8977/15 gar/yen/hw 1 DG E 2B



Vergelijkbare documenten
17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

14491/18 ons/gra/hh 1 TREE.2.B LIMITE NL

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

9324/17 nes/jel/ev 1 DG E 2B

5130/3/15 REV 3 ADD 1 sm 1 DPG

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A

Hierbij gaat voor de delegaties het voortgangsverslag van het voorzitterschap inzake bovengenoemd onderwerp.

13234/1/14 REV 1 ver/jel/mt 1 DGE 2 A

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2004 (22.09) (OR. en) 12294/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0252 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

9271/17 rts/pau/sv 1 DG G 3A

9261/18 SMU/ev 1 DG D 2

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

14354/16 nuf/ass/sl 1 GIP IB

9951/16 ADD 1 1 GIP 1B

7051/16 pro/ons/as 1 DGB 1 A

9336/16 dui/gar/as 1 DG B 3A

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2005 (07.09) (OR. en) 11522/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0020 (COD) LIMITE

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

10765/11 ADD 1 oms/rts/dp 1 DG C I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

9627/16 gar/gra/fb 1 DG B 3A

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 mei 2018 (OR. en)

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 september 2000 (22.09) (OR. en) 11502/00 Interinstitutioneel dossier: 98/0243 (COD) LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en)

9820/14 gra/pau/jg 1 DGE 2 A

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

14708/16 eer/pau/sl 1 DGD 1B

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

O TWERP-MOTIVERI G VA DE RAAD Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake luchthavengelden

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

9173/3/15 REV 3 ADD 1 ONS/hw 1 DPG

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

8693/15 gys/cle/as 1 DG E 2 A

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

14949/14 adw/zr/dp 1 DG G 2B

7482/1/19 REV 1 dep/sv 1 LIFE.1

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B

6182/1/17 REV 1 ADD 1 eer/gra/cg 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

PUBLIC. Brussel, 19 november 2007 (22.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0098 (COD) LIMITE

PUBLIC 9703/1/10 REV 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 april 2004 (06.04) (OR. en) 8083/04. Interinstitutioneel dossier: 2003/0193 (CNS) 2003/0194 (CNS) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juni 2011 (14.06) (OR. en) 10641/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0380 (COD) SOC 437 CODEC 895

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

10541/11 cle/gra/fb 1 DG G 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12

Brussel, 1 augustus 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0297 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 mei 2014 (27.05) (OR. en) 10139/14 Interinstitutioneel dossier: 2012/0011 (COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14795/05 ADD 1 gys/lep/dm 1 JUR

ZITTING OP MAANDAG 22 MEI 2017 (10:00 UUR)

MOTIVERING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 17 oktober 2006 (25.10) (OR. en) 13773/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0162 (C S) LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

5627/19 ons/gra/cg 1 LIFE.1

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 oktober 2011 (24.10) (OR. en) 15812/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0154 (COD)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

9547/17 ADD 1 1 GIP 1B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

17143/13 asd/hw 1 DPG

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2011 (24.11) (OR. en) 17029/11 Interinstitutioneel dossier: 2008/0193 (COD) SOC 1002 SA 246 CODEC 2061

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 mei 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0340 (COD) 8977/15 NOTA van: aan: het voorzitterschap de delegaties TELECOM 121 CONSOM 83 MI 321 CODEC 733 nr. vorig doc.: 8850/15 TELECOM 114 CONSOM 80 MI 311 CODEC 716 Nr. Comdoc.: 17344/12 TELECOM 250 CONSOM 155 MI 811 CODEC 2936 Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegankelijkheid van de websites van overheidsinstanties - Voortgangsverslag Dit verslag is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van het Letse voorzitterschap. Het schetst de werkzaamheden die tot dusver in de voorbereidende Raadsinstanties zijn verricht en belicht de huidige stand van de besprekingen over bovengenoemd voorstel. 8977/15 gar/yen/hw 1

