Bijlage 7.3 Praten over gedachten en gevoelens



Vergelijkbare documenten
Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

Activiteiten bij 'De tovenaar die vergat te toveren'

Verbindingsactietraining

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Prentenboeken kikker Gebruiksmogelijkheden in het kader van Waarnemen > Begrijpen > plannen > realiseren

Copyright Beertje Anders

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Psychotherapie. anders denken anders voelen anders doen. ASVZ is er voor mensen met een verstandelijke beperking

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Therapieën op een rijtje

Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt. Verslavingspreventie Mondriaan

Lucy heeft een ballon

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Bijlage Vragenlijst voor stotterende kinderen

Weet wat je kan. Je laten horen

BAAS over uw emoties

Bijlage Stoere Schildpadden

Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm SG Schiedam violierkids@komkids

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling

Baby-lichaamstaal. Albert Schweitzer ziekenhuis kinderafdeling december 2003 pavo 0301

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

TALEN JE LEVEN! Informatie over meertalig opvoeden voor ouders en opvoeders

Nummer 1 December Cursusaanbod 2012 Gedeeld verdriet Mindfulness Laat je zelf zien

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

Praten leer je niet vanzelf

De olifant die woord hield

Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap

Wiekslag Speciaal. Vanuit het kamertje

begeleiding van uw kind Wat kunt u als ouder doen?

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Lesbrief. groep 1-4. bij de verteltheatervoorstelling. Winnie de Poeh: het verhaal van Kanga en Roe. door Marjo Dames / Sterk-Verhaal

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel ZIEKTEBELEVING. (NON) HODGKIN Ziektebeleving

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

s Speel- & Leerbrief Marja Baeten Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar NOVEMBER 2015 DOE MEER MET EEN BOEK!

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Kinderen op bezoek op de intensive care

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Als praten niet vanzelf gaat

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

ADHD en lessen sociale competentie

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Kinderdagverblijf programma Dit ben ik

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com 3.0

Inhoudsopgave. Inleiding. Als je een peuter en tussen 3 en 5 jaar bent. Als je een kleuter en tussen 6 en 8 jaar bent

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

De Budget Ster: omgaan met je schulden

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Ik ben BOOS. oefenboekje om te leren omgaan met boosheid. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Na de schok... Informatie voor ouders

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Huilen als communicatiemiddel

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Nederrij Herentals t Weg met pijn... Want pijn is niet fijn!!! Informatieboekje voor kinderen en hun ouders

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten

Weer thuis. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Gefeliciteerd. De allerbelangrijkste regel als we het hebben over kinderen en honden is:

Autisme en lessen sociale competentie

Afval Anne en de Sorteerbrigade

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Aan de ouders van de kinderen van groep 1en 2: Nieuwbrief voor het nieuwe thema.

ZML SO Leerlijn Sociale en emotionele ontwikkeling: zelfbeeld en sociaal gedrag

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

WIJ. De basis voor iedere groep zijn 3 gouden schoolregels - Jij hoort erbij - Je doet wat je belooft - Help een ander

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

Voel jij wat ik bedoel? 17/5/2008

Stellingen en normering leerlingvragenlijst

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Verlies, verdriet en rouw

Wanneer ze op het schoolplein rond keek, dan zag ze dat sommige kinderen blij waren en andere kinderen verdrietig.

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Transcriptie:

Bijlage 7.3 Praten over gedachten en gevoelens bussum 2010

Als kinderen goed over hun gevoelens kunnen praten, zal dit zijn uitwerking hebben op hun verdere ontwikkeling. Kinderen die hun gevoelens niet opkroppen, zullen zich lekkerder in hun vel voelen. Daardoor zullen ze beter kunnen reageren op tal van situaties en zullen ze flexibeler en niet vanuit vastgeroeste patronen reageren. Ze zullen de wereld nieuwsgieriger tegemoet treden en daardoor meer en gevarieerder ervaringen opdoen. Ze zullen beter voor zichzelf leren opkomen. Het is bovendien bekend dat kinderen die zich sociaal zekerder voelen: π sneller tot een reactie komen; π langere antwoorden geven; π een groter aantal woorden gebruiken; π meer initiatief nemen, ook in het spreken; π meer vragen stellen; π vaker vragen of de ander zijn gedrag kan veranderen. Kortom, kinderen ontwikkelen zich beter als ze zich begrepen en aanvaard weten. Het uiten van hun gevoelens is hierbij onmisbaar. Wil je écht kunnen meedoen met een activiteit lees: wil je écht iets kunnen leren dan moet je je in een situatie kunnen geven. Veel volwassenen zijn niet (meer?) in staat hun gevoelens onder woorden te brengen. Mede hierdoor kunnen kinderen de kans missen dit te leren. Het is daarom prettig en nuttig hen hierin extra te stimuleren. Als kinderen problemen hebben in hun spraak- en/of taalontwikkeling zullen zij extra moeite moeten doen om zoiets onzichtbaars als gevoelens en gedachten te leren uiten. Doordat ze de juiste woorden of zinnen nog niet kunnen gebruiken, zullen zij minder duidelijk begrepen worden. Zij kunnen zich hierdoor gefrustreerd voelen en een neerwaartse spiraal in de ontwikkeling kan ontstaan. De spraak- en taalontwikkeling zal zo niet makkelijk gestimuleerd kunnen worden. Sommige kinderen vertonen dan ook contactarm gedrag, dat weer tot verdere problemen kan leiden. Kinderen die stotteren zullen ook moeten leren hun gedachten en gevoelens te uiten. Negatieve ervaringen die ze hebben opgedaan in verband met hun stotteren kunnen hun probleem immers in stand houden. Ze kunnen geen oplossingen meer vinden en doen er misschien het zwijgen toe. Het stotteren zal zich zo verder kunnen ontwikkelen. Bovendien weten we dat bijvoorbeeld angst het formuleren van hetgeen een kind wil zeggen moeilijker maakt en dat dit de spierspanning kan doen toenemen. Als een kind dat stottert heeft geleerd dat emoties zoals angst en schaamte bespreekbaar zijn, zal zijn lichaam geleidelijk met minder spanning reageren op die emotie en zal het kind hierdoor minder snel volledig blokkeren in zijn spreken. Wat kunnen ouders doen? Ouders maken hun kinderen elke dag mee en zijn daardoor de ideale leermeesters op het gebied van spreken over emoties en gedachten. Weet u niet goed hoe dit aan te pakken? Hieronder volgen wat ideeën en adviezen. U wordt vast uitgedaagd en zult merken hoe leuk het is hier met uw kind mee bezig te zijn. Het praten over gevoelens kan al beginnen op jonge leeftijd. Natuurlijk moet u rekening houden met de ontwikkeling van uw kind. Bij heel jonge kinderen zullen er wat aanpassingen gemaakt moeten worden. Bij jonge kinderen is het al prachtig als ze de vier basisgevoelens kunnen leren herkennen en benoemen. Die basisgevoelens zijn blij, boos, bang en verdrietig. Heel veel andere gevoelens zijn hiermee verbonden. Denk maar aan jaloers (boos) en eenzaam (verdrietig). Als u met uw kind bezig bent, is het leuk allerlei woorden te gebruiken rondom dat ene gevoel, bijvoorbeeld bij blij: vrolijk, lachen, stralen, giechelen, dansen, feest, enzovoort. Houd er rekening mee dat het even belangrijk is dat een kind de emotie blij herkent als dat het de emotie boos herkent. Boosheid is niet stout. Het verband dat het kind legt tussen boos en stout is te begrijpen, maar moet wel doorbroken worden. Alle gevoelens mogen besproken worden. Bijlage 7.3 bij Stotteren 2/5

