Assessment op de werkvloer



Vergelijkbare documenten
2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

5. De wegwijzer (een stappenplan voor het uitvoeren van een opdracht/prestatie) Hulpmiddel bij het reflecteren : STARRT-methode 11

Eindbeoordeling inplannen vóór 22 juni 2018 Voorafgaand aan het gesprek heb je: het formulier eindbeoordeling laten invullen door werkbegeleider.

Overgangseisen m.b.t. de BPV: De 12 Consortium opdrachten klaar en van feedback voorzien Voldoende eindbeoordeling

BPV opleiding Mbo Verpleegkunde leerjaar 2 BBL sept groep 2018

E Q L R T D J M E F J R C D R D J M

k j J K R D J M C D R D J M

Verzorgende IG niveau 3 Verpleegkundige niveau 4

Examenplan voor de opleidingen tot Verzorgende Individuele Gezondheidszorg 1.Overzicht

Veranderdocument Kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige ten opzichte van VP

Studiewijzer leerjaar Combi GHZ/ VZ-IG

Wat zie je? Niet alles is wat het lijkt. - een artikel over beoordelingsfouten in het onderwijs -

Rapport/ resultatenoverzicht opleiding Mbo- Verpleegkundige BBL 2 jaar JAAR 1 cohort 2013 Naam Geboortedatum : Traject Persoonlijke code

Studiewijzer leerjaar VZ-IG profiel GHZ

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Rapport onderwijs / resultatenoverzicht Opleiding MBO- Verpleegkundige BBL 3 jaar

Examenplan Verpleegkundige niveau 4, 2 jarig versneld BOL/BBL 1.Overzicht

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Examenplan voor de brancheopleiding Kraamverzorgende 1.Overzicht

Inleiding BPV-wijzer schooldeel

proeven bij fase: certificeren

Examenplan , 2016 t/m 2019, examenplan en diplomavereisten Verzorgende IG. (HKS, vanaf augustus 2016)

Veranderdocument Kwalificatiedossier Verzorgende-IG ten opzichte van dossier Verzorgende-IG

Mbo Verpleegkunde leerjaar 3 BOL cohort: crebo: Stageperiode: Consortiumopdrachten in de BPV Bezoek door BPV docent :

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Verzorgende-IG

Bewijsmap Vaardigheden/Verpleegtechnische handelingen

EXAMENPLAN Leerweg Cohort Startdatum Branche verbijzondering. Verpleeg-verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT)

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Optioneel Naam kwalificatiedossier 1. BEROEPSSPECIFIEK. Periode. Kerntaak/ werkproces. afname

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Het voeren van ontwikkelingsgerichte begeleidings- en beoordelingsgesprekken GWOO

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (3) Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Rapport onderwijs / resultatenoverzicht Opleiding MBO- Verpleegkundige BBL 4 jaar

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars

EE 5 Professioneel handelen

Naam student: Naam loopbaanbegeleider:

5. De wegwijzer (een stappenplan voor het uitvoeren van een opdracht/prestatie) Hulpmiddel bij het reflecteren : STARRT-methode 11

Inleiding. De basishoudingslijst wordt altijd meegenomen in de beoordeling.

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

eigen mening gevormd over je eigen functioneren tot nu toe aan de hand van de

Praktijktoets Geven van voorlichting en begeleiding

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

Onderwijs- en Examenregeling

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Examenplan Verpleegkundige niveau 4, 4 jarig regulier BOL/BBL

Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie. 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding. Instructie beoordeling: Beoordeling

BPV-WIJZER OPLEIDING VERZORGENDE-IG / VERPLEEGKUNDIGE

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

EXAMENPLAN 2018 Combi VVT- BSD

EXAMENPLAN 2018 Combi GHZ-BGZ

Invoering herziening kwalificatiestructuur 2016

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (1) Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Raamleerplan Verzorgende Individuele Gezondheidszorg BOL/BBL niveau 3. Geraadpleegd document: kwalificatiedossier

Opleiding Verzorgende IG niv. 3 leerjaar 3 BOL cohort: crebo: Stageperiode: Eventueel nog uit te voeren opdrachten:

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Verpleegkunde Niveau 4 2 jarig

EXAMENPLAN 2016 Persoonlijk Begeleider specifieke doelgroepen (PBSD)

X X X X X X verwachtingen ven de klant richten Met druk en tegenslag omgaan

Digibib. Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens?

cohort: 2016 crebo: 25491

5. De wegwijzer (een stappenplan voor het uitvoeren van een opdracht/prestatie) Hulpmiddel bij het reflecteren : STARRT-methode 11

EXAMENPLAN 2018 Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg (PBGZ)

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Ondersteunen bij begeleiden. Beroepstaak C. Niveau Gevorderd 2

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

Proeve van Bekwaamheid. Onderzoeken en presenteren. Crebonummer Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE TOETS BEROEPSOPDRACHT. Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken. Beroepstaak E. Niveau Gevorderd 2

1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Verzorgende IG Niveau 3 2,5 jaar

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars

Verantwoordingsdocument relatie editie 2017 Prove2Move combi-opleiding Verzorgende (IG) / medewerker Maatschappelijke Zorg

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding MBO Verpleegkundige

2.3 Wanneer ben je een goede werkbegeleider? Methodisch werken als werkbegeleider 18

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Opleiding: Combi Medewerker Maatschappelijke Zorg en Verzorgende IG

Doktersassistent (JANUARI-GROEPEN) Proeve van Bekwaamheid. Kerntaak 3. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

EXAMENPLAN 2018 Persoonlijk Begeleider Gehandicaptenzorg (PBGZ)

EXAMENPLAN 2018 Verpleegkundige MBO ( VPK)

Onderwijs- en Examenregeling

JOUW GEGEVENS NAAM STUDENTNUMMER SCHOOL

Examenplan Verzorgende IG Verkort traject voor gediplomeerd bejaardenverzorgenden, MDGO-vz, etc

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

EXAMENPLAN 2016 Verpleegkundige MBO ( VPK)

Verantwoordingsdocument relatie editie 2017 Prove2Move combi-opleiding Verzorgende (IG) / medewerker Maatschappelijke Zorg

proeven bij fase: certificeren

Heb je opmerkingen over deze BPV-wijzer of tips om de inhoud te verbeteren? Geef het door aan de BPV-coördinator van je opleiding.

