Dossier Vrijwilligers



Vergelijkbare documenten
Binden en boeien van vrijwilligers. 24 januari 2011 Michaëla Merkus

Onderzoek naar de nieuwe vrijwilliger in de sport in Ommen en Hardenberg. Rapportage 31 mei 2017

Feiten en cijfers Vrijwillige inzet

Verenigingsmonitor 2009

Werven & Behouden. Programma. Kennismaken. Vrijwilligers 7/22/2013

Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Vrijwillige inzet in Delft

Bijlagen hoofdstuk 12 Maatschappelijke participatie Jeroen Devilee en Joep de Hart

Vrijwilligers maken het verschil!

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Vrijwillige inzet in Delft

77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage

Samen voor een sociale stad

De mensen van de Vierdaagse. Hidde Bekhuis en Koen Breedveld

Vrijwilligersbeleid MVV 29 per januari 2013

Sport en bewegen in Vaals

Hoofdstuk 20. Vrijwilligerswerk

Stadsenquête Leiden 2010

Hoe maakt u optimaal gebruik van vrijwilligers?

Actuele ontwikkelingen en trends van invloed op de lokale ondersteuning van het vrijwilligerswerk

Vrijwilligerswerkbeleid Gemeente Oss

De makelaarsfunctie vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage: de stand van zaken begin 2009

Vrijwilligerswerk onder laagopgeleiden. Analyse van de afname van het aantal Brabantse vrijwilligers met een lage opleiding

Demografische ontwikkelingen : onzekerheid en regionale diversiteit

Lokale binding in de provincie Groningen. Een vergelijking tussen stad en platteland

Inzet van vrijwilligers. Niels Hermens (Verwey-Jonker Instituut en Wageningen University) Michiel Smit (Stichting Fier4Grunn)

Samenvatting. Vrijwilligers in de Amateurkunst

De NSA i.s.m. de KNSB. Vrijwilligersbeleid

Hoofdstuk 19. Vrijwilligerswerk

De nieuwe vrijwilliger

participatiesamenleving

Vrijwilligerswerk. Wat kenmerkt de Alblasserdamse vrijwilliger?

Vereniging Kleine Kernen Limburg (VKKL) 24 april 2014 Hay Engels

Onderzoek Maatschappelijk Impact Cascaderun Hoogeveen Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

RAPPORTAGE RESULTATEN 1 E METING 28 JANUARI 20 MAART respondenten respons = 49%

Wie doen er aan sport en cultuur?

Kernboodschappen Gezondheid Hengelo

Werving & Behoud. Den Haag 26 mei

Vrijwilligersbeleid. Workshop tijdens 3 e KNBSB-congres 19 november 2016 Roy Vink. Manager Breedtesport & Competitiezaken

Factsheet. Inleiding. Thema Werkgelegenheid


Hand-out Maatschappelijke Stage in de sport

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM

Vrijwillige inzet is de basis

BESTUREN WORDT ANDERS?

Onderzoeksopzet Vrijwilligers in de Wmo Wmo-werkplaats Noord Jolanda Kroes Hanzehogeschool Groningen

Voor het eerst neemt vrije tijd niet meer af

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Vrijwillige inzet in Delft

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

De Wmo en de decentralisaties

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Visiedocument vrijwilligerscentrale

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant

Verdeling over sectoren

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

SportAanbiedersMonitor 2012

Vrijwilligerswerk. Gemeente Amersfoort Dorien de Bruijn, Ben van de Burgwal 14 juli 2014

Vrijwillige inzet op het platteland

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

dr. Cees van den Bos

HUURDERSDAG. Op de bank of in de benen? over betrokken bewoners

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar!

Samen zetten we niemand buitenspel! Sportvisie gemeente Hilvarenbeek. Tim Haans

Steunpunten vrijwilligers en mantelzorg

Wie doen er aan sport en cultuur?

Sport en lokaal beleid: meten is weten

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

HET VERTROUWEN IN INSTITUTIES NEEMT AF, MENSEN ZOEKEN VERTROUWEN BIJ ELKAAR Het vertrouwen in instituties zoals de media, vakbonden, grote

Vrijwilligerswerk in de gemeente Roosendaal

Plan van Aanpak Vrijwilligerswerk 2007 tot Aanpakken Maar!

