Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen

Vergelijkbare documenten
Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen

nr. 533 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 24 mei 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Overdrachten familiebedrijf - Stand van zaken

Vlaanderen is ondernemen. Overname kompas Continuïteit voor je onderneming AGENTSCHAP ONDERNEMEN. AGENTSCHAPONDERNEMEN.be

nr. 169 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 9 december 2015 aan PHILIPPE MUYTERS UNIZO-onderzoek 'stoppen is starten' - Beleidsaanbevelingen

M Bedrijfsoverdrachten in het MKB

Robert de Vries. Oud DGA van keukenbladenfabriek. Sinds 2006 Register Adviseur Bedrijfsopvolging. Specialisatie: Het Familiebedrijf

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Structurele ondernemingsstatistieken

In opdracht van: Majka van Doorn Consultant

Uitkomsten onderzoek bedrijfsoverdracht familiebedrijven. 20 juni 2012

In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname!

nr. 556 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 4 mei 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Overdrachten familiebedrijf - Stand van zaken

nr. 214 van GÜLER TURAN datum: 8 januari 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Bedrijfsoverdracht en -overname - Beleid

Uitbesteding van boekhoudkundige activiteiten bij Vlaamse kmo s

Familiebedrijven en de crisis

Overnames en doorgroei van familiale kmo s: Beschrijvende analyses

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Het managen van opvolging en de volgende generatie

Panelonderzoek Sluiting & Overdracht

UBO-REGISTER: RUIM EIGENAREN VAN FAMILIEBEDRIJVEN DREIGEN HUN PRIVACY TE VERLIEZEN

Hoe lang bent u al zelfstandige?

Financial planning voor ondernemers. Heb jij al poen voor je pensioen?

Rapportage resultaten enquête project derdengelden

ING, partner van familiale ondernemers

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 ( )

OPLEIDING VOOR BOEKHOUDERS EN ACCOUNTANTS OVER HET OVERDRACHTSPROCES EN DE EMOTIONELE/RELATIONELE ASPECTEN BIJ EEN BEDRIJFSOVERDRACHT

EXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN

Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Stappenplan bedrijfsoverdracht

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Bedrijfsoverdracht binnen de familie Het proces van opvolging wordt vaak onderschat

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

1 INLEIDING ALGEMENE VRAGEN... 3

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO

Zorgwekkende terugval in productiesector en bij grootste bedrijven

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Ondernemerscafé. Overname en opvolging eigen zaak

Alarmfase rood inzake overdracht voor 4 op 10 Limburgse familiebedrijven

Slimmer werken met mensen

DNA-ps december Resultaten november Uitleg KvK Ondernemerspanel

Tijdig Starten met Stoppen

Werkbelevingsonderzoek 2013

Voorstelling van het onderzoeksrapport KMO-FINANCIERING 2014

Parlementaire enquête: Meer rechten voor de huurder

Structurele ondernemingsstatistieken

Familiebedrijven in Nederland

Vlaams Archeologencollectief

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Bedrijfsoverdracht: hoe werkt dat? Due diligence. Overnamecontract

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

Mag het iets meer zijn?

Resultaten van de KeFiK-enquête KMO-Financiering 2008

Resultaten onderzoek: Redenen waarom mensen niet-presteren

Uw bedrijf overdragen

Zicht en Gehoor een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en Specsavers

Enquête rond het familiebedrijf in België

Op zoek naar een overnemer/overlater? Rol van OvernameMarkt.be

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage bij persbericht 8 van de SBI Formaat MonitOR Thema: animo en draagvlak voor de OR

DOELSTELLINGEN VAN OVERNAMEMARKT

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

De overdracht van KMO s in het segment van 2 à 5 miljoen! omzet en 5 à 20 werknemers.

Loonwijzer-rapport. Loopbaanonderbreking. Inleiding. Waarom de loopbaan onderbreken? Loopbaanonderbreking Een Loonwijzer-onderzoek

Enquête: 10 vragen voor de BV

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers

3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd)

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen?

Continuïteit binnen familiale bedrijven. Belgian Corporate Finance Association 21 april 2015

Masterplan voor opvolging en overname in Vlaanderen

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Onderzoek Week van de Energierekening Gfk i.o. Milieu Centraal oktober 2012

Kmo-financiering 2014

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

M De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

INLEIDING. Doelgroep Boekhouders en financiële beroepen / profielen Bezoekers van de beurs Forum For the Future Leden van beroepsfederaties

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

Werkdruk in het onderwijs

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Marktonderzoek naar de markt van personeelsplanningssystemen, tijdregistratiesystemen en urenverantwoordingssystemen.

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Creativiteit is prioriteit

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

De verschillen tussen gelukte en niet gelukte bedrijfsoverdrachten

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Roberto H. Flören. Berk Accountants en Belastingadviseurs Hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht. 2 december 2010

Tijdig Starten met Stoppen Praktijkoverdracht. Henri Brom T: E: Senior Adviseur Opvolging en Overdracht

Beleving Facilitair Dienstverlening 2009/2010 Facility services at work

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers)

Transcriptie:

Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen Onderzoek over de planning van de bedrijfsoverdracht uitgevoerd met de steun van Agentschap Ondernemen Prof. dr. Tensie Steijvers drs. Ine Umans Universiteit Hasselt RCEF - Research Center for Entrepreneurship and Family Firms Prof. dr. Eddy Laveren drs. Robin Deman Antwerp Management School

Inhoud 1. Opzet voor de dataverzameling... 3 1.1. Samenstelling van de steekproef voor de postenquête... 3 1.2. Samenstelling van de steekproef voor de tweede online bevraging... 3 2. Kenmerken van de bevraagde bedrijven... 4 2.1. Kenmerken van de bedrijfsleider... 4 2.2. Algemene bedrijfskenmerken... 4 3. Overdracht van de positie van bedrijfsleider... 7 3.1. Overdracht van leiding: termijn en leeftijd... 7 3.2. Mate van planning van de overdracht van leiding... 8 3.3. Bespreking van de overdracht van leiding... 13 3.4. Redenen voor uitstel van planning van overdracht van leiding... 14 3.5. Stimuli die een bedrijf aanzetten tot planning van overdracht van leiding... 15 3.6. Geplande tijdsbesteding door de bedrijfsleider na overdracht van leiding... 17 3.7. Overdracht van leiding: een continu proces... 18 4. Overdracht van eigendom... 18 4.1. Overdracht van leiding: termijn en leeftijd... 18 4.2. Mate van planning van de overdracht van eigendom... 19 4.3. Redenen voor uitstel van planning van overdracht van eigendom... 22 4.4. Familiale overdracht, externe verkoop of liquidatie?... 22 4.5. Bespreking van de overdracht van eigendom... 25 4.6. Overdracht van eigendom: een continu proces?... 27 4.7. Overdracht van eigendom en leiding als één proces?... 27 5. Mate van informatieverzameling omtrent bedrijfsoverdracht... 28 Executive summary... 31 Bijlagen... 36 Bijlage 1: Stellingen betreffende de planning van overdracht van de positie van bedrijfsleider... 36 Bijlage 2: Postenquête... 37 2

