DELTA LLOYD INSTITUTIONAL



Vergelijkbare documenten
pwc UMICORE NV 27 maart2013

Bedrijfsrevisor. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud

fjr/cewaierhouse(ajpers I

P R O S P E C T U S & S T A T U T E N

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

het commissarisverslag 2013 ERRATUM

DELTA LLOYD INSTITUTIONAL

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt.

INFORMATIE BETREFFENDE DE BEVEK :

NAGELMACKERS INSTITUTIONAL

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

DELTA LLOYD INSTITUTIONAL

Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Resultatenrekening. B. Andere

DELTA LLOYD INSTITUTIONAL

Essentiële beleggersinformatie

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

BIJLAG E 1: COMMISSARISVERSLAG VAN EEN VENNOOTSCHAP (JAARREKEN ING EN OVERIGE DOOR WET- EN REGELGEVING GESTELDE EISEN)

pwc Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van aandeelhouders over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015

Essentiële beleggersinformatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Essentiële beleggersinformatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Aanwezig: - Wilgenhaege Fondsen Management B.V. vertegenwoordigd door de heer R.G.A. Steenvoorden en de heer R.L. Voskamp.

Beleggingsthema s What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Modelverslagen met betrekking tot de statistieken

PROSPECTUS & STATUTEN

Oxylife AXA IM Global Optimal Balance

PROSPECTUS & STATUTEN

Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Vereenvoudigd prospectus: compartiment KBC BONDS CAPITAL FUND

HALFJAARVERSLAG JUNI 2015

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

Asia Pacific Performance

DELTA LLOYD INSTITUTIONAL

Referentiemunt van de sicav: KBL European Private Bankers SA Ernst & Young; 7, Parc d Activité Sydrall, L-5365 Munsbach

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Crelan Fund EconoFuture: altijd de juiste richting.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

EDMOND DE ROTHSCHILD ASIA LEADERS (EdR Asia Leaders)

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

PETERCAM B FUND NV. JAARVERSLAG op 31 december Financiële dienst Petercam NV, beursvennootschap

Terugblik. Maandbericht april 2018

Compartiment ACTIVE FIX TOP EUROPEAN SECTORS

BKCP INVEST BKCP Europe Trackers

Piazza AXA IM Euro Bonds

Fund Life Opportunity Index

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Piazza BlackRock Global Allocation

MPC PRIVATE EQUITYFONDS

Oxylife BlackRock Global Allocation

BKCP INVEST BKCP Bonds

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Vereenvoudigd prospectus: compartiment KBC BONDS CONVERTIBLES

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

HALFJAARLIJKS VERSLAG NAGELMACKERS BEVEK

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Essentiële Beleggersinformatie 19 februari 2014

Vereenvoudigd prospectus: compartiment KBC BONDS INCOME FUND

AXA WORLD FUNDS (de Bevek ) Een Luxemburgse Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

JAARVERSLAG DELTA LLOYD BEVEK

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Beleggingrisico s. Rendement en risico

INFORMATIE BETREFFENDE DE BEVEK :

NN First Class Return Fund

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

Update april 2015 Beleggen

BELGISCHE BIJLAGE BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS SAINT-HONORE INDE

Vereenvoudigd prospectus: compartiment KBC BONDS EUROPE

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

PLUK DE VRUCHTEN VAN 3 STERAANDELEN

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE

Werkprogramma statistieken (ISA 800)

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

HALFJAARLIJKS VERSLAG NAGELMACKERS BEVEK

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

TRIODOS CUSTODY BV Jaarverslag 2013

Fund Life Opportunity Index 2

JAARVERSLAG NAGELMACKERS BEVEK

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

BNP PARIBAS B FUND II BEST OF BONDS 8 DIS

Crelan Fund EconoStocks: investeer in de opportuniteiten van de aandelenmarkten.

Transcriptie:

JAARVERSLAG 31.12.14 DELTA LLOYD INSTITUTIONAL BEVEK Openbare Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Belgisch recht met verschillende compartimenten Naamloze Vennootschap ICB die geopteerd heeft voor beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het prospectus en van het document «De essentiële beleggersinformatie».

INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 4 1.1. ORGANISATIE VAN DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 4 1.2. BEHEERVERSLAG 5 1.2.1. Informatie aan de aandeelhouders 5 1.2.2. Algemeen overzicht van de markten 8 1.3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS OP 31.12.14 14 1.4. GEGLOBALISEERDE BALANS 16 1.5. GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING 17 1.6. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS 18 1.6.1. Samenvatting van de regels 18 1.6.2. Wisselkoersen 19 2. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES 20 2.1. BEHEERVERSLAG 20 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 20 2.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 20 2.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 20 2.1.4. Toekomstig beleid 21 2.1.5. Synthetische risico- en opbrengstindicator 21 2.2. BALANS 22 2.3. RESULTATENREKENING 23 2.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 24 2.4.1. Samenstelling van de activa op 31.12.14 24 2.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 28 2.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 29 2.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 30 2.4.5. Rendementen 30 2.4.6. Lopende kosten 31 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 31 3. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM 32 3.1. BEHEERVERSLAG 32 3.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 32 3.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 32 3.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 32 3.1.4. Toekomstig beleid 33 3.1.5. Synthetische risico- en opbrengstindicator 33 3.2. BALANS 34 3.3. RESULTATENREKENING 35 3.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 36 3.4.1. Samenstelling van de activa op 31.12.14 36 3.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 37 3.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 38 2

3.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 38 3.4.5. Rendementen 38 3.4.6. Lopende kosten 39 3.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 39 4. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM 40 4.1. BEHEERVERSLAG 40 4.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 40 4.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 40 4.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 40 4.1.4. Toekomstig beleid 41 4.1.5. Synthetische risico- en opbrengstindicator 42 4.2. BALANS 43 4.3. RESULTATENREKENING 44 4.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 45 4.4.1. Samenstelling van de activa op 31.12.14 45 4.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 47 4.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 47 4.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 48 4.4.5. Rendementen 48 4.4.6. Lopende kosten 49 4.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 49 3

1. ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 1.1. ORGANISATIE VAN DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP Maatschappelijke zetel Havenlaan 86C bus 320-1000 Brussel Oprichtingsdatum 23 oktober 1992 Raad van Bestuur - Emiel Roozen, Chief Financial Officer van Delta Lloyd Groep NV, Voorzitter, tot 01/12/2014 - DELTA LLOYD BANK NV, Vertegenwoordigd door de heer Wim ANTOONS, Lid van de Raad van Bestuur - Rob Van Mazijk, Chief Operating Officer van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT, Lid van de Raad van Bestuur, sinds 08/05/2014. - Peter Knoeff, Chief Financial Officer van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT, Lid van de Raad van Bestuur, tot 29/08/2014 - Alex OTTO, Chief Executive Officer van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Lid van de Raad van Bestuur, tot 08/5/2014 - Huug Laoh, Compliance Officer van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT, Lid van de Raad van Bestuur - Tanguy Van de Werve, Directeur Général Leaseeurope & Eurofinas, Onafhankelijk lid van de Raad van Bestuur - Stefaan Sterck, Zelfstandig Consulent, Onafhankelijk lid van de Raad van Bestuur; sinds 18/09/2014 - FIMACS, Vertegenwoordigd door de heer Samuel MELIS, Lid van de Raad van Bestuur Personen aan wie de effectieve leiding is toevertrouwd - FIMACS, Vertegenwoordigd door de heer Samuel MELIS, Lid van de Raad van Bestuur. - Huug LAOH, Compliance Officer van DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Lid van de Raad van Bestuur. Beheertype Zelfbeheerde bevek Commissaris PwC Bedrijfsrevisoren B.C.V.B.A, Vertegenwoordigd door de heer Roland Jeanquart, Woluwedal 18-1932 Sint-Stevens- Woluwe Bewaarder CACEIS BANK LUXEMBOURG S.A., Brussels Branch Havenlaan 86C, b320-1000 Brussel. CACEIS BANK LUXEMBOURG S.A is een Kredietinstelling naar Luxemburgs recht onderbracht in de «Bank» rubriek overeenkomstig artikel 65 van de wet van 22/03/1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Delegatie van het beheer van de beleggingsportefeuille DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, Nederland Delegatie van de administratie CACEIS Belgium NV, Havenlaan 86C b320-1000 Brussel Financiële dienst DELTA LLOYD BANK NV, Sterrenkundelaan 23-1210 Brussel Distributeur DELTA LLOYD BANK NV, Sterrenkundelaan 23-1210 Brussel Promotor van de bevek DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT NV, Amstelplein 6, 1096 BC Amsterdam, Nederland Compartimenten DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES DELTA LLOYD INSTITUTIONAL MEDIUM TERM DELTA LLOYD INSTITUTIONAL VARIABLE TERM 4

1.2. BEHEERVERSLAG 1.2.1. Informatie aan de aandeelhouders Delta Lloyd Institutional Bevek met verschillende Compartimenten die geopteerd heeft voor beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG en die, wat haar werking en beleggingen betreft, wordt beheerst door de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. De bevek werd op 23 oktober 1992 opgericht voor onbepaalde duur en de statuten werden voor het laatst gewijzigd ingevolge de akte van 30 oktober 2014. De meest recente versie van de gecoördineerde statuten werd gepubliceerd in november 2014. De globalisatievaluta is de EUR. Het maatschappelijk kapitaal is steeds gelijk aan de waarde van het netto-actief. Het minimumkapitaal van de bevek bedraagt één miljoen tweehonderd duizend euro ( 1.200.000) of het equivalent daarvan in een andere valuta. Het boekjaar loopt ten einde op 31 december van elk jaar. De BEVEK is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnr. 0448.486.527. De doelstelling van de bevek is de aandeelhouders de mogelijkheid bieden om te genieten van een professioneel beheer van een portefeuille van overdraagbare effecten en/of andere financiële activa, zoals vastgelegd in het beleggingsbeleid van elk compartiment. Beleggingen in de bevek dienen te worden beschouwd als beleggingen op middellange tot lange termijn. Er kan niet worden gewaarborgd dat de bevek haar beleggingsdoelstellingen behaalt. De beleggingen van de bevek zijn onderworpen aan normale marktschommelingen en aan de risico's gekoppeld aan beleggen. Er kan niet worden gewaarborgd dat de belegging in de bevek winstgevend zal zijn. De bevek streeft naar een gediversifieerde portefeuille om de beleggingsrisico's te beperken. RISICO'S VERBONDEN AAN BELEGGING IN DE BEVEK Het is belangrijk dat beleggers begrijpen dat alle investeringen risico s inhouden. Geen enkele formele waarborg is verleend aan de Compartimenten, noch aan zijn deelnemers. Marktrisico Dit is een algemeen risico dat van toepassing is op alle soorten beleggingen. De schommelingvan de waarde van effecten en andere instrumenten wordt voornamelijk bepaald door de schommeling van de financiële markten en door de economische ontwikkeling van de uitgevers, die op hun beurt worden beïnvloed door de algemene toestand van de wereldeconomie en de economische en politieke ontwikkelingen in hun eigen land. Risico's gekoppeld aan aandelenmarkten De risico's gekoppeld aan beleggingen in aandelen (en verwante instrumenten) zijn sterke koersschommelingen, negatieve informatie over uitgevers of de markt en de ondergeschiktheid van aandelenkapitaal ten opzichte van schuldinstrumenten uitgegeven door dezelfde vennootschap. Koersschommelingen kunnen op korte termijn toenemen. Het risico dat één of meer bedrijven verlies lijden of geen groei vertonen kan een negatieve impact hebben op de prestaties van de portefeuille. Compartimenten die beleggen in groeibedrijven kunnen meer volatiel zijn dan de globale markt en kunnen anders reageren op economische en politieke ontwikkelingen, en op marktontwikkelingen die specifiek zijn voor de uitgever. Traditiegetrouw is de waarde van groeibedrijven meer volatiel dan deze van andere bedrijven, vooral op korte termijn. De aandelenkoers van groeibedrijven kan in verhouding tot de winst van het bedrijf duurder zijn dan de markt in het algemeen. Aandelen van groeibedrijven kunnen meer gevoelig zijn voor winstwijzigingen. Risico's gekoppeld aan obligaties, schuldinstrumenten & vastrentende waarden (inclusief hoogrentende obligaties) en converteerbare obligaties Voor compartimenten die beleggen in obligaties of andere schuldinstrumenten zal de waarde van de onderliggende beleggingen afhangen van de marktrente, de kredietkwaliteit van de uitgever en liquiditeitsfactoren. De netto-inventariswaarde van een compartiment dat belegt in schuldinstrumenten zal schommelen naargelang de schommeling van de rente (=renterisico), de vermeende kredietkwaliteit van de uitgever, marktliquiditeit en ook wisselkoersen (wanneer de valuta van de onderliggende belegging een andere is dan de referentievaluta van het compartiment). Beleggingen in converteerbare obligaties zijn gevoelig voor schommelingen van de koers van onderliggende aandelen ("aandelencomponent" van de converteerbare obligatie) en bieden tegelijk een zekere vorm van kapitaalbescherming ( obligatiedrempel van de converteerbare obligatie). Hoe hoger de aandelencomponent, hoe lager de overeenstemmende kapitaalbescherming. Logischerwijs zal het risicoprofiel van een converteerbare obligatie waarvan de marktwaarde ten gevolge van de koersstijging van het onderliggende aandeel aanzienlijk is gestegen, dichter aansluiten bij het risicoprofiel van een aandeel. Anderzijds zal het risicoprofiel van een converteerbare obligatie, waarvan de marktwaarde ten gevolge van de 5

