Advies Commissie Cultuurnota



Vergelijkbare documenten
Versterken binnenstad Het aanbieden van een bibliotheekvoorziening

De kunst van samen vernieuwen

Hier komt tekst Internationale evenementenkalender Hier komt ook tekst Versie Utrecht.nl

Nota 'Subsidievoorstellen ' in het kader van de Cultuurnota

Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling

Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota provincie Drenthe

Beleidsplan Reuringfestival

Sectoranalyse Film en Beeldcultuur Utrecht Raadsinformatiebijeenkomst 14 september 2017

Stadsschouwburg Utrecht

levendige voorziening in Naam Leidsche auteur Rijn Centrum Utrecht

kunstliefde Utrechtse kunst &beeldende kunst ruimte voor Aanvulling en reactie op de Cultuurnota Gemeente Utrecht

Dit is de Lindenberg. Onze filosofie. Geniet van talent. Strategisch Meerjarenplan

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN TWEEJARIGE SUBSIDIES

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3

THEATER DEGASTEN WIE ZIJN WIJ?

Prestatievoorstel & verantwoording 2014 (bijlage bij subsidiebeschikking)

Centrum Beeldende Kunst Dordrecht

HERWAARDEER AMBACHT, KOM TOT GROEI

Aanvraagformulier Culturele Projecten 2018-I

Samenvatting Strategisch beleidsplan Zonder visie regeert de boekhouder

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES

Drentse Anjer Prijs 2019 Juryrapport

Aan de leden van Provinciale Staten

Stichting voor Cultuureducatie Zuid-Holland-Zuid Jaarverslag 2017 Ridderkerk

Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur stadsdeel Oost 2017 (2016, Z ) gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d.

Subsidieregeling infrastructuur professionele kunsten Noord-Brabant

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

LEIDSCHE RIJN/VLEUTEN DE MEERN MAAKT VAN UTRECHT EEN METROPOOL

Werktitel: Cultuur incubator Boxtel: CIBOX. 1. Inleiding

BESLUIT INZAKE INVULLING VAN HET VOOR DE MUZIEKSTUDIO IN DCR GERESERVEERDE BUDGET EN SUBSIDIËRING LOOS

Visie op de toekomst van Theater De Storm!

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d.. AGENDA NR. Vul agendanr in. VOORSTEL Kunst- en cultuurbeleid Gennep De Kunst van Samen. Aan de Gemeenteraad

Jaarverslag z Inhoudsopgave

onderwerp: Advies Stichting Zuidelijke Dansvoorziening, Station Zuid

Raad voor Cukuur. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen mevrouw drs. M. van der Laan Postbus LZ Zoetermeer

A: Beleidsdeel. Wat willen we bereiken en wat gaan we doen

conceptnota ithaka 25

Een eigenzinnig instituut in Nederland

Advies Commissie Festivals

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Theater de Omval brengt de cultuur dichterbij

Scapino satellietstad programma. 29 mei 2017 Congres Podiumkunsten Van Warmerdamzaal u Lieke Jordens, Simone Kratz, Peter Jansen

Kunstschool Boxtel. Inleiding

CKV Festival CKV festival 2012

Presentatie gemeenteraad 6 september Janelle Moerman

TAFEL 1 (NL) HOE SPREID JE PARTICIPATIEVE KUNSTPRAKTIJKEN EN VERS TALENT? Tafelgasten:

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP)

Kunst Educatie. Primair Onderwijs

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

BIJLAGE Aanvullende achtergrondinformatie podiumkunsten. 1. Wat zijn podiumkunsten?

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

VERTROUWEN IS DE BASIS

Uitwerkingsbesluit Kunst en Cultuur Stadsdeel Oost 2019, gemeente Amsterdam

BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN

MUZEHOF REGIO ZUTPHEN/LOCHEM

Binnenstad Den Haag. Beste Binnenstad van Nederland

Welkom in het Horizon College

voorstel aan de raad Nota Subsidievoorstellen Cultuurnota Jongmans, B. (Bas) Kenmerk

Bevrijdingsfestival Overijssel

S0ch0ng Raadhuisconcerten Hilversum. Beleidsplan Mei 2016

RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST

Handleiding Subsidieaanvraag

HZO en jong talent : Quintijn van Heek uit Vlissingen

Advies Fonds Stimulering Cultureel Ondernemerschap, derde ronde

UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018

Beleidsplan 2012 t/m 2016

Wie we zijn en waar we vandaan komen

Beleidsplan Tellus Film Fundering

Kunst, Cultuur en Educatie in gemeente Westland

Digitale cultuur als continuüm

Stichting voor Cultuureducatie Zuid-Holland-Zuid Jaarverslag 2017 Papendrecht

ontvangst foyer ZIMIHC theater Stefanus

Beleidsregels subsidies Hof van Twente 2014

GEZOCHT: CULTURELE ONDERNEMER VOOR EXPLOITATIE DAVO PUBLIEKSRUIMTEN

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

Cultuurbeleid. Ontwikkelingen in onze samenleving en in de culturele. groei van het aantal inwoners in de stedelijke gebieden, hebben

Amsterdam Ferry Festival

Dynamische en bruisende Spoorzone dromen realiseren achter het spoor, we gaan ervoor

STICHTING DE LICHTING MUZIEK THEATER

Beleidsplan Versie maart 2018

VACATURE ALGEMEEN DIRECTEUR


ZAKELIJKE BEOORDELING IN DE OVERGANGSPERIODE, GELDIG VOOR ALLE ORGANISATIES

Investeer in cultuur, juist nu!

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MuseumRijswijk Een toekomstvisie

TABEL ZAKELIJKE BEOORDELING IN DE OVERGANGSPERIODE, GELDIG VOOR ALLE ORGANISATIES

Binden, bewaren, bezielen en betalen

Beleidsplan Nederlandse Vereniging voor Ruimtevaart (NVR) Positionering en profilering

Beweging die nu te zien is m.b.t. cultuureducatie binnen het primair onderwijs

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie

centree een cultuurplein wordt wakker gekust

De bevolking van de gemeente Twenterand maakt kennis met nieuwe cultuuruitingen.

ICK ACADEMIE. Lezing in de Mediatheek (foto: Thomas Lenden) ONDERNEMINGSPLAN / ICK ACADMIE 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten

Uitvoeringsprogramma Kunst en Cultuur Velsen

Transcriptie:

Commissie Cultuurnota 2013 Gemeente Utrecht Mei 2012 2016

Commissie Cultuurnota 2013 Gemeente Utrecht Mei 2012 2016

2 Algemene beschouwingen

Adviezen I ABCD EFGHI JKLMN OPRST UVZ# 3

A Aluin 8 Stichting Theatergroep Aluin B BAK 9 Stichting BAK, basis voor actuele kunst t Barre Land 10 Stichting t Barre Land C Café Theater Festival 11 Stichting Café Theater Festival Camerata Trajectina 12 Stichting Camerata Trajectina Casco 13 Stichting Casco Culturele Evenementen Nicolaïkerk 14 Stichting Culturele Evenementen Nicolaïkerk Cultuur 19 15 Stichting Cultuur 19 Cultuur in Oost 16 Stichting Cultuur in Oost D DeDansvloer 17 Stichting de Dansvloer De Berenkuil 18 Stichting Jeugdtheaterhuis de Berenkuil De Coöperatie 19 Stichting Het Kaasschaafcollectief De Dansers 19 Stichting De Dansers De Nederlandse Bachvereniging 20 Stichting De Nederlandse Bachvereniging De Utrechtse Spelen 21 Stichting De Utrechtse Spelen De Warme Winkel 22 Stichting De Warme Winkel DOX 23 Stichting DOX Dutch Harp Festival 24 Stichting Dutch Harp Festival E Expodium 25 Stichting Expodium F Festival debeschaving 26 Stichting debeschaving Fotodok 27 Stichting Fotodok 4 Adviezen