1. Opzet voor de dataverzameling 1.1. Samenstelling van de steekproef voor de postenquête De eerste enquête werd naar een selectie van postadressen verstuurd. Deze selectie is gebeurd op basis van een databestand getrokken uit de VKBO (Verrijkte Kruispuntbank van Ondernemingen). Uit het databestand werden ondernemingen geselecteerd waarin één of meerdere personen, die ouder zijn dan 50 jaar, actief zijn in het bestuur van deze ondernemingen. Na het ontdubbelen van de gegevens, werden de ondernemingen geselecteerd die ouder zijn dan 20 jaar en beantwoorden aan de rechtsvorm BVBA of NV. Daarna werd een gestratificeerde lukrake selectie gemaakt van ongeveer 5000 adressen verdeeld volgens de ondernemingsgrootte (micro-, kleine of middelgrote ondernemingen). Via het Agentschap Ondernemen werden vervolgens namen toegevoegd van bestuurders die ouder zijn dan 50 jaar. Vermits niet voor alle ondernemingen namen konden worden toegevoegd, werd de uiteindelijke steekproef gereduceerd tot 4100 adressen. De volgende aantallen werden in de maanden mei-juli bevraagd: 2000 adressen van microondernemingen, 1140 adressen van kleine ondernemingen, en 960 adressen van middelgrote ondernemingen. Twee bevragingsrondes later werden uiteindelijk 590 enquêtes ontvangen, wat resulteert in een algemeen antwoordpercentage van 14,39%. Na het schrappen van 46 enquêtes (4 ondernemingen zonder werknemers, 34 grote ondernemingen, en 8 enquêtes die laattijdig werden ontvangen), worden in dit onderzoeksrapport 544 enquêtes weerhouden voor verdere analyse. In tabel 1.1. wordt een uitsplitsing gemaakt overeenkomstig de grootte van de onderneming. Hieruit kunnen we afleiden dat de finale steekproef van respondenten 259 microondernemingen en 285 kleine- of middelgrote ondernemingen (KMO s) bevat. Aantal Procentueel Micro-onderneming 259 47,6% KMO 285 52,4% Totaal 544 100% 1.2. Samenstelling van de steekproef voor de tweede online bevraging In de vragenlijst, die tijdens de eerste schriftelijke bevraging werd gebruikt, werd een e- mailadres gevraagd van een (familiale) eigenaar die een tweede vragenlijst met vragen omtrent belemmeringen inzake de bedrijfsoverdracht zou willen beantwoorden. Een vragenlijst werd opgemaakt in Qualtrics en diende online te worden ingevuld door 380 mogelijke respondenten. Na twee rappels hebben 187 personen deze e-mail beantwoord, doch 32 personen hebben slechts enkele vragen ingevuld of de vragenlijst te laat beantwoord zodat deze 32 antwoorden werden geweerd. In totaal hebben 155 personen de tweede vragenlijst volledig ingevuld. Als we deze respondenten indelen in leeftijdscategorieën, naar analogie 1 Selectie gemaakt op basis van aantal werknemers (in voltijdse equivalenten): minder dan 10 werknemers = micro-onderneming; van 10 tot 250 werknemers = KMO. 3

met tabel 2.1. (zie verder), stellen we vast dat de procentuele verdeling over de leeftijdscategorieën analoog is aan deze op basis van de postenquête. De resultaten die in dit rapport besproken worden, hebben betrekking op de postenquête tenzij anders aangegeven. Dan zal verwezen worden naar de online bevraging. 2. Kenmerken van de bevraagde bedrijven 2.1. Kenmerken van de bedrijfsleider De leeftijd van de bedrijfsleiders van de bedrijven vertegenwoordigd in onze dataset 2 wordt weergegeven in tabel 2.1. Hieruit blijkt dat 84,9% van de bedrijfsleiders ouder is dan 55 jaar; 14,4% is zelfs ouder dan 65 jaar. Bovendien blijkt dat de huidige bedrijfsleider gemiddeld 28 jaar actief is als bedrijfsleider van zijn/haar huidig bedrijf. Tabel 2.1. : Leeftijd bedrijfsleider Aantal Procentueel Jonger dan 51 jaar 45 8,5% 51-55 jaar 35 6,6% 56-60 jaar 220 41,7% 61-65 jaar 152 28,8% Ouder dan 65 jaar 76 14,4% Totaal 528 100% Tabel 2.2. geeft een overzicht van het percentage aandelen dat in handen is van de bedrijfsleider. Hieruit blijkt dat slechts 11,4% van de bedrijfsleiders geen aandelen bezit. De meerderheid (58,4%) van de bedrijfsleiders bezit meer dan 50% van de aandelen; 26,6% van de bedrijfsleiders is zelfs de enige aandeelhouder. Tabel 2.2. : Percentage aandelen in handen van de bedrijfsleider Aantal Procentueel 0% 59 11,4% 1% - 50% 157 30,2% 51% - 99% 165 31,8% 100% 138 26,6% Totaal 519 100% 2.2. Algemene bedrijfskenmerken Tabel 2.3. geeft aan dat de totale dataset 259 bedrijven omvat met minder dan 10 werknemers. Deze bedrijven worden beschouwd als micro-ondernemingen. Daarnaast telt de dataset 198 kleine ondernemingen en 87 middelgrote ondernemingen, wat resulteert in 285 KMO s. In tabel 2.4. wordt de dataset opgesplitst naar omzet. Wat betreft de sectorverdeling, stellen we op basis van tabel 2.5. een ruime vertegenwoordiging van elke sector vast. Vermits slechts 6 2 Vermits de respondenten niet elke vraag in de enquête beantwoord hebben, varieert het aantal bedrijven per gerapporteerde tabel. 4

landbouwbedrijven de enquête beantwoord hebben, werden deze samengevoegd met de sector industrie. Tabel 2.3. : Aantal werknemers, einde boekjaar 2014 Aantal Procentueel Minder dan 10 werknemers 259 47,6% Tussen 10 en 49 werknemers 198 36,4% Tussen 50 en 249 werknemers 87 16,0% Totaal 544 100% Tabel 2.4. : Omzet tijdens boekjaar 2014 Aantal Procentueel Minder dan 1 miljoen euro 158 29,6% Tussen 1 en 2 miljoen euro 91 17,1% Tussen 2 en 10 miljoen euro 165 31,0% Meer dan 10 miljoen euro 119 22,3% Totaal 533 100% Tabel 2.5. : Sectorverdeling Aantal Procentueel Industrie en landbouw 114 22,7% Bouw 88 17,5% Handel en horeca 165 32,9% Diensten 135 26,9% Totaal 502 100% Aangezien de meerderheid van de Vlaamse bedrijven familiebedrijven zijn, verwachten we deze trend ook in de dataset. Een familiebedrijf wordt gedefinieerd als een bedrijf waar a) meer dan 50% van de eigendom in handen is van één familie of b) het bedrijf als een familiebedrijf beschouwd wordt door de respondent. Op basis van deze definitie geeft tabel 2.6. aan dat 85,8% van onze steekproef bestaat uit familiebedrijven. Tabel 2.6. : Aantal familiebedrijven Aantal Procentueel Familiebedrijven 458 85,8% Niet familiebedrijven 76 14,2% Totaal 534 100% Vertrekkende van deze subgroep van familiebedrijven, stellen we vast dat in 95% van de familiebedrijven de leiding in handen is van een familielid. In de enquête werd eveneens bevraagd welke generatie de eigendom en leiding in handen heeft in deze bedrijven. Indien meerdere generaties de leiding/eigendom in handen heeft, wordt enkel de hoogste generatie weerhouden. In tabel 2.7. constateren we dat in 58% van de familiebedrijven een tweede of latere generatie (een deel van) de eigendom in handen heeft. Wat betreft het management zien we min of meer gelijkaardige cijfers: 48,9% van de familiebedrijven wordt (deels) geleid door de tweede of latere generatie. 5

Tabel 2.7. : Generatie in bezit van de eigendom van het familiebedrijf Aantal Procentueel 1 e generatie 187 42,0% 2 e generatie 167 37,4% 3 e generatie of hoger 92 20,6% Totaal 446 100% Tabel 2.8. : Generatie in bezit van het management van het familiebedrijf Aantal Procentueel 1 e generatie 205 51,1% 2 e generatie 128 31,9% 3 e generatie of hoger 68 17% Totaal 401 100% Wat betreft de aandeelhoudersstructuur merken we een zeer geconcentreerd aandeelhouderschap op: 96% van de bedrijven telt tussen één en vijf aandeelhouders. Tabel 2.9. geeft een meer gedetailleerd beeld van deze bedrijven die maximum 5 aandeelhouders tellen. Hieruit blijkt dat 21,9 % van deze bedrijven slechts 1 aandeelhouder telt en 48,1% van de bedrijven telt 2 aandeelhouders. Bovendien blijkt uit tabel 2.10. dat één aandeelhouder in meer dan 60% van de gevallen meer dan de helft van de aandelen in handen heeft. Slechts in 6,7% van de bedrijven zijn 3 of meer aandeelhouders vereist om tot een meerderheid van de aandelen te komen. Tabel 2.9. : Aantal aandeelhouders Aantal Procentueel 1 aandeelhouder 101 21,9% 2 aandeelhouders 222 48,1% 3 aandeelhouders 74 16,1% 4 aandeelhouders 42 9,1% 5 aandeelhouders 22 4,8% Totaal 461 100% Tabel 2.10. : Aantal aandeelhouders die samen meer dan 50% van de aandelen bezitten Aantal Procentueel 1 aandeelhouder 279 60,5% 2 aandeelhouders 151 32,8% 3 of meer aandeelhouders 31 6,7% Totaal 461 100% Tabel 2.11. en 2.12. geven informatie over de governance van de bedrijven. In 67% van de bedrijven is een Raad van Bestuur of Raad van Advies aanwezig (tabel 2.11.). Volgens tabel 2.12. zetelen in 65% van de Raden van Bestuur of Raden van Advies van de bevraagde familiebedrijven enkel familieleden; in 20,7% van de bedrijven gaat het om een mix van familie- en niet-familieleden en in 14,3% zijn geen familieleden aanwezig in de Raad van Bestuur/Advies. 6

