Bijgaand ontvangt u ter kennisneming het ontwerp van de door ons college uit te brengen bestuursrapportage 2011 no. 2 (dm.nr. 490346).



Vergelijkbare documenten
Bestuursrapportage 2011 no. 2 (januari tot en met december 2011)

Jaarverslag Voorjaarsnota. Begroting. Bestuursrapportage no. 1. Bestuursrapportage no. 2. Jaarrekening en jaarverslag

AGENDAPUNT 4a. Onderwerp: Bestuursrapportage 2012 no. 1 Nummer: Voorstel

Bestuursrapportage 2012 no. 2

Bijlage1 : vervallen prestatie-indicatoren uit Begroting 2014

Bestuursrapportage 2011 no. 1 (januari tot en met juni 2011)

Voorstel: Bijgaand ontvangt u ter consultering het ontwerp van de door ons college uit te brengen bestuursrapportage 2012 no.2 (DM ).

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Onderwerp: Bestuursrapportage 2010 no. 2 Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

AGENDAPUNT 10. Onderwerp: Bestuursrapportage 2013 no. 2 Nummer: Voorstel

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Inhoud De Programmaverantwoording... 3 Paragrafen... 28

Gelet op het bepaalde in artikel 10, vijfde lid, van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden;

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Gelet op het bepaalde in artikel 10, vijfde lid, van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden;

Onderwerp: Bestuursrapportage 2014 nr. 1 Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Bestuursrapportage 2014 no. 2 (januari tot en met juni 2014)

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.


Bestuursrapportage 2013 no. 1 (januari tot en met maart 2013)

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Gecombineerde Commissie

AGENDAPUNT 8 ONTWERP. Onderwerp: Grootonderhoudsplan Oevers 2013 tot 2018 Nummer: Voorstel

Ontwerp begroting 2013

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Bestuursrapportage 2010 no. 2 (januari tot en met december 2010)

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

1 Begroting in één oogopslag... 3

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6).

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Financieel Jaarverslag 2014

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

2e wijziging programmabegroting

De grondverwerving is geregeld met de proefboerderij Zegveld voor zowel de omleiding als voor de naast gelegen grond.

INLEIDING RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

Overwegende de adviezen van de gecombineerde vergadering van de commissies BMZ en SKK

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Rapportage 2 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

AGENDAPUNT 7 ONTWERP. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Pagina 1. grondwater- Watersysteem- Zuiverings- Wegenbeheer? beheer beheer beheer ** Planvorming

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

HoogheemTaadschap van Delfland

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

Jaarrapportage 2018 Waterschap Hunze en Aa s

1. Voorstel aan commissie

AGENDAPUNT 4a/b. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Onderwerp: Financiering van oeverherstelwerk aan de primaire waterkering in IJsselstein (nabij het Klaphek)

AGENDAPUNT 4.5.A/ 5.5 B ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

In D&H: Steller: J.C.P. de Wit BMZ (tkn) Telefoonnummer: SKK Afdeling: Zuiveringsbeheer

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

3. Het overschot van van de taak watersysteembeheer als volgt te bestemmen:

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

agendapunt Aan Verenigde Vergadering AANSLUITING BERKEL-RODENRIJS OP TRANSPORTSTELSEL HARNASCHPOLDER

In de organisatieverordening is met betrekking tot overschrijding van de netto kosten in de begroting het volgende opgenomen:

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Voorstel aan algemeen bestuur

Raadsstuk. Onderwerp Bestuursrapportage Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Jaarverslag Tbv algemeen bestuur 2 juli Voorjaarsnota. Begroting. Bestuursrapportage no. 1. Bestuursrapportage no. 2

Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0. Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer:

BEGROTING De Stichtse Rijnlanden. Vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 23 november 2010

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Hoogheemraadschap van Delfland

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel

ALGEMEEN BESTUUR. Argumenten 1.1 Prognose eindstand traject 1 (Oostersluis-Bronssluis) Eemskanaal ligt ,- onder uitvoeringskrediet

1. Voorstel aan commissie

Onderwerp: Besluitvorming oevererosie - aanbod Rijkswaterstaat Nummer:

1 e kwartaalrapportage 2015 NZV

In het kader van de behandeling van dit voorstel merken wij nog het volgende op:

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Rapportage 2 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

A L G E M E E N B E S T U U R

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Stand van zaken aanpak NBW opgave wateroverlast

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 28mei

HAMERSTUK AGENDAPUNT 4. Onderwerp: Afkoop en herfinanciering landinrichtingsrente Lopikerwaard Nummer: Voorstel

A L G E M E E N B E S T U U R

1. Inleiding. 2. Groslijst onderwerpen. 3. Wat gaan we doen?

een aanvullend krediet van ,- toe te kennen voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de Oude Sluis te Nieuwegein.

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Transcriptie:

COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ en SKK ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3F Onderwerp: Bestuursrapportage no. 2 (ontwerp) Nummer: 511581 In D&H: 21-02-2012 Steller: MO-FIN In Cie: BMZ 21-03-2012 Telefoonnummer: (030) 634 59 00 SKK 21-03-2012 Afdeling: Managementondersteuning In AB: 18-04-2012 Portefeuillehouder: Miltenburg Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering Korte inhoudelijke omschrijving Bijgaand ontvangt u ter kennisneming het ontwerp van de door ons college uit te brengen bestuursrapportage no. 2 (dm.nr. 490346). Ingevolge artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (vastgesteld door het algemeen bestuur op 30 juni 2010) informeert het college het algemeen bestuur door middel van tussentijdse rapportages (bestuursrapportage 1 en bestuursrapportage 2) over de realisatie van het beleid dat in de begroting is opgenomen en over de uitvoering van investeringen. Op basis van deze rapportages wordt het algemeen bestuur in staat gesteld om beleid bij te stellen, met name in de voorjaarsnota en in de begroting als de rapportages daartoe aanleiding geven. Eventueel kan de rapportage ook aanleiding zijn voor een wijziging in de lopende begroting. Naast de bestuursrapportage worden met ingang van ook tweemaal per jaar aan het algemeen bestuur overzichten verstrekt die zich met name richten op de stand van zaken t.a.v. de realisatie van de investeringsplanning voor dat jaar, zodat het algemeen bestuur ook tussen de bestuursrapportages door de vinger aan de pols kan houden. De tussentijdse resultaten van bestuursrapportage no.1 zijn reeds waar nodig betrokken bij de begroting 2012. In de concept-voorjaarsnota 2012 (meerjarenraming 2013 2016) zijn de ontwikkelingen van de heffingsmaatstaven zoals die zich aftekenen in deze bestuurrapportage no. 2 meegenomen. De inhoud van deze bestuursrapportage vormt verder geen aanleiding voor het college om op dit moment met een voorstel te komen tot wijziging van de begroting 2012. Bij de vaststelling van de jaarrekening is er een moment om dat opnieuw te bekijken. Dan is er ook meer bekend over de stand van zaken in het lopende begrotingsjaar. Naar aanleiding van de gezamenlijke commissievergadering BMZ en SKK heeft het college in de conclusie van hoofdstuk 2 een tekst met zijn oordeel over de bereikte resultaten opgenomen. Verder is er nog een tekstuele correctie doorgevoerd: in tabel 7 zijn juiste percentages opgenomen Voor de duidelijkheid zijn de wijzigingen geel gemarkeerd. Ten slotte is in de conclusie bij investeringen de zin Ten slotte..x- en y-lijst systematiek geschrapt. Aan de toezeggingen die het college in de gezamenlijke commissievergadering van 21 maart heeft gedaan wordt later gevolg gegeven. Deze toezeggingen zijn: - In Bestuursrapportage 2012 nr. 1 wordt aandacht besteed aan het meer- en minderwerk t.o.v. de aanneemsommen waartegen de werken worden aanbesteed; - In Bestuursrapportage 2012 nr. 1 wordt bij de rapportage over de investeringsuitgaven onderscheid gemaakt tussen projecten van de X- en de Y-lijst; - Een overzicht van de in aangenomen moties wordt toegevoegd aan het jaarverslag (geagendeerd op de vergadering van het algemeen bestuur op 4 juli 2012). Het algemeen bestuur kan de inhoud van de bestuursrapportage no. 2 betrekken bij de beraadslagingen en besluitvorming over de voorjaarsnota 2012 (meerjarenraming 2013-2016). 359808-1 -

