Postgraduaat Cliëntgerichte Psychotherapie. Katholieke Universiteit Leuven



Vergelijkbare documenten
P ostgraduaat. Cliëntgerichte. Psychotherapie

Postgraduaat. Cliëntgerichte Psychotherapie

Postgraduaat. Cliëntgerichte Psychotherapie

Basiscursus Cliëntgerichte Psychotherapie

ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE PSYCHOLOGIE

ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE PSYCHOLOGIE

ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE PSYCHOLOGIE

ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE PSYCHOLOGIE

jongeren. het beste in verdieping en

E E N S E L E C T I E U I T D E P U B L I C A T I E S V A N MARTIN VAN KALMTHOUT

Hoofdstuk 3 Authenticiteit en aanvaarding: voedingsbodem van het therapeutische werk 49 G. Lietaer

POSTGRADUAAT Pediatrische revalidatie bij neurologische aandoeningen. Academiejaar ABBV BOBATH

Permanente Vorming Eerstelijns Psychologische Zorg

Contextuele Systemische Counseling Opleiding Antwerpen en Gent

Permanente vorming Gedragstherapie kinderen en jongeren

Antwerpen en Gent. Het betreft een 2 jarige opleiding, erkend door de BVRGS

Algemene inhoudelijke coördinatie:

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

Permanente vorming Gedragstherapie volwassenen

Permanente vorming Gedragstherapie kinderen en jongeren

OPLEIDINGSREGLEMENT RELATIE- EN GEZINSTHERAPEUT (SYSTEEMTHERAPEUT) EN SYSTEEMTHERAPEUTISCH WERKER

PERMANENTE VORMING. Klinische psychodiagnostiek. PEV klinische psychodiagnostiek OPTIE VOLWASSENEN

OPLEIDINGSONDERDEEL MASTERPROEF I VAKGROEP EXPERIMTEEL-KLINISCHE EN GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE

aanvraagformulier ten behoeve van de registratie als Contextueel Therapeut VCW reg.

Postmaster opleiding systeemtherapeut

Handboek gesprekstherapie

Klinisch Psycholoog. specialistische opleiding Leidseplein PR Amsterdam T (020) F (020)

ABBV BOBATH. Postgraduaatopleiding Pediatrische revalidatie bij neurologische aandoeningen

Master in de seksuologie

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

STUDIEGIDS (v. 3.0) INLEIDING

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Postgraduaat familiale bemiddeling

UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK. Bijzondere orthopedagogiek van personen met een mentale, psychische, fysieke of sensoriële handicap II

Opleidingsreglement voor de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie Vastgesteld in de ledenvergadering d.d.

Registratiereglement voor aspirant, junior, senior en supervisor Register Schematherapie Ingangsdatum: 1 mei 2016

Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor

Opleidingsreglement Nederlandse Vereniging voor Interpersoonlijke Psychotherapie

Word ook cognitief gedragstherapeut VGCt Informatie over de opleiding en registratie bij de VGCt

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk Werk Systeemgericht werken. Lestijden 60

Aan de studenten 1 ste licentie criminologie. Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 10 oktober 2005

Supervisie in de driejarige opleiding van het CPC Versie 28/10/2015

GROEIEN IN GROEP. Aanbod groepstherapie: Koningin Astridlaan Kessel-Lo.

Klinische psychodiagnostiek

Expertopleiding Cultuur in de Spiegel

Interuniversitaire. Permanente Vorming Arbeidsgeneeskunde

Permanente vorming Gedragstherapie volwassenen

Registratiereglement Schematherapeutisch Werkers Register Schematherapie Januari 2015

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

OPLEIDINGSREGLEMENT RELATIE- EN GEZINSTHERAPEUT (SYSTEEMTHERAPEUT) SYSTEEMTHERAPEUTISCH WERKER

Supervisiereglement van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie

Master in de logopedische en audiologische wetenschappen

ABBV BOBATH. Postgraduaatopleiding Pediatrische revalidatie bij neurologische aandoeningen

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Verkorte master in de psychologie

Informatie voor supervisanten

Registratiereglement Schematherapeutisch Werkers Register Schematherapie Maart 2017

AANVRAAGFORMULIER VOOR ERKENNING VAN OPLEIDINGEN EN CURSUSSEN

Klinisch Psycholoog. specialistische opleiding Leidseplein PR Amsterdam T (020) F (020)

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING IN DE TEW

aanvraagformulier ten behoeve van de registratie als Contextueel Hulpverlener VCW reg.