Meedoen! sportbonden en verenigingen aan zet? Wat te verwachten: Programma Meedoen Alle Jeugd door Sport

VERSCHIL ZAL ER ZIJN AARDRIJKSKUNDE VMBO BOVENBOUW. tussen buurten, wijken en regio s in Nederland

Geachte leden van de vaste kamercommissie voor Veiligheid en Justitie,

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Werkloosheid in : stromen en duren

Regionale arbeidsmarktprognose

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Thema maatschappelijke participatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Regionale arbeidsmarktprognose

Vrijwilligerswerk in s-hertogenbosch

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Vrijwilligersvergoeding in sportverenigingen

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk

Transcriptie:

Dossier Vrijwilligers

Inhoudsopgave 1: Inleiding 3 2: Trends en facts 4 3: Sportverenigingen en vrijwilligers 7 4: Aantallen: sportvrijwilligers in Limburg 8 Disclaimer: Fouten voorbehouden. Het Huis voor de Sport Limburg aanvaardt geen aansprakelijkheid voor acties ondernomen op basis van de inhoud van deze factsheet. Huis voor de Sport Limburg 2013. 2

1 Inleiding Vrijwilligers zijn onmisbaar voor de sportvereniging en sportverenigingen zijn daarom trots op hun vrijwilligers. Verreweg de meeste mensen die vrijwilligerswerk doen, doen dat in de sport. Ze willen zich nuttig maken voor hun club of voor de maatschappij, of ze willen er iets van leren. Dat is altijd zo geweest. Toch verandert het vrijwilligerswerk. Vrijwilligers stellen andere eisen aan hun inzet en de vereniging stelt andere eisen aan de vrijwilliger. En de overheid rekent op vrijwilligersorganisaties zoals sportverenigingen om haar doelen te verwezenlijken. Dat levert niet alleen extra druk op clubbestuurders, het vergt ook een mate van professionalisering. In ons dossier leest u hoeveel mensen vrijwilliger zijn in de sport, wat voor mensen vrijwilliger worden en waarom, en wat de trends in het vrijwilligerswerk zijn. 3

2 Trends en facts Movisie, het landelijke kennisinstituut voor vrijwillige inzet, publiceerde in 2011 een trendrapport waarin de belangrijkste feiten en trends met betrekking tot de aard en omvang van vrijwilligerswerk in Nederland werd geschetst. 1 Dat onderzoek vormt de belangrijkste bron voor dit hoofdstuk. Omvang vrijwillige inzet Het aandeel van de volwassen Nederlandse bevolking dat vrijwilligerswerk doet (in alle sectoren) bedraagt volgens het tijdsbestedingsonderzoek 35%. Er is geen duidelijke toe- of afname waarneembaar. 25% van de vrijwilligers doet twee soorten vrijwilligerswerk, 9% doet drie soorten en een klein percentage doet zelfs vier, vijf of zes soorten vrijwilligerswerk. Een volwassen vrijwilliger besteedt gemiddeld vijf uur per week aan zijn vrijwilligerswerk. Uit onderzoek blijkt dat dit afneemt (Boss et al., p. 16). Achtergrond van de vrijwilliger Leeftijd, opleidingsniveau, sociaaleconomische status en etniciteit spelen een belangrijke rol voor de mate waarin mensen vrijwilligerswerk doen. Over het algemeen doen ouderen meer vrijwilligerswerk dan jongeren. Vrijwilligerswerk is verder minder vanzelfsprekend voor mensen met een lagere opleiding, mensen die werkloos zijn en allochtonen, hoewel allochtonen afgelopen jaren steeds meer vrijwilligerswerk zijn gaan doen. Ook religieuze achtergrond blijft een belangrijke voorspeller of iemand wel of niet vrijwilligerswerk doet (idem). Steeds minder jongeren doen vrijwilligerswerk terwijl de belangstelling onder senioren toeneemt, waaronder ook onder oudere senioren vanaf 75 jaar. Ouderen willen en kunnen ook langer maatschappelijk actief blijven. Door de vergrijzing (onder andere in Limburg) is dit goed nieuws. Maatschappelijke stage Sinds 2011 is de maatschappelijke stage verplicht in het voortgezet onderwijs. Dit betekent dat jongeren een aantal weken vrijwilligerswerk moeten doen. De jongeren hebben inspraak in en verantwoordelijkheid bij het vinden van de stageplek, ondersteund door onder andere de school, gemeentelijke vrijwilligerscentrales en vacaturesites. De taak is kortdurend en in zoverre anders, dat er het werk een verplichtend karakter heeft; verplicht en vrijwillig kunnen met elkaar in tegenspraak zijn. Toch wordt de stage als vrijwilligerswerk beschouwd. Doel van de stage is vooral de leerlingen kennis te laten maken met maatschappelijke dynamiek en organisaties. Motieven voor vrijwilligerswerk Movisie onderscheidt zeven motieven om vrijwilligerswerk te doen die afhankelijk van de leeftijdscategorie, opleiding, geslacht of sector waarin het werk wordt gedaan meer of minder van toepassing zijn (Boss et al., p. 21): Pleziergerichte motieven Carrièregerichte motieven (ook om bezig te blijven tussen twee banen in de crisis) Normatieve motieven (om persoonlijke normen en waarden in daden om te zetten) Sociale motieven Leermotieven Kwaliteitsmotieven (om de kwaliteit van leven positief te beïnvloeden) Beschermingsmotieven (om negatieve omstandigheden, ervaringen of gevoelens te ontlopen) 1 Boss, E.-M., Blauw, W. en Alblas, M. (2011). Vrijwillige inzet 2.0. Trendrapport vrijwillige inzet 2011. Utrecht: Movisie. 4