Tabel 2.11. : Aanwezigheid van een Raad van Bestuur of een Raad van Advies Aantal Procentueel Aanwezigheid van Raad van Bestuur/Advies 354 67,0% Geen Raad van Bestuur/Advies 174 33,0% Totaal 528 100% Tabel 2.12. : Familiale invloed in de Raad van Bestuur of Raad van Advies Aantal Procentueel Geen familieleden 47 14,3% Minder dan 50% familieleden 31 9,4% Tussen 51% en 99% familieleden 37 11,3% 100% familieleden 214 65,0% Totaal 329 100% 3. Overdracht van de positie van bedrijfsleider 3.1. Overdracht van leiding: termijn en leeftijd In deze sectie zal de dataset beperkt worden tot 493 bedrijven waar de bedrijfsleider ouder is dan 50 jaar, vermits hier de problematiek van overdracht van de positie van bedrijfsleider speelt. Uit tabel 3.1. blijkt dat 54,2% van de bedrijven een terugtreding van de bedrijfsleider verwacht binnen een termijn van vijf jaren. Ongeveer 17% verwacht zelfs een terugtreding binnen een termijn van twee jaren. De problematiek inzake overdracht speelt dus sterk in de bedrijven geleid door een 50-plusser. Daarenboven heeft 11,9% van de bedrijfsleiders nog geen idee wanneer hij/zij de positie van bedrijfsleider zal overdragen. Tabel 3.1. : Verwachte termijn overdracht positie als bedrijfsleider Aantal Procentueel 0-2 jaar 83 17,3% 3-5 jaar 177 36,9% 6-10 jaar 140 29,2% >10 jaar 23 4,8% Onbekend 57 11,9% Totaal 480 100% Als we aan de bedrijfsleider vragen tot wanneer hij/zij de leiding over het bedrijf wil behouden (tabel 3.2.), verwachten de meeste bedrijfsleiders (42%) het bedrijf te blijven leiden tot ze een leeftijd tussen 61 en 65 jaar bereikt hebben. Toch zien we dat bijna één op vier bedrijfsleiders deze functie langer wenst op te nemen: 19,7% wil tussen de leeftijd van 66 en 70 jaar de leiding overdragen; bijna 4% wil zelfs doorgaan tot na zijn/haar 70 e levensjaar. Ook opvallend is dat 14,7% nog geen idee heeft tot welke leeftijd hij/zij de leiding zal behouden over het bedrijf. Nochtans is 59,4% (40,6% + 18,8%) van deze bedrijfsleiders 60-plusser (tabel 3.3.). Daarnaast zijn er ook bedrijfsleiders die geen leeftijd voor ogen hebben, maar verwachten bedrijfsleider te blijven tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet (11,3%) zoals het vinden van een koper, ziekte, het klaar staan van de volgende generatie, enzovoort. 7

Tabel 3.2. : Behoud van positie als bedrijfsleider Aantal Procentueel Jonger dan 60 jaar 26 5,6% Tussen 61 en 65 jaar 196 42,0% Tussen 66 en 70 jaar 92 19,7% Ouder dan 70 jaar 18 3,9% Voor de rest van mijn leven 13 2,8% Tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet 53 11,3% Geen idee 69 14,7% Totaal 467 100% Tabel 3.3. : Bedrijfsleiders die geen idee hebben tot wanneer ze de positie als bedrijfsleider willen behouden (uitdieping tabel 3.2.) Leeftijd van bedrijfsleider: 50-55 jaar 56-60 jaar 61-65 jaar Ouder dan 65 jaar Totaal Behoud van positie als N % N % N % N % N % bedrijfsleider tot: Geen idee 2 2,9% 26 37,7% 28 40,6% 13 18,8% 69 100% Uit tabel 3.4. blijkt, zoals verwacht, dat 77,8% (37,5% + 40,3%) van de bedrijfsleiders ouder dan 65 jaar verwacht om binnen een termijn van 5 jaar terug te treden als bedrijfsleider. Ook bij de categorie bedrijfsleider tussen 61 en 65 jaar zien we dat 69,8% (25,5% + 44,3%) verwacht terug te treden binnen een termijn van 5 jaar. Opvallend is dat 16,7% van de bedrijfsleiders ouder dan 65 jaar nog geen idee heeft binnen welke termijn ze de leiding zullen overlaten. Tabel 3.4. : Leeftijd bedrijfsleider en termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: N = 470 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Totaal Leeftijd N % N % N % N % N % N % bedrijfsleider: 50-55 jaar 1 2,9% 3 8,6% 15 42,9% 11 31,4% 5 14,3% 35 100% 56-60 jaar 17 7,9% 79 36,9% 89 41,6% 7 3,3% 22 10,3% 214 100% 61-65 jaar 38 25,5% 66 44,3% 29 19,5% 1 0,7% 15 10,1% 149 100% Ouder dan 65 jaar 27 37,5% 29 40,3% 4 5,6% 0 0% 12 16,7% 72 100% 3.2. Mate van planning van de overdracht van leiding Gezien het feit dat meer dan de helft van de bedrijfsleiders hun functie van bedrijfsleider binnen een termijn van 5 jaar wilt overlaten aan een opvolger (tabel 3.1.), stelt zich de vraag in welke mate zij bezig zijn met het plannen van deze opvolging. Om te meten in welke mate bedrijven deze overdracht van leiding plannen, maken we gebruik van een schaal ontwikkeld door Sharma et al. (2003) 3. Deze schaal bestaat uit 12 stellingen die peilen naar de mate van planning van opvolging (te raadplegen in bijlage 1). De respondent van elk bedrijf heeft elke stelling beantwoord op een schaal van 1 tot 5 (1 = nog niet mee bezig; 2 = eerste aanzet gegeven; 3 = volop ermee bezig; 4 = in verre mate gevorderd; 5 = volledig voltooid). Een 3 Sharma, P., Chrisman, J., Chua, J. (2003). Succession planning as planned behavior: Some empirical results. Family business review, 16(1), p. 1-14. 8

bedrijf wordt verondersteld nog niet bezig te zijn met het plannen van overdracht van leiding indien ze op elke stelling 1 heeft geantwoord. Indien ze op alle stellingen 1 of 2 heeft geantwoord, is de eerste aanzet gegeven. Als bedrijven op alle stellingen 5 hebben aangeduid, is de planning volledig voltooid. Alle andere combinaties worden gecategoriseerd als zijnde volop ermee bezig. Tabel 3.5. geeft aan in welke mate de door ons bevraagde bedrijven bezig zijn met het plannen van de opvolging. Tabel 3.5. : Mate van planning van overdracht van leiding Aantal Procentueel Nog niet ermee bezig 122 29,3% Eerste aanzet is gegeven 63 15,1% Volop ermee bezig 217 52,2% Volledig voltooid 14 3,4% Totaal 416 100% Wat betreft het plannen van de overdracht van de positie van bedrijfsleider zien we dat 52,2% er volop mee bezig is. Opvallend is echter ook dat bijna 1 op 2 bedrijven er niet of nauwelijks mee bezig is: 29,3% van de bedrijven geleid door een 50-plusser is er nog helemaal niet mee bezig; in 15,1% van de bedrijven werd slechts een eerste aanzet gegeven. Als we dit koppelen aan de vragen die gesteld werden in de online enquête rond het formaliseren van strategie, stellen we vast dat 65,2% van de respondenten (101 van de 155 respondenten) de strategie slechts informeel evalueert. In 113 van de 155 bedrijven (72,9%) geeft de respondent aan dat men niet beschikt over een geschreven strategisch plan. Dit gebrek aan formalisering kan mee verklaren waarom bedrijven nog niet of nauwelijks bezig zijn met de voorbereiding van de overdracht. In tabel 3.6. stellen we vast dat micro-ondernemingen minder bezig zijn met het plannen van de overdracht van leiding dan KMO s: 41,8% van de micro-ondernemingen is nog niet bezig met het plannen van de overdracht; bij KMO s daalt dit aantal tot 18,9%. Bijkomend zien we ook dat 63% van de KMO s volop bezig is met het plannen van de overdracht, terwijl slechts 39,2% van de micro ondernemingen er volop mee bezig is. Tabel 3.6. : Mate van planning van overdracht van leiding en bedrijfsgrootte Bedrijfsgrootte: Micro-onderneming KMO Planning van overdracht leiding: N % N % Nog niet mee bezig 79 41,8% 43 18,9% Eerste aanzet gegeven 30 15,9% 33 14,5% Volop ermee bezig 74 39,2% 143 63,0% Volledig voltooid 6 3,2% 8 3,5% N = 416 189 100% 227 100% Of dit niet of nauwelijks bezig zijn met de overdracht van leiding problematisch is, hangt af van de termijn waarbinnen de huidige bedrijfsleider wenst af te treden. Uit tabel 3.7. blijkt dat men in 9,8% van de bedrijven waar de bedrijfsleider binnen een termijn van 2 jaar wenst terug te treden, nog niet bezig is met het plannen van de opvolging. Indien de bedrijfsleider wenst terug te treden binnen een termijn van 3 tot 5 jaar is zelfs 22,5% nog niet bezig met de opvolgingsplanning. Als we die bedrijven waar binnen een termijn van 5 jaar de bedrijfsleider 9

