H O O F D S T U K V I J F OPLOSSEN VAN PROBLEMEN In dit hoofdstuk zal u leren hoe u algemene hardware en software problemen moet oplossen. 5-1
Uw notebook computer werd volledig getest en is conform met de systeemspecificaties voor het verlaten van de fabriek. Desondanks kunnen onjuiste handelingen en/of een verkeerd gebruik problemen veroorzaken. Dit hoofdstuk is een referentie voor het identificeren en oplossen van algemene hardware en software problemen die u tijdens het gebruik van uw notebook computer kunt tegenkomen. Wanneer u op een probleem stuit, probeer dan eerst het probleem op te lossen door de aanbevelingen in dit hoofdstuk op te volgen. In plaats van de notebook computer terug naar de fabriek te sturen voor reparatie, kunt u het probleem misschien zelf oplossen door één van de mogelijke oplossingen in dit hoofdstuk uit te voeren. Indien u na het doornemen van dit hoofdstuk nog steeds niet in staat bent het probleem op te lossen, dient u uw verdeler te contacteren voor service-informatie. Overweeg de onderstaande suggesties alvorens enige handelingen te ondernemen: Ga na of het probleem nog steeds bestaat wanneer u alle extern verbonden apparaten loskoppelt. Ga na of het groene indicatorlichtje van de wisselstroomadapter brandt. Ga na of het netsnoer juist met de computer en het stopcontact verbonden is. Ga na of het of de voedingsindicator van de notebook computer brandt. Ga na of het toetsenbord werkt door op een toets te drukken en deze ingedrukt te houden. Ga na of het of er geen onjuiste of losse kabelverbindingen zijn. 5-2
Zorg ervoor dat de klemmen van de connectoren stevig verbonden zijn met de aansluitingen. Zorg ervoor dat u de hardware apparaten in het BIOS Setup hulpprogramma niet verkeerd ingesteld hebt. Een foutieve instelling kan een verkeerde werking van het systeem veroorzaken. Indien u niet zeker bent van de gemaakte veranderingen, herstel de instellingen dan naar de fabrieksinstellingen. Zorg ervoor dat alle stuurprogramma s juist geïnstalleerd zijn. Bijvoorbeeld, zonder het installeren van het audio-stuurprogramma, zullen de luidsprekers en de microfoon niet werken. Indien externe apparaten, zoals een USB camera, scanner, printer, enz niet juist werken, dan is dit meestal een probleem van het externe apparaat. Contacteer de fabrikant van het externe apparaat voor meer informatie. Sommige software programma s, die niet zorgvuldig getest zijn, kunnen tijdens het gebruik problemen veroorzaken. Contacteer de verkoper van de software om het probleem op te lossen. Oudere randapparatuur is niet voorzien van de plug-en-play functie. Indien u dergelijke randapparatuur met de notebook computer wilt gebruiken, moet u deze eerst met de notebook computer verbinden en inschakelen alvorens de notebook computer aan te zetten. Ga naar de BIOS SETUP en laadt de DEFAULT SETTING na het heropstarten van de van de BIOS. Zorg ervoor dat het Slot van de Sneltoetsen niet ingeschakeld is; anders zullen de sneltoetsen niet werken. 5-3
Problemen met het Geluid Er komt geen geluid uit de luidsprekers - Verhoog het volume aan de hand van de regelknop die zich aan de rechterkant van de computer bevindt. Zie Hoofdstuk 1 om de exacte plaats van de volume regelknop te weten. De software volumebediening in Microsoft Sound System staat op zijn laagste stand of het volume is gedempt. Dubbelklik op het luidspreker pictogram dat zich in rechterhoek van de taakbalk bevindt, en controleer de stand van het volume. De meeste geluidsproblemen zijn software verwant. Indien het geluid voordien werkte, dan is de kans groot dat de software verkeerd ingesteld is. Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm] en dubbelklik op het pictogram Geluid en Audio-apparaten. In het tabblad Audio moet u ervoor zorgen dat Vinyl AC 97 Audio (WAVE) geselecteerd is als het standaard afspeelapparaat. Er kan geen geluid opgenomen worden - Dubbelklik op het luidspreker pictogram dat zich in rechterhoek van de taakbalk bevindt, en controleer of de microfoon al dan niet gedempt is. 1. Klik op Opties en selecteer Eigenschappen. 2. Selecteer Opnemen en klik op OK. 3. Na het klikken op OK, het bedieningspaneel van opnamevolume op het scherm verschijnen. Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm] en dubbelklik op het pictogram Multimedia (of op pictogram Geluid en Audio-Apparaten). In het tabblad Volume of Audio, moet u ervoor zorgen dat Realtek HD Audio geselecteerd is als het standaard opnameapparaat. 5-4
Problemen met de Vaste Schijf De vaste schijf werkt niet of wordt niet herkend - Indien u juist een nieuwe vaste schijf geïnstalleerd heeft, zorg er dan voor dat de connector van de vaste schijf niet los zit e dat de vaste schijf correct geplaatst is. Verwijder de vaste schijf, plaats hem opnieuw in de computer en start uw computer opnieuw op. (Raadpleeg Hoofdstuk 4 voor meer details) De nieuwe vaste schijf moet gepartitioneerd en geformateerd worden. Het Besturingssysteem en de stuurprogramma s moet ook opnieuw geïnstalleerd worden. Ga na of het indicatorlichtje van de vaste schijf brandt. Wanneer u een bestand opent moet het indicatorlichtje eventjes oplichten.the new HDD may be defective or is not compatible. Indien uw notebook computer blootgesteld werd aan statische elektriciteit of een mechanische schok dan kan het zijn dat uw vaste schijf beschadigd is. De vaste schijf maakt abnormale geluiden - Maak onmiddellijk een back-up van uw bestanden. Ga na of het geluid wel degelijk van de vast schijf afkomstig is, en niet van de ventilator of een ander apparaat. De vaste schijf is vol - Voer in Windows het Hulpprogramma Schijf opruimen uit. [Start > Programma s > Bureau-accessoires > Systeemwerkset > Schijf opruimen]. Het systeem zal u zeggen wat te doen. Kopieer archiefbestanden of programma s die u niet langer meer 5-5
gebruikt naar een ander opslagmedium (floppy diskette, optische opneembare schijf, enz.) of maak de installatie van programma s die u niet meer gebruikt, ongedaan. Vele browsers slaan bestanden als cache op de vaste schijf op om de snelheid te verhogen. Raadpleeg de on-line Help voor instructies over het verminderen van de cachegrootte en het verwijderen van tijdelijke Internet bestanden. Klik op Prullenbak leegmaken om meer ruimte vrij te maken. Wanneer u bestanden verwijdert, zal Windows deze bestanden naar de Prullenbak kopiëren. Het lezen van de vaste schijf duurt lang - Indien u de schijf reeds een geruime tijd gebruikt, kan het nodig zijn de schijf te defragmenteren. Ga naar [Start > Programma s > Bureau-Accessoires > Systeemwerkset > Schijfdefragmentatie] om de schijf te defragmenteren. Deze handeling zal eventjes duren. Interrupt requests of problemen met andere hardware apparaten kunnen de vaste schijf bezig houden en het lezen van de vaste schijf vertragen. De bestanden zijn beschadigd - Voer in Windows het Foutcontrole Hulpprogramma uit om de vaste schijf te controleren. Dubbelklik op Deze computer, klik met de rechtermuisknop op C: en selecteer Eigenschappen. Klik in Foutcontrole op Controleer nu. 5-6