Bestuursrapportage no. 2 (januari tot en met december ) Vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden op 3 april 2012 Ten behoeve van de vergadering van het algemeen bestuur op18 april 2012 DOCS-#490346-v7-Bestuursrapportage no 2.DOC Voorjaarsnota Begroting Bestuursrapportage no. 1 Bestuursrapportage no. 2 Jaarrekening en jaarverslag

Inhoud 1. Voorwoord en leeswijzer... 3 2. Bestuursrapportage in één oogopslag... 4 3. Programma s... 9 3.1 Primaire en regionale waterkeringen... 11 3.2 Calamiteitenzorg... 14 3.3 Watersysteembeheer... 15 3.4 Nationaal Bestuursakkoord Water... 19 3.5 Kwaliteit van het oppervlaktewater... 21 3.6 Zuiveringsbeheer... 25 3.7 Lastendruk... 29 3.8 Tevredenheid belanghebbenden... 31 3.9 Maatschappelijk verantwoord ondernemen... 33 3.10 Niet afgeronde prestatie-indicatoren... 34 4. Belastingopbrengsten... 35 5. Investeringen... 36 5.1 Niet afgeronde investeringen... 37 6. Paragrafen... 38 6.1 Uitgangspunten en normen... 38 6.2 Bedrijfsvoering... 38 6.3 Financiering... 44 Bijlage 1: Afkortingen en begrippen... 47 Bijlage 2: Niet afgeronde prestatie-indicatoren... 49 2

1. Voorwoord en leeswijzer Voorwoord Twee maal per begrotingsjaar brengt het college de bestuursrapportage uit aan het algemeen bestuur, als onderdeel van de Planning & Controlcyclus. Het college geeft hiermee invulling aan artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze cyclus begint met de voorjaarsnota die op hoofdlijnen het beleid voor de volgende 4 jaren weergeeft en waar ook een meerjarenraming in wordt afgegeven. De volgende stap in de cyclus is de begroting waarin in het bijzonder de eerste jaarschijf van de voorjaarsnota nader wordt uitgewerkt. De bestuursrapportage geeft vervolgens antwoord op het resultaat van de drie W-vragen die in de begroting zijn gesteld: Wat willen we bereiken? Wat doen we ervoor? Wat zijn de kosten? De financiële cijfers van de tweede bestuursrapportage kunnen daarbij bovendien worden gezien als de voorlopige cijfers van de later door het algemeen bestuur vast te stellen jaarrekening. Sinds worden naast de bestuursrapportages tussentijds (voor de zomervakantie en voor de begrotingsvaststelling) overzichten verstrekt met de stand van zaken van de investeringsplanning. Leeswijzer Doelstellingen en prestatie-indicatoren (PI) In hoofdstuk 3 Programma s beoordelen we de geleverde prestaties aan de hand van de volgende criteria: Kwaliteit (K); Tijd (T); Geld (G). Gebruikte symbolen In verband met een rustiger opmaak van de tabellen en geen eenduidige symbolen, waardoor een legenda nodig was per tabel om de symbolen te verklaren, gebruiken wij voor het kleuroordeel met ingang van deze bestuursrapportage nieuwe symbolen. In Tabel 1 treft u de definitie aan met de gebruikte symbolen. Tabel 1 Symbolen en definitie Definitie W as Wordt goed op schema +/+ voldoende, niet op schema maar niet kritisch +/- onvoldoende, niet op schema en kritisch -/- Werkwijze beoordelingen In de beoordeling is gekeken naar de resultaten in kwaliteit, tijd en geld. Als kwaliteit en tijd in meer of mindere mate achterblijven bij de afspraken die gemaakt zijn, worden deze oranje of zelfs rood beoordeeld. Hierbij is het relevant welke toekomstige acties moeten worden ondernomen om de gestelde doelen alsnog te behalen. Het criterium geld wordt vaak groen beoordeeld, tenzij er een overschrijding van het krediet is, dan volgt het oordeel oranje of rood, afhankelijk van de mate en reden van overschrijding. Bestuursrapportage in één oogopslag In hoofdstuk 2 treft u een samenvatting aan van de cijfers, uitgesplitst naar programma s, kostensoorten en belastingcategorieën. Bovendien treft u een overzicht aan van de doelstellingen en prestatie-indicatoren per programma. 3

2. Bestuursrapportage in één oogopslag Tabel 2 Verantwoording per bestuurlijk thema en programma Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Kosten Veiligheid 15,9 16,1 0,3 N Primaire en regionale waterkeringen 15,4 15,8 0,4 N Calamiteitenzorg 0,4 0,3 0,1 V Voldoende water 30,7 33,6 3,0 N Watersysteembeheer 27,1 29,1 2,0 N Nationaal Bestuursakkoord Water 3,6 4,5 1,0 N Schoon water 52,0 54,8 2,9 N Kwaliteit van het oppervlaktewater 6,8 5,8 1,0 V Zuiveringsbeheer 45,1 49,0 3,9 N Bestuur, middelen & maatschappij 5,3 5,0 0,3 V Lastendruk 5,3 5,0 0,3 V Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid 0,0 0,0 0,0 V Tevredenheid belanghebbenden 0,0 0,0 0,0 V Totaal kosten 103,8 109,6 5,8 N Overige opbrengsten Veiligheid 1,8 2,9 1,2 V Primaire en regionale waterkeringen 1,8 2,8 1,1 V Calamiteitenzorg 0,0 0,1 0,1 V Voldoende water 1,2 3,9 2,7 V Watersysteembeheer 1,0 3,6 2,6 V Nationaal Bestuursakkoord Water 0,2 0,2 0,1 V Schoon water 1,2 3,0 1,8 V Kwaliteit van het oppervlaktewater 0,0 0,1 0,1 V Zuiveringsbeheer 1,2 2,9 1,7 V Bestuur, middelen & maatschappij 0,3 0,8 0,5 V Lastendruk 0,3 0,8 0,5 V Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid 0,0 0,0 0,0 V Tevredenheid belanghebbenden 0,0 0,0 0,0 V Totaal overige opbrengsten 4,5 10,7 6,2 V Saldo kosten en overige opbrengsten 99,3 98,9 0,4 V Bedragen zijn in miljoenen euro s 4