wenst af te treden samen bekijken, is bijna één op vijf dus nog niet bezig met de planning ervan ((6 + 34)/(61 + 151) = 18,9%). 11,3% van deze groep heeft reeds een eerste aanzet gegeven. Deze planning bestaat uit heel wat componenten en kan vaak jaren in beslag nemen, waardoor tijdig plannen essentieel is. De meerderheid van de bedrijven, respectievelijk 72,1% en 62,3%, is alvast volop bezig met het plannen van de overdracht van leiding indien de bedrijfsleider binnen een termijn van respectievelijk 0 tot 2 jaar en 3 tot 5 jaar wenst terug te treden. Wanneer de bedrijfsleider nog geen idee heeft binnen welke termijn hij/zij het bedrijf wenst over te dragen, dan zal hij/zij in bijna 50% van de gevallen niet starten met enige vorm van planning. Tabel 3.7. : Mate van planning van overdracht van leiding en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Planning van N % N % N % N % N % overdracht leiding: Nog niet mee bezig 6 9,8% 34 22,5% 49 38% 7 33,3% 24 49% Eerste aanzet gegeven 5 8,2% 19 12,6% 25 19,4% 6 28,6% 6 12,2% Volop ermee bezig 44 72,1% 94 62,3% 53 41,1% 8 38,1% 17 34,7% Volledig voltooid 6 9,8% 4 2,6% 2 1,6% 0 0% 2 4,1% N = 411 61 100% 151 100% 129 100% 21 100% 49 100% In tabel 3.8. bekijken we enkel de groep van bedrijven die binnen een termijn van 5 jaar een overdracht van leiding verwachten. We stellen vast dat 42,2% (33,3% + 8,9%) van de bedrijven uit de bouwsector niet of nauwelijks bezig zijn met de planning van de overdracht, respectievelijk 31,7% van de bedrijven uit de sectoren handel en horeca, 23,3% in de dienstensector, en 19,5% in de sectoren industrie en landbouw. Vooral bedrijven uit de sectoren industrie en landbouw (78,3%) en diensten (74,4%) zijn volop bezig met de planning van opvolging. Het procentueel aandeel van bedrijven uit de bouwsector en de sectoren handel en horeca die volop bezig zijn met planning van opvolging ligt lager, namelijk 53,3% voor de bouwsector en 60% voor de sectoren handel en horeca. Tabel 3.8. : Plannen van overdracht van leiding en sector (Subgroep: Bedrijven die een overdracht van leiding verwachten binnen een termijn van 5 jaar) Sector: Industrie en Bouw Handel en Diensten landbouw horeca Planning van overdracht leiding: N % N % N % N % Nog niet mee bezig 3 6,5% 15 33,3% 13 21,7% 7 16,3% Eerste aanzet gegeven 6 13,0% 4 8,9% 6 10,0% 3 7,0% Volop ermee bezig 36 78,3% 24 53,3% 36 60,0% 32 74,4% Volledig voltooid 1 2,2% 2 4,4% 5 8,3% 1 2,3% N = 194 46 100% 45 100% 60 100% 43 100% Als we binnen deze groep van bedrijven die een opvolging verwachten binnen een termijn van 5 jaar een opsplitsing maken naar bedrijfsgrootte, zien we in tabel 3.9. dat er binnen de groep van micro ondernemingen veel minder aan planning van opvolging wordt gedaan: 46,2% (31,9% + 14,3%) is niet of nauwelijks bezig met de planning ervan. Bij KMO s is dit slechts het geval voor 18,2% (9,1% + 9,1%) van de bedrijven. Ook zien we dat 76% van de 10

KMO s volop bezig is met de planning van opvolging tegenover 50,5% van de micro ondernemingen. Tabel 3.9. : Mate van planning van overdracht van leiding en bedrijfsgrootte (Subgroep: Bedrijven die een overdracht van leiding verwachten binnen een termijn van 5 jaar) Bedrijfsgrootte: Micro-onderneming KMO Planning van overdracht leiding: N % N % Nog niet mee bezig 29 31,9% 11 9,1% Eerste aanzet gegeven 13 14,3% 11 9,1% Volop ermee bezig 46 50,5% 92 76% Volledig voltooid 3 3,3% 7 5,8% N = 212 91 100% 121 100% Uit onze data (tabel 3.10.) blijkt bovendien dat ondernemers die aangeven te wachten op een bepaalde gebeurtenis (volgende generatie is er klaar voor, ziekte, ) in 26,1% van de gevallen nog niet en in 15,2% van de gevallen nauwelijks bezig zijn met het plannen van de opvolging. Tabel 3.10. : Mate van planning van overdracht van leiding voor zij die de leiding willen behouden tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet Aantal Procentueel Nog niet ermee bezig 12 26,1% Eerste aanzet is gegeven 7 15,2% Volop ermee bezig 26 56,5% Volledig voltooid 1 2,2% Totaal 46 100% Tabel 3.11. vereenvoudigt het plannen van de opvolging tot de vraag of al dan niet is afgesproken wie de opvolger wordt. Hieruit blijkt dat in 32,9% van de bedrijven waar binnen een termijn van 2 jaar de bedrijfsleider verwacht terug te treden nog niet werd afgesproken wie de opvolger zal worden. Verdere analyse van deze groep van bedrijven waar men nog niet weet wie de opvolger wordt, geeft aan dat deze groep vooral bestaat uit micro ondernemingen (65,4%). Tabel 3.11. : Bepaling opvolger en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Opvolger werd bepaald: N % N % N % N % N % Neen 26 32,9% 89 52,7% 99 70,7% 18 78,3% 41 74,5% Ja 53 67,1% 80 47,3% 41 29,3% 5 21,7% 14 25,5% N = 466 79 100% 169 100% 140 100% 23 100% 55 100% Indien we de mate van planning van opvolging bekijken in functie van de leeftijd van de bedrijfsleider (tabel 3.12.), is het zorgwekkend dat 26,3% van de bedrijven geleid door een 65-plusser nog niet bezig is (17,5%) of nog maar een eerste aanzet gegeven heeft (8,8%) wat betreft de planning van opvolging. Ook bij de bedrijven die geleid worden door een bedrijfsleider met een leeftijd tussen 61 en 65 jaar stellen we vast dat nog maar weinig van de 11