G Gaudeamus Muziekweek 28 Stichting Gaudeamus Muziekweek H Het Filiaal 29 Stichting Het Filiaal Het Lab Utrecht 30 Stichting Het Lab Het Literatuurhuis 31 Stichting Het Literatuurhuis Het NUT 32 Stichting NUT (Nieuw Utrechts Toneel) Het Wilde Westen 33 Stichting Het Wilde Westen Holland Animation Film Festival 34 Stichting Holland Animation Film Festival Holland Baroque Society 35 Stichting Holland Baroque Society Huis a/d Werf 36 Stichting Huis en Festival a/d Werf I Impakt 37 Stichting Impakt Insomnio 38 Stichting Insomnio Internationaal Franz Liszt 39 Pianoconcours Stichting Liszt Concours Internationaal Kamermuziek 40 Festival Utrecht Stichting Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht J Jongeren Cultuurhuis 41 Kanaleneiland Stichting Cultuurhuis Kanaleneiland Jongeren Media Collectief Massa 42 Stichting Click F1 K Kies KultuurLR 43 Vereniging Kies Kultuur Leidsche Rijn Kosmopolis Utrecht 44 Stichting Vrede van Utrecht Kunstlicht op Straat 45 Stichting Kunstlicht op Straat Kunstliefde 46 Vereniging Genootschap Kunstliefde L Latin American Film Festival 47 Stichting Latin American Film Festival Commissie Cultuurnota 2013-2016 5

Le Guess Who? 48 Stichting Le Guess Who? LUCY I.O. 49 Stichting in oprichting M Moira 50 Stichting Moira Museum Maluku 51 Stichting Moluks Historisch Museum Muziekhuis Utrecht 52 Stichting Muziekhuis Utrecht N Organisatie Oude Muziek 57 Stichting Organisatie Oude Muziek P Pieterskerkconcerten 58 Stichting Pieterskerkconcerten Plompe Toren 59 Stichting Casco, LUCY i.o., Stichting medialab Utrecht PodiumWerkPlaats Vleuterweide 60 Stichting PodiumWerkPlaats Vleuterweide R Nederlands Film Festival 53 Stichting Nederlands Film Festival Nieuwe Philharmonie Utrecht 54 Stichting de Nieuwe Philharmonie Utrecht O OMSK 56 Stichting Theater van de Verbeelding Ondersteuningsfonds 57 St. Willibrordkerk Stichting Ondersteuningsfonds St. Willibrordkerk Rood Noot 61 Stichting Rood Noot Room with a view 62 Stichting Room with a view Roots and Borders 63 Stichting Theater Roots and Borders Rosa Ensemble 64 Stichting Rosa Ensemble Ruis 65 Stichting Ruis S Schweigman& 66 Stichting Stuim 6 Adviezen

SETUP 67 Stichting medialab Utrecht SPRING festival Utrecht 68 Stichting Huis en Festival a/d Werf Stichting Moderne Dans en Beweging (Springdance) Stedelijke Fotografie 69 Stichting Stedelijke Fotografie Utrecht Stut Theater 70 Stichting Stut Theater T The Lunatics 71 Stichting The Pigthing ThEAter EA 72 Stichting EA Utrechtse Klokkenspel Vereniging 77 Stichting Utrechtse Klokkenspel Vereniging V Via Vinex 78 Stichting Via Vinex Z Zaterdagmiddagmuziek 79 Domkerk Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk ZIMIHC 80 Stichting ZIMIHC Thibaud Delpeut 73 Stichting Thibaud Delpeut Tweetakt 73 Stichting Storm # U 3voor12/Utrecht 81 Stichting Utracks Utrecht Manifest 75 Stichting Utrecht Biënnale Utrecht String Quartet 76 Stichting Utrecht String Quartet Utrechtse Bachcantatediensten 77 Stichting Utrechtse Bachcantatediensten Commissie Cultuurnota 2013-2016 7

A Aluin Stichting Theatergroep Aluin Theatergroep Aluin (1991) produceert toegankelijk theater gebaseerd op oersterke verhalen, de grote klassieke verhalen uit de westerse cultuur (de Griekse tragedies, het werk van Shakespeare, de Bijbel, de geschiedenis). Aluin speelt in het theater, op scholen, in bedrijven en huiskamers, voor een groot en divers publiek. Na een herbezinningperiode (noodzakelijk na de subsidiestop van het Fonds Podiumkunsten per 2009) en de fusie met De Zus van Roos, waardoor een fysieke component die jongeren aanspreekt is binnengekomen, heeft Aluin zijn aanbod gestructureerd in drie componenten die afzonderlijk functioneren, maar ook de culturele loopbaan van het publiek stroomlijnen. Aluin maakt theater voor: leken (educatieklassiekers, onder meer voor scholen), liefhebbers (nieuw geschreven klassiekers voor in het theater) en fijnproevers (unplugged klassiekers, portable theater zonder decor en licht voor de huiskamer). Aluin wil in de cultuurnotaperiode 2013-2016 het aantal voorstellingen vergroten tot 200 per jaar. De groep wil ook zijn publieksbereik uitbouwen. Aluin trekt een grote groep jongeren en ouderen (65+). De ondervertegenwoordigde groep volwassenen (van 25 tot 64) ziet Aluin als groeimarkt. Via het educatietraject wil Aluin doelgroepen bereiken die het in de theaterzalen niet of nauwelijks zou bereiken. Aluin heeft na de stopzetting van de subsidie van het Fonds Podiumkunsten inhoudelijk een radicale keuze moeten maken en als klein gezelschap een nieuwe plek en een nieuwe bestaansvorm moeten vinden. De commissie heeft daar waardering voor. Met de keuze voor De klassiekers voor een breed publiek heeft Aluin de komende jaren veel te brengen. Uit het meerjarenplan spreekt daadkracht en ambitie, vindt de commissie. Maar net als de visitatiecommissie 2011 constateert ze dat Aluin zich te bescheiden presenteert: de theatergroep functioneert goed en zou dat iets meer mogen uitdragen. Het meerjarenplan is helder en gedegen, en ook creatief. De commissie zet wel een vraagteken bij de begrootte verdriedubbeling van de landelijke speelbeurten, waarvoor Aluin vooralsnog onvoldoende onderbouwing geeft. Ook voor de verhoging van het aangevraagde bedrag bij de gemeente ziet de commissie onvoldoende specifieke onderbouwing. Het plan van een verplaatsbaar theater in 2018, het jaar dat Utrecht beoogt Culturele Hoofdstad te zijn, spreekt de commissie aan. Het aanbod toegesneden op de leek, de liefhebber en de fijnproever vindt de commissie goed doordacht. Ze heeft waardering voor de onderzoekende houding van Aluin en zijn flexibiliteit. Aluin heeft een vermogen tot zelfkritiek waar de commissie van onder de indruk is. Met het verhuren van het pand toont Aluin zijn ondernemend vermogen. Het gezelschap is goed geworteld in Utrecht en heeft een groot aantal interessante Utrechtse partners. Aluin heeft vanuit de bron, De klassiekers, van educatie een logisch en goed geïntegreerd onderdeel van de organisatie gemaakt. Dit komt onder meer tot uiting in het creatief partnerschap met het Gerrit Rietveld College. Dat er nu 8 Adviezen