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding MBO Verpleegkundige

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Inhoudsopgave BEGELEIDINGSWIJZER, niveau 3 VVT, versie 3, juni

5. De wegwijzer (een stappenplan voor het uitvoeren van een opdracht/prestatie) Hulpmiddel bij het reflecteren : STARRT-methode 11

Verantwoordingsdocument betreffende relatie ZorgPad, editie 2017 en Prove2Move, mei 2016 Niveau 3 Verzorgende (IG)

EXAMENPLAN CGO 2011 DELTION COLLEGE

Beoordeling en evaluatie

(Versie KD )

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Verzorgende KD Fase Score Beroepsprestaties Werkprocessen KD 2011 Onderwijsmagazijn TM

Transcriptie:

Assessment op de werkvloer Richtlijnen voor werkbegeleiders Assessment afnemen in de BPV Status : werkdocument 1

Werkgroepleden: J. van Deuveren, H.Fonville, M.Koops, W.van Mil, H. de Vries, C.Swennenhuis. Reacties/feedback naar: c.swennenhuis@rocmn.nl 2

Inhoudsopgave. Hoofdstuk onderwerp Bladzijde Inleiding 5 1 Een assessment afnemen 1.1 Wat is er nieuw voor jou als werkbegeleider? 1.2 Ontwikkelingsgericht en kwalificerend toetsen: het schema toegelicht 1.3 Hoe werk je als werkbegeleider samen met school en de student? Over contact opnemen tijdens begeleiding en beoordeling 1.4 Hoe verzamel je informatie en hoe leg je informatie vast? Dossiers aantekeningen verslagen feedbackformulieren 1.5 Over welke competenties beschik je als werkbegeleider bij het afnemen van een assessment (WACKER)? 1.6 Valkuilen bij het afnemen van een assessment 2 Gesprekken en toetsmomenten Overzicht per school: -ROC ASA, locatie Amersfoort, onderdeel van de Amarantis onderwijsgroep -Hoornbeeck College -ROC Midden Nederland 3 Portfolio en examenbureau 3.1 Uitgebreidere begripsbepaling 3.2 Inzet van instrumenten Bijlagen 1 Begrippenlijst 2 Examinering het MBOV - veel gestelde vragen Antwoorden van de inspectie 6 11 33 35 3

Een beroepsopleiding is gericht op de kerntaken van het beroep. De bedoeling is uiteraard dat de studenten zich gedurende hun hele opleiding zich ontwikkelen in het uitvoeren van de kerntaken. Leidend zijn hierbij de Kwalificatiedossiers die tot stand zijn gekomen in overleg met het beroepenveld en Calibris. Bij het beoordelen staan de competenties passend bij de kerntaken centraal. Daarbij gaat het om drie vragen: 1. Met de ontwikkeling van welke competenties kan de student de uitvoering van de taken nog verbeteren? 2. Hoe goed is de student in het uitvoeren van de kerntaken? 3. Wanneer is er sprake van een beginnend beroepsbeoefenaar? Kortom: als er sprake is van competentiegericht leren moet er dus ook sprake zijn van beoordeling van de competentieontwikkeling, of wel assessment. 4

Inleiding Waar hebben we het over als we over assessments spreken? Wat maakt een assessment anders dan een beoordeling? Is beoordelen anders nu we in de beroepsgerichte kwalificatiestructuur werken beroepscompetentie gericht opleiden, en hoe anders is dat? Wat moet je daarvoor weten en kunnen?dit zijn veel gehoorde vragen van werkbegeleiders. Ook hebben we in onze regio Amersfoort en omstreken, te maken met studenten van verschillende ROC s. De Commissie Zorg en Onderwijs heeft de werkgroep de opdracht gegeven om inzichtelijk te maken wat de verschillen en overeenkomsten in assessment zijn tussen de ROC s. Dit alles ten dienste van de werkvloer. In dit handboek staat: 1 algemene kennis en informatie over het voorbereiden en uitvoeren van een assesment. 2 Specifieke informatie over het voorbereiden en uitvoeren van een assessment binnen de drie ROC s te weten: ROC ASA locatie Amersfoort, Hoornbeeck College ROC Midden Nederland, Gezondheidszorg College P.S. Dit is een aanvulling op het regionale document: Richtlijnen voor begeleiders m.b.t. BPV voorbereiding /uitvoering en beoordeling 5

Hoofdstuk 1 Een assessment afnemen 1.1 Wat is er nieuw voor jou als werkbegeleider? In de rol van begeleider hoor je geen beoordelaar te zijn! Beoordelen en begeleiden dienen gescheiden te zijn. Als werkbegeleider heb je een beeld van je studenten dat van invloed kan zijn op je beoordelingsvermogen. Het afnemen van een assessment is een manier van beoordelen waarbij kennis, beroepshouding en vaardigheden niet afzonderlijk, maar geïntegreerd worden getoetst. De afname van een assessment is een formele situatie. Er zijn 3 fasen te onderscheiden: de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie. In onderstaand schema worden deze toegelicht. Voorbereiding Uitvoering Uitvoering Opnieuw voorbereiding De student gaat vanuit het POP/PAP aan de slag met opdrachten en beroepsprestaties -De werkbegeleider geeft feedback op de student bij het uitvoeren van de opdrachten of beroepsprestaties -De student reflecteert op een structurele manier zijn eigen handelen dmv een gestructureerde wijze, bijvoorbeeld met een verslag met behulp van de STARRTmethode. Beiden zijn bedoeld om te leren. Je mag fouten maken. Door de feedback en de reflectie kun je er zoveel van hebben geleerd dat er voldoende vertrouwen is en je de kwalificerende toets kunt doen. De student stelt zijn leerdoelen en PAP bij.(als je denkt dat de student nog niet de kwalificerende toets kan doen). De student heeft een voldoende voor de ontwikkelingsgerichte opdracht of beroepsprestatie en heeft geleerd van de feedback. Doorgaans is een of twee keer voldoende. Niet eindeloos oefenen,maar vooral leren van de feedback en de reflectie. Wanneer je als werkbegeleider denkt dat de student na twee keer een ontwikkelingsgerichte opdracht of beroepsprestatie niet op kan voor de kwalificerende toets, neem dan contact op met de praktijkopleider Uitvoering De student spreekt af met de werkbegeleider om de BPV-toets te doen. Aan te raden is dat een andere werkbegeleider de beoordeling doet. De onafhankelijke werkbegeleider is als assessor neutraler, zelf ken je de student nu zo goed dat je niet zo neutraal meer kunt zijn. (zie de paragraaf over valkuilen in dit hoofdstuk) Voorbereiding Ontwikkelingsgericht Bijstellen Voorbereiding Kwalificerend Werkbegeleider in de rol van werkbegeleider Ik ben nu je werkbegeleider Werkbegeleider in de rol van werkbegeleider Ik ben nu ook nog je werkbegeleider Werkbegeleider in de rol van werkbegeleider Ik ben nu ook nog je werkbegeleider Werkbegeleider in de rol van werkbegeleider Ik ben nu je werkbegeleider Collega / Werkbegeleider in de rol van assessor Ik ben nu je assessor 1.2 Ontwikkelingsgericht en kwalificerend toetsen: het schema toegelicht. 6

