Bewustwording energietransitie

Vergelijkbare documenten
Iedereen is manager! Managerstitels voor alledaagse beroepen

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering

Invoering WIK een goede zet!

Invoering WIK een goede zet!

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering

Meer toezicht op de incassobranche noodzakelijk geacht

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

Creditmanagement Trendmeter 13

de 6 belangrijkste misvattingen op de weg naar een 100% duurzame energievoorziening

Bewustwording energietransitie Onderzoek naar kennis en imago omtrent energietransitie

De bekendheid van R-net in de Randstad

Consumentenonderzoek

Nederland en de Islam: onbegrepen en moeizaam

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

Campagne Het Nieuwe Werken

Aantrekkelijke campagne enthousiasmeert

Kinderen en Energie Hoe energiebewust zijn kinderen en tieners?

Slim werken = slim reizen = slim werkgeverschap Resultaten onderzoek onder werknemers

De hel onder vuur. Resultaten opinieonderzoek onder christenen. april De hel onder vuur B14516 / april 2012 Pag. 1

Bekendheid en imago Randstadnet resultaten 0-meting

Creditmanagement Trendmeter 14

Het Geluk van Nederland

QURRENT OPINIE ONDERZOEK

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Opinieonderzoek Klimaatakkoord

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Windenergie in Noord. 5 e panelmeting stadsdeel Noord. Inleiding

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285

28 november Onderzoek: Klimaattop Parijs

Onderzoek naar houding en kennis van Nederlandse burgers ten aanzien van schaliegas

oktober Creditmanagement Trendmeter 15 De belangrijkste CM-ontwikkelingen in kaart gebracht

De energietransitie begint bij jezelf?

Superpromoters van de Veilige Publieke Taak Hoe kunnen Superpromoters de VPT ondersteunen. voor MinBZK Veilige Publieke Taak B , april 2010

sep Levensgenieten Onderzoek naar levensgenieten in Nederland

Rapportage Kredietreclames op TV Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

NATIONAAL BIERONDERZOEK NEDERLAND Een kwantitatief onderzoek naar de beleving en waardering van bier

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij

Creditmanagement Trendmeter 12

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren

De rol van. (exclusieve) content bij de keuze van een TV-aanbieder '18. Rapportage. maart

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

NEDERLANDERS & MEDIATION

DE IMAGO BLAUWDRUK ICT & ARBEIDSMARKT 2013

Beleving windmolens A1. Onderzoek Deventer Digipanel en inwoners Epse

Onderzoeksrapport Economische visie. Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt. Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013

Sociaal maatschappelijke impact van ondernemers in Nederland

RAPPORTAGE SPORT EN GELUK

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Energiezuinige apparatuur Natuur & Milieu

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

Flitspeiling plastic tasjes

Kolencentrales in Rotterdam 2010

Onderzoek naar het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in de Nederlandse particuliere tuin

FINANCIERINGSBAROMETER

WATERSCHAPSVERKIEZINGEN

Attitude van Nederland, Zeeland en Borsele ten aanzien van verschillende energiebronnen. Energiemonitor 2010

GELDZAKEN VOOR NU EN STRAKS

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

NATIONAAL WATER ONDERZOEK 2015 Een kwantitatief onderzoek naar de beleving en waardering van water

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

Rapport Wat vinden Nederlanders van de Nul op de Meter woningen? PR-onderzoek in opdracht van Eneco

Floriade Almere 2022 juli 2018

Onderzoek onder dealers van elektrische

Veteranenmonitor 2012 Onderzoek naar de Nederlandse opinie over veteranen en de krijgsmacht

Rapport flitspeiling voor Ministerie VWS 23 maart 2018

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

HANS ONKENHOUT MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, MEI 2013

FINANCIERINGSBAROMETER

- Effectief Klimaatbeleid -

Onderzoek Passend Onderwijs

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

Slaaponderzoek Auping Onderzoek naar de Olympische Spelen en de Zomertijd

Privacy. Rapportage onderzoek online privacy. 10 februari Right Marktonderzoek

1 van :03

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF

Verwachtingen over de warmte van de toekomst

Elektrisch Rijden Monitor 2018

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Armoedebeleving. College voor de Rechten van de Mens. GfK [April 2017] GfK May 17, 2017 Armoedebeleving 0

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

Het is inmiddels voor het dertiende jaar dat de Imago Blauwdruk ICT Arbeidsmarkt uitgevoerd wordt.

Marktonderzoek bundels Consumentenonderzoek naar de afname van gebundelde telecomdiensten. voor OPTA

Onderzoek financiële goede voornemens

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

Nationale Social Media Onderzoek 2017

Stand van zaken op de energiemarkt

ELEKTRICITEITSBRONNEN IN NEDERLAND. Attitude van de Nederlander in kaart gebracht. Onderzoek in opdracht van de Nederlandse Wind Energie Associatie

De duurzame energiesector

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Duurzame energie in de gemeente Ten Boer

FLITSPEILING ALCOHOLVRIJ BIER

Transcriptie:

Bewustwording energietransitie onderzoek naar kennis en imago omtrent energietransitie 1-meting augustus 2013 Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 1

Copyright 2013 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Blauw Research. Dit rapport is geleverd onder de leveringsvoorwaarden van de MOA. All rights are reserved. Nothing from this report may be copied, saved in an authorised data bank or be made public in any form, whether it be electronically, mechanically or through photocopies without prior consent from Blauw Research. This report has been created following MOA conditions. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 2

Voorwoord Hoeveel kennis hebben Nederlanders (en specifiek scholieren en studenten) over energie en energietransitie? En hoe ziet men verschillende energiebronnen? Met die vragen stapte Quintel en GasTerra in 2011 naar Blauw Research. Na een mooi traject kon worden geconcludeerd dat Nederland de noodzaak van energietransitie erkent, maar weinig gefundeerde kennis heeft over het energievraagstuk wat leidt tot een zwart-wit beeld. Nu, twee jaar later, speelt dezelfde vraag opnieuw. Wat zijn de ontwikkelingen op dit gebied? Is de kennis al toegenomen? De antwoorden op deze vragen staan beschreven in dit rapport. Wederom hebben wij met veel plezier aan dit onderzoek gewerkt en bedanken alle betrokkenen van Quintel en GasTerra voor de prettige samenwerking! Rotterdam, augustus 2013 Projectteam: Pascal den Hertog, Senior Project Manager Kwalitatief Björn Terlouw, Project Manager Kwantitatief Linda Metzemaekers, Project Manager Kwantitatief Blauw Research Weena 125 3013 CK Rotterdam Tel: 010-4000900 www.blauw.com Leeswijzer De indeling van de hoofdstukken van de rapportage is gebaseerd op de pijlers van het Energietransitiemodel (vraag, aanbod, kosten & beleid). Hieraan is het hoofdstuk energietransitie toegevoegd. Het onderzoek kent drie verschillende doelgroepen namelijk, de Nederlandse bevolking, studenten en scholieren. Wanneer in dit rapport gesproken wordt over de Nederlanders of over algemeen publiek dan wordt hiermee de Nederlandse bevolking bedoeld van 18 jaar en ouder. Onder studenten worden 19 en 20- jarigen aan het HBO of WO verstaan. De groep scholieren zijn 15 of 16-jarigen die middelbaar onderwijs volgen op VMBO, HAVO of VWO niveau. Wanneer resultaten verschillen met vorige meting (2011) is dit in de grafieken visueel weergegeven. Een significante stijging is weergegeven met een groen kader, een daling met een rood kader. Alleen veranderingen waarvan met 95% zekerheid gezegd kan worden dat ze niet op toeval berusten, worden omkaderd. Veranderingen waarvan met 90% zekerheid (indicatief) kan worden gezegd dat ze niet op toeval berusten, worden met een stippellijn aangegeven. Voor het verkrijgen van inzicht in de kennis en het imago van energietransitie en energiebronnen is gebruik gemaakt van het zogenaamde A-I-A-P onderzoeksmodel (Awareness, Image, Attitude en Preference). Legenda Ter verduidelijking van de onderzoeksresultaten worden in dit rapport belangrijke of opmerkelijke resultaten toegelicht aan de hand van pictogrammen. Betekenis van de pictogrammen: Positieve bevinding Aandachtspunt Aanvulling Blauw Research Resultaten scholieren/studenten Contactpersonen: Pascal den Harog, pascal.denhertog@blauw.com Björn Terlouw, bjorn.terlouw@blauw.com Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 3