al een nieuwe variant is, verhalen uit de Bijbel, vindt de commissie sterk. Conclusie: subsidiabel B BAK Stichting BAK, basis voor actuele kunst BAK (2003) is een experimenteel platform waar kunst wordt verbonden met de academische wereld en het domein van politiek en activisme. BAK buigt zich over vraagstukken die verband houden met de rol van kunst in de maatschappij, en trekt daarmee zowel op nationaal als internationaal niveau een geëngageerd cultureel publiek. De instelling wil bijdragen aan de creatie en implementatie van nieuwe vormen van verbeelding. Ze stimuleert het experiment, het onderzoek naar de hedendaagse cultuur, de kunsteducatie en de zoektocht naar nieuw publiek. BAK organiseert langlopende, veelzijdige onderzoeksprojecten rond actuele maatschappelijke thema s. In het kader van het programma Research in Residence (RIR) verblijven kunstenaars, curatoren, filosofen, theoretici enkele maanden in Utrecht en voeren zij hun eigen onderzoeksproject uit. Tijdens het onderzoek vinden momenten van publiek overleg plaats in de vorm van tentoonstellingen, lezingen, discussies, seminars, onderzoeks-presentaties en publicaties. Het project FORMER WEST (2008-2014), dat ingaat op politiek maatschappelijke ontwikkelingen sinds de val van de muur in 1989, is een voorbeeld van een dergelijke langlopend onderzoekstraject. Leidraad in het beleid voor de komende periode is de aandacht voor de beschouwer. De betrokkenheid van de beschouwer is volgens BAK verschoven van passief consument naar een actieve burger die meedenkt en bijdraagt aan een project. De neerslag daarvan is terug te vinden in het beleidsplan Denken en handelen in alternatieven: van artistieke naar civiele verbeelding. De nieuwe accenten op publiek en educatie vragen volgens BAK om enkele aanpassingen in de personele organisatie. BAK zal de komende periode prioriteit geven aan het zoeken naar nieuwe, passende huisvesting in Utrecht. De commissie is van mening dat BAK artistiek gezien een van de hoogwaardige kunstinstellingen binnen Utrecht is. Ze onderzoekt actuele, maatschappelijke vraagstukken vanuit de kunst, en vervult een voorbeeldfunctie als het gaat om de manier waarop de kunstpraktijk verbonden kan worden met een academische denk- en werkwijze of politiek activisme. De organisatie schuwt de onorthodoxe benadering niet, zoals het aansporen van bijzondere doelgroepen tot zelforganisatie. De commissie plaatst wel enkele vraagtekens bij de rol die BAK deze groepen uit de samenleving toebedeelt, omdat die eerder instrument van analyse lijken te zijn dan doelgroep. De aanpak van BAK wordt door de commissie omschreven als soms enigszins hermetisch. De commissie is echter van mening dat het hermetische karakter verband houdt met het intellectuele niveau dat volledig aansluit bij het academische niveau van de Universiteitsstad Utrecht. De directeur weet het gezwollen academische jargon juist te vermijden en geeft blijk van Commissie Cultuurnota 2013-2016 9

een originele en open visie. Ze werkt nauw samen met tijdelijke curatoren die een grote eigen inbreng hebben. De laatste curator heeft bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld in het aantrekken van jonge kunstenaars. De voornaamste taak op educatief gebied voor BAK ligt, volgens de commissie, in de samenwerking met de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de Universiteit Utrecht. Het postgraduate-achtige profiel van BAK past uitstekend binnen de doelstellingen en de uitstraling van de instelling. De eis van het Rijk om het publieksbereik meer centraal te stellen roept bij een artistiek hoogwaardige instelling als deze een spanningsveld op. De commissie vindt de relatief lage bezoekersaantallen geen probleem, al zou BAK zich extra mogen inspannen om meer bezoekers te trekken. De commissie realiseert zich evenwel dat Utrecht Amsterdam niet is: een stad waar het potentieel aan intellectuele kunstenaars en theoretici veel groter is. BAK oogst bovendien veel waardering in het buitenland. De instelling is er zelfs in geslaagd een zelf samengestelde tentoonstelling internationaal te laten rondreizen, en daarmee eigen inkomsten te genereren. Dat verdient respect, aldus de commissie. De commissie ziet de noodzaak in dat BAK nieuwe huisvesting betrekt en ondersteunt de inspanningen in die richting van harte. Conclusie: subsidiabel met prioriteit t Barre Land Stichting t Barre Land t Barre Land (1990) is een toneelspelerscollectief en repertoiregezelschap voor de kleine zaal. Het collectief hanteert een drievoudige taakopvatting, die het de komende subsidieperiode zal handhaven: het ontwikkelen en spelen van nieuwe voorstellingen, het spelen van opgebouwd repertoire (als Belgisch-Nederlandsche Repertoirevereeniging De Veere), ruimte bieden voor onderzoek en ontwikkeling en het begeleiden van een jongere generatie in de traditie van de toneelspeelkunst (in Studio Snijzaal). Op grond van de nieuwe eisen van het Fonds Podiumkunsten heeft het collectief besloten tot de krimpvariant: minder voorstellingen maken voor minder subsidie (de helft wordt verwacht). Voor Utrecht komt die rekensom anders uit: het aantal activiteiten van t Barre Land in de standplaats wordt groter, tot 31 (bijna de helft van het totaal). Alle premières van t Barre Land zullen plaatsvinden in Theater Kikker. t Barre Land verwacht een groei in het aantal Utrechtse bezoekers; zowel door vermeerdering van het bezoekersaantal per voorstelling, als door uitbreiding van het aantal voorstellingen in Utrecht. t Barre Land voert noodgedwongen een bezuiniging door op de salarisposten. Waarop niet wordt bezuinigd, is de post publiciteit. t Barre Land heeft sinds zijn ontstaan consequent ingezet op de toneelspeelkunst. Daarmee heeft het collectief een toegewijde, maar kleine groep toeschouwers om zich heen verzameld. De commissie heeft waardering voor de jarenlange traditie die het collectief heeft opgebouwd en haar bijdrage hiermee aan de theatersector in stad en land. Artistiek-inhoudelijk is het gezelschap trouw gebleven aan zijn oorspronkelijke uitgangspunten. Dat is enerzijds zijn kracht: het gezelschap heeft zo een eigen stijl kunnen ontwikkelen; anderzijds is het zijn zwakte: het maakt het collectief enigszins rigide, vindt de commissie. Zij is van mening dat theatercollectief t Barre Land erg op zichzelf en zijn peergroup 10 Adviezen

gericht is en de omgeving uit het oog verliest. De commissie stelt tevens dat het gezelschap acteertechnisch onvoldoende kwaliteit toont een tekortkoming die ook de Commissie Cultuurnota 2009-2012 formuleerde. Het spelniveau heeft desondanks niet de impuls gekregen die nodig is, vindt de commissie. t Barre Land kiest bewust voor een krimpvariant wat betreft het totaal aantal voorstellingen. Met deze keuze gaat t Barre land volgens de commissie voorbij aan de eisen die deze tijd stelt aan het ondernemerschap van een theatergezelschap. Dat t Barre Land de binding met Utrecht wil verstevigen, vindt de commissie positief. In het meerjarenplan ontbreekt echter een strategie waarmee de uitbreiding van het aantal activiteiten in Utrecht en de verhoging van de bezoekersaantallen wordt onderbouwd. Inhoudelijk heeft t Barre Land met zijn diepgravende vorm van omgaan met toneelteksten zeker iets te bieden. Maar voor een structureel gesubsidieerd gezelschap dient t Barre Land, naar het oordeel van de commissie, in onvoldoende mate de publieke functie. Conclusie: niet subsidiabel C Café Theater Festival Stichting Café Theater Festival Het Café Theater Festival (2004, CTF) is een laagdrempelig festival voor theater op locatie: in horecagelegenheden in de Utrechtse binnenstad. Het festival wil een theatrale ontmoeting bieden aan een breed publiek ( de verbeelding het publieke domein inslingeren ) en daarbij functioneren als springplank voor talentvolle theatermakers die de ambitie hebben het theaterveld in te gaan. Het festival is gegroeid van 12 naar 22 deelnemende cafés en groepen. Het bezoekersaantal is meegegroeid. Het festival wil bekend worden als de theatrale kroegentocht. Het wil zijn springplankfunctie bestendigen en vergroten. Talentontwikkeling staat hoog in het vaandel. De geprogrammeerde theatermakers wordt, naast een speelplek, begeleiding geboden in conceptontwikkeling en tijdens het maakproces. Workshops organiseert het CTF in samenwerking met Rood Noot, Parnassos en ZIMIHC. Sinds 2012 zijn er try-outs in Huis a/d Werf waarin de makers hun voorstellingen testen op publiek. Het CTF is een vrijwilligersorganisatie. Om de groei van het festival in goede banen te leiden en verder te kunnen groeien, wil het festival de komende periode een stap zetten in de richting van betaalde krachten. Het festival werkt samen met het Fringe Festival in Amsterdam. Het Café Theater Festival is, naar het oordeel van de commissie, een innemend Utrechts initiatief dat zijn bestaansrecht heeft bewezen. Het gaat om een kleinschalig, hanteerbaar festival met uitstraling. Het publieksaantal is gegroeid en ook het aantal cafés dat meewerkt, is gestegen en daaruit blijkt dat er een behoefte is aan zo n laagdrempelig theaterfestival. De commissie waardeert het CTF als een grassroots -festival, als studenteninitiatief met niet al te veel pretenties. Zij vraagt zich daarom af of het CTF verder zou moeten groeien, zoals het ambieert. Het aanbod aan kwalitatief goede amateur- en semiprofessionele Commissie Cultuurnota 2013-2016 11