3/12/2014 DE THERAPEUTISCHE RELATIE UITGANGSPUNTEN IN 2005 EN VANDAAG. Fundamentele component van kwaliteitsvolle therapie en zorg

Wetenschapscommunicatie Informatica: doelstelling, opdrachten, proces, beoordeling en deadlines.

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

FORMULIER VOOR KANDIDAATSTELLING OPLEIDING GEDRAGSTHERAPIE GROEP VOLWASSENEN

ECTS fiche. 1. Identificatie. Internationale Marketing. Lestijden 40 Studiepunten Ingeschatte totale 80 studiebelasting. 2.

LOGBOEK ten behoeve van de herregistratie als Contextueel Therapeut VCW reg.

Positieve psychologie & Zingeving

Boekbesprekingen. Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie /1

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9

NIEUWSBRIEF PSYKON. Cursusaanbod

Korte omschrijving van de cursussen in het mastertraject Opvoedingsondersteuning

Informatie voor docenten

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Inkoop en distributie. Lestijden 60 Studiepunten Ingeschatte totale 100 studiebelasting. 2. Planning

Gender en interculturaliteit

Stagereglement Criminologie

FORMULIER VOOR KANDIDAATSTELLING OPLEIDING GEDRAGSTHERAPIE

Fase 2-formulier voor ECTS-fiche opleidingsonderdeel

8.4 Inrichting mastertrack Training & Development

aanvraagformulier ten behoeve van de registratie als Contextueel Leerlingbegeleider VCW reg.

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Examenreglement

Beoordelingsreglement voor de opleiding Getuigschrift Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen

Procedures bij de opleiding Tropische Gezondheidszorg per 1 januari 2011.

Master of Science in het Sociaal Werk en Sociaal Beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

24 APRIL Ministerieel besluit. tot vaststelling van de criteria voor erkenning. waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde

Het reglement eist kwalificatie als hulpverlener, of als voorlichter of preventiewerker op tenminste HBO niveau, c.q. Bachelorsniveau.

Gezin en systeemtherapeut in ontwikkeling

CURRICULUM POSTGRADUAAT GGZ

Masterproef en stage kunnen worden geïntegreerd, maar de masterproef moet meer zijn dan een loutere beschrijving van de stagewerkzaamheden.

11 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de gemeenschappelijke criteria voor de erkenning van tandartsen-specialisten

Mobiele Gedragstherapie!

Permanente Vorming Gedragstherapie Kinderen en Jongeren. Katholieke Universiteit Leuven Universiteit Gent

REGISTRATIE-EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK VOEDINGSKUNDIGE A en B

Transactionele Analyse. Begrijpen en beïnvloeden. Nederlandse Vereniging voor Transactionele Analyse

Opleiding Creatieve methodieken: experimenteren met vele talen Mieke Faes

Dossier Mediacoach 2015

Transcriptie:

Postgraduaat Cliëntgerichte Psychotherapie Katholieke Universiteit Leuven

Cliëntgerichte psychotherapie Gedurende de afgelopen 30 jaar heeft de cliëntgerichte psychotherapie zich aanzienlijk ontwikkeld. De richting ontvouwde zich van binnenuit en daarnaast zijn ook diverse substromingen ontstaan: De reflectieve benadering met nadruk op de authentieke, accepterende, empathisch ondersteunende en explorerende relatie als belangrijkste instrument voor verandering De experiëntiële substroming met nadruk op specifieke procestaken die de therapeut op actieve wijze bevordert in de context van een veilige ondersteunende relatie De interactionele benadering waar de interpersoonlijke opstelling onderzocht en uitgedaagd wordt als ingang naar de problematiek van de cliënt en metacommunicatieve feedback als belangrijkste interventietechniek wordt gebruikt De existentiële substroming waarbij een diepere laag in de beleving aangesproken wordt door de klachten te onderzoeken op hun betekenis in de pogingen van de cliënt om zich te verhouden met de gegevenheden van het menselijk bestaan. Ondanks deze verschillen beschikt het cliëntgericht-experiëntiële paradigma over een vaste kernidentiteit met klemtoon op: de persoon in zijn totaliteit (versus symptoomgerichtheid) en diens positieve groeimogelijkheden de subjectieve belevingswereld van de cliënt als centrale invalshoek de cruciale rol van de kwaliteit van de therapeutische relatie in het therapeutisch veranderingsproces empathie als continu op de voorgrond staande fenomenologische methode een hoge graad van persoonlijke aanwezigheid in de therapeutische ontmoeting een werkalliantie met sterk egalitaire kleur een mensbeeld waarin plaats is voor een marge van vrijheid en voor zelfactualisatie en waarin het verlangen naar contact en verbondenheid als een wezenlijke behoefte wordt gezien.

