ZORGPLAN METAMEER 2012-2013

Vergelijkbare documenten
Schoolondersteuningsprofiel Metameer

CSG LIUDGER Ondersteuningsplan

Schoolondersteuningsprofiel Pax Christi College Druten

ZORGPLAN. Christelijk Lyceum Delft VMBO

Schoolondersteuningsprofiel Metameer

-studieresultaten De mentor volgt de studieresultaten van zijn leerling, bespreekt zijn bevindingen met de leerling en onderneemt zo nodig actie.

Schoolondersteuningsprofiel. Algemeen

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL. Pro College Regio Nijmegen. Boxmeer Nijmegen Veldstraat Nijmegen Celebesstraat Wijchen

Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Helicon VMBO Groen Nijmegen:

*Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College, locatie Malderburchtstraat

Schoolondersteuningsprofiel:

Schoolondersteuningsprofiel Pax Christi College Druten

1. Inleiding. Zorgplan Pagina 1

Ondersteuningsprofiel

Dockinga College Ferwert

Kaderplan Trajectbegeleiding Duin en Kruidbergmavo

Schoolondersteuningsprofiel

De ambulant begeleider heeft als eerste zorg het welbevinden van de leerling binnen het regulier onderwijs

Passend onderwijs. Een uitdaging

CSG LIUDGER, Splitting. Ondersteuningsplan

Schoolondersteuningsprofiel Algemeen


Schoolondersteuningsprofiel Algemeen


Ondersteuningsprofiel

Ondersteuningsprofiel. Piter Jelles YnSicht

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College Nijmegen

Schoolondersteuningsprofiel:

Werkgroep ondersteuningsprofiel.

BASISONDERSTEUNINGSPROFIEL BEGELEIDINGSSCHOOL (REGULIER VOORTGEZET ONDERWIJS)

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Helicon VMBO Nijmegen

Adres: Tuinzigtlaan 10 Plaatsnaam: Breda Contactpersoon: dhr. C. Wessels

Schoolondersteuningsprofiel:

Adres: Tuinzigtlaan 10 Plaatsnaam: Breda Contactpersoon: dhr. C. Wessels

Schoolondersteuningsprofiel: 1 Korte beschrijving van het Kandinsky College Nijmegen

Zorgbeleid Haags Montessori Lyceum. December 2010

*Schoolondersteuningsprofiel. Algemeen

Ondersteuningsprofiel. rsg Simon Vestdijk Harlingen/Franeker

Profiel Schoolondersteuning

Ondersteuningsprofiel PSE

Preventieve Ambulante Begeleiding

Horizontaal rooster Op Bij de Bron wordt met een horizontaal

Ondersteuningsprofiel van Lyceum Ypenburg

SCHOOLONDERSTEUNINGSPLAN De Nieuwe Veste Coevorden,

Ondersteuningsprofiel

Bijlage 24 Schoolondersteuningsprofiel Picasso Lyceum

School ondersteuningsprofiel Montessori College Nijmegen/ Groesbeek

Naar het voortgezet onderwijs. Antwoorden op vragen

Zorg en begeleiding zijn goed georganiseerd op de NSG. Dat vinden we belangrijk. In hoofdstuk 1 zetten we onze uitgangspunten voor u op een rijtje.

Ondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Orion Lyceum

ZORGPLAN VEENSEWEG Akkoord directie: Akkoord MR:

Ondersteuningsprofiel

Bijlage 1: Rolverdeling Cascademodel. Ouders/ verzorgers en leerling niveau Wat actie 1 mentor maakt klassenbeeld/ontwikkelingsperspectief

Schoolondersteuningsprofiel:


ZORGBELEIDSPLAN 2015 BC Broekhin Roermond, hoofdlokatie

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Onderwijskundig Rapport

ALS ONDERWIJS MIJ NIET PAST MAG IK HET DAN RUILEN?

Ondersteuningsprofiel

ZORG en BEGELEIDING 2011

Ondersteuningsprofiel

SchoolOndersteuningsProfiel van

Zorgplan Stedelijk Gymnasium Haarlem. Stedelijk Gymnasium Haarlem Zorgplan

AANVULLENDE ZORG EN BEGELEIDING OP MAAT

Aanvullende informatie Sociaal-emotioneel functioneren Ondersteuningsbehoefte Ontwikkelingsperspectief Overig, nl. *) Dit zijn richtlijnen die gewogen

Dockinga College Vmbo- Vakschool, DOKKUM

Ondersteuningsprofiel Wim Gertenbach College Zandvoort

LWOO Open dag LOcatie csg BeiLen 5 februari 2015 Open dag LOcatie SaLLand 7 februari 2015

Ondersteuningsprofiel locatie Bredius Kalsbeek College

Onderlegger Kijkwijzer Zorgprofielen. Algemeen

Schoolondersteuningsprofiel Bossche Vakschool

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL OSG PITER JELLES DE FOORAKKER

ZORGPLAN December 2012

School-ondersteuningsprofiel Alfrink College

ONDERSTEUNINGSPLAN MAERLANT-LYCEUM

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

Onderwijsondersteuningsplan formele versie met nadruk op communicatie

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Zorgplan Lyceum Oudehoven

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Ondersteuningsmogelijkheden Thorbecke SG mavo -havo- atheneum januari Spelregels bij de extra ondersteuning

Schoolondersteuningsprofiel De Nieuwste School

ONDERWIJSCONCEPT (DIALOOG OVER LEERLINGEN MET SPECIALE ONDERWIJSBEHOEFTEN, AANPASSINGEN, DIFFERENTIATIE)

Afspraken over de basisondersteuning

SchoolOndersteuningsProfiel van Datum: Plaats: Eindhoven. Astrid van der Knaap en Miriam Thaens Ondersteuningscoördinatoren

LEERLINGBEGELEIDING. O.R.S. Lek en Linge. Lek en Linge

*Schoolondersteuningsprofiel

Ondersteuningsprofiel

ZORGPLAN MAVO TRIVIUM COLLEGE

Begeleiding van een Zorgleerling

Dockinga College, Havo/Vwo o.b., DOKKUM. Inleiding [1]

De zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in beeld Basis is het beleidstuk Het zorgsysteem in het basisonderwijs SWV H-M-S

Standaard 8: Leerlingen met extra onderwijsbehoeften krijgen bij ons extra leer- en instructietijd.