makers is niet onbeperkt, waardoor het festival bij nog weer een schaalvergroting de kans loopt te verwateren. Het vervult een functie voor jonge makers en spelers: ze moeten het publiek in de horecasetting veroveren en dat vereist een andere manier van aanpak dan in het theater een waardevolle ervaring voor makers en spelers, vindt de commissie. Het CTF heeft een aansprekende aanvraag ingediend. Dat er voor workshop en try-outs wordt samengewerkt met professionals in het veld, juicht de commissie toe. Ze heeft sympathie voor het streven het subsidiebedrag geleidelijk aan te laten dalen, evenals voor de merchandiseplannen. De alliantie met het Amsterdamse Fringe Festival vindt de commissie sterk; de doorstroom van voorstellingen naar Fringe is veelbelovend. Conclusie: subsidiabel Camerata Trajectina Stichting Camerata Trajectina Camerata Trajectina (1974) brengt Nederlands muzikaal erfgoed tot leven in zijn culturele en maatschappelijke context. Het richt zich niet in de eerste plaats op de serieuze muziek van de elite, maar juist op de orale en semi-orale genres van het lied en de instrumentale muziek. Veel van die muziek moet geïmproviseerd en gereconstrueerd worden en daarvoor verricht het ensemble onderzoek. Door de sterke krimp in de subsidiebudgetten ziet Camerata zich genoodzaakt zijn activiteiten aan te passen. Camerata Trajectina zal de komende cultuurnotaperiode geen grootschalige muziektheaterproducties meer realiseren. Ook mikt het ensemble niet langer op een uitkoop in theater/ concertzalen. Samenwerking wordt het sleutelwoord voor Camerata Trajectina. Het ensemble zal de samenwerking met blokfluitensemble Brisk, musea en universiteiten verder uitbouwen. In Utrecht worden allianties gezocht met Festival Oude Muziek, Museum Catherijneconvent, Museum Speelklok en, wellicht, met het toekomstige Muziekpaleis. Camerata Trajectina zal jaarlijks één reizend programma realiseren (kleine productie), één productie op locatie (museum), één grotere productie met Brisk (reizend) en één grotere productie met Brisk op locatie (museum). Camerata Trajectina heeft naam gemaakt met het ontsluiten en spelen van Nederlands muzikaal erfgoed, stelt de commissie. Ze waardeert het dat het gezelschap voor oude muziek in de historische stad Utrecht, waar oude muziek een speerpunt is, zijn basis heeft en tevens het Nederlands erfgoed landelijk en internationaal uitdraagt. Het meerjarenplan van Camerata Trajectina voor de cultuurnotaperiode 2013-2016 kondigt een koerswijziging aan ten opzichte van het huidige artistieke beleid. Lag het accent in de cultuurnotaperiode 2009-2012 op de realisatie van enkele grote muziektheatrale producties; de komende jaren zal dit terrein verlaten worden dit betreurt de commissie. Juist met de festiviteiten rond de Vrede van Utrecht in 2013 en Europese Culturele hoofdstad 2018 zou ze verwachten dat het Utrechtse ensemble kansen zou weten te benutten voor het produceren van toepasselijke muziektheatervoorstellingen. De concrete plannen van het gezelschap voor de komende periode zijn voor een groot gedeelte slechts intenties en wensen ( principeafspraak, er wordt overleg gevoerd over ). Dat Camerata Trajectina zich middels allianties met veelal Utrechtse partners 12 Adviezen

voorbereidt op de ontwikkelingen in het culturele landschap, vindt de commissie verstandig. De nauwere samenwerking met Brisk waarmee een gezamenlijke aanvraag bij het Fonds voor de Podiumkunsten is gedaan acht ze goed doordacht. De commissie adviseert negatief over het meerjarenplan van Camerata Trajectina. Conclusie: niet subsidiabel Casco Stichting Casco Casco (1990) is opgericht als een platform voor experimentele kunst. Vanaf 1996 heeft Casco een kritisch programma ontwikkeld, dat de relatie tussen kunst en haar fysieke, sociale en politieke omgeving onderzoekt. Ten aanzien van de programmering streeft Casco openheid en flexibiliteit na. Projecten kunnen diverse vormen aannemen, van projecten in de publieke ruimte, discussies, workshops en events tot vormgevingsprojecten en publicaties. Casco probeert daarbij steeds aansluiting te zoeken bij ontwikkelingen op zowel lokaal, nationaal als internationaal niveau. De cross-over benadering, door Casco omschreven als transversality, is gebaseerd op het idee dat theorie en praktijk in constante dialoog verkeren en dat kunst en vormgeving beiden gezien worden als een manier van werken: het denken in diverse soorten relaties. Casco ziet het als haar belangrijkste opdracht om bestaande sociale, politieke en economische systemen te onderzoeken, alternatieve culturen en systemen te bedenken en de werking ervan op kleine schaal te testen. Dat geldt ook voor het volgen van vormen van institutionalisering waarbij Casco haar eigen ontwikkeling als onderwerp van onderzoek beschouwt. Casco wil mede om die reden een alternatieve sociale ruimte een leefgebied voor cultuur ontwikkelen, andere vormen van samenwerken onderzoeken en de ecologische benadering van de eigen omgeving continueren en intensiveren, mede door aandacht te besteden aan de lokale cultuur en kunstcontext. Casco denkt aan het ontwikkelen van een nog niet bestaand, hybride institutioneel model. Het plan om een samenwerkingsverband aan te gaan met twee andere Utrechtse organisaties in het gemeenschappelijke cultureel centrum Plompe Toren, beschouwt Casco als onderdeel van deze visie. De commissie is van mening dat het meerjarenplan van Casco stevig is en een coherent geheel vormt. De commissie heeft waardering voor de wijze waarop Casco invulling geeft aan haar visie, waarbij ze door middel van langlopende projecten, die vaak een site-specific karakter hebben, op een sympathieke manier de stad als platform inzet voor vraagstukken over de vormgeving van het sociale leven. Daarbij slaagt Casco er volgens de commissie in om steeds dwarsverbanden te leggen met andere disciplines, zowel uit de kunst als daarbuiten, en de methodologische kant van de kunstpraktijk mede te betrekken in haar onderzoek. Ook is er waardering voor de reeks publicaties. Op het omvangrijke terrein van social design ziet de commissie nog mogelijkheden voor Casco om zich aan te sluiten bij andere partijen in de stad. Een optie die ook past bij een organisatie die laat zien dat ze zich stap voor stap uitbreidt naar een bredere kring. Bovendien ontbeert Casco al lange tijd een goede ruimte om echte tentoonstellingen te maken anders dan de presentaties die ze nu samenstellen waarbij nauwelijks sprake is van enige belevingswaarde, een effect dat misschien ook het relatief bescheiden Commissie Cultuurnota 2013-2016 13

