Vlaamse gezinnen in budget- en / of schuldhulpverlening: cijfergegevens 2012

Vergelijkbare documenten
Cijfermateriaal basisregistratie

Vlaamse gezinnen in budget- en/of schuldhulpverlening: cijfergegevens 2014

Vlaamse gezinnen in budget- en/of schuldhulpverlening: cijfergegevens

HANDLEIDING BASISREGISTRATIEFORMULIER 2011

h Vlaamse gezinnen in budget- en/of schuldhulpverlening: cijfergegevens

Cijfermateriaal basisregistratie

HANDLEIDING BASISREGISTRATIEFORMULIER 2012

Onderzoeksrapport. Cijfer- en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget- en / of schuldhulpverlening anno 2011

HANDLEIDING BASISREGISTRATIE ERKENDE INSTELLINGEN VOOR SCHULDBEMIDDELING

Inspiratiedag Gezond Budget

Kinderopvang cijfert. Voorrangsgroepen

HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSAANPAK...

Schuldoverlast? U staat er niet alleen voor! De collectieve schuldenregeling Een oplossing met voordelen en plichten

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken

Nationale Bank van België, Brussel

Jaarverslag Juridische dienstverlening

plage-lestijden onderwijzer

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Onderzoeksrapport Cijfer- en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget- en/of schuldhulpverlening anno 2015

WEGWIJS IN DE BUDGET- EN SCHULDHULPVERLENING VAN OCMW EN CAW. Eenmalige bemiddeling Budgetbegeleiding Budgetbeheer Collectieve Schuldenregeling

Percentage achterstallige kredietnemers 5,2 % 5,4 %

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken

Percentage achterstallige kredietnemers 5,7 % 5,2 %

WEGWIJS Bij budget & schuld

Nationale Bank van België, Brussel.

Percentage achterstallige kredietnemers 5,5 % 5,7 %

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

WEGWIJS collectieve schuldenregeling

Verslag onderzoek wachtlijsten en wachttijden dd. 31/03/2017 Pagina 1 van 13

(toestand einde periode) Variatie

Monitoring verhuisbewegingen erkend vluchtelingen oktober 2016

1. METHODOLOGISCHE NOTA BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN 3.1 SYNTHESE 3.2 GEREGISTREERDE CONTRACTEN

en aan kinderen uit het lager en secundair onderwijs.

Schuldhulpverlening. Hoe gaat dat in zijn werk?

Schuldhulpverlening. Wegwijs in de schuldhulp verlening. Wordt je schuldenberg te groot? Het Sociaal Huis helpt je verder.

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Kinderopvang cijfert 1. Het bezettingspercentage 2015

1. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN STATISTIEKEN

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Schuldhulpverlening Wegwijs in de schuldhulp verlening

12 werken voor een betere aanpak van schulden

WEGWIJS budget en schuldhulpverlening

Januari Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren?

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

Collectieve schuldenregeling

Schuldbemiddeling in Limburg. 30 juni 2008 Studiedag PLOT Genk

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

Arbeidsmarkt Onderwijs

Reglement voor de premie voor de ophaling van huisvuil van mensen met een beperkt leefbudget.

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

Statistieken. Centrale voor kredieten aan particulieren

1. Op welke manier wordt deze samenwerking tussen steden/gemeenten, de VDAB en de bouwsector concreet ingevuld?

Onderzoeksrapport. Cijfer- en profielgegevens van de Vlaamse huishoudens in budget- en/of schuldhulpverlening anno 2013

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

Vlaams Centrum Schuldbemiddeling. Jaarverslag 2008

De collectieve schuldenregeling in de praktijk

Nationale Bank van België, Brussel.

Projectoproep. Gericht aan de schuldbemiddelingssector. Innoverende projecten of nieuwe initiatieven inzake preventie van overmatige schuldenlast

Verslag Collectieve schuldenregeling

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

De geografische spreiding van de kandidaten voor de Kamerverkiezingen van 1987 tot en met Gert-Jan Put, Jef Smulders en Bart Maddens

Collectieve schuldenregeling

BEROEPSINSTANTIE INZAKE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR

arrondissement Oudenaarde Knelpunten en signalen Ontbijtvergadering regiomandatarissen 24 juni 11 Gastenverblijf Steenhuyse, Oudenaarde

Wat kan een dienst schuldbemiddeling

VERZOEKSCHRIFT TOT COLLECTIEVE SCHULDENREGELING. Aan de beslagrechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven,

Katholieke Hogeschool Kempen

Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 2015

Studieaanbod in de eerste graad B-stroom. Screening van de beroepenvelden in de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs

BEVRAGING IKG. UnieKO VZW Kasteeldreef 66/ Beveren

SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel... 2

Centrale voor kredieten aan particulieren. Statistieken

Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN

Wat kan een dienst schuldbemiddeling

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012

SCHULDBEMIDDELING AALST. OCMW CAW Sociaal Huis Samenwerking sinds 2000

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Arbeidsmarkt Onderwijs

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Enquête naar het gebruik van buitenschoolse opvang voor kinderen van 3 jaar tot 12 jaar Voorjaar 2004

Centrale voor kredieten aan particulieren

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Arbeidsmarkt Onderwijs

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Arbeidsmarkt Onderwijs

Transcriptie:

Vlaamse gezinnen in budget- en / of schuldhulpverlening: cijfergegevens Augustus 2013 Vlaams Centrum Schuldenlast Paviljoenstraat 7-9 1030 Brussel www.vlaamscentrumschuldenlast.be