Tabel 3 Verantwoording per kosten- en opbrengstensoort Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Kosten Overige kosten 50,7 51,4 0,7 N Personeelskosten 24,6 26,7 2,1 N Afschrijvingskosten 21,3 21,1 0,1 V Rentekosten 11,8 10,4 1,4 V Totaal kosten 108,3 109,6 1,3 N Overige opbrengsten Overige opbrengsten, excl. geactiveerde lasten 4,5 6,5 2,0 V Geactiveerde personeelslasten (incl. baggeren) 3,2 3,1 0,1 N Geactiveerde rente 1,3 1,1 0,2 N Totaal overige opbrengsten 9,0 10,7 1,7 V Saldo kosten en overige opbrengsten 99,3 98,9 0,4 V Netto bijdrage belastingcategorieën Netto bijdrage belastingcategorieën 99,1 99,7 0,6 V Mutaties reserves Toevoeging reserves 0,0 0,0 0,0 V Onttrekking reserves 0,2 0,0 0,2 N Saldo na netto bijdrage en mutaties reserves 0,0 0,8 0,8 V Bedragen zijn in miljoenen euro s Tabel 4 Netto bijdrage per belastingcategorie Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen 18,8 18,9 0,0 V Watersysteemheffing overig ongebouwd 3,6 3,6 0,0 N Watersysteemheffing natuur 0,0 0,0 0,0 N Watersysteemheffing gebouwd 25,9 26,6 0,7 V Zuiveringsheffing woningen en bedrijven 50,7 50,7 0,1 N Totaal netto bijdrage 99,1 99,7 0,6 V Bedragen zijn in miljoenen euro s 5

Tabel 5 - Overzicht programma s, doelstellingen en Prestatie-indicatoren (PI) Bestuurlijk thema en programma Doelstelling Maatregel/PI Aantal PI rood / oranje Veiligheid 1. Primaire en regionale waterkeringen Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen Doelstelling 2 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen Doelstelling 3 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt 2. Calamiteitenzorg Doelstelling 4 - Een doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem Voldoende water 3. Watersysteembeheer Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied 4. Nationaal Bestuursakkoord Water Schoon water 5. Kwaliteit van het oppervlaktewater Doelstelling 6 - Realiseren van een duurzaam, klimaatbestendig en veilig functionerend watersysteem Doelstelling 7 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform NBW-actueel op orde Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater 6. Zuiveringsbeheer Doelstelling 9 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Bestuur, middelen en maatschappij Doelstelling 10 - Zuiveren van alle aanbod van afvalwater tegen wettelijk en in specifieke gevallen strengere gebiedsgerichte normen Doelstelling 11 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken 7. Lastendruk Doelstelling 12 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten 8. Tevredenheid belanghebbenden Doelstelling 13 - Het waterschap staat midden in de samenleving 9. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Doelstelling 14 - Integreren van het vaarwegbeheer in het waterbeheer Doelstelling 15 - Verleende vergunningen binnen proceduretijd Doelstelling 16 - Duurzaamheidcriteria wordt toegepast bij het inkopen en aanbesteden Doelstelling 17 - Recreatie, cultuurhistorie en landschap 1 t/m 6 5 7 1 8-9 - 10 t/m 24 4 25 t/m 26 1 27 t/m 29 2 30 t/m 41 6 42 t/m 49 4 50 t/m 53 1 54 t/m 57 1 58 t/m 60 1 61 t/m 67 2 68 1 69 1 70 t/m 71 1 72 t/m 73 1 6

Conclusie Financieel beeld Het resultaat is 0,8 miljoen euro voordelig. Het resultaat ontstaat uit een voordelig saldo op de kosten en overige opbrengsten van 0,4 miljoen euro. Daarnaast zijn er hogere belastingopbrengsten van 0,6 miljoen euro. Tenslotte is de begrote onttrekking uit de reserve van 0,2 miljoen euro niet nodig, waardoor een rekenkundig nadeel ontstaat. De eerste begrotingswijziging heeft het saldo van de kosten en overige opbrengsten verlaagd met 2,2 miljoen euro. Zonder interventie (begrotingswijziging) zou het resultaat 2,2 miljoen euro hoger uitgevallen zijn. Hieruit blijkt dat het instrument van de begrotingswijziging effectief is. Investeringen De bruto investeringsuitgaven bedragen 32,9 miljoen euro. Hiermee wordt een relatieve uitputting van 87% gerealiseerd in, ten opzichte van 2010 een toename van 22%. Dit wordt met name veroorzaakt door de eerste begrotingswijziging, waarbij de begrote investeringsuitgaven met 13,6 miljoen euro neerwaarts zijn bijgesteld. Nog meer samenwerking binnen projecten en een verminderde afhankelijkheid van de markt zorgen voor minder uitgaven. Prestatie-indicatoren Wat we doen om het effect te bereiken is in Tabel 5 op pagina 6 samengevat weergegeven. In onderscheiden we 17 doelstellingen en 73 PI. Bovendien is hierin het aantal indicatoren weergegeven dat beoordeeld is als oranje of rood. Van de 73 PI hebben er 32 een afwijkend kleuroordeel. In totaal gaat het om 73 x 3 (K/T/G) = 219 beoordelingen. Hiervan zijn er 19 rood (-/-), 21 oranje (+/-) en 179 groen (+/+) beoordeeld. De meeste afwijkingen hebben betrekking op het criterium tijd. Wat vindt het college van de bereikte resultaten? Financieel beeld De begroting van stond in het teken van scherp aan de wind. Dat is duidelijk terug te zien in het saldo van kosten en overige opbrengsten, deze kent een uitputtingspercentage van 99,6%. Ook de geringe afwijking op de gerealiseerde belastingopbrengsten stelt ons tevreden. Met een voordeel van 0,6 miljoen euro ligt de afwijking ruim binnen 1% van het totaal van de begrote belastingopbrengsten. Ook achteraf gezien was het besluit om de 1 e Begrotingswijziging door te voeren verstandig. De overschrijding op personeelskosten is toe te schrijven aan een technische omissie in de begroting van de sociale lasten, de scherpe raming van de personeelskosten en aan hogere inhuurkosten. De omissie is in de begroting van 2012 hersteld. De overschrijding op inhuurkosten is inherent aan de keuze om bij vacatures en ziekte de capaciteit door het inhuren van tijdelijke medewerkers op sterkte te houden. Investeringen De gerealiseerde investeringsuitgaven liggen dichter bij de (gewijzigde) begroting dan de afgelopen jaren. Bruto is er voor bijna 33 miljoen euro aan werk gerealiseerd en dat is slechts 13% minder dan begroot. In 2010 lag de realisatie op 31,5 miljoen euro, dit is een stijging van de realisatie van de investeringsuitgaven met 1,5 miljoen euro (5%). Dit hoge realisatiepercentage wordt ook verklaard door de begrotingswijziging, waarbij het niveau is bijgesteld naar een realistischer niveau. Prestatie-indicatoren Op basis van de rapportage over de prestaties is de belangrijkste constatering dat het waterschap het werk wel gedaan krijgt maar niet in alle gevallen binnen de tijd die daarvoor in de begroting is gesteld. 7