koersdaling van het onderliggende aandeel tot het niveau van haar obligatiedrempel is gedaald, naargelang dit niveau dichter aansluiten bij het risicoprofiel van een traditionele obligatie. Converteerbare obligaties, evenals andere obligatietypes, zijn onderhevig aan het risico dat de uitgever zijn verplichtingen qua betaling van de rente en/of de terugbetaling van het kapitaal op de vervaldag (kredietrisico) niet kan nakomen. De waarneming door de markt van een grotere waarschijnlijkheid van wanbetaling of faillissement van een uitgever, kan een aanzienlijke daling van de marktwaarde van de obligatie tot gevolg hebben en dus van de bescherming geboden door de obligatie. Bovendien zijn de obligaties blootgesteld aan het risico van een daling van hun marktwaarde ten gevolge van een verhoging van de referentierente (renterisico). Risico's gekoppeld aan beleggingen in opkomende markten Opschorting en stopzetting van betaling door ontwikkelingslanden kunnen veroorzaakt worden door een aantal factoren zoals politieke onstabiliteit, een slecht financieel beheer, een gebrek aan valutareserves, kapitaalvlucht, interne conflicten of het ontbreken van politieke wil om eerder aangegane schulden te blijven nakomen. Deze factoren kunnen ook een weerslag hebben op het vermogen van uitgevers uit de privésector om aan hun verplichtingen te voldoen. Daarnaast worden deze uitgevers onderworpen aan decreten, wetten en regelgeving opgelegd door de overheid. Deze houden bijvoorbeeld verband met wijzigingen op het vlak van deviezencontrole en van het wettelijk en regelgevend kader, onteigeningen en nationaliseringen en de invoering of verhoging van belastingen, zoals bronbelasting. Systemen voor verrekening of clearing van transacties zijn vaak minder goed georganiseerd dan op ontwikkelde markten. Dit brengt het risico mee van uitstel of annulering van de vereffening of clearing. De marktpraktijken kunnen vereisen dat verworven verhandelbare effecten of andere instrumenten eerst worden betaald alvorens ze worden ontvangen, of dat ze eerst worden afgeleverd en dan pas worden betaald. In deze omstandigheden kan het in gebreke blijven van de tegenpartij door wie de transactie wordt uitgevoerd of vereffend bijdragen tot verlies voor het compartiment dat belegt op deze markten. Ook de onzekerheid gekoppeld aan een onduidelijk wettelijk klimaat of de onmogelijkheid om duidelijk gedefinieerde eigendoms- en wettelijke rechten vast te leggen zijn bepalende factoren. Hierbij komt nog het gebrek aan betrouwbaarheid van de informatiebronnen in deze landen, het feit dat boekhoudmethodes niet in overeenstemming zijn met de internationale standaarden en de afwezigheid van financiële of commerciële controles. Concentratierisico Sommige compartimenten kunnen hun beleggingen concentreren in één of meer landen, geografische regio's, economische sectoren, aandelenklassen, soorten financiële instrumenten of valuta's. Daardoor kunnen deze compartimenten in sterkere mate worden beïnvloed door ongunstige ontwikkelingen op economisch, sociaal, politiek of fiscaal vlak in deze landen of geografische regio's of betreffende deze economische sectoren, aandelenklassen, soorten instrumenten of valuta's. Renterisico De waarde van een belegging kan worden beïnvloed door renteschommelingen. De rente kan op haar beurt worden beïnvloed door heel wat elementen of gebeurtenissen, zoals monetaire strategieën, discontovoet, inflatie, enz. Beleggers dienen zich ervan bewust te zijn dat een stijging van de rente kan leiden tot een daling van de waarde van de beleggingen in obligaties en schuldinstrumenten. Aangezien de prijs en het rendement van een obligatie varieert in tegengestelde richting, gaat de daling van de prijs van de obligatie gepaard met een stijging van zijn rendement. Kredietrisico Kredietrisico is het risico gekoppeld aan het vermogen van de uitgever om aan zijn verplichtingen te voldoen. Kredietrisico kan leiden tot een daling van de kredietkwaliteit van een uitgever van obligaties of schuldinstrumenten. Hierdoor kan de waarde van de beleggingen dalen. De daling van de kredietkwaliteit van een uitgifte of uitgever kan leiden tot een daling van de waarde van de obligaties waarin het compartiment belegt. De obligaties of schuldinstrumenten uitgegeven door instellingen met een lagere kredietkwaliteit worden meestal geacht groter kredietrisico en een groter risico van wanbetaling in te houden dan deze uitgegeven door instellingen met een hogere kredietkwaliteit. Wanneer de uitgever van obligaties of schuldinstrumenten met financiële of economische moeilijkheden kampt, kunnen de waarde van de obligaties of schuldinstrumenten (die tot nul kan herleid worden) en de betalingen verricht voor de obligaties of schuldinstrumenten (die tot nul kunnen herleid worden) aangetast worden. Wisselkoersrisico Indien een compartiment in het bezit is van activa uitgedrukt in een andere valuta dan de referentievaluta, dan kan dit getroffen worden door wisselkoersschommelingen tussen de referentievaluta en de andere valuta's of door wijzigingen op het vlak van rentecontroles. Indien de valuta waarin een effect is uitgedrukt in waarde vermeerderd ten opzichte van de referentievaluta van het compartiment, dan stijgt ook de equivalente waarde van het effect in die valuta. En omgekeerd zorgt een daling van de wisselkoers van de valuta voor een negatieve ontwikkeling van de waarde van het effect. Wanneer het compartiment transacties uitvoert om zich af te dekken tegen wisselkoersrisico, kan de volledige doeltreffendheid van deze transacties niet gewaarborgd worden. 6

