Voortgang activiteiten Economisch Vestigingsklimaat ter kennisname



Vergelijkbare documenten
Concept Agenda Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat Vergadering 14 april 2016

Adaptieve Gebiedsagenda / Investeringsprogramma. Victor / Klaas

Investeringsstrategie MRDH

Adviescommissie EV. 21 november 2018

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Adviescommissies VA & EV MRDH

Presentatie OESO rapport. Lennart Harpe Ferrie Förster. 17 maart en de relatie met Delft, Parel in de Randstad

Voortgang activiteiten Economisch Vestigingsklimaat ter kennisname

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

Agenda Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat Vergadering 11 juni 2015

MRDH netwerk energie. Telefoon Onderwerp Energietransitie MRDH

Vergadering: 17 november 2016 Agendapunt: 13. Aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat,

HINDERNISSEN bedrijfsleven Zuidvleugel. Presentatie Bert Mooren, directeur VNO-NCW West Economische Programmaraad Zuidvleugel 24 februari 2014

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven

Nieuwe fase in samenwerking in de regio

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

SMART SOCIETY IN NEDERLAND

Anna Van Raes^e'tstraat 37' Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden. ' ééé Midden-Delfland tio.s^so-.,.. f(0,5) ^ ::

Strategische Agenda Helmond. Coalitie-onderhandelingen 4 april 2018

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Reactie OESO Rapport

Aan de adviescommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit,

Healthy Urban Living Slim, Gezond en Groen

Vergadering: 29 april 2015 Agendapunt: 7. Aan het algemeen bestuur, Aanpak/methodiek opstellen Investeringsstrategie MRDH

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 18 mei 2017, uur

Kick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland 10 december 2015

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

30 januari 2019 agendapunt 4

Topsectoren. Hoe & Waarom

Werkplan Centrum XL 2015/2016

Samenwerkingsverbanden Economie op een rij

Ruimtelijk economische dynamiek metroregio R dam-den Haag positie en kansen Plaspoelpolder

Introductie Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Marion Stein secretaris/algemeen directeur Stadsgewest Haaglanden

Roadmap Next Economy. Hans Beekman

Zeeland in stroomversnelling. Op weg naar het Actieprogramma voor duurzame economische groei, regionale inbedding en bestuurlijke daadkracht

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Raadsbijeenkomst Agenda Delft april 2018 Locatie HNK

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

M E M O. Grote Marktstraat 43 Postbus CB Den Haag. Telefoon Internet:

GS brief aan Provinciale Staten

Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN

Alternatieve locaties Hoeksche

Rotterdam The Hague Innovation Airport

Plannen Economische Agenda

Metropoolregio Amsterdam (MRA) Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten. Samenwerkingsprojecten provincie Zuid-Holland en Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Geachte Statenleden,

Wat gaat er goed in deze aanpak en waar zou nog meer aandacht aan besteed moeten worden?

Economische kracht van de maritieme sector in de Zuidvleugel (van tweede Maasvlakte tot Gorinchem) verder versterken door inzet op vier lijnen:

Statenvoorstel. Subsidieverlening TNO - Open Innovatie Centrum Well technology en Warmte

Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 Versie 1, 15 april 2016

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Intentieovereenkomst Slimme en Gezonde Stad tussen het Rijk en Rotterdam

Adviescommissie Vervoersautoriteit woensdag 6 juni 2018, uur

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

Bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat donderdag, 16 november 2017, uur

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

GS brief aan Provinciale Staten

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie

drs. E. Rost van Tonningen 28 september 2017

Hier komt tekst Agenda Utrecht. Utrecht.nl

Binnenstedelijke gebiedsontwikkeling en transformatie: wonen

Nieuwe koers Jaarverslag 2016

Conclusies rapporten organiserend vermogen en snel groeiende bedrijven in Gelderland

Trends en ontwikkelingen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Projectplan IPF 2.0 Helder, verbonden en mede-eigenaarschap Versie 1.0

Behandelend ambtenaar: drs. A. de Wolf Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Weekers, JJF digitaal

Advies Werkplaats Wonen Hoe gaan we verder?

Vergadering: 3 juli 2015 Agendapunt: 8. Aan het algemeen bestuur, 1. Inleiding

Notitie. Lenneke Kriek T E 6 juni 2013 Leden bestuurlijk overleg Werk en Inkomen

Bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2015

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

Activiteiten voor de ambitie: Vernieuwen Economie. 15 mei 2019 agendapunt 8. Aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat,

Beschrijving regionale arrangementen Leiden, Zwolle, Eindhoven en Rotterdam

Valorisatie Technosprong. Paul Althuis,

Realisatie. Indienersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening

Uitnodiging. Raadsinformatiebijeenkomst. Regionale thema s en projecten. Aan: raadsleden van de regiogemeenten Regio FoodValley

Provinciale Staten van Noord-Holland

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR

Carrousel Drechtsteden Fysiek

5 -minuten versie voor Provinciale Staten

Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat vergadering 18 mei 2017 MRDH OPENBARE VERGADERING

B en W nr d.d Consultatie Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, Economie en Bereikbaarheidsagenda

Vergadering: 14 april 2016 Agendapunt: Aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat,

Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer

AMBITIES HOLLAND FINTECH

Agendaformulier B&W-vergadering 1 november Raadsinformatiebrief *16.I000864* 16.I Programma. Ruimte, Bouwen en Wonen

Rotterdam Stadshavens

OPLEGNOTITIE ECONOMISCHE AGENDA DE BEVELANDEN

7) Kwaliteit van het openbaar bestuur

ICT CAMPUS GROEIVERSNELLER IN FOODVALLEY

Vergadering: 10 september 2015

KvK dienstverlening topsectoren

* * ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud. Maatschappelijke opgaven Pact van West Friesland 19.