Inhoudsopgave 1 Kort & Krachtig 5 1.1 Achtergrond & onderzoeksdoelstelling 6 1.2 Conclusies 7 2 Kennisperceptie 8 2.1 Inschatting eigen kennisniveau 9 2.2 Interesse en persoonlijk belang energie en energiebronnen 10 2.3 Energie in onderwijs 11 5 Kosten & beleid 27 5.1 Verwachting prijs energiebronnen 28 5.2 Stellingen energie en milieu 29 5.3 Energiedoelstellingen Europa 31 6 Energietransitie 32 6.1 Geholpen bekendheid energietransitie 33 6.2 Aspecten energietransitie 34 6.3 Attitude en noodzaak energietransitie 35 3 Aanbod 12 3.1 Top-of-mind en spontane bekendheid energiebronnen 13 3.2 Geholpen bekendheid energiebronnen 14 3.3 Kennis type energie 15 3.4 Bijdrage energiebronnen 16 3.5 Energiebron ruimte 18 3.6 Houding energiebronnen 21 3.7 Voorkeur energiebron 22 3.8 Negatieve voorkeur energiebron 23 Bijlage Profiel Bijlage Verantwoording 4 Vraag 24 4.1 Energieverbruik sectoren 25 4.2 Energielabels 26 Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 4

Hoofdstuk 1: Kort & Krachtig De noodzaak van energietransitie lijkt langzaam maar zeker hoger op de agenda te komen staan van de Nederlandse bevolking. Vooral onder scholieren is een duidelijke verschuiving zichtbaar. Meerderheid Nederlanders ziet noodzaak energietransitie in en heeft een duidelijke voorkeur duurzame energiebronnen. De interesse in energie en energiebronnen is toegenomen. Kennisniveau Nederlanders nog laag, maar lijkt verbeterd ten opzichte van 2011. Onder scholieren een duidelijke verschuiving: zij hebben meer interesse voor energie en zijn meer gefocust op duurzame energiebronnen. Nederlanders lijken een actievere houding aan te nemen ten aanzien van het energievraagstuk. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 5

De wijze waarop Nederland in haar energievoorziening voorziet, zal de komende jaren drastisch moeten veranderen. De fossiele brandstoffen worden steeds schaarser, maar de vraag naar energie zal naar verwachting blijven stijgen. Dit zal zeker niet zonder gevolgen blijven voor de samenleving. 1 Kort & Krachtig 1.1 Achtergrond & onderzoeksdoelstelling In 2011 heeft Blauw Research een onderzoek uitgevoerd voor Quintel en haar leading partner Gasterra naar de kennis, het beeld- en de attitudevorming omtrent energie en energietransitie. Uit dit onderzoek kwam duidelijk naar voren dat Nederland de noodzaak van energietransitie erkent maar door het ontbreken van de juiste kennis heeft men een gepolariseerd beeld van het energievraagstuk. Nu, een aantal jaren verder, willen Quintel en Gasterra weer graag weten hoe het ervoor staat met de kennis van Nederland voor wat betreft het energievraagstuk en het beeld daarvan. Om dit te meten is een tweede onderzoek uitgevoerd onder algemeen publiek, studenten en scholieren, met de volgende doelstelling: Inzicht verkrijgen in (de ontwikkeling van) het kennisniveau dat de doelgroepen hebben van energie (transitie) en de beelden die men daarbij heeft (imago). Aan dit onderzoek hebben 1072 Nederlanders, 501 scholieren en 514 studenten deelgenomen. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 6

De noodzaak van energietransitie lijkt langzaam maar zeker hoger op de agenda te komen staan van de Nederlandse bevolking. Vooral onder scholieren is een duidelijke verschuiving zichtbaar. 1 Kort & Krachtig 1.2 Conclusies Meerderheid Nederlanders ziet noodzaak energietransitie in en heeft een duidelijke voorkeur duurzame energiebronnen Acht op de tien Nederlanders vinden het noodzakelijk om over te stappen van fossiele brandstoffen naar meer duurzame energiebronnen. Bijna zeven op de tien Nederlanders zijn van mening dat de inzet van duurzame energiebronnen noodzakelijk is om klimaatverandering terug te dringen. Inzet van duurzame bronnen is in hun ogen niet alleen nodig vanuit milieustandpunt, maar ook vanwege financiële overwegingen: men gaat er van uit dat fossiele brandstoffen steeds duurder worden terwijl duurzame bronnen juist steeds goedkoper worden. De voorkeur gaat dan voor veel Nederlanders ook uit naar duurzame energiebronnen. Vooral zonne-energie is een populaire vorm van duurzame energie waar Nederlanders enthousiast over zijn. Toegenomen interesse in energie en energiebronnen De interesse voor energie en energiebronnen lijkt ten opzichte van 2011 toegenomen. Vier op de tien Nederlanders geven aan (zeer) geïnteresseerd te zijn in dit onderwerp (37% in 2011). Ruim een derde van de Nederlanders vindt het belangrijk om kennis te hebben over energie en energiebronnen. Nederlanders hechten bijzonder veel waarde aan onderwijs over het thema energie. Scholieren en studenten zijn echter van mening dat dit thema nog te weinig aan bod komt in het huidige onderwijs. Kennisniveau Nederlanders nog laag, maar lijkt verbeterd ten opzichte van 2011 Net als twee jaar geleden geeft ongeveer twee derde van de Nederlanders aan in ieder geval aardig mee te kunnen praten over het thema energie. Nederlanders blijken beter in staat diverse energiebronnen te typeren als duurzame of fossiele bron. Wel onderschat men het energieverbruik van huishoudens nog altijd. Onder scholieren een duidelijke verschuiving: zij hebben meer interesse voor energie en zijn meer gefocust op duurzame energiebronnen Onder scholieren is een duidelijke vooruitgang zichtbaar als het gaat om hun kennis, interesse en houding met betrekking tot het thema energie. Zij hebben meer interesse in het thema en lijken deze kennis ook vaker belangrijk te vinden. De toegenomen interesse in het thema gaat hand in hand met een hoger gepercipieerd kennisniveau: bijna twee derde van de scholieren denkt inmiddels goed mee te kunnen praten over het thema energie. Hoewel scholieren ten opzichte van 2011 spontaan meer energiebronnen kunnen benoemen, zijn zij nog altijd het minst goed in staat de bronnen aan de juiste categorie toe te kennen. Scholieren zijn positiever over duurzame energiebronnen dan in 2011. Zij zien vaker de noodzaak in om over te stappen op duurzame bronnen en staan positiever tegenover energietransitie. Nederlanders lijken een actievere houding aan te nemen ten aanzien van het energievraagstuk Minder vaak dan in 2011 bestempelen Nederlanders het milieu als een zaak van de politiek. Het lijkt er dus op dat zij de hand sneller in eigen boezem zullen steken. Echter, slechts een kwart van de Nederlanders heeft het idee zelf invloed te hebben op het energieverbruik in Nederland. Ze verwachten dat vooral het aanbrengen van zonnepanelen kan helpen om een positieve bijdrage te leveren aan het milieu. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 7