Liquiditeitsrisico Het risico dat beleggingen in het compartiment illiquide worden omdat de markt te krap is (vaak te zien aan een bijzonder groot verschil tussen bied- en laatprijs of andere belangrijke koersbewegingen), of bij een daling van de kredietkwaliteit van de uitgever van effecten, of een verslechtering van de economische situatie. Dit kan tot gevolg hebben dat deze beleggingen niet snel genoeg kunnen verkocht worden om verlies voor het compartiment te voorkomen of te beperken. Ten slotte bestaat ook het risico dat effecten verhandeld op een krap marktsegment, zoals de markt voor small caps, onderworpen zijn aan een grotere prijsvolatiliteit. Tegenpartijrisico Bij het afsluiten van onderhandse contracten (OTC-contracten), kan de bevek blootgesteld zijn aan risico's gekoppeld aan de solvabiliteit van de tegenpartij en aan het onvermogen van de tegenpartij om aan haar contractuele verplichtingen te voldoen. De bevek kan futures, opties en swaps of andere afgeleide technieken gebruiken, die elk gekoppeld zijn aan het risico dat de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichtingen voldoet. Risico's gekoppeld aan afgeleide instrumenten Als onderdeel van het in de beschrijvende fiche van elk compartiment omschreven beleggingsbeleid kan de bevek gebruikmaken van afgeleide financiële instrumenten. Deze instrumenten kunnen gebruikt worden met het oog op afdekking en als onderdeel van een beleggingsstrategie voor hogere prestaties. Het gebruik van afgeleide financiële instrumenten kan beperkt zijn door de marktomstandigheden en door de toepasselijke regelgeving en kan gekoppeld zijn aan risico's en kosten waaraan het compartiment dat deze instrumenten gebruikt niet zou blootgesteld worden indien hier geen gebruik van gemaakt werd. De risico's gekoppeld aan het gebruik van opties, valutacontracten, swaps, futurescontracten en opties op dergelijke contracten omvatten in het bijzonder: (a) het feit dat het succes hiervan afhangt van de nauwkeurigheid van de analyse van de portefeuillebeheerder(s) aangaande de renteschommelingen, de koersen van overdraagbare effecten en/of geldmarktinstrumenten en valutamarkten en eventuele andere onderliggende elementen voor het afgeleide instrument; (b) het bestaan van een gebrekkige samenhang tussen de koers van de opties, futurescontracten en opties op deze futures en de schommelingen van de koersen van overdraagbare effecten, geldmarktinstrumenten of afgedekte valuta's; (c) het feit dat de vaardigheden die vereist zijn voor het gebruik van deze afgeleide financiële instrumenten verschillen van de vaardigheden die vereist zijn voor het selecteren van effecten voor de portefeuille; (d) de mogelijkheid dat de secundaire markt voor een specifiek afgeleid financieel instrument op een gegeven ogenblik niet liquide is; en (e) het risico dat een compartiment niet in staat is om een effect in de portefeuille op een gunstig ogenblik te kopen of te verkopen of dat het compartiment een actief in de portefeuille in ongunstige omstandigheden moet verkopen. Wanneer een compartiment swaptransacties verricht, wordt het blootgesteld aan tegenpartijrisico. Het gebruik van afgeleide financiële instrumenten gaat bovendien gepaard met een risico verbonden aan het hefboomeffect. Een hefboomeffect wordt verkregen door een klein kapitaalbedrag te investeren voor de aankoop van afgeleide financiële instrumenten ten aanzien van de directe kosten van aankoop van de onderliggende activa. Hoe groter het hefboomeffect, hoe groter de schommeling van de koers van het afgeleide financiële instrument indien de koers van het onderliggende actief wijzigt (ten opzichte van de inschrijvingsprijs vastgelegd in de voorwaarden van het afgeleide financiële instrument). Het mogelijke voordeel en de risico's gekoppeld aan deze instrumenten nemen dus evenredig toe met de stijging van het hefboomeffect. Ten slotte is er geen enkele garantie dat de beoogde doelstelling zal behaald worden door het gebruik van deze afgeleide financiële instrumenten. Rendementsrisico Dit is het risico verbonden aan de volatiliteit van de prestaties van het Compartiment. Deze prestatie is rechtstreeks gerelateerd aan de investeringen uitgevoerd door het Compartiment, in overeenstemming met haar beleggingsbeleid ten opzichte van de markt onder dit beleid. Inflatierisico Na verloop van tijd tast de inflatie de koopkracht, verbonden aan het houden van investeringen, aan. Belastingen Beleggers worden er in het bijzonder op gewezen dat (i) de opbrengsten van de verkoop van effecten op sommige markten, of de ontvangst van dividenden of andere inkomsten kunnen onderworpen zijn, of kunnen onderworpen worden, aan belastingen, heffingen, taksen of andere kosten of lasten opgelegd door de plaatselijke belastingautoriteiten op die markt, inclusief bronbelasting, en/of dat (ii) de beleggingen van de compartimenten kunnen onderworpen zijn aan specifieke belastingen of lasten opgelegd door belastingautoriteiten op sommige markten. In sommige landen waarin een compartiment belegt, of eventueel in de toekomst kan beleggen, zijn de fiscale wetten en praktijken niet duidelijk vastgelegd. Het is daarom mogelijk dat de huidige interpretatie van de wet, of het inzicht in de praktijk verandert, of dat de wet met terugwerkende kracht wordt gewijzigd. Bijgevolg kan een compartiment in deze landen onderworpen worden aan een bijkomende belasting die niet voorzien is op de publicatiedatum van dit Prospectus, noch op het ogenblik waarop beleggingen worden gedaan, gewaardeerd of overgedragen. Risico's gekoppeld aan beleggingen in deelbewijzen van icb's Door te beleggen in deelbewijzen van icb's (inclusief eventueel beleggingen door sommige compartimenten van de bevek in deelbewijzen van een ander compartiment van de bevek) is de bevek blootgesteld aan risico's gekoppeld aan de financiële instrumenten die deze icb's in hun portefeuille aanhouden en die hierboven werden beschreven. Sommige risico's zijn echter 7