Schoolondersteuningsprofiel Staring College Onderlegger 2. Criteria dialoogschool


Protocol Leerlingenzorg

Transcriptie:

ZORGPLAN METAMEER 2012-2013 1

Algemeen Metameer is een brede school in de ruimste zin van het woord, zij biedt onderdak aan leerlingen van lwoo-, vmbo-,havo- en vwo-niveau. Hierdoor kunnen alle leerlingen onderwijs volgen op het voor hen juiste niveau. Daardoor krijgen ze optimale kansen zich te ontplooien. Ook in de hogere leerjaren kunnen leerlingen om dezelfde redenen naar een voor ieder gewenst niveau doorstromen. Deze overplaatsingen geschieden zonder noemenswaardige sociale en onderwijskundige problemen: de leerlingen blijven op dezelfde school. Het onderwijs wordt gegeven op drie locaties. Locatie jenaplan Boxmeer en twee locaties in Stevensbeek, Stevensbeekseweg en Kloosterstraat. Er zijn drie sectoren die worden geleid door sectordirecteuren die ieder weer worden bijgestaan door teamleiders. Voor de leerlingen en de ouders betekent dit dat zij in herkenbare, kleinschalige eenheden zijn ingedeeld met een teamleider als direct aanspreekpunt. Uitgangspunt Metameer is een brede school waarin individuele aandacht is voor leerling en personeel. Zij stelt de leerling centraal in een uitnodigende, activerende en uitdagende leeromgeving. Het personeel is professioneel en zorgt voor een laagdrempelige en veilige leeromgeving om te bereiken dat leerlingen zicht krijgen op hun mogelijkheden en zich goed voorbereiden op hun vervolgopleiding en functioneren in de maatschappij. De kernwaarden van de school zijn: Aandacht, Kwaliteit en Innovatie Algemene schoolgegevens Metameer Postadres Postbus 14 5845 ZG St. Anthonis Telefoon: 0485-381600 e-mail: website: www.metameer.nl Locaties Stevensbeek Stevensbeekseweg 8a 5844 AB Stevensbeek Telefoon: 0485-381600 Fax: 0485-384655 Brinnummer: 16 SW 00 Kloosterstraat 1 5844 AN Stevensbeek Telefoon: 0485 2100 Fax - Brinnummer: 16 SW 05 Locatie jenaplan Boxmeer: Dr. Peelenstraat 14 5831 EG Boxmeer Telefoon: 0485-571434 Fax: 0485-578642 Brinnummer 16 SW 03 De school is aangesloten bij het Samenwerkingsverband VO- ROC Nijmegen e.o. 2

Inhoud Inleiding Algemene gegevens pagina 2 Hoofdstuk 1: Visie pagina 4 Hoofdstuk 2: Reguliere zorg en begeleiding pagina 5 Hoofdstuk 3: Extra zorg en begeleiding pagina 7 Hoofdstuk 4: Medewerkers in de extra zorg en begeleiding pagina 11 Hoofdstuk 5: Organogram pagina 13 Hoofdstuk 6: Aannamebeleid pagina 14 Hoofdstuk 7: Communicatie pagina 15 Hoofdstuk 8: Ontwikkeldoelen pagina 17 Hoofdstuk 9: Randvoorwaarden pagina 18 Hoofdstuk 10: Overzicht van de bijlagen. pagina 18 3

1. Visie 1.1. Visie op de zorg. Voor alle leerlingen is er zorg. Zorg is een geheel van activiteiten met als doel de leerling te helpen de school met optimaal profijt te doorlopen, waarbij een balans gezocht wordt tussen overdracht van kennis, vaardigheden en attitudes enerzijds en de behoeften en mogelijkheden van de leerlingen anderzijds. Leerlingenzorg gebeurt in de klas, het primaire proces staat centraal Er zijn echter ook leerlingen die extra zorg nodig hebben. In de meeste gevallen is er voor een zorgleerling extra geld beschikbaar om een goede begeleiding te waarborgen. Via beschikkingen van de Regionale Verwijzingscommissie (RVC), Leerling-gebonden financieringen (LGF) of zorgbudgetten komen gelden binnen die worden omgezet in zorg. De orthopedagoog vraagt de beschikkingen aan bij de RVC. De zorgcoördinator is op de hoogte van deze regelingen en onder zijn verantwoordelijkheid worden de budgetten aangevraagd. Met deze extra financiën zoekt hij, samen met interne en externe deskundigen, de juiste hulp voor de leerling. 1.2. Passend onderwijs. In het kader van passend onderwijs werken we samen met de regioscholen in het Samenwerkingsverband VO-ROC Nijmegen e.o. De school is vertegenwoordigd in de werkgroepen die vorm gaan geven aan het schoolondersteuningsprofiel, de aanname en de verdeling van de budgetten. Door het SWV is een tijdpad uitgezet voor de invoering van PaO. Dit betekent dat in het begin van het schooljaar het ondersteuningsprofiel per locatie zal worden vastgesteld: wat is onze kwaliteit?, wat zijn onze grenzen?, wat zijn onze ambities? Dit zorgplan beschrijft de situatie van schooljaar 2012-2013 De ontwikkelpunten worden in hoofdstuk 8 omschreven. Dit zorgplan wordt elk jaar in april geëvalueerd met de zorgdocenten en sectordirecteuren. 4