aantal bezoekers verklaart. Een project als The Grand Domestic Revolution had met een goede presentatie nog kunnen winnen in intensiteit en aandacht. Op basis van dit individuele meerjarenplan beoordeelt de commissie de algemene kosten in verhouding vrij hoog. Het valt de commissie op dat er iets paradoxaals schuilt in het meerjarenplan. Casco koestert in veel opzichten een bescheiden houding, ook in de zelforganisatie die ze nastreeft. Maar dit wordt weersproken door het idee van Casco, zoals in de gezamenlijke aanvraag Plompe Toren verwoord, van een aanzienlijke schaalvergroting. De commissie is van mening dat Casco voldoende potentie en flexibiliteit bezit om op eigen kracht een programma te maken, zo mogelijk een samenwerking aan te gaan met een meer vanzelfsprekende partner op het gebied van onderzoek naar kunst, vormgeving en architectuur, en eventueel op zoek gaan naar een andere passende locatie. Conclusie: subsidiabel een traditie in het uitvoeren van nieuwe muziek en daarmee in een avontuurlijke programmering van grote diversiteit. Culturele Evenementen Nicolaïkerk organiseert jaarlijks twee weekendfestivals (een voor oude en een voor nieuwe muziek), een orgelserie in de zomer en educatieve projecten ( Klas-in-de-Klaas en kindermusicals voor basisscholen; Open Performance Site voor studenten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht). De organisatie werkt onder meer samen met Gaudeamus, Festival Oude Muziek, Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht, Springdance, Festival voor de Wind en Culturele Zondagen. De Nicolaïkerk wil in de cultuurnotaperiode 2013-2016 de landelijke en internationale aandacht voor haar orgels vergroten. Het gerestaureerde Peter Gerritsz-orgel uit 1479, het oudste orgel in Europa, zal in 2013 in de kerk teruggeplaatst worden. Stichting Culturele Evenementen Nicolaïkerk is een vrijwilligersorganisatie. Culturele Evenementen Nicolaïkerk Stichting Culturele Evenementen Nicolaïkerk Culturele Evenementen Nicolaïkerk (1991) verzorgt de culturele programmering van de Nicolaïkerk, een van de historische podia in de Utrechtse binnenstad. De kerk heeft belangrijke orgels binnen haar muren en koestert, sinds de komst van het Marcussen-orgel in 1956, De commissie is enthousiast over de culturele evenementen die in de Nicolaïkerk worden georganiseerd. De organisatie is artistiek ondernemend; er zit spirit in. De manier waarop de Nicolaïkerk programmeert is bijzonder, naar het oordeel van de commissie. De kerk wordt regelmatig ingezet als auditief kunstwerk waarin je als toehoorder rondloopt en geeft zo ruimte aan het klankexperiment, en dat waardeert de commissie. Evenals de focus in de programmering op twee festivals voor oude muziek en voor nieuwe muziek met eigen gezichten die passen in het Utrechtse muziekprofiel. De Nicolaïkerk wil in de cultuurnotaperiode 2013-2016 haar beide festivals ontwikkelen van stedelijk naar landelijk niveau, maar geeft onvoldoende onderbouwing in het meerjarenplan aan de vragen waarom en hoe ze dat wil bereiken. De commissie 14 Adviezen

is positief over de samenwerking met de vele, uiteenlopende Utrechtse partners. De Nicolaïkerk is ontvankelijk voor zinvolle initiatieven van derden, constateert de commissie. Dat de Nicolaïkerk programmatisch wil samenwerken met de Domkerk en andere binnenstadskerken, juicht ze toe. Ook de programma s voor kinderen en de educatieve projecten vindt de commissie interessant. Hoewel niet alle plannen voor de cultuurnotaperiode 2013-2016 vergezeld gaan van concrete uitwerkingen heeft de commissie er vertrouwen in, op grond van de goede resultaten tot op heden, dat de plannen tot een vergelijkbaar goed einde worden gebracht. Wel baart het de commissie zorgen dat uit de realisatiecijfers de programmering het sluitstuk van de begroting lijkt te zijn; ze hoopt dat de organisatie zich de komende periode hierin anders zal opstellen. De commissie leest in het meerjarenplan onvoldoende onderbouwing voor de aangevraagde verhoging van het subsidiebedrag. Conclusie: subsidiabel Cultuur 19 Stichting Cultuur 19 Cultuur 19 (2006) ziet zichzelf als de Culturele Routeplanner voor Leidsche Rijn. De organisatie heeft, naar eigen zeggen, de culturele infrastructuur in Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern mee helpen opbouwen, waarbij de wijkgerichte aanpak in de programmering centraal stond. Het onregelmatige en onvoorspelbare karakter van dit stadsdeel ziet Cultureel 19 als een kracht: het biedt kunst en cultuur de mogelijkheid om te verrassen, uit te dagen en te troosten. Tot nu toe voerde ze het beheer over het tijdelijke theater Paper Dome, Theater het Zand en de Nomads in Residence. Ook bood ze een terugkerend film- en theaterprogramma aan voor basisschoolleerlingen. In de komende periode wil Cultuur 19 haar programmering laten aansluiten bij die van het toekomstige Cultuurhuis Castellum Hoge Woerd, dat naar verwachting in 2014 wordt opgeleverd. In de programmering wordt rekening gehouden met de volgende criteria: de relatie tot de wijk, de vernieuwende vorm van het project, een voorkeur voor tijdelijke locaties en eenmalige uitvoeringen en toegankelijkheid. Cultuur 19 ontwikkelt voor jongeren het programma KLUB19 en voor de jongste kinderen de KinderTheaterWeek en de kinderbioscoop. Daarnaast verwierf het bekendheid met het Leidsche Rijn Festival en de Zingende Beelden Route, aldus Cultuur 19. Aan kunstenaars die verblijven in de Nomads in Residence wordt een aan de wijk gerelateerde opdracht verstrekt. De commissie is positief over het meerjarenplan, dat getuigt van een open artistieke benadering en verantwoord ondernemerschap. Cultuur 19 richt zich duidelijk op jongeren en geeft blijk van kennis op het gebied van nieuwe media. Er is sprake van interactie tussen aanbod en doelgroep en van een multidisciplinaire aanpak. Cultuur 19 nodigt kunstenaars uit, faciliteert en laat ze vervolgens vrij bij het realiseren van hun plannen, zoals ze dat doet bij de programmering van de N19. De commissie waardeert die benadering, maar mist in het meerjarenplan enkele voorbeelden van projecten en een nadere omschrijving van de criteria op grond waarvan kunstenaars worden geselecteerd. Het meerjarenplan had wat de commissie betreft over de gehele linie wel meer inzicht mogen geven in het wat, waarom en voor wie. Uitzondering daarop vormt het project Zingende Beelden, dat volgens de commissie zeer tot de verbeelding spreekt. Commissie Cultuurnota 2013-2016 15