Als werkbegeleider van de student richt je je in het begeleiden binnen de beroepsgerichte kwalificatiestructuur op de ontwikkeling van de student. Sommige toetsmomenten hebben een ontwikkelingsgericht, en andere toetsmomenten hebben een kwalificerend karakter. Het is van belang dit duidelijk te onderscheiden. Want bij de kwalificerende toets verdient een neutrale en onafhankelijke assessor (beoordelaar). Ben jij zelf de begeleider van de student dan neemt je collega de kwalificerende toets af bij jouw student, en jij neemt de kwalificerende toets af bij de student die begeleiding krijgt van jouw collega. Als een student met de stage of een BPV-periode begint, dan vormen het POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en het PAP (Persoonlijk Activiteitenplan) de uitgangspunten waarin je kunt zien (of samen kunt plannen) wanneer de toetsmomenten vallen. Voorafgaand aan de kwalificerende toets de beroepsprestatie of het CGI (criterium gericht interview) plant de student de ontwikkelingsgerichte toetsen of de oefentoetsmomenten, die je nabespreekt. De nabespreking is het leermoment voor de student, waarin je de student begeleidt in de reflectie op de persoonlijke en de beroepsmatige ontwikkeling. Valkuil: Feedfback geven is iets anders dan reflecteren: Er wordt wel eens gezegd tegen studenten : luister goed naar de feedback, dan kun je daarmee reflecteren. Maar dat is niet waar! Feedback geven heeft tot doel dat de student iets met jouw input doet. Reflecteren doet de student op zijn eigen handelen en door zelf kritisch terug te kijken op leermomenten. Dit kan het beste op een gestructureerde wijze (met een STARTT of een procesanalyse). 1.3 Hoe werk je als werkbegeleider samen met school en de student? Over contact opnemen tijdens begeleiding en beoordeling Bij de kennismaking en bij de start van de BPV-periode is normaal gesproken de naam van de BPVdocent bekend. Zo niet dan vraag je als werkbegeleider de naam, het telefoonnummer en email adres aan de student. Zorg dat je als werkbegeleider niet te lang wacht met contact maken. Ook als het goed gaat is dit contact van belang. In principe neemt de docent contact op met de werkbegeleider of praktijkopleider om te horen hoe de inwerkperiode is verlopen. Neemt de docent geen contact op, dan neem je als werkbegeleider of praktijkopleider zelf contact op. Ook als het goed verloopt is het belangrijk om even contact te hebben. Dit hoef je niet van de student te laten afhangen. Verslaglegging kan ook naar de docent. Zorg dus dat je het email adres hebt. De BPV-docent zal in minstens een keer op BPV- bezoek komen als het een BOL student betreft. Voor BBL- studenten gelden andere afspraken. De volgende checklist is bedoeld om je voor te bereiden op je taken en werkzaamheden als werkbegeleider en of assessor. Als je geen duidelijk beeld hebt bij de onderstaande vragen,bespreek dit dan met de praktijkopleider. 7

Het afnemen van een assessment of beoordeling in de BPV van de student Wat moet er beoordeeld worden? Hoe en wanneer moet de beoordeling of het assessment plaats vinden Door wie wordt er beoordeeld, is er een onafhankelijke collega in de rol van assessor beschikbaar? Zo niet, hoe los je dat op? Wat moet de student voorbereiden? Wat is de rol van de werkbegeleider/beoordelaar bij de uitvoering? Wat is de rol van de werkbegeleider/beoordelaar bij de evaluatie, en het bespreken van de consequenties van het assessment? De algemene taak als werkbegeleider in de formele gesprekken Welke taak heb je als werkbegeleider? Wat verwacht je van de student in het gesprek? Welke rol of taak heeft de BPV docent? Wie heeft de gespreksleiding? Welke voorbereiding is nodig voor het gesprek? 1.4 Hoe verzamel je informatie en hoe leg je informatie vast? Dossiers- aantekeningen- verslagen- feedbackformulieren. Van alle contactmomenten maak je aantekeningen. Dit noemen we werkaantekeningen. Ook de student doet dit. Spreek met de student af hoe jullie de voortgang van het leerproces bijhouden. Is de map van de student geschikt om aantekeningen te maken voor de student zelf of wordt er een apart (feedback)schrift gemaakt? Noteren jullie daar beiden dingen in of doet alleen de student dat? Wordt dat door jou en collega s ondertekend? Houd altijd zelf werkaantekeningen bij. Die gebruik je bij je gesprekjes met de student. Gebruik regelmatig feedbackformulieren en maak een afspraak over hoe vaak dit wordt gedaan. Van de gesprekken die je met de student voert, vraag je de student een verslag te maken. Zo kun je nagaan of alle besproken punten en afspraken eenduidig zijn. Is dit zo, dan kun je als werkbegeleider het verslag ondertekenen. Zo controleer je of je het met elkaar eens bent over wat er is besproken en afgesproken. Bij het nakijken van verslagen kun je de taalkaarten ernaast leggen en aangeven welk taalniveau het verslag heeft. (informatie via het ROC) 1.5 Over welke competenties beschik je als werkbegeleider bij het afnemen van een assessment (WACKER)? 8

WACKER is een methode waarmee je in een bepaalde volgorde je competenties als werkbegeleider kunt inzetten bij de beoordelingssituatie Waarnemen, Aantekeningen maken, Classificeren, Kwalificeren, Evalueren, Rapprteren. W- waarnemen: wat zie je, wat observeer je? A- aantekenen: maak aantekeningen van je observaties. C- classificeer: breng de aantekeningen onder in het beoordelingsformulier van het ROC. K- kwalificeren: wat is het waard, voldoet het aan de norm? E- evalueren: bespreek de resultaten met de ander observator. R- rapporteren: leg de waargenomen bevindingen vast. Een goede assessor zal zich steeds blijven bekwamen in deze vaardigheden. Blijf oefenen en vraag feedback op je WACKER- vaardigheden Assessor, wees wacker! 1.6 Valkuilen bij het afnemen van assessments 1. Jezelf als uitgangspunt nemen Het observeren, interpreteren en beoordelen vanuit je eigen opvattingen. Het projecteren van je eigen eigenschappen, verlangens en motieven op de leerling, waardoor je meer over jezelf zegt dan over de student. 2. Het halo- en horn-effect De neiging om de leerling die op één of meer punten erg goed of erg slecht uit de verf komt, ook op andere punten in dezelfde richting te beoordelen. 3. Generaliseren op grond van incidentele ervaringen Door een enkele goede of slechte ervaringen ontstaat het gevoel van sympathie of antipathie. Hierdoor conclusies trekken die emotioneel gekleurd zijn en dus niet objectief. 4. Het sequentie-effect Het laten doorwerken van voorafgaande beoordelingen in de volgende. De vorige keer zwak, dus het zal nu wel weer zo zijn. 5. Het centrale tendentie-effect De neiging om alle waarderingen rond het veilige midden te laten uitkomen. Dus het vermijden van uitersten (heel goed of heel slecht) terwijl dit wel terecht zou zijn. 9

6. Het niet-onderkennen van fase-typische eigenschapen Eigenschappen toekennen aan een leerling die niet zozeer typerend zijn voor de leerling als wel voor de levensfase waarin de leerling zich bevindt, zoals onzekerheid bij adolescenten. 7. Het hanteren van vooroordelen De leerling niet beoordelen als individu, maar onbewust inpassen in een bepaalde categorie ten aanzien waarvan vooroordelen bestaan, zoals op grond van uiterlijke kenmerken. 8. Het niet-onderkennen van gecamoufleerde eigenschappen Het over het hoofd zien dat iemand een eigenschap voorwendt die tegengesteld is aan zoals hij zich voelt. 9. Invloed van het stadium van de opleiding Niet goed zijn in het correct laten meewegen van het stadium van de opleiding. Eisen horen afgestemd te zijn op het opleidingsstadium; aan een eerste jaars stel je andere eisen dan aan een derde jaars. 10. Afgaan op wat men zegt Gevaar voor de waarde van eigen observatie dat door inwinnen van informatie bij anderen er te veel afgegaan wordt op wat anderen vinden. 11. Naar een eindresultaat toe redeneren Door een stellige overtuiging tot een beoordeling komen, zonder dat dit oordeel op grond van observaties en dergelijke waargemaakt kan worden. Er is geen ruimte om een oorspronkelijke conclusie op basis van feiten te herzien. 12. Verbloemen van eigen tekortkomingen Uit angst om kritiek te krijgen op het slecht verrichten van de begeleidingstaak (door omstandigheden of eigen tekortkoming) de leerling minder negatief beoordelen dan in feite gerechtvaardigd is. 13. Onvoldoende tijd nemen voor de beoordeling Niet voldoende tijd uittrekken om een beoordeling voor te bereiden, wat zich wreekt zich tijdens het beoordelingsgesprek. Oppassen dat het gesprek niet afgeraffeld wordt, anders uitstellen. 14. Projectie Het aan anderen toekennen van je eigen emotionele gevoelens, gedachten, wensen, waarnemingen en behoeften. Hoofdstuk 2:Gesprekken en toetsmomenten Per ROC staat achter de tabbladen een overzicht van de momenten van gesprekken en toetsen. 10