2. Reguliere zorg en begeleiding Voor al onze leerlingen geldt de reguliere zorg. Dit wil zeggen dat docenten en medewerkers een pedagogisch klimaat scheppen waarin leerlingen optimaal kunnen leren. Ook op didactisch gebied draagt de docent er zorg voor dat leerlingen bereikt worden en de leerstof tot zich kunnen nemen. 2.1. De mentor De spil in de begeleiding van leerlingen is de mentor. Dit is een docent met begeleidingstaken. Hij heeft speciaal de zorg voor een groep leerlingen. Hij verzorgt de begeleidingsles. Hij zorgt voor een goede onderlinge sfeer en heeft oog voor het functioneren van de individuele leerling. Vooral bij leermoeilijkheden en sociaalemotionele problemen die passen in de normale ontwikkeling van jonge mensen speelt de mentor een belangrijke rol. De mentor krijgt via de docenten belangrijke informatie over het functioneren en welbevinden van zijn leerlingen. Aan de hand hiervan en aan de hand van de eigen ervaringen en observaties volgt de mentor de leerling. Twee keer per periode bespreekt de mentor de leerlingen met de teamleider. Hij heeft regelmatig ( minimaal 3x per jaar) een gesprek met elk van zijn leerlingen. De mentor is contactpersoon voor de ouders en hij heeft minimaal 2x per jaar een gesprek met hen. De mentor is verantwoordelijk voor de verslaglegging in het leerlingdossier. 2.2. Leerling-bespreking Elke periode worden de leerlingen besproken in het team. De mentor leidt deze bespreking en stelt indien nodig een plan van aanpak voor. Hij controleert en evalueert de uitvoering hiervan. Indien nodig maakt de mentor (samen met de zorgdocent of orthopedagoog) een handelingsplan of begeleidingsplan. Dit plan wordt besproken met de ouders en de leerling. De mentor evalueert dit plan met docenten, leerling en ouders. Ter ondersteuning van de leerling-bespreking vullen de docenten een observatielijst in over werkhouding en gedrag (LVS). Wanneer een leerling doorstroomt naar een andere sector vindt er een warme overdracht plaats tussen de betrokken mentoren of teamleiders. 2.3. Loopbaan Oriëntatie Begeleiding (LOB) De decaan zorgt er, samen met mentoren en docenten, voor dat leerlingen vanaf de brugklas vaardigheden en competenties aanleren die nodig zijn om bewust en gefundeerd te kunnen kiezen. Hij draagt er zorg voor dat de leerlingen actief kennis kunnen maken met vervolgopleidingen en beroepen. 2.4. Screening dyslexie en begrijpend lezen Bij alle brugklasleerlingen wordt aan het begin van het schooljaar een toets begrijpend lezen, technisch lezen en spelling afgenomen. Leerlingen die hierop uitvallen, worden tijdens het schooljaar gevolgd door de mentor en de talendocenten. Eventueel worden zij doorverwezen naar een externe instantie voor verder onderzoek naar dyslexie. De kosten van dit onderzoek komen ten laste van de ouders/verzorgers. Leerlingen die dyslectisch zijn kunnen gebruik maken van extra faciliteiten en komen ook in aanmerking voor begeleiding. (zie hoofdstuk 3.1.2). 5

2.5. Reken en taalbeleid. Uitvoering geven aan het reken - en taalbeleid is dit jaar een speerpunt voor alle sectoren. Het is de verantwoordelijkheid van alle docenten om gericht bij te dragen aan het onderhouden van de taal- en rekenvaardigheden en om feedback te geven op deze vaardigheden in al het werk van de leerling. De verantwoordelijkheid voor het aanleren van de basisvaardigheden wordt bij de vakinhoudelijke specialisten gelegd. De inhoud van de basisvaardigheden vormt een geïntegreerd onderdeel van de vakcurricula Nederlands en wiskunde Het onderhouden van de basisvaardigheden wordt behalve bij Nederlands en wiskunde ook getraind en toegepast in functionele situaties. In alle vakken wordt een beroep gedaan op de basisvaardigheden, dat maakt alle vakinhouden tot motiverende contexten. Aan de hand van gestandaardiseerde toetsen ( cito-vas) wordt de leerling gevolgd. Op basis van een diagnose van deze gegevens wordt gekeken of er een handelingsplan opgesteld moet worden. Elke sector beschrijft in het sectorplan het reken - en taalbeleid met de aandachtspunten en de acties die worden ondernomen. 2.6 Structuur De sectordirecteur vmbo heeft de leerlingenzorg in zijn portefeuille. Hij is verantwoordelijk voor het zorgplan van de school, het zorgprofiel (ondersteuningsprofiel), de invoering van Passend Onderwijs en het aansturen van de zorgcoördinatoren. ( zie bijlage organogram 10.3.2) Elke sector heeft een eigen zorgteam dat bestaat uit docenten met expertise op het gebied van de zorg. Elk schooljaar geeft de sector in het sectorzorgplan aan hoe de individuele begeleiding georganiseerd is en wat het speerpunt van de sector is voor dat jaar. Dit zorgplan wordt jaarlijks geëvalueerd door de sectorleiding en zorgdocenten. De zorgdocenten, zorgcoördinatoren en orthopedagoog komen 6 wekelijks bij elkaar. Doel van dit overleg is voorbereiding van een casus voor het ZAT, collegiale consultatie, uitwisselen van expertise en verstrekken van informatie. Het voordeel van deze bijeenkomsten is dat men sneller kan handelen en dat het externe ZAT ontlast wordt. 6