Hoofdstuk 2: Kennisperceptie Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 8

Scholieren zekerder over hun eigen kennis van energie en energiebronnen, studenten lijken hier vaker aan te twijfelen. Eigen inschatting kennisniveau 2 Kennisperceptie 2.1 Inschatting eigen kennisniveau algemeen publiek 2011 (n=1122) 8% 9% 57% 57% 35% 34% Net als twee jaar geleden zegt ongeveer twee derde van de Nederlanders minimaal enige kennis te hebben van energie en energiebronnen. Scholieren denken vaker enige kennis te hebben van energie en energiebronnen dan in 2011. scholieren 2013 (n=501) 9% 54% 37% Studenten daarentegen lijken iets minder zeker van hun eigen kennis op het gebied van energie. Vaker dan twee jaar geleden zeggen zij (bijna) niets te weten van energie en energiebronnen (indicatief). 2011 (n=516) 7% 49% 44% 2013 (n=514) 13% 64% 23% studenten 2011 (n=537) 15% 66% 19% 0% 20% 40% 60% 80% 100% weet (erg) veel van energie/energiebronnen kennis energie/energiebronnen beperkt, kan aardig meepraten weet (bijna) niets van energie/energiebronnen In de grafiek worden significante verschillen tussen de twee metingen weergegeven Een significante stijging is weergegeven met een groen kader, een significante daling is weergegeven met een rood kader. Een stippellijn geeft een indicatief verschil weer. Vraag: Dit onderzoek gaat over energie en energiebronnen. Welke van de onderstaande omschrijvingen past het beste bij je? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 9

Interesse in energie en energiebronnen is toegenomen. De stijging is vooral bij scholieren te zien. algemeen publiek Interesse energie en energiebronnen 2011 (n=1122) 6% 6% 34% 3 43% 46% Persoonlijk belang kennis energie en energievoorziening algemeen publiek 2011 (n=1122) 32% 3 50% 50% 2 Kennisperceptie 2.2 Interesse en persoonlijk belang energie en energiebronnen De interesse voor energie en energiebronnen lijkt ten opzichte van 2011 licht toegenomen ( 40% vs. 37%). Ook scholieren tonen meer interesse in dit thema dan vorig jaar (30% vs. 25). Zij lijken ook vaker belang te hechten aan kennis over energie en energiebronnen (3 vs. 26%). 2013 (n=501) 27% 48% 16% 2013 (n=501) 28% 52% scholieren scholieren 2011 (n=516) 23% 40% 18% 18% 2011 (n=516) 24% 46% 14% 14% studenten 2013 (n=514) 2011 (n=537) 39% 43% 42% 38% studenten 2013 (n=514) 2011 (n=537) 42% 40% 40% 44% 9% 9% In de grafiek worden significante verschillen tussen de twee metingen weergegeven Een significante stijging is weergegeven met een groen kader, een significante daling is weergegeven met een rood kader. Een stippellijn geeft een indicatief verschil weer. 0% 50% 100% zeer geïnteresseerd geïnteresseerd niet geïnteresseerd maar ook niet ongeïnteresseerd ongeïnteresseerd zeer ongeïnteresseerd 0% 50% 100% zeer belangrijk belangrijk niet belangrijk, maar ook niet onbelangrijk onbelangrijk zeer onbelangrijk Vraag: In hoeverre ben je geïnteresseerd in energie en energiebronnen? Vraag: In hoeverre is kennis over energie en energiebronnen belangrijk voor je? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 10

Het belang van energie in het onderwijs wordt steeds vaker gezien door met name scholieren, maar het huidig onderwijs blijft hierin volgens hen achter. Belang energie in onderwijs 2 Kennisperceptie 2.3 Energie in onderwijs algemeen publiek 2011 (n=1122) 55% 50% 24% 27% 18% 17% Huidig onderwijs energie Scholieren en studenten zien steeds vaker het belang van onderwijs over het thema energie. Desondanks lijkt er in het onderwijs nog steeds (te) weinig aandacht te worden besteed aan dit thema. Vooral studenten krijgen steeds minder onderwijs op het gebied van energie; ruim de helft (54%) van hen zegt zeer weinig tot geen les te krijgen over energie. 2013 (n=501) 44% 26% 18% 2013 (n=501) 50% 19% 24% scholieren 2011 (n=516) 13% 39% 22% 23% scholieren 2011 (n=516) 39% 17% 28% studenten 2013 (n=514) 2011 (n=537) 8% 17% 20% 9% 2 22% 54% 46% studenten 2013 (n=514) 2011 (n=537) 60% 53% 20% 16% 20% 22% 0% 50% 100% zeer veel veel niet veel, maar ook niet weinig weinig zeer weinig tot geen In de grafiek worden significante verschillen tussen de twee metingen weergegeven Een significante stijging is weergegeven met een groen kader, een significante daling is weergegeven met een rood kader. Een stippellijn geeft een indicatief verschil weer. 0% 50% 100% belangrijk zeer belangrijk niet belangrijk, maar ook niet onbelangrijk onbelangrijk zeer onbelangrijk Vraag: In hoeverre vind je het belangrijk dat het thema energie in het onderwijs aan bod komt? Vraag: In hoeverre krijg je momenteel les over energie? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 11

Hoofdstuk 3: Aanbod Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 12

Top drie bekendheid energiebronnen onveranderd, scholieren noemen wel meer bronnen dan in 2011. Bekendheid energiebronnen 2013 algemeen publiek windenergie 22% 73% +6% Bekendheid energiebronnen 2013 studenten windenergie 24% 80% 3 Aanbod 3.1 Top-of-mind en spontane bekendheid energiebronnen Hoewel er wel een aantal verschuivingen zijn in bekendheid van energiebronnen, is de top drie nog altijd hetzelfde: windenergie, zonne-energie en waterkracht Windenergie heeft wel aan bekendheid gewonnen onder algemeen publiek. zonne-energie waterkracht aardgas kernenergie steenkool aardolie elektriciteit(scentrale) biomassa/biogas energiebedrijven (afval)verbranding (fossiele) brandstoffen omgevingswarmte/- koude groene energie schaliegas anders weet niet 17% 25% 9% 2 14% -3% 37% 33% 30% +3% 52% 5 - +4% 6 0% 20% 40% 60% 80% top of mind bekendheid (n=1072) spontane bekendheid (n=1072) +7% zonne-energie waterkracht kernenergie aardgas aardolie steenkool elektriciteit(scentrale) (fossiele) brandstoffen biomassa/biogas (afval)verbranding omgevingswarmte/- koude energiebedrijven groene energie schaliegas anders weet niet Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 13 2 15% 2 33% 28% 43% 38% +4% -5% -5% +3% 65% -19% 77% 0% 20% 40% 60% 80% 100% top of mind bekendheid (n=514) spontane bekendheid (n=514) +5% Scholieren weten meer energiebronnen te noemen dan twee jaar geleden. Zij noemen er nu gemiddeld 4, in 2011 waren dit er nog 3,5. Hun toegenomen interesse in energie lijkt zich uit te betalen in een betere bekendheid met energiebronnen. Scholieren 2013 2011 Windenergie 77% 65% Zonne-energie 73% 60% Windkracht 53% 47% Kernenergie 3 45% Aardgas 40% 25% Aardolie 28% 17% Steenkool 22% 17% Elektriciteit (scentrale) 23% 15% (fossiele) brandstoffen 6% Energiebedrijven 3% 6% (afval)verbranding 5% 3% Vraag: Welke energiebron komt als eerste bij je op? Vraag: Welke energiebronnen ken je nog meer?