Op de factor tijd wordt 15 keer rood en dus kritisch voor de einddoelstelling gescoord. Deze scores zijn als volgt te verdelen: aangepast in Begroting 2012: 3 afhankelijkheid van derden: 2 complexiteit en meerwerk: 5 maatregel in toelichting vermeld: 5 Op basis van de aantallen in de verschillende categorieën is het college van mening dat voldoende bijsturingsmaatregelen zijn genomen. De verschuiving in de tijd leidt niet altijd tot extra kosten of een lager kwaliteitsniveau. Koppeling prestatie-indicatoren & geld Vanuit het financiële beeld en de rapportage over de prestatie-indicatoren komt de vraag naar voren of het later realiseren van de doelstellingen in 2012 tot een financiële overschrijding leidt. Voor prestatieindicatoren die zijn gekoppeld aan investeringsuitgaven blijft het krediet 2012 beschikbaar. Voor de prestatie-indicatoren die gekoppeld zijn aan de exploitatie en waarvan is aangegeven dat de realisatie in 2012 plaatsvindt of wordt afgerond, geldt dat deze binnen de begroting van 2012 gerealiseerd kunnen worden. 8

3. Programma s Algemeen Inleiding In dit hoofdstuk beoordelen we de geleverde prestaties aan de hand van de volgende criteria: Kwaliteit (K); Tijd (T); Geld (G) Verder kijken we naar het programmaresultaat. De eerste begrotingswijziging is alleen kwantitatief (geld) van aard. Het kwalitatieve (tekst + PI) deel is niet gewijzigd. Om die reden zijn in deze bestuursrapportage de prestatie-indicatoren integraal overgenomen uit de begroting. De beoordeling van de prestatie-indicatoren vindt derhalve op dezelfde wijze plaats als bij de bestuursrapportage no.1. Op aangeven van het algemeen bestuur is in de bestuursrapportage no.1 de doorwerking naar de begroting 2012 inzichtelijk gemaakt. In de begroting 2012 is zoveel mogelijk rekening gehouden met cumulatieve indicatoren. Tabel Wat heeft het gekost? Uit de tabel met de kosten en opbrengsten is er op de onderdelen: personeelskosten; afschrijvingskosten; rentekosten; opbrengsten uit de geactiveerde lasten, regelmatig een patroon zichtbaar, waarvoor de verklaring per programma hetzelfde is. Om bij de toelichting per programma niet in herhaling te vervallen en hiermee een rustiger beeld bij de verklaring te creëren, treft u hieronder de algemene verklaring van de bij de bullets benoemde kosten- en opbrengstencategorieën. Personeelskosten De personeelskosten zijn gesaldeerd begroot. In de realisatie wordt dit volgens de geldende externe verslaggevingsregels uitgesplitst naar kosten en opbrengsten (geactiveerde lasten). Hierdoor ontstaat er nadeel op de personeelskosten en een voordeel op de geactiveerde lasten. Deze verschillen vallen echter tegen elkaar weg en hebben geen invloed op het totale saldo per programma. De begroting 2012 is in lijn gebracht met de spelregels, zodoende is dit probleem niet meer aan de orde in de volgende bestuursrapportages. Het nadelig resultaat van 2,1 miljoen euro op de personeelskosten wordt in belangrijke mate verklaard door een rekenfout in de personeelsbegroting van ongeveer 1,5 miljoen euro. Deze rekenfout is in de begroting 2012 hersteld. Daarnaast is er een nadelig resultaat gerealiseerd op de inhuur. Deze overschrijding van het inhuurbudget kent twee oorzaken: de inhuur voor vervanging voor ziekte en zwangerschap was hoger dan begroot en er is ingehuurd om ontstane vacatureruimte tijdelijk in te vullen. Deze vacatureruimte is niet begroot en zou normaliter grotendeels gedekt worden door een onderschrijding op de reguliere personeelskosten. Dat was door de genoemde rekenfout nu niet het geval. Inmiddels zijn de openstaande vacatures vervuld en zijn maatregelen genomen om de post inhuur binnen de begroting te houden. Afschrijvingskosten Het voordeel op de afschrijvingskosten is 0,1 miljoen euro. Dit wordt verklaard door een langere looptijd van projecten. Hierdoor start het moment van afschrijven later. Verder ontstaat een inkoopvoordeel op de aanbestedingen (zie ook Tabel 9 op pagina 41). Het voordeel wordt enigszins teniet gedaan door een inhaalafschrijving op rwzi Wijk bij Duurstede. Rentekosten Het voordeel op de rentekosten bedraagt 1,4 miljoen euro. Vanwege goed treasurybeleid, een optimale mix van lang- en kort vreemd vermogen, was het eind 2010 niet nodig een lening van 25 9

miljoen euro aan te trekken. In de begroting is hier wel mee gerekend. Uiteindelijk is in december een lening aangetrokken van 15 miljoen euro. Opbrengsten uit de geactiveerde lasten De begrote personeels- en rentekosten zijn gesaldeerd weergegeven. In de realisatie wordt dit volgens de geldende externe verslaggevingsregels uitgesplitst naar kosten en opbrengsten. Om het effect op de opbrengsten inzichtelijk te maken hebben we een aparte regel onder de opbrengsten opgenomen (geactiveerde lasten). Bij de programma s Primaire en regionale waterkeringen, Watersysteembeheer en Zuiveringsbeheer ontstaat hierdoor een nadeel op de personeelskosten en een voordeel de geactiveerde lasten. Deze verschillen vallen echter tegen elkaar weg en hebben geen invloed op het totale saldo per programma. De begroting 2012 is in lijn gebracht met de spelregels, zodoende is dit probleem niet meer aan de orde in de volgende bestuursrapportages. 10

Thema Veiligheid 3.1 Primaire en regionale waterkeringen Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 01. Opstellen GOP primaire waterkeringen Bestuurlijk vastgesteld GOP - GOP vastgesteld Project is opgestart GOP gereed in +/+ -/- +/+ 02. Uitvoeren van toetsing van de regionale waterkeringen Toetsverslag vastgesteld door college mei 2012-80% gedetailleerde toetsing gereed 80% Toetsing gereed in 2012 03. Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen Aantal kilometers uitgevoerde kadeverbetering per jaar 129 km voorbereid en 128 km gereed 19 km voorbereid 12 km gereed 19 km voorbereid 5 km gereed 316 kilometer in 2020 volgens norm gereed +/+ +/- +/+ 04. Opstellen van een beleidsnota overige waterkeringen Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota overige waterkeringen - Vastgestelde nota Plan van aanpak gereed + pilot opgestart Beleidsplan vastgesteld in +/+ -/- +/+ 05. Opstellen van legger voor alle waterkeringen Bestuurlijk vastgestelde legger - Legger overige waterkeringen vastgesteld Nee Vastgestelde legger in -/- -/- -/- 06. Evalueren en bijstellen beheer- en beleidsplan waterkeringen Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan - Beleidsplan vastgesteld Concept 80% gereed Beleidsplan waterkeringen gereed in +/+ +/- +/+ Doelstelling 2 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 07. Opstellen van een compartimenteringsplan voor de boezem HDSR Bestuurlijk vastgesteld compartimenteringsplan - Vastgesteld compartimenteringsplan Studie compartimentering is uitgevoerd Plan vastgesteld in +/+ -/- +/+ Doelstelling 3 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 08. Bestrijden van muskusratten Aantal muskusratten vangsten per uur 0,31 vangsten per uur 0,23 vangsten per uur 0,17 vangsten per uur 0,17 vangsten per uur in 2013 11