3. Extra zorg en begeleiding Een substantieel deel van de leerlingen heeft extra zorg en ondersteuning nodig om het onderwijs met succes te kunnen volgen en afronden. Deze zgn. zorgleerlingen worden gekenmerkt door: - Cognitieve problemen - Leerproblemen - Gedragsproblemen - Sociaal-emotionele problemen - Ontwikkelingsproblemen - Communicatieproblemen - Lichamelijke problemen Alle mentoren hebben twee keer per periode een overleg met de teamleider. Hierin worden de leerlingen die extra zorg vragen besproken. Samen met de mentor bepaalt de teamleider of hier verdere hulp nodig is. In het wekelijkse overleg van de teamleider met de zorgdocent wordt dit dan besproken en wordt er gekeken wat er verder gedaan moet worden. Dit kan zijn: - Interne begeleiding (remedial teaching, SoVa, BOF), advies van de orthopedagoog - Examenvreestraining, begeleiding bij studieaanpak. - Overleg met ambulant begeleider. - Stappenplan Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld volgen. (zie bijlage 10.2.6). De sectordirecteur vmbo is als portefeuillehouder Zorg eindverantwoordelijke voor deze meldcode. De zorgcoördinatoren zijn verantwoordelijke voor de uitvoering en melden het traject bij de portefeuillehouder. Of, via de zorgcoördinator of orthopedagoog: - Aanvraag van een zorgbudget bij de PCL - Aanmelden bij het schoolmaatschappelijk werk. - Aanmelden bij de GGD - Inbrengen in het ZAT - Verwijzen naar een externe instantie - Rebound plaatsing/ plaatsing op Flexcollege 3.1. Overzicht van de interne begeleidingsmogelijkheden 3.1.1. Begeleiding van leerlingen met een LWOO indicatie. De begeleiding van deze leerlingen wordt op verschillende manieren vorm gegeven. Dit is afhankelijk van de begeleidingsvraag van de leerling. Voor alle lwoo leerlingen is er aan het begin van het schooljaar een begeleidingsplan gemaakt (zie bijlage). Dit wordt bij elke leerlingbespreking geëvalueerd en, indien nodig, bijgesteld. Het begeleidingsplan wordt ondertekend door leerling, school en ouders. De volgende mogelijkheden worden geboden: - In de sector vmbo-onderbouw kan de leerling geplaatst worden in een (kleine) plusklas met intensieve begeleiding of in een vmbo klas. - In de sector Jenaplan wordt de leerling geplaatst in een heterogene klas. - In de sector vmbo-bovenbouw wordt de leerling geplaatst in de vmbo groep. - Als de leerling in een gewone klas zit kan hij op verschillende manieren extra begeleiding krijgen, zoals begeleiding voor Nederlands, wiskunde, huiswerkplanning, individuele ondersteuning door docent/mentor. (zie sectorplan). 7

3.1.2. Dyslexie Leerlingen met een dyslexieverklaring bieden wij extra hulp om te zorgen dat zij het onderwijs goed kunnen volgen en met succes kunnen afsluiten. Zij kunnen tijdens de toetsweken gebruik maken van auditieve ondersteuning en toetsverlenging. De begeleidende docenten maken hierover afspraken met de leerling en ouders. (zie bijlage:10.2.1 protocol faciliteiten voor leerlingen met speciale problematiek) Bij alle brugklasleerlingen wordt aan het begin van het schooljaar een toets begrijpend lezen, technisch lezen en spelling afgenomen. Leerlingen die hierop uitvallen, worden tijdens het schooljaar gevolgd door de mentor en de talendocenten. Eventueel worden zij doorverwezen voor verder onderzoek naar dyslexie. Leerlingen die dyslectisch zijn kunnen gebruik maken van extra faciliteiten en komen ook in aanmerking voor begeleiding. We constateren dat er veel leerlingen met dyslexie op onze school zijn. Dit levert problemen op in de organisatie van de auditieve ondersteuning bij de toetsweken. We maken daarom gebruik van twee middelen voor de auditieve ondersteuning, sprintplus en mp3 spelers. Er wordt naar gestreefd om de auditieve ondersteuning uit te breiden naar alle toetsen met veel tekst. 3.1.3. Dyscalculie. Leerlingen met een dyscalculieverklaring bieden wij extra hulp om te zorgen dat zij het onderwijs goed kunnen volgen en met succes kunnen afsluiten. Zij kunnen gebruik maken van toetstijdverlenging en een rekenapparaat bij de vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde, m&o en economie. (Zie bijlage: 10.2.1) 3.1.4. Ondersteuning bij het leren/ remediale hulp Dit wordt per sector anders uitgevoerd. (zie zorgplan van de sector) 3.1.5. Sociale vaardigheidstrainingen Groepstraining voor leerlingen die sociaal onhandig, sociaal onzeker of weinig weerbaar zijn 3.1.6. BOF ( beter omgaan met faalangst) Groepstraining voor leerlingen die slechter presteren onder druk 3.1.7. Examenvreestraining Groepstraining voor leerlingen die faalangst hebben voor het examen. 3.1.8. Begeleiding leerlingen met een LGF (rugzak) Voor alle leerlingen met een rugzak wordt aan het begin van het schooljaar een handelingsplan gemaakt.(zie bijlage 10.2.2. Dit plan wordt door de ouders ondertekend. Voor leerlingen met een rugzak is er, indien nodig, een stappenplan voor de begeleiding van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs. De begeleiding van een leerling met een rugzak is afhankelijk van de problematiek. Er zijn verschillende begeleidingsmogelijkheden zoals: individuele ondersteuning door mentor, begeleiding in een vak door een vakdocent, aanschaf van materialen of hulpmiddelen. 8