Ga in de Businesscase ook in op het bredere economisch/financieel perspectief en denk daarbij aan:

GELDERSE BEDRIJVENTERREINEN KLAAR VOOR DE TOEKOMST? Joost Hagens Bureau BUITEN

Transcriptie:

Voortgang activiteiten Economisch Vestigingsklimaat ter kennisname Graag brengen we u via deze voortgangsnotitie op de hoogte van alle lopende activiteiten vanuit het team Economisch Vestigingsklimaat. Wederom vanuit de overkoepelende trajecten en vervolgens toegespitst op de verschillende werkvelden. OESO, Road Map Next Economy en de Regionale Investeringsstrategie Onze regio heeft alles in huis om zich te kunnen ontwikkelen tot internationale topregio: levendige steden, sterke economische sectoren, gerenommeerde kennisinstituten en een aantrekkelijk landelijk gebied. Vanuit het besef dat wij door het bundelen van onze krachten de potentie van onze regio beter kunnen benutten, zijn wij op 19 december 2014 gestart met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) als samenwerkingsverband van, voor en door 23 gemeenten. Het vertrekpunt voor deze samenwerking is de Strategische Bereikbaarheidsagenda (SBA) en de Agenda Economisch Vestigingsklimaat (AEV) die door het algemeen bestuur zijn vastgesteld. De economische groei en werkgelegenheid binnen onze regio blijft achter ten opzichte van andere stedelijke regio s in Nederland en Europa en onze regio komt minder snel uit de economische crisis. Want ondanks de nabijheid en complementariteit van veel sterke economische sectoren komt samenwerking onvoldoende tot stand. Dit komt onder andere door een gebrek aan samenhang in de markten voor arbeid, kennis, huisvesting, onderwijs, en voorzieningen. Ook de fysieke verbindingen in en naar de regio zijn nog niet overal op orde om economische groei te kunnen faciliteren. De ruimtelijke versnippering en suboptimale economische samenhang in de regio maakt dat potentieel onbenut blijft. Om de uitdagingen waarvoor onze regio gesteld staat gedragen en onderbouwd aan te kunnen pakken, is de MRDH in 2015 gestart met de volgende strategische trajecten: het OESO onderzoek, de Roadmap Next Economy en de Regionale Investeringsstrategie. OESO onderzoek: Op 1 februari 2016 heeft de OESO haar onderzoek over de staat van onze regio aan de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de MRDH, de heren Aboutaleb en Van Aartsen, en aan de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Blok, gepresenteerd. Het onderzoek handelt over de bestuurlijke inrichting van onze regio en de wijze waarop deze bijdraagt aan economische structuurversterking en vernieuwing. Het onderzoek is in opdracht van de MRDH en het ministerie van Binnenlandse Zaken uitgevoerd. Het rapport constateert dat Nederland sterk afhankelijk is van het functioneren van de grootstedelijke regio s Amsterdam, Eindhoven en Rotterdam Den Haag. De regio Rotterdam Den Haag is met haar haven, industrie, glas- en tuinbouw en bestuurlijk centrum historisch gezien een van de motoren van de Nederlandse economie, maar staat onder druk. De OESO constateert dat de regio een groot, onbenut potentieel heeft: inzet op versterking van de samenhang in de regio kan leiden tot 2-4% additionele groei op jaarbasis. Dit vertaalt zich in meer werkgelegenheid voor alle lagen van de beroepsbevolking en leidt tot een werkloosheid die substantieel lager ligt dan nu het geval is. Het rapport is kritisch over de staat van de regio: in de regio is een relatief zeer hoge (jeugd)werkloosheid, vindt minder innovatie plaats dan verwacht kan worden en is de luchtkwaliteit slechter dan die zou kunnen

zijn. De belangrijkste oorzaak hiervoor is ruimtelijk-economische versnippering (gebrek aan agglomeratiekracht), voortkomend uit gebrek aan bestuurlijke samenhang. Dit betekent een gebrekkige bereikbaarheid van banen voor werkzoekenden, zorgt dat er onvoldoende spontane kruisbestuiving plaatsvindt tussen kennis- en bedrijfsleven, en heeft een grote afhankelijkheid van de auto tot gevolg - met alle congestie, vervuiling en slechte luchtkwaliteit van dien. Deze analyse is niet alleen geldig voor de regio Rotterdam Den Haag, maar ook kenmerkend voor de andere Nederlandse grootstedelijke regio s. De OESO constateert dat dit een uitvloeisel is van langjarig ruimtelijkeconomisch beleid dat meer gericht was op verdelende rechtvaardigheid dan op economische ontwikkeling. Dit is mede de oorzaak van het gebrekkig economische functioneren, de relatief hoge werkloosheid en sociale achterstanden in wijken van de grote en middelgrote steden. Naast het gebrek aan samenhang binnen de regio s benadrukt de OESO het belang van het sterker verbinden van de regio s onderling, en van de drie regio s met de buitenwereld. Ook hier ligt een belangrijke opgave. De OESO onderstreept dat investeren in het versterken van de grootstedelijke regio s een effect heeft dat voor heel Nederland gunstig is: de welvaart in heel het land neemt hierdoor toe. Het rapport onderschrijft: de noodzaak om als 23 gemeenten gezamenlijk op te trekken, onder andere door een regionale ruimtelijk-economische investeringsstrategie met inzet op verbetering van de connectiviteit (agglomeratiekracht) en transitie van de belangrijkste economische sectoren de noodzaak om focus aan te brengen binnen de investeringsstrategie en om tegelijk maatregelen te nemen die in de breedte groei ondersteunen. Zoals inzetten op onderzoek en ontwikkeling en mobiliteitsbevordering voor alle lagen van de bevolking. In aanloop naar de presentatie zijn de uitkomsten besproken met de leden van de Bestuurscommissies en het Algemeen Bestuur en met raads- en collegeleden, in vijf bijeenkomsten in de regio. Na de presentatie zijn de voorgestelde vervolgstappen mbt Investeringsstrategie en Roadmap Next Economy terugkerend in het Algemeen Bestuur en de twee Bestuurscommissies geadresseerd. Daarnaast is met de andere grootstedelijke regio s van Nederland (Amsterdam, Utrecht, Eindhoven) besproken wat de betekenis van het rapport is voor de wijze waarop we ons positioneren in nationale discussies over economische ontwikkeling. Roadmap Next Economy: Op basis van het gedachtengoed van Jeremy Rifkin is in 2015 gestart met een traject dat moet leiden tot een roadmap next economy (RNE) voor de regio: een visie, handelingsperspectief en investeringsprogramma dat de bijdraagt aan economische groei en werkgelegenheid, specifiek op het terrein van next economy. De RNE geeft daarmee voeding aan de bredere opgezette Regionale Investeringsstrategie. De totstandkoming van de roadmap en daarmee ook het contract met de TIR CG (onder leiding van Jeremy Rifkin) is opgebouwd uit een aantal fasen. Tijdens elk van deze fasen moeten concrete producten worden geleverd. De bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat heeft op 4 februari jl. kennis genomen van