INHOUD. Hoofdstuk 1 - Inleiding.... 3 Hoofdstuk 2 - Begrippen.... 5 2.1 Budgethulpverlening.... 5 2.2 Schuldhulpverlening.... 5 2.2.1 Collectieve schuldenregeling.... 5 2.3 Respons.... 6 Hoofdstuk 3 - Methodiek.... 7 3.1 Een nieuw basisregistratieformulier.... 7 3.2 Het oude basisregistratieformulier.... 8 3.3 Vergelijkbaarheid oude en nieuwe basisregistratie.... 9 3.4 Uitgebreide registratie.... 9 Hoofdstuk 4 - Algemeen overzicht basisregistratie.... 10 4.1 Cijfers basisregistratie.... 10 4.2 Cijfers ingezette hulpverleningsmodules.... 12 4.3 Vergelijking met nationale data.... 13 Hoofdstuk 5 - Cijfers basisregistratie per provincie.... 15 Hoofdstuk 6 - Cijfers basisregistratie per type organisatie.... 17 Hoofdstuk 7 - Cijfers basisregistratie per gebiedsindeling.... 18 Hoofdstuk 8 - Bijlagen.... 20 Bijlage 1: Cijfers basisregistratie voor de provincie Antwerpen.... 20 Bijlage 2: Cijfers basisregistratie voor de provincie Limburg.... 21 Bijlage 3: Cijfers basisregistratie voor de provincie Oost - Vlaanderen.... 22 Bijlage 4: Cijfers basisregistratie voor de provincie Vlaams - Brabant.... 23 Bijlage 5: Cijfers basisregistratie voor de provincie West-Vlaanderen.... 24 Bijlage 6: Cijfers basisregistratie voor de OCMW s.... 25 Bijlage 7: Cijfers basisregistratie voor de CAW s.... 26 Bijlage 8: Cijfers basisregistratie voor de OCMW verenigingen.... 27 Bijlage 9: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling:... Centrumsteden (zonder de grootsteden Antwerpen en Gent).... 28 Bijlage 10: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling:... Cijfers grootstedelijke rand.... 29 Bijlage 11: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling:... Cijfers grootsteden (Antwerpen / Gent).... 30 Bijlage 12: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling:... Cijfers kleinstedelijk provinciaal.... 31 Bijlage 13: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling:... Cijfers overgangsgebieden... 32 Bijlage 14: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling:... Cijfers platteland.... 33 Bijlage 15: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling... Cijfers regionaal stedelijke rand.... 34 Bijlage 16: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling... Cijfers stedelijk gebied rond Brussel.... 35 Bijlage 17: Cijfers basisregistratie OCMW s naar gebiedsindeling... Cijfers structuurondersteunende steden.... 36 Bijlage 18: Basisregistratieformulier met handleiding.... 37 2

Hoofdstuk 1 - Inleiding. De schuldenproblematiek in Vlaanderen neemt toe. Steeds meer personen en gezinnen ondervinden problemen met de betaling van hun schulden. Volgens de Centrale voor Kredieten aan Particulieren van de Nationale Bank van België stijgt einde voor het vijfde opeenvolgende jaar het aantal uitstaande contracten met een openstaande betalingsachterstand 1. Deze centrale registreert kredieten van natuurlijke personen voor consumptie of hypotheek en de eventuele wanbetalingen die zich hierbij voordoen. Eind zijn er 482 620 achterstallige contracten geregistreerd (+4.8% in vergelijking met 2011). De toename is met 10.2% het grootst bij de kredietopeningen. Voorts stijgt het aantal achterstallige hypothecaire kredieten met 5.3% in vergelijking met 2011. Het totale achterstallige bedrag loopt op tot 2 722 miljoen euro, hetgeen een stijging is met 6.8% ten opzichte van 2011, maar een stijging met 46,7% tegenover eind 2008 2. De toenemende schuldenproblematiek blijkt ook uit de evolutie van het aantal uitstaande berichten collectieve schuldenregeling. Einde staan in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren van de Nationale Bank van België 101 155 berichten van toelaatbaarheid van collectieve schuldenregeling geregistreerd, zijnde 6 292 meer dan in 2011 (+6.6%). Hiermee is in de kaap van 100 000 berichten van toelaatbaarheid overschreden. Vernoemenswaard is dat er een duidelijk verband bestaat tussen het aantal achterstallige kredieten van een kredietnemer en de mate waarin deze laatste beroep doet op de procedure collectieve schuldenregeling. Zo blijkt dat 12% van de personen met één betalingsachterstand ook een collectieve schuldenregeling heeft, en dat dit percentage oploopt tot 45% indien de kredietnemer vijf of meer betalingsachterstanden heeft. Dit betekent ook dat meer dan de helft van de kredietnemers (nog) geen beroep doet op de procedure van collectieve schuldenregeling, ook al hebben ze zeer zware problemen om hun kredieten terug te betalen 3. De erkende instellingen voor schuldbemiddeling ervaren deze stijgende schuldenproblematiek in hun dagelijkse werking. Om cijfergegevens hieromtrent systematisch en op een wetenschappelijke verantwoorde wijze in kaart te brengen, analyseert het Vlaams Centrum Schuldenlast (vroegere benaming: Vlaams Centrum Schuldbemiddeling) sinds 2007 jaarlijks het aantal dossiers budget- en schuldhulpverlening van de erkende instellingen voor schuldbemiddeling in Vlaanderen. Eind zijn in Vlaanderen 332 instellingen voor schuldbemiddeling erkend, waarvan 306 OCMW s, 22 Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW) en 4 intergemeentelijke instellingen schuldbemiddeling (OCMW-verenigingen). Een belangrijke erkenningverplichting, vastgelegd in Vlaamse regelgeving, is dat elke erkende instelling jaarlijks voor 31 maart een gestandaardiseerde registratie aan het Vlaams Centrum Schuldenlast bezorgt. Deze gestandaardiseerde registratie gebeurt met behulp van een basisregistratieformulier dat cijfergegevens over de dossiers budget- en schuldhulpverlening bevraagt. Het basisregistratieformulier wordt samen met een uitgebreide handleiding jaarlijks in het begin van elk kalenderjaar aan elke erkende instelling voor schuldbemiddeling bezorgd en is als bijlage bij dit rapport gevoegd. De geregistreerde gegevens hebben steeds betrekking op het voorgaande kalenderjaar. Zo geeft de basisregistratie, die in 2013 werd uitgevoerd, de totale aantallen budget- en schuldhulpverleningsgegevens weer van de gezinnen in. 1 Centrale voor kredieten aan particulieren - Statistieken, zie http://www.nbb.be/doc/cr/ccp/publications/bro_ckpstatn_3112.pdf 2 Idem 3 Idem 3

Dit rapport vat de totale hulpverleningsgegevens van de erkende instellingen voor schuldbemiddeling betreffende het kalenderjaar samen. Onder hulpverleningsgegevens vallen de begrippen budgethulpverlening, schuldhulpverlening en collectieve schuldenregeling. Die worden in het volgend hoofdstuk toegelicht. 4