Doelstellingen Deze postgraduaatopleiding is bedoeld als een grondige praktische en theoretische vorming in de cliëntgerichtexperiëntiële psychotherapie. Het beoogt deskundigen te vormen die in staat zijn psychische moeilijkheden, conflicten of stoornissen en de daarmee samenhangende klachten te verminderen of op te heffen, en dit in verschillende settings (individu, partnerrelatie, gezin, groep, ). Dit behelst in de eerste plaats het leren onderkennen van psychische moeilijkheden, conflicten of stoornissen. De trainees worden voorbereid op een breed spectrum van psychische problemen die in zeer diverse settings aangemeld worden, ze maken kennis met diverse, individueel verschillende verschijningsvormen en ze leren de psychische problemen te begrijpen vanuit de private leef- en ervaringswereld van cliënten. Daarnaast wordt aan de trainees een breed repertorium van attitudes, technieken en werkvormen aangeleerd om veranderingsprocessen te initiëren en te faciliteren bij cliënten. De verschillende substromingen binnen het cliëntgericht-experiëntiële gedachtegoed komen hierbij aan bod. Ook de integratiemogelijkheden van andere therapeutische modellen vormen een aandachtspunt binnen de postgraduaat-opleiding. Tenslotte leert de opleiding ook ruimte creëren voor betekenis en zingeving in situaties waar het probleem op zich niet te remediëren is, maar nog wel alles kan gedaan worden om de kwaliteit van het leven te maximaliseren. De preventieve sectoren en de bredere domeinen van gezondheidszorg en opvoeding worden tevens geïntroduceerd als toepassingsgebied van het cliëntgericht-experiëntiële model.

Programmastructuur De postgraduaatopleiding wordt aangeboden als een traject van 4 deeltijdse studiejaren. De eerste twee jaren vormen de basisopleiding. Het gaat om een intensieve opleiding van telkens 25 studiepunten. Er worden wekelijks tot tweewekelijks seminaries, werkgroepen en praktijksupervisies georganiseerd. In het derde en vierde jaar worden het aantal contacturen gereduceerd (ze beslaan resp. 15 en 10 studiepunten), teneinde de combinatie met fulltime werk te vergemakkelijken. De studenten kunnen slechts om de twee academiejaren, eerstvolgend in 2010-2011 instromen in het eerste studiejaar. Tijdens de vier studiejaren van de opleiding komen de volgende onderdelen aan bod: praktijk en supervisie cliëntgerichtexperiëntiële therapie, theorie en technieken van de cliëntgericht-experiëntiële therapie, leertherapie en casusonderzoek. Deze onderdelen worden gespreid over de vier opleidingsjaren. Ongeveer 50 % van de opleidingsactiviteiten worden begeleid door de vaste stafleden. Voor de andere 50 % wordt een beroep gedaan op externe experten. De hoeveelheid en verdeling van contacturen per programma-onderdeel is conform de erkenningscriteria van de Vlaamse Vereniging voor Cliëntgericht-experiëntiële Psychotherapie en Counseling en de richtlijnen van de European Association for Psychotherapy OPLEIDINGS- ONDERDELEN Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 TOT. Praktijk en supervisie 225 225 125 125 700 Theoretisch-technische vorming 250 250 150 100 750 Leergroep 75 75 38 37 225 Casusonderzoek 25 25 100 50 200 TOTAAL uren studiebelasting TOTAAL aantal studiepunten 575 575 413 312 1875 25 25 15 10 75