inherent verbonden aan het bezit van deelbewijzen van icb's door de bevek. Sommige icb's kunnen een hefboomeffect toepassen door gebruik te maken van afgeleide instrumenten of door te belenen. Een hefboomeffect zorgt voor een grotere volatiliteit van de deelbewijzen van icb's en dus voor een groter gevaar voor kapitaalverlies. De meeste icb's voorzien ook de mogelijkheid van het tijdelijk opschorten van terugbetalingen in uitzonderlijke omstandigheden. Beleggingen in deelbewijzen van icb's zijn dus aan een groter liquiditeitsrisico blootgesteld dan een directe belegging in een portefeuille van overdraagbare effecten. Anderzijds bieden beleggingen in deelbewijzen van icb's de bevek een flexibele en efficiënte toegang tot verschillende beleggingsstrategieën van professionele vermogensbeheerders en meer gediversifieerde portefeuilles. Een compartiment dat voornamelijk belegt via icb's zorgt ervoor dat zijn icbportefeuille beschikt over voldoende liquiditeit om aan zijn eigen terugbetalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Bij beleggingen in deelbewijzen van icb's kunnen bepaalde kosten dubbel worden aangerekend. Naast de kosten die een belegger al heeft betaald aan het compartiment waarin hij belegt, moet de belegger ook een gedeelte betalen van de kosten die betaald worden aan de icb waarin het compartiment heeft belegd. Betekenisvolle en relevante risico s De bevek biedt de belegger een keuze van compartimenten die een verschillende risicograad en dus, in principe, een verschillend rendementsperspectief op lange termijn kunnen hebben in verhouding tot het aanvaarde risico. BESTAAN VAN FEE-SHARING AGREEMENTS Het percentage van de beheercommissie die door de beheerder op dit compartiment wordt afgehouden is onafhankelijk van de retrocessie van de vergoeding die aan de verdeler wordt toegekend. Een latere aanpassing van dit percentage van de beheercommissie kan enkel gebeuren na goedkeuring door de Raad van Bestuur. De verdeling en het bedrag van de beheercommissie tussen de beheerder en de verdeler gebeuren aan marktcondities, 67% van de beheersfee komt toe aan de verdeler, wat belangenconflicten vermijdt. SOCIAAL ETHISCHE, MILIEUASPECTEN EN MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Overeenkomstig de wet van 8 juni 2006, wapenwet genoemd, zoals gewijzigd voor de laatste keer door de wet van 16 juli 2009,investeren de compartimenten niet in effecten uitgegeven door ondernemingen naar Belgisch recht of naar buitenlands recht, waarvan de activiteit bestaat uit de vervaardiging, het gebruik, het herstel, het te koop stellen, het verkopen, de verdeling, invoeren of uitvoeren, het opslaan of vervoeren van antipersoonsmijnen, submunitie en/of inerte munitie en bepantsering met verarmd uranium of elk ander industrieel uranium in de zin van de wet, en met het oog op de verspreiding ervan. Delta Lloyd Asset Management erkent als belegger haar maatschappelijke verantwoordelijkheid.delta Lloyd wil zich hierover verantwoorden naar haar klanten, maar ook naar de bedrijven waarin wij beleggen. Verantwoord beleggen sluit aan op de kernwaarden van Delta Lloyd Groep en past bij de manier waarop Delta Lloyd Asset Management wil opereren: met oog voor mens, milieu en maatschappij. Delta Lloyd sluit bedrijven uit die handelen in strijd met UN Global Compact principes en/of die betrokken zijn bij controversiële wapens. Delta Lloyd laat bij het nemen van haar beleggingsbeslissingen informatie meewegen over milieu-aspecten, sociale omstandigheden en het goed ondernemingsbestuur (ESG informatie) van de bedrijven en landen waarin zij investeert. Een onafhankelijk, gespecialiseerd onderzoeksbureau voorziet de beleggers van Delta Lloyd van deze ESG informatie. De Commissie Verantwoord Beleggen bewaakt de naleving van het verantwoord beleggen beleid en bespreekt in haar vergaderingen de huidige uitsluitingen en eventueel nieuw uit te sluiten bedrijven, marktontwikkelingen en thema s. Verplichte Informatie in het kader van artikel 523 van de vennootschapswetgeving Er hebben zich, noch rechtstreeks of noch onrechtstreeks, evenementen voorgedaan waar een belang van vermogensrechtelijke aard was dat strijdig was met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur. 1.2.2. Algemeen overzicht van de markten MACRO-ECONOMIE De wereldeconomie is in 2014 naar verwachting gegroeid met 3,0%, wat gelijk is aan het cijfer over 2013. Ter vergelijking: het gemiddelde wereldwijde groeicijfer over de laatste halve eeuw bedroeg 3,6%. In het derde kwartaal van 2014 lijkt dit gemiddelde te zijn overtroffen, terwijl het groeitempo in het eerste halfjaar van 2014 daalde tot onder de 2,75%, vooral als gevolg van eenmalige oorzaken in de Verenigde Staten en een belastingverhoging in Japan. Over het gehele jaar bezien stelden opkomende markten en de eurozone teleur. De daling van de grondstoffenprijzen was de belangrijkste oorzaak achter de sterk lagere inflatie die zich wereldwijd voordeed. 8