1 e tabblad: ROC ASA, onderdeel van de Amarantis Onderwijsgroep 2 e tabblad: Hoornbeeck College 3 e tabblad: ROC Midden Nederland, gezondheidszorgcollege 11

12

ROC ASA: werkwijze beroepsprestaties/werkprocessen/competenties Inleiding ROC ASA heeft het onderwijs voor de praktijk onderverdeeld in drie fasen. Elke fase is een leerjaar voor de verzorgende en verpleegkundige BOL/BBL. Fase 3 van de verpleegkundige opleiding behelst leerjaar 3 en 4. Wanneer een student een twee jarige traject BBL niveau 3 volgt, dan is het de bedoeling dat fase 1 en 2 vorm krijgen in het eerste leerjaar. In hoofdstuk 2 staat er een overzicht van de fasen, het leerjaar en beroepsprestaties. Het ontwikkelingsgerichte deel in deze fasen houdt in, dat school een keus mag maken in het wel of niet doen van de leerprestaties. Het kwalificerende deel over de beroepsprestaties is verplicht. Het kompas is een handleiding bij het gebruik van de drie fasen. De beroepsprestaties zijn de opdrachten voor in de praktijk. Het afronden van deze opdrachten heet beroepsprestaties stapelen. Halverwege de stage vindt er een tussenevaluatie plaats met de student, de werkbegeleider en de studieloopbaanbegeleider. De student en de werkbegeleider vullen onafhankelijk van elkaar het formulier voor 360 graden feedback in. Dit formulier geeft zicht op de basishouding van de leerling. Tijdens de tussenevaluatie wordt de stand van zaken besproken rond het POP/PAP en de voortgang van de beroepsprestaties. Een aantal beroepsprestaties bij elkaar geven een fase weer. Als alle beroepsprestaties van een fase afgerond zijn, schrijft de leerling een assessmentverslag volgens de STARRT-metode als afsluiting van de fase. In het kompas staat duidelijk beschreven welke werkprocessen en competenties in dit verslag beschreven moeten worden. Dit assessmentverslag wordt tien dagen voor het CGI goedgekeurd door de SLB-er in de rol van assessor van het ROC en de praktijkopleider van de BPV plaats. Het CGI vindt plaats in de BPV-instelling met een assessor van school (dit kan de SLB-er zijn, met de pet op van een assessor op), de werkbegeleider en eventueel de praktijkopleider. Uitgangspunt voor het CGI is het assessmentverslag. De assessor van het ROC maakt aantekeningen van het CGI. Als studenten een verkort BBL- traject niveau 3 volgen, dan worden de onderdelen kraamzorg en verstandelijk gehandicapten weggelaten. Elke verzorgende en verpleegkundige BOL- route kan versneld gedaan worden. Deze versnelling is niet vooraf vast te stellen. Gedurende de opleiding wordt duidelijk of de student competent genoeg is om de opleiding versneld af te ronden. Tot slot is er in hoofdstuk 2 een overzicht toegevoegd van alle gesprekken die tijdens de BPV gevoerd worden. Vanaf cohort 2011 schrijft de student een verantwoordingsverslag volgens de STARRT-methode. Het kompas geeft richting aan de werkprocessen en de competenties die beschreven moeten worden in dit verslag. De werkbegeleider is de is de beoordelaar van het verantwoordingsverslag. 13

Fase-indeling met beroepsprestaties (leerprestaties)verzorgende ROC ASA Fase Score Beroepsprestaties Werkprocessen Leerjaar INTRO (leerprestaties) LLB Kerntaken 1 en 2 1 1.1 Beginnen met zorg 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.4 Ondersteunt bij huishouden en wonen 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 3.4 Evalueert de zorgverlening Ontwikkelingsgericht 1.2 Veilig werken 1.5 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.7 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.3 Planmatig zorgverlenen 1 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en verpleegplan op 3.3 Stemt de zorgverlening af 1.4 Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen 1.4 Ondersteunt bij huishouden en wonen 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij de zelfredzaamheid 3.5 Evalueert de zorgverlening 1.5 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.6 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 3.4 Evalueert de zorgverlening 1.6 Begeleiden in een woonvorm 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal-maatschappelijk gebied(stimuleren sociaal netwerk) 2.4 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied 1.7 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.8 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 3.3 Stemt de zorgverlening af KWALIFICEREND Afsluiting Certificeerbare eenheid 1 Ondersteunen wonen en huishouden en 2 Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg 1.1 Stelt het zorgplan op 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.4 Ondersteunt bij huishouden en wonen 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal-maatschappelijk gebied. 3.3 Stemt de zorgverlening af 3.4 Evalueert de zorgverlening 14

Leerjaar 2 Ontwikkelingsgericht 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 1.5 Voert verpleegtechnische vaardigheden uit 3.1 Leren KWALIFICEREND 2.2 Planmatig zorgverlenen 2 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op 1.6 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 2.3 Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 1.5 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.7 Geeft voorlichting, advies en instructie 3.4 Evalueert de zorgverlening 2.4 Begeleiden bij pijn en verliesverwerking 1.3 Biedt palliatief-terminale zorg 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 3.3 Stemt de zorgverlening af 2.5 Omgaan met grensoverschrijdend gedrag (probleemgedrag) 1.6 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied. 1.8 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal maatschappelijk gebied 2.6 Hanteren van communicatieproblemen 1.7 Geeft voorlichting, advies en instructie 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied Afsluiting Certificeerbare eenheid 3 Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen 1.1 Stelt het zorgplan op 1.5 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.6 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.7 Geeft voorlichting. advies en instructie aan de zorgvrager 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 3.3 Stemt de zorgverlening af 3.4 Evalueert de zorgverlening 15

Leerjaar 3 3.1 Verdiepen in de branche 1.1 Stelt het zorgplan op 1.9 Verleent zorg en ondersteuning in één specifieke branche 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal-maatschappelijk gebied 2.5 Biedt begeleiding in één specifieke branche 3.3 Stemt de zorgverlening af KWALIFICEREND 3.2 Professionaliseren 1.9 Verleent zorg en ondersteuning in één specifieke branche 2.5 Biedt begeleiding in één specifieke branche 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.3 Participeren in kwaliteit van zorg 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 3.4 Evalueert de zorgverlening 16