Nadere omschrijving programma-onderdelen 1. Praktijk en supervisie: De psychotherapiepraktijk vormt de voedingsbodem voor de supervisies. De therapeuten-in-opleiding dienen wekelijks minimaal 5 u. en optimaal 10 u. therapie te doen. Dit kan gebeuren in de eigen werksituatie, in het Psychotherapeutisch Centrum voor Studenten of in een ander centrum. Belangrijk hierbij is dat de therapeut-in-opleiding wordt ingeschakeld in het team van het centrum waar hij/zij werkt (intake- en therapiebesprekingen) en er extra supervisie krijgt over de eigen therapieën. Tevens dient hij/zij in de mogelijkheid gesteld te worden een groot gedeelte van zijn/haar therapeutische sessies te registreren op audio of video. Ook het uitvoeren van een casusonderzoek dient realiseerbaar te zijn. Van elke therapie wordt een dossier bijgehouden, met een zo concreet mogelijke verslaggeving (postsessiecommentaren). De supervisies worden gegeven onder de vorm van groepssupervisie; per sessie van anderhalf uur komt één supervisant De supervisies worden gegeven onder de vorm van groepssupervisie; per sessie van anderhalf uur komt één supervisant aan bod. In een kleine groep van 5 à 7 opleidelingen en met een supervisor, brengen de supervisanten om beurt een moeilijkheid uit hun praktijk ter bespreking. De supervisant dient zijn vraagstelling zo nauwkeurig mogelijk te illustreren aan de hand van een fragment uit een op audio of video opgenomen gesprek; van dit fragment (of een gedeelte ervan) wordt vooraf een transcript gemaakt en gecopieerd ten gerieve van supervisor en medesupervisanten. Bij het exploreren van de aangebrachte moeilijkheden richt de supervisiegroep zijn aandacht zowel op het proces van de cliënt als op aspecten van de persoon van de supervisant die meespeelden in de manier van ingaan op de beleving van de cliënt. Achteraf maakt de supervisant een schriftelijk verslag van de supervisie, aan de hand van een daartoe geëigend formulier. Dit verslag wordt binnen de 14 dagen op Toledo (digitale valven) geplaatst.

Daarnaast wordt van de opleidelingen gevraagd een bijkomende supervisor in te schakelen waarbij ze wekelijks of om de veertien dagen terecht kunnen; dit kan een teamlid zijn op het werk of een privésupervisor. De keuze van de privésupervisor dient te gebeuren in overleg met de staf. De privésupervisoren worden mee betrokken in de evaluatie van de therapeuten-in-opleiding. Tijdens de eerste twee jaren dient elke therapeut-in-opleiding 5 praktijksupervisies (per jaar) van eigen cliënten gehad te hebben. Binnen de perken van het mogelijke, mag men de supervisor kiezen. Men kan hierbij afwisselend een andere supervisor kiezen; maar evenzeer kan men zich houden aan een vaste supervisor of kiezen voor een tussenformule (bv. dezelfde supervisor voor eenzelfde cliënt) Vanaf het derde jaar vinden de groepssupervisies overwegend plaats buiten de opleidingsdagen en in het vierde jaar is dit voor alle supervisies het geval. De groepssupervisies worden dan georganiseerd in kleinere groepjes van 3 à 4 personen, met een vaste supervisor. De sessies (waarin telkens 2 supervisanten aan bod komen) worden in onderling overleg gepland. Daarnaast komen deze groepjes ook samen als intervisiegroep, d.i. zonder supervisor. In totaal (supervisie en intervisie samen) dient elke therapeut-in-opleiding minstens 6 praktijkbegeleidingen (per jaar) over eigen cliënten meegemaakt te hebben, waarvan 3 onder leiding van een supervisor. Hij/zij maakt hierover telkens een verslag (aan de hand van een daartoe geëigend formulier) dat binnen de 14 dagen op Toledo wordt geplaatst. Tevens bezorgt men een kopie van het verslag aan de supervisor.

2. Theoretisch-technische vorming Dit opleidingsonderdeel omvat twee luiken: De theoretische seminaries zijn bedoeld als een grondige bezinning op het cliëntgericht-experiëntiële gedachtengoed. In het eerste jaar ligt de focus op de centrale thema s uit de cliëntgericht-experiëntiële psychotherapie: het mensbeeld en de theorie van persoonlijkheidsverandering, de verschillende suboriëntaties, veranderingsprocessen in de cliënt en attitudes en interventies van de therapeut. In het tweede jaar wordt een grondige kennis ontwikkeld omtrent procesdiagnostiek: men verwerft inzicht in een breed spectrum van psychische moeilijkheden, conflicten of stoornissen en men maakt kennis met diverse, individueel verschillende verschijningsvormen. Ook leert men systematisch inzicht verwerven in de specifieke manier waarop deze problemen zich in het therapeutisch proces kunnen manifesteren en leert men het veranderingsproces op een actieve en procesdifferentiële manier faciliteren. Ook kennis omtrent fasering en structurering in therapie wordt ontwikkeld. In het derde en vierde jaar worden bepaalde van deze thema s herhaald, verdiept of toegespitst op specifieke problematieken en processtoringen. Men maakt kennis met specifieke technieken, interventies en werkmethodes en men leert omgaan met de eigenheid van specifieke therapiesettings (individu, partnerrelatie, gezin, groep). Teneinde zoveel mogelijk aan te sluiten bij actuele noden en interessen, worden de seminarie-onderwerpen vanaf het derde jaar ook deels vastgelegd in onderling overleg tussen staf en trainees. Voor de seminaries wordt gerekend op de actieve medewerking van de therapeut-in-opleiding: grondige bestudering van de opgegeven literatuur (minstens 5u per seminarie) en persoonlijke deelname aan de bespreking. Meestal wordt het tekstenpakket (zie verder) bij het begin van het academiejaar aangekondigd, zodat het voorbereidend leesen studiewerk ten dele kan gebeuren tijdens periodes die buiten de collegeweken vallen. Na elk seminarie wordt eveneens een verslag gemaakt (aan de hand van een daartoe geëigend formulier) en binnen de 14 dagen op Toledo geplaatst.