Problemen met het optische stuurprogramma Het optische station werkt niet - Probeer het systeem opnieuw op te starten. De schijf is beschadigd of de bestanden zijn niet leesbaar. Nadat u een CD-ROM ingestoken heeft, kan het eventjes duren vooraleer u de inhoud kunt lezen. Het station kan schijven lezen - De CD is niet juist op de schijflade geplaatst. Zorg ervoor dat de schijf stevig op de as vastzit. De schijf is beschadigd of is niet leesbaar. De schijf kan niet uitgeworpen worden - Het uitwerpen van een schijf duurt een aantal seconden. Indien u de schijf niet kunt uitwerpen dan kan die mechanisch vastzitten. Neem een paperclip en plooi die recht zodat u hem in de kleine opening, die zich naast de uitwerpknop bevindt, kunt steken. Druk nu met de paperclip in de opening en de schijflade zou naar buiten moeten schuiven. Indien er niets gebeurd moet u de notebook computer binnendoen voor reparatie. Probeer de schijflade niet met kracht te openen. Het Combo of DVD-RW station (optioneel apparaat) kan niet opnemen - U moet een programma voor het opnemen van bestanden naar een leeg medium kopen en installeren. 5-7
Problemen met het Beeldscherm Het beeldscherm is leeg wanneer het systeem ingeschakeld is - Zorg ervoor dat de notebook computer niet in de Stand-by-modus of Slaapstand staat. In deze modi zal het beeldscherm automatisch uitschakelen om energie te besparen De weergave op het scherm is moeilijk te lezen - De weergaveresolutie moet ten minste ingesteld worden op 1024x768 om een optimale weergave te bekomen. 1. Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiepaneel] en dubbelklik op het pictogram Beeldscherm. 2. In het tabblad Instellingen, stelt u de weergaveresolutie in op ten minste 1024x768 en kiest u tenminste 256 kleuren. Het beeld trilt - Het is normaal dat het beeld een paar maal trilt tijdens het opstarten en uitschakelen. 5-8
Problemen met het toetsenbord en de muis Het ingebouwde drukgevoelig vlak werkt niet correct - Zorg ervoor dat uw handen proper en droog zijn wanneer u het drukgevoelig vlak gebruikt. Hou het oppervlak van het drukgevoelig vlak proper en droog. Plaats uw handpalmen of uw polsen niet op het oppervlak van het drukgevoelig vlak wanneer u het drukgevoelig vlak gebruikt. Het ingebouwde toetsenbord werkt niet - Indien u een extern toetsenbord met het systeem verbindt, kan het ingebouwde toetsenbord misschien niet werken. Start het systeem opnieuw op te starten. De tekens op het scherm herhalen zich tijdens het intoetsen. U houdt de toetsen misschien te lang ingedrukt tijdens het typen. Hou het toetsenbord proper. Stof en vuil onder het toetsenbord kunnen de toetsen blokkeren. Configureer het toetsenbord zodat het langer wacht alvorens de functie Automatisch herhalen te starten. Om deze functie bij te regelen, gaat u naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm], en dubbelklikt u op het pictogram Toetsenbord. Een dialoogvenster verschijnt met de regelbare instellingen van het toetsenbord. 5-9
Problemen met de CMOS-Batterij Er verschijnt een bericht CMOS Checksum Failure op het scherm tijdens het opstarten of de tijd (klok) wordt op nul gezet tijdens het opstarten - Probeer het systeem opnieuw op te starten. Indien het bericht CMOS Checksum Failure tijdens het opstarten nog steeds op het scherm verschijnt, dan wil dit zeggen dat u de CMOS-batterij moet vervangen. De levensduur van deze batterij kan twee tot vijf jaar zijn. De batterij is van het type CR2032 (3V). U kunt de batterij zelf vervangen. De batterij bevindt zich naast de aansluiting van de Mini PCI WLAN module. Zie Hoofdstuk 4 om te leren hoe u toegang verkrijgt tot de aansluiting van de WLAN module. 5-10