de opgeleverde producten uit fase 1 van de RNE en daarmee besloten fase 1 af te ronden. Na het afronden van fase 1 heeft de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat op 4 februari ook besloten te starten met fase 2 van de Roadmap Next Economy. In fase 2 wordt de eerste economische analyse uit fase 1 verder uitgewerkt door TIR CG. Daarbij staan de noodzakelijke investeringsprojecten om gesteld te staan voor de next economy centraal. In de eerste twee maanden van fase 2 is door de triple helix samengestelde RNE-werkgroepen voor de sterke economische clusters begin maart een analyse opgeleverd. Dit is eveneens gedaan door werkgroepen voor de clusteroverstijgende thema s mobiliteit, communicatie&ict, energie en circulariteit. Daarmee is per werkgroep, dertien totaal, in vijf a tien pagina s beschreven welke ontwikkelingen zich voordoen op het gebied van next economy en wat daarbij de ambities en uitdagingen zijn in deze regio. Een belangrijke conclusie naar aanleiding van de adviezen van TIR CG is om de dertien werkgroepen langs vijf programmalijnen verder te laten werken. Door te kiezen voor vijf lijnen wordt het RNE project inhoudelijk beter gericht, kan een duidelijker ambitie op het gebied van next economy voor de regio worden neergezet en kunnen sneller projecten voor de Regionale Investeringsstrategie worden geleverd. De werkgroepen vanuit de economische clusters, waarmee voor de RNE de publiek private samenwerking is georganiseerd, blijven gewoon bestaan en leveren de regionale input voor de vijf transitiepaden. Regionale Investeringsstrategie: De Roadmap Next Economy leidt tot een massief pakket aan investeringen die noodzakelijk zijn voor de transitie naar een nieuwe economie. Deze investeringen vinden hun plek binnen de Regionale Investeringsstrategie. Voor het opstellen van deze strategie is al een flink aantal stappen gezet op basis van urgente, no regret investeringen op het gebied van economisch vestigingsklimaat en bereikbaarheid. De investeringen richten zich op de volgende vier kernopgaven die leidend zijn in het identificeren van de benodigde investeringen in onze regio: 1. Metropolitane verbindingen: verbetering interne- en internationale verbindingen 2. Economische vernieuwing 3. Transitie naar toonaangevende duurzaamheid 4. Attractiviteit De Regionale Investeringsstrategie wordt door de MRDH, provincie Zuid-Holland en de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ) gezamenlijk tot uitvoering gebracht. De Regionale Investeringsstrategie heeft drie doelstellingen: 1. Informeren: De site www.investeringskaart.nl biedt het instrument om investeringsprojecten in beeld te brengen. Het is voor overheden, bedrijven en kennisinstellingen van belang om op het gebied van investeringen (van elkaar) te weten wat er speelt en waarop wordt ingezet. Daarmee kunnen enerzijds tegenstrijdige belangen bespreekbaar worden gemaakt, anderzijds kansen voor win-winsituaties worden benut, bijvoorbeeld door het opschalen van initiatieven. Op 1 februari 2016 gaat de Investeringskaart 2.0 on air. 2. Monitoren en sturen: Door van de investeringsprojecten ook de stand van zaken en voortgang op de Investeringskaart weer te geven ontstaat de mogelijkheid om te monitoren. De investeringsprojecten analyseren en beoordelen we op uniforme wijze.

. 3. Realiseren: Met het maken van de proeve van de Investeringskaart is gebleken dat er weliswaar veel ideeën en initiatieven zijn voor investeringsprojecten, maar dat er nog heel veel moet gebeuren om deze tot realisatie te brengen. Op 8 september jl hebben Gedeputeerde Staten van de PZH en het Dagelijks Bestuur van de MRDH besloten om voor een achttal projecten de realisatie met de vorming van bestuurlijke duo s kracht bij te zetten. Daarnaast zijn inmiddels 2 I-days georganiseerd zogenoemde I(nvestering)-dag georganiseerd waar inhoudelijke en financiële expertise bijeen is gebracht. De Regionale Investeringsstrategie geeft daarmee invulling aan de belangrijkste aanbevelingen vanuit het OESO rapport. In de afgelopen weken is aan de hand van een top 30 aan projecten door middel van termsheets een eerste inventarisatie gemaakt ten behoeve van het pakket dat voor de zomer zal worden opgeleverd. Een meer uitgebreide toelichting op de voortgang rondom de regionale investeringsstrategie wordt meegezonden met de stukken voor de BCEV van 14 april. Clusteraanpak Tegelijkertijd worden er in lijn met het werkprogramma EV diverse activiteiten ontplooid ter versterking van het economisch vestigingsklimaat binnen de MRDH. De activiteiten hebben een sterke relatie tot de economische clusters in deze regio. Vanuit de EV-werkvelden Bereikbaarheid, Werklocaties, Clusters & Campussen, Branding en Smart Infrastructure worden de vraagstukken binnen een cluster op integrale wijze benaderd. Wij noemen dit de clusteraanpak. De inzet van de MRDH vindt vervolgens plaats langs drie lijnen: - Het ondersteunen van processen en verbinden van partijen (dit doen we vanuit de werkvelden) - Het beschikbaar stellen van een projectbijdrage voor initiatieven met een aantoonbare regionale impact. Het toekennen van deze bijdrage loopt altijd via de Bestuurscommissie. - Het definiëren van meerjarige transformatische opgaven die een plek kunnen krijgen in de Regionale Investeringsagenda De voortgang rondom de clustersessies vat zich als volgt samen: ICT/Hightech/Safety/Security: Tijdens de BCEV van 4 februari heeft Mariëtte van Leeuwen tezamen met de betrokken bestuurders het projectenpakket toegelicht dat vanuit het clusteroverleg ICT-Hightech Safety-Security is ontwikkeld en wordt voorgedragen ten behoeve van de bijdrageregeling. Het pakket bestaat uit 5 initiatieven. De projecten Smart Integrator 4 Aero/Space en het Nationaal Cybertestbed Centrum zijn op 3 maart tijdens de BCEV ter besluitvorming voorgelegd en goedgekeurd. Tijdens de BCEV van 14 april volgen de projecten Big Data Innovatie Hub (aanvraag gemeente Zoetermeer), Robovalley (aanvraag gemeente Delft) en Smart, Safe & Resilient Mainports (gemeente Nissewaard). Voor alle initiatieven geldt dat ze getoetst zijn aan de criteria van de bijdrageregeling en daarnaast aan een aantal richtingslijnen dat de samenwerkende gemeenten hebben opgesteld:

a) Het projectresultaat leidt tot crossover samenwerking met overige sectoren b) Het projectresultaat draagt bij aan de implementatie van het Smart Industry gedachtengoed c) Het projectresultaat leidt tot versterking van het securitycluster in de MRDH d) Het projectresultaat leidt in de toekomst tot economisch rendement of leent zich voor opschaling via overige (Europese) fondsen (waar mogelijk gekoppeld aan de RNE) e) Het projectresultaat heeft een maatschappelijke impact op thema s als zorg en (cyber)veiligheid f) Het project draagt bij aan de internationale positionering van de regio als Real Life Testing Ground Maritiem: Vanuit de samenwerkende gemeenten in dit cluster zijn een tweetal initiatieven voorgedragen voor een bijdrage conform de bijdrageregeling. Met het fieldlab Fieldlab Additive Manufacturing is op 3 maart jl. door de bestuurscommissie ingestemd. Op 14 april a.s. ligt een voorstel voor het kwartiermakerschap Fieldlab Smart Maintenance of SHips (SMASH) voor. Dit voorstel is in gezamenlijkheid voorbereid met Drechtsteden, waarbij beide organisaties gezamenlijk de financiering hiervoor willen organiseren. De ambtelijke werkgroep Maritiem is op 5 april jl. samengekomen in Zuid-Holland-breed verband (dus incl. Drechtsteden en Provincie Zuid-Holland). Doel is om op deze wijze nog beter af te kunnen stemmen voor wat betreft het maritieme cluster. De provincie Zuid-Holland is op dit moment bezig met het opzetten van een scenario-verkenning voor het maritieme cluster. De metropoolregio Rotterdam Den Haag is hier inmiddels op aangehaakt. Ook voor wat betreft het traject RNE, waar uiteraard ook Provincie Zuid-Holland en Drechtsteden nauw worden betrokken. Enkele zaken die op dit moment spelen in de werkgroep. Verdere versteviging RDM-campus (hightech campus (Idee-fase) en inzet op aquatic drones. Hiervoor wordt door RDM een businesscase voorbereid. Greenport/Food: De Greenport/Foodgemeenten zijn in maart bijeengekomen om de stand van zaken van de 5 projecten te bespreken, het structureren van de regionale samenwerking (ook PZH was aanwezig) en het uitzetten van vervolgacties naar aanleiding van het WUR atelier rondom de agrologistieke bedrijventerreinen. Hier zal op 12 april aanstaande een dedicated overleg over plaatsvinden. Voortgang werkveldactiviteiten In de volgende paragrafen volgt een korte schriftelijke update van de lopende activiteiten en tussentijdse resultaten van de verschillende werkvelden binnen de MRDH EV. Clusters en Campussen Reshoring: Op dit moment wordt gewerkt aan een vervolg op de resultaten die bereikt zijn door een concreet handelingsperspectief te ontwerpen, gericht op overheden en ondernemers. Dit gebeurt in afstemming met de gemeente Rotterdam, de Kamer van Koophandel, InnovationQuarter en Drechtsteden.

Verkenning Nieuw-Nederlands ondernemerschap: Eind 2015 is de MRDH gestart met het in beeld brengen van de kansen van cross-cultureel ondernemerschap. Uit de lichte verkenning blijkt dat crossculturele ondernemers een economisch relevante groep zijn, zeker ook waar het de internationale handel betreft. De lijn van dit moment is dat stimulering van het ondernemerschap in algemene zin van belang is. Dit hoeft uiteraard focus binnen een aanpak niet in de weg te staan. De wijze waarop dit kan worden ingevuld wordt binnenkort besproken met een aantal experts. Doel is om daar een helder handelingsperspectief te ontwerpen, waarbij de partijen die aan zet zijn worden aangehaakt. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om als organiserende partij eigenaar te worden van het handelingsperspectief, maar juist om beweging te creëren op dit vlak. Mismatch vraag en aanbod talent: Het onderzoek Talent Matching (in uitvoering bij Birch Consultants) loopt. Binnenkort worden de eerste tussenresultaten opgeleverd. De gemeenten Rotterdam en Den Haag, InnovationQuarter en de secretaris van de EPZ maken deel uit van de begeleidingsgroep. Doel van het onderzoek is om te komen tot een versterkte kennisbasis over talentmatching, een gedegen overzicht van bestaande initiatieven (en hun werking en effect) en een advies over mogelijkheden om binnen de mrdh talentmatching te verbeteren.de resultaten hiervan worden in mei 2016 opgeleverd. Conferentie arbeidsmarktinitiatieven: Er wordt samen met Drechtsteden gewerkt aan een arbeidsmarktconferentie in EPZ-verband, samen met de 6 arbeidsmarktregio s binnen de Zuidvleugel. Deze wordt voor de zomer georganiseerd. Deze conferentie is doorgeschoven, vanwege de inzet door betrokken partijen bij de jaarconferentie Landelijk Techniekpact op 18 april a.s. Op deze conferentie wordt ook het geactualiseerde Nationaal Techniekpact 2020 gelanceerd. Campusstrategie: Op 29 januari heeft er een round table facility sharing plaatsgevonden met een aantal eigenaren/vertegenwoordigers van onderzoeksfaciliteiten. Als vervolg hierop zal de MRDH samen met de Provincie Zuid-Holland in opdracht van de stuurgroep campussen een aanpak uitwerken voor facility sharing in de Zuidvleugel. Doel is om te komen tot een voorstel over de wijze waarop Facility Sharing vormgegeven kan worden incl. een overzicht van eerste partijen die mee kunnen/willen doen en op welke wijze dit georganiseerd kan worden. Dit voorstel zal voor de zomer gereed zijn. De campusstrategie (BCI) is besproken in de stuurgroep Campussen EPZ en zal worden doorgeleid naar de Economische Programmaraad Zuidvleugel. Acties volgend uit deze campusstrategie liggen bij de verschillende partijen die rechtstreeks bij de campusontwikkeling betrokken zijn. Regionalisering YES!Delft: Het Metropolitan Start-up Lab, het project dat namens de MRDH is gestart om de aanwezige kennis en expertise van YES!Delft breder beschikbaar te stellen voor startups in de regio, is halverwege de looptijd beland. Er is een midtermreview opgesteld waarin de stand van zaken tot heden is opgemaakt. Er zijn veel verschillende typen activiteiten georganiseerd waarmee een groot en divers publiek is bereikt. In de tweede helft willen we de activiteiten meer richten en focus aanbrengen. Dit doen we onder andere door een koppeling te maken met de regionale investeringsstrategie rondom de fieldlabs. Daarnaast zullen de we de komende maanden intensief optrekken met het RNE-team voor de organisatie van een speciaal event: Next Economy Access Point. Dit doen we door het uitschrijven van een prijsvraag rondom NEXT Economy. Hiermee willen we ervoor zorgen dat alle activiteiten ten dienste staan van de transitie naar de NEXT Economy en het versterken van het regionale start-up klimaat. Start-ups (to be) in de regio worden uitgedaagd om hun oplossingen in te dienen: welke nieuwe verdienmodellen en bedrijvigheid zullen er ontstaan rondom IoT, Robotics, Urban Living en circulaire economie? Voor de NEXT Economy