Naast de oriëntatiespecifieke seminaries wordt een algemeen seminarie voor psychotherapeutische methoden ingericht. Dit seminarie wordt gevolgd door de therapeuten-in-opleiding uit de verschillende specialisaties (alle jaren samen) en is bedoeld als een forum voor dialoog tussen de verschillende oriëntaties. Het wordt gegeven onder de vorm van een tweejaarlijkse interoriëntale vormingsdag. In de werkgroepen (technische vorming) worden diverse thema s praktijkgericht uitgediept en op een ervaringsgerichte manier geëxploreerd in het kader van werkgroepen. Het gaat hier om het inoefenen van basisvaardigheden (vb. empathietraining), specifieke werkmethodes (vb. partnerrelatietherapie), en praktijkgerichte illustraties van bepaalde thema s en problematieken (bv. werken met psychotici). Tijdens de eerste opleidingsjaren zijn de theoretische seminaries en de werkgroepen gelijk vertegenwoordigd. Vanaf het derde jaar komt meer nadruk te liggen op de technische vorming. Ook wordt men gestimuleerd om de opgedane theoretisch-technische kennis op persoonlijke wijze te integreren in het therapeutisch repertorium. Tenslotte wordt aan de therapeuten-in-opleiding gevraagd zich theoretisch-technisch verder te vormen via deelname aan studiedagen, werkgroepen en lezingen (ingericht door de Vlaamse Vereniging voor Cliëntgericht-experiëntiële Psychotherapie en Counseling of door andere verenigingen en centra).

3. Leergroep De therapeuten-in-opleiding nemen deel aan een leergroep die gespreid over de vier opleidingsjaren ingericht wordt. Tijdens de eerste twee opleidingsjaren vinden telkens 4 blokken van 2 dagen plaats (van donderdagavond 20u tot zaterdagmiddag 14u). In het eerste jaar leren de trainees de beginnende groep kennen. In deze groep staat de vorming van een goed therapeutisch milieu centraal. In zo n groep is er de nodige veiligheid om zichzelf als werkinstrument (met sterktes, zwaktes, blinde vlekken ) in vraag te stellen. De groepsleden stimuleren elkaar om nieuw gedrag uit te proberen en oude patronen los te laten. De leergroep heeft tevens een didactische functie: men leert er het groepstherapeutisch proces van-binnen-uit kennen. In het tweede jaar maken de trainees kennis met de gevorderde groep. In deze groep bestaat er meer wederkerigheid en validatie tussen de groepsleden. De onderlinge interacties in de groep krijgen meer aandacht en het interpersoonlijk leren zal met toenemende kracht en effectiviteit in werking treden: er wordt gereflecteerd op de manieren waarop de groepsleden contact aangaan of vermijden, op de patronen die zich hierin ontwikkelen, op de verschillende rollen die de groepsleden opnemen, op hetgeen ontbreekt in de omgang tussen de groepsleden. In het derde en vierde jaar vindt de leergroep minder frequent plaats: er worden telkens 2 blokken van 2 dagen georganiseerd. De leergroep vindt plaats in een residentiële setting met als bedoeling de groepsvorming te faciliteren. De sessies worden alternerend begeleid door twee externe groepstherapeuten. Beide therapeuten zijn werkend lid en erkend supervisor van de Vlaamse Vereniging voor Cliëntgericht-experiëntiële Psychotherapie en Counseling. Het volgen van een individuele therapie kan in specifieke situaties aanbevolen worden.