Hoofdstuk 2 - Begrippen. De begrippen budgethulpverlening, schuldhulpverlening en collectieve schuldenregeling, worden hierna kort toegelicht. 2.1 Budgethulpverlening. Budgethulpverlening is een vorm van dienstverlening waarbij het gezin betalingsproblemen heeft, en / of moeilijk met geld kan omgaan of schulden heeft. Bij budgethulpverlening spitst de aangeboden hulpverlening zich toe op budgetbegeleiding en / of budgetbeheer. Budgetbegeleiding is een vorm van hulpverlening waarbij de cliënt het beheersrecht over zijn/haar inkomen behoudt en zijn/haar budget met advies en steun van de begeleider beheert. Budgetbeheer is een vorm van hulpverlening waarbij het beheer van de gelden van de cliënt geheel of gedeeltelijk overgelaten wordt aan de erkende instelling voor schuldbemiddeling. Of nog, de inkomsten komen geheel of gedeeltelijk op een budgetbeheerrekening die door de erkende instelling voor schuldbemiddeling beheerd wordt. 2.2 Schuldhulpverlening. Van zodra een gezin schulden heeft en de erkende instelling voor schuldbemiddeling die dienstverlening verstrekt met het oog op het totstandbrengen van een regeling tussen schuldenaar en schuldeiser omtrent de wijze van betaling van de schuldenlast van de schuldenaar, spreekt men van schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening omvat zowel schuldbemiddeling als collectieve schuldenregeling. Onder schuldbemiddeling wordt in concreto verstaan indien de schuldbemiddelaar contact opneemt met en inlichtingen inwint bij de verschillende schuldeisers, de gegrondheid of de wettelijkheid van de door de schuldenaar aangegane verbintenissen onderzoekt en indien mogelijk een betalingsplan opstelt, het aan de schuldeiser voorlegt en erover onderhandelt, het plan uitvoert en het verloop ervan nagaat. Ook de verstrekte dienstverlening met het oog op de betwisting van een schuld ten aanzien van de schuldeiser, zoals bijvoorbeeld het opwerpen van een verjaring, valt ook onder de rubriek schuldbemiddeling. 2.2.1 Collectieve schuldenregeling. Collectieve schuldenregeling is een gerechtelijke procedure voor structurele schuldproblemen. Het doel is om in de mate van het mogelijke schulden af te betalen en tijdens die afbetalingsperiode toch nog menswaardig te kunnen leven. Een collectieve schuldenregeling dient te worden aangevraagd met een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank. Eenmaal toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, stelt de rechter een schuldbemiddelaar aan. Deze probeert in eerste instantie tot een minnelijke aanzuiveringsregeling te komen. Wanneer hij / zij hier niet in slaagt, zal de rechter een gerechtelijke aanzuiveringsregeling of een totale kwijtschelding van schulden opleggen. Het gezin dat toegelaten is tot een collectieve schuldenregeling, ontvangt niet meer zelf de inkomsten. De inkomsten worden door de schuldbemiddelaar ontvangen, die in de mate van het mogelijke zorgt voor de afbetaling van de schulden. Een gedeelte van het gezinsinkomen, het zogenaamde leefgeld, wordt ter beschikking gesteld van het gezin om dagelijkse behoeften, zoals voeding, huur, vaste kosten... mee te betalen. 5

Zowel de erkende instellingen voor schuldbemiddeling (OCMW s, CAW s en OCMWverenigingen) als andere actoren (advocaten) kunnen als schuldbemiddelaar binnen de procedure collectieve schuldenregeling worden aangesteld. Die andere actoren worden in dit rapport aangeduid als externe schuldbemiddelaar. Niet alleen worden de verschillende aantallen hulpverleningsmodules an sich geregistreerd, maar ook de verschillende mogelijke combinaties van die aangeboden hulpverlening. 2.3 Respons. Alle erkende instellingen voor schuldbemiddeling bezorgden hun basisregistratiegegevens aan het Vlaams Centrum Schuldenlast. Voor de geregistreerde gegevens is de respons 100%, net zoals in 2009, 2010 en 2011. In deze gestandaardiseerde registratie worden enkel de gegevens van de door Vlaanderen erkende instellingen opgenomen. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden die van het CAW Archipel meegenomen aangezien enkel deze instelling door Vlaanderen is erkend: 6

Hoofdstuk 3 - Methodiek. 3.1 Een nieuw basisregistratieformulier. Het basisregistratieformulier werd grondig gewijzigd om een correcter en nauwkeuriger zicht te krijgen van die problematiek op gezinsniveau over een kalenderjaar. Om dit te verduidelijken: wordt gepeild naar het aantal gezinnen in begeleiding in plaats van het aantal dossiers; kan een gezin slechts onder één rubriek worden geregistreerd; worden voor een gezin verschillende hulpverleningsmodules ingezet, dan wordt dat gezin geregistreerd in die rubriek waar alle ingezette modules vermeld staan. Het basisregistratieformulier registreert de totale aantallen ingezette hulpverleningsmodules per gezin in dat jaar. Die hulpverleningsmodules zijn: budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling. Om zicht te krijgen op de volledige hulpverlening per gezin worden niet enkel afzonderlijke hulpverleningsmodules geregistreerd. Ook alle mogelijke combinaties van hulpverlening, zoals bijvoorbeeld budgetbeheer en schuldbemiddeling, worden geregistreerd op dat basisregistratieformulier. Die verschillende hulpverleningsmodules dienen niet samen te vallen maar kunnen gespreid worden aangeboden over het registratiejaar. Zo kan, indien nodig, bijvoorbeeld budgetbegeleiding als nazorg van schuldbemiddeling worden aangeboden. Daarenboven wordt gepeild of de aangeboden hulpverleningsmodules al dan niet binnen een procedure collectieve schuldenregeling werden aangeboden, waarbij ofwel de erkende instelling voor schuldbemiddeling ofwel een externe als schuldbemiddelaar werd aangesteld. Die gewijzigde wijze van registreren deelt het basisregistratieformulier op in drie rubrieken (A, B en C). Rubriek A omvat het aantal gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep. Onderscheid wordt gemaakt tussen: Rubriek A.1: uitsluitend budgetbegeleiding; Rubriek A.2: uitsluitend budgetbeheer; Rubriek A.3: budgetbegeleiding en budgetbeheer; Rubriek A.4: uitsluitend schuldbemiddeling; Rubriek A.5: schuldbemiddeling en budgetbegeleiding; Rubriek A.6: schuldbemiddeling en budgetbeheer; Rubriek A.7: schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 7

Rubriek B omvat het aantal gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar. Deze rubriek maakt onderscheid of die collectieve schuldenregeling werd aangeboden: Rubriek B.1: zonder andere hulpverleningsmodules; Rubriek B.2: in combinatie met budgetbegeleiding; Rubriek B.3: in combinatie met budgetbeheer; Rubriek B.4: in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer; Rubriek B.5: in combinatie met schuldbemiddeling; Rubriek B.6:in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding; Rubriek B.7: in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer; Rubriek B.8: in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Rubriek C omvat het aantal gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld als schuldbemiddelaar. Deze rubriek maakt onderscheid of die collectieve schuldenregeling werd aangeboden: Rubriek C.1: in combinatie met budgetbegeleiding; Rubriek C.2: in combinatie met budgetbeheer; Rubriek C.3: in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer; Rubriek C.4: in combinatie met schuldbemiddeling; Rubriek C.5: in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding; Rubriek C.6: in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer; Rubriek C.7: in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer. 3.2 Het oude basisregistratieformulier. Door hogervermelde wijzigingen (punt 3.1.) wordt de wijze van registreren van budget- en schuldhulpverleningsgegevens tot 2011, verlaten. Tot dan werd gepeild naar volgende gegevens: Rubriek A: Registratie dossiers budgethulpverlening A.1. Budgetbegeleiding A.2. Budgetbeheer Rubriek B: Registratie dossiers schuldhulpverlening B.1.a. Eenmalige schuldbemiddeling B.1.b. Eenmalige schuldbemiddelingen worden niet bijgehouden B.2. Schuldbemiddeling an sich B.3. Schuldbemiddeling en budgetbegeleiding B.4. Schuldbemiddeling en budgetbeheer B.5. Collectieve schuldenregeling B.5.1. Enkel voorbereidende werkzaamheden B.5.2. Aanstelling als schuldbemiddelaar B.5.3. Aanstelling als schuldbemiddelaar + budgetbeheer/budgetbegeleiding B.5.4. Enkel budgetbeheer/budgetbegeleiding bij externe aanstelling 8