zoeken wij de NEXT Entrepreneur! Om dit tot een succes te maken is tijdens de ACC van 31 maart de vraag gesteld om innovatieve bedrijven aan te dragen zodat er op directeursniveau personen benaderd kunnen worden om deel uit te maken van het publiek waaraan de starters hun ideeën presenteren. Naast de organisatie van dit evenement willen we ook zorgdragen voor een goede inbedding van de projectresultaten. We merken dat we als MSL en MRDH vaak worden benaderd door starters met een innovatief idee die graag in contact komen met gemeenten om dit idee te presenteren of te toetsen. Tijdens de ACC is besproken om te verkennen of we hiertoe een liaisonnetwerk kunnen opstellen, met één ingang per gemeente. Via MSL is inmiddels een goed inzicht ontstaan van de verschillende startupinitiatieven, hubs en incubators, zodat doorverwijzen naar de juiste plek eenvoudiger is. Meer informatie over het programma en de activiteiten is te vinden via http://www.yesdelft.nl/msl. Op de hoogte gehouden worden? Meldt u dan aan voor de nieuwsbrief: http://www.yesdelft.nl/msl/nieuwsbrief. Innovatie noodhulpketen: Op 18 april aanstaande vindt er een werksessie plaats rondom innovatie in de noodhulpketen en wat de sterke clusters in onze regio daaraan kunnen bijdragen. Deze sessie is georganiseerd in het kader van de samenwerking WUR-MRDH. De onlangs gelanceerde Dutch Coalition of Humanitarian Innovation is als vragende partij aanwezig en stelt tijdens deze bijeenkomst hun opgave timely delivery of humanitarian supplies centraal. Vanuit de regio is vertegenwoordiging georganiseerd van o.a. Greenport-Westland Oostland, HSD (in het kader van spot-analysis /aardobservatie), gemeente DH als stad van vrede en recht en collega s uit Rotterdam vanuit het project RHEA: Rotterdam The Hague Emergency Airport. Tezamen brengen we in kaart hoe we een bijdrage kunnen leveren aan innovatie in de noodhulpketen. Fieldlabinvesteringsstrategie: In het kader van de Regionale Investeringsstrategie en de Roadmap Next Economy werkt kernteam vanuit MRDH, PZH, IQ en TNO samen aan het opstellen van een investeringsstrategie rondom de Fieldlabs in onze regio. In juni a.s. moet er voor de fieldlabs een substantieel investeringsplan worden opgeleverd. Doel is de realisatie van een 'entrepreneurial ecosystem' waarin fieldlabs en de bijbehorende infrastructuur een daadkrachtige basis vormen voor cross-sectorale innovaties, economische spill-over en een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken in de regio. De inzet loopt langs 2 lijnen; het in kaart brengen van de (investerings)behoefte van reeds bestaande fieldlabs (1) en het ontwerpen van een regionale innovatieinfrastructuur ( entepreneurial ecosystem ) (2). Op 12 april vindt een sessie plaats met vertegenwoordigers van 14 fieldlabs gelieerd aan de sterke clusters in onze regio. Beoogd neveneffect van het opstellen van deze investeringsstrategie is het creëren van een lerend netwerk van fieldlabs die ervaringen uitwisselen over inhoud, organisatie en funding. Smart Infrastructure Het werkveld Smart Infrastructure heeft een duidelijke relatie tot de toekomstontwikkelingen die centraal staan in de roadmap next economy (Rifkin). Tegelijkertijd is er op relatief korte termijn ontzettend veel winst te behalen uit betere regionale samenwerking op het terrein van energie en smart cities. De voortgang op een aantal van deze trajecten:

Regionale aanpak warmte: De Regionale Investeringsstrategie bevat een aantal projecten die bijdragen aan een toekomstbestendig warmtesysteem in de regio: hoofdinfrastructuur voor transport van warmte zoals Cluster West en Cluster Oost, lokale distributienetten en ontwikkeling van geothermie. Daarnaast wordt er in alle gemeenten gewerkt aan het opstellen van een warmte koude kaart, waarmee vraag en aanbod van warmte in de gemeenten in kaart wordt gebracht. Op de onderstaande kaart wordt de stand van zaken per 14 maart van de ontwikkeling van de kaarten weergegeven. Aan alle gemeenten wordt gevraagd om te streven naar oplevering van de kaarten uiterlijk in juni van dit jaar, zodat de resultaten in september met de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat besproken kunnen worden. Regionaal fonds Onder de noemer van de Regionale Investeringsagenda en de Roadmap Next Economy wordt onderzocht op welke wijze regionale fondsvorming kan bijdragen aan de versterking van economisch vestigingsklimaat. Er wordt verkend of een regionale fondsstructuur kan voorzien in een financieringsbehoefte die niet op een andere wijze wordt ingevuld en waar regionale schaalvoordelen zorgen voor (extra) financieringsmogelijkheden. Als eerste wordt daarbij gewerkt aan fonds dat lening kan verstrekken aan kleine VvE s (kleiner dan 10 eigenaren) voor duurzame renovatie. Aan de hand van een onderzoek hoe een fonds voor kleine VvE s het beste kan worden opgezet wordt een structuur ontworpen waarmee later ook voor andere financieringsvraagstukken op regionaal niveau fondsen kunnen worden opgezet als dat wenselijk is. De komende tijd zullen alle gemeenten worden benaderd of er draagvlak is voor het ontwikkelen van een regionale structuur die het opzetten van fondsen mogelijk maakt en of er interesse is