IEIDING 1. De Commissie heeft haar voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegankelijkheid van de websites van overheidsinstanties 1 op 3 december 2012 aangenomen met artikel 114 VWEU als rechtsgrondslag. Het voorstel is gericht op de afstemming van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot de vereisten voor de webtoegankelijkheid van de websites van overheidsinstanties, met het oog op het verbeteren van de werking van de interne markt. 2. Na een eerste presentatie van het voorstel en de bijbehorende effectbeoordeling in januari 2013 heeft de Groep telecommunicatie en informatiemaatschappij van de Raad het voorstel onder het Ierse voorzitterschap besproken. In het voortgangsverslag dat daaruit voortkwam 2 werden de belangrijkste opmerkingen van de delegaties belicht, namelijk het gebruik van normen, het toepassingsgebied, de rechtsgrondslag en de kosten en baten van de uitvoering van het voorstel. Op het dossier werd in mei 2014 voortgeborduurd in een verslag van het Griekse voorzitterschap 3. De besprekingen over het dossier werden voortgezet onder het Italiaanse voorzitterschap, zoals uiteengezet in het voortgangsverslag 4. 3. Door de vertraging bij het vaststellen van de Europese norm was er geen vooruitgang meer in het dossier. Verdere besprekingen werden daarom opgeschort tot na de vaststelling. 4. In het Europees Parlement werd de heer Jorgo Chatzimarkakis (IMCO) als rapporteur aangewezen. Vóór het einde van zijn zittingsperiode heeft het scheidende Europees Parlement op 26 februari 2014 zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld. 5 In het nieuwe EP is mevrouw Dita Charanzova (IMCO) tot rapporteur benoemd. 1 2 3 4 5 Doc. 17344/12 Doc. 10089/13 Doc. 10016/14 Doc. 15512/14 Doc. 6835/14 8977/15 gar/yen/hw 2

STAND VAN ZAKEN IN DE RAAD 1. Tijdens het Letse voorzitterschap is een aantal door het voorzitterschap voorgestelde herziene teksten 6 grondig besproken tijdens verschillende vergaderingen van de Groep telecommunicatie en informatiemaatschappij. Op basis van de besprekingen in de voorbije maanden heeft het voorzitterschap het onderhavige voortgangsverslag samengesteld om de ministers een overzicht te geven van de stand van zaken met betrekking tot het voorstel en hun aandacht te vestigen op de punten die nader overleg vergen. Dit verslag dient in samenhang met de in punt 2 bedoelde verslagen van het Ierse, het Griekse en het Italiaanse voorzitterschap te worden gelezen, aangezien veel van de daarin geopperde bezwaren nog steeds gelden. 2. Onder het Letse voorzitterschap gingen de besprekingen over de werkingssfeer van het voorstel: het toepassingsgebied van het oorspronkelijke Commissievoorstel was immers beperkt tot door overheidsinstanties verstrekte websitegebaseerde onlinediensten, terwijl tijdens de besprekingen in de Raad bleek dat er voldoende steun was om het toepassingsgebied uit te breiden tot een groot deel van de websites van overheidsinstanties en de daarop aangeboden content. 3. Wat betreft monitoring en rapportage en omzettingsvoorschriften, gaven de delegaties de voorkeur aan een geprioriteerde en gefaseerde aanpak van de toepassing van de vereisten voor webtoegankelijkheid. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen nieuwe websites die werden gepubliceerd vóór de omzettingsdatum en alle overige websites, met verschillende toepassingsdata. 4. Hoewel de delegaties in het algemeen ingenomen zijn met het doel van grotere toegankelijkheid van websites van de overheid, hielden zij bedenkingen over de proportionaliteit, en wezen zij met name op de kosten van toepassing van de richtlijn, meer bepaald gelet op de uitgebreide werkingssfeer, zowel wat betreft tot de soorten overheidsinstanties en de soorten webinhoud die onder de richtlijn vallen. 6 Documenten 5418/15, 7116/15, 7888/15, 8435/15. 8977/15 gar/yen/hw 3