Fase-indeling met beroepsprestaties (leerprestaties)verpleegkundige ROC ASA Fase Score Beroepsprestaties Werkprocessen INTRO (leerprestaties) LLB Kerntaken 1 en 2 1 1.1 Beginnen met zorg 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij redzaamheid 3.5 Evalueert de zorgverlening Ontwikkelingsgericht 1.2 Veilig werken 1.4 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie Facultatief Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen 1.4 Ondersteunt bij huishouden en wonen (uit KD niveau 3) 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij de zelfredzaamheid 3.5 Evalueert de zorgverlening 1.3 Planmatig verplegen 1 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en verpleegplan op 1.5 Monitort de gezondheidstoestand 3.5 Evalueert de zorgverlening KWALIFICEREND 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij de zelfredzaamheid 3.5 Evalueert de zorgverlening 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 3.3 Coördineert de zorgverlening 1.6 Begeleiden van een groep 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal maatschappelijk gebied 2.4 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied 3.5 Evalueert de zorgverlening 1.7 Hanteren van communicatieproblemen 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 17

Afsluiting Certificeerbare eenheid 2) Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 3.5 Evalueert de zorgverlening Leerjaar 2 Ontwi kkelin gsger icht 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 1.4 Voert verpleegtechnische vaardigheden uit 3.1 Leren 2.2 Planmatig verplegen 2 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 2.3 Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 1.4 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij de zelfredzaamheid 3.5 Evalueert de zorgverlening 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 1.3 Biedt palliatief-terminale zorg 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.5 Omgaan met grensoverschrijdend gedrag 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal maatschappelijk gebied 2.6 Handelen onder druk 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties KWALIFICEREND Afsluiting Certificeerbare eenheden 1) Ondersteunen bij begeleiding en 3) Ondersteunen bij verpleegtechnische handelingen 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op 1.6 Geeft voorlichting. Advies en instructie aan de zorgvrager 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal- maatschappelijk gebied 2.4 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal- maatschappelijk gebied 3.5 Evalueert de zorgverlening 18

Leerjaar 3/4 3.1 Verdiepen in de branche KWALIFICEREND 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren 19

Gesprekken ROC ASA BBL3, 3 jr vz BBL3, 2 jr vz BOL 3 vz BOL4 vp 2 weken voor aanvang van de stage/werk is er een voorlopig POP/PAP goedgekeurd door de SLB-er op school Introductiegesprek op de afdeling met de werkbegeleider en de student presentatie van POP/PAP Voortgangsgesprek op de afdeling met de student en werkbegeleider. POP + PAP verloopt wel of niet volgens planning BPV Ongeveer 5 reflectieverslagen zijn ingeleverd bij de SLB-er en werkbegeleider. Eerste evaluatiegesprek aanwezig student, werkbegeleider, SLB-er. Invullen 360 graden feedbacklijst door student en werkbegeleider Voortgang BPV bespreken a.d.h.v. POP/PAP Voortgangsgesprek op de afdeling met de student en werkbegeleider POP + PAP verloopt wel of niet volgens planning BPV Schrijven van een assessesmentverslag door de student, volgens de starrt-methodiek, als alle beroepsprestaties van een fase zijn afgerond. Beoordeling van het verslag 10 dagen voor het cgi door praktijkopleider en assessor van school. Portfolio laten beoordelen op school door de assessor van school CGI met de assessor van school, werk- en of praktijkopleider a.d.h.v. het assessmentverslag Voor aanvang van de BPV Voor aanvang van de BPV Voor aanvang van de BPV Voor aanvang van de BPV Binnen twee weken Binnen twee weken Binnen twee weken na Binnen twee weken na na aanvang van de na aanvang van de BPV aanvang van de BPV aanvang van de BPV BPV Na 3 maanden 6 tot 8 weken Na 3 maanden Na 3 maanden Na 5 maanden 3 tot 4 maanden Na 5 maanden Na 5 maanden Na 7 maanden 5 tot 6 maanden Na 7 maanden Na 7 maanden Aan het einde van elke fase, 10 dagen voor CGI Aan het einde van elke fase,10 dagen voor het CGI Na de afronding van elke fase Aan het einde van elke fase, 10 dagen voor CGI Aan het einde van elke fase,10 dagen voor het CGI Na de afronding van elke fase Aan het einde van elke fase, 10 dagen voor CGI Aan het einde van elke fase,10 dagen voor het CGI Na de afronding van elke fase Aan het einde van elke fase, 10 dagen voor CGI Aan het einde van elke fase,10 dagen voor het CGI Na de afronding van elke fase 20

21

Gesprekken (Zie ook www.hoornbeeck.nl onder publicaties gezondheidszorg, daar staat het document aan Werkwijze BPV docenten niveau 3 Kennismaking en Introductiegesprek wordt gedaan door: 1 BPV docent met student op school 2 Door student in de instelling POP + concept PAP met daarin verwerkt GO/NO GO fase en examinering proeven na 2 weken van het introductiegesprek Belronde wordt gedaan door BPV docent,doel is om te kijken of bepaalde zaken er zijn en gedaan zijn, en om eventuele coachingsvragen te inventariseren en van acties te voorzien. Vaststellen PAP door werkbegeleidster BPV docent heeft concept PAP reeds goedgekeurd Voortgangsgesprekken worden door werkbegeleider gedaan POP + PAP verloopt wel of niet volgens planning BPV Eerste evaluatiegesprek door werkbegeleidster en is gericht op GO/NO GO fase Voortgang BPV bespreken aan de hand van GO/NO GO lijsten en documenten die de student heeft gemaakt ter voorbereiding op de proeven:van dit gesprek maakt de student een verslag. Bezoek instelling door BPV docent Doelen zijn: begeleiding tijdens het werken aan de opdrachten/proeven; aandachtspunten voor kwaliteit bij de beoordeling; zaken die student, werkbegeleider of praktijkopleider aangeeft. Tweede evaluatiegesprek (= beoordelend ) Werkbegeleider of praktijkopleider vult beoordeling van de proeven in na afname van de proeven Facultatief bezoek door BPV docent bij die studenten bij wie eerder is aangegeven door instelling dat er twijfels zijn ten aan zien van de resultaten van de BPV. Er wordt een bezoek gebracht aan het leerbedrijf. Belronde door BPV docent wordt gedaan bij die leerbedrijven en ten aanzien van die studenten waar er geen twijfels zijn t.a.v. de resultaten. Er wordt geen bezoek aan het leerbedrijf gedaan. Evaluatie-gesprek tussen student(en) en BPV docent. Vindt plaats op school Doelen zijn: - overdragen van resultaten van BPV van student naar docent - terugblik op geheel van BPV waarin ruimte dient te zijn voor: - inleveren originelen van aftekenformulieren (stuur er op aan dat de student een kopie voor zichzelf heeft) VIG 3 jr BBL Binnen 2 weken BOL 3 en 4 VIG/VP Bij 10 weken stage Voor aanvang van de BPV BOL 3 en 4 VIG/VP Bij 20 weken stage Voor aanvang van de BPV Binnen 1 Week 1 Week 1 maand Na 1 maand Na 1 week Na 2 weken In principe In principe om de In principe eens per maandelijks week 3 weken Na 5 maanden Na 5 weken Na 10 weken Na 5 maanden Na 6 en 10 maanden Na 6 en 10 maanden Na 10 maanden Ongeveer de 4 e of 5 e week Ongeveer de 8 e to de 12 e week 9 e en 10 e week 17 e tot 20 e week 9 e en 10 e week 17 e tot 20 e week In of na de 10 e week Laatste dag van de BPV In of na de 20 e week Laatste dag van de BPV 22