Toelichting Prestatie-indicator nr. 1 Vanwege de extra inspanningen rondom het project Veiligheid Centraal Holland is het GOP primaire waterkeringen pas in de tweede helft van opgepakt. Het GOP primaire waterkeringen wordt in 2012 aan het AB voorgelegd (conform begroting 2012). Prestatie-indicator nr.3 Conform de verwachting van juli jl. is er in 5 km kade toegevoegd aan het aantal km regionale waterkering dat voldoet aan de toetsingscriteria. Ter compensatie van het lagere aantal km gereed, ten opzichte van oorspronkelijk gepland, is in 6 km meer in voorbereiding genomen. Hiervan is van 19 km de voorbereiding ook daadwerkelijk afgerond. Van de overige 6 km is de voorbereiding in vergevorderd stadium en zal deze in 2012 afgerond worden. Deze vertraging heeft geen nadelige consequenties voor het bereiken van de einddoelstelling van het GOP. Het aantal km is wel voor 2020 gereed en de vertraging heeft geen invloed op de overige planning. de legger overige keringen op basis van de concept criteria. Onder voorbehoud van de bestuurlijke vaststelling van de beleidsnota (2012) kan de legger overige waterkeringen eind 2012 bestuurlijk worden vastgesteld. Het betreft hier de legger voor de overige waterkeringen. Dit is slechts een beperkt aantal van het totaal, omdat het overgrote deel onder de primaire en regionale keringen valt. Voor zowel de primaire als de regionale keringen beschikken we over leggers. Prestatie-indicator nr.6 Het Conceptbeleidsplan is voor 80% gereed en zal (conform begroting 2012) in 2012 door het college worden vastgesteld. Prestatie-indicator nr. 7 De studie naar mogelijkheden voor compartimentering van de boezem is uitgevoerd. In het 1e kwartaal van 2012 wordt het resultaat in het college besproken met een plan van aanpak om te komen tot een compartimenteringsplan (conform begroting 2012). Prestatie-indicator nr.4 Vanwege de extra inspanningen rondom het project Veiligheid Centraal Holland is de beleidsnota overige waterkeringen in de tweede helft van opgepakt. Het plan van aanpak is ambtelijk gereed en er is een pilot opgestart rondom het Eiland van Schalkwijk. Verdere uitwerking en vaststelling vindt plaats in de 2 e helft van 2012 (conform begroting 2012). Prestatie-indicator nr.5 Het kunnen starten met het opstellen van de legger overige waterkeringen is afhankelijk van de criteria die vastgesteld worden in de beleidsnota overige waterkeringen (prestatie-indicator 4). De vertraging in het opstellen van de beleidsnota heeft hiermee direct ook het opstellen van de legger vertraagd. In wordt gestart met het opstellen van 12

Wat heeft het gekost? Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Primaire en regionale waterkeringen Kosten Overige kosten 3.526 3.049 477 V Bijdrage hoogwaterbeschermingsprogramma 3.819 3.819 0 V Personeelskosten 4.637 6.022 1.385 N Afschrijvingskosten 2.697 2.267 430 V Rentekosten 747 683 64 V Totaal kosten 15.426 15.841 415 N Overige opbrengsten Overige opbrengsten 1.757 2.453 696 V Geactiveerde lasten 0 387 387 V Totaal overige opbrengsten 1.757 2.840 1.083 V Saldo kosten en overige opbrengsten 13.669 13.001 668 V Bedragen zijn in duizenden euro s Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagina 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan. Overige kosten (0,477 V) V/N Slimmere en geautomatiseerde veiligheidstoetsing regionale waterkeringen 0,2 V Legger voor waterkeringen niet vastgesteld in 0,2 V Door gunstige koppeling met de toetsing (werk met werk) en door met eigen personeel te werken ontstaat een voordeel op de activiteiten ten behoeve van het beheerregister waterkeringen 0,1 V Overige opbrengsten (0,696 V) Inwerkingtreding spoedwet per 1 juli (i.p.v. 1 januari) leidt tot extra facturering aan 0,9 V de provincie van de kosten van muskusrattenbeheer over het eerste halfjaar, wel dient te worden aangetekend dat in het Bestuursakkoord Water in dit verband 1 januari wordt genoemd. Het college gaat echter uit van 1 juli, zijnde de datum waarop de muskusrattenbeheersing een wettelijke waterschapstaak is geworden. Overige indirecte opbrengsten 0,2 N Bedragen zijn in miljoenen euro s, V = voordeel, N = nadeel 13

3.2 Calamiteitenzorg Doelstellingen en maatregelen Doelstelling 4 - Een doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 09. Oefenen van de calamiteitenorganisatie Aantal oefeningen 2 oefeningen (1 met gemeenten en 1 intern) 5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern) 5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern) en 2 calamiteiten (hoog water en droogte) Doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem Wat heeft het gekost? Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Calamiteitenzorg Kosten Overige kosten 297 95 202 V Personeelskosten 103 181 78 N Afschrijvingskosten 29 22 7 V Rentekosten 4 2 2 V Totaal kosten 434 300 133 V Overige opbrengsten Overige opbrengsten 0 103 103 V Geactiveerde lasten 0 0 0 V Totaal overige opbrengsten 0 103 103 V Saldo kosten en overige opbrengsten 434 197 237 V Bedragen zijn in duizenden euro s Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagina 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan. Overige kosten (0,202 V) De ondersteuning op het gebied van calamiteitenzorg en de samenwerking in het Platform Crisisbeheersing Midden Nederland is door de eigen organisatie uitgevoerd, terwijl er uitgaan was van het inschakelen van externe deskundigheid. V/N 0,2 V Overige opbrengsten (0,103 V) Niet geraamde opbrengsten Platform Crisisbeheersing Midden Nederland 0,1 V Bedragen zijn in miljoenen euro s, V = voordeel, N = nadeel 14

Thema Voldoende water 3.3 Watersysteembeheer Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 10. Opstellen beleidsnota beperken van de negatieve effecten van droogte Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota - Studie naar effecten uitgevoerd Ja Beleidsnota gereed in 2012 11. Uitvoeren GOP Kunstwerken Aantal gerenoveerde kunstwerken per jaar 80 8 8 209 stuks kunstwerken in 2015 in goede staat 12. Opstellen communicatieplan "waterverdeling tijdens droogte" Bestuurlijk vastgesteld communicatieplan - Vastgesteld plan Ja Vastgesteld plan in 13. Inrichten grondwatermonitoringssysteem Een operationeel monitoringsysteem - 100% gereed 100% Het monitoringsysteem is gereed in 14. Renoveren cultuurhistorische oevers Aantal km hersteld - 3,5 kilometer gerealiseerd 0 km 3,5 kilometer Oever-project stad Utrecht is afgerond in +/+ -/- +/- 15. Uitvoeren van GOP en WGP oevers Aantal kilometer verbeterde harde oevers per jaar 29,5 km 4,6 km 0,5 km GOP Oevers 2003-2013, 37 km oever hersteld +/+ -/- +/+ 16. Uitvoeren van GOP en WGP oevers Aantal kilometer natuurvriendelijke oevers 9,5 km 10,9 km 8,4 km Duurzame en robuuste inrichting van oevers +/+ +/- +/+ 17. Uitvoeren baggerjaarplan Aantal kuubs (m3) per jaar 3.951.000 325.000 349.000 Baggerachterstand in 2016 weggewerkt (5,9 miljoen kuub) 18. Opstellen beleidsplan GGOR Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan - Vastgestelde beleidsnota Ja Nota in vastgesteld 19. Actualiseren peilbesluiten. Cumulatief percentage gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft. 50% 66% 50% In 2015 zijn alle (79% van het gebied) peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar) +/+ -/- +/+ 15