Verenigde Staten De VS begonnen het jaar moeilijk met een krimp van de economie van 2,1% op jaarbasis in het eerste kwartaal. Later bleek dat dit vooral te wijten was aan extreme kou en een aantal tijdelijke negatieve effecten. Gaandeweg het jaar verbeterde de conjunctuur met een voorlopig hoogtepunt in het derde kwartaal. Toen steeg de economische activiteit met 5,0%, het hoogste cijfer sinds 2003. Alle grote bestedingscomponenten droegen bij aan de groei. De handelsbalans leverde een positieve bijdrage door een verbeterde energiebalans met het buitenland, dit dankzij de winning van schaliegas. De werkloosheid daalde tot van 5,7% van de beroepsbevolking. Op het politieke vlak was het relatief rustig. Al vroeg in het jaar werden begrotingsafspraken tot in 2015 gemaakt. Ook de winst van de Republikeinen bij de tussentijdse verkiezingen in oktober leidde in 2014 niet tot de politieke patstellingen die voorgaande jaren kenmerkten. Eurozone De economie in de eurozone groeide slechts zeer beperkt. Niet onverwacht waren Frankrijk en Italië de grootste tegenvallers, maar ook de Duitse economie bleef achter bij de verwachtingen. Het werd niet duidelijk in hoeverre inzakkende exportmarkten als Rusland en China daar debet aan waren. In Italië leek de nieuwe regering van de jonge premier Renzi de eerste hervormingsstappen te zetten, terwijl het Frankrijk van president Hollande nog met Brussel streed over de grootte van het tekort op de Franse begroting. Het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) was sterk verruimend, terwijl de begrotingsbezuinigingen in de eurozone verminderden. De nieuwe voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, kondigde een Europees investeringsprogramma aan. Japan De Japanse economie leed meer dan verwacht onder de in april doorgevoerde verhoging van de omzetbelasting. Het consumentenvertrouwen daalde tegen het eind van het jaar aanzienlijk. Premier Abe stuurde aan op vervroegde verkiezingen in december, met als inzet het uitstellen van een tweede ronde van verhoging van de omzetbelasting. Deze verkiezingen werden door zijn coalitie met grote meerderheid gewonnen. Opkomende markten Het jaar 2014 was voor diverse grote opkomende landen een verkiezingsjaar. India en Indonesië kregen nieuwe regeringsleiders en de hoop ontstond dat zij een beter economisch beleid zouden voeren. In Zuid-Afrika, Brazilië en Turkije veranderden de politieke verhoudingen nauwelijks. De angst voor politieke onrust in die landen ebde weg. De Chinese groei vertraagde langzaam. De Chinese beleidsmakers probeerden de vastgoedmarkt te stabiliseren. Ook probeerden ze mogelijke problemen door de hoge kredietgroei (in de schaduwbankensector) te voorkomen, zonder de groei te veel geweld aan te doen. Geopolitiek De geopolitieke spanningen zijn in 2014 opgelopen. De Oekraïne-crisis verslechterde de verhoudingen tussen het Westen en Rusland danig. In het Midden-Oosten nam de macht van IS toe, waarop een alliantie rond de VS besliste om zich in de strijd te mengen. De oplopende politieke spanningen leidden in 2014 nog niet tot de gebruikelijke economische reacties, zoals het oplopen van de olieprijs of het stijgen van de goudprijs. Inflatie De per saldo bijna gehalveerde olieprijs en de daling van de voedselprijzen vormden de belangrijkste oorzaken achter de wereldwijde afname van de inflatie in 2014. Later in het jaar zwakte ook de kerninflatie (prijsstijging zonder rekening te houden met volatiele componenten als voeding en energie) verder af. In de eurozone bereikte de jaar-op-jaar gemeten verandering van het algemene prijsniveau in december het negatieve niveau van -0,2%, waarmee feitelijk sprake was van deflatie. In Japan steeg de inflatie, maar minder dan gewenst. Dit ondanks de ruime monetaire politiek, de daling van de yen en de verhoging van de omzetbelasting. In de VS bleven de inflatiecijfers boven de 1% liggen, maar onder de doelstelling van 2% zoals gesteld door de Amerikaanse centrale bank, de Fed. De lonen lieten nauwelijks een stijging zien, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt in een toenemend aantal sectoren. 9

AANDELENMARKTEN Algemeen Na een aarzelende start heerste er in 2014 grotendeels een positieve stemming op de aandelenmarkten. In eerste instantie waren de stijgende aandelenindices vooral te danken aan de signalen van centrale banken dat de renteniveaus nog langere tijd laag zouden kunnen blijven. Met name defensieve aandelen vertoonden een koersstijging. Dit kwam vooral door onzekerheden op geopolitiek gebied (Oekraïne) en door de neerwaartse bijstelling van economische groeiverwachtingen. Het beperken van niet-conventionele beleidsmaatregelen door de Fed zorgde voor een terugtrekking van kapitaal uit een aantal kwetsbare opkomende markten, met dalende valutakoersen als gevolg. Dit veroorzaakte een tijdelijke correctie op de aandelenbeurzen. Later verbeterden de economische cijfers en steeg ook het optimisme ten aanzien van de winstgroei van meer cyclische ondernemingen. In het vierde kwartaal was een hapering zichtbaar door zorgen omtrent de lage olieprijs, de situatie in Griekenland en tegenvallende economische cijfers uit Duitsland. Uiteindelijk liet de MSCI World Index een stijging van 19,5% zien (in euro gemeten). Voor een deel was deze stijging in euro terug te voeren op de daling van de euro ten opzichte van de dollar, waardoor het toch al goede rendement op Amerikaanse aandelen, die een groot deel van de MSCI World Index uitmaken, werd versterkt. De stijging van de MSCI World Index in lokale valuta bedroeg 9,8%. Segmenten De rendementen van de meeste regio s bleven in de eerste helft van het jaar (in euro gemeten) dicht bij elkaar. Met name vanwege aanhoudend positieve macro-economische cijfers liep de Noord-Amerikaanse markt in de tweede helft van het jaar uit op de overige markten. De eurozone liet met een rendement van 4,3% de minste stijging zien. Tussen de verschillende sectoren waren aanmerkelijke rendementsverschillen zichtbaar. Zo voerde Gezondheidszorg (+34,6%) de boventoon, dit dankzij opwaartse winstbijstellingen en een aantal grote overnames in de sector. Als goede tweede eindigde de IT-sector (+32,3%), met forse koersstijgingen van een aantal zwaargewichten (Apple, Intel, en Facebook). De nutsbedrijvensector (+31,4%) werd geholpen door de lage rente. Geen enkele sector toonde een negatief rendementscijfer, gemeten in euro. De energiesector (+0,7%) bleef het meest achter, als gevolg van de dalende olieprijs. Ook de basismaterialensector (+8,2%) kon de gemiddeld hoge koersstijgingen niet bijhouden. 10