Hoornbeeck BPV Werkprocessen en Competenties Kernactiviteiten/ proeven Beroepsprestaties BOL 3 BOL 4 BBL 3 BBL4 Leerjaar 3 en 4 Werkprocessen Ondersteunen bij huishouden en wonen 1.4 Ondersteunt bij huishouden en wonen Leerjaar 1 Leerjaar 1 Leerjaar 1 N.V.T. Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg Leerjaar 1 Leerjaar 1 Leerjaar 1 N.V.T. Voorlichting, advies en instructie 1.7 Geeft voorlichting en advies en instructie Leerjaar 2 Leerjaar 2 N.V.T. Begeleiden van zorgvragers 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal- maatschappelijk gebied Leerjaar 1 Leerjaar 1 Leerjaar 1 N.V.T. Werken volgens zorgplan/verpleegplan 1.1 Stelt zorgplan op 1.6 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 3.4 Evalueert de zorgverlening Leerjaar 2 Leerjaar 1 Leerjaar 2 N.V.T. 23

Kernactiviteiten/ proeven Ingrijpen in onvoorziene situaties Werkprocessen Beroepsprestaties BOL 3 BOL 4 BBL 3 BBL4 Leerjaar 3 en 4 1.8 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Wordt op school in Skills lab. geëxamineerd. N.V.T. Geriatrische en psychogeriatrische zorgvrager 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatische en psychosociaal gebied 1.8 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.4 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal maatschappelijk gebied 3.4 Evalueert de zorgverlening Leerjaar 2 of 3 Leerjaar 2 of 3 of 4 Leerjaar 2 of 3 N.V.T. Kernactiviteiten/ proeven Chronisch zieke zorgvrager Werkprocessen Beroepsprestaties 1.1 Stelt het zorgplan op 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (alleen VP) 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.3 Biedt palliatief terminale zorg 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatische en psychosociaal gebied 1.7 Hanteert crisis situaties en onvoorziene situaties (aanvulling VP) 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal en maatschappelijk gebied 3.4 Evalueert de zorgverlening BOL 3 BOL 4 BBL 3 BBL4 Leerjaar 3 en 4 Leerjaar 2 of 3 Leerjaar 2 of 3 of 3 Leerjaar 2 of 3 N.V.T. 24

Kernactiviteiten/ proeven Werkprocessen Beroepsprestaties BOL 3 BOL 4 BBL 3 BBL4 Leerjaar 3 en 4 Geriatrische en psychogeriatrische zorgvrager 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.6 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.8 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 2.2 begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.3 begeleidt een zorgvrager op sociaal maatschappelijk gebied 3.4 Evalueert de zorgverlening Leerjaar 2 of 3 Leerjaar 2 of 3 of 4 Leerjaar 2 of 3 N.V.T. Kernactiviteiten/ proeven Werkprocessen Beroepsprestaties BOL 3 BOL 4 BBL 3 BBL4 Leerjaar 3 en 4 Zorgvrager met een verstandelijke beperking Zorgvrager met een psychische stoornis Revaliderende zorgvrager 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (alleen VP en bij de GGZ) 1.6 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.8 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 2.1 Begeleidt de zorgvrager bij zelfredzaamheid 2.2 begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal maatschappelijk gebied 2.4 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal en maatschappelijk gebied (alleen bij VGZ) 3.4 Evalueert de zorgverlening Leerjaar 2 of 3 Leerjaar 2 of 3 of 4 Leerjaar 2 of 3 N.V.T. Kernactiviteiten/ proeven Werkprocessen Beroepsprestaties BOL 3 BOL 4 BBL 3 BBL4 Leerjaar 3 en 4 Barende Kraamvrouw en pasgeborene Verpleegtechnisch handelen 1.2 ondersteunt bij de persoonlijke basiszorg 1.5 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.6 monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.7 Geeft voorlichting en advies en instructie 2.2 Begeleidt zorgvrager op psychosociaal gebied 3.4 Evalueert de zorgverlening 1.4 Voert verpleegtechnische handelingen uit Deze proeve bestaat uit verplichte en facultatieve handelingen. Deze proeve is een lint proeve, d.w.z.: deze gaat de leerjaren 2, 3 (en voor VP 4) mee langs alle andere proeven. Leerjaar 2 of 3 25

Klinische zorgvrager 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op Leerjaar 3 of 4 Leerjaar 3 of 4 Afstemmen van zorg (VZ) Coördineren van zorg (VP) 3.3 Stemt de zorgverlening af Leerjaar 3 Leerjaar 4 Leerjaar 3 Leerjaar 4 Kernactiviteiten/ Proeven Werkprocessen Beroepsprestaties BOL 3 BOL 4 BBL 3 BBL4 Leerjaar 3 en 4 Terugblikken en vooruitkijken 3.1 Werkt aan eigen deskundigheid Ieder leerjaar wordt afgesloten met deze proeve. Maar pas in het laatste leerjaar wordt deze gekwalificeerd getoetst. De beginnend beroepsbeoefenaar 1.8 Verleent (verpleegkundige) zorg en ondersteuning in één specifieke branche Deze proeve vormt de afsluiting van de opleiding. 26

27

28

Algemene informatie ROCMN Onderstaande informatie in de schema s zijn globaal aangegeven. Per cohort zijn er kleine verschillen. De studenten hebben altijd per jaar een aftekenlijst met praktijkopdrachten. Daar staat precies in aan welke opdrachten ze aan werken op school en in de praktijk. Per behaalde Beroepsprestatie sluiten ze het ook met een examen af. Er zij dus geen aparte CGI gesprekken, een proeve en of een en assessments ter afsluiting van een leerperiode. Aan het eind van de opleiding is er wel een eindgesprek tussen de werkof praktijkopleider en de BPV docent Per september 2012 gaat ROC Midden Nederland over op het materiaal van prove2move. Dan komt er aanvullend materiaal. Het prove2move materiaal bevat voor studenten en werkbegeleiders een hele concrete handleiding voor in elke map. ROC Midden Nederland BPV Beroepsprestaties niveau 3 Kernactiviteiten Beroepsprestaties BOL 3 BBL 3 vbbl3 2 jarig 1. Van intro naar professie Binnenschoolse activiteit 1. Je professionele ontwikkeling 2. Samenwerken 3. Leren- leren 4. Het ontwikkelen van je beroepsbeeld 5. Het ontwikkelen van opleidingsbeeld 2. Ondersteunen bij leven alledag 3. Zorgen in specifieke situaties 4. Bieden van midden complexe zorg (vz) 4. Bieden van midden/ hoog-complexe zorg (vp) Beroepsprestaties: 2.1 Verzamelen en rapporteren van gegevens 2.2 Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken 2.3 Ondersteunen bij basisbehoeften 2.4 Zorgen voor veiligheid 2.5 Begeleiden bij zelfzorg en mantelzorg 3.1 Planmatig zorg verlenen 3.2 Plannen en uitvoeren van eenvoudige verpleegtechnische handelingen 3.3 Begeleiden bij verliesverwerking 3.4 Opzetten en uitvoeren van activiteiten 3.5 begeleiden van een groep zorgvragers 4.1 Het afstemmen van zorg 4.2 Het uitvoeren van risicovolle handelingen 4.3 Omgaan met moeilijk hanteerbaar gedrag 4.4 Omgaan met communicatiestoornissen Leerjaar 1 21, 2.2, 2.3 Leerjaar 2 ; 2.4,2.5, 3.1, 3.2 Leerjaar 3 3.2,3.3, 3.4,3.5,4.1 4.2,4.3 Leerjaar 1 2.1,2.2,2.3,2. 4,3.1 Leerjaar 2 2.5, 3.2, 3.3,4,3.5 Leerjaar 3 4.1,4.2, 4.3, 4.4 Leerjaar 1 2.2 niet Leerjaar 1 Leerjaar 2 29