Sectoren Van de te onderscheiden sectoren (sportvereniging, hobbyclub, muziekvereniging, school, vakbond, belangenorganisatie, natuur- en milieuorganisatie, ideële organisatie, levensbeschouwelijke organisatie, politieke partij, zorg et cetera) staat de sportvereniging met stip op één (idem, p. 21). Buurtkracht Veel burgers zijn samen met hun buurtbewoners actief in de eigen buurt. Een (vast) groepje actieve buurtbewoners is vaak verantwoordelijk voor initiatieven die in de buurt worden ontplooid (idem, p. 24). Buurtinitiatieven op vrijwillige basis worden altijd belangrijker om passende en betaalbare verbeteringen in de buurt (ruimtelijk en/of qua activiteiten) gerealiseerd te krijgen en leefbaarheid in stand te houden. Ook voor gemeenten, die bezuinigingsopdrachten gecombineerd zien met toenemende verantwoordelijkheden. Voor het Huis voor de Sport Sportzine over buurtkracht (maart 2013) klik hier. Gemeentelijk beleid Bij een door Movisie in 2010 gehouden bevraging onder gemeenten bleek dat zo n 70% van de gemeenten een specifiek en actueel beleid voor vrijwilligerswerk geformuleerd had. In dergelijk beleid kan staan hoe vrijwilligerswerk inclusief mantelzorg ondersteund wordt, of er een vrijwilligerscentrale opgezet/in stand gehouden wordt, hoe verenigingen geholpen worden expertise van hun vrijwilligers te verbeteren, hoe verenigingen geholpen worden vrijwilligers te vinden en te behouden, et cetera. Zie ook het filmpje Meer Vrijwilligers in Kortere Tijd in deze Sportzine. Trends Vrijwilligerswerk verandert. Het traditionele motief van het zich verplicht voelen, is nauwelijks nog in zwang. In plaats daarvan kiezen vrijwilligers taken die inhoudelijk passen bij hun behoeftes, interesses en tijd. Daarnaast willen ze taken die een duidelijke taakomschrijving bevatten en die in tijd afgebakend zijn. Voldoet een organisatie qua vrijwilligerstaken aan deze (geprofessionaliseerde) randvoorwaarden dan kunnen de vrijwilligers ook aangesproken worden op de manier waarop ze hun taak uitvoeren ( vrijwillig maar niet vrijblijvend ). Ook een beloning of vergoeding behoort in dat kader tot de mogelijkheden, hoewel, onbetaald is niet onbeloond. Tien jaar geleden schreef het SCP al: De motivatie om vrijwilligerswerk te doen verschuift van collectieve plicht naar individueel motief, waarbij eigenbelang een rol speelt. Deze verschuiving weerspiegelt zich in de groei van vrijwilligersinzet in de recreatieve sector en in het vrijwilligerswerk rondom de school. Er meldt zich een nieuw type vrijwilliger aan: de kort-verband vrijwilliger, shoppend, zappend en meer calculerend, niet ideologisch georiënteerd. 2 Een en ander vraagt ook weer steeds vaker om managementkwaliteiten bij de (eveneens vrijwillige) verenigingsbestuurders. Niet voor niets lijken sommige verenigingen met name de grotere meer en meer op ondernemingen. Movisie schetst zes trends die voor de toekomst van belang zijn als het gaat om vrijwilligerswerk (Boss et al., pp. 36-52): 2 Pennen, T. van der (2003). Ontwikkeling in het lokaal vrijwilligersbeleid. Het internationaal jaar voor de vrijwilligers; een jaar later. Den Haag: SCP. 5