opvolging gepland wordt: in 38,6% van deze bedrijven is men nog niet bezig met (24,4%) of heeft men slechts een eerste aanzet gegeven tot (14,2%) de planning van de opvolging. Tabel 3.12. : Plannen van overdracht van leiding en leeftijd van bedrijfsleider Leeftijd van bedrijfsleider: 50-55 jaar 56-60 jaar 61-65 jaar Ouder dan 65 jaar Planning van N % N % N % N % overdracht leiding: Nog niet mee bezig 18 41,9% 63 33,3% 31 24,4% 10 17,5% Eerste aanzet gegeven 10 23,3% 30 15,9% 18 14,2% 5 8,8% Volop ermee bezig 15 34,9% 94 49,7% 73 57,5% 35 61,4% Volledig voltooid 0 0% 2 1,1% 5 3,9% 7 12,3% N = 416 43 100% 189 100% 127 100% 57 100% Tabel 3.13. geeft meer inzicht in de diverse aspecten van planning van opvolging. De 12 stellingen waarvan gebruik gemaakt werd om de mate van planning van opvolging na te gaan, kunnen opgesplitst worden in 4 componenten: a) selectie en training van de opvolger; b) communicatie van de opvolgingsbeslissing; c) bedrijfsstrategie na de overdracht van leiding; en d) de rol van de overdrager na de overdracht (zie bijlage 1). Tabel 3.13. geeft aan waar zich vooral de problemen situeren wat betreft het gebrek aan planning. Om de overzichtelijkheid te bevorderen, beperken we de tabel tot de categorieën nog niet bezig met planning en eerste aanzet gegeven. Tabel 3.13. : Mate van planning van overdracht van leiding (componenten) en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar Onbekend Planning overdracht van leiding: Selectie en training opvolger (N = 433) Communicatie van de beslissing omtrent overdracht (N = 431) Bedrijfsstrategie na overdracht (N = 436) Rol overdrager na overdracht (N = 435) Nog niet mee bezig 9 41 57 8 26 12,9% 25,9% 43,5% 38,1% 49,1% Eerste aanzet 6 27 31 7 8 gegeven 8,6% 17,1% 23,7% 33,3% 15,1% Totaal 70 158 131 21 53 100% 100% 100% 100% 100% Nog niet mee bezig 17 69 85 15 32 26,2% 43,4% 63,9% 71,4% 60,4% Eerste aanzet 3 17 8 1 6 gegeven 4,6% 10,7% 6,0% 4,8% 11,3% Totaal 65 159 133 21 53 100% 100% 100% 100% 100% Nog niet mee bezig 12 61 75 13 32 17,4% 38,6% 56,0% 61,9% 59,3% Eerste aanzet 7 21 30 4 8 gegeven 10,1% 13,3% 22,4% 19,0% 14,8% Totaal 69 158 134 21 54 100% 100% 100% 100% 100% Nog niet mee bezig 15 75 78 14 32 21,7% 47,5% 58,2% 66,7% 60,4% Eerste aanzet 8 28 30 4 11 gegeven 11,6% 17,7% 22,4% 19,0% 20,8% Totaal 69 158 134 21 53 100% 100% 100% 100% 100% 12

Opvallend in tabel 3.13. is dat 21,5% van zij die verwachten terug te treden binnen 2 jaar nog niet bezig is (12,9%) of slechts een eerste aanzet heeft gegeven (8,6%) met betrekking tot de selectie en training van de opvolger, wat als eerste stap in het planningsproces wordt gezien. Voor bedrijven die binnen een termijn van 0 tot 5 jaar een terugtreding van de huidige bedrijfsleider verwachten, is zelfs 36,4% ((9 + 41 + 6 + 27)/(70 + 158)) nog niet of nauwelijks bezig met de selectie en training van de opvolger. Deze percentages inzake niet of nauwelijks bezig zijn met de opvolging nemen verder toe voor wat betreft de andere componenten van planning. 3.3. Bespreking van de overdracht van leiding Uit tabel 3.14. blijkt dat 71,2% van de bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar de overdracht van leiding met minstens één iemand besproken heeft. In tabel 3.15. wordt nagegaan voor deze groep van bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar die de overdracht van leiding reeds met iemand besproken hebben (zijnde 351 bedrijven) met wie ze precies gesproken hebben. Hieruit blijkt dat er vooral gesproken wordt met familieleden die aandeelhouder zijn, de boekhouder/accountant, en adviseurs inzake bedrijfsoverdracht. Wanneer we nagaan met wie de opvolging in detail wordt besproken, is dit vooral met diezelfde partijen. Opvallend is dat slechts in 10,3% van de bedrijven de opvolging reeds in detail werd besproken met de potentiële opvolger of overnemer. Onder de categorie anderen worden vooral banken, het management en de notaris vermeld. Tabel 3.14. : Bespreking van overdracht van leiding Aantal Procentueel Werd besproken met iemand 351 71,2% Nog nooit besproken met iemand 142 28,8% Totaal 493 100 % Tabel 3.15. : Bespreking van overdracht van leiding met diverse partijen N = 351 Kwam ter sprake In detail besproken Besproken (totaal) N % N % N % met familieleden die aandeelhouder zijn 131 37,3% 92 26,2% 223 63,5% met familieleden die geen aandeelhouder zijn 77 21,9% 43 12,3% 120 34,2% met andere aandeelhouders buiten de familie 30 8,6% 12 3,4% 42 12,0% met potentiële opvolgers of overnemers 84 23,9% 36 10,3% 120 34,2% met boekhouder/ accountant 148 42,2% 100 28,4% 248 70,7% met adviseurs inzake bedrijfsoverdracht 75 21,4% 69 19,7% 144 41,0% met collega ondernemers 78 22,2% 13 3,7% 91 25,9% met anderen 19 5,4% 4 1,1% 23 6,6% In tabel 3.15. koppelen we deze informatieverzameling aan de verwachte termijn van terugtreding. We zien dat 21,7% van de bedrijfsleiders die verwachten terug te treden binnen 2 jaar de overdracht van leiding nog met niemand besproken heeft. Ook indien de bedrijfsleider binnen een termijn van 3 tot 5 jaar verwacht terug te treden, is deze overdracht in 20,9% van de bedrijven nog met niemand besproken. 13

Tabel 3.16. : Bespreken van overdracht van leiding en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Overdracht van leiding: N % N % N % N % N % Niet besproken 18 21,7% 37 20,9% 46 32,9% 12 52,2% 22 38,6% Wel besproken 65 78,3% 140 79,1% 94 67,1% 11 47,8% 35 61,4% N = 480 83 100% 177 100% 140 100% 23 100% 57 100% In tabel 3.17. gaan we na of de opvolging al besproken werd met de potentiële opvolger, waarbij het vooral belangrijk is om te kijken naar de categorie van bedrijven waar de bedrijfsleider binnen een termijn van 0 tot 5 jaar wenst terug te treden. In deze categorie van bedrijven merken we op dat 42,3% ((14 + 38)/(38 + 85)) van hen de opvolging nog niet besproken heeft met een potentiële opvolger. Dit kan betekenen dat men nog geen idee heeft van wie hen zou kunnen opvolgen of dat men een gesprek over opvolging met de potentiële opvolger(s) uitstelt. In bedrijven waar een overdracht voorzien is binnen een termijn van 2 jaar geven slechts 63% van de bedrijven aan de overdracht te hebben besproken met de potentiële opvolger of overnemer. Tabel 3.17. : Bespreking met potentiële opvolgers en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Overdracht van leiding N % N % N % N % N % besproken met potentiële opvolgers: Niet besproken 14 36,8% 38 44,7% 44 53,7% 7 70,0% 16 66,7% Kwam reeds ter sprake 10 26,3% 34 40,0% 30 36,6% 2 20,0% 8 33,3% In detail besproken 14 36,8% 13 15,3% 8 9,8% 1 10,0% 0 0% N = 239 38 100% 85 100% 82 100% 10 100% 24 100% 3.4. Redenen voor uitstel van planning van overdracht van leiding De vraag die we ons kunnen stellen is waarom bedrijven het plannen van de overdracht van leiding uitstellen. In tabel 3.18. focussen we ons enkel op bedrijven waar de bedrijfsleider verwacht om binnen een termijn van 5 jaar de leiding over te dragen, aangezien het voor deze groep belangrijk is reeds bezig te zijn met de opvolgingsplanning. Deze tabel geeft aan of moeite met het loslaten van het bedrijf gerelateerd is aan de mate van planning van opvolging van leiding. Het al dan niet moeite hebben met het loslaten van het bedrijf wordt bevraagd aan de hand van 2 stellingen: a) Ik heb moeite om het leiderschap als bedrijfsleider over dit bedrijf los te laten; en b) Ik heb het gevoel dat mijn aanwezigheid in het bedrijf noodzakelijk is voor het succes van het bedrijf. De respondent dient een score tussen 1 en 5 te geven per stelling waarbij 1 staat voor helemaal niet akkoord en 5 voor helemaal akkoord. De antwoorden worden gesommeerd over de twee stellingen: een waarde tussen 2 en 4 definiëren we als niet moeilijk om los te laten; een waarde tussen 5 en 7 als gemiddeld moeilijk om los te laten; en een waarde tussen 8 en 10 als zeer moeilijk om los te laten. Uit tabel 3.18. kunnen we afleiden dat een bedrijfsleider die het zeer moeilijk heeft met het loslaten van het bedrijf vaker (35,3%) nog niet bezig is met het plannen van de overdracht. Indien hij het helemaal niet moeilijk heeft met loslaten, is het bedrijf slechts in 17% van de 14