Daarenboven worden volgende intems vanaf niet meer bevraagd via het basisregistratieformulier: Wachtlijsten en wachttijden: onderzoek naar wachtlijsten en wachttijden zal via een apart onderzoek gebeuren; Het aantal éénmalige schuldbemiddelingen en éénmalige schuldbemiddeling worden niet bijgehouden. Het aantal erkende instellingen voor schuldbemiddeling die hun éénmalige schuldbemiddelingen niet bijhoudt neemt jaar na jaar toe. Hierdoor is het aantal éénmalige schuldbemiddelingen waarschijnlijk sterk onderschat. Het aantal dossiers met enkel voorbereidende werkzaamheden inzake collectieve schuldenregeling (bijvoorbeeld de opmaak van een schuldeninventaris ter voorbereiding van een verzoekschrift collectieve schuldenregeling). 3.3 Vergelijkbaarheid oude en nieuwe basisregistratie. Zoals in punt 3.1. vermeld, werd de inhoud van het basisregistratieformulier grondig gewijzigd. Het basisregistratieformulier dat vóór werd gebruikt, liet mogelijke dubbeltellingen van aangeboden hulpverleningsmodules toe: zo kon budgetbegeleiding gecombineerd met budgetbeheer op het oude basisregistratieformulier twee keer worden genoteerd (in rubriek A.1 en A.2) terwijl dit op het basisregistratieformulier slechts één keer kan (namelijk in rubriek A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer ). Aangezien alle mogelijke combinaties van aangeboden hulpverleningsmodules voorzien zijn op het basisregistratieformulier en een gezin slechts onder één rubriek kan worden geregistreerd, wordt komaf gemaakt met mogelijke dubbeltellingen. Daarenboven wordt vanaf gepeild naar het aantal gezinnen in begeleiding in plaats van naar het aantal dossiers. Doordat de basisregistratie grondig hertekend werd, is een vergelijking van de geregistreerde gegevens van met die van de jaren voorheen moeilijk en bovendien minder relevant. Dit rapport bevat daarom enkel de geregistreerde gegevens van. Gegevens van voordien zijn als rapport beschikbaar op de website van het Vlaams Centrum Schuldenlast 4. 3.4 Uitgebreide registratie. Naast de jaarlijkse basisregistratie wordt sinds 2008 op basis van een steekproef een tweejaarlijkse uitgebreide registratie uitgevoerd. Deze uitgebreide registratie omvat een gestandaardiseerde vragenlijst die per dossier peilt naar de volgende items: sociaaldemografische gegevens van de aanvrager of het gezin; sociaaleconomische gegevens van de aanvrager of het gezin; schuldenlast van de aanvrager; dienstverlening aan de aanvrager of het gezin. De doelstelling van de uitgebreide registratie is om het profiel van de cliënten van de erkende instellingen voor schuldbemiddeling en de geboden dienstverlening duidelijk in kaart te brengen. De geanalyseerde profielen laten toe om beleidsmatige acties tegen schuldenproblematiek en kansarmoede te ondernemen. In 2013 vindt de uitgebreide registratie voor de vierde maal plaats. De gegevens betreffende de uitgebreide registratie in 2013 worden opgenomen in een afzonderlijk rapport 5. 4 Zie www.vlaamscentrumschuldenlast.be/onderzoek_en_registratie 5 Zie www.vlaamscentrumschuldenlast.be/onderzoek_en_registratie. 9

Hoofdstuk 4 - Algemeen overzicht basisregistratie. 4.1 Cijfers basisregistratie. Tabel 1 geeft de cijfergegevens weer voor Vlaanderen die geregistreerd werden door de erkende instellingen voor schuldbemiddeling in. Ook de geregistreerde gegevens van CAW Archipel, dat door Vlaanderen als instelling voor schuldbemiddeling is erkend en actief is op het Brusselse grondgebied, werden opgenomen in tabel 1. In werden door de erkende instellingen voor schuldbemiddeling in totaal aan 66.060 gezinnen budgethulpverlening en / of schuldhulpverlening werd aangeboden. Opvallend is dat het grootst aantal geregistreerde gezinnen (84,36% van het totale aantal) terug te vinden is in rubriek A (Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep). Gezinnen waarvoor in een collectieve schuldenregeling liep (rubrieken B en C) zijn met 15,64% duidelijk in de minderheid. Binnen die rubriek A zijn de grootste aantallen terug te vinden in de rubrieken A.4 Schuldbemiddeling (uitsluitend), op de voet gevolgd door de rubriek A.6 Schuldbemiddeling met budgetbeheer. De nadruk in rubriek A ligt op schuldbemiddeling, al dan niet gecombineerd met één of meerdere bijkomende hulpverleningsmodules: in 66,02% van het aantal gezinnen in rubriek A wordt schuldbemiddeling, al dan niet gecombineerd met een andere vorm van hulpverlening, aangeboden 6. Binnen budgethulpverlening kiest de hulpverlener duidelijk meer voor budgetbeheer (uitsluitend) dan voor budgetbegeleiding (uitsluitend). 6 Wellicht zijn de aantallen in rubriek A.4 schuldbemiddeling uitsluitend wat overschat vermoedelijk namen sommige erkende instellingen voor schuldbemiddeling nog éénmalige schuldbemiddelingen in die rubriek op. 10

Tabel 1: Cijfers basisregistratie voor Vlaanderen. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend) 4 769 8,56% A.2 budgetbeheer (uitsluitend) 12 647 22,69% A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer 1 522 2,73% A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) 14 312 25,69% A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 5 735 10,29% A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer 14 271 25,61% A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 2 470 4,43% Totaal aantal gezinnen rubriek A 55 726 100% Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar B.1 zonder andere hulpverleningsmodules 537 13,94% B.2 in combinatie met budgetbegeleiding 132 3,43% B.3 in combinatie met budgetbeheer 1 643 42,66% B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 160 4,15% B.5 in combinatie met schuldbemiddeling 116 3,01% B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 65 1,69% B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 771 20,03% B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 427 11,09% Totaal aantal gezinnen rubriek B 3 851 100% Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld C.1 in combinatie met budgetbegeleiding 941 14,51% C.2 in combinatie met budgetbeheer 2 433 37,53% C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 396 6,11% C.4 in combinatie met schuldbemiddeling 950 14,65% C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 160 2,47% C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 1 201 18,53% C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 402 6,20% Totaal aantal gezinnen rubriek C 6 483 100% Totaal aantal gezinnen in begeleiding 66 060 11