4. Casusonderzoek In het eerste jaar worden de trainees vertrouwd gemaakt met de principes van het individueel casusonderzoek. Vertrekkende van het scientist-practitioner model wordt getoond op welke manier men dit soort onderzoek kan implementeren in de lopende therapiepraktijk. Men krijgt een onderzoekskader aangereikt waarin geëxpliciteerd staat welke instrumenten in welke fasen van het therapeutisch proces zullen worden afgenomen. Het instrumentarium beslaat 3 domeinen: algemene therapie-outcome (kwantitatieve verbetering qua algemene stress, klachten, symtomen en retrospectieve kwalitatieve visie op verandering); therapieproces (werkalliantie en helpende/hinderende processen tijdens de sessies); achtergrondgegevens van cliënt en therapeut. In het tweede jaar staat de individuele testing geprogrammeerd. Meer concreet komen aan bod: systematische dataverzameling, de analyse van kwalitatieve en kwantitatieve proces- en outcomedata en de interpretatie van de data. De begeleiding gebeurt hoofdzakelijk in de vorm van onderzoekssupervisies die een uitgesproken interactief karakter hebben: ze worden begeleid door iemand van de vaste staf, maar de medetrainees worden in sterke mate betrokken bij het overleg en de discussie. Daarnaast wordt aan de trainees gevraagd om onderzoeksduo s te vormen die elkaar buiten de opleidingsuren ondersteunen en begeleiden bij het uitvoeren van het casusonderzoek. In het derde jaar schrijven de trainees een rapport van hun casusonderzoek in de vorm van een specialisatieverslag. Dit verslag is bedoeld als een reflectie op de eigen praktijk, waarbij de verzamelde onderzoeksgegevens als leidraad dienen. Naast een levendige beschrijving van de casus in zijn verloop (ondersteund door het onderzoeksmateriaal en geïllustreerd met stukjes transcript van cruciale episodes), dient de casus theoretisch te worden omkaderd, via verwijzing naar en bespreking van de relevante literatuur i.v.m. de specifieke cliënt- en therapeutprocessen die in de casus aan bod komen. Dit kan gebeuren in de inleiding en in de slotcommentaar, maar uiteraard ook bij het analyseren van bepaalde procesmomenten. Het specialisatieverslag beslaat 20 à 25 pagina s (eventuele bijlagen niet inbegrepen) en dient ingebonden te worden (formaat Din A4) en op de ad valvas meegedeelde datum in 7 exemplaren ingediend (2 voor de Faculteit Psychologie, 3 voor de stafleden en 2 voor de Erkenningscommissie van de Vlaamse Vereniging voor Cliëntgericht-experiëntiële Psychotherapie en Counseling. Presentatie van het casusonderzoek gebeurt in het vierde jaar in de vorm van een zelf te geven seminarie voor de tweedejaars trainees en de vaste stafleden. De trainees worden aangemoedigd om gebruik te maken van overheadprojectie of powerpoint-presentatie. Praktijkillustraties geven het seminarie een levendig en concreet karakter

Evaluatie Tijdens de vierjarige opleiding worden er diverse evaluatiemomenten gepland. Hierin wordt beoordeeld of de trainee in kwestie over de noodzakelijke capaciteiten beschikt om de opleiding verder te zetten of met succes te voltooien. Indien nodig worden er voorstellen tot remediëring gedaan. Eén keer per jaar wordt een huishoudelijke vergadering gepland. De bedoeling hiervan is even halt te houden bij hoe de opleiding loopt: zowel verdere planning van activiteiten als het bespreken van onderlinge relaties en problemen die een weerslag hebben op de opleiding, kunnen hier een plaats krijgen. De individuele evaluatie gebeurt continu en op een eerder informele manier via de verslaggeving van de praktijksupervisies en werkgroepen. Daarnaast wordt op het einde van elk opleidingsjaar een expliciet evaluatiemoment gepland. Hiervoor maakt elkeen een schriftelijke zelfevaluatie waarin de persoonlijke evolutie als therapeut met hoogtepunten en knelpunten wordt beschreven. Ook een korte samenvatting van de eigen praktijksupervisies, zowel binnen de opleiding als extern, wordt toegevoegd. Tevens wordt het opleidingsprogramma inhoudelijk en programmatorisch becommentarieerd. Deze zelfevaluaties worden aan alle groeps- en stafleden meegegeven en vormen de aanloop voor een verdere bezinning waarbij men feedback krijgt uit de groep Ter gelegenheid van de expliciete evaluatiemomenten wordt het onderdeel van de persoonlijke schriftelijke evaluatie (evolutie als therapeut) ook voorgelegd aan de privé supervisor. Deze kan de evaluatie van verdere commentaar voorzien, wat interessante bijkomende feedback kan opleveren. Indien nodig kan ook advies worden gevraagd aan de andere medewerkers van de opleiding. Een laatste element voor evaluatie vormt het casusonderzoek. Een schriftelijke weergave hiervan, in de vorm van een specialisatieverslag, wordt ingeleverd op het einde van het derde jaar. Hierin toont men te kunnen rapporteren over de inhoud van het werk als therapeut. Op het einde van het vierde jaar wordt het casusonderzoek mondeling gepresenteerd aan de tweedejaars trainees. Dit gebeurt in de vorm van een zelf gegeven seminarie van 30 minuten, met 15 minuten discussietijd.