Toelichting Prestatie-indicator nr. 14 De complexiteit van de aanbesteding heeft voor de vertraging gezorgd in dit project. De uitvoering wordt geheel in 2012 ter hand genomen. Prestatie-indicator nr. 15 In deze 4,6 km zijn abusievelijk de 3,5 km van Stadsbuitengracht opgenomen. Van de geplande lengte van 1,1 km is 0,5 km gerealiseerd. De voorbereiding met aangelanden in het project Kromme Rijn, Schoudermantel heeft meer tijd gekost dan voorzien. Naar verwachting kan dit project in 2012 worden afgerond. Prestatie-indicator nr. 16 De norm van 10,9 km betreft deels projecten voor EVZ en KRW die ook horen bij de doelstelling aanleggen van natuurvriendelijke oevers in het programma waterkwaliteit. Vanuit het GOP oevers is in 8,4 km natuurvriendelijke oever aangelegd. De inrichting van de nieuwe maalvliet Gemaal Houtkade en uitvoering van het WGP Lanbroekerwetering hebben meer tijd gekost dan voorzien. Prestatie-indicator nr. 19 Het beoogde percentage met actuele peilbesluiten wordt niet gehaald om de volgende redenen. Voor peilbesluit Lopikerwaard waren peilafwegingen per bodemtype nodig op basis van de nieuwe beleidslijnen uit de beleidsnota Peilbeheer. Omdat dit in de streek gevoelig ligt is ook een intensiever gebiedsproces nodig. Hierdoor schuift de bestuurlijke vaststelling door naar 2012. Door inhuur van extra capaciteit wordt de voortgang ondersteund. 16

Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 20. Verbeteren sturing en monitoring oppervlakte watersysteem Vernieuwd CAW-systeem - Implementatie in organisatie Ja In 2013 is het CAW vernieuwd. 21. Uitvoeren meetplan oppervlaktewatersysteem Uitgevoerde maatregelen meetplan - 50% maatregelen meetplan gerealiseerd 50% In 2013 is het meetplan uitgevoerd. 22. Op orde brengen van de waterhuishouding in de TOP verdroogde gebieden. Cumulatief aantal verdroogde gebieden waar waterhuishouding op orde is 4 4 4 6 Topgebieden zijn op orde in 2013 23. Opstellen watergebiedsplannen inclusief sub-top en overige gebieden Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde watergebiedsplannen 6 6 6 In 2020 zijn alle 7 watergebiedsplannen uitgevoerd 24. Uitvoeren integrale watergebiedsplannen Cumulatief aantal uitgevoerde watergebiedsplannen 0 1 1 In 2020 zijn alle 7 watergebiedsplannen uitgevoerd Doelstelling 6 - Realiseren van een duurzaam, klimaatbestendig en veilig functionerend watersysteem Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 25. Opstellen planadvies watersysteem Rijnenburg aan gemeente Utrecht Bestuurlijk vastgesteld planadvies. - Planadvies vastgesteld Nee Vastgesteld plan in +/+ +/- +/+ 26. Opstellen legger watersysteem Bestuurlijk vastgestelde legger Plan van Aanpak Uitvoeren plan van aanpak Ja In 2012 is legger vastgesteld 17

Toelichting Wat heeft het gekost? Prestatie-indicator nr. 25 In het overleg over de realisatie van Rijnenburg is door de gemeente Utrecht een tussenfase ingelast om de marktpartijen de mogelijkheid te geven met een alternatief plan te komen. Daardoor is de realisatie vertraagd ten opzichte van eerdere planningen. Inmiddels hebben de marktpartijen een eigen plan gepresenteerd, dat goed door de gemeente is ontvangen. Naar verwachting wordt het planproces binnenkort weer met alle overheidspartijen opgestart. Pas dan beschikken wij over de juiste informatie om het planadvies op te stellen en voor bestuurlijke besluitvorming voor te leggen. De bestuurlijke besluitvorming is naar verwachting in de eerste helft van 2012. Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Watersysteembeheer Kosten Overige kosten 16.598 17.147 549 N Personeelskosten 5.107 6.440 1.333 N Afschrijvingskosten 3.685 3.278 407 V Rentekosten 1.714 2.229 515 N Totaal kosten 27.104 29.095 1.991 N Overige opbrengsten Overige opbrengsten 1.048 1.043 5 N Geactiveerde lasten 0 2.595 2.595 V Totaal overige opbrengsten 1.048 3.638 2.590 V Saldo kosten en overige opbrengsten 26.056 25.457 599 V Bedragen zijn in duizenden euro s Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi- Overige kosten (0,549 N) na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan. V/N Monitoring slibaanwas wordt in 2012 aanbesteed 0,2 V Lagere onderhoudskosten kunstwerken actieve waterbeheersing 0,3 V Hogere onderhoudskosten door derden van kunstwerken passieve waterbeheersing 0,1 N Bij de monitoring van de waterkwantiteit leidt de upgrade van het CAW-systeem (Centrale Automatisering Watermanagement) tot meer aanpassingen op de bestaande systemen dan was voorzien. Bovendien hebben extra testen naar alle locaties tot hogere telefoonkosten geleid. In het hoofdstuk investering komt de overschrijding van het krediet ter hoogte van 0,1 miljoen euro aan de orde. 0,1 N Tot en met worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een variabele verdeelsleutel, die gebaseerd is op de urenverantwoording. Deze doorbelasting valt voor het programma Watersysteembeheer nadelig uit. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt. Bedragen zijn in miljoenen euro s, V = voordeel, N = nadeel 0,8 N 18

3.4 Nationaal Bestuursakkoord Water Doelstelling 7 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform NBW-actueel op orde Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 27. Opstellen beleidsnotitie stedelijk waterbeheer Bestuurlijk vastgestelde beleidsnotitie - Vaststellen van beleidsnotitie Nee Vaststellen van beleidsnotitie in +/+ -/- +/+ 28. Uitvoeren tweede toetsing wateropgave Bestuurlijk vastgesteld toetsingsresultaat - Resultaat toetsing Nee In 2012 toetsingsresultaat bestuurlijk vastgesteld. +/+ -/- +/+ 29. Uitvoeren van NBW maatregelen Cumulatief aantal WGP waarin NBWmaatregelen uitgevoerd zijn - 1 1 In 2015 zijn de NBW maatregelen uitgevoerd in WGP s 19