Rubrieken B en C zijn die waar schuldhulpverlening en / of budgethulpverlening met collectieve schuldenregeling wordt aangeboden. Vergelijking van de totale aantallen van rubrieken B en C toont in aan dat van alle geregistreerde gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep in 62,73% een externe schuldbemiddelaar is aangesteld. Erkende instellingen voor schuldbemiddeling die binnen een lopende procedure collectieve schuldenregeling als schuldbemiddelaar zijn aangesteld (rubriek B) zijn met 37,27% duidelijk in de minderheid. De CAW s laten zich binnen de collectieve schuldenregeling in principe niet als schuldbemiddelaar aanstellen. Zoals bij rubriek A ligt in rubrieken B en C de nadruk op de gecombineerde hulpverlening met budgetbeheer. In die rubrieken zijn gezinnen in budgetbegeleiding duidelijk in de minderheid. In volstaat in 48,84% één hulpverleningsmodule. Dit betekent eveneens dat in 51,16% van het aantal geregistreerde gezinnen één enkele hulpverleningsmodule onvoldoende is en bijgevolg hulpverlening gecombineerd of achtereenvolgens wordt aangeboden (zo kan bijvoorbeeld budgetbegeleiding door budgetbeheer worden gevolgd). 4.2 Cijfers ingezette hulpverleningsmodules. In tabel 2 worden de ingezette hulpverleningsmodules in opgesplitst weergegeven naargelang budgetbegeleiding, budgetbeheer of schuldbemiddeling werd aangeboden of een erkende instelling voor schuldbemiddeling binnen een procedure collectieve schuldenregeling werd aangesteld. Tabel 2 is als volgt opgevat: de totale aantallen verschillende hulpverleningsmodules, ongeacht die uitsluitend of in gecombineerde vorm werden aangeboden, worden geregistreerd. Zo bijvoorbeeld bedraagt het aantal gezinnen in budgetbegeleiding in Vlaanderen 17.179: dit getal is de som van alle gezinnen waarvoor budgetbegeleiding werd aangeboden, ongeacht de rubriek (A, B of C) waar die hulpverlening voorkomt en ongeacht of budgetbegeleiding in combinatie met andere vormen van hulpverlening werd aangeboden. Waar tabel 1 het aantal geregistreerde gezinnen weergeeft, focust tabel 2 zich op het aantal geregistreerde hulpverleningsmodules. De totale aantallen in tabel 2 kunnen daarom niet zonder meer worden vergeleken met die in tabel 1. 12

Tabel 2: Cijfers in gezette hulpverleningsmodules. Vlaanderen OCMW CAW OCMW- Verenigingen Budgetbegeleiding 17 179 17,14% 14 603 15,67% 2 494 39,50% 82 11,36% Budgetbeheer 38 343 38,25% 36 076 38,70% 2 035 32,23% 232 32,13% Schuldbemiddeling 40 880 40,77% 38 848 41,67% 1 785 28,27% 247 34,21% CSR aanstelling 3 851 3,84% 3 690 3,96% 0 0,00% 161 22,30% Totaal aantal hulpverleningsmodules 100 253 100% 93 217 100% 6 314 100% 722 100% Tabel 2 toont aan dat de OCMW s vooral schulbemiddeling aanbieden (41,67%), op de voet gevolgd door budgetbeheer (38,70%). Het aantal aangeboden hulpverleningsmodules met budgetbegeleiding is voor de OCMW s duidelijk de minderheid (15,67%). Deze trend wordt tevens bij de OCMW-verenigingen vastgesteld, hoewel de percentages daar wat lager liggen. Het hoogste percentage ingezette hulpverleningsmodules met budgetbegeleiding is bij de CAW s terug te vinden. Dat type instelling focust zich, in vergelijking met de OCMW s en de OCMW-verenigingen, duidelijk minder op schuldbemiddeling. Het procentueel aantal aanstellingen binnen de collectieve schuldenregeling bedraagt voor de OCMW s amper 3,96%. Voor de OCMW-verenigingen is dit 22,30%: de CAW s laten zich binnen de collectieve schuldenregeling niet als schuldbemiddelaar aanstellen. 4.3 Vergelijking met nationale data. De geregistreerde gegevens in rubrieken B en C kunnen worden vergeleken met nationale data. Die nationale data zijn het aantal uitstaande berichten van collectieve schuldenregeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren en worden beheerd door de Nationale Bank van België. Tabel 3 toont het aantal uitstaande berichten van collectieve schuldenregeling per gerechtelijk arrondissement. Om de vergelijking van de gegevens van de basisregistratie enerzijds met de gegevens van de Nationale Bank van België anderzijds mogelijk te maken, worden slechts de gegevens van de Vlaamse gerechtelijke arrondissementen in tabel 3 weerhouden. 13

Tabel 3: Aantal uitstaande berichten van collectieve schuldenregeling per gerechtelijk arrondissement (gedeeltelijke weergave). 7 Gerechtelijk arrondissement Aantal uitstaande berichten van collectieve schuldenregeling - toestand eind Antwerpen 8 331 Brugge 5 071 Dendermonde 7 258 Gent 6 544 Hasselt 3 872 Ieper 1 182 Kortrijk 3 358 Leuven 3 273 Mechelen 2 705 Oudenaarde 1 487 Tongeren 3 148 Turnhout 2 049 Veurne 897 Totaal 49 175 Het totale aantal Vlaamse uitstaande berichten collectieve schuldenregeling bedraagt 49 175 op 31 december en stijgt noemenswaardig tot 45 879 op 31 december 2011 (+ 9,57 %) en tot 49 175 op 31 december (+7,14%). Het aantal dossiers collectieve schuldenregeling uit de basisregistratie bedraagt respectievelijk 6 896 (2010), 7 481 (2011) (+8,48%) en 10 334 () (+38,14%). Opmerkelijk is de vaststelling dat de stijging van de totale aantallen binnen de erkende diensten voor schuldbemiddeling enigzins hand in hand gaat in vergelijking met de gegevens van de gerechtelijke arrondissementen binnen Vlaanderen. Vergelijking van de gegevens van de basisregistratie met de gegevens van de Nationale Bank van België dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren: De databank van de Nationale Bank van België geeft de toestand weer per 31 december van het kalenderjaar, terwijl de basisregistratie het totale aantal gezinnen collectieve schuldenregeling over een volledig kalenderjaar weergeeft; In de databank van de Nationale Bank van België worden de uitstaande berichten collectieve schuldenregeling van het gerechtelijk arrondissement Halle Vilvoorde niet opgenomen. De basisregistratie daarentegen bevat de geregistreerde gegevens van de Vlaamse erkende instellingen voor schuldbemiddeling van dat arrondissement. Ook de geregistreerde gegevens van het CAW Archipel, die door Vlaanderen erkend is en actief is op het Brussels grondgebied, werden in de basisregistratie opgenomen. 7 Bron: Nationale Bank van België, Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren, statistisch verslag, gegevens op 31 december. 14