Nederlanders zijn over het algemeen redelijk tot goed bekend met de meeste energiebronnen. aardgas aardolie windenergie zonne-energie steenkool waterkracht kernenergie biomassa/ biogas omgevingswarmte/-koude schaliegas Geholpen bekendheid - algemeen publiek 2013 2011 2013 2011 2013 2011 2013 2011 2013 2011 2013 2011 2013 2011 2013 2011 2013 2013 4% 9% 8% 26% 23% 24% 24% 2 20% 4 37% 40% 39% 34% 3 34% 33% 20% 38% 34% 3 47% 47% 47% 49% 37% 48% 48% 45% 47% 49% 5 49% 50% 32% 47% 47% 37% 40% 22% 22% 2 20% 28% 25% 38% 29% 13% 16% 14% 15% 13% 15% 16% 0% 20% 40% 60% 80% 100% goed mee bekend enigszins mee bekend alleen van naam bekend niet mee bekend ; 2011 (n=1122) 5% 7% 7% 8% 3 Aanbod 3.2 Geholpen bekendheid energiebronnen Vraag: In welke mate ben je bekend met de volgende energiebronnen? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 14

Slechts één op de tien Nederlanders is in staat energiebronnen aan de juiste categorie toe te kennen. fossiele energiebronnen juist Energiebronnen 20% 18% 27% 34% 3 Aanbod 3.3 Kennis type energie Door de toevoeging van de energiebronnen omgevingswarmte/-koude en schaliegas zijn de totaal percentages niet meer één op één vergelijkbaar. In deze grafiek zijn de nieuwe percentages getoond. Om de resultaten toch te kunnen vergelijken met 2011, zijn er percentages berekend waarbij de nieuwe energiebronnen niet zijn meegenomen. In vergelijking met 2011 zijn meer Nederlanders in staat zowel fossiele als duurzame energiebronnen toe te kennen aan de juiste categorie (17% vs. 13%). duurzame energiebronnen juist 17% 24% Studenten schatten hun eigen kennis niveau het hoogst in ( 2.1) en dit blijkt terecht: zij zijn het best in het toekennen van energiebronnen aan de juiste categorie. Hoewel scholieren hun eigen kennis niveau hoger inschatten dan twee jaar geleden, is hun kennis nog het minst. 9% fossiele en duurzame energiebronnen juist 6% 13% 0% 20% 30% 40% algemeen publiek (n=1072) scholieren(n=501) studenten (n=514) Vraag: Welke van de onderstaande energiebronnen zijn volgens jou fossiele energiebronnen? Welke van de onderstaande energiebronnen zijn volgens jou duurzame energiebronnen? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 15

De bijdrage van aardgas en aardolie in de energiemix wordt onderschat, terwijl de bijdrage van duurzame energiebronnen juist wordt overschat. Bijdrage energiebron aan totale energieverbruik aardgas aardolie windenergie kernenergie steenkool zonne-energie waterkracht biomassa/biogas omgevingswarmte/-koude schaliegas 0% 0% 5% 7% 6% 4% 6% 5% 4% 4% 5% 4% 2% 3% 4% 9% 9% 19% 18% 18% 19% 2 25% 39% 42% 0% 5% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% algemeen publiek (n=1072) scholieren (n=501) studenten (n=514) werkelijk 3 Aanbod 3.4 Bijdrage energiebronnen Nederlanders weten over het algemeen goed in te schatten dat aardgas en aardolie de belangrijkste energiebronnen zijn voor het totale energieverbruik in Nederland, maar schatten het percentage wel veel te laag in. Het aandeel van een aantal duurzame energiebronnen schatten zij juist veel te hoog in. Let op! De getoonde percentages geven de gemiddelde bijdrage per energiebron aan en niet het aandeel respondenten. Vraag: Zou je hieronder kunnen aangeven hoeveel procent een energiebron volgens jou momenteel bijdraagt aan het totale energieverbruik in Nederland? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 16

3 Aanbod 3.5 Energiebron ruimte Uitleg De energiebron ruimte wordt aan de hand van een multivariate analyse vastgesteld. Het principe van deze analyse komt op het volgende neer: stel je geeft mensen een stapel kaartjes met verschillende energiebronnen. Daarnaast geef je ze ook een stapel kaarten met imagoaspecten die bij een energiebron kunnen passen. Vervolgens vraag je ze om de energiebronnen die ze op elkaar vinden lijken dicht bij elkaar te leggen op een tafel en de bronnen die ze echt anders vinden van de rest ver weg te leggen. Dan vraag je ze om de imagoaspecten ook op tafel neer te leggen bij de energiebronnen waar ze het aspect het meest bij vinden passen. De ruimte op de volgende pagina is de optelsom van hoe alle mensen de kaartjes zouden neerleggen. De ruimte geeft een kijkje in de hoofden van mensen, hoe sterk zijn de associaties per energiebron? Waar associëren ze een energiebron het meest mee en welke energiebronnen vinden ze op elkaar lijken (energiebronnen die het dichtst bij elkaar staan)? Het kruispunt van de rode stippellijnen geeft de oorsprong weer. Aspecten en energiebronnen die dicht bij de oorsprong liggen hebben een minder onderscheidend karakter dan aspecten en energiebronnen die er ver vanaf liggen. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 17

Waterkracht kan zich het best van andere duurzame energiebronnen onderscheiden. Energiebron ruimte algemeen publiek steenkool vervuilend verouderd kernenergie aardolie aardgas schaars afhankelijk van het buitenland geaccepteerd waterkracht 1 6 3 5 4 duur biomassa/biogas C 2 B A lelijk 1: altijd voldoende beschikbaar 2: duurzaam 3: efficiënt 4: goedkoop 5: schoon 6: veilig A: zonne-energie B: windenergie C: omgevingswarmte/-kou modern 3 Aanbod 3.5 Energiebron ruimte algemeen publiek Waterkracht is volgens de Nederlanders een energiebron die altijd voldoende beschikbaar is en bovendien efficiënt, schoon en veilig is. Zonne-energie, windenergie en omgevingswarmte/-koude roepen een vergelijkbaar beeld op bij Nederlanders. Deze bronnen worden vooral gezien als moderne bronnen die duurzaam en schoon zijn. De fossiele energiebronnen verschillen duidelijk van de duurzame bronnen. Nederlanders zien steenkool, aardolie en aardgas als verouderde energiebronnen die bovendien afhankelijk zin van het buitenland. schaliegas gevaarlijk Vraag: Kun je per aspect aangeven bij welke energiebron dit past? Je kunt een aspect aan meerdere energiebron toekennen. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om de indruk die je hebt van de energiebronnen. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 18