Basisliteratuur Cain, D. & Seeman, J. (Eds.) (2001). Humanistic psychotherapies: A handbook of research and practice. Washington, DC: APA. Colijn, S., Snijders, H., Thunissen, M., Bögels, S. & Trijsburg, W. (2009). Leerboek psychotherapie. Utrecht: De Tijdstroom. Cooper, M. (2003). Existential therapies. London: Sages Publications. Elliott, R., Watson, J., Goldman, R. & Greenberg, L. (2004). Learning emotion-focused psychotherapy. American Psychological Association. Gendlin, E.T. (1996). Focusing-oriented psychotherapy: A manual of the experiential method. New York: Guilford. Greenberg, L.S., Watson, J.C. & Lietaer, G. (Eds.) (1998). Handbook of Experiential Psychotherapy. New York: Guilford. Leijssen, M. (1995). Gids voor gesprekstherapie. Leusden: De Tijdstroom. Leijssen, M. (2005). Gids voor beroepsethiek: waarden, rechten en plichten in psychotherapie en hulpverlening. Leuven: Acco. Leijssen, M. & Stinckens, N. (2004). Wijsheid in gesprekstherapie. Leuven: Universitaire Pers. Lietaer, G. & Van Kalmthout, M. (1995). Praktijkboek gesprekstherapie. Leusden: De Tijdstroom. Lietaer, G., Vanaerschot, G., Snijders, J.A. & Takens, R.J. (2008). Handboek gesprekstherapie: De persoonsgerichte experiëntiële benadering. Utrecht: De Tijdstroom. Norcross, J. (Ed.) (2002). Psychotherapy relationships that work. New York: Oxford University Press. Rogers, N. (2003). Carl Rogers: A daughter s tribute (CD-rom). Marina del Rey: Mindgarden Media. Safran & Muran (2000). Negotiating the therapeutic alliance. New York: Guilford Press. Snyder, C.R. & Ingram, R.E. (Eds.). Handbook of psychological change: Psychotherapy processes & practices for the 21st century. New York: Wiley. Swildens, H. (1997). Procesgerichte gesprekstherapie. Leusden: De Tijdstroom. Wyatt, G. (Ed.) (2001). Rogers therapeutic conditions: Evolution, theory and practice. Ross-on-Wye: PCCS Books. Yalom, I. (1980). Existential psychotherapy. New York: Basic Books Selectie artikels uit Tijdschrift voor Cliëntgerichte Psychotherapie Selectie artikels uit Person-centered and Experiential Psychotherapies Selectie artikels uit Tijdschrift voor Psychotherapie Selectie artikels uit Handboek voor Integratieve Psychotherapie

Toelatingsvoorwaarden Toelating tot de opleiding wordt beperkt tot: Houders van het diploma van Licentiaat/Master in de psychologie, die de optie/afstudeerrichting klinische (en gezondheids)psychologie hebben gevolgd, en die ten minste 6 maanden klinische stage hebben gevolgd Houders van het diploma van Licentiaat/Master in de pedagogische wetenschappen, die de optie/afstudeerrichting orthopedagogiek hebben gevolgd, en die ten minste 6 maanden klinische stage hebben gevolgd Houders van het diploma van Arts/Master in de Geneeskunde, die tevens psychiater of psychiater in opleiding zijn (vanaf het tweede jaar van deze opleiding). Licentiaten/Masters in de psychologie of de pedagogische wetenschappen met een andere afstudeerrichting of optie dan deze hierboven vermeld, kunnen mits toelatingsexamen en een klinische stage van zes maanden eveneens worden toegelaten tot de opleiding indien ze vooraf geslaagd zijn in de examens over een door de examencommissie bepaald vakkenpakket. Omdat telkens slechts een beperkt aantal kandidaten (maximum 16) de opleiding kan starten, heeft er een voorafgaandelijke selectie plaats. Dit selectiegesprek vindt plaats in de loop van de maanden mei-juni met één of twee stafleden van het Centrum voor Cliëntgericht-experiëntiële Psychotherapie en Counseling. In dit gesprek wordt dieper ingegaan op de motivatie van de kandidaat, klinische en therapeutische ervaring, geschiktheid voor dit soort werk en praktijkmogelijkheden. De kandidaten worden geacht kritisch te kunnen reflecteren op de eigen persoon en het handelen als hulpverlener. Omdat een belangrijk deel van de opleiding in kleinere groepen plaatsvindt, moet er een bereidheid bestaan om actief en constructief deel te nemen aan het groepsproces. De kandidaten moeten de Engelse taal ook voldoende machtig zijn. Specialistische seminaries of werkgroepen kunnen in het Engels worden gedoceerd wanneer de docent anderstalig is; de voorbereidende literatuur bestaat ook ten dele uit Engelstalige publicaties. Kandidaten worden verzocht een schriftelijke aanvraag met gedetailleerd curriculum vitae te sturen naar het secretariaat (zie verder). Begin juli wordt aan de kandidaten meegedeeld of zij al dan niet toegelaten worden tot de opleiding, en welke lacunes zij eventueel dienen weg te werken via een bijkomende stage en een toelatingsexamen.