in het financieel deelnemen aan een fonds dat voorziet in financiering van duurzame renovaties van kleine VvE s. Regionaal Netwerk Duurzaam Inkopen: Afgelopen jaar is er gewerkt aan het opzetten en versterken van het netwerk, onder andere via de projectpagina op de MRDH website http://mrdh.nl/achtergrondinformatiemrdh-netwerk-duurzaam-inkopen. Binnen het project MRDH Netwerk Duurzaam Inkopen is gestart met werkgroepen waarin gemeenten in wisselende coalities samenwerken aan concrete inkoopdossiers. Deze ontwikkeling past goed in de doelstelling en opzet van het netwerk: leren van elkaar. Naast de regionale netwerkbijeenkomst waarin steeds een MRDH gemeenten als gast optreedt, zorgen deze werkgroepen voor verdieping en verbinding. Goed voorbeeld is de samenwerking rond duurzaam doelgroepenvervoer, waarin vertegenwoordigers uit Nissewaard, de BAR gemeenten, Rotterdam en Capelle ad IJssel nadenken over een marktbenadering waarin duurzaam vervoer een belangrijke plek krijgt. In dit geval zorgt het MRDH netwerk ook voor een verbinding tussen EV en VA. Andere voorbeelden waarin het MRDH netwerk samenwerking tussen de gemeenten faciliteert zijn de projecten Inkoop energie (casus Lansingerland) en de werkgroep Social Return (harmonisatie uitvoeringstekst Haaglanden, Inkoopkracht en Rijnmond). Voor komend jaar staan 4 regionale netwerkbijeenkomsten over actuele thema's. Thema's die aan de orde komen zijn inkoop en social return, MKB en slim inkopen met de Milieubarometer (een handig instrument om milieu- en energiebesparing bij leveranciers te stimuleren). De activiteiten van de werkgroepen worden voortgezet, de resultaten verspreid via de MRDH website. Verder zal de Europese samenwerking meer aandacht krijgen. Het MRDH Netwerk Duurzaam Inkopen werkt samen met 7 andere Europese regio's met als doel energiebesparing via de inkoopfunctie te realiseren. Meer informatie: http://www.sppregions.eu/participating-regions/metropolitan-region-rotterdam-thehague/ Regionaal Netwerk Energie: Op 7 april 2016 is het MRDH bestuurlijk netwerk energie voor de tweede keer bijeen geweest. Dit informele bestuurlijk platform heeft tot doel informatie te delen en te inspireren ten behoeve van de gemeentelijke energietransitie opgave. Het bestuurlijk netwerk, waar vanaf heden ook de waterschappen voor worden uitgenodigd, wordt door de provincie benut om in gesprek te gaan met de gemeenten over de, nog op te stellen, regionale energiestrategie en bijbehorend uitvoeringsprogramma. Het bestuurlijk netwerk wordt ook benut om de wethouders met energie in hun portefeuille te informeren over proces en inhoud van de Roadmap Next Economy, zodat gedeelde beelden ontstaan op de samenhang van de activiteiten op energiethema s in onze regio. Werklocaties Kantoren: In 2015 is er in de werkgroep Kantoren gewerkt aan een update van de kantorenprogrammeringen van de voormalige stadsregio s. Die update moest voldoen aan een aantal voorwaarden van de provincie Zuid-Holland. De update bevat een actualisatie van het regionale (nieuwbouw) kantorenprogramma en geeft aan hoe de regio inspeelt op de provinciale voorwaarden en de gewijzigde marktomstandigheden. Deze Agenda Kantoren is in december 2015 door het algemeen bestuur van de MRDH vastgesteld en naar de provincie gestuurd ter aanvaarding. De provincie heeft de MRDH Agenda Kantoren in maart 2016 aanvaard (zie bijlage bij de stukken van vandaag). De provincie beoordeelt niet langer individuele bestemmingsplannen met kantoorplannen (op het onderdeel kantoren). Er is

voldaan aan de eerste trede van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking (het aantonen van de behoefte). De komende maanden zullen we de Agenda Kantoren MRDH samen met de provincie verder uitwerken. Dan willen we meer aandacht besteden aan de clusters, de profilering van werklocaties (niet ieder gebied zou zich op hetzelfde, bijvoorbeeld ICT, moeten richten) en de integratie van de Roadmap Next Economy (wat zijn de gevolgen voor werklocaties); Detailhandel: Begin 2016 is weer verder gewerkt aan het opstellen van de MRDH Agenda Detailhandel. De gemeenten Rotterdam, Den Haag, Capelle aan den IJssel, Ridderkerk en Delft leveren een deelnemer aan de projectgroep die hier mee aan de slag gaat. Deze projectgroep gaat de volgende zaken uitwerken: 1. De overeenkomsten en de verschillen tussen het beleid van de voormalige stadsregio s; 2. Perifere detailhandel, waaronder de visie ten aanzien van bouwmarkten (wat is de ideale ruimtelijke spreiding). Sommige gemeenten en eigenaren van woonboulevards pleiten voor brancheverruiming. Dat zou betekenen dat ook niet-woonwinkels, bijvoorbeeld sportwinkels, zich op deze plekken in de periferie mogen vestigen. Vanwege (oneerlijke) concurrentie met de binnensteden, hebben we dit tot nu toe niet toegestaan. ; 3. Internetdetailhandel, met speciale aandacht voor afhaalpunten. We zeggen nu dat afhaalpunten zich in bestaande winkelgebieden moeten vestigen, vanwege het klantcontact. Sommige gemeenten lijken ook te voelen voor het toestaan van afhaalpunten op bedrijventerreinen. ; 4. De ontwikkelingen om ons heen (in andere regio s); 5. Vernieuwing en pilots die het vestigingsklimaat bevorderen. De MRDH participeert in het Koopstromenonderzoek Randstad 2016 (KSO). Koopstromenonderzoek biedt informatie over het koopgedrag van de consument en het economisch functioneren van winkelcentra. Het vorige KSO is uit 2011 en de cijfers raken enigszins gedateerd. Het KSO levert informatie op over aankoopplaatsen in de provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. Binnenkort vindt de Europese aanbesteding plaats. De cijfers komen eind 2016 beschikbaar. De bijdrage van de MRDH is er op gericht om betrouwbaardere informatie over de gemeenten in de MRDH te verkrijgen. Concreet betekent dit dat er extra enquêtes worden uitgevoerd in de MRDH-gemeenten. Bedrijventerreinen: In maart 2016 heeft een startbijeenkomst plaatsgevonden voor gemeenten om een Agenda Bedrijventerreinen op te stellen. Naast de behoefte aan kwantitatieve kaders blijkt er ook behoefte aan kwalitatieve kaders en kwalitatieve behoefteramingen. Waar hebben we in de toekomst behoefte aan? Net als bij kantoren willen we hier kijken naar het bevorderen van clustervorming moeten we kijken naar de gevolgen van de Roadmap Next Economy voor de behoefte aan bedrijventerreinen. 1 loket voor locatievraagstukken: In 2015 heeft het bureau Stec een rapportage opgesteld. Stec beschrijft verschillende varianten en geeft een beeld van de mogelijkheden en onmogelijkheden. Een klein werkgroepje, geformeerd uit leden van de ambtelijke ACC (Den Haag, Capelle aan den IJssel, Rijswijk, Rotterdam en Ridderkerk) heeft de verschillende varianten op haalbaarheid en draagvlak beoordeeld. Vandaag is er een advies van deze werkgroep met de stukken meegestuurd. Kern van het advies is de conclusie dat de tijd nu niet rijp is om de loketvoorziening Steenworp naar metropoolniveau te tillen. De komende periode zal de focus van de MRDH gemeenten eerder liggen op de acquisitiepartijen en de samenwerking dan op de toekomst van Steenworp. Hiernaast speelt het vraagstuk van de financiering. De