In de ogen van scholieren weet juist windenergie zich van andere duurzame energiebronnen te onderscheiden. Energiebron ruimte - scholieren aardolie afhankelijk van het buitenland schaars 3 Aanbod 3.5 Energiebron ruimte - scholieren Ook scholieren zien een duidelijk verschil tussen duurzame en fossiele energiebronnen. steenkool vervuilend aardgas verouderd schaliegas lelijk duur biomassa/biogas geaccepteerd 3 D 5 4 C B 1 2 A 1: altijd voldoende beschikbaar 2: duurzaam 3: efficiënt 4: goedkoop 5: modern 6: schoon 7: veilig 7 6 Zij vinden juist windenergie de meest onderscheidende duurzame energiebron. Deze bron wordt door hen gezien als efficiënte, goedkope, moderne en schone bron die altijd voldoende beschikbaar is. Andere duurzame bronnen (zonne-energie, waterkracht en omgevingswarmte/-koude) typeren zij als duurzame en veilige bronnen die geaccepteerd zijn. Over fossiele energiebronnen zijn scholieren minder positief. Biomassa en biogas zien zij als duur, schaliegas als vervuilend en kernenergie als gevaarlijke energiebron. Aardolie en aardgas worden door scholieren gezien als schaarse bronnen waarbij Nederland afhankelijk is van het buitenland. gevaarlijk kernenergie A: zonne-energie B: windenergie C: waterkracht D: omgevingswarmte/-koude Vraag: Kun je per aspect aangeven bij welke energiebron dit past? Je kunt een aspect aan meerdere energiebron toekennen. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om de indruk die je hebt van de energiebronnen. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 19

Ook studenten zien duidelijke verschillen tussen duurzame en fossiele energiebronnen. Energiebron ruimte - studenten 3 Aanbod 3.5 Energiebron ruimte - studenten gevaarlijk aardgas steenkool vervuilend aardolie afhankelijk van het buitenland kernenergie schaars lelijk duur biomassa/biogas geaccepteerd efficiënt 3 goedkoop C D A 2 1 B schoon Studenten vinden net als het algemene publiek en de scholieren dat duurzame en fossiele energiebronnen duidelijk van elkaar verschillen. Scholieren zien zonne-energie en waterkracht als duurzame en efficiënte energiebronnen die bovendien geaccepteerd en altijd beschikbaar zijn. Windenergie en omgevingswarmte/-koude zijn in hun ogen vooral schoon, veilig en goedkoop. Net als scholieren en de Nederlanders zien studenten biomassa/biogas als een dure energiebron. Schaliegas zien zij hoewel de commerciële winning van schaliegas een vrij jong fenomeen is als verouderd. Steenkool vinden zij vooral vervuilend en aardolie, aardgas en kernenergie zien zij als gevaarlijke energiebronnen. veilig 1: altijd voldoende beschikbaar 2: duurzaam 3: modern verouderd schaliegas A: zonne-energie B: windenergie C: waterkracht D: omgevingswarmte/-kou Vraag: Kun je per aspect aangeven bij welke energiebron dit past? Je kunt een aspect aan meerdere energiebron toekennen. Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om de indruk die je hebt van de energiebronnen. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 20

Scholieren positiever over meeste duurzame energiebronnen dan twee jaar geleden. 3 Aanbod 3.6 Houding energiebronnen Houding energiebronnen zonne-energie waterkracht windenergie omgevingswarmte/-koude biomassa/biogas aardgas aardolie kernenergie schaliegas steenkool algemeen publiek (n=1053) scholieren (n=495) studenten (n=512) algemeen publiek (n=1003) scholieren (n=479) studenten (n=496) algemeen publiek (n=1056) scholieren (n=496) studenten (n=513) algemeen publiek (n=766) scholieren (n=323) studenten (n=376) algemeen publiek (n=917) scholieren (n=409) studenten (n=452) algemeen publiek (n=1054) scholieren (n=488) studenten (n=509) algemeen publiek (n=1048) scholieren (n=492) studenten (n=509) algemeen publiek (n=1034) scholieren (n=485) studenten (n=509) algemeen publiek (n=661) scholieren (n=199) studenten (n=231) algemeen publiek (n=1020) scholieren (n=472) studenten (n=498) 22% 2 23% 14% 13% 8% 6% 26% 19% 24% 25% 18% 5% 13% 13% 19% 8% 8% 55% 63% 63% 46% 5 49% 48% 57% 54% 44% 43% 43% 43% 36% 38% 37% 30% 28% 26% 54% 54% 60% 42% 45% 44% 55% 52% 52% 47% 46% 36% 3 32% 43% 40% 44% 40% 35% 38% 8% 5% 5% 8% 7% 6% 6% 33% 33% 3 38% 43% 7% 46% 6% 45% 13% 26% 28% 33% 34% 16% 20% 30% 20% 23% 26% 34% 35% 40% 5% 5% 24% 23% 18% 9% 6% 9% 8% 0% 20% 40% 60% 80% 100% zeer positief positief niet positief, maar ook niet negatief negatief zeer negatief Zowel Nederlanders, studenten als scholieren zijn vooral positief over zonne-energie, waterkracht en windenergie positief. Ten opzichte van 2011 zijn scholieren zelfs positiever geworden over deze energiebronnen. Opvallend is dat zij ook over aardolie positiever denken dan in 2011. Over steenkool zijn zij minder vaak positief dan twee jaar geleden. In de grafiek worden significante verschillen tussen de twee metingen weergegeven Een significante stijging is weergegeven met een groen kader, een significante daling is weergegeven met een rood kader. Een stippellijn geeft een indicatief verschil weer. Vraag: Hieronder staan de energiebronnen waarmee je bekend bent. Kun je per energiebron aangeven hoe positief of negatief je hier tegenover staat? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 21

Voorkeur gaat uit naar duurzame energiebronnen, vooral zonneenergie is populair. zonne-energie windenergie waterkracht kernenergie aardgas omgevingswarmte/-koude biomassa/biogas aardolie schaliegas steenkool geen van bovenstaande Voorkeur energiebron 9% 7% 6% 4% 5% -5% 3% 0% 2% 2% 2% 2% 2% 0% 0% 0% 2% 0% 2% 2% 2% 27% 27% 26% 49% 52% 5 0% 20% 30% 40% 50% 60% algemeen publiek (n=1066) scholieren (n=497) studenten (n=514) +6% 3 Aanbod 3.7 Voorkeur energiebron Het grootste deel van de Nederlanders, studenten en scholieren geeft de voorkeur aan duurzame energiebronnen. Vooral zonne-energie is populair onder de verschillende groepen. Ten opzichte van 2011 lijken scholieren nog vaker de voorkeur te geven aan zonne-energie (indicatief). Studenten hebben minder vaak dan twee jaar geleden een voorkeur voor kernenergie. Vraag: Aan welke van deze bronnen zou je de voorkeur geven voor energieopwekking? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 22

Kernenergie heeft de meeste negatieve voorkeur. Negatieve voorkeur energieopwekking 3 Aanbod 3.8 Negatieve voorkeur energiebron kernenergie steenkool schaliegas aardolie aardgas biomassa/biogas windenergie omgevingswarmte/-koude waterkracht zonne-energie 4% 4% 4% 2% 2% 2% 0% 0% 0% 33% 28% 34% 18% -4% 17% 23% 28% +5% 16% 20% +6% 52% 48% +6% 58% + Ten opzichte van 2011 hebben scholieren vaker een negatieve voorkeur voor kernenergie, terwijl kernenergie twee jaar geleden vaker dan nu negatief in het nieuws was. Ook studenten lijken vaker van mening dat deze bron helemaal niet gebruikt moet worden voor energieopwekking (indicatief). Dit ligt in lijn met de gedaalde voorkeur voor deze vorm van energie. 9% geen van bovenstaande 7% 14% 0% 20% 30% 40% 50% 60% 70% algemeen publiek (n=1066) scholieren (n=497) studenten (n=514) Vraag: En welke van deze bronnen moeten volgens jou zeker niet worden gebruikt voor energieopwekking? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 23