BELANGRIJKSTE ELEMENTEN VAN HET COMPROMIS VAN HET VOORZITTERSCHAP In de jongste voorstellen van het voorzitterschap, die verder worden behandeld in de Groep telecommunicatie en informatiemaatschappij, worden de volgende belangrijke wijzigingen geïntroduceerd. Toepassingsgebied (artikelen 1 en 2 en de bijlage) Met het oog op een mogelijk compromis omtrent het toepassingsgebied, heeft het voorzitterschap voorgesteld de werkingssfeer af te bakenen aan de hand van enerzijds de soorten content en anderzijds de soorten overheidsinstanties die eronder vallen. Er wordt voorgesteld om het toepassingsgebied van de richtlijn te beperken door er verschillende soorten content buiten te houden, zoals gearchiveerde documenten die niet zijn ingebed in een webpagina, content die niet in webformaat is en content in video- en audioformaat. De precieze betekenis van deze uitsluitingen moet nader worden bepaald om rechtszekerheid te creëren voor de soorten content die onder en die welke buiten de richtlijn vallen. De betreffende definities moeten worden opgenomen in artikel 2 van de richtlijn. Wat soorten content betreft, werden nog meer voorstellen ingediend. Bijvoorbeeld moet nog verder worden onderzocht of de volgende soorten content ook buiten het toepassingsgebied van de richtlijn moeten blijven: digitale collecties op het gebied van cultuur, sociale media en andere externe content die is opgenomen op de websites van overheidsinstanties, geografische diensten en infographics, websites van kleine organisaties of websites met minder dan een bepaald aantal bezoeken per dag/jaar. Ter verduidelijking van de relatie tussen deze richtlijn en Richtlijn 2010/13/EU betreffende audiovisuele mediadiensten (AVMS), is een nieuw lid toegevoegd aan artikel 1. Daarin wordt verduidelijkt dat in de gevallen die onder beide richtlijnen ressorteren, de bepalingen van de richtlijn audiovisuele mediadiensten van toepassing zijn. Indien wordt besloten om alle content van audiovisuele media, ook content die niet onder de avms-richtlijn valt, buiten de werkingssfeer te houden, moet een andere formulering worden overwogen. 8977/15 gar/yen/hw 4

Om de werkingssfeer van de richtlijn nog verder te beperken door de soorten overheidsinstanties die eronder vallen te verminderen, is de definitie van "overheidsinstantie" verduidelijkt door de zowel de verwijzing naar "publiekrechtelijke instellingen" in artikel 2, lid 8, als de afzonderlijke definitie van "publiekrechtelijke instellingen" in artikel 2, lid 9, te schrappen. Ter flankering van de bovengenoemde benadering van de werkingssfeer moet een bepaling inzake minimale harmonisatie worden opgenomen in artikel 1. Die zou verduidelijken dat de lidstaten de eisen inzake webtoegankelijkheid mogen toepassen voor content die niet onder de richtlijn valt. Vereisten voor webtoegankelijkheid (artikel 3) Artikel 3, lid 1, is gewijzigd om de tekst aan te passen aan de Europese norm EN 301549 die eisen inzake webtoegankelijkheid omvat overeenkomstig de richtsnoeren inzake toegankelijkheid van webcontent 2.0 (WCAG 2.0), die georganiseerd zijn volgens de algemene beginselen van toegankelijkheid. Monitoring, rapportage en omzetting (artikelen 7 en 10) Er is verduidelijkt dat de lidstaten, met het oog op de toetsing van de richtlijn, verslag uitbrengen aan de Commissie. Het verslag moet 54 maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn worden uitgebracht. De voorgestelde datum is gekoppeld aan de in artikel 10 voorgestelde toepassingsdata en de datum van de toetsing van artikel 11. Om de Commissie voldoende tijd te geven om met richtsnoeren te komen die ook rekening houden met de resultaten van de samenwerking tussen de lidstaten, stelt het voorzitterschap voor dat de Commissie twee jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn richtsnoeren geeft. Dit komt tot uiting in de nieuwe tekst van artikel 7, lid 4. Het algemene tijdpad voor de toepassing van de richtlijn wordt verlengd zodat de overheidsinstanties voldoende tijd hebben om hun websites aan te passen. Het concept van een geprioriteerde en gefaseerde aanpak is neergelegd in artikel 10, waarin wordt voorgesteld om twee toepassingsdata op te nemen, één voor nieuwe websites die niet zijn gepubliceerd vóór de datum van omzetting, en een andere voor alle overige websites. 8977/15 gar/yen/hw 5