Plusboekje. Samenwerkende kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen 1 Roosendaal. Plusboekje. Overdracht document Peuter Kleuter

Transcriptie

1 Plusboekje Samenwerkende kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen 1 Roosendaal Overdracht document Peuter Kleuter Plusboekje De pedagogisch medewerker vult dit boekje behorende bij het overdrachtdocument peuter kleuter in als er een ondersteuningsbehoefte bij het kind is gesignaleerd. De onderdelen gaan inhoudelijk in op succeservaringen van de voorschoolse zorg. De pedagogisch medewerker bespreekt het met de collega en/of leidinggevende en met de ouders. Het doel van de informatie is de leerkracht van de basisschool extra informatie te geven als het kind op school komt. 1 In het document wordt er in dit verband gesproken over voorschoolse voorziening, hiermede worden kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen aangeduid.

2 Kindgegevens Achternaam kind Naam moeder Voornaam Naam vader Adres Land van herkomst ouder(s) Geslacht jongen/meisje Thuistaal Nederlands ja / nee Geboortedatum Thuistaal anders ja / nee (welke) BSN-nummer kind Moeder spreekt Nederlands ja / nee Bijzonderheden peuter * Vader spreekt Nederlands ja / nee (Gezondheid, allergie, medicatie, eten, zindelijkheid, etc.) *Voor uitgebreide informatie verwijzen we naar de bijlage Burgerlijke staat ouders: gehuwd / alleenstaand / gescheiden / weduwe(naar) Broertjes en zusjes Naam Geboortedatum Naam Geboortedatum Naam Geboortedatum Naam Geboortedatum Gegevens voorschoolse voorziening Naam PSZ/ KDV Naam leidinggevende Adres Postcode Plaats Telefoon andere kolom adres kolom Datum van invullen Voorblad ingevuld door Bijlage ingevuld door Leeftijd peuter* jr. mnd. Plaatsingsgegevens Datum plaatsing op PSZ/ KDV Aanwezigheid: vaak / soms / bijna nooit Aanbod VVE ja / nee Gevolgd VVE programma nvt Aantal dagdelen (VVE) per week nvt Datum vertrek naar basisschool Aantal maanden VVE nvt Naam toekomstige basisschool Beknopte informatie over begeleiding en ontwikkeling van het kind Zijn er gegevens uit observaties/toetsen aanwezig op de PSZ/KDV?* nee / ja (welke) Is hulp gegeven door externe organisaties (fysiotherapie, logopedie, etc)?* nee / ja (organisaties, tijdpad en effect) Heeft het kind extra aandacht/ondersteuning gehad van de pedagogisch medewerkers?* nee / ja (actie, tijdpad en effect) Heeft het kind mogelijk extra aandacht nodig bij één of meer ontwikkelingsgebieden, zoals: taalontwikkeling, rekenontwikkeling, sociaal emotioneel gedrag en motoriek?* Tips voor de leerkracht n.a.v. ervaringen met het kind: Overdrachtsdossier wel * / niet * compleet overgedragen ( * doorstrepen wat niet van toepassing is).