15 Hoofdstuk 5 - Cijfers basisregistratie per provincie. In bijlage bij dit rapport worden de registratiegegevens van het aantal gezinnen opgesplitst per provincie voor weergegeven. Aangezien het CAW Archipel vrijwel uitsluitend actief is voor personen en gezinnen op Brussels grondgebied, worden hun gegevens niet opgenomen in de provinciale cijfers. Die provinciale cijfers tonen aan dat het grootste aantal geregistreerde gezinnen in terug te vinden is in de provincie West Vlaanderen, op de voet gevolgd door Antwerpen en Oost Vlaanderen. De provincies Limburg en Vlaams Brabant registreerden in het laagst aantal gezinnen. Zoals de cijfers van de basisregistratie voor Vlaanderen (zie tabel 1) tonen, zijn ook voor elke provincie de grootste aantallen terug te vinden in rubriek A (Gezinnen waarvoor in het registratiejaar geen collectieve schuldenregeling liep). De verhouding tussen het aantal gezinnen in rubriek A tot het totaal aantal geregistreerde gezinnen blijven voor elke provincie in zekere mate vergelijkbaar en worden in afdalende volgorde weergegeven: Antwerpen (89,29%), West-Vlaanderen (84,89%), Oost-Vlaanderen (82,42%), Limburg (80,28%) en Vlaams-Brabant (79,56%). Het verschil tussen Antwerpen en Vlaams-Brabant bedraagt 9.73%. Binnen rubriek A zijn in de grootste aantallen geregistreerde gezinnen terug te vinden in de klasse schuldbemiddeling en budgetbeheer (Rubriek A.6) voor de provincie Vlaams - Brabant, en Oost-Vlaanderen. Ook in andere provincies zijn die aantallen aanzienlijk: in Limburg en West Vlaanderen nemen ze de tweede plaats in, voor Antwerpen wordt dat de derde plaats. Ook het aantal geregistreerde gezinnen, waarvoor in uitsluitend budgetbeheer (Rubriek A.2) werd aangeboden, is binnen elke Vlaamse provincie sterk aanwezig: in Limburg neemt die klasse binnen rubriek A zelfs de eerste plaats in. Een veel voorkomende rubriek in elke provincie in is uitsluitend schuldbemiddeling (rubriek A.4): in de provincie West-Vlaanderen en Antwerpen bekleedt die zelfs de eerste plaats. Binnen elke provincie kiest de hulpverlener duidelijk meer voor budgetbeheer (rubriek A.2) dan voor budgetbegeleiding (rubriek A.1). De hulpverlener kiest binnen elke provincie minder voor de gecombineerde hulpverlening budgetbegeleiding en budgetbeheer (Rubriek A.3) alsook voor schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer (Rubriek A.7). Rubriek B geeft de totale aantallen geregistreerde gezinnen weer waarvoor in het registratiejaar een collectieve schuldenregeling liep en waarbij de erkende insteling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar. Binnen bijna elke provincie zijn in de geregistreerde aantallen collectieve schuldenregeling gecombineerd met budgetbeheer (Rubriek B.3) het hoogste. Alleen de provincie Antwerpen kiest meer voor collectieve schuldenregeling in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer (rubriek B.7). Rubriek C geeft de totale aantallen geregistreerde gezinnen waarvoor in het registratiejaar een collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld. Zoals bij rubriek B, kiest de hulpverlener in binnen bijna elke provincie het meest voor de combinatie collectieve schuldenregeling gecombineerd met budgetbeheer, behalve voor Oost Vlaanderen waar de combinatie met budgetbegeleiding op de eerste plaats komt. Gecombineerde hulpverlening met schuldbemiddeling komt in rubriek C binnen elke provincie veel aan bod (rubriek C.4). Gecombineerde hulpverlening met budgetbegeleiding daarentegen komt binnen elke provincie minder aan bod, behalve voor Oost-Vlaanderen: het totaal aantal geregistreerde gezinnen is daar het hoogst in rubriek C.1 (gecombineerde hulpverlening met budgetbegeleiding).

Vergelijking van de rubrieken B met C toont aan dat binnen een lopende procedure collectieve schuldenregeling meer een externe schuldbemiddelaar is aangesteld dan de erkende instelling zelf. Dit is het meest uitgesproken voor de provincies Vlaams-Brabant en Limburg. In de provincie Oost-Vlaanderen benadert het totaal aantal gezinnen in rubiek B dat van rubriek C. West-Vlaanderen is de enige provincie die meer gezinnen registreerde waarvoor het afgelopen jaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en de instelling is aangesteld als schuldbemiddelaar in vergelijking met een extern aangestelde schuldbemiddelaar. 16

Hoofdstuk 6 - Cijfers basisregistratie per type organisatie. In bijlage bij dit rapport worden in tabellen het aantal geregistreerde gezinnen opgesplitst naar type organisatie (OCMW / CAW / OCMW verenigingen) weergegeven. Het grootst aantal geregistreerde gezinnen is voor de OCMW s en de CAW s in rubriek A (Gezinnen waarvoor het voorbije jaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep) terug te vinden. Voor OCMW - verenigingen is dit in rubriek B (Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar). Binnen rubriek A bieden de OCMW s vooral uitsluitend schuldbemiddeling aan hun cliënteel aan, op de voet gevolgd door schuldbemiddeling en budgetbeheer en uitsluitend budgetbeheer. Bij de andere organisaties liggen die verhoudingen anders. Bij de CAW s is de meest voorkomende hulpverlening binnen rubriek A uitsluitend budgetbegeleiding, gevolgd door uitsluitend budgetbeheer. CAW s bieden verhoudingsgewijs veel minder schuldbemiddeling, al dan niet gecombineerd met andere vormen van hulpverlening aan hun cliënteel aan. OCMW verenigingen kiezen hoofdzakelijk voor uitsluitend schuldbemiddeling. Van hun cliënteel gebruikt niemand uitsluitend budgetbegeleiding of uitsluitend budgetbeheer of een combinatie van beide, ook niet met schuldbemiddeling. Rubriek B geeft de totale aantallen geregistreerde gezinnen weer waarbij in het registratiejaar een collectieve schuldenregeling liep en waarbij de erkende insteling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar. Enkel binnen de OCMW s zijn de geregistreerde aantallen collectieve schuldenregeling gecombineerd met budgetbeheer (rubriek B.3) het hoogste. De OCMW-verenigingen combineren die hulpverlening voornamelijk met schuldbemiddeling ( schuldbemiddeling en budgetbeheer Rubriek B.7). Enkel de CAW s registreren geen enkel gezin binnen de procedure collectieve schuldenregeling waarbij de instelling zelf als schuldbemiddelaar is aangesteld. Immers, de CAW s laten zich binnen de collectieve schuldenregeling in principe niet als schuldbemiddelaar aanstellen. Rubriek C geeft de totale aantallen geregistreerde gezinnen waarvoor in het registratiejaar een collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld. Zoals bij rubriek B, kiezen de OCMW s het meeste voor de combinatie collectieve schuldenregeling gecombineerd met budgetbeheer. Bij de CAW s en de OCMWverenigingen is de meest voorkomende hulpverleningsmodule gecombineerd met budgetbegeleiding. 17

