (Cass. 22 maart 2012) 93 2.3.2 Een formeel criterium voor het toepassingsgebied van de planologische neutraliteit? (GwH 8 december 2011 en GwH 25 oktober 2012) 93 2.3.3 Een barst in de verantwoording van de planologische neutraliteit? (GwH 8 december 2011 en GwH 25 oktober 2012) 94 2.3.4 Doelneutraliteit en eliminatie 96 2.4 Besluit en voorstellen 97 vii