Kinderen zullen eerst de verschillende gevoelens moeten leren herkennen en benoemen. Dit kunnen ze vaak eerder bij een ander dan bij zichzelf. Kinderen tussen de drie en vier jaar kunnen het gevoel leren benoemen: Die jongen is blij! of Het meisje is boos. Kinderen rond de drie jaar zullen in het begin alleen de erbij horende handeling kunnen verwoorden, bijvoorbeeld huilen bij verdrietig en lachen bij blij. Bij jonge kinderen is het daarom handig regelmatig vier zogenaamde kapstokverhaaltjes rond deze vier gevoelens te vertellen. Een kapstokverhaaltje is een voorbeeldverhaaltje waar makkelijk naar terugverwezen kan worden. Als er zich dan een geschikte situatie voordoet, kunnen we zeggen: Kijk, die jongen is boos, net als dat stampende jongetje uit dat ene verhaaltje. Vergeet niet ook het lichamelijke gevoel te benoemen: een dikke keel bij verdrietig, een bonzend hoofd bij boos, enzovoort. Kinderen kunnen schrikken van de lichamelijke sensatie bij gevoelens. Daarom is het van belang dit te benoemen. Jonge kinderen noemen iemand die niet blij is al snel boos of verdrietig. Bovendien verwarren ze deze beide gevoelens vaak. Dat is begrijpelijk, als ze boos zijn gaan ze immers vaak uit onmacht huilen. Situaties van alledag Uw kind laat iets op de grond vallen, het hoort een bij vliegen, het wil iets doen met zijn speelgoed en het lukt hem niet, het valt van zijn fietsje, het krijgt een cadeautje, het wil een lichtje aanhouden als het gaat slapen... de situaties liggen voor het oprapen als we ervoor open staan. U kunt voor het kind verwoorden wat u denkt dat het voelt, benoem zelf het gevoel en de handeling: Daar schrik je van hè? Je was een beetje bang geloof ik, je moest er helemaal van bibberen, dat heb ik ook wel eens. Ook zonder woorden kunnen we gevoelens uiten, bijvoorbeeld met gezichtsuitdrukkingen. Door het gevoel te verwoorden, wordt de situatie naar verwachting beter hanteerbaar. Als het kind zich begrepen voelt, is de weg immers voor hem vrij om oplossingen te zoeken. Veel kinderen zien vaak nog niet het verband tussen hun gevoelens en de situatie of aanleiding hiertoe. U staat model voor uw kind. Dat betekent echter ook dat uw eigen gevoel anders kan zijn. Bijvoorbeeld: uw kind wordt ongeduldig als hij zijn sokken niet aan krijgt en u vertelt dat u daar wel tegen kan. U zou het gewoon nog eens proberen. U hoeft het dus niet altijd met uw kind eens te zijn, niet altijd met hem mee te gaan. Ook eigen situaties lenen zich om voor uw kind model te staan. Vertel eens waar u die dag zelf boos om was of wat u vrolijk maakte. Bedenk wel dat heel jonge kinderen (tot drie en een half à vier jaar) nog niet mee kunnen praten over situaties die buiten hun directe belevingswereld liggen. Boeken Boeken kunnen kinderen al op jonge leeftijd helpen bij het herkennen, verwerken en bespreekbaar maken van gevoelens en gedachten. Veel kinderen vinden een boek wat veiliger, ze hoeven nog niet over zichzelf te praten als dat nog moeilijk is. In een boek kun je zien hoe andere kinderen of figuren hun problemen bespreekbaar maken en oplossingen zoeken. Je kunt erover napraten, sommige kinderen kunnen zich al verplaatsen in die ander: Wat zou jij slim vinden als jij de persoon uit het boek was? Ook hier weer geldt dat we de kleintjes boeken geven over direct in hun eigen wereld herkenbare gebeurtenissen. Boeken geven kinderen alvast de woorden, zodat ze later hun gevoelens beter kenbaar kunnen maken. Ze moeten de woorden eerst begrijpen voor zij ze gebruiken kunnen. Let er op dat alle gevoelens in het boek ook écht aan bod komen. Het kind heeft er niets aan om alleen moraliserend te horen: Zie je wel dat je niet bang hoeft te zijn! Het is veel leuker om samen allerlei manieren te bedenken om tot een oplossing te komen. Het gaat er immers om dat we de kinderen leren met allerlei gevoelens om te gaan. Dat betekent dat bang zijn mág en dat er in zo n situatie gezocht kan worden naar verschillende oplossingen. En soms (heel moeilijk) is er geen oplossing of is er pas later een oplossing te bedenken en moet het kind daarmee leren omgaan. Dan kan het altijd steun of hulp krijgen, zoals wanneer er iemand overlijdt, wanneer de ouders gaan scheiden of wanneer iemand nog niet zo makkelijk praat. Via boeken leren kinderen dat ze niet de enigen zijn die wel eens bang zijn of verdrietig of anders dan anderen. Bijlage 7.3 bij Stotteren 3/5