Praktische aspecten 1. Periode en/of data en plaats van uitvoering Tijdens de eerste twee opleidingsjaren worden er wekelijks tot tweewekelijks seminaries, werkgroepen en praktijksupervisies georganiseerd. Deze opleidingsdagen vinden plaats op donderdag van 13u tot 19u (4 blokken van 1.5u) van begin oktober tot eind mei, in het Psychologisch Instituut, Tiensestraat 102, 3000 Leuven. Daarnaast vinden in totaal 8 blokken groepstherapie plaats (van donderdagavond tot zaterdagmiddag). Deze gaan door in een residentiële setting in de omgeving van Leuven. Het derde en vierde opleidingsjaar worden anders gestructureerd: het aantal contacturen wordt gereduceerd, teneinde de combinatie met full-time werk te vergemakkelijken. De praktijksupervisies vinden ook grotendeels plaats buiten de opleiding (in kleine supervisie- en intervisiegroepjes). Er wordt ongeveer maandelijks een opleidingsdag georganiseerd, eveneens op donderdag van 13u tot 19u. Doorgaans gaat het om praktijkgerichte opleidingsdagen waarbij een specifiek thema wordt uitgediept door een expert ter zake. Soms wordt een opleidingsdag volledig aan supervisie gewijd. Indien wenselijk worden bepaalde thema s in een residentieel kader uitgewerkt. Intensiteit en diepgang kunnen op die manier worden bevorderd. Ook de groepstherapie wordt in de twee laatste opleidingsjaren gereduceerd: er vinden jaarlijks twee blokken plaats. 2. Onderwijstaal De onderwijstaal is het Nederlands. Specialistische seminaries of werkgroepen kunnen in het Engels worden gedoceerd wanneer de docent anderstalig is. 3. Inschrijvingsbedrag Het inschrijvingsgeld bedraagt 1500 Euro per jaar. Hierin zijn de verplichte handboeken en het lidmaatschap van Vereniging voor Cliëntgericht-experiëntiële Psychotherapie en Counseling niet inbegrepen. 4. Getuigschrift De trainees ontvangen een getuigschrift van Postgraduaat in de Cliëntgericht-Experiëntiële Psychotherapie.

De opleidingsstaf Prof. Dr. Nele Stinckens Coördinator Docent Psychotherapie Onderzoeksgroep Klinische Psychologie K.U. Leuven Groepspraktijk Psychotherapie Liraz Prof. Dr. Mia Leijssen Hoogleraar sychotherapie Onderzoeksgroep Klinische Psychologie K.U. Leuven Monica Gundrum Praktijkassistente Onderzoeksgroep Klinische Psychologie K.U. Leuven Externe medewerkers: Prof. Dr. Germain Lietaer, Dr. Greet Vanaerschot, Claude Missiaen, Chris Van de Veire, Siebrecht Vanhooren, Kurt Renders, Genevïève Colsoul, Mathias Dekeyser, Prof. Dr. Bernard Sabbe (psychiater), Prof. Dr. Robert Elliott, Prof. Les Greenberg, Prof. Peter Rober, Maureen Luyens, Dion Van Werde, Anton Hafkenscheid Contactadres: Secretariaat: Els Vloeberghen, Psychologisch Instituut, Tiensestraat 102, 3000 Leuven Tel.nr. 016/325862, E-mail: els.vloeberghen@psy.kuleuven.be www.ppw.kuleuven.be/psychotherapie/client-centered