gevallen niet bezig met het plannen van de opvolging. De omgekeerde redenering is van toepassing op de ondernemingen die volop bezig zijn met het plannen van de overdracht. Indien de bedrijfsleider het niet moeilijk heeft met het loslaten van het bedrijf, is het bedrijf in 64,2% van de gevallen volop bezig met de opvolgingsplanning. Daarentegen is het bedrijf slechts in 54,9% van de gevallen volop bezig met het plannen van de opvolging als de bedrijfsleider het zeer moeilijk heeft met loslaten. Tabel 3.18: Mate van planning van overdracht van leiding en moeite om bedrijf los te laten (Subgroep: Verwachte termijn van terugtreding van bedrijfsleider tussen 0 en 5 jaar) Moeite met het loslaten van het bedrijf: Niet moeilijk Gemiddeld Zeer moeilijk Planning van overdracht leiding: N % N % N % Nog niet mee bezig 9 17,0% 18 17,8% 18 35,3% Eerste aanzet gegeven 6 11,3% 17 16,8% 4 7,8% Volop ermee bezig 34 64,2% 63 62,4% 28 54,9% Volledig voltooid 4 7,5% 3 3,0% 1 2,0% N = 205 53 100% 101 100% 51 100% In de online bevraging werd via een open vraag gepeild naar de belangrijkste elementen die de respondent belemmert bij het plannen van de overdracht van de positie van bedrijfsleider. De antwoorden vatten we samen in een aantal categorieën, hieronder vermeld in volgorde van belangrijkheid (d.w.z. categorie 1 werd het meest aangehaald): 1. Familiale redenen (o.a. te jonge kinderen, verdeeld eigenaarschap, moeilijke erfenisverdeling, familiaal evenwicht, kinderen geen interesse, gelijke berechtiging van kinderen, opvolger nog voorbereiden) 2. Economische en financiële redenen (o.a. onvoldoende rendabiliteit, geldtekort, onvoldoende financiering, slecht ondernemingsklimaat, onzekere toekomst, ongunstige marktomstandigheden) 3. Huidige bedrijfsleider wenst roer niet over te geven of nog geen overdracht gepland 4. Ontbrekende kennis bij de betrokken partijen inzake overdrachtsproces 5. Zware administratie en tijdsgebrek (o.a. administratieve rompslomp, wettelijk kader is ingewikkeld, tijdsinvestering) 6. Moeilijk om een geschikte kandidaat te vinden 7. Opvolgers hebben nog niet voldoende ervaring 3.5. Stimuli die een bedrijf aanzetten tot planning van overdracht van leiding Naast belemmeringen kunnen ook bepaalde stimuli aanwezig zijn in een bedrijf die aanzetten tot planning van opvolging. Uit onderstaande tabel 3.19. blijkt het nut van een actieve Raad van Bestuur of Raad van Advies wat betreft de opvolgingsproblematiek. In de enquête diende de respondent aan te geven op een schaal van 1 tot 5 of bepaalde taken zeer weinig (waarde 1) of zeer veel (waarde 5) worden uitgevoerd door de Raad van Bestuur/Advies. De twee taken met betrekking tot opvolging die we hier bestuderen, zijn: a) problemen m.b.t. de opvolging rapporteren en oplossen; en b) plannen van de opvolging van de bedrijfsleider. De quotering op beide stellingen wordt gesommeerd wat resulteert in een score op 10. Indien deze score tussen 2 en 4 ligt, is de Raad van Bestuur/Advies weinig bezig met opvolging; indien de 15

score tussen 5 en 7 ligt, is de Raad van Bestuur/Advies er gemiddeld mee bezig; indien de score 8 of meer bedraagt, is ze er veel mee bezig. Van de bedrijven waar de Raad van Bestuur/Advies weinig bezig is met de uitvoering van deze specifieke taken inzake opvolging is 40% niet bezig met de planning van opvolging. In bedrijven waar de Raad van Bestuur/Advies veel bezig is met deze taken is slechts 15,8% niet bezig met de planning van opvolging. Tabel 3.19. : Mate van planning van overdracht van leiding en het bezig zijn met opvolging in de Raad van Bestuur/Advies Uitvoering van taken inzake opvolging door Raad van Bestuur/Advies: Weinig Gemiddeld Veel Planning van overdracht leiding: N % N % N % Nog niet mee bezig 30 40,0% 15 16,5% 15 15,8% Eerste aanzet gegeven 12 16,0% 14 15,4% 11 11,6% Volop ermee bezig 33 44,0% 60 65,9% 66 69,5% Volledig voltooid 0 0% 2 2,2% 3 3,2% N = 261 75 100% 91 100% 95 100% Naast de rol van de Raad van Bestuur/Advies kunnen bij familiebedrijven ook de lange termijn doelstellingen een belangrijke rol spelen. Van familiebedrijven die een succesvolle overdracht naar de volgende generatie als belangrijke doel voor ogen hebben, zouden we verwachten dat ze de opvolging sneller plannen. We vroegen daarom aan de respondenten om op een schaal van 1 tot 5 aan te geven in welke mate ze akkoord zijn met volgende stelling: Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel voor het familiebedrijf. Een score van 1 of 2 definiëren we als niet akkoord, 3 als neutraal, en 4 of 5 als akkoord. Tabel 3.20. geeft aan dat 72,6% van de familiebedrijven die een succesvolle overdracht naar de volgende generatie belangrijk vinden volop bezig zijn met de opvolgingsplanning (68,9%) of deze reeds voltooid hebben (3,7%). Ter vergelijking: Slechts 20,9% van de familiebedrijven die de overdracht naar de volgende generatie niet belangrijk vinden, zijn volop bezig met de planning van opvolging. Maar liefst 58.2% van deze bedrijven zijn nog niet bezig met de planning van de overdracht. Tabel 3.20. : Mate van planning van overdracht van leiding in familiebedrijven Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel: Niet akkoord Neutraal Akkoord Planning van N % N % N % overdracht leiding: Nog niet mee bezig 39 58,2% 9 23,7% 24 12,6% Eerste aanzet gegeven 14 20,9% 6 15,8% 28 14,7% Volop ermee bezig 14 20,9% 21 55,3% 131 68,9% Volledig voltooid 0 0% 2 5,3% 7 3,7% N = 295 67 100% 38 100% 190 100% Indien we deze analyse herhalen voor familiebedrijven waar men verwacht dat de huidige bedrijfsleider binnen een termijn van 5 jaar zal terugtreden, zijn de bevindingen analoog. 16