Toelichting Prestatie-indicator nr. 27 Het opstellen van de beleidsnotitie stedelijk waterbeheer is in 2010 gestart. Vanwege de complexiteit van het onderwerp is besteed aan een goede bestuurlijke beeldvorming voorafgaand aan de besluitvorming. Naar verwachting zal de notitie in 2012 worden vastgesteld. Prestatie-indicator nr. 28 De toetsing is in begonnen. Het verwerken van een grote hoeveelheid verbeterde data in het beheerregister vergde enkele maanden extra tijd. De resultaten worden in het najaar van 2012 vastgesteld. Wat heeft het gekost? Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Nationaal Bestuursakkoord Water Kosten Overige kosten 1.564 2.098 534 N Personeelskosten 1.866 2.322 456 N Afschrijvingskosten 108 88 20 V Rentekosten 40 32 8 V Totaal kosten 3.578 4.540 962 N Overige opbrengsten Overige opbrengsten 150 215 65 V Geactiveerde lasten 0 0 0 V Totaal overige opbrengsten 150 215 65 V Saldo kosten en overige opbrengsten 3.428 4.325 897 N Bedragen zijn in duizenden euro s Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagina 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan. Overige kosten (0,534 N) Niet geraamde kosten voor de zoetwaterproblematiek West- en Midden Nederland (Deltaprogramma) en een niet geraamde bijdrage aan derden in het kader van het watergebiedsplan Langbroekerwetering Lagere bijdragen dan geraamd aan plannen van derden (Rijk, Provincie, gemeenten en overige) en thema- en gebiedsgerichte plannen Tot en met worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een variabele verdeelsleutel, die gebaseerd is op de urenverantwoording. Deze doorbelasting valt voor dit Watersysteembeheer nadelig uit. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt. Bedragen zijn in miljoenen euro s, V = voordeel, N = nadeel V/N 0,1 N 0,2 V 0,6 N 20

Thema Schoon water 3.5 Kwaliteit van het oppervlaktewater Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 30. Uitvoeren synergieproject Grecht Uitvoering synergieproject Voorbereiding Uitvoering Ja Waterberging en natuurontwikkeling gereed in 2015 31. Uitvoeren synergieproject Kromme Rijn Uitvoering synergieproject Voorbereiding en start uitvoering Uitvoering Ja Synergieproject gereed in 2015. 32. Deelname in synergieproject Schoon water van de gemeente Utrecht voor waterlichaam Maartensdijk en Vecht Uitgevoerd synergieproject - Voorbereiding Ja Synergieproject gereed in 2015 33. Uitvoeren synergieproject herinrichting Haarrijn- Ouwenaar Uitgevoerd synergieproject Haalbaarheidsstudie Start uitvoering Ja Aanleg NVO in boezem, verplaatsen gemaal Haarrijn en herinrichten voormalige boezem gereed in 2015 34. Opstellen Emissiebeheerplan Opgesteld emissiebeheerplan - Opstellen plan Nee Vastgesteld emissiebeheerplan in 2012 +/+ +/- +/+ 35. Aanleggen natuurvriendelijke oevers Cumulatief aantal aangelegde kilometers oever 77 km 91,7 km 85,5 km 144 km gerealiseerd in 2018 conform Europese en landelijke normen +/+ +/- +/+ 36. Vispasseerbaar maken van kunstwerken Aantal gerealiseerde vispassages per jaar 2 10 10 58 vispasseerbare kunstwerken gemaakt in 2027 (waarvan 30 voor 2015) 37. Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma Aantal onderzoeken gereed per jaar - 4 1 In 2015 zijn alle 16 onderzoeken gereed +/+ +/- +/+ 38. Opstellen notitie behoud waterparels Opgestelde notitie - Voorbereiding Nee Inzicht in mogelijkheden voor behoud waterparels +/+ +/- +/+ 21

Toelichting Prestatie-indicator nr. 34 Het plan van aanpak voor het Emissiebeleidsplan is eind door het college vastgesteld. Door de keuze voor een interactieve aanpak met doelgroepen heeft het planvormingstraject vertraging opgelopen. Eind 2012 wordt het Emissiebeleidsplan bestuurlijk vastgesteld. Prestatie-indicator nr. 35 Deze PI betreft de natuurvriendelijke oevers in het kader van de KRW-doelstellingen. In hebben we 8,4 km natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. Op de cumulatieve norm lopen we 6,2 km achter. Het blijkt niet gemakkelijk om geschikte en beschikbare locaties voor natuurvriendelijke oevers te vinden. Met inzet van de beheerder grondzaken hopen we dit te bespoedigen. Prestatie-indicator nr. 37 In is 1 onderzoek in plaats van 4 onderzoeken afgerond. Het betreft 12 onderzoeksthema's met wel 130 onderzoeken in plaats van 16 onderzoeken. Deze indicator is dan ook aangepast in de begroting 2012. De eindnorm wordt in 2013 al gehaald in verband met de tweede fase van de KRW. Prestatie-indicator nr. 38 Eind is gestart met onderzoek naar de doelstellingen en bijbehorende concrete maatregelen van de vier waterparels. Aan de hand van de onderzoeksresultaten die in 2012 beschikbaar komen, verkrijgen wij inzicht in de maatregelen die mee kunnen liften met EHS/verdroging(sgelden) en in welke mate de herijking van de EHS gevolgen heeft voor de waterparels. 22

Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 39. In kaart brengen van de verspreiding van beschermde dieren en planten Verspreidingskaart gereed - Kaart gereed Ja In kaart gereed. 40. Opstellen visstandbeheerplannen Aantal bestuurlijk vastgestelde visstandbeheerplannen - 4 1 In zijn alle 4 visstandbeheerplannen bestuurlijk vastgesteld +/+ -/- +/+ 41. Goedkeuren visplannen derden Aantal goedgekeurde visplannen 1 3 0 In zijn alle 4 visplannen goedgekeurd +/+ +/- +/+ 23

Toelichting Prestatie-indicator nr. 40 In het voorjaar van 2012 ronden we het eerste visstandbeheerplan af en leggen we dit aan het college voor. Het ministerie EL&I gaat in overleg met UvW landelijke toetsingscriteria opstellen. Wij wachten af of de drie andere visstandbeheerplannen nog wel nodig zijn. Prestatie-indicator nr. 41 Gewijzigde indicator Sportvisserij Nederland gaat samen met de visserijsector visplannen opstellen voor alle waterlichamen. Dit zijn er 30, die in concept gereed zijn. De indicator in de begroting 2012 is hierop aangepast en in % weergegeven. Wat heeft het gekost? Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Kwaliteit van het oppervlaktewater Kosten Overige kosten 3.579 2.245 1.334 V Personeelskosten 2.990 3.364 374 N Afschrijvingskosten 199 163 36 V Rentekosten 65 57 8 V Totaal kosten 6.833 5.829 1.004 V Overige opbrengsten Overige opbrengsten 0 132 132 V Geactiveerde lasten 0 0 0 V Totaal overige opbrengsten 0 132 132 V Saldo kosten en overige opbrengsten 6.833 5.697 1.136 V Bedragen zijn in duizenden euro s Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagina 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan. Overige kosten (1,334 V) V/N Monitoring waterkwaliteit, afrekening frictiekosten Aquon 0,1 N Lagere bijdragen in verband met rioleringsplannen en stimulering derden aanpak 0,3 V diffuse emissies Tot en met worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een variabele verdeelsleutel, die gebaseerd is op de urenverantwoording. Het programma Kwaliteit van het oppervlaktewater krijgt een lagere doorbelasting dan geraamd. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt. 1,1 V Bedragen zijn in miljoenen euro s, V = voordeel, N = nadeel 24