5. Verdiepen in 1 branche 5.1 Verzorgen van zorgvragers met midden complexe problemen (VZ) 5.1Verplegen van zorgvragers met hoog complexe problemen(vp) 5.2 Aansturen van zorgverlening 5.3 Participeren in kwaliteit van zorg 5.4 Bevorderen van deskundigheid binnen het team Leerjaar 3 5.1, 5.2, 5.3,5.4 Leerjaar 3 5.1,5.2,5.3, 5.4 Leerjaar 2 6. Regie voeren 6.1 Coachen van stagiaires 6.2 Coördineert werkzaamheden op de afdeling 6.3 Eerstverantwoordelijke zijn van zorg ROC Midden Nederland BPV Beroepsprestaties niveau 4 Kernactiviteiten Beroepsprestaties BOL 4 BBL4 1. Van intro naar professie Binnenschoolse activiteit 2. Ondersteunen bij leven alledag 3. Zorgen in specifieke situaties 1. Je professionele ontwikkeling 2. Samenwerken 3. Leren- leren 4. Het ontwikkelen van je beroepsbeeld 5. Het ontwikkelen van opleidingsbeeld Beroepsprestaties: 2.1 Verzamelen en rapporteren van gegevens 2.2 Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken 2.3 Ondersteunen bij basisbehoeften 2.4 Zorgen voor veiligheid 2.5 Begeleiden bij zelfzorg en mantelzorg 3.1 Planmatig zorg verlenen 3.2 Plannen en uitvoeren van eenvoudige verpleegtechnische handelingen 3.3 Begeleiden bij verliesverwerking 3.4 Opzetten en uitvoeren van activiteiten 3.5 begeleiden van een groep zorgvragers Leerjaar 1 2.1, 2,2 en 2,3 2,4 2.5, 3.1, 3.2 3,4 3,5 Leerjaar 2 Leerjaar 1 Alle Leerjaar 1 3.1 en 3.2 Leerjaar 2 3.3, 3.4, 3.5 30

4. Bieden van midden complexe zorg (vz) 4. Bieden van midden/ hoog-complexe zorg (vp) 4.1 Het afstemmen van zorg 4.2 Het uitvoeren van risicovolle handelingen 4.3 Omgaan met moeilijk hanteerbaar gedrag 4.4 Omgaan met communicatiestoornissen Leerjaar 3 3,4 4,1 4,2 4,3 4,4 Leerjaar 2 4.1, 4.2, 4.3, 4,4 5. Verdiepen in 1 branche 5.1 Verzorgen van zorgvragers met midden complexe problemen (VZ) 5.1Verplegen van zorgvragers met hoog complexe problemen(vp) 5.2 Aansturen van zorgverlening 5.3 Participeren in kwaliteit van zorg 5.4 Bevorderen van deskundigheid binnen het team 6. Regie voeren 6.1 Coachen van stagiaires 6.2 Coördineert werkzaamheden op de afdeling 6.3 Eerstverantwoordelijke zijn van zorg Leerjaar 4 5,1 5,2 5,3 Leerjaar 4 6.1,6.2,6.3 Leerjaar 3 Leerjaar 4 6.1,6.2,6.3 31

ROC Midden Nederland: Formele gesprekken/ tijdspad per leerjaar Aanwezig bij gesprekken zijn : student, en werkbegeleider (en eventueel: praktijkopleider). En volgens de afspraken van het ROC: de LLB/BPV docent. Gesprekken per leerjaar VIG 3 jr BBL VBBL3 VIG 2 jarige Kennismaking en Introductiegesprek POP + concept PAP met daarin verwerkt Leer- en beroepsprestaties na 2 weken van het introductiegesprek Vaststellen PAP Criteriumgesprek LLB heeft concept PAP reeds goedgekeurd Voortgangsgesprek POP + PAP verloopt wel of niet volgens planning BPV Eerste evaluatiegesprek(is uitsluitend op voortgang gericht en is niet beoordelend) Voortgang BPV bespreken ingeleverde reflectieverslag (uiterlijk 2 weken eerder ingeleverd), getekende beoordelinglijsten van de beroepsprestatie in bij het examen bureau Voortgangsgesprek POP + PAP verloopt wel of niet volgens planning BPV Tweede evaluatiegesprek (= beoordelend ) bespreken van ingeleverde reflectieverslag (uiterlijk 2 weken eerder ingeleverd) beoordeling leer- en beroepsprestaties voortgang BPV Werkbegeleider of praktijkopleider vult formulier in ( rapportage resultaten BPV),leerling verstrekt deze aan LLB Binnen 2 weken Na 1 maand VBBL3 VIG 1 jarige BOL 3 en 4 VIG/VP Bij 10 weken stage BOL4 VIG/ VP Bij 20 weken stage Binnen 2 weken Binnen 2 weken Binnen 2 weken Binnen 2 weken Na een maand 2 tot 4 weken Na 2 weken Na 2 weken Na 3 maanden Na 3 maanden na 3 maanden Na 3 weken Na 5 weken Na 5 maanden Na 5 maanden na 5 maanden Na 5 weken Na 10 weken Na 7 maanden Na 7 maanden na 7 maanden Na 7 weken Na 15 weken Na 10 maanden Na 10 maanden Na 10 maanden 10 e week 20 e week NB Aanwezigheid LLB/BPV docent (v) BBL: de LLB/BPV docent is op verzoek van de instelling of student aanwezig bij gesprek BOL: De LLB/BPV- docent is aanwezig bij het eerste of tweede evaluatiegesprek. Door de instelling of student kan verzocht worden aan de docent/lbb om bij beide gesprekken aanwezig te zijn 32