Voor alle leerlingen met een rugzak geldt dat er regelmatig een gesprek is met de ambulante begeleider van de leerling, de ouders en de mentor om te bespreken hoe het gaat. Er wordt bekeken of er wijzigingen nodig zijn in de begeleiding. Deze worden dan weer opgenomen in het handelingsplan. We streven ernaar om per cluster met hooguit één of twee ambulante begeleiders te werken per locatie. 3.1.9. Begeleiding van hoog(meer)begaafde leerlingen Begeleiding in het aanbrengen van structuur en het eigen maken van een effectieve werkhouding. Of het aanbieden van een extra programma. Compacten en Verrijken (zie bijlage 10.3.4) 3.2. Overzicht van externe begeleidingsmogelijkheden 3.2.1. Het Zorgadviesteam (ZAT) Het ZAT is een multidisciplinair team, waarin professionals die zorg en ondersteuning bieden aan jeugdigen en hun ouders, samenwerken met de school om een snelle en passende hulp voor leerlingen met complexe zorgvragen te realiseren. Het ZAT sluit hierbij aan op zorg die al geboden wordt door de school. Ook draagt het ZAT bij aan het vroegtijdig signaleren van problemen van leerlingen. Alvorens een leerling bij het ZAT wordt aangemeld is er binnen de schoolinterne zorgstructuur (meestal) een aantal stappen genomen. - De docent signaleert een probleem ( vroegsignalering ), maar kan dit zelf of samen met de mentor oplossen of aanpakken. Indien niet: - De mentor betrekt de zorgdocent/teamleider erbij; de leerling wordt besproken in een leerlingbespreking en de mentor kan met de leerling verder. Indien niet: - De leerling wordt besproken in het intern zorgoverleg. In dit overleg, onder leiding van de zorgcoördinator bespreekt men de door de mentor aangemelde leerling, stelt gezamenlijk een aanpak vast, en spreekt men af wie welke acties onderneemt. Het gaat hierbij om de georganiseerde bespreking van problemen waarbij in gezamenlijk overleg, ook met de ouders, hulp en begeleiding ingezet kan worden, aanvullend op het handelen van de mentor. Deelnemers aan het intern zorgoverleg zijn: de zorgcoördinator, zorgdocenten en/of de orthopedagoog. - Bij meer complexe vragen en vermoedens van complexe problemen wordt de leerling vanuit het interne zorgoverleg aangemeld bij en besproken in het ZAT. De aanmelding is schriftelijk via het aanmeldingsformulier, dat ingevuld wordt door de mentor. De mentor vraagt toestemming aan de ouders om hun zoon/dochter in het ZAT te bespreken. Het ZAT Metameer functioneert zowel als periodiek casusoverleg en als netwerk, waarbinnen men elkaar tussendoor kan raadplegen en advies geven als het gaat om zorgleerlingen. De volgende taken en functies worden door het ZAT uitgeoefend: - consultatie en advies ten behoeve van de casusinbrenger; - onderling afspreken wie welke interventies uitvoert; - afspreken van verwijzingen en de toeleiding; screening/diagnostiek; - indicatievoorbereiding voor geïndiceerde zorg; - het leveren van beleidsbijdragen ten behoeve van de interne leerlingenzorg 9

Deelnemers ZAT In het ZAT zijn de volgende functionarissen vertegenwoordigd: - Op de locaties Stevensbeek: Zorgcoördinator: Orthopedagoog Zorgdocenten - Op de locatie jenaplan Boxmeer: Zorgcoördinator - Vanuit de GGD: De jeugdarts - Vanuit Bureau Jeugdzorg Op locatie Boxmeer: een maatschappelijk werker uit Venray Op locatie Stevensbeek alleen op verzoek. - Vanuit de gemeente: de leerplichtambtenaar - Vanuit de politie: de jeugdagent - Vanuit het maatschappelijk werk: een schoolmaatschappelijk werker - Vanuit de GGZ: de sociaal psychiatrisch verpleegkundige. - Vanuit het jeugd en jongerenwerk: een afgevaardigde, op afroep en op de eerste en laatste bijeenkomst van het schooljaar. Naar gelang de aard van de problematiek hebben afgevaardigden contact met andere deskundigen. Vergaderstructuur. Het ZAT komt 6 à 7 keer per schooljaar bijeen. Iedere bijeenkomst duurt ± anderhalf uur. De beide locaties in Stevensbeek hebben één gezamenlijk ZAT overleg. De zorgcoördinator is voorzitter. Hij stelt de agenda vast, nodigt de deelnemers uit en verschaft hen een lijst met te bespreken leerlingen. Hij draagt tevens zorg voor de rapportage. De zorgcoördinator heeft toegang tot en/of draagt zorg voor eventuele meldingen in de Verwijsindex of in Zorg voor Jeugd. Op het eind van het schooljaar wordt het ZAT van dat jaar geëvalueerd met de verschillende geledingen. Verslaglegging De afspraken en voortgang worden vastgelegd in het zorgdossier van de leerling. Alleen de zorgdocenten hebben hier inzage in. De voorzitter maakt een overzicht van gemaakte afspraken die op de daaropvolgende bijeenkomst weer worden besproken. Bijlagen ZAT: Privacy protocol, bijlage 10.2.4 Formulier Zorgmelding, bijlage 10.2.4 Toekomst - In de plannen voor Passend Onderwijs zal het ZAT een belangrijke rol gaan spelen in het adviseren en indiceren van zorgleerlingen. 10