3 Toestemming ouders voor de overdracht van de kindgegevens naar de basisschool Voor de overdracht van gegevens is toestemming vereist van de ouders. De ouders dienen een ingevuld exemplaar van het overdrachtsdocument en eventuele bijlagen te ondertekenen. Informatie voor de ouders bij het ondertekenen van dit overdrachtsdossier Belangrijk! Met ouders bedoelen wij in deze tekst: minimaal één van de wettelijke verzorgers van het kind. Toelichting Dit overdrachtsdossier bestaat uit twee delen: de kindgegevens en een bijlage met aanvullende informatie. Het overdrachtsdocument geeft op één bladzijde alle belangrijke gegevens over uw kind weer. Het gaat dan om: - zaken die van belang zijn voor de administratie en algemene begeleiding van uw kind op de ontvangende basisschool. - specifieke aanwijzingen voor de leerkracht in groep 1 voor het geval dat uw kind mogelijk extra ondersteuning nodig heeft op één of meer ontwikkelingsgebieden. De bijlage met aanvullende informatie geeft meer achtergrondinformatie over de ontwikkeling van uw kind. De peuterspeelzaal/het kinderdagverblijf heeft de ontwikkeling van uw kind goed gevolgd en geregistreerd. Het is belangrijk om deze gegevens door te geven aan de basisschool waar uw kind naar toe gaat. De leerkracht van groep 1 van het basisonderwijs kan met die informatie zorgen dat het onderwijs zo goed mogelijk aansluit bij de onderwijsbehoeften van uw kind. U geeft als ouders toestemming voor de overdracht van alle gegevens in dit dossier naar de basisschool door hieronder uw handtekening te zetten. Als u niet tekent, dan worden de gegevens van uw kind niet overgedragen. Zorg dat u alle informatie heeft gelezen, voordat u tekent voor de overdracht! Toestemming ouders Hierbij geef ik/geven wij (voornamen en achternamen van de ouders) Ouder(s) van (naam kind) Toestemming voor verzending van dit ingevulde overdrachtsdossier (voorblad plus bijlage met aanvullende informatie) naar school: (naam school ). Plaats Datum Handtekening ouder(s) De voorschoolse voorziening zorgt ervoor dat de overdracht van kindgegevens en de bijlagen van de desbetreffende school van het kind worden overgedragen.

4 Algemeen: Op welk(e) terrein(en) heeft het kind extra ondersteuning nodig? Sociaal emotionele ontwikkeling Taalontwikkeling Speel- werkgedrag Zelfredzaamheid Motoriek Wie vult het overdrachtdocument in?: Datum eerste afname: Datum tweede afname: Sinds wanneer bezoekt het kind de vestiging?: Aantal dagdelen: Aanwezigheid: altijd vaak soms Reden afwezigheid: Bezoekt het kind nog andere voorschoolse voorzieningen (bv PZS) Zo ja welke: Reden vertrek: overgang naar de basisschool verhuizing anders, namelijk Naam toekomstige basisschool: Naam contactpersoon basisschool: Gaat het kind gebruik maken van een buitenschoolse opvang, zo ja welke: Welke positieve punten kun je aangeven mbt het kind? ( bijvoorbeeld: hij/zij vindt leuk.., kan goed.., is weerbaar.., etc.) Welke positieve punten kun je aangeven mbt de groep? (bijvoorbeeld: de pedagogisch medewerker heeft goed contact met het kind, de groep is klein, de groep is rustig, sociaal e.d.)

5 Welke positieve punten kun je aangeven binnen het sociale milieu? (bijvoorbeeld; ouders geven het ging veel aandacht, broertjes en zusjes zijn een grote steun, er zijn veel speelmogelijkheden etc.) Welke andere positieve punten aangeven die van belang kunnen zijn? Informatie m.b.t. tot extra ondersteuning Gezondheidsaspecten Zijn er problemen met zien, problemen met het gehoor, ziekte nu of in het verleden, opname in het ziekenhuis, allergieën, medicijngebruik etc.: Extra begeleiding Is er, tijdens de kinderdagverblijfperiode, sprake geweest van verdere extra zorg, ja nee Zo ja, op welk(e) gebied(en)? Herkennen ouders de zorg? ja nee n.v.t Maken zij deel uit van de begeleiding? ja nee n.v.t Is er externe hulp gevraagd? ja nee Zo ja, bij welke instanties?: opvoedondersteuning logopedie consultatiebureau fysiotherapie huisarts anders, nl.: In welke periode? van tot Is daarbij sprake geweest van een begeleidingsplan? ja nee Zo ja, waarom?