Problemen met Geheugen De toename in geheugencapaciteit wordt tijdens het opstarten niet weergegeven wanneer u het extra geheugen reeds geïnstalleerd hebt - Sommige soorten geheugenmodules zijn niet compatibel met uw systeem. Raadpleeg uw verkoper en vraag een lijst met de compatibele DIMM-geheugenmodules.De geheugenmodule is misschien niet correct geïnstalleerd. Ga terug naar Hoofdstuk 4 en herlees de details voor deze operatie. De geheugenmodule is misschien beschadigd. Het Besturingssysteem geeft een bericht weer dat er onvoldoende geheugen is tijdens de werking - Dit is vaak een software of een Windows verwant probleem. Een programma gebruikt de geheugenbronnen. Sluit de programma s die u niet gebruikt af en start het systeem opnieuw op. U dient een extra geheugenmodule te installeren. Raadpleeg Hoofdstuk 4 Uw computer upgraden, voor meer instructies. 5-11
Problemen met de Modem De ingebouwde modem reageert niet - Zorg ervoor dat het stuurprogramma van de modem correct geladen is. Ga naar Start > Instellingen > Configuratiescherm > Telefoon- en modemopties] en klik op het tabblad Modem. Ga na of de SmartLink 56K Voice Modem of Uniwill V.92 Modem op de lijst staat. Indien niet het geval is, moet u op de knop Toevoegen klikken om het stuurprogramma van de modem te installeren. Het stuurprogramma bevindt zich op de meegeleverde CD-ROM (of floppy diskette). Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm > Systeem] en klik in het tabblad Hardware op de knop Apparaatbeheer om te controleren of er al dan niet een conflict is met de bronnen of de stuurprogramma s. Raadpleeg de Windows on-line help of uw handleiding voor meer informatie hierover. Zorg ervoor dat de telefoonlijn waarmee de computer verbonden is, correct werkt. Verbindingsproblemen - Schakel de functie Wisselgesprek van de telefoonlijn uit. Zorg ervoor dat notebook computer ingesteld staat op het land waar u zich momenteel bevindt. Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm > Modeminstellingen > Configuratie] en in het Land/Gebied uitrolmenu, selecteert u de juiste landinstellingen. Teveel ruis op de telefoonlijn kan de verbinding verbreken. Verbindt een telefoon met de telefoonlijn en ga na of er inderdaad veel ruis op de lijn is. Indien dit het geval is, moet u een andere telefoonlijn voor de modemverbinding gebruiken of de telefoonmaatschappij contacteren. Zorg ervoor dat u een stabiele kabelverbinding heeft. Probeer een andere ontvangstnummer en kijk of het probleem blijft bestaan. 5-12
Problemen met de Netwerkadapter / Ethernet De Ethernet-adapter werkt niet - Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm > Systeem > Hardware > Apparaatbeheer] en dubbelklik op Netwerkadapters en controleer of Realtek RTL8139/810x Family Fast Ethernet NIC op de lijst van adapters verschijnt. Indien de Ethernet adapter niet op de lijst verschijnt dan heeft Windows de Realtek RTL8139/810x Family Fast Ethernet NIC adapter niet gedetecteerd of is het stuurprogramma niet correct geïnstalleerd. Indien er zich een geel uitroepteken of een rood kruis op de netwerkadapter bevindt, dan wil dit zeggen dat er een apparaatconflict of een bronconflict is. Vervang of vernieuw (update) het stuurprogramma aan de hand van de meegeleverde CD-ROM of raadpleeg uw Windows handleiding om meer te weten te komen over het oplossen van bronconflicten. Zorg ervoor dat de fysische verbindingen aan beide uiteinden van de kabel stevig vastzitten. De hub of de concentrator functioneert misschien niet naar behoren. Ga na of andere computers die met dezelfde hub of concentrator verbonden zijn wel werken. De Ethernet-adapter werkt niet in de 100Mbps transmissiemodus - Zorg ervoor dat de hub die u gebruikt de 100Mbps werking ondersteunt. Zorg ervoor dat de RJ-45 kabel voldoet aan de 100Base-TX vereisten. Zorg ervoor dat de socket van de hub waarmee de Ethernet kabel verbonden is, de 100Base-TX modus ondersteunt. Sommige hubs hebben 100Base-TX en 100Base-T sockets. 5-13