Hoofdstuk 7 - Cijfers basisregistratie per gebiedsindeling. In bijlage bij dit rapport worden de geregistreerde gezinnen voor Vlaanderen opgesplitst per gebiedsindeling weergegeven. De gebiedsindeling geeft voor elke stad of gemeente in Vlaanderen de graad van verstedelijking weer. De graad van verstedelijking volgt de indeling die het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 8 gebruikt en classificeert elke gemeente en / of stad in één van de volgende klassen: centrumstad; grootstedelijke rand; grootstad; kleinstedelijk provinciaal gebied; overgangsgebied; platteland; regionaal stedelijke rand; stedelijk gebied rond Brussel; structuurondersteunende steden. Dankzij de opsplitsing van de geregistreerde gezinnen naar gebiedsindelingen kan elk OCMW zich plaatsen ten opzichte van de cluster waartoe ze behoort. Omdat de werkingsgebieden van de CAW s en de OCMW-verenigingen meerdere gemeenten omvatten, worden hun gegevens niet weerhouden in de tabellen. Rubriek A (Gezinnen waarvoor het voorbije jaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep) toont aan dat vooral grote steden uitsluitend schuldbemiddeling aanbieden. In de centrumsteden, de grootsteden en het stedelijk gebied rond Brussel is schuldbemiddeling (uitsluitend) immers het sterkst vertegenwoordigd. Schuldbemiddeling gecombineerd met budgetbeheer komt op de eerste plaats voor in de grootstedelijke randgebieden, de kleinstedelijk provinciale gebieden, de overgangsgebieden, het platteland, de regionaal stedelijke rand en de structuurondersteunende steden. Schuldbemiddeling wordt op de voet gevolgd door budgetbeheer (uitsluitend). Budgetbeheer komt op de tweede plaats voor de kleinstedelijke provinciale steden, plattelandssteden, en het stedelijke gebied rond Brussel. Opvallende vaststelling is dat vooral in grotere gebieden (centrumsteden, grootstedelijke rand, grootsteden, overgangsgebieden en regionaal stedelijke rand) budgetbeheer op de derde plaats komt. In alle gebieden komt budgetbegeleiding (uitsluitend) weining voor: behalve voor het stedelijk gebied rond Brussel wordt in minder dan 10 % uitsliuitend budgetbegeleiding aangeboden - in de grootsteden is dit amper 2.29 %. Ook de gecombineerde hulpverlening budgetbegeleiding en budgetbeheer komt zeer weinig voor: in de grootsteden wordt dit zelfs niet aangeboden. In meer dan de helft van alle aangeboden hulpverleningsmodules is schuldbemiddeling weerhouden: in de grootsteden en de centrumsteden is dit meer dan 70 %. Rubriek B is die waarvoor het voorbije jaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling als schuldbemiddelaar is aangesteld. Binnen rubriek B wordt vooral gecombineerde hulpverlening met budgetbeheer aangeboden. In de centrumsteden, grootstedelijke rand, kleinstedelijk provinciaal, overgangsgebieden, platteland en structuurondersteunende steden scoort gecombineerde hulpverlening met budgetbeheer het hoogste. Voor de grootsteden en de regionaal stedelijke rand komt de gecombineerde 8 Zie http://www4.vlaanderen.be/sites/svr/publicaties/publicaties/vrind/-10-04-vrind-volledig-bldw.pdf (zie Gebiedsindeling van de gemeenten op basis van de indeling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie (SPRE) onder punt 4.3). 18

hulpverlening met budgetbeheer op de tweede plaats. Enkel het stedelijk gebied rond Brussel biedt geen gecombineerde hulp met budgetbeheer aan. Het aantal hulpverleningsmodules waarin ofwel budgethulpverlening ofwel schuldhulpverlening worden weerhouden is nagenoeg evenredig verdeeld. Rubriek C is die waarvoor het voorbije jaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld. Opvallende vaststelling is dat, met uitzondering van de grootsteden, de combinatie met budgetbeheer voor alle deelgebieden het meest voorkomt. De combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer scoort op de tweede plaats voor volgende deelgebieden: centrumsteden, de kleinstedelijke provinciale gebieden, de overgangsgebieden, het platteland, de regionaal stedelijke rand en het stedelijk gebied rond Brussel. Voorts wordt binnen deze rubriek vastgesteld dat in mindere mate hulpverlening, gecombineerd met schuldbemiddeling wordt aangeboden. Alleen de kleinstedelijke provinciale gebieden, het stedelijk gebied rond Brussel en de structuurondersteunende steden bieden verhoudingsgewijze meer hulpverlening met schuldbemiddeling aan dan de andere deelgebieden. In alle deelgebieden zijn de meeste gezinnen in begeleiding terug te vinden in rubriek A (geen procedure collectieve schuldenregeling). De vergelijking van de totale aantallen van rubriek B met rubriek C toont aan dat voor elk deelgebied binnen een lopende procedure collectieve schuldenregeling meer een externe schuldbemiddelaar is aangesteld dan de erkende instelling zelf. Die vaststelling geldt niet voor de centrumsteden: daar zijn het de erkende instellingen voor schuldbemiddeling zelf die meer aangesteld zijn. 19