4. Medewerkers in extra zorg en begeleiding 4.1. Interne medewerkers: Zorgdocent ( zie taakomschrijving, bijlage 10.1.3.) De zorgdocent adviseert en ondersteunt de mentoren bij leer- en gedragsproblemen van leerlingen en bij het opstellen van begeleidingsplannen en handelingsplannen. Hij is lid van de aannamecommissie, het zorgteam en eventueel van het ZAT. De werkzaamheden kunnen per sector verschillen. Zorgcoördinator (zie taakomschrijving, bijlage10.1.1 ) de zorgcoördinator is mede verantwoordelijk voor het zorgbeleid, de zorgstructuur, het schoolondersteuningsprofiel en het zorgplan. Hij is de voorzitter van het ZAT en het zorgteam. Hij houdt zich op de hoogte van de wet en regelgeving m.b.t. zorgleerlingen. Orthopedagoog (zie taakomschrijving bijlage 10.1.4) De orthopedagoog is vooral werkzaam in het vmbo. ondersteunen van leerkrachten bij het versterken van hun handelen naar de leerling toe (van klassenmanagement tot adviezen over specifieke leerlingkenmerken) eventueel door middel van klassenobservatie / inzet in olc. deskundigheidsbevordering als het gaat om specifieke problematiek, om het handelen van de docent in de groep te versterken, bijvoorbeeld gericht op dyslexie, adhd, autisme, etc. onderzoek doen naar leerlingen met leerproblemen of sociaalemotionele problemen om meer zicht te krijgen op de aard en ernst van de problematiek. O.a. door het gebruik van genormeerde vragenlijsten, observaties, intelligentie- en of persoonlijkheidstesten. Maken van een verslag met handelingsadviezen en/of een plan op welke wijze deze leerling of groep het best ondersteund kan worden. aanvragen van de LWOO-beschikking bij RVC deelname aan intern zorgoverleg van locatie Stevensbeek lid van het zorgadviesteam op locatie Stevensbeek SoVa trainer trainen van leerlingen die op basis van schoolvragenlijst, informatie collega s/ ouders sociaal onzeker, sociaal onhandig of weinig weerbaar zijn contacten met ouders en collega s zorg dragen voor verwerking van relevante gegevens in leerlingdossier Faalangstreductie trainer (BOF.) trainen van leerlingen die op basis van schoolvragenlijst, informatie van docenten, ouders en/of basisschool weinig zelfvertrouwen ten toon spreiden SSAT ( Situatie Specifieke Angst Test) afnemen contacten met ouders, collega s zorg dragen voor verwerking van relevante gegevens in leerlingdossier Remedial teacher begeleiding van leerlingen op didactisch niveau, individueel of in kleine groep. 11

Op basis van een individueel begeleidingsplan. indien nodig contact met ouders zorgdragen voor de verwerking van relevante gegevens in leerlingdossier begeleiden van docenten bij het werken met dyslectische leerlingen Onderwijsassistent Begeleiden van leerlingen. Zie zorgplan sector Jena. Begeleider hoog-(meer)begaafden Maakt samen met de leerling een plan. Volgt, evalueert en stelt bij. Eindexamenvreestrainer trainen van leerlingen die weinig zelfvertrouwen ten toon spreiden voor het examen. Dit kan worden aangegeven door docenten, de mentor, de leerling zelf en/of de ouders Afnemen van de ETAV ( Examen- en Toets Attitude Vragenlijst) contacten met collega s zorg dragen voor verwerking van relevante gegevens in het leerlingdossier Vertrouwenspersoon opvang/begeleiding van persoon met een klacht/probleem t.a.v. ongewenst gedrag in de onderwijssituatie adviseren over eventuele vervolgstappen verwijzen naar hulpverlening verwijzen naar college van bestuur verwijzen naar klachtencommissie verwijzen naar justitie. zie verder bijlage 10.1.2. 4.2. Externe medewerkers: Jeugdarts/ schoolverpleegkundige (GGD) lid van ZAT periodiek onderzoek bij leerlingen verzorgen van individuele onderzoeken bij leerlingen adviseren van docenten/ouders/leerlingen Leerplichtambtenaar lid van ZAT begeleiden van leerlingen en /of ouders bij veelvuldig verzuim uitvoeren van protocol schoolverzuim zie bijlage 10.2.5 en Magister: Disciplinaire maatregelen over schorsen en verwijderen en Regels voor leerlingen ) adviseren met betrekking tot wet- en regelgeving en handelen Vertegenwoordiger GGZ lid van ZAT adviseren van zorgcoördinatoren bij hulpvragen. Schoolmaatschappelijk werk lid van ZAT begeleiding van leerlingen met lichte problematiek die de leerling belemmeren 12

verwijzen naar Bureau Jeugdzorg melden van leerling bij Zorg voor Jeugd/Verwijsindex. Jeugdagent lid van ZAT op verzoek van school verzorgen van voorlichting bij relevante zaken op verzoek van school in gesprek met leerlingen en/of ouders regelmatig tijdens pauzes aanwezig regelmatig contact/afstemmen met teamleiders. Bureau Jeugdzorg lid van ZAT ( of op afroep). Jeugd preventie werk (JPW) op afroep. Ambulante begeleiders uit de verschillende REC s adviseren en ondersteunen van leerlingen, ouders en docenten bij begeleiding van leerlingen met ernstige gedragsproblemen en /of psychiatrische stoornissen (cluster 4), leerlingen met een lichamelijke handicap (cluster 1 of 3) of leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking (cluster 2). opstellen van het begeleidingsplan. 5. Organogram Overzicht van de zorglijnen. Intern 1 e lijn Onderwijsteam, mentor, decaan, teamleider Intern - Zorgdocent: - Orthopedagoog - Zorgcoördinator - Sectordirecteur 2 e lijn - Geïntegreerde leerling zorg - Trainer(s) - Vertrouwenspersoon - Zorg Advies Team ( ZAT) 3 e lijn Extern Leerplichtambtenaar Schoolarts/schoolverpleegkundige Ambulante begeleiders Bureau Jeugdzorg GGZ Schoolmaatschappelijk werk Jeugdagent Rebound/ Flexcollege 13