3.6 Zuiveringsbeheer Doelstelling 9 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 42. Uitvoeren van optimalisatiestudies en/of studies naar rioolvreemd water Cumulatief aantal afgeronde studies 11 15 13 17 studies in 2012 +/+ +/- +/+ 43. Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden 2 13 7 17 afvalwaterakkoorden in 2013 +/+ +/- +/+ 44. Toetsen gemeentelijke rioleringsplannen Cumulatief aantal getoetste gemeentelijke rioleringsplannen 4 12 10 20 getoetste rioleringsplannen in 2015 +/+ +/- +/+ 45. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Beëindigen geconstateerde illegale lozingen 100% 100% 100% Alle geconstateerde illegale lozingen worden beëindigd 46. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag bedrijven Waterwet (vergunning en Barim) 73% 90% 82% Naleefgedrag gerealiseerd +/+ +/- +/+ 47. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag agrarische bedrijven 76% 90% 91% Naleefgedrag gerealiseerd 48. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag RWZI's 90% 90% 100% Naleefgedrag gerealiseerd 49. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen Naleefgedrag grondwateronttrekkingen en lozingen 0% 60% 77% Naleefgedrag gerealiseerd. 25

Toelichting Prestatie-indicator nr. 42 HDSR heeft 17 rwzi s. Momenteel zijn er voor 13 rwzi s OAS-en uitgevoerd. In 2012 starten we nog een OAS voor de zuiveringskring Zeist op. Het totaal komt daarmee uiteindelijk op 14. De overige 3 rwzi s zijn recent gerenoveerd (De Bilt en Montfoort) of nog maar half belast (Leidsche Rijn). Voor deze rwzi s starten we binnen afzienbare tijd geen OAS-studie op. Einddoelstelling moet dus zijn 14 studies in 2012. Prestatie-indicator nr. 43 HDSR heeft door fusies momenteel 16 gemeenten die afvoeren naar een rwzi van HDSR. In het verleden waren dit 17 gemeenten. Met deze gemeenten wordt een afvalwaterakkoord (AWA) gesloten. Momenteel zijn er met 7 gemeenten AWA's gesloten. Eind zou met nog eens 3 gemeenten een AWA gesloten worden, maar door vertraging bij het opstellen van gemeentelijke rioleringsplannen is dit vertraagd naar begin 2012. De einddoelstelling komt niet in gevaar. Einddoelstelling moet zijn 16 afvalwaterakkoorden in 2013. Prestatie-indicator nr. 44 HDSR heeft door fusies momenteel 19 gemeenten in het gebied. In het verleden waren dit 20 gemeenten. Van deze 19 toetsen we voor 16 gemeenten het rioleringsplan op indirecte en directe lozingen. Voor de overige 3 gemeenten toetsen we specifiek op directe lozingen. Deze gemeenten voeren het afvalwater af naar rwzi s van andere waterschappen. Gemiddeld hebben deze plannen een doorlooptijd van 5 jaar. Dit betekent dat er per jaar ca. 4 GRP s getoetst worden. In zijn 6 GRP's getoetst. Realisatie in 2010 was 4, norm voor moet 8 zijn. Eind zijn er 10 getoetst. De einddoelstelling moet zijn 19 getoetste rioleringsplannen in 2015. Prestatie-indicator nr. 46 Het nalevingspercentage is lager als gevolg van risico-gestuurd toezicht. 26

Doelstelling 10 - Zuiveren van alle aanbod van afvalwater tegen wettelijk en in specifieke gevallen strengere gebiedsgerichte normen Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 50. Besluit nemen over het verplaatsen van de RWZI Utrecht Bestuurlijk vastgesteld besluit Variantenstudie Vastgesteld besluit Ja Vastgesteld besluit in 2015 51. Ontwikkelen en uitvoeren slibstrategie Uitgewerkte slibstrategie - Uitwerking slibstrategie Nee In november 2012 slibstrategie gereed +/+ +/- +/+ 52. Optimalisatie proces Verwijderingspercentage van fosfaat 85% 83% 86% Voldoen aan minimale WVO eis 75% 53. Optimalisatie proces Verwijderingspercentage van stikstof 84% 83% 87% Voldoen aan minimale WVO eis 75% Doelstelling 11 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken Nr. Maatregel PI/afspraak Realisatie t/m 2010 Norm Realisatie Einddoelstelling K T G 54. Energieefficiëntie-verbetering Cumulatief procentuele energie efficientie verbetering 6% 5% 10% Energieefficiëntieverbetering in 2020 is 30% ten opzichte van 2005 55. Terugdringen aardgas verbruik RWZI Utrecht en Nieuwegein Cumulatief aantal terug gedrongen m3 aardgas 386.519 386.519 435.154 Teruggedrongen verbruik van 500.000 m3 in 2020 56. Verhogen percentage biogasbenutting t.o.v. biogas productie RWZI Utrecht en Nieuwegein. Percentage biogasverbruik 85% 93% 85% 98% benutting biogasproductie in 2015 -/- -/- -/- 57. Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein Energieleverende rwzi - Voorbereiding Ja Gereed in 2013 27

Toelichting Prestatie-indicator nr. 50 De einddoelstelling is niet juist en moet zijn vastgesteld besluit in. Prestatie-indicator nr. 51 De slibstrategie is afhankelijk van de toekomst van de rwzi Utrecht. Nu het besluit genomen is de rwzi te vernieuwen wordt de slibstrategie opgesteld. De einddoelstelling is nog haalbaar. Prestatie-indicator nr. 56 Bij de omschrijving van de maatregel staat dat het gaat om de rwzi Utrecht en Nieuwegein. Het gaat hier ook om de rwzi De Wat heeft het gekost? Meern. Deze gasmotor en 1 van de gasmotoren op de rwzi Utrecht hebben door een revisie ongeveer een maand stil gestaan. Dit heeft een negatief effect op de biogasbenutting. Om het percentage biogasbenutting te verbeteren hebben we op de rwzi Utrecht een extra gasmotor geplaatst. Dit heeft er toe geleid dat het percentage is gestegen van 79% over het eerste halfjaar tot 92% over het tweede half jaar. Over heel komt dit neer op 85%. Verder gaan we in 2012 de verwerkingscapaciteit op de rwzi Nieuwegein verhogen (Energiefabriek fase 1). Door beide maatregelen wordt de biogasbenutting in 2012 verhoogd. Begroting Realisatie Resultaat Na 1e wijziging Zuiveringsbeheer Kosten Overige kosten 17.754 19.426 1.672 N Personeelskosten 5.192 6.962 1.770 N Afschrijvingskosten 14.322 15.246 924 N Rentekosten 7.880 7.386 494 V Totaal kosten 45.149 49.020 3.871 N Overige opbrengsten Overige opbrengsten 1.220 1.751 531 V Geactiveerde lasten 0 1.152 1.152 V Totaal overige opbrengsten 1.220 2.903 1.683 V Saldo kosten en overige opbrengsten 43.929 46.117 2.189 N Bedragen zijn in duizenden euro s Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi- Overige kosten (1,672 N) na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan. V/N Naheffing WVO effluent voorgaande jaren 0,5 N Hogere energiekosten door een lagere eigen productie van elektriciteit 0,4 N Hogere kosten grondstof slibontwatering 0,4 N Grensoverschrijdend afvalwater 0,4 N Overige opbrengsten (0,531 V) Schadeloosstelling Rijkswaterstaat voor de verplaatsing van het baggerdepot in verband met verbreding A2 Nieuwegein-Zuid Bedragen zijn in miljoenen euro s, V = voordeel, N = nadeel 0,5 V 28