De commissie heeft veel vertrouwen in de manier waarop Cultuur 19 de artistieke visie inzet in het educatieve veld. De ketengedachte is in aanzet aanwezig, maar er wordt vooralsnog met één (overwegend witte) school samengewerkt. Dat is weinig gezien de omvang van de organisatie en de commissie adviseert dan ook de partnerschappen met scholen uit dit gebied verder uit te breiden en daar waar mogelijk en gewenst een bredere samenwerking met andere culturele instellingen in de wijk. De organisatie leunt zwaar op de gemeente. Daar zou de komende periode verandering in moeten komen. De partnerschappen die Cultuur 19 aan kan gaan met scholen, de samenwerking met het bedrijfsleven en de positionering in de wijk geven voldoende aanleiding voor het genereren van meer eigen inkomsten, aldus de commissie. Het meerjarenplan getuigt van gezonde zelfanalyse en de commissie acht Cultuur 19 dan ook in staat oplossingen te bedenken om groei en meer financiële onafhankelijkheid mogelijk te maken. De commissie adviseert positief over het meerjarenplan, maar pleit wel voor verregaande samenwerking met Via Vinex om op deze manier elkaars kracht en expertise te bundelen. Conclusie: subsidiabel Cultuur in Oost Stichting Cultuur in Oost Cultuur in Oost (2011, CIO) is in 2008 ontstaan op initiatief van actieve wijkbewoners uit Utrecht Oost. In 2011 heeft zich hieruit een stichting gevormd die zich profileert als aanjager van culturele initiatieven en ontmoetingen voor, door en met bewoners van Utrecht Oost. De organisatie biedt ondersteuning door bemiddeling en advies, maar ook door ccoördinatie van projecten en het realiseren van bijeenkomsten. Op die manier wordt, volgens de stichting, een brede groep bewoners betrokken en de levensvatbaarheid van projecten vergroot. In 2011 zijn drie publieksactiviteiten georganiseerd, te weten een activiteit tijdens het Uitfeest (i.s.m. Kunstuitleen Utrecht), De Kunstlounge (i.s.m. De Wilg) en Ontmoet Oost (i.s.m. De Wilhelminakerk). Voor de komende vier jaar wil CIO de in de wijk aanwezige potentie aan professionele kunstbeoefenaars en academici meer inzetten om het sociaal-cultureel aanbod op een hoger plan te brengen. Ze voorziet een groei van het aantal projecten en samenwerkingsverbanden, onder meer met het University College Utrecht en de HKU. CIO biedt zelf geen educatieve programma s aan maar bemiddelt op verzoek van scholen of buurthuizen bij de selectie van kunstenaars of andere creatieve ondernemers. De activiteiten zijn vooralsnog gratis, maar CIO wil bij grotere evenementen of kwalitatief hoogwaardige producten waarbij professionals optreden entree heffen. Ook wordt een medewerker fondsenwerving aangesteld om het aandeel eigen inkomsten op termijn te kunnen vergroten. De commissie vindt de aanwezigheid van een cultuurmakelaar beslist van waarde voor de culturele cohesie in de wijk. Van een dergelijke speler, met enige reputatie, wordt echter verwacht dat hij of zij beschikt over een relevant netwerk en een belangrijke verbindende rol kan spelen. De commissie treft deze kwaliteiten nog niet aan bij Cultuur in Oost. Daarvan getuigt allereerst het meerjarenplan dat de commissie als te 16 Adviezen

weinig voldragen aanmerkt. Uit het plan spreekt beslist niet het vertrouwen dat genoemde relaties en netwerken tot concrete resultaten zullen leiden. Dat geldt ook voor de internationale samenwerking die wordt beoogd. Niet de kwantiteit van potentiële relaties is van belang, maar de kwalitatieve kracht ervan. Als die ontbreekt dan is de beoogde rol van bemiddelaar volgens de commissie niet effectief. CIO wekt de indruk een eenmansbedrijfje te zijn. Dit, gekoppeld aan het ontbreken van een inbedding in een stevig netwerk, maakt het kwetsbaar. De plannen en het bescheiden aantal evenementen in de afgelopen twee jaar missen de artistieke en stedelijke uitstraling die verwacht zou mogen worden op grond van de in de aanvraag geuite culturele ambities. Een cultuurmakelaar is vooral effectief als deze een flexibele en bemiddelende rol speelt. Daarnaast constateert de commissie een scheve verhouding tussen subsidie en projectbegeleiding. De personele belasting voor één wijk is naar mening van de commissie te zwaar. De commissie adviseert om Cultuur in Oost niet in aanmerking voor meerjarige subsidiëring te laten komen. Conclusie: niet subsidiabel D DeDansvloer Stichting de Dansvloer DeDansvloer (2011) is een laagdrempelige danswerkplaats in een voormalig Buurthuis in Pijlsweerd en verhuurt studio s ten behoeve van zeer uiteenlopende dansdisciplines en een zeer divers publiek. DeDansvloer brengt amateurs en professionals bij elkaar en biedt een veelheid aan genres: van streetdance tot historische hofdansen en klassiek ballet, van paaldans tot Indiase dans, yoga en buikdans. In DeDansvloer weegt het resultaat minder zwaar dan het proces en de beleving. De organisatie faciliteert studioruimte. Het biedt geen podium, wel zijn er leerlingenpresentaties voor en door dansers die in DeDansvloer lessen volgen. Aanvankelijk opereerde DeDansvloer onder de vleugels van ZIMHIC; sinds 2011 is de organisatie een zelfstandige stichting. De Dansvloer wil in de komende jaren uitbreiden en meer studio s in de verhuur aanbieden. De organisatie streeft ernaar binnen vijf jaar zonder subsidie te functioneren. DeDansvloer wil zijn functie van danswerkplaats verder vormgeven, samenwerkingen met Utrechtse en regionale partners intensiveren en een eigen dansaanbod creëren. Daarnaast wil DeDansvloer intensiever contact met de wijk Pijlsweerd onderhouden. De commissie onderkent het belang van een laagdrempelige werkplaats voor de dans en de verhuur van studioruimtes voor amateurdansers in Utrecht. De initiatieven van DeDansvloer op deze gebieden waardeert ze dan ook positief. Maar de commissie is minder te spreken over de kwaliteit van de aanvraag van Stichting DeDansvloer. Het meerjarenplan gaat in op de activiteit studioverhuur het gebouw en de exploitatie maar biedt onvoldoende zicht op een artistieke visie en een artistiekinhoudelijk activiteitenplan die hieraan ten grondslag zouden moeten liggen. Ditzelfde geldt voor de werkplaatsfunctie, vindt de commissie. Het plan biedt weinig samenhang en bevat onuitgewerkte ideeën. De gemeente is DeDansvloer na de ontkoppeling van ZIMIHC Commissie Cultuurnota 2013-2016 17

