Zorginformatie OVC Havo/Vwo schooljaar 2011-2012 NW/jan 2011 1
INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 AANMELDPROCEDURE ZORG SECTOR 1... 3 ORTHOPEDAGOOG... 3 COUNSELING... 3 REMEDIAL TEACHING... 3 HET ZORGTEAM (ZT)... 3 HET ZORGADVIESTEAM (ZAT)... 4 BEGELEIDING LGF-LEERLINGEN... 4 DYSLEXIE... 4 DYSCALCULIE... 4 AUTISME SPECTRUM STOORNIS... 4 GEHOORSTOORNIS... 5 2
INLEIDING Deze folder beschrijft de verschillende onderdelen van de leerlingbegeleiding op het Oostvaarders College (OVC) met betrekking tot schooljaar 2010-2011. Het gaat hier om de (aanvullende) begeleiding of zorg. Naast de aanmeldprocedure worden de verschillende zorgonderdelen kort besproken en toegelicht. AANMELDPROCEDURE ZORG SECTOR 1 De leerling wordt eerst besproken in de leerlingbespreking van het team en/of bij het KTO-overleg (klassenteam overleg). Mocht de hulpvraag/het probleem daarna niet opgelost zijn dan wordt, in overleg met de teamleider, de leerling aangemeld bij het zorgloket voor remedial teaching (RT), counseling, examenvreesreductietraining, overig onderzoek, bespreking in het zorgteam (ZT) of zorgadviesteam (ZAT), enzovoorts. ORTHOPEDAGOOG Een leerling kan bij de orthopedagoog worden aangemeld als er sprake is van problematiek die aanvullende zorg vereist. Het kan gaan om leerproblemen zoals dyslexie, studievaardigheden en concentratieproblemen. Het kan ook gaan om problematiek op het sociaal-emotionele vlak zoals bijvoorbeeld pesten. Door middel van gesprekken en/of onderzoek wordt het probleem in kaart gebracht en wordt er een handelingsplan opgesteld. COUNSELING De counselor draagt zorg voor de begeleiding van leerlingen met gedrags- en/of sociaal-emotionele problemen, het beheersbaar maken hiervan en, al dan niet met externe deskundige hulp, om het probleem positief te beïnvloeden. De problematiek van de leerlingen heeft vaak te maken met teruglopende studieresultaten veroorzaakt door allerlei situaties zoals bijvoorbeeld: scheiding van ouders, gepest worden in de klas, bedreiging, te veel druk van thuis uit, niet (meer) gemotiveerd zijn, niet kunnen plannen en organiseren van huiswerk en intimidatie door klasgenoten. Tijdens deze gesprekken wordt het probleem in kaart gebracht, waarna met de leerling wordt gekeken hoe tot een oplossing gekomen kan worden. Indien externe begeleiding nodig is, neemt de counselor hiervoor de benodigde stappen. REMEDIAL TEACHING Een leerling met problemen op het gebied van bijvoorbeeld spelling, grammatica en/of tekstbegrip voor Nederlands kan op advies van de mentor - in aanmerking komen voor remedial teaching (RT). De RT-docent neemt contact op met de leerling en maakt een afspraak wanneer de RT-lessen gevolgd worden. De begeleidingsuren zijn op vaste momenten, meestal aan het einde van de middag. Voor de begeleiding wordt onder andere gebruik gemaakt van het computerprogramma Muiswerk en het opgegeven huiswerk. De RT kan in groepen worden gegeven of door middel van individuele ondersteuning. De begeleiding vindt plaats gedurende ongeveer 10 bijeenkomsten. Daarna volgt een evaluatie van de RT-lessen. Deze evaluatie wordt gerapporteerd aan ouders, de teamleider en de mentor. N.B. RT wordt voornamelijk in de onderbouw (eerste en tweede klas) Havo/Vwo gegeven. Daarna wordt, in de overige leerjaren, meer de nadruk gelegd op het aanleren van verschillende leerstrategieën. HET ZORGTEAM (ZT) Het zorgteam bestaat uit Nicole Wagenaar (orthopedagoog), Annemiek Laanen en Richard Foley (counselors). Het zorgteam komt regelmatig bij elkaar. Tijdens dit overleg kunnen de teamleider en/of mentor worden uitgenodigd om dringende problematiek rondom (een) leerling(en) te bespreken. Door vroegtijdige signalering, bespreking en het opstellen van een handelingsplan wordt geprobeerd om 3