Tabel 3.21. geeft aan dat de overgrote meerderheid van de familiebedrijven die een succesvolle overdracht naar de volgende generatie belangrijk vinden of volop bezig zijn met de opvolgingsplanning (75,9%) of deze reeds voltooid hebben (4,3%). Bij de familiebedrijven die de overdracht naar de volgende generatie niet belangrijk vinden, is slechts 40% volop bezig met de opvolgingsplanning. Bovendien is 40% van deze familiebedrijven er zelfs helemaal niet mee bezig, hoewel toch binnen 5 jaar een terugtreding van de bedrijfsleider verwacht wordt. Tabel 3.21. : Mate van planning van overdracht van leiding in familiebedrijven (Subgroep: Termijn van terugtreding van bedrijfsleider binnen 5 jaar) Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel: Niet akkoord Neutraal Akkoord Planning van N % N % N % overdracht leiding: Nog niet mee bezig 12 40% 5 22,7% 11 9,5% Eerste aanzet gegeven 6 20% 4 18,2% 12 10,3% Volop ermee bezig 12 40% 11 50,0% 88 75,9% Volledig voltooid 0 0% 2 9,1% 5 4,3% N = 168 30 100% 22 100% 116 100% Tot slot blijkt uit de online bevraging dat die bedrijven die bezig zijn het plannen van de overdracht van leiding een positief beeld hebben over de toekomst van hun bedrijf en over de toekomstige winstgevendheid. 3.6. Geplande tijdsbesteding door de bedrijfsleider na overdracht van leiding Tabel 3.22. geeft weer of de bedrijfsleiders al een idee hebben hoe ze hun vrijgekomen tijd zullen spenderen, eens de leiding over het bedrijf is overgedragen aan een nieuwe bedrijfsleider. De 469 bedrijfsleiders die deze vraag beantwoord hebben, mochten meerdere antwoorden aanduiden in de lijst in tabel 3.22. Deze tabel toont aan dat heel wat bedrijfsleiders beroepsmatig actief willen blijven na het overdragen van de bedrijfsleiderspositie, vaak zelfs in het eigen bedrijf. Maar liefst 47,1% wil het bedrijf blijven adviseren, 17% wil een PR functie opnemen in het bedrijf, en 10% wil een mentorrol opnemen. We kunnen concluderen (tabel 3.23.) dat 60,7% van de bedrijfsleiders nog minstens één beroepsmatige activiteit wenst uit te voeren na het overdragen van de positie van bedrijfsleider. Slechts 12,7% wenst enkel meer vrije tijd op te nemen. Tabel 3.22. : Tijdsbesteding na overdracht van leiding N = 469 Aantal Procentueel Nieuwe onderneming opstarten/kopen 18 3,8% Mentorrol opnemen 47 10% Het bedrijf adviseren 221 47,1% PR functie opnemen in het bedrijf 80 17,1% Meer vrije tijd opnemen, meer reizen, 223 47,5% Lesgeven/consultant worden voor andere bedrijven 32 6,8% Zetelen in de raad van bestuur van het bedrijf/andere bedrijven 75 16% Elders als bedrijfsleider/manager aan de slag gaan 4 0,9% Ik weet het (nog) niet 153 32,6% 17

Tabel 3.23. : Tijdsbesteding na overdracht van leiding: beroepsmatig actief blijven? Aantal Procentueel Minstens één beroepsmatige activiteit 276 60,7% Enkel meer vrije tijd opnemen 58 12,7% Nog geen idee 121 26,6% Totaal 455 100% 3.7. Overdracht van leiding: een continu proces Uit de volgende tabellen blijkt tenslotte dat planning van overdracht van leiding voor heel wat bedrijven een nagenoeg continu proces is. Hoewel in 17,8% van de bedrijven reeds een overdracht van leiding heeft plaatsgevonden tijdens de voorbije 10 jaar (tabel 3.24.), wordt in 60% van deze bedrijven een nieuwe overdracht van leiding verwacht binnen een termijn van 5 jaar (28,2% binnen 2 jaar en 31,8% tussen 3 en 5 jaar, zie tabel 3.25.). Tabel 3.24. : Nieuwe bedrijfsleider aangesteld gedurende laatste 10 jaar? Aantal Procentueel Ja 87 17,8% Neen 402 82,2% Totaal 489 100% Tabel 3.25. : Termijn van terugtreding van huidige bedrijfsleider N = 87 (uit tabel 3.22.) Aantal Procentueel 0-2 jaar 24 28,2% 3-5 jaar 27 31,8% >6 jaar 23 27,1% Onbekend 11 12,9% Totaal 85 100% 4. Overdracht van eigendom 4.1. Overdracht van leiding: termijn en leeftijd Naast de problematiek van de overdracht van de positie van bedrijfsleider speelt tevens de problematiek van overdracht van eigendom. In deze sectie wordt de dataset beperkt tot 525 bedrijven waar minstens één van de aandeelhouders ouder is dan 50 jaar 4. Uit tabel 4.1. blijkt dat 35,8% van deze bedrijven verwacht dat binnen een termijn van 5 jaar meer dan 50% van de aandelen wordt overgedragen. 13,5% verwacht reeds een overdracht binnen een termijn van 2 jaar. De problematiek inzake overdracht van aandelen speelt duidelijk in de bedrijven waar minstens één aandeelhouder ouder is dan 50 jaar. 4 Indien enkel de bedrijven worden geselecteerd waarvan de aandeelhouder ouder dan 50 jaar meer dan 50% van de aandelen in handen heeft, wordt de dataset beperkt tot 316 cases. Vermits de resultaten gelijkaardig zijn aan de analyses gedaan op de gegevens waarbij geen rekening gehouden werd met het percentage aan aandelen, wordt ervoor gekozen om de meest uitgebreide dataset te gebruiken (525 cases). 18

Tabel 4.1. : Verwachte termijn overdracht van meer dan 50% van de aandelen Aantal Procentueel 0-2 jaar 65 13,5% 3-5 jaar 107 22,3% 6-10 jaar 86 17,9% >10 jaar 27 5,6% Onbekend 195 40,6% Totaal 480 100% Wanneer de cijfers uit tabel 4.1. vergeleken worden met de cijfers uit tabel 3.1. valt op dat 40,6% geen idee heeft binnen welke termijn er een overdracht van meer dan 50% van de aandelen zal plaatsvinden, terwijl slechts 11,9% geen idee heeft over de termijn van overdracht van leiding. Er bestaat dus meer onzekerheid met betrekking tot de verwachte termijn van de overdracht van eigendom ten opzichte van de verwachte termijn van overdracht van leiding. Uit tabel 4.2. blijkt 29,6% van de ondernemers geen idee heeft tot welke leeftijd hij/zij de eigendom over het bedrijf wil behouden. Daarnaast denkt 28,5% de eigendom te behouden tot een leeftijd bereikt wordt tussen 61 en 65 jaar; 16,5% wil de eigendom behouden tot een leeftijd van ouder dan 65 jaar. 5,7% zou graag de eigendom behouden voor de rest van zijn/haar leven. Dit betekent dus dat 22,2% (12,7% + 3,8% + 5,7%) van de ondernemers de eigendom over het bedrijf willen behouden tot na de leeftijd van 65 jaar. Ongeveer 13% van de ondernemers wil de eigendom behouden tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet, zoals pensioen, overname, de volgende generatie die klaar is, enzovoort. Opnieuw blijkt, volgens tabel 4.2. vergeleken met tabel 3.2., dat meer onzekerheid bestaat over de leeftijd waarop eigendom wordt overgedragen dan over de leeftijd waarop de leiding wordt overgedragen. Tabel 4.2. : Behoud van eigendom over het bedrijf Aantal Procentueel Jonger dan 60 jaar 29 6,6% Tussen 61 en 65 jaar 126 28,5% Tussen 66 en 70 jaar 56 12,7% Ouder dan 70 jaar 17 3,8% Voor de rest van mijn leven 25 5,7% Tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet 58 13,1% Geen idee 131 29,6% Totaal 442 100% 4.2. Mate van planning van de overdracht van eigendom Gezien het feit dat in meer dan een derde van de bedrijven een overdracht van een meerderheid van de aandelen verwacht wordt binnen de 5 jaar, is het belangrijk te weten in welke mate deze bedrijven bezig zijn met het plannen van de overdracht van eigendom. Vooreerst wordt de voorbereiding van de overdracht van eigendom voor alle bedrijven bekeken waar één aandeelhouder ouder is dan 50 jaar. Uit tabel 4.3. blijkt dat ongeveer een kwart van de bedrijven (26,7%) op korte termijn zal starten met de voorbereidingen en 15,8% beseft dat ze moet beginnen met plannen maar weet niet hoe eraan te beginnen. De meeste 19