Hoofdstuk 4: Vraag Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 24

Nederlanders onderschatten hun eigen energieverbruik nog steeds. 4 Vraag 4.1 Energieverbruik sectoren Ranking sectoren algemeen publiek 1. Industrie Scholieren: Studenten: 1 e 1 e Werkelijk 1. Het algemene publiek, scholieren en studenten schatten het energieverbruik van de sectoren hetzelfde in. Vooral het energieverbruik van huishoudens schatten zij te laag in. 2. Transport Scholieren: Studenten: 2 e 2 e 2. 3. Kantoren, winkels, ziekenhuizen Scholieren: Studenten: 3 e 3 e 4. 4. Landbouw Scholieren: Studenten: 4 e 4 e 5. 5. Huishoudens Scholieren: Studenten: 5 e 5 e 3. Vraag: Zou je onderstaande sectoren op volgorde van energieverbruik kunnen zetten? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 25

In de ogen van de Nederlanders levert het aanbrengen van zonnepanelen het meeste op voor het milieu. 4 Vraag 4.2 Energielabels Energielabels Meeste bijdrage aan milieu energielabel A energielabel B energielabel C energielabel D 7% 8% 8% 3% 5% zonnepanelen aanbrengen huis (beter) laten isoleren CV ketel laten vervangen door energiezuinige ketel windmolen aanbrengen 20% 29% 13% 4% 3% 48% 45% Bijna de helft van de Nederlanders denkt dat het aanbrengen van zonnepanelen het meeste bijdraagt aan het milieu (48%). Minder Nederlanders dan twee jaar geleden hebben het idee dat het beter isoleren van het huis de meest positieve bijdrage levert aan het milieu (20% vs. 29%), terwijl dit het meest effect oplevert voor het milieu. Nog steeds weet het merendeel van de Nederlanders niet welk energielabel hun huis of auto heeft. energielabel E 2% warmtepomp laten installeren 4% energielabel F 2% 0% Domotica installeren energielabel G anders Vraag: Weet je welk energielabel je woning heeft? 68% weet niet 6 0% 20% 40% 60% 80% woning (n=1006) auto (n=688) weet niet 0% 20% 40% 60% 2013 (n=580) 2011 (n=588) Vraag: Weet je welk energielabel je auto heeft? Vraag: Hieronder staat een aantal aanpassingen genoemd voor in en op je huis. Welke denk je dat, per euro, de meest positieve bijdrage levert aan het milieu? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 26

Hoofdstuk 5: Kosten & beleid Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 27

Nederlanders verwachten dat fossiele energiebronnen steeds duurder worden, terwijl de prijs van duurzame bronnen zal zakken. aardolie aardgas steenkool schaliegas kernenergie biomassa/biogas windenergie zonne-energie waterkracht omgevingswarmte/-koude Verwachting prijs energiebronnen 2013 (n=1048) 2011 (n=1091) 2013 (n=1054) 2011 (n=1086) 2013 (n=1020) 2011 (n=1045) 2013 (n=661) 2013 (n=1034) 2011 (n=1058) 2013 (n=917) 2011 (n=950) 2013 (n=1056) 2011 (n=1089) 2013 (n=1053) 2011 (n=1086) 2013 (n=1003) 2011 (n=1031) 2013 (n=766) 6% 5% 5% 5% 14% 22% 24% 2 23% 20% 18% 19% 16% 19% 18% 18% 35% 27% 43% 26% 37% 34% 32% 26% 25% 2 23% 49% 4 40% 45% 49% 58% 59% 40% 34% 53% 48% 34% 40% 36% 44% 42% 44% 46% 23% 22% 27% 30% 32% 33% 30% 16% 14% 16% 7% 13% 15% 6% 8% 8% 0% 20% 40% 60% 80% 100% veel duurder duurder gelijk goedkoper veel goedkoper 5% 5 Kosten & beleid 5.1 Verwachting prijs energiebronnen Bijna driekwart van de Nederlanders (74%, niet in grafiek) verwacht dat fossiele brandstofprijzen sterk zullen stijgen. De helft van de Nederlanders verwacht dat duurzame technieken juist in prijs zullen dalen (49%, niet in grafiek). Nederlanders verwachten vooral een prijsstijging voor aardolie en aardgas. Een prijsdaling zien zij in de toekomst vooral gebeuren bij zonneenergie en windenergie. Scholieren denken vaker dan in 2011 dat aardolie (89% vs. 84%), aardgas (86% vs. 79%) en steenkool (79% vs. 7) duurder worden. Studenten denken relatief vaak dat duurzame technieken in prijs zullen dalen (64%). Vraag: Verwacht je dat energie van onderstaande bronnen in 2030 duurder, even duur of goedkoper zal zijn dan vandaag de dag? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 28

Nederlanders zien noodzaak van de inzet van duurzame energiebronnen in. 5 Kosten & beleid 5.2 Stellingen energie en milieu Stellingen energie en milieu (1) Inzet van duurzame energiebronnen is noodzakelijk om klimaatverandering terug te dringen. Ik verwacht dat Nederland in 2030 meer energie gebruikt dan vandaag de dag. Olie zal binnen 50 jaar onbetaalbaar zijn. Het aantal natuurrampen neemt sterk toe door het veranderende klimaat. 2011 (n=1122) 25% 14% 17% 23% 14% 44% 52% 43% 46% 43% 24% 26% 33% 25% 32% 6% 9% Het merendeel van de Nederlanders (69%) is van mening dat om klimaatverandering terug te dringen de inzet van duurzame energiebronnen noodzakelijk is. De verwachting van twee derde van de Nederlanders (66%) is dat Nederland in 2030 meer energie verbruikt dan vandaag de dag. In vergelijking met 2011 denken minder Nederlanders dat er over 50 jaar onvoldoende energie is (50% vs. 45%). Slechts 8% verwacht dat er in 2030 onvoldoende energie is. Ondanks de gepercipieerde kostenstijging van fossiele brandstoffen, verwachten minder Nederlanders dan twee jaar geleden dat olie over 50 jaar onbetaalbaar zal zijn (60% vs. 69%). Ik verwacht dat er voldoende energie beschikbaar is in 2030. CO2 uitstoot is de belangrijkste oorzaak van het veranderende klimaat. Ik verwacht dat er voldoende energie beschikbaar is over 50 jaar. 2011 (n=1122) 9% 8% 7% 47% 39% 42% 38% 35% 35% 37% 38% 7% 14% Scholieren lijken er minder zeker van dat er over 50 jaar nog voldoende energie beschikbaar is (44%). In vergelijking met 2011 verwachten scholieren vaker dat olie binnen 50 jaar onbetaalbaar zal zijn ( 66% vs. 59%). 0% 50% 100% zeer mee eens mee eens niet mee eens, niet mee oneens mee oneens zeer mee oneens Vraag: Hieronder staat een aantal stellingen. Kun je aangeven in welke mate je het eens of oneens bent met de stellingen? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 29