verdere problematiek van de leerling te voorkomen en/of te verminderen. Hierbij wordt gekeken naar zowel de didactische als de sociaal-emotionele kant. HET ZORGADVIESTEAM (ZAT) Maandelijks overlegt het Zorgadviesteam (ZAT) van 13.00 uur tot 14.30 uur. Het ZAT bestaat uit de externe deelnemers van Bureau Jeugdzorg, de leerplichtambtenaar, de schoolarts, Jeugdmaatschappelijk werk en een afgevaardigde van de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Daarnaast zijn ook de counselor, de orthopedagoog en de teamleider aanwezig. In het ZAT worden alleen die leerlingen besproken die van te voren door de teamleiders bij het zorgloket zijn aangemeld. Ouders worden vooraf op de hoogte gebracht dat hun kind in het AT wordt besproken. BEGELEIDING LGF-LEERLINGEN LGF-leerlingen zijn leerlingen met een leerling gebonden financiering (LGF). Deze leerlingen hebben een diagnose zoals bijvoorbeeld het Syndroom van Asperger of PDD-NOS en krijgen extra begeleiding. In de onderbouw worden deze leerlingen één keer per week één uur begeleid door Stichting Gewoon Anders (SGA) en één keer per week door de teammentor. In de bovenbouw begeleidt voornamelijk de teammentor deze leerlingen. Hij/zij wordt hierin ondersteund door SGA. DYSLEXIE Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van het lezen (woordidentificatie) en/of het spellen (schriftbeeldvorming). De kenmerken en symptomen van dyslexie kunnen zijn: Het vaardigheidsniveau van lezen en/of spellen ligt significant onder het niveau van leeftijdsgenoten. Het tekort aan automatisering kan ook op andere plaatsen tot problemen leiden (bijvoorbeeld leren van tafels, leren van rijtjes woorden en plannen). Het werktempo en de accuratesse zijn laag. Ook wanneer wordt voorzien in extra instructie en oefening blijven de problemen bestaan. DYSCALCULIE Dyscalculie is een rekenstoornis die dikwijls samengaat met nog een aantal andere beperkingen, zoals moeite hebben met ruimtelijk inzicht en/of klokkijken, slechter geheugen, spellingsproblemen, gebrek aan inzicht. De kenmerken en symptomen kunnen zijn: Problemen met tellen (cijferreeksen) Problemen bij het begrijpen van de basis van de rekenkunde, zoals: breuken, waarde van de getallen, verbanden tussen getallen. Problemen met inzicht: hoofdrekenen en schatten. Problemen met volgorden: recepten lezen, klokkijken. Problemen met ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijk inzicht: links-rechts oriëntatie, problemen met het lezen of onthouden van cijferreeksen, lezen en interpreteren van kaarten, tabellen en afmetingen. Problemen met teamsporten op een groot veld (hockey, voetbal). Problemen met het interpreteren van codes, patronen (muzieknoten), steno en talen. Afkeer voor strategie spelletjes en speelgoed. Afkeer voor rekenen. Traagheid. AUTISME SPECTRUM STOORNIS Autismespectrum stoornissen vormen een groep ontwikkelingsstoornissen die wordt gekenmerkt door: een verminderd vermogen tot sociaal contact een verminderd vermogen tot communiceren 4
een verminderd gebruik van de fantasie een star patroon van steeds terugkerende stereotype bezigheden. Leerlingen bij ons op school met een ASS-diagnose hebben voornamelijk het syndroom van Asperger of PDD-NOS. Dit zijn twee van de drie meest voorkomende stoornissen binnen het autistisch spectrum. - Syndroom van Asperger: Er is sprake van een onhandige motoriek, moeite met het lezen van sociale situaties, gebrek aan inlevingsvermogen en empathie, moeite met veranderingen, een neiging tot vaste gewoonten, een voorkeur voor bezigheden en interesses met sterk herhalende of systematische elementen, obsessief gedrag, en makkelijk opgaan in een fantasiewereld. Belangrijke verschillen met klassiek autisme zijn de praktisch normale taalontwikkeling, de normale of zelfs hoge intelligentie en de normale neiging contacten met anderen te leggen (hoewel dat doorgaans niet goed lukt). - PDD-NOS: Mensen met PDD-NOS hebben (vaak) veel structuur nodig. Ze zijn niet (altijd) in staat goed te reageren op een niet vooraf geplande gebeurtenis. Vaak hebben ze ook minder controle over hun lichamelijke bewegingen, maar het grootste probleem is dat ze zich niet goed kunnen inleven in anderen. Ze kunnen erg op zichzelf gericht zijn en hebben vaak achterstanden op emotioneel, sociaal en/of motorisch gebied. GEHOORSTOORNIS Er zijn twee typen gehoorstoornissen. Bij geleidingstoornissen kan het geluid het binnenoor niet goed bereiken. Dit kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door vocht of een infectie in het oor. Ook problemen met het trommelvlies of de gehoorbeentjes kunnen de oorzaak zijn van geleidingstoornissen. Bij perceptief gehoorverlies is er meestal sprake van een afwijking van het binnenoor, zoals niet goed functionerende haarcellen. Ook kan er een afwijking aan de gehoorzenuw zijn of een probleem met de overdracht van haarcellen naar de gehoorzenuw. Kenmerken en symptomen: De leerling kan de leerkracht en zijn medeleerlingen niet goed verstaan. Daarnaast zijn apparaten zoals een tv of radio waar veel ruis doorheen komt moeilijk te verstaan. 5