bedrijfsleiders (40.8%) zien het nut er nog niet van in en zijn nog niet bezig met het plannen van de overdracht van eigendom, terwijl 16,7% de voorbereidingen volledig voltooid heeft. Tabel 4.3. : Mate van voorbereiding van overdracht van eigendom Aantal Procentueel Nog niet ermee bezig 196 40,8 % Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen 76 15.8 % Starten op korte termijn met de voorbereidingen 128 26,7 % Volledig voltooid 80 16,7 % Totaal 480 100% Om een beter beeld te kunnen vormen over de groep die nog niet bezig is met de voorbereidingen voor de overdracht van eigendom, linken we tabel 4.3. aan de termijn waarbinnen de bedrijven verwachten de eigendom over te dragen. Tabel 4.4. toont aan dat ongeveer een vierde (namelijk 27% = (5 + 18 + 3 + 19)/(63 + 104)) van de bedrijven die de meerderheid van de aandelen wensen over te dragen binnen een termijn van 5 jaar nog niet bezig is met de planning van overdracht. Enerzijds omdat niet beseft wordt dat het tijd is om eraan te beginnen of anderzijds omdat niet geweten is hoe eraan te beginnen. Daarnaast zien we dat de meerderheid van de bedrijven die binnen twee jaar meer dan 50% van de aandelen wensen over te dragen, namelijk 42,9%, de voorbereiding voor de overdracht van eigendom reeds volledig voltooid hebben. Voorts zal respectievelijk 44,4% en 50% binnenkort starten met de voorbereidingen indien de meerderheid van de aandelen wordt overgedragen binnen een termijn van respectievelijk 0-2 jaar en 3-5 jaar. Tabel 4.4. : Mate van voorbereiding van overdracht van eigendom en termijn van overdracht Termijn overdracht van meer dan 50% van de aandelen: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Voorbereiding overdracht N % N % N % N % N % eigendom: Nog niet ermee bezig 5 7,9% 18 17,3% 32 37,6% 11 40,7% 119 66,5% Besef is er, maar geen idee hoe 3 4,8% 19 18,3% 22 25,9% 7 25,9% 21 11,7% eraan te beginnen Starten op korte termijn met de 28 44,4% 52 50% 22 25,9% 7 25,9% 17 9,5% voorbereidingen Volledig voltooid 27 42,9% 15 14,4% 9 10,6% 2 7,4% 22 12,3% N = 458 63 100% 104 100% 85 100% 27 100% 179 100% Het is tevens interessant om de bedrijfskenmerken grootte en familiaal karakter aan de voorbereiding van de overdracht van eigendom te relateren. Wat betreft bedrijfsgrootte (tabel 4.5.) staan KMO s over het algemeen verder met de voorbereidingen van de overdracht van eigendom dan micro-ondernemingen: 20,2% van de KMO s heeft de voorbereiding volledig voltooid, terwijl 13,1% van de micro-ondernemingen de voorbereiding volledig achter de rug heeft. Ook zien we dat 63,7% van de micro-ondernemingen nog niet bezig is met de planning van eigendomsoverdracht (46%) of niet weet hoe eraan te beginnen (17,7%). Bij KMO s gaat het hier slechts om 49,8% van de bedrijven. 20

Tabel 4.5. : Mate van voorbereiding overdracht van eigendom en bedrijfsgrootte Bedrijfsgrootte: Micro-onderneming KMO Voorbereiding overdracht van eigendom: N % N % Nog niet ermee bezig 109 46% 87 35,8% Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen 42 17,7% 34 14% Starten op korte termijn met de voorbereidingen 55 23,2% 73 30% Volledig voltooid 31 13,1% 49 20,2% N = 480 237 100% 243 100% Tabel 4.6. toont aan dat familiebedrijven verder staan met de voorbereidingen betreffende de overdracht van eigendom dan niet-familiebedrijven. Zo n 46% van de familiebedrijven zal binnenkort starten met de voorbereidingen (28,9%) of heeft de overdrachtsplanning reeds voltooid (17,4%); voor niet familiebedrijven gaat het slechts om 36%. Ongeveer 37% van de familiebedrijven geven aan nog niet bezig te zijn met de planning van de overdracht van eigendom; ongeveer de helft van de niet-familiebedrijven is nog niet bezig met de voorbereidingen hieromtrent. Tabel 4.6. : Mate van voorbereiding overdracht van eigendom en familiaal karakter Familiaal karakter: Familiebedrijf Niet-familiebedrijf Voorbereiding overdracht van eigendom: N % N % Nog niet ermee bezig 126 37,2% 70 49,6% Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen 56 16,5% 20 14,2% Starten op korte termijn met de voorbereidingen 98 28,9% 30 21,3% Volledig voltooid 59 17,4% 21 14,9% N = 480 339 100% 141 100% In tabel 4.7. zien we dat wanneer succesvolle overdracht naar de volgende generatie een belangrijk doel is voor het familiebedrijf, 33,3% op korte termijn wil starten met de voorbereidingen om de eigendom over te dragen en 26,1% die voorbereiding reeds volledig afgerond heeft. Bij familiebedrijven die niet akkoord gaan met deze stelling gaat het hier respectievelijk slechts om 12,5% en 7,5%. Meer dan de helft van zij die niet akkoord gaan met de stelling (53,8%) is nog niet bezig met de planning van de eigendomsoverdracht. Tabel 4.7. : Voorbereiding overdracht van eigendom en doel succesvolle overdracht Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel voor het familiebedrijf: Niet akkoord Neutraal Akkoord Voorbereiding overdracht van eigendom: N % N % N % Nog niet ermee bezig 43 53,8% 22 48,9% 63 26,9% Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen 21 26,3% 9 20% 32 13,7% Starten op korte termijn met de voorbereidingen 10 12,5% 12 26,7% 78 33,3% Volledig voltooid 6 7,5% 2 4,4% 61 26,1% N = 359 80 100% 45 100% 234 100% 21

4.3. Redenen voor uitstel van planning van overdracht van eigendom In de online bevraging werd via een open vraag gepeild naar de belangrijkste elementen die de eigenaars belemmeren om de overdracht van eigendom te plannen. De antwoorden vatten we samen in een aantal categorieën, hieronder vermeld in volgorde van belangrijkheid (d.w.z. categorie 1 werd het meest aangehaald): 1. Financiële redenen (o.a. banken, erfenisrechten, hoge overnameprijs, zaakvoerder is niet verzekerd, te duur, doorgaan omwille van geldnood, prijs is te hoog) 2. Nog niet aan de orde of nog niet willen stoppen 3. Familiale redenen (o.a. erfenisregeling, kinderen komen niet overeen, inkomen willen behouden, opvolger nog niet klaar, jonge leeftijd kinderen, gelijkberechtiging) 4. Ongunstige financiële en marktomstandigheden (o.a. slecht ondernemersklimaat, toekomst is onzeker) 5. Zorgen voor een geschikte opvolger/overnemer 6. Bedrijf klaarmaken voor overdracht (o.a. zorgen voor groei en rendabiliteit, fiscaal herstructureren, organisatie aanpassen, inventaris maken) 7. Ontbrekende kennis inzake bedrijfsoverdracht 8. Administratieve redenen Financiële redenen blijken dus zeer belangrijk te zijn. Uit de online bevraging blijkt bovendien dat bijna 1 op 5 bedrijven (18,8%) problemen verwacht bij het financiële luik als het bedrijf wordt overgedragen aan één of meerdere kinderen waarbij andere kinderen moeten uitgekocht worden. Daarnaast geeft 1 op 5 (18,9%) van de bedrijven aan dat ze problemen verwacht bij het financiële luik van de bedrijfsoverdracht omdat successiebelasting betaald moet worden. Deze vaststellingen geven de indruk dat een aantal familiebedrijven onvoldoende op de hoogte zijn van de gunstige schenkings- en erfbelastingregelingen die recent werden ingevoerd. 4.4. Familiale overdracht, externe verkoop of liquidatie? Tabel 4.8. geeft een indicatie aan wie de overdracht van de meerderheid van de aandelen zal gebeuren. Uit de lijst opgesomd in panel A van tabel 4.8. mocht de respondent meerdere antwoorden aanduiden. De meeste bedrijven (36,9%) verwachten dat enkel de actieve kinderen het eigenaarschap zullen overnemen, 28,7% verwacht een verkoop aan derden, en voor 21,7% is nog niet duidelijk wie het eigenaarschap zal verwerven. Voor de bedrijven die reeds een idee hebben aan wie ze meer dan 50% van de aandelen zullen overdragen, maken we in panel B van tabel 4.8. een onderscheid tussen een familiale overdracht, een externe verkoop, of een liquidatie. De volgende overdrachtsmogelijkheden beschouwen we als familiaal: Ik verwacht dat enkel de actieve kinderen het eigenaarschap zullen overnemen, Ik verwacht dat alle kinderen gezamenlijk het eigenaarschap overnemen, en Ik verwacht dat andere familieleden het eigenaarschap zullen overnemen. De volgende overdrachtsmogelijkheden definiëren we als extern: Ik verwacht een verkoop aan derden en Ik verwacht een verkoop aan werknemers/managers. Voor zij die optie 1 (geen kinderen) of optie 2 (verwacht niet dat de kinderen het eigenaarschap willen overnemen) hebben 22