Structuur van het resultaatgericht adviesgesprek Vooraf: Contact en Contract De onderwijsprofessional legt een vraag op tafel. Dat is de start van het contact en het contract. Past deze vraag bij jou als adviesgever? Is het een vraag naar jouw deskundigheid? Is het een vraag, waarin de adviesvrager zelf geen deskundigheid heeft? Over welk deel niet en over welke deel wel? Concluderend: dit is het contract. Dit is wat we gaan doen, zijn we het er beiden over eens.
Segment 1. Het segment van de ervaring, van de moeite en van wat subjectief waar is De adviseur onderzoekt samen met de onderwijsprofessional de vraag. Ze gaan de diepte in, onderzoeken waar de energie, de moeite zit. Dat wat subjectief waar is voor zowel de adviesgever als vrager komt in dit segment aan bod. Door actief en oordeelloos luisteren, samenvatten en doorvragen, komt de kern van het probleem, de essentie van de adviesvraag op tafel. Daarmee is de vraag geherdefinieerd, het vitale thema eruit gehaald. Let erop dat in de herdefiniëring van de vraag het aandeel van de adviesvrager in de adviesvraag verwoord is. Beantwoord samen de vraag wat de moeite van de adviesvrager is, waar hij/zij een oplossing, een advies over wil. Ook al is het een advies, je kunt alleen dan onderdeel zijn van de oplossing, wanneer je onderdeel bent van het probleem. De reflectie op je eigen aandeel als adviesvrager (of je eigen handelingsverlegenheid) valt in segment 1. Je sluit dit segment af met een precieze omschrijving van het vitale thema, zoals het subjectief waar is voor de adviesvrager. Heb jij als adviesgever een andere subjectieve waarheid dan kun je deze of opzij zetten (als die niet relevant blijkt) of jij verwoordt als adviesgever jouw vitale thema.
Segment 2: Het segment van het denken over de moeite, over dat wat objectief waar is De adviseur onderzoekt samen met de onderwijsprofessional de vraag: wat is objectief waar als het gaat om de kern van je adviesvraag? Wat wordt er van jou en van mij als professional in deze verwacht? Door de school? Wat is haar maatschappelijke opdracht? Wat wordt van de adviesgever vanuit The Golden Why van het SWV Twente Noord verwacht als het gaat om deze adviesvraag: liever systeem- dan kindgericht liever duurzaam dan ad hoc liever preventief dan curatief. Wat is de comfortzone van de adviesvrager en/of van de organisatie van de adviesvrager? Welke belemmerende overtuiging(en) spelen een rol bij de adviesvrager of in het systeem waarin de adviesvrager werkt? Door samen (adviesgever en -vrager) je denken te scherpen en te richten op de bovenstaande vragen ontdek je wat objectief gezien waar is als het gaat om de adviesvraag. Dat wat objectief waar is voor zowel de adviesgever als -vrager komt in dit segment aan bod. Let op: het gaat om wat objectief waar is als het om de moeite gaat en om de huidige situatie, nog niet om de gewenste verandering, om de gevraagde moed. Daar gaat het derde segment over. Je sluit dit segment af met een precieze omschrijving van de moeite van de adviesvrager, met daarin zowel de subjectieve als de objectieve component. En met het definiëren van de adviesvraag: wat voor een soort advies wil de adviesvrager?
Segment 3: Het segment van het willen, van de moed, van de gewenste verandering In de rechterkant gaat het om het ontwikkelen van moed, het durven dromen over de door de adviesvrager gewenste of noodzakelijke verandering, het gebruiken van je sociale fantasie. Het gaat om de stap van dromen naar durven. In het vierde segment om het handelen, om het doen. Deze fase kun je afsluiten als de planning gemaakt is, op de uitvoering na.
Segment 4: Het segment van het handelen, van de implementatie van de gewenste verandering De vierde fase: het experiment aangaan en ontdekken wat het resultaat ervan is, vindt buiten het adviseren plaats. In de volgende bijeenkomst of ontmoeting hoor je wat het resultaat is van de verandering doen.