Overdrachtsformulier van peuterspeelzaal naar onderbouw PO INHOUDSOPGAVE Bladzijde Peuter gegevens 2 Zelfredzaamheid / zelfregeling 3 Weerbaarheid / Welbevinden 4 Relatie met andere kinderen 5 Relatie met de leidster 6 Motoriek / werken, inzicht, begrip 7 Spelen 8 Taal begrijpen 9 Taal gebruiken 10 Communicatieve vaardigheden 11 Activiteiten met verhalen, boeken en teksten 12 Gezondheid 13 1
Observatie en overdracht van peuterspeelzaal naar basisschool Voor- en achternaam kind: Geboorte Geboorteland: Thuistaal: Vanaf welke leeftijd bezoekt kind peuterspeelzaal? jaar Bezoekt het kind nog een andere voorziening? Zo ja, welke Is het kind op indicatie geplaatst zo ja, door wie Is er contact geweest met consultatiebureau zo ja, waarvoor Is er een behandelingsplan opgesteld? Naar welke basisschool gaat het kind Naam leidster peuterspeelzaal Welstad Locatie peuterspeelzaal Leidster bereikbaar op volgende dagen: telefoonnummer peuterspeelzaal: Opmerkingen: 2
3
Peuterobservatie lijst Zelfredzaamheid Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 1 Het kind eet zelfstandig fruit, broodje of koek 2 Het kind drinkt zelfstandig uit een beker 3 Het kind kan al veel zelf (aan en uitkleden, naar de w.c./handen wassen) 4 Het kind pakt zelf speelgoed 5 Het kind ruimt zelfstandig op 6 Het kind is zindelijk Opmerkingen Zelfregeling Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 7 Het kind begrijpt eenvoudige opdrachten (in eigen taal). 8 Het kind houdt zich aan de regels 9 Het kind beheerst zich bij boosheid of agressie 10 Het kind wacht tot het aan de beurt is Opmerkingen 4
Peuterobservatie lijst Weerbaarheid Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 11 Het kind weert zich in de grote groep. 12 Het kind gaat goed om met tegenslag of frustratie. 13 Het kind heeft vertrouwen in zijn eigen doen en laten. Opmerkingen WELBEVINDEN Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 14 Het kind neemt zonder problemen afscheid van ouder of verzorger. 15 Het kind voelt zich veilig in de grote groep. 16 Het kind heeft weinig tijd nodig om te wennen. 17 Het kind durft zich spontaan te uiten in de groep. 18 Het kind is doorgaans opgewekt. 19 Het kind heeft plezier in activiteiten. 20 Het kind heeft een ontspannen houding. Opmerkingen. 5
peuterobservatie lijst Relatie met andere kinderen Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 21 Het kind maakt gemakkelijk contact met andere kinderen. 22 Andere kinderen vragen het kind om mee te spelen. 23 Het kind is betrokken en doet actief mee. 24 Het kind komt voor zich zelf op tijdens spel 25 Het kind heeft vaak ruzie met andere kinderen. Opmerkingen 6
peuterobservatie lijst Relatie met de leidster Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 26 Het kind heeft een goed contact met de leidster 27 Het kind heeft een sterke voorkeur voor bepaalde leidster 28 Het kind laat zich troosten als het verdrietig is 29 Het kind maakt oogcontact met de leidster 30 Het kind vraagt vooral lichamelijk contact 31 Het kind vraag te veel negatieve aandacht 32 Het kind vraagt weinig aandacht van de leidster Opmerkingen 7
peuterobservatie lijst Motoriek Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 33 Het kind kan goed lopen. 34 Het kind kan goed rennen. 35 Het kind beweegt zich vrij. 36 Het kind heeft plezier in bewegen en bewegingsspel. 37 Het kind maakt doelgerichte bewegingen. 38 Het kind kan kleine voorwerpen goed vasthouden. Opmerkingen. WERKEN/INZICHT/BEGRIP Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 39 Het kind pakt informatie voldoende op. 40 Het kind kan lang met één activiteit bezig zijn. 41 Het kind voert de opdrachten van de leidster uit. 42 Het kind maakt puzzels die passen bij de leeftijd. 43 Het kind kan werken met bouw- /constructiemateriaal. 8