werkgroep acht het onmogelijk om Steenworp naar metropoolniveau te tillen, zonder dat naar de inwonerbijdrage van de 23 gemeenten wordt gekeken. Bereikbaarheid Openbare laadinfrastructuur : In navolging van het SER-Energieakkoord (2013) zijn in 2015 het Rijk en een aantal marktpartijen de Green Deal Laadinfrastructuur (GDL) overeengekomen. Een belangrijke overweging hierbij was dat een adequate laadinfrastructuur een noodzakelijke voorwaarde is voor een succesvolle doorontwikkeling van de elektrische auto en het benutten van exportkansen voor Nederland. De groei van het aantal laadpunten is een vereiste voor elektrische mobiliteit. Voor de uitrol van die laadinfrastructuur is kostenverlaging en groei van het wagenpark noodzakelijk. Daarbij is ook onderkend dat op korte termijn deze laadpunten nog niet rendabel te exploiteren zijn en bijdragen van de overheid tot en met 2018 noodzakelijk zijn. In opdracht van de bestuurscommissies van de Vervoersautoriteit en Economisch Vestigingsklimaat is door de werkorganisatie van de MRDH een plan van aanpak opgesteld ten behoeve van de aanvraag van rijksbijdrage uit de Green Deal Laadinfrastructuur (GDL). De regiogemeenten van de MRDH hebben de ambitie om de komende 3 jaar het aantal laadpalen uit te breiden met bijna 3.000. Daartoe is ten eerste door de afzonderlijke gemeenten een keuze gemaakt voor het vergunningenmodel, het opdrachtmodel of het concessiemodel. De MRDH is daarbij ondersteunend geweest. Daarnaast is voor kunnen het plaatsen op basis van opdracht- of concessiemodel een aanzienlijke financiële investering noodzakelijk. Daarom is door 19 regiogemeenten naast het reserveren van eigen budget ook een rijksbijdrage in het kader van de GDL aangevraagd. De MRDH faciliteert deze aanvraag. Automatisch vervoer op de last mile: Nederland heeft de ambitie uitgesproken om koploper te zijn in de ontwikkeling van volledige geautomatiseerde mobiliteitsoplossingen. Dit is een complexe en geleidelijke transitie die alleen succesvol kan zijn als technologische, ruimtelijke, economisch en juridische aspecten optimaal geïntegreerd zijn. Transities hebben alleen kans van slagen als er experimenteerruimte is voor de toepassing van concrete oplossingen op korte termijn. In de Metropoolregio Rotterdam Den Haag is die experimenteerruimte volop voorhanden. Capelle aan den IJssel heeft al sinds 1999 een geautomatiseerd systeem dat reizigers vanaf metro Kralingse Zoom naar de kantoren op Rivium brengt. Pilots met Truck Platooning vinden plaats onder andere op de A15 en in de Rotterdamse havens worden zelfsturende systemen voor containeroverslag steeds verder ontwikkeld. Daarnaast is er een aantal andere locaties waar automatisch vervoer een oplossing kan bieden voor het last mile vraagstuk: de overbrugging van de laatste 10 minuten van een (metro)station naar een belangrijke werklocaties. Het gaat daarbij om de verbinding tussen RTHA en station Meijersplein, Schiedam Vijfsluizen, Den Haag Binckhorst, Rijswijk Plaspoelpolder, Delft-Zuid en mogelijk ook Rotterdam Merwe-Vierhavens. Om de transitie te stimuleren worden deze projecten samenhangend ingebracht in het Regionale Investeringsprogramma. De komende periode worden daarom per locatie de kansen en oplossingsrichtingen van zelfrijdend vervoer in kaart uitgewerkt tot concrete business cases, inclusief de daarbij horende financiële doorberekening van kosten en dekking. Daarbij is automatisch vervoer een oplossing in het totale mobiliteitsvraagstuk waarin diverse modaliteiten beter aan elkaar verknoopt worden en zo gezamenlijk bijdragen aan de vitaliteit van het gebied.