6 Zijn er succesvolle ervaringen uit de voorschoolse periode mbt de aanpak die bij deze overdracht van belang kunnen zijn? Is het plan succesvol afgesloten? ja nee Is een vervolg op het plan noodzakelijk? nee zo ja, waarom? Op welk(e) gebied(en) is vervolg van het hulpplan noodzakelijk?: sociaal emotionele ontwikkeling speel- werkgedrag motoriek taalontwikkeling zelfredzaamheid *Wanneer vervolgbegeleiding noodzakelijk is wordt het Plusboekje ingevuld. Bijlage (als toetsoverzichten,observatieverslagen, ed) ja nee Aanvulling van de ouder(s) / verzorger(s) over het gedrag thuis en/of het gedrag op de speelzaal/ het kinderdagverblijf

7 Observatiegegevens van de ontwikkelingsgebieden: A. Sociaal emotionele ontwikkeling Kan zonder problemen afscheid nemen bij het brengen Voelt zich op zijn/haar gemak in de groep Zoekt zelf contact met andere kinderen Zoekt zelf contact met de pedagogisch medewerkers Heeft een goed contact met andere kinderen Komt goed voor zichzelf op Maakt een vrolijke opgewekte indruk Gaat goed om met tegenslag/kan zelfstandig dagelijkse probleempjes oplossen Emoties als verdriet, angst, blijheid zijn duidelijk zichtbaar ja nee Durft om hulp te vragen Heeft vertrouwen in eigen kunnen Went makkelijk in nieuwe situaties Kan zich redden zonder extra contact van de pedagogisch medewerker Kan zich aan afspraken houden Omgaan met regels Heeft besef van groepsregels Houdt zich aan de (groeps-)regels Houdt zich aan afspraken Op welke items laat het kind opvallend gedrag zien? Beschrijf concreet het opvallende gedrag van het kind, met voorbeelden:

8 Het opvallend gedrag doet zich (vooral) voor tijdens: groepsactiviteiten individuele activiteiten anders, nl. Wanneer en hoe vaak komt het opvallende gedrag voor? in bepaalde situaties, nl op bepaalde tijdstippen, nl Beïnvloedt het opvallende gedrag van het kind de groep? Zo ja, op welke manier? Heb je het kind zelf al proberen te helpen? Hoe? Herkennen de ouders de zorg voor hun kind? ja nee Vanaf welk moment zijn de ouders erbij betrokken? Zijn er vervolgafspraken gemaakt met ouders? ja nee of een externe instantie? ja nee Indien ja,welke instantie, welke afspraken? Welke ondersteuning voorzie je als het kind naar de basisschool gaat?

9 B.Taalontwikkeling Begrijpt wat er gezegd wordt Spreekt duidelijk en verstaanbaar Kan wat het wil goed onder woorden brengen Gebruikt daarbij al eenvoudige zinnen (3- tot 5 woordzinnen) Kan antwoord geven op eenvoudige vragen Luisteren Luistert actief naar verhaaltjes die verteld worden Kan goed meedoen bij taalspelletjes Op welke items laat het kind opvallend gedrag zien? Hoe schat je de kennis van de thuistaal van het kind in? Heb je het kind zelf al proberen te helpen? Hoe? Herkennen de ouders de zorg? ja nee Vanaf welk moment zijn de ouders erbij betrokken? Met welk resultaat? Is externe hulp gevraagd? zo ja, bij welke instantie? nee Zijn er vervolgafspraken gemaakt met de ouders ja nee of een externe instantie? ja nee Indien ja,welke instantie, welke afspraken? Welke ondersteuning voorzie je als het kind naar de basisschool gaat?

10 C. Speel- werkgedrag Gaat adequaat om met speelmaterialen(gooit niet, vernielt niet) Doet graag mee met spelletjes en liedjes in de kring Is nieuwsgierig en ondernemend Komt zelf tot spel Speelt gevarieerd, met fantasie Speelt zonder t spel van anderen te verstoren Kan zich (meestal) enige tijd met een activiteit bezig houden Maakt de activiteit af Pakt informatie snel op ja nee Doet doen alsof spelletjes Speelt rollenspel Favoriete speelgoed van het kind is: Favoriete activiteit van het kind is: Omgaan met regels Heeft besef van groepsregels Houdt zich aan de (groeps-)regels Houdt zich aan afspraken Op welke items laat het kind opvallend gedrag zien? Beschrijf concreet het opvallende gedrag met voorbeelden: Wanneer en hoe vaak komt het gedrag voor? De situaties Op bepaalde tijdstippen:

11 Beïnvloedt het opvallende gedrag van het kind de groep? Hoe heb je het kind zelf al geprobeerd te helpen? Hoe? Herkennen de ouders de zorg? ja nee Vanaf welk moment zijn de ouders erbij betrokken? Zijn er vervolgafspraken gemaakt met de ouders ja nee of een externe instantie? ja nee Indien ja,welke instantie, welke afspraken? Welke ondersteuning voorziet u als het kind naar de basisschool gaat?