tegemoetgekomen met een overbruggingsubsidie voor 2012 en op basis daarvan had verwacht mogen worden dat er voor de cultuurnotaperiode 2013-2016 een gedegen artistiek meerjarenplan zou worden voorgelegd. Dit is DeDansvloer onvoldoende gelukt, naar het oordeel van de commissie. Conclusie: niet subsidiabel De Berenkuil Stichting Jeugdtheaterhuis de Berenkuil De Berenkuil (2004) is het Utrechtse huis voor jeugd- en jongerentheater. Het is een ontmoetingsplek en ontwikkelplatform voor Utrechtse podiumkunsten: voor professionele organisaties, beginnende kunstenaars en een jong publiek. De Berenkuil heeft een faciliterende functie: de organisatie biedt kantoorruimte, repetitieruimte en presentatieruimte aan culturele instellingen die zich specifiek richten op jeugd en jongeren. Het culturele bedrijfsverzamelgebouw krijgt in 2013 te maken met twee ontwikkelingen die van invloed zijn op de exploitatie. Ten eerste stopt de provincie haar subsidiëring. Daarnaast moet De Berenkuil op zoek naar nieuwe vaste bewoners. Het huis bood de laatste jaren onderdak aan Het Filiaal, Theatergroep DOX, Het Lab en YO! Opera, instellingen die garant stonden voor een substantieel deel van de studiohuur. YO! Opera stopt na de huidige cultuurnotaperiode met haar activiteiten en Het Lab is voornemens te verhuizen naar Huis a/d Werf. De Berenkuil wil in de komende periode zijn profiel verbreden van huis voor jeugdtheater naar huis voor de jeugdkunsten in Utrecht. Intensivering van de verhuur van de studioruimtes, en verhoging van het interne en externe huurtarief, is een derde strategisch aandachtspunt. De Berenkuil heeft een duidelijke functie vervuld in de ontwikkeling van het Utrechtse jeugdtheaterveld, vindt de commissie. De bewoners hebben zich enkele jaren in een synergetische omgeving kunnen ontwikkelen, hebben baat gehad bij het delen van faciliteiten en Utrecht als jeugdtheaterstad een gezicht gegeven. Inmiddels lijkt de formule enigszins te zijn uitgewerkt, naar het oordeel van de commissie. Waren er aan het begin van de cultuurnotaperiode 2009-2012 in de Berenkuil nog zes bewoners (theatergroepen en festivalorganisaties), inmiddels is dat aantal geslonken tot drie waarvan Het Lab voornemens is te verhuizen naar Huis a/d Werf en moet de stichting nieuwe huurders vinden. Dat de Berenkuil zijn profiel heeft verbreed tot huis voor de jeugdkunsten, acht de commissie in dit verband verstandig, maar ze mist concrete ideeën achter deze verbreding, evenals een algemene visie op jeugdkunst. De commissie vindt het bedenkelijk dat het bestuur van de Berenkuil gevormd wordt door de huurders; als gevolg van de uitstroom is de organisatie nu nodeloos kwetsbaar, in haar ogen. De Berenkuil is op dit moment uitsluitend faciliterend. De artistieke ambities die de Berenkuil in eerdere aanvragen formuleerde heeft de stichting laten varen. Dat geldt ook voor de plannen voor een expertisecentrum voor jeugdtheater en het cultuureducatiebureau. De commissie ziet op basis van de primaire facilitaire functie van de stichting onvoldoende reden de Berenkuil als een aparte organisatie in stand te houden en adviseert derhalve negatief over het meerjarenplan. Conclusie: niet subsidiabel 18 Adviezen

De Coöperatie Stichting Het Kaasschaafcollectief De Coöperatie (2012) is als huis voor jong talent in urban- en popcultuur een nieuw samenwerkingsmodel van Habek (2007) en Het Kaasschaafcollectief (2001). De Coöperatie investeert in het ontdekken, ontwikkelen en presenteren van jonge makers en creatieve ondernemers en biedt hulp bij het veroveren van een plek in een professionele omgeving. De organisatie opereert langs drie lijnen: als coach biedt De Coöperatie begeleiding en educatietrajecten, als producent realiseert het huis aanbod en als broedplaats ondersteunt het jong talent in samenwerking met andere instellingen. De Coöperatie produceert jaarlijks drie hoofdactiviteiten: het publieksevenement Habekfest, het showcase- en professionalsprogramma No Man s Land en het educatieprogramma Master 2.0. De beide deelnemende instellingen werken toe naar een gezamenlijke backoffice en een gedeeld activiteitenen educatieprogramma. Het samenwerkingmodel wordt uitgebreid met de intentie uiteindelijk te komen tot één standplaats en rechtsvorm. De commissie staat positief tegenover de samenwerking van Habek en het Kaasschaafcollectief. Beide organisaties zitten in de haarvaten van de stad, vindt de commissie. Ze zou het toejuichen wanneer Habek en het Kaasschaafcollectief zouden besluiten tot een echte fusie. De kracht op zakelijk gebied van het Kaasschaafcollectief gecombineerd met de artistieke visie van Habek zou, in de ogen van de commissie, tot een evenwichtige en sterke organisatie kunnen leiden. Het meerjarenplan van beide instellingen ingediend onder de naam De Coöperatie beoordeelt de commissie als creatief en sprankelend. De hoofdactiviteiten zijn concreet, helder gestructureerd en goed uitgewerkt. De commissie mist in de aanvraag een link naar de kunstvakopleidingen waar het gaat over educatie en talentontwikkeling. Hoe de instellingen zich verhouden tot de Herman Brood Academie, de MBOdansopleiding en andere partners zoals STRAAT komt onvoldoende duidelijk uit de aanvraag naar voren. De commissie begrijpt dat het professionaliseren van de beide instellingen van invloed is op de hoogte van de begroting, maar ze vindt de forse sprong omhoog in het aangevraagde bedrag onvoldoende gefundeerd en in deze tijd niet verantwoord. De commissie vindt echter dat de Coöperatie de gelegenheid moet krijgen om het in potentie interessante meerjarenplan de komende jaren te ontwikkelen. Conclusie: subsidiabel De Dansers Stichting De Dansers De Dansers (voorheen Merkx&Dansers en begonnen als Dansend Hart, 1984) maakt dansvoorstellingen met name voor een jong publiek. De Dansers bestaat uit een kleine vaste kern, een board of tutors (ervaren choreografen) en een collectief jonge dansers. Na eerder van een verhalende naar een meer abstracte dansopvatting te zijn geëvolueerd, voerde De Dansers in 2009 opnieuw een koerswijziging door: het repertoire werd fysieker en Commissie Cultuurnota 2013-2016 19

krachtiger. De Dansers gaat terug naar de binnenkant van de dans, naar de eerste impuls om tot beweging te komen. In het gezelschap werken dansers, rockmusici en circusartiesten gezamenlijk aan de ontwikkeling van een nieuw genre. De Dansers speelt de komende periode 100 voorstellingen per jaar, voor het grootste deel op basisscholen. Elk jaar wordt een grote productie gemaakt in de Reuzenhal in Overvecht onder verantwoordelijkheid van artistiek leider Wies Merkx en reizen drie voorstellingen (reprises en nieuwe voorstellingen) langs theaters. Voor de viering van de Vrede van Utrecht ontwikkelt De Dansers het megaproject Ik ben 13. De dansgroep wil kinderen bereiken in de wijken, op scholen, op straat en in theaters die in 2000 zijn geboren, en hen tot 2018 in aanraking brengen met dans. Met Het Lab en DOX bestaan samenwerkingsplannen op het gebied van ontwikkeling, publieksbereik en promotie. De commissie is positief over De Dansers: de jeugddansgroep weet al geruime tijd een groot aantal kinderen in de basisschoolleeftijd te bereiken en te interesseren voor dans. De artistiekinhoudelijke ontwikkeling van De Dansers van verhalende dansvormen naar de meer fysieke en abstracte dans vindt de commissie interessant. Hetzelfde geldt voor de nieuwe accenten met live popmuziek en circus. Dit sluit aan bij belangrijke ontwikkelingen in het theater, al is de ontmoeting van dansers met rockmusici en circusartiesten in de ogen van de commissie niet helemaal onderbouwd. De Reuzenhal in Overvecht ziet de commissie als een aanwinst; het is goed dat De Dansers op deze manier de deuren naar buiten heeft geopend. De Dansers is de laatste jaren zichtbaar aanwezig in de stad. De artistiek leider is een bevlogen inspirator die de juiste jonge gastchoreografen aan zich weet te binden. De Dansers biedt daarnaast een zinvolle infrastructuur voor jonge dansers waarvoor de commissie waardering heeft. De Dansers heeft een enthousiasmerend meerjarenplan geschreven, oordeelt de commissie, maar ze mist een heldere artistieke lijn. De voorstellingsplannen zijn voornamelijk thematisch geïnspireerd en onvoldoende vanuit choreografische ideeën en een dansvisie beschreven. Wat talentontwikkeling betreft constateert de commissie, dat de samenwerking met Het Lab en Tweetakt nauwelijks van de grond is gekomen. Het gezelschap geeft structureel vorm aan creatieve partnerschappen met scholen en vervult daarin een voortrekkersrol waar de commissie grote waardering voor heeft. Maar de commissie mist een doordacht educatief programma en uit de organisatieopbouw blijkt geen specifieke educatie-expertise. De commissie verwacht dat De Dansers hier in de cultuurnotaperiode 2013-2016 uitwerking aan geeft. Conclusie: subsidiabel De Nederlandse Bachvereniging Stichting De Nederlandse Bach Vereniging De Nederlandse Bachvereniging (1922) voert de muziek uit van Bach, zijn voorgangers, tijdgenoten en erfgenamen vanuit kennis van de historische uitvoeringspraktijk. De Nederlandse Bachvereniging organiseert eigen series in negen door Nederland verspreide kernplekken en werkt daarbij met ambassadeurs om 20 Adviezen