Branding: Op 10 september heeft de BCEV kennisgenomen van en ingestemd met de uitkomsten van de gemeenschappelijke regiobranding, zoals door het Berenschot-consortium (Berenschot, Bureau Buhrs, Universiteit Twente en TU Delft) met input van bedrijven, kennisinstellingen, marketingorganisaties en gemeenten is opgesteld. Op 14 december heeft de Economische Programmaraad Zuidvleugel de regiobranding besproken en zich hier inhoudelijk achter geschaard. Anders dan de MRDH is de EPZ niet tot een keuze gekomen voor een eenduidige naam voor het stedelijk gebied, lopend van Leiden tot Dordrecht, met Rotterdam en Den Haag als grootste kernen. De gebiedsaanduiding zoals die vanaf nu door de MRDH gehanteerd wordt, is regio Rotterdam Den Haag. De kern van de regiobranding is: De regio is a real life testing ground, als volgt omschreven: De regio Rotterdam Den Haag is de proeftuin voor wereldwijde metropoolgebieden. Innovaties om een sterk verstedelijkte delta leefbaar te houden worden hier bedacht, gemaakt, getest en verkocht. Dagelijks wordt in crosssectoraal verband gewerkt aan mondiale uitdagingen op het gebied van voeding, maritieme- en logistieke vraagstukken, watermanagement, veiligheid en medische technologie. De diversiteit aan voorzieningen, leefmilieus en zeer hoge quality of life in onze regio zijn unique selling points Vier sectoren springen er qua vernieuwendheid en potentie uit: o Greenport: Agro & Food o Mainport: Maritime & Logistics o Medical Delta: Health & Life Sciences o Security Delta: Security & Justice Het ontwikkelen van een brand was geen onderdeel van de opdracht, gaandeweg het proces is duidelijk naar voren gekomen dat een gemeenschappelijke en herkenbare gebiedsaanduiding noodzakelijk is om in het buitenland consistent over onze regio te kunnen communiceren. Hiertoe is gekozen voor de gebiedsaanduiding Rotterdam-The Hague area. In de 2016 door InnovationQuarter samen met de MRDH, PZH en individuele gemeenten gewerkt aan de uitrol en gebruik van de gemeenschappelijke brandingstrategie in de regio. Hiervoor wordt een manager regiobranding aangesteld die in nauwe samenwerking met de gemeenten en marketingorganisaties praktische middelen ontwikkelt waarmee de regiobranding toegepast kan worden ter versterking van het eigen brand. Nieuwe economische dragers landelijk gebied Het Landelijk Gebied in de Metropoolregio is van groot belang voor een aantrekkelijk economisch vestigingsklimaat binnen de MRDH. Vanuit die gedachte is een perspectief op het landschap als vestigingsfactor ontwikkeld. Het resultaat is een overzicht met korte en lange termijn initiatieven die kunnen helpen het landschap te versterken doordat ze zelf een uniek landschap toevoegen dan wel de verbinding maken tussen stad en ommeland en daarmee de economie van het landelijke gebied stimuleren.

Voortgang Landschap als vestigingsfactor: De Bestuurscommissie Economische Vestigingsklimaat (BCEV) heeft op 4 februari 2016 ingestemd met het voorstel om drie onderdelen van het perspectief het komende jaar uit te werken : de slow lanes, de verbinding Rotte-Rijn-Vliet en een zeewaartse uitbreiding van de kust van Delfland. Voor de slow lanes, de multifunctionele fietsverbindingen die de centra van de steden verbinden met de economische dragers van het landelijk gebied, is gestart met het opstellen van een programma van eisen voor het ontwerp van 4 of 5 kansrijke tracés. Het ontwerp en de tracékeuze is een gezamenlijk proces met de Vervoersautoriteit en provincie Zuid- Holland en vindt dus ook plaats met betrokkenheid van de verkeerskundigen van de gemeenten en de provincie en de mensen uit de landschapstafels. De verbinding Rotte-Rijn-Vliet is een ontbrekende schakel voor pleziervaart die de Rotte verbindt met de Vliet en de Rijn. Op 5 april jl. heeft een ambtelijke bijeenkomst plaatsgevonden ter voorbereiding op een bestuurlijke conferentie die in mei 2016 zal plaatsvinden. De bestuurlijke conferentie heeft als doel om het draagvlak te verkennen voor het maken van een nieuwe vaarverbinding bij bestuurders, ondernemers en de terrein- en waterbeheerders aan de hand van een (globale) kosten en batenanalyse. Het derde onderdeel dat bij de behandeling in februari 2016 is benoemd, is een Kustuitbreiding voor de Delflandse Kust. Een kustuitbreiding met daaraan gekoppeld een goede openbaar vervoer verbinding is een waardevolle toevoeging voor het vestgingsklimaat van onze regio. Plannen voor een brede Kustuitbreiding zijn in het verleden meerdere malen onderzocht. De eerste stap in 2016 is om de bestaande businesscase te achterhalen en nog eens tegen het licht te houden. Deze actie is nog niet opgepakt. Voor de slowlanes en de vaarverbinding Rotte-Rijn-Vliet wordt toegewerkt naar een businesscases die onderdeel kunnen worden van het regionale investeringsprogramma. Naast deze onderdelen is voor het Metropolitaan landschap ook geïnventariseerd welke projecten op het schaalniveau van de Metropoolregio bijdragen aan de versterking van het vestigingsklimaat. Dit zijn veelal projecten die onderdeel uitmaken van de uitvoeringsprogramma s van de landschapstafels, maar nog geen compleet dekkingsvoorstel kennen. De uitvoeringsstrategie voor het landschap in de MRDH is tevens de invulling van het onderdeel Aantrekkelijke Metropolitane landschappen van de Samenwerkingsagenda van Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Provincie Zuid-Holland. Naast de uitwerking van de drie bovengenoemde onderdelen van het Perspectief zal er een bijeenkomst worden georganiseerd over de ambities voor het landelijke gebied en de uitvoering ervan samen met de Provincie en in overleg met de Landschapstafels. Afhankelijk van de stand van zaken rond de uitwerking van de projecten zal deze bijeenkomst voor of na de zomer plaatsvinden. Vitale ondernemers: Eind 2015 heeft een atelier plaatsgevonden met ondernemers uit het landelijk gebied en de Wageningen Universiteit in het kader van de samenwerking die de MRDH en de WUR vorm gaan geven. Centraal stond het vraagstuk van de nieuwe verdienmodellen voor de ondernemers in het landelijk gebied. In het voorjaar van 2016 zal in overleg met de Landschapstafels worden bepaald welke projecten worden opgepakt. Vrije tijdseconomie: In de vorige vergadering van de BCEV heeft Ferrie Förster zich opgeworpen als trekker van het thema Toerisme in de MRDH. Een van de eerste concrete aanknopingspunten die hierin verder onderzocht wordt

is de ontwikkeling van een bezoekerspas voor bezoekers aan de regio. Deze pas zal met name op (inter)nationale bezoekers gericht zijn, die een meerdaags bezoek brengen aan de de regio. Het gaat hier in de verwachting met name om city trips, waarbij overigens de combinatie van bezoek aan de groene gebieden een aantrekkelijk aanbod kan zijn. Daarnaast is de ontwikkeling en versterking van dagrecreatie in de regio een belangrijk punt. Hier gaat het eerst en vooral om het aanbod van recreatieve voorzieningen sterker te koppelen aan de vraag vanuit de grote bevolkingscentra in de regio. Vanuit de gemeente Maassluis is het voorstel gekomen om een alliantie van direct betrokken gemeenten te organiseren, om hierin gezamenlijk de aandacht voor te vergroten en tot concrete stappen te komen. Dit wordt in de BCEV van 7 april ter vergadering toegelicht.