Per saldo presteerden ondernemingen met een grote marktkapitalisatie beter dan ondernemingen met een kleine marktkapitalisatie, terwijl groeiaandelen het beter deden dan waardeaandelen. Opvallend was de toenemende overnameactiviteit, met voorop de sectoren Gezondheidszorg en Telefonie, en het grote aantal IPO s (nieuwe beursnoteringen). Deze overnames en het gemak waarmee IPO s werden geplaatst waren een bevestiging van de grote hoeveelheid beschikbaar kapitaal dat op zoek was naar rendement in de omgeving van lage rente. Daarnaast was dit een teken van vertrouwen bij beleggers, wat ook terug te zien was in de historisch lage volatiliteit die was ingeprijsd in optiecontracten. Het klimaat van lage rente was ook positief voor aandelen in het segment Indirect Onroerend Goed. De winstcijfers bleven over het algemeen achter bij de verwachting. In de eurozone was dit iets sterker het geval dan in de VS. Voor de komende periode zal de lage olieprijs tot aanzienlijke winstdalingen in de oliesector leiden. Door het zware gewicht van de olie-industrie heeft dit een drukkend effect op het marktgemiddelde. Vooruitzichten aandelenmarkten Aantrekkende economische groei, gezonde bedrijfswinsten en ruime monetaire politiek bieden steun aan de aandelenmarkten. Daarnaast blijft er in de omgeving van lage rente veel kapitaal dat op zoek is naar rendement, wat voor een aanzienlijke vraag naar aandelen zorgt. Vooral voor Europese aandelen biedt dit een gunstig perspectief. Deze bleven in 2014 namelijk achter, terwijl de concurrentiepositie van Europese bedrijven is verbeterd door de dalende euro. Er dient echter rekening te worden gehouden met politieke onzekerheid rondom onder meer ECB-acties en Griekenland. Hierdoor kan de stemming in 2015 wisselend zijn, net als in de tweede helft van 2014. VASTRENTENDE MARKTEN De rente op de kapitaalmarkt daalde in 2014 van 2% naar 0,6% (rente op 10-jaars Duitse staatsobligaties), dit als gevolg van het beleid van de ECB en de zoektocht naar rendement. Door laag gebleven zwakke economische groei in 2014 en de alsmaar dalende inflatie moest de ECB alle zeilen bijzetten om deflatie te voorkomen. Zo verlaagde de ECB het officiële rentetarief stapsgewijs van 0,25% naar 0,05%. Ook werd een nieuwe T-LTRO (targeted longer term refinancing operation) aangekondigd om de kredietverschaffing door banken aan het midden- en kleinbedrijf te stimuleren. De speculaties over een eventueel ECB-opkoopprogramma voor staatsleningen in het kader van monetaire verruiming (quantitative easing; QE) namen tegen het eind van het jaar toe. Hierdoor daalde niet alleen de rente, maar daalden ook de risico opslagen op staatsobligaties. Deze gingen sterk naar beneden door het opkoopprogramma van leningen met onderpand (Asset Backed Securities; ABS) door de ECB. Ook de risico-opslagen op Zuid-Europese staatsobligaties daalden sterk, op die van Griekenland na. In Griekenland ontstond tegen het einde van het jaar een politiek onzekere situatie, waardoor de rente op Grieks staatspapier fors opliep. De kans dat de linkse partij Syriza, die minder eurogezind is, in 2015 gaat regeren, nam toe. Dat leidde tot nieuwe speculaties over een Grexit (het uittreden van Griekenland uit de eurozone). De risico-opslagen op bedrijfsobligaties daalden vooral in de eerste helft van het jaar. Door problemen bij de Portugese bank Banco Espirito Santo, de impact van de sancties tegen Rusland en een dalende olieprijs kwam er in de tweede helft van het jaar meer volatiliteit in de risico-opslagen. De economische situatie in de VS verbeterde sterk in 2014. Hierdoor kon de Fed haar programma voor het opkopen van activa stapsgewijs volledig afbouwen. De Amerikaanse centrale bank werd tegen het eind van het jaar echter steeds voorzichtiger met 11