Het milieu wordt minder vaak gezien als zaak van de politiek. Toch heeft slechts een kwart van de Nederlanders het idee zelf invloed te hebben op het energieverbruik in Nederland. Stellingen energie en milieu (2) 5 Kosten & beleid 5.2 Stellingen energie en milieu Landen die het snelst overstappen op duurzame energie, komen het sterkst uit de economische crisis. Landen die sterk investeren in duurzame energie doen het beter tijdens deze crisis. 9% 9% 8% 29% 28% 25% 34% 50% 5 26% In vergelijking met 2011 zijn minder Nederlanders van mening dat het milieu een zaak is van de politiek (33% vs. 37%). Ruim een derde van de Nederlanders is van mening dat landen die het snelst overstappen op duurzame energie het sterkst uit de crisis komen (38%) en het beter doen tijdens de crisis (38%). Een kwart van de Nederlanders ziet Nederland als voorloper op het gebied van duurzame energie. Het milieu is een zaak van de politiek. 2011 (n=1122) 26% 34% 2 7% Slechts een kwart van de Nederlanders heeft het idee zelf invloed te hebben op het totale energieverbruik van Nederland. Nederland is een voorloper op het gebied van duurzame energie. Ik heb zelf veel invloed op het totale energieverbruik in Nederland. Geen van de fossiele brandstoffen raakt op tijdens mijn leven dus ik maak me er niet druk om. In 2060 gaat het licht uit in Nederland omdat er geen elektriciteit meer opgewekt kan worden. 8% 2 2 33% 32% 46% 36% 36% 4 27% 22% 6% 17% 18% 0% 50% 100% zeer mee eens mee eens niet mee eens, niet mee oneens mee oneens zeer mee oneens Studenten zijn relatief vaak van mening dat het milieu een zaak is van de politiek (4). Zij hebben ook vaker het idee dat landen die het snelst overstappen op duurzame energie, het sterkst uit de crisis komen (46%). Zij zien Nederland relatief vaak als een voorloper op het gebied van duurzame energie (32%). Ook scholieren zien Nederland vaker dan het algemene publiek als een voorloper op het gebied van duurzame energie (36%). Vraag: Hieronder staat een aantal stellingen. Kun je aangeven in welke mate je het eens of oneens bent met de stellingen? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 30

Europese energiedoelstellingen nog steeds weinig bekend bij Nederlands publiek. Bekendheid energiedoelstellingen Europa In 2050 is de CO2 uitstoot van Europa gereduceerd met 80%-95%. Alle nieuwbouwhuizen in Europa zijn in 2020 energie neutraal. In 2050 rijden er geen benzine of diesel auto's meer in stedelijke gebieden. 2013 2011 2013 2011 2013 2011 44% 49% 4 36% 36% 35% 50% 43% 54% 57% 59% 0% 50% 100% Haalbaarheid doelstellingen Alle nieuwbouwhuizen in Europa zijn in 2020 energie neutraal. In 2050 rijden er geen benzine of diesel auto's meer in stedelijke gebieden. In 2050 is de CO2 uitstoot van Europa gereduceerd met 80%-95%. gemakkelijk haalbaar 9% 3% 22% 28% 36% 43% 37% 30% 22% 26% 32% 0% 50% 100% met enige moeite haalbaar met veel moeite haalbaar onmogelijk n=1072 Gevolgen energiedoelstellingen In 2050 rijden er geen benzine of diesel auto's meer in stedelijke gebieden. In 2050 is de CO2 uitstoot van Europa gereduceerd met 80%-95%. Alle nieuwbouwhuizen in Europa zijn in 2020 energie neutraal. 22% 2 14% 29% 37% 35% 23% 22% 28% 18% 16% 16% 5 Kosten & beleid 5.3 Energiedoelstellingen Europa De Europese energiedoelstellingen zijn nog steeds inhoudelijk onbekend bij de Nederlanders. De doelstellingen om in 2050 minder CO2 uitstoot te hebben binnen in Europa is zelfs bij minder Nederlanders bekend dan in 2011 (50% vs. 57%). De doelstelling om alle nieuwbouwhuizen in 2020 energieneutraal te bouwen lijkt wel iets bekender dan twee jaar geleden (46% vs. 53%, indicatief). Net als in 2011 denken Nederlanders dat het het makkelijkst haalbaar is om alle nieuwbouwhuizen in 2020 energie neutraal te krijgen, dit is ook de maatregel dit het snelst ingaat. Ze verwachten van deze doelstelling de minste persoonlijke gevolgen. Scholieren zijn relatief vaak bekend met de doelstelling dat er in 2050 geen benzine of diesel auto s meer in stedelijke gebieden mogen rijden (5 ). Studenten zijn vaker bekend met de doelstelling dat de CO2-uitstoot in 2050 met 80%-95% gereduceerd moet zijn (57%). Vraag: Kun je aangeven in welke mate je bekend met deze doelstellingen? Vraag: In hoeverre denk je dat deze doelstellingen haalbaar zijn? goed mee bekend wel iets van gehoord nog nooit van gehoord 2011 (n=1122) 0% 50% 100% zeer veel gevolgen veel gevolgen niet veel maar ook niet weinig gevolgen weinig gevolgen (n=1072) Vraag: In hoeverre denk je dat deze doelstellingen gevolgen hebben voor jou persoonlijk? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 31

Hoofdstuk 6: Energietransitie Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 32

Energietransitie blijft een moeilijk begrip. Bekendheid energietransitie algemeen publiek scholieren 2011 (n=1122) 2013 (n=501) 2011 (n=516) 15% 23% 2 % bekend met en geeft zelf juiste omschrijving van energietransitie 5% 7% 5% 3% overstappen fossiele brandstoffen naar meer duurzame bronnen overbrengen energie van bron naar eindgebruiker nieuwe energiebron opslaan energie voor gebruik op later moment inkopen energie bij landen aan Atlantische Oceaan Geholpen definitie energietransitie 4% 9% 8% 7% 5% 6% 13% 2 18% -3% +5% + 46% 54% -8% 67% 6 Energietransitie 6.1 Geholpen bekendheid energietransitie Minder dan een kwart van de Nederlanders is bekend met het begrip energietransitie. Slechts één op de twintig Nederlanders kan uit zichzelf een juiste omschrijving geven van het begrip, dit is minder dan twee jaar geleden (indicatief). Ook wanneer gekozen moet worden welke omschrijving energietransitie het beste weergeeft blijken minder Nederlanders dan in 2011 de juiste beschrijving te kiezen. Studenten zijn het best bekend met energietransitie. Twee derde van hen kiest de juiste omschrijving bij het begrip. studenten 2013 (n=514) 33% 15% verplaatsen energiebron dichter bij gebruiker 6% - 5% 2011 (n=537) 24% 14% instantie die toezicht houdt op energieverbruik consumenten 2% 6% 5% Vraag: In hoeverre ben je bekend met het begrip energietransitie? 0% 20% 40% 0% 20% 40% 60% 80% algemeen publiek (n=246) scholieren (n=77) studenten (n=149) Vraag: Welke van de onderstaande beschrijvingen geeft volgens jou het begrip energietransitie het beste weer? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 33

Energietransitie wordt vooral gezien geassocieerd met de toekomst. 6 Energietransitie 6.2 Aspecten energietransitie Association Game energietransitie - 2013 toekomst wetenschap economie noodzakelijk 13% 15% 15% 86% 83% 83% 83% t=1,03 t=1,06 t=1,13 t=1,03 Het begrip energietransitie wordt vooral in verband gebracht met de toekomst. Deze associatie heeft ook de kortste reactietijd, wat betekent dat het de sterkte verbinding is. Ook de associaties wetenschap en noodzakelijk zijn sterk. realiteit 19% 79% t=1,15 wereldwijd 19% 79% t=1,19 haalbaar 22% 79% t=1,18 milieuvriendelijk 22% 76% t=1,22 overheid 25% 73% t=1,27 urgent 29% 68% t=1,15 complex 38% 62% t=1,37 duur 39% 52% t=1,36 radicaal 56% 42% t=1,40 saai 75% 26% t=1,40 niet passend (n=246) passend (n=246) Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 34