Hoofdstuk 8 - Bijlagen. Bijlage 1: Cijfers basisregistratie voor de provincie Antwerpen. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend) 1 159 7,53% A.2 budgetbeheer (uitsluitend) 3 850 25,00% A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer 550 3,57% A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) 4 607 29,92% A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 917 5,95% A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer 3 652 23,71% A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 666 4,32% Totaal aantal gezinnen rubriek A 15 401 100% Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar B.1 zonder andere hulpverleningsmodules 29 6,73% B.2 in combinatie met budgetbegeleiding 22 5,10% B.3 in combinatie met budgetbeheer 40 9,28% B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 8 1,86% B.5 in combinatie met schuldbemiddeling 0 0% B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 26 6,03% B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 242 56,15% B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 64 14,85% Totaal aantal gezinnen rubriek B 431 100% Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld C.1 in combinatie met budgetbegeleiding 219 15,46% C.2 in combinatie met budgetbeheer 464 32,73% C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 98 6,92% C.4 in combinatie met schuldbemiddeling 275 19,41% C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 27 1,91% C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 243 17,15% C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 91 6,42% Totaal aantal gezinnen rubriek C 1 417 100% Totaal aantal gezinnen in begeleiding 17 249 20

Bijlage 2: Cijfers basisregistratie voor de provincie Limburg. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) 1 012 15,79% A.2. budgetbeheer (uitsluitend) 1 721 26,86% A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer 88 1,37% A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) 1 207 18,83% A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 854 13,32% A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer 1 440 22,46% A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 88 1,37% Totaal aantal gezinnen rubriek A 6 410 100% Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar B.1. zonder andere hulpverleningsmodules 36 9,60% B.2. in combinatie met budgetbegeleiding 27 7,20% B.3 in combinatie met budgetbeheer 251 66,93% B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 2 0,53% B.5 in combinatie met schuldbemiddeling 1 0,27% B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 4 1,07% B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 50 13,33% B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 4 1,07% Totaal aantal gezinnen rubriek B 375 100% Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld C.1. in combinatie met budgetbegeleiding 65 5,42% C.2 in combinatie met budgetbeheer 551 45,92% C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 45 3,75% C.4 in combinatie met schuldbemiddeling 150 12,50% C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 19 1,58% C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 337 28,08% C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 33 2,75% Totaal aantal gezinnen rubriek C 1 200 100% Totaal aantal gezinnen in begeleiding 7 985 21

Bijlage 3: Cijfers basisregistratie voor de provincie Oost - Vlaanderen. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend) 1 017 8,17% A.2 budgetbeheer (uitsluitend) 1 857 14,91% A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer 235 1,89% A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) 2 526 20,28% A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 2 736 21,97% A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer 3 182 25,55% A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 900 7,23% Totaal aantal gezinnen rubriek A 12 453 100% Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar B.1 zonder andere hulpverleningsmodules 70 5,53% B.2 in combinatie met budgetbegeleiding 47 3,72% B.3 in combinatie met budgetbeheer 501 39,60% B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 127 10,04% B.5 in combinatie met schuldbemiddeling 20 1,58% B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 32 2,53% B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 329 26,01% B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 139 10,99% Totaal aantal gezinnen rubriek B 1 265 100% Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld C.1 in combinatie met budgetbegeleiding 454 32,62% C.2 in combinatie met budgetbeheer 377 27,08% C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 122 8,76% C.4 in combinatie met schuldbemiddeling 226 16,24% C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 63 4,53% C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 126 9,05% C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 24 1,72% Totaal aantal gezinnen rubriek C 1 392 100% Totaal aantal gezinnen in begeleiding 15 110 22

Bijlage 4: Cijfers basisregistratie voor de provincie Vlaams - Brabant. briek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend) 618 10,54% A.2 budgetbeheer (uitsluitend) 1 345 22,93% A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer 111 1,89% A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) 1 248 21,28% A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 586 9,99% A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer 1 778 30,30% A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 180 3,07% Totaal aantal gezinnen rubriek A 5 866 100% Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar B.1 zonder andere hulpverleningsmodules 25 10,04% B.2 in combinatie met budgetbegeleiding 12 4,82% B.3 in combinatie met budgetbeheer 113 45,38% B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 6 2,41% B.5 in combinatie met schuldbemiddeling 20 8,03% B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 1 0,40% B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 49 19,68% B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 23 9,24% Totaal aantal gezinnen rubriek B 249 100% Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld C.1 in combinatie met budgetbegeleiding 104 8,27% C.2 in combinatie met budgetbeheer 338 26,87% C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 61 4,85% C.4 in combinatie met schuldbemiddeling 196 15,58% C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 26 2,07% C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 325 25,83% C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 208 16,53% Totaal aantal gezinnen rubriek C 1 258 100% Totaal aantal gezinnen in begeleiding 7 373 23

Bijlage 5: Cijfers basisregistratie voor de provincie West-Vlaanderen. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend) 953 6,20% A.2 budgetbeheer (uitsluitend) 3 799 24,71% A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer 505 3,29% A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) 4 687 30,50% A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 615 4,00% A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer 4 195 27,30% A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 615 4,00% Totaal aantal gezinnen rubriek A 15 369 100% Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar B.1 zonder andere hulpverleningsmodules 377 24,62% B.2 in combinatie met budgetbegeleiding 24 1,57% B.3 in combinatie met budgetbeheer 738 48,20% B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 17 1,11% B.5 in combinatie met schuldbemiddeling 75 4,90% B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 2 0,13% B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 101 6,60% B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 197 12,87% Totaal aantal gezinnen rubriek B 1 531 100% Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld C.1 in combinatie met budgetbegeleiding 99 8,22% C.2 in combinatie met budgetbeheer 695 57,67% C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 69 5,73% C.4 in combinatie met schuldbemiddeling 103 8,55% C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 25 2,07% C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 170 14,11% C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 44 3,65% Totaal aantal gezinnen rubriek C 1 205 100% 18 105 18 105 Totaal aantal gezinnen in begeleiding 18 105 24

Bijlage 6: Cijfers basisregistratie voor de OCMW s. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) 3 550 6,9% A.2. budgetbeheer (uitsluitend) 11 638 22,61% A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer 1 323 2,57% A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) 13 953 27,10% A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 4 965 9,64% A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer 13 659 26,53% A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 2 393 4,65% Totaal aantal gezinnen rubriek A 51 481 100% Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar B.1. zonder andere hulpverleningsmodules 528 14,31% B.2. in combinatie met budgetbegeleiding 132 3,58% B.3 in combinatie met budgetbeheer 1 603 43,44% B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 160 4,34% B.5 in combinatie met schuldbemiddeling 116 3,14% B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 65 1,76% B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 659 17,86% B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 427 11,57% Totaal aantal gezinnen rubriek B 3 690 100% Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld C.1. in combinatie met budgetbegeleiding 710 11,87% C.2 in combinatie met budgetbeheer 2 328 38,92% C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer 333 5,57% C.4 in combinatie met schuldbemiddeling 913 15,26% C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding 145 2,42% C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer 1 153 19,27% C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer 400 6,69% Totaal aantal gezinnen rubriek C 5 982 100% 3 Totaal aantal gezinnen in begeleiding 61 153 25