een duurzame band met de plaatsen te smeden. In de aanloop naar haar honderdste verjaardag (2022) wil De Nederlandse Bachvereniging in tien jaar het integrale oeuvre van Bach in nieuwe concertformats uitvoeren en online toegankelijk maken. Dit samengaan van cultureel erfgoed en nieuwe media gaat plaatsvinden onder de naam All of Bach. De komende jaren vindt in vijf dagen jaarlijks een groot aantal concerten en activiteiten plaats, rond een bepaald onderdeel van Bachs oeuvre, op steeds een andere locatie, zodat All of Bach telkens in een nieuwe regio banden smeedt met lokale partners en lokaal publiek, te beginnen met Utrecht. De benodigde financiën voor dit project wil de Bachverening uit de particuliere markt werven, onder meer door bijzondere vormen van crowd funding. Met het project beoogt de Bachvereniging een verbreding van haar publiek. De Nederlandse Bachvereniging is een vooraanstaand ensemble voor oude muziek dat de laatste jaren een solide publieksbereik in Nederland laat zien en een stijgende reputatie in het buitenland geniet. Op het gebied van artistieke kwaliteit legt de Bachvereniging de lat hoog, naar het oordeel van de commissie. Ze heeft waardering voor het werken met gastdirigenten: geen praktijk van alledag onder de ensembles voor oude muziek. De Bachvereniging toont zich sterk ondernemend met de eigen series op goed over Nederland verspreide kernplekken en een mooie, verzorgde cd-collectie. De plannen die de Nederlandse Bachvereniging voor het komende decennium presenteert het volledige oeuvre van Bach uitvoeren en beschikbaar maken via internet passen bij de ambitie van het ensemble en getuigen van een sterke toekomstgerichtheid. All of Bach is een stoutmoedige onderneming, vindt de commissie, waar de vereniging zich krachtig mee zal profileren. Het educatieplan acht de commissie hoog gegrepen: een middagactiviteit voor kinderen voorafgaand aan àlle avondconcerten lijkt haar een zware belasting voor de organisatie. Het talentontwikkelingsbeleid voor jonge musici beoordeelt ze als goed. De commissie zou het toejuichen wanneer de Bachvereniging zich op deze educatietaak zou concentreren. De sprong in het aangevraagde subsidiebedrag is naar het oordeel van de commissie onvoldoende onderbouwd. De commissie is van mening dat tegenover een verhoging van het subsidiebedrag een betere verankering van de Bachvereniging in de stad zou mogen staan, maar zij ziet in de aanvraag nog weinig concrete plannen daartoe. Conclusie: subsidiabel De Utrechtse Spelen Stichting De Utrechtse Spelen De Utrechtse Spelen (2008, voortgekomen uit De Paardenkathedraal) vervult sinds 2009 de functie van regiogezelschap Midden, zoals beschreven in de landelijke basisinfrastructuur. Het gezelschap is de belangrijkste bespeler van de Stadsschouwburg Utrecht, maar beperkt zich niet daartoe. De Utrechtse Spelen bracht inmiddels op verschillende podia en buitenlocaties een reeks producties van uiteenlopende signatuur voor een breed publiek, vanuit de opvatting dat theater een belangrijke rol speelt in de culturele, intellectuele en emotionele vorming van mensen en hun samenleving. Het gezelschap Commissie Cultuurnota 2013-2016 21

werkt in de cultuurnotaperiode 2013-2016 samen met diverse culturele en maatschappelijke partners aan een viertal activiteiten: modern en klassiek repertoire in de schouwburg, grote en kleine locatievoorstellingen, voorstellingen in de schoolklas en extra programmering rond de voorstellingen. Cultuureducatie is een vast onderdeel van het gezelschap; talentontwikkeling in alle activiteiten een speerpunt. De Utrechtse Spelen functioneert als projectorganisatie met een kernteam van vaste medewerkers en een netwerk van gespecialiseerde freelancers. Een artistieke band bestaat met De Warme Winkel en locatiemakers rond Huis a/d Werf. Verdere samenwerkingsplannen zijn er onder meer met Greg Nottrot (Het NUT), Theatergroep DOX, Miek Uittenhout en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. richt op diverse groepen naast kinderen en jongeren, ook volwassenen. Dat het gezelschap zijn educatietaken uitwerkt in samenwerking met verschillende partners, waaronder DOX, beoordeelt de commissie als positief. Ook de voorstellingen in de klas worden gewaardeerd, al vindt de commissie de gehanteerde vormen enigszins traditioneel. De commissie is onder de indruk van het ondernemend vermogen dat De Utrechtse Spelen in zo korte tijd laat zien. Ze beschouwt het gezelschap als voorbeeld van een instelling waarvoor subsidie als een vliegwiel fungeert. De keuze om als projectorganisatie te opereren vindt de commissie sterk. Het vergroot de mogelijkheid om verschillende podia te blijven bespelen. Conclusie: subsidiabel met prioriteit De Utrechtse Spelen heeft zich in haar korte bestaan ontwikkeld tot een verrassend theatergezelschap met het vizier gericht op een breed publiek. Het gezelschap opereert professioneel, maakt waar wat het belooft en presteert, in de ogen van de commissie, boven verwachting zowel op locatie als in de schouwburg. De Utrechtse Spelen boekte enkele grote successen ( Oklahoma, Orfeo ). Het meerjarenplan van De Utrechtse Spelen voor de cultuurnotaperiode 2013-2016 is zelfbewust en solide. Het plan weerspiegelt de functie van stadsgezelschap en toont aan dat het gezelschap zijn plaats in de keten serieus neemt door de zorgvuldig geselecteerde samenwerkingen met Utrechtse makers. De voorstellingsplannen zijn creatief en er spreekt wil en vrolijkheid uit. De thema s zijn aansprekend. De diversiteit in de voorstellingsplannen is in heldere artistieke lijnen uitgewerkt. De producties voor het grotere publiek vormen een goede aanvulling op het toneelaanbod in Utrecht. De commissie waardeert het dat De Utrechtse Spelen zijn cultuureducatiebeleid De Warme Winkel Stichting De Warme Winkel Acteurscollectief De Warme Winkel (2002) ontwikkelt en presenteert uitdagende theatervoorstellingen, geïnspireerd door de historische avantgardes, wetenschap en filosofie, vanuit de opvatting: kunst moet slopen, vernieuwen en voortbouwen. Het collectief speelt, vaak met gastacteurs, op locatie, in schouwburgzalen en op festivals. De Warme Winkel heeft een eigen theatertaal ontwikkeld en zoekt en creëert zijn eigen publiek. Het gezelschap heeft de laatste jaren een groei doorgemaakt en wil die in de komende periode doorzetten. Niet alleen door meer te spelen, maar ook door jaarlijks 50 procent meer publiek te werven en zijn naamsbekendheid te vergroten. 22 Adviezen