6. Aannamebeleid Toelaatbaarheid: Iedereen met een vmbo-, havo- en vwo-advies is toelaatbaar. De aannamecommissie: De sectoren Jenaplan, vmbo onderbouw en havo/vwo hebben een aannamecommissie voor de brugklas. Deze commissie bestaat uit een vertegenwoordiging van de sectorleiding en van het zorgteam. De aannamecommissie behoudt het recht om bij leerlingen, die mogelijk zorgleerling kunnen zijn, nader te informeren bij basisschool en ouders. Deze leerlingen worden niet toegelaten als er te weinig gegevens zijn. Wanneer uit informatie uit het dossier, uit contact met de toeleverende school en/of de ouders blijkt dat de school niet de ondersteuning kan bieden die de leerling nodig heeft, geeft de commissie een negatief advies aan de sectordirecteur. De ouders worden mondeling van de afwijzing op de hoogte gebracht. Vervolgens bevestigt de sectordirecteur schriftelijk de beslissing. Met de ouders wordt gekeken wat een alternatief is voor de leerling. De aannamecommissies hebben indien nodig, onderling overleg over de plaatsing van (mogelijke) zorgleerlingen en leerlingen met een lwoo-indicatie in een andere sector. Aannamebeleid m.b.t. leerling met LGF. Op onze school kan een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor indicatiestelling worden aangemeld. Voordat de aanmelding door de aannamecommissie in behandeling wordt genomen moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan. - De leerling heeft een vmbo (lwoo), havo of vwo advies. - In het onderwijskundig rapport van de school van herkomst staat aangegeven wat er tot dan toe m.b.t. de beperking en de daarvan ondervonden onderwijs belemmeringen is gedaan. - Het dossier van de leerling zoals dit is ingediend bij de aanvraag LGF dient beschikbaar te zijn. Alvorens een besluit te nemen bekijkt de toelatingscommissie van de school de situatie van de leerling in relatie tot het pedagogisch klimaat, het didactisch klimaat, de mate van professionaliteit, de mogelijkheden wat betreft de leerlingenzorg en de ondersteuning op onze school. Tevens wordt er gekeken naar de gebouwelijke en materiële omstandigheden en naar mogelijkheden m.b.t. de inzet van de ambulante begeleiding vanuit de REC. Aan de hand van het beeld dat dan ontstaat, kijken we of we in staat zijn de leerling te bieden wat nodig is om het onderwijs met succes te kunnen volgen. Daarbij staan het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen uiteraard centraal. De commissie die is belast met de toelating kan beargumenteerd besluiten de leerling niet toe te laten: - als de ouders weigeren de grondslag van de school te respecteren - als de toelating de rust en de veiligheid binnen de school ernstig dreigt te verstoren. Bij ernstige gedragsproblematiek is het immers niet altijd mogelijk om een adequate leeromgeving te realiseren. - als de mate van verzorging en/of behandeling zoveel tijd en energie vraagt dat het onderwijs niet tot zijn recht komt. 14

- als er verstoringen van het leerproces van andere leerlingen dreigt op te treden. Er moet een redelijk evenwicht kunnen worden gevonden tussen de aandacht voor de betrokken leerling en de overige leerlingen. Indien de commissie besluit de leerling toe te laten, stelt de school een handelingsplan op. Aan de hand van dit handelingsplan maakt de ambulante begeleider een begeleidingsplan. Beide plannen worden door de ouders in het begin van het schooljaar ondertekend. Externe instroom in de bovenbouw Beide sectoren hebben hiervoor een protocol opgesteld. Toekomst: in de plannen voor passend onderwijs heeft de school een zorgplicht. Wat dit betekent voor de aanmeldingsprocedure en de aannamecommissie is op dit moment nog niet duidelijk. 7. Communicatie 7.1. De ouders. De ouders worden zoveel mogelijk betrokken bij de voortgang en het welbevinden van hun kind. De mentor nodigt hen na elke rapportage uit voor een gesprek. Daarnaast zijn er enkele algemene ouderavonden. Contact bij een leerling met een lwoo beschikking. De ouders bespreken en ondertekenen het begeleidingsplan in het begin van de brugklas. Verder verloopt het contact via de mentor volgens de gemaakte afspraken. Contact bij een leerling met een LGF: Rond de aanmelding vindt een intakegesprek plaats en wordt er gekeken of de leerling plaatsbaar is. Wanneer de leerling geplaatst wordt, wordt het handelingsplan ondertekend door de ouders. Zij worden regelmatig uitgenodigd om samen met de mentor en de ambulante begeleider de voortgang te bespreken. Er wordt gekeken of er wijzigingen nodig zijn in de begeleiding. Deze worden dan weer opgenomen in het handelingsplan. Contact bij een leerling waar extra zorg voor nodig is. De ouders worden hiervan op de hoogte gebracht via de mentor, in een persoonlijk gesprek. Er wordt een begeleidingsplan of handelingsplan opgesteld. De ouders tekenen dit. Dit plan wordt geëvalueerd volgens de gemaakte afspraken. Melding in het externe ZAT. De ouders wordt om toestemming gevraagd om de leerling in het ZAT te bespreken. 7.2. Sociaal netwerk. De zorgcoördinatoren onderhouden een actueel adressenbestand. Externe zorginstanties: ( GGD, GGZ, Bureau Jeugdzorg, Schoolmaatschappelijk werk (SMW). De zorgcoördinatoren zijn contactpersoon voor deze instanties en hun medewerkers. 15