Scholieren zijn positiever over energietransitie dan in 2011 en zien hier vaker de noodzaak van in. Attitude energietransitie Noodzaak energietransitie 6 Energietransitie 6.3 Attitude en noodzaak energietransitie algemeen publiek 2011 (n=1122) 32% 36% 44% 40% 22% 20% algemeen publiek 2011 (n=1122) 3 37% 46% 40% 19% 19% Studenten zijn het meest positief over energietransitie. Scholieren zijn ten opzichte van 2011 wel positiever geworden (72% vs. 64%). Ook zien zij vaker de noodzaak van energietransitie in (74% vs. 6). 2013 (n=501) 35% 37% 23% 2013 (n=501) 37% 37% 2 scholieren scholieren 2011 (n=516) 3 33% 24% 2011 (n=516) 28% 33% 27% 2013 (n=514) 46% 40% 2013 (n=514) 39% 45% 14% studenten studenten 2011 (n=537) 45% 38% 14% 2011 (n=537) 37% 45% 16% Vraag: Hoe positief of negatief sta je ten aanzien van energietransitie? zeer positief 0% 50% 100% positief niet positief, maar ook niet negatief negatief zeer negatief zeer noodzakelijk neutraal zeker niet noodzakelijk 0% 50% 100% noodzakelijk niet noodzakelijk Vraag: In hoeverre is het volgens jou noodzakelijk om over te stappen van fossiele brandstoffen naar meer duurzame energiebronnen of slimme energietechnieken? Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag. 35

Bijlage Profiel Geslacht Leeftijd 49% 5 19% 25% 56% algemeen publiek algemeen publiek 2011 (n=1122) 48% 52% 2011 (n=1122) 25% 27% 48% 2013 (n=501) 50% 50% 2013 (n=501) 100% scholieren scholieren 2011 (n=516) 50% 50% 2011 (n=516) 100% 2013 (n=514) 48% 52% 2013 (n=514) 100% studenten studenten 2011 (n=537) 48% 52% 2011 (n=537) 100% man 0% 50% 100% vrouw 0% 50% 100% jonger dan 30 jaar 30 tot 45 jaar 45 jaar of ouder Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013

Bijlage Profiel Opleiding Dagelijkse bezigheid 4 algemeen publiek 32% 44% 24% 2011 (n=1122) 38% 14% 2013 (n=501) 100% scholieren 2011 (n=516) 100% 2013 (n=514) 100% 2011 (n=1122) 33% 38% 29% studenten 2011 (n=537) 100% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0% 50% 100% laag midden hoog zelfstandig ondernemer werkzaam bij de overheid werkloos/werkzoekend/bijstand studerend/schoolgaand werkzaam in loondienst (deels) arbeidsongeschikt gepensioneerd/vut huisvrouw/huisman/anders Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013

Bijlage Verantwoording Inleiding In deze verantwoording komen het doel, de doelgroep, de methode, het veldwerk en de dataverwerking en de aan de orde. Het biedt de lezer inzicht in de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. Doel en doelgroep Het centrale doel van het onderzoek is het geven van inzicht in (de ontwikkeling van) het kennisniveau dat een aantal doelgroepen heeft van energietransitie en de beelden die men daarbij heeft. De doelgroepen van het onderzoek bestaan uit: Nederlanders ouder dan 18 jaar Scholieren op VMBO, HAVO en VWO niveau van 15 en 16 jaar oud HBO en WO studenten in de leeftijd van 20 en 21 jaar. vooraf gehouden groepsdiscussies en geprogrammeerd. Veldwerk Het veldwerk van het onderzoek heeft plaatsgevonden van 5 juni tot en met 17 juni 2013. Bij aanvang van het onderzoek is van de bruto steekproef uitgenodigd. Op het moment dat ongeveer van de beoogde (netto) respons was behaald, zijn tussentijds resultaten opgevraagd om te controleren of zich geen problemen hadden voorgedaan in de vragenlijst. Vervolgens is de overige 90% uitgenodigd voor het onderzoek. Om de respons te bevorderen is bovendien tussentijds een herinneringsmail verstuurd naar alle mensen in de steekproef die op het moment van versturen nog niet aan het onderzoek hadden geparticipeerd. Methode Dit kwantitatieve onderzoek is online uitgevoerd. Er is onder meer voor deze methode gekozen omdat respondenten bij online datacollectie kunnen participeren aan de enquête op een door hen gewenst tijdstip. Ook konden game elementen worden toegepast in de vragenlijst waardoor deze meer aansprekend is voor de jongeren doelgroepen. Hierdoor is online onderzoek respondentvriendelijker en is de respons hoger dan bij andere veldwerkmethoden. De panels van Survey Sampling International en Panelclix zijn hierbij gebruikt als steekproefkader. Alle (potentiële) respondenten ontvingen een uitnodigingsmail met een link, met daarin een unieke code en wachtwoord. Via deze link kon de vragenlijst op (een afgeschermd deel van) de website van Blauw Research worden ingevuld. Blauw Research heeft de vragenlijst ontwikkeld op basis van de doelstellingen en In totaal hebben 1072 Nederlanders, 501 scholieren en 514 studenten aan het onderzoek meegewerkt. Dataverwerking De mate waarin de uitkomsten van het onderzoek ook daadwerkelijk voor de gehele doelgroep gelden, uit zich o.a. in de validiteit, representativiteit en de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Op deze punten wordt nader ingegaan. Validiteit Een bepalende factor in de algehele kwaliteit van onderzoek is de validiteit. Een goede validiteit duidt erop dat meetfouten binnen het onderzoeksproces worden geminimaliseerd. Bij dit onderzoek is hieraan ruime aandacht besteed. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013

Bijlage Verantwoording Bij de opzet en het ontwerp van de vragenlijst is veel aandacht geschonken aan de wijze van vraagstelling en aan het opstellen van antwoordcategorieën en antwoordschalen. Voor zover mogelijk zijn alle antwoordcategorieën en vraagblokken gerandomiseerd en gerouleerd, waardoor mogelijke volgorde-effecten zijn uitgesloten. Representativiteit Om de bruikbaarheid van de resultaten te waarborgen, besteedt Blauw Research veel aandacht aan de representativiteit van het onderzoek. Representativiteit van de onderzoeksuitkomsten betekent dat deze kunnen worden gegeneraliseerd naar de gehele populatie. De dataset van dit onderzoek is na afloop van het onderzoek gewogen naar de populatiegegevens van de Nederlandse bevolking op geslacht, leeftijd, opleiding (laag, midden, hoog). De data van scholieren en studenten zijn na afloop gewogen op onderwijsniveau en geslacht. De onderzoeksuitkomsten mogen als representatief worden beschouwd voor de Nederlandse bevolking (naar geslacht, leeftijd en opleiding), scholieren en studenten (naar onderwijsniveau en geslacht). Betrouwbaarheid Na afloop van het veldwerk is het opgebouwde databestand gecontroleerd. Het databestand is vervolgens geschikt gemaakt voor de statistische analyses. Analyse heeft plaatsgevonden door middel van de meest gangbare toetsen en testen. In dit rapport worden de uitkomsten significant genoemd bij een betrouwbaarheid van 95% (α=0,05). Dat wil zeggen, dat de kans op een waarneming buiten het vastgestelde interval niet groter is dan 5%. Bewustwording energietransitie B15798 / augustus 2013 Pag.