Trend 1: Focus op vrijwillige inzet De focus op vrijwillige inzet groeit, niet alleen bij overheden, maar ook bij bedrijven (maatschappelijk verantwoord ondernemen) en burgers. Deze aandacht voor vrijwillige inzet zal de komende jaren verder toenemen vooral vanwege de hierboven bij buurtkracht geschetste wederzijdse afhankelijkheid van gemeenten en vrijwilligersinitiatieven. Trend 2: Groei in diversiteit en veelzijdigheid Er is een toename te zien in diversiteit van organisaties, vrijwilligers en klussen. Er komen steeds meer verschillende typen organisaties. Trend 3: Grenzen van vrijwillige inzet opgezocht De grenzen van het begrip vrijwillige inzet worden steeds verder opgerekt. Er zijn en komen heel veel vormen van vrijwillige inzet. Taken die voorheen door professionals werden uitgevoerd komen bij vrijwilligers terecht. Trend 4: Professionalisering van het vrijwilligersveld Het vrijwilligerswerk professionaliseert. Er worden steeds meer eisen gesteld aan zowel de organisaties als aan de vrijwilligers. Trend 5: Allianties Vrijwilligersorganisaties gaan steeds meer samenwerken. Ze zoeken naar slimme allianties, soms op eigen initiatief, soms afgedwongen door de financier. In krimpregio s, zoals Limburg, is samenwerken vaak onvermijdelijk: vrijwilligersorganisaties krimpen niet alleen qua leden maar ook het vrijwilligerslegioen krimpt. Oplossingen zijn creatief samenwerken tussen verenigingen binnen een dorp en met andere organisaties in de regio, en het mobiliseren van het deel van de bevolking dat wel nog groeit, de senioren. Zie voor tips ons Sportzine van september 2012 Krimp raakt verenigingen en onze factsheet over de aanpak Sportdorpen. Trend 6. Toenemend gebruik sociale media Het gebruik van sociale media neemt razendsnel toe, ook in het vrijwilligerswerk. Vrijwilligers weten er elkaar te vinden, en organisaties zetten het in om vrijwilligers te vinden, boeien en binden. 6

3 Sportverenigingen en vrijwilligers Wat is de stand van zaken bij sportverenigingen als het gaat om vrijwilligers? Het Mulier Instituut publiceert regelmatig resultaten uit de Verenigingsmonitor (panelonderzoek onder representatieve groep sportverenigingen uit heel Nederland). In de factsheet uit 2010 staat het volgende over vrijwillige inzet: 3 Gemiddeld beschikten verenigingen over 40 vrijwilligers. Bijna tweederde van de verenigingen had vacatures voor vrijwilligers uitstaan. Het grootste deel van die verenigingen heeft vacatures voor bestuursleden en trainers. In mindere mate stonden vacatures open voor organisatie van evenementen, toernooien en nevenactiviteiten, bardienst, communicatie, arbitrage, onderhoud materiaal, onderhoud accommodatie, sportmedische zorg. Voor 62% van de verenigingen was het onderwerp kader een wezenlijk knelpunt. Dan kan het gaan om het vinden van (geschikte) kaderleden, de belasting van de kaderleden en/of de deskundigheid van deze mensen. Na aantal leden/ledenbehoud is dit het belangrijkste knelpunt voor verenigingen. 3 Kalmthout, J. van en Jong, M. de (2010). Verenigingsmonitor 2009. Basis. s-hertogenbosch: W.J.H. Mulier Instituut. 7