Hoofdstuk 3: Portfolio en examenbureau De student komt naar de werkvloer met zijn portfolio. Daarmee kan hij laten zien over welke kennis, vaardigheden en ervaringen hij beschikt. In dit hoofdstuk komen aan bod: 1. uitgebreidere begripsbepaling (wat wordt bedoeld met de verschillende instrumenten) 2. momenten waarop de worden de beschreven instrumenten worden ingezet 3.1 Uitgebreidere begripsbepaling Portfolio is een dossier of map waarin de student bewijsstukken bewaart over zijn ontwikkeling. Op die manier kan de student aan anderen (zoals zijn BPV-docent of studieloopbaanbegeleider, maar ook potentiële werkgevers) laten zien wat hij weet en kan en waar zijn sterke punten liggen. Voor de student zelf is een portfolio ook belangrijk, als middel om voor reflectie op zijn zwakkere punten en als middel om zijn leeractiviteiten en leerresultaten te ontwikkelen en te verzamelen. De eisen die gesteld worden aan een portfolio kunnen per opleiding verschillen. Portfolio-assessment (beoordeling) meet de competentieontwikkeling van de student. Het is een gesprek tussen de student en de beoordelaar(s). Dit gesprek kan de vorm hebben van een criteriumgericht interview (STARRT- methode). De student levert bewijs (op basis van bewijsstukken in het portfolio) over verworven competenties of laat zijn ontwikkeling zien. Deze beoordelingsvorm wordt gegeven op momenten die de overgang naar een volgende stap markeren, bijvoorbeeld aan het einde van het eerste jaar of voordat de student op stage gaat of ter afsluiting van de studie of stage. Criterium gericht interview is een gesprek dat tot doel heeft op methodische wijze competenties van de student te meet. De student wordt bevraagd op zijn handelen in kritische beroepssituaties. Het gaat daarbij niet alleen om wat hij weet, maar ook om wat hij kan. De vragen in het interview zijn opgesteld volgens het STARRT model. Dat wil zeggen dat er gevraagd wordt hoe de student in bepaalde situaties gehandeld heeft en wat daaruit blijkt van het wel of niet hebben van bepaalde competenties. Daarbij worden in de regel twee criteria gehanteerd: het effectief inzetten van persoonlijke en/of gedragscompetetnties het reflecteren op eigen gedrag en resultaten Bij deze interviews kan ook gebruik gemaakt worden van gedragsindicatoren. STARRT- methode is een model voor reflectie. STARRT staat voor: Situatie Taak Actie Resultaat Reflectie -Toepassing. Centraal staat hoe de student gehandeld heeft in een bepaalde situatie en wat hij daarvan geleerd heeft en hoe hij dit zou kunnen toepassen in een nieuwe situatie. Reflecteren is terugkijken op wat gedaan is en daar de zwakke- en sterke punten uithalen. Alleen als dat gedaan is, kan de student concreet plannen maken om prestaties en gedrag te verbeteren en om 33

leerdoelen (vastgelegd in een POP) te stellen. Reflectie moet systematisch worden aangepakt, bijvoorbeeld volgens de ABCD methode of de STARRT-methode. POP staat voor Persoonlijk Ontwikkelingsplan. Dit is een document dat de student maakt en gedurende de opleiding aanpast en verder uitbouwt met als doel om zijn eigen ontwikkeling vast te leggen en te sturen. Bij het maken van een POP staat reflectie centraal: wat wil je, wat moet je daarvoor kunnen, hoe ga je het aanpakken? 4.2 Inzet van instrumenten: Soorten portfolio Functie Praktijk School K Start- of Showcaseportfolio Jezelf presenteren X X Ontwikkelingsportfolio Beoordelings- /assessmentportfolio Sturen en reflecteren op leeren loopbaanprocessen Beoordelen van bewijzen van leerresultaten X X (is weegmoment) Kennismakingsgesprek aan de hand van portfolio Beginsituatie van de student vaststellen X X (alleen binnen het Hoornbeeck College) Reflectie gesprek Bewustwording van leermomenten X POP Leerdoelen opstellen en/of bijstellen X X Criterium gericht interview Het meten van de competenties van een student X ( alleen bij ROC ASA) K 34

Bijlage 1 Begrippenlijst Assessment afnemen manier van beoordelen waarbij kennis, beroepshouding en vaardigheden niet afzonderlijk, maar geïntegreerd worden getoetst ABCD methode reflectie methode assessmentverslag verslag geschreven door de student als afronding van een fase en uitgangspunt voor het CGI beroepsprestatie een afgeronde toetsopdracht B.C.P. beroepscompetentieprofiel BPV-docent de docent die naar de BPV de contactpersoon is voor de student en de werkbegeleider of praktijkopleider. Er worden op de drie verschillende scholen diverse termen gebruikt voor BPV docent bijvoorbeeld SLB of LBB CGO competentie gericht opleiden CGI criteriumgericht interview competenties geschikt gedrag waarbij gevraagde kennis, handelen en houding geïntegreerd is consortium samenwerkingsverband met producten van vastgesteld en gecertificeerd examenmateriaal dat door verschillende ROC s is samengesteld evaluatie Het verzamelen van informatie over iets wat is gebeurd en die gebeurtenis vervolgens beoordelen. (synoniem: nabeschouwing) feedback kritiek die zowel positief (complimenten) als opbouwend is (die zo wordt gebracht, dat de ontvanger het als een mogelijkheid of verbeterpunt ziet ) KD kwalificatiedossier kernactiviteit bundeling van werkprocessen en competenties onder één noemer kompas handleiding die gebruikt wordt bij beroepsprestaties (fase 1,2,3) LBB Loopbaanbegeleider, vaste docent van de student die de student begeleid en het leerproces volgt. (deze term wordt gebruikt binnen ROC Midden Nederland) monitoren het waarnemen en verzamelen van informatie over iets, gedurende langere tijd of afstand met een bepaalde bedoeling. portfolio persoonlijk map waaruit blijkt hoe de student met zijn ontwikkeling bezig is; kan uit verschillende onderdelen bestaan : startportfolio, ontwikkelportfolio, beoordelingsportfolio POP persoonlijk Ontwikkelingsplan PAP persoonlijk Activiteitenplan proeve afrondende praktijkopdracht waarbij alle competenties geïntegreerd zichtbaar moeten worden Prove 2 move examenbank met gecertificeerd examenmateriaal praktijkopleider Degene die in de instelling die de werkbegeleiders coacht en de leerprocessen op afstand bewaakt (proces) procesanalyse uitvergroting/ beschrijving van een situatie, volgens een stappenmodel die iemand zich bewustmaakt van gedrag: reflectiemethode reflecteren terugkijken op het persoonlijke functioneren en handelen in de beroepssituatie met de eigen beleving hierbij STARRT Reflectiemethode volgens een stappenplan: Situatie- Taak- Actie - Resultaat - Reflectie - Toepassing SLB studieloopbaanbegeleider. (deze term wordt gebruikt binnen ROC ASA) verantwoordingsverslag STARRT- verslag dat door de werkbegeleider beoordeeld wordt werkbegeleider directe begeleider op de werkvloer werkprocessen set van bij elkaar behorende activiteiten (taken en handelingen ) 35

Bijlage 2 Examinering in het MBO in vragen en antwoorden Pagina 36

Speerpunten: De vragen 19 tot en met 22 geven de noodzaak aan dat wij als ROCs de deskundigheid van beoordelaars moeten kunnen borgen. Scholing van leerbedrijven is van belang. Welke activiteiten wij daarbij aan de inspectie kunnen laten zien is van belang. Maar ook het ter sprake brengen van de deskundigheid van beoordelaars tijdens BPV- bezoeken en uiteraard het noteren van gegevens. De vragen 23 tot en met 25/26 betreffen de objectiviteit van de beoordeling. De kwestie die onder meer speelt is of geborgd kan worden dat begeleiding en beoordeling onderscheiden zijn. De BPV docenten zouden hier naar moeten/kunnen vragen bij het bezoek aan het leerbedrijf. (De GO/NO GO biedt daar een goede gelegenheid voor.). Examinering in het MBO in vragen en antwoorden Pagina 37