Besteed ook aandacht aan vragen naar de gevoelens van anderen, iets goedkeuren of afkeuren en zich verontschuldigen. Dit zijn zaken die u uw kinderen vanaf ongeveer vier en een half jaar kunt gaan vragen omdat uw kind hierbij al vrij veel moet kunnen verwoorden. Er bestaan veel prentenboeken en verhalenboeken. De bibliotheken staan er vol mee, en u kunt ze natuurlijk ook kopen. Lees niet alleen wat er letterlijk in het boek staat. Vertel erbij en vraag dóór, maar maak er ook weer geen ondervraging van. Bedenk ook hier dat de allerjongsten wel kunnen antwoorden op wie-, wat- en waarvragen. De hoe- en waarom- of waardoor-vragen zijn voor hen echt nog te moeilijk. Verwoord zelf op eenvoudige wijze waarom het kind zich zo en zo voelt. Kinderen met spraak-, taal- of stotterproblemen kunnen het heel akelig vinden steeds maar vragen te moeten beantwoorden. Hun taal schiet te kort, hun verstaanbaarheid laat te wensen over of ze gaan steeds meer stotteren als ze op commando moeten vertellen. Het vraagt van u als ouder handigheid hiermee om te gaan. Met gebruikmaking van intonatie en door zelf te vertellen en de nodige pauzes in te lassen lokt u vaak toch wel reacties uit. Praten over emoties is niet altijd makkelijk. Het kost tijd de goede woorden te vinden. Neem die tijd en volg uw kind: We zien ze vaak denken. Wacht rustig af, dan komt er vaak toch wel een reactie. Maak een eigen verhaal: Wat gebeurt hier nou? Hoe kijkt het kindje nou? Ik kan ook zo kijken en jij? Zullen we eens allebei blij kijken? Zullen we eens allebei boos lopen? Ik geloof dat dit jongetje ook verdrietig is, hij voelt misschien wel een hele dikke keel, dat heb ik ook wel eens. En jij? Hé, dat is schrikken! Hij is geloof ik echt bang, dat kan ik zien aan zijn ogen, ik ben benieuwd wat hij nu gaat doen, hoe gaat hij dit oplossen? Als u wilt dat uw kind over zijn gevoelens praat, moet u zorgen dat het samen praten in ieder geval leuk blijft. U bent geen docent maar ouder, praat mét het kind en niet tót het kind. Activiteiten Rondom gevoelens kan veel gespeeld en nagespeeld worden, gemaakt en gedaan worden. Hier volgen wat ideeën, laat uw creativiteit het werk doen: π tekenen en schilderen; π kleien; π maskers maken; π poppenkast spelen, nieuwe maar ook zelf meegemaakte situaties; π fantasiespel met poppen, dieren, auto s, enzovoort; π zelf boeken maken rond gevoelens, allerlei plaatjes zoeken en opplakken; π toneelspelen, heel blij lopen of dansen ; π scènes uit boeken naspelen en raden welke scène of welke persoon het is; π in spiegels laten zien wat boos kijken is en bang kijken, enzovoort; π muziek beluisteren en benoemen wat het je doet; π liedjes zingen; π zelf muziek maken met instrumenten of geluiden. Bijlage 7.3 bij Stotteren 4/5

Televisie, video, dvd en computer Natuurlijk is het mogelijk ook televisie, video en dvd in te schakelen. Let er wel op dat u bij de televisieprogramma s meekijkt. Dan weet u wat er gebeurt en kunt u er zo nodig op inspringen. Niet alles is tenslotte geschikt voor kinderen. Datzelfde geldt voor video en computer. Er is veel leuks te vinden, maar er is helaas ook veel rommel! Verwoord voor het kind wat er gebeurt en praat erover na. Tot slot U heeft gemerkt dat in de therapie van uw kind ook aandacht gegeven wordt aan het (leren) uiten van gevoelens en gedachten. Daarop aansluitend is er aandacht voor het bedenken van eventuele oplossingen. Wanneer de therapie verder vordert, zal op deze vaardigheid steeds meer een beroep gedaan worden. We hopen dat u ideeën heeft gekregen om thuis verder aan de slag te gaan. De therapeut hoort uw vragen, opmerkingen of suggesties graag en helpt u met de vertaling naar de spreek- en stottersituaties. Bijlage 7.3 bij Stotteren 5/5