4 Aantallen: sportvrijwilligers in Limburg In actueel onderzoek in opdracht van de Provincie Limburg werd een burgerpanel van 1163 volwassen Limburgers gevraagd naar maatschappelijke participatie. 4 De resultaten geven tevens inzicht in de verschillen tussen Noord-, Midden- en Zuid-Limburg, tussen leeftijden en tussen inkomenscategorieën. Daarnaast is er een Nederlandse controlegroep. Uit onderstaande tabel blijkt dat in Limburg een iets kleiner deel van de volwassen bevolking vrijwilligerswerk in de sport doet dan in Nederland als geheel. Een mogelijke verklaring is de vergrijzing: onder de oudste bevolkingsgroep ligt dit percentage (ondanks toename, zie boven) nog altijd lager. Alleen de regio Midden-Limburg scoort hoger dan het landelijke percentage. Opvallend is dat mensen die minder dan modaal verdienen, opmerkelijk minder vaak vrijwilliger zijn in de sport: 13,5% (niet in tabel). Tabel 1. Vrijwilliger in de sportvereniging, bevolking van 18 jaar en ouder. Gebied/categorie Relatief (BBOL 2013) Absoluut (BBOL/CBS) 5 Nederland 21,5% 2.862.958 Limburg totaal 20,4% 188.413 Limburg 18-24 jaar 25,0% 23.332 Limburg 25-44 jaar 24,7% 63.143 Limburg 45-64 jaar 19,4% 68.130 Limburg 65 jaar en ouder 16,9% 37.762 Noord-Limburg 20,1% 45.109 Midden-Limburg 23,2% 44.625 Zuid-Limburg 19,2% 97.310 Omdat het onderzoek ook vraagt naar lidmaatschap van een sportvereniging, kunnen we bekijken hoe groot het aandeel van de leden is dat wel eens een vrijwilligerstaak op zich neemt. Hier komt Limburg wat actiever over dan Nederland: Tabel 2. Aandeel vrijwilligers onder leden sportvereniging, bevolking van 18 jaar en ouder. Gebied/categorie Relatief (BBOL 2013) Nederland 61,3% Limburg totaal 65,4% Limburg 18-24 jaar 54,3% Limburg 25-44 jaar 66,4% Limburg 45-64 jaar 68,8% Limburg 65 jaar en ouder 65,8% Noord-Limburg 63,4% Midden-Limburg 70,9% Zuid-Limburg 63,8% 4 I&O Research (2013). Resultaten BBOL 2013 (bestand). Maastricht: Provincie Limburg. 5 De resultaten uit het BBOL onderzoek vermenigvuldigd met het aantal inwoners van 18 jaar en ouder op 1 januari 2013, zoals gepubliceerd door CBS op statline.cbs.nl, geraadpleegd op 22 april 2013. 8

De meeste van de vrijwilligers blijken 1 tot 4 uur per maand te besteden aan hun vrijwilligerstaak bij de sportvereniging. 16% van de Limburgse sportvrijwilligers is er meer dan vier uur per week mee bezig. Dit geldt vooral voor de groep 65+-ers: 25,4% (niet in tabel). Tabel 3. Tijd besteed aan vrijwilligerswerk in de sport, sportvrijwilligers van 18 jaar en ouder. Relatief, BBOL 2013. Gebied/categorie 0-1 uur per maand 1 tot 4 uur per maand 1 tot 2 uur per week 2 tot 4 uur per week Meer dan 4 uur per week Nederland 21,2% 36,5% 17,6% 16,5% 8,2% Limburg 17,3% 28,3% 25,3% 13,1% 16,0% Ten slotte blijkt uit het BBOL onderzoek uit 2012 dat sportverenigingen de meest populaire plek zijn voor vrijwilligerswerk (mantelzorg niet meegerekend), gevolgd door organisaties voor hulpbehoevenden en school, crèche of peuterspeelzaal. 9