Problemen met de PC-Kaart/PCMCIA-Kaart Opmerking: Sommige systemen zijn niet uitgerust met een PC-Kaart sleuf. De PC-Kaart werkt niet- Zorg ervoor dat u het stuurprogramma van de PC-kaart geinstalleerd heeft. Raadpleeg de handleiding van de kaart of contacteer de verdeler voor meer informatie. De PC-Kaart wordt niet herkend - Windows NT4.0 ondersteunt de PCMCIA (PC-Kaart) functie niet. U moet een extern programma gebruiken. Zorg ervoor dat de kaart volledig in de sleuf zit; de achterkant van de kaart mag niet verder uisteken dan de zijkant van de computer. Verwijder de PC-kaart en steek hem opnieuw in de sleuf. Ga na of er geen IRQ conflict met de kaart is. Raadpleeg de Windows on-line help voor het oplossen van IRQ conflicten. Start de computer opnieuw op en zie of het probleem nog steeds bestaat. De kaart is misschien beschadigd. Controleer dit door de kaart in een ander systeem te steken en te zien of de kaart al dan niet werkt. Windows loopt vast of blokkeert wanneer u de PC-kaart verwijderd- Wees zeker dat u op <Stop> gedrukt heeft alvorens het verwijderen van de PC-kaart. Dubbelklik op het pictogram hardware veilig verwijderen in de rechter benedenhoek van de taakbalk en selecteer de kaart die u wilt stoppen. Na het drukken op <Sluiten> zal Windows u meedelen dat u nu de kaart veilig kunt verwijderen. 5-14
Prestatieproblemen De computer wordt warm - In een omgeving van 35 C kunnen sommige onderdelen van de achterste behuizing opwarmen tot een temperatuur van 50 C Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Indien de ventilator niet werkt wanneer de notebook computer warm aanvoelt (50 C en hoger), contacteer dan het service center. Sommige programma s die de processor zwaar belasten, zullen de temperatuur van de notebook computer doen oplopen in die mate dat de computer automatisch de kloksnelheid van de CPU zal vertragen om thermische schade te vermijden. Een programma reageert bijna niet meer of werkt zeer traag - Druk op CTRL+ALT+DEL om na te gaan of de applicatie nog reageert. Start de computer opnieuw op. Dit kan normaal zijn onder Windows wanneer er op de achtergrond een programma uitgevoerd wordt dat de processor zwaar belast of wanneer het systeem een apparaat met een trage snelheid, zoals een floppy diskettestation, gebruikt. U voert teveel applicaties tegelijkertijd uit. Sluit enkele applicaties om uw systeemgeheugen te vergroten en een snellere werking te bekomen. De processor is misschien oververhit door de onmogelijkheid de interne warmte te regelen. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. 5-15
Problemen met Firewire (IEEE1394) en USB2.0 Het USB-apparaat werkt niet - Windows NT 4.0 ondersteunt de USB-protocollen niet. Controleer de instellingen in het Configuratiescherm van Windows. Zorg ervoor dat u de noodzakelijke stuurprogramma s geïnstalleerd heeft. Contacteer de verdeler van het apparaat voor meer informatie. De IEEE1394 poort werkt niet - Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm > Systeem > Hardware > Apparaatbeheer]. Op de lijst moet u Texas Instrument OHCI Compliant IEEE 1394 host controllers weergegeven worden. Indien u dit niet op de lijst vindt dan heeft Windows de host controller niet gedetecteerd of is het stuurprogramma niet correct geïnstalleerd. Indien er zich een geel uitroepteken of een rood kruis op de 1394 host controller bevindt, dan wil dit zeggen dat er een apparaatconflict of een bronconflict is. Vervang of vernieuw (update) het stuurprogramma aan de hand van de meegeleverde CD-ROM of raadpleeg uw Windows handleiding om meer te weten te komen over het oplossen van bronconflicten. Zorg ervoor dat de kabels juist verbonden zijn. Zorg ervoor dat u de noodzakelijke stuurprogramma s geïnstalleerd heeft. Contacteer de verdeler van het apparaat voor meer informatie. 5-16