12 D. Zelfredzaamheid Ruimt zelf het spelmateriaal op Kleedt zich zonder hulp aan (muv moeilijke sluitingen) Is zindelijk Gaat zelf naar het toilet Wast en droogt zelf de handen Op welke items laat het kind opvallend gedrag zien? Beschrijf concreet het opvallende gedrag met voorbeelden: Wanneer en hoe vaak komt het gedrag voor? De situaties Op bepaalde tijdstippen: Beïnvloedt het opvallende gedrag van het kind de groep? Hoe heb je het kind zelf al geprobeerd te helpen? Herkennen de ouders de zorg? ja nee Vanaf welk moment zijn de ouders erbij betrokken? Zijn er vervolgafspraken gemaakt met de ouders ja nee of een externe instantie? ja nee Indien ja, welke instantie, welke afspraken? Welke ondersteuning voorziet u als het kind naar de basisschool gaat?

13 E. Motoriek Grove motoriek Beweegt soepel Heeft plezier in bewegen en bewegingsspel (bijv. rennen, springen, klimmen, fietsen) Fijne motoriek De fijne motoriek begint bij de activiteiten verven, tekenen, lijmen, scheuren goed op gang te komen Beschrijf concreet wat opvalt aan de lichamelijke ontwikkeling van het kind, met voorbeelden. Hoe heb je het kind zelf al proberen te helpen? Hoe? Herkennen de ouders de geconstateerde zorg? ja nee Vanaf welk moment zijn de ouders erbij betrokken? Met welk resultaat? Is externe hulp gevraagd?: ja nee Op welke manier? Zijn de lichamelijke opvallendheden van invloed op de ontwikkeling van het kind? ja nee Zo ja, op welk ontwikkelingsgebied?: sociaal emotioneel taalontwikkeling speel- werkgedrag en redzaamheid Zijn er vervolgafspraken gemaakt met de ouders ja nee of een externe instantie? ja nee Indien ja, welke instantie, welke afspraken? Aandachtspunten voor de basisschool om rekening mee te houden in de begeleiding

14 F. Rekenontwikkeling Getalbegrip Opzeggen van telrij (t/m 5) Kunnen objecten synchroon tellen (t/m 5) Kunnen handelen met aantallen (t/m 3) Meten Relaties leggen (1 op 1) Begrippen veel en weinig toepassen Herkennen en benoemen van groot-klein, dik-dun, lang-kort Herkennen en benoemen van kleuren Herkennen en benoemen van ronde en hoekige vormen Kunnen 2-dimensionale vormen herkennen (cirkel/vierkant/driehoek) Meetkunde Herkennen en toepassen van eenvoudige ruimtelijke begrippen (als: in uit op af) Herkennen en toepassen van eenvoudige ruimtelijke begrippen met behulp van plaatjes Kennis van eigen lichaam Kennis van eigen lichaam (oriëntatie en moeilijker lichaamsdelen onderscheiden en benoemen) Beschrijf concreet wat opvalt aan de lichamelijke ontwikkeling van het kind, met voorbeelden. Hoe heb je het kind zelf al proberen te helpen? Hoe? Herkennen de ouders de geconstateerde zorg? ja nee Vanaf welk moment zijn de ouders erbij betrokken? Met welk resultaat? Is externe hulp gevraagd?: ja nee Op welke manier?

15 Zijn er vervolgafspraken gemaakt met de ouders ja nee of een externe instantie? ja nee Indien ja, welke instantie, welke afspraken? Aandachtspunten voor de basisschool om rekening mee te houden in de begeleiding