Samenwerkingsverband Nijmegen: de zorgcoördinatoren bezoeken de bijeenkomsten van de zorgcoördinatoren van het SWV Nijmegen e.o. De orthopedagoog heeft contact ivm de procedure rond het testen van de potentiële lwoo leerlingen. Tevens woont hij het orthopedagogen en psychologenoverleg bij. RVC ( regionale verwijzingscommissie kamer Nijmegen): de orthopedagoog verzorgt de aanvragen voor een lwoo beschikking. Jeugdagent: alle teamleiders en zorgcoördinatoren hebben regelmatig contact. Hij wordt door hen ingeschakeld bij incidenten. Leerplichtambtenaar: de teamleiders/zorgdocenten melden te laat komen, verzuim of vermoeden van verzuim, of hebben contact ter consultatie. (zie afspraken in regels voor leerlingen en "disciplinaire maatregelen voor schorsen en verwijderen op Magister ).Tevens zijn afspraken gemaakt in de regio via het Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant Noordoost ( RBL BNO). Dit protocol schoolverzuim en de verlofregeling zijn te vinden op Magister. (bijlage 10.2.5) REC s. de zorgcoördinatoren zijn contactpersoon. Daarnaast hebben de begeleiders van de rugzakleerling contact met de ambulante begeleiders. De zorgdocent van het betreffende onderwijsteam is verantwoordelijk voor de aansturing van de schoolbegeleiders en de ambulante begeleiders. Centra voor Jeugd en Gezin. De zorgcoördinatoren zijn contactpersoon voor deze centra. Basisscholen. Contact met leerkrachten van groep 8 over (mogelijke) zorgleerlingen door de aannamecommissie. Warme overdracht van deze leerling met dossier en onderwijskundig rapport. Terugkoppeling over de leerling tijdens 1 e leerjaar. Jaarlijks doorgeven van de schoolloopbaan aan de basisscholen. 7.3. Interne communicatielijnen. Leerling Docent Mentor Leerl.bespr. Externe hulp Rebound Externe hulp. Rebound Zorgdocent Teamleider orthopedag oog zorgteam zorgcoördi nator ZAT zorgcoördi nator Interne begeleiding Sova, bof, handelings plan, RT. 16

7.4. Uitstroom van de leerling. Bij tussentijdse uitstroom vindt een warme overdracht plaats van de zorgleerling. Door de zorgdocent of mentor. Bij het verlaten van de school na het examen vmbo wordt de informatie aan de nieuwe opleiding verstrekt via het doorstroomdossier Dit dossier wordt bijgehouden door de mentor. Voor de zorgleerling vindt meestal een warme overdracht plaats. We werken samen in de regio om te voorkomen dat een leerling zonder startkwalificatie de school verlaat. We nemen deel aan het convenant VSV (Vroegtijdig SchoolVerlaters). 8. Ontwikkeldoelen 8.1. Schooljaar 2012-2013. 1. Invoeren Passend Onderwijs, in september zal het Schoolondersteuningsprofiel (zorgprofiel van de school)) klaar moeten zijn. Welke extra ondersteuning willen en kunnen we bieden? Geen specialisme in de regio? Begrenzen we het aantal leerlingen met extra zorg per klas? Het proces zal aangestuurd worden door de sectordirecteur vmbo en de zorgcoördinatoren. 2. Overleg met VSO De Korenaer, Vlechtproject. Door het uitvoeren van een pilot met uitwisseling van leerlingen en docenten kunnen we onderzoeken op welke manier we van elkaars deskundigheid gebruik kunnen maken. 3. Magister: alle mentoren gebruiken het leerlingvolgsysteem. Evalueren van het gebruik van het kwadrant en verder afspraken hierover maken. 4. Handelingsgericht werken, hoe kun je het handelingsplan effectief gebruiken? Zijn groepshandelingsplannen een goed alternatief voor de plusklassen? 5. Het zorgplan integreren in het vmbo-bobo team, zodat het niet meer alleen een papieren plan is. 6. Onderzoek of er behoefte is aan een Pestprotocol. 7. Opstellen van het Medisch protocol, welke medische handelingen verrichten we op school en wie doet dit? Ook nodig voor het schoolondersteuningsprofiel. 8. Gebruik van een logboek bij de begeleiding van LGF leerlingen in vmbo onderbouw, evalueren en voortzetten in de bovenbouw. De warme overdracht van de LGF leerling en de zorglijn onderbouw-bovenbouw vmbo op deze manier verbeteren. 9. Organogram zorg: de positie van de gespecialiseerde docent met een taak in de zorg ( RT BOF etc.), de coördinatie, de beoordeling, zicht op het rendement. 10. Organogram zorg: onderzoek naar de mogelijkheden van administratieve ondersteuning. 17

9. Randvoorwaarden Verdeling van de geïndiceerde leerlingen per sector. Zie bijlage 10.3.1 voor de situatie per 1-10-2012 10. Bijlagen, De bijlagen zijn te vinden op Magister. 10.1 Taakomschrijvingen 10.1.1 Taakomschrijving zorgcoördinator. 10.1.2 Taakomschrijving vertrouwenspersoon 10.1.3 Taakomschrijving zorgdocent 10.1.4 Taakomschrijving orthopedagoog 10.2 Protocollen. 10.2.1 Protocol faciliteiten speciale problematiek (dyslexie, dyscalculie) 10.2.2 Format begeleidingsplan voor leerling met lwoo indicatie of LGF. 10.2.3 Privacy protocol ZAT en toestemmingsformulier ouders 10.2.4 Formulier zorgmelding en instructie.. 10.2.5 Protocol schoolverzuim en verlofregeling. 10.2.6 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 10.2.7 Protocol verstrekken informatie aan gescheiden ouders 10.2.8 Stroomdiagram ziekteverzuim en aanmeldformulieren jeugdarts. 10.2.9 Aanmeldformulier voor ZAT 10.3 Randvoorwaarden 10.3.1 Overzicht van de geïndiceerde leerlingen per sector. 10.3.2 Organogram van de functionarissen in de zorg. 10.3.3 Reken- en taalbeleid. 10.3.4 Beleid hoogbegaafden In voorbereiding zijn: medisch protocol schoolondersteuningsprofiel per locatie (SOP) protocol leerlingenbespreking 18