Opmerkingen. 9
peuterobservatie lijst datum SPELEN Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 44 Het kind komt tot spel. 45 Het kind kan langere tijd spelen. 46 Het kind gebruikt fantasie bij het spel. 47 Het kind heeft plezier in spel. 49 Het kind brengt variatie in zijn spel aan. 50 Het kind laat ontwikkeling in zijn spel zien. 51 Het kind speelt met andere kinderen 52 Het kind speelt zonder het spel van andere kinderen te verstoren. Opmerkingen. 10
peuterobservatie lijst TAALONTWIKKELING datum Ja/soms/nee Eventueel Ja/nee/soms Eventueel korte korte Taal begrijpen 53 Het kind neemt deel aan de verschillende kernactiviteiten en is daarbij betrokken 54 Het kind zoekt contacten binnen deze kernactiviteiten 55 Het kind gebruikt non-verbale communicatiemogelijkheden(bijv. knikken, even lachen) 56 Het kind is nieuwsgierig naar wat anderen te vertellen hebben 57 Het kind laat zien dat het de taal van anderen wil en kan begrijpen 58 Het kind heeft een actieve luisterhouding Opmerkingen. 11
peuterobservatie lijst Ja/soms/nee Eventueel Ja/nee/soms Eventueel korte korte Taal gebruiken 59 Het kind gebruikt één-woordzinnen of meer-woord-zinnen om met anderen mee te doen 60 Het kind begrijpt nieuw aangeboden woorden en probeert die te gebruiken in activiteiten met anderen. 61 Het kind is geïnteresseerd in nieuwe woorden en pikt zelf nieuwe woorden op 62 Het kind gebruikt taal om voorwerpen en gebeurtenissen te benoemen/te beschrijven en over eigen ervaringen te vertellen. 63 Het kind kan alle klanken uitspreken. Opmerkingen. 12
peuterobservatie lijst Communicatieve vaardigheden Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 64 Het kind praat vrijuit 65 Het kind is verstaanbaar 66 Het kind neemt actief deel in gesprekjes 67 Het kind wil zich duidelijk maken en reageert op de inbreng van anderen Opmerkingen. 13
peuterobservatie lijst datum Activiteiten met verhalen boeken en teksten Ja/soms/nee Eventueel korte Ja/nee/soms Eventueel korte 68 Het kind vindt het leuk om mee te kijken in (prenten)boeken 69 Het kind luistert graag naar verhalen en wil graag zelf vertellen 70 Het kind is nieuwsgierig naar wat er op een briefje of in een boek staat 71 Het kind neemt zelf initiatieven om te 'lezen', te vertellen en teksten te tekenen. 72 Het kind speelt dat het leest of schrijft in spelactiviteiten 73 Het kind 'leest mee' en benoemt wat er op illustraties te zien is. 74 Het kind 'leest mee' en vertelt na in eigen taal/boekentaal 75 Het kind 'dicteert' het verhaal bij een tekening aan een ander 76 Het kind maakt verschil tussen een tekening en een schrijfsel 77 Het kind leest zelfgemaakte briefjes en gedicteerde teksten na Opmerkingen. 14
Peuterobservatie lijst Gezondheid Ja/soms/nee Indien ja/soms Ja/nee/soms graag toelichting Indien ja/soms graag toelichting 78 Het kind is vaak ziek. 79 Het kind is meestal hangerig, lusteloos, niet fit. 80 Maakt het kind gebruik van bijvoorbeeld fysiotherapie, kinderarts, specialist e.a. 81 Wordt er door de ouder(s) gebruik gemaakt van gezinsgerichte voorzieningen, zoals Vroeghulp, Opvoedingsondersteuning, Video-Hometraining, Gezinsbegeleiding, Spel aan Huis, Home Start. Opmerkingen Cito- Peutervolgsysteem. Toets: Taal Toets: Ruimte Toets: Ordenen niveau niveau niveau Dit formulier+ Scoreformulieren worden door de peuterspeelzaal, bij overgang naar de basisschool overgedragen aan de betreffende leerkracht. Hiertoe geven ouders/verzorgers toestemming Naam: Handtekening: 15
16