de communicatie over het moment van een eerste renteverhoging in de VS. Hierdoor daalde de rente op 10-jaars Amerikaanse staatsobligaties in 2014 van 3% naar 2,1%, een aanzienlijk kleinere daling dan in Europa. Vooruitzichten vastrentende markten Als gevolg van inflatieontwikkelingen, economische groeiverwachtingen, monetair beleid van de ECB en het nog steeds voortgaande proces van schuldafbouw, is het de verwachting dat de rente in Europa nog geruime tijd op een laag niveau zal blijven liggen. Daar waar de ECB met grote waarschijnlijkheid genoodzaakt zal zijn tot verdere economische stimulering, zien wij in de VS en het Verenigd Koninkrijk juist een tegenovergestelde ontwikkeling. In de VS is de geldkraan al dichtgedraaid en verwacht de kapitaalmarkt de eerste renteverhoging door de Fed in de tweede helft van 2015. Nieuwe regels voor banken en verzekeraars zullen zorgen voor een constante vraag naar (staats)obligaties van hoge kwaliteit. Geopolitieke ontwikkelingen zoals in Oekraïne en het Midden-Oosten kunnen ook in 2015 een rol spelen en voor hoge volatiliteit zorgen. VALUTAMARKTEN In het eerste deel van 2014 bereikte de onzekerheid over toekomstige valutakoersen het hoogste punt ooit, zo bleek uit de prijzen voor valuta-opties. Alleen de wisselkoersen van kwetsbare opkomende landen en Japan lagen op een onderdrukt niveau. Vooral nadat duidelijk was geworden dat de daadkracht van de ECB te laag was ingeschat, nam de volatiliteit op de valutamarkt toe. De euro deprecieerde in het tweede halfjaar met ongeveer 10% tegenover de Amerikaanse dollar. Terwijl de ECB steeds duidelijker maakte haar balans te willen vergroten, stopte de Amerikaanse Fed juist met haar opkoopprogramma van obligaties. De valutabewegingen vormden tevens een weerslag van het door de twee regio s ervaren verschil in economische voorspoed. VOORUITZICHTEN De mondiale economische groei kan in 2015 het historische gemiddelde van 3,5% dicht benaderen. De groeiverschillen zullen verkleinen, nadat ze in 2014 juist sterk waren toegenomen. Valutabewegingen en dalende grondstoffenkosten zijn belangrijke convergerende krachten. De VS hebben nog steeds de beste economische papieren. Dit land profiteert van de groeiende dynamiek tussen consumptie en arbeidsmarkt en ook tussen afzet en investeringen. Deze dynamiek is in de eurozone nog niet op gang gekomen. Het ziet er echter naar uit dat de Europese muntunie een meer stimulerend financieel/economisch beleid zal voeren. De grootste bezuinigingsronden hebben plaatsgevonden, terwijl de ECB nog harder zal proberen om de deflatie te bestrijden. Vraagtekens worden geplaatst bij de effectiviteit en de efficiëntie van het nieuwe instrumentarium waarvan de centrale banken zich bedienen. Tenslotte plukt een aantal lidstaten nu de vruchten van eerder hervormingsbeleid. De verdeeldheid binnen landen en tussen landen dreigt verder op te lopen. In de eurozone kunnen nieuwe politieke partijen verkiezingen gaan winnen en het is de vraag hoe de stabiliteit van de Europese muntunie hierop zal reageren. Geopolitieke spanningen bedreigen de wereldeconomie vooral door de gevolgen op vertrouwensgebied. De bijdrage aan de groei van de wereldeconomie vanuit de opkomende landen zal relatief laag zijn. Een aantal landen blijkt nog te kwetsbaar voor veranderingen van buiten en zal zich eerder richten op een versterking van de externe financiële positie. China zal trachten de vastgoedcorrectie te beheersen en verdere kredietgroei in te dammen. Op zijn best zal de Chinese groei hierdoor licht verder vertragen. 12

De inflatie kan wereldwijd al vroeg in het jaar een dieptepunt bereiken. Belangrijk zal zijn dat centrale bankiers de inflatieverwachtingen beter weten te verankeren. 13

1.3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS OP 31.12.14 VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN DE VENNOOTSCHAP DELTA LLOYD INSTITUTIONAL NV (OPENBARE BEVEK NAAR BELGISCH RECHT) OVER DE JAARREKENING VOOR HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2014 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening en tevens de vereiste bijkomende verklaringen. De jaarrekening bevat de balans op 31 december 2014, en de resultatenrekening voor het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting. Verslag over de jaarrekening Oordeel zonder voorbehoud Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening van Delta Lloyd Institutional NV (Openbare BEVEK naar Belgisch recht) ( de Vennootschap ) voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2014, opgesteld in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een getotaliseerd netto-actief van EUR 139.204.949,21 en waarvan de getotaliseerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van EUR 6.286.382,87. Een overzicht van het nettoactief en het resultaat per compartiment wordt in onderstaande tabel opgenomen. Compartiment Munt Netto-actief Resultaat Delta Lloyd Institutional European Equities EUR 27.086.595,48 1.037.356,06 Delta Lloyd Institutional Medium Term EUR 69.095.392,64 660.053,64 Delta Lloyd Institutional Variable Term EUR 43.022.961,09 4.588.973,17 Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor het opstellen van de jaarrekening De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, alsook voor het implementeren van een interne beheersing die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor het opstellen van de jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten. Verantwoordelijkheid van de commissaris Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA s) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico s van een afwijking van materieel belang in de jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de Vennootschap in aanmerking die relevant is voor het opstellen door de Vennootschap van de jaarrekening, die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Vennootschap. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde waarderingsregels en van de redelijkheid van door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de jaarrekening als geheel. Wij hebben van de raad van bestuur en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren. Oordeel zonder voorbehoud Naar ons oordeel geeft de jaarrekening, een getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van de Vennootschap op 31 december 2014, alsook van haar resultaten voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, het naleven van de wettelijke en bestuursrechterlijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding, alsook voor het naleven van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten van de Vennootschap. 14

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA s), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaringen die niet van aard zijn om de draagwijdte van ons oordeel over de jaarrekening te wijzigen: Het jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt overeen met de jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat. Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. De resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen. Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen zijn gedaan of genomen. Sint-Stevens-Woluwe, 18 maart 2015 15

1.4. GEGLOBALISEERDE BALANS AFDELING 1: BALANSSCHEMA Op 31.12.14 Op 31.12.13 TOTAAL NETTO-ACTIEF 139.204.949,21 140.530.777,30 II. Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten 136.516.459,15 138.370.849,82 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties 110.019.295,77 112.209.947,07 C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen 26.489.570,19 26.157.079,58 D. Andere effecten 7.593,19 3.823,17 IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar 254.484,65-96.553,66 A. Vorderingen a. Te ontvangen bedragen 10.135,87 25.790,85 b. Fiscale tegoeden 262.243,93 241.284,05 B. Schulden a. Te betalen bedragen (-) -17.895,15-72.146,16 c. Ontleningen (-) -291.482,40 V. Deposito's en liquide middelen 1.111.357,48 1.311.632,69 A. Banktegoeden op zicht 1.111.357,48 1.311.632,69 VI. Overlopende rekeningen 1.322.647,93 944.848,45 B. Verkregen opbrengsten 1.916.768,08 1.881.031,41 C. Toe te rekenen kosten (-) -594.120,15-936.182,96 TOTAAL EIGEN VERMOGEN 139.204.949,21 140.530.777,30 A. Kapitaal 132.939.530,72 136.493.578,93 B. Deelneming in het resultaat -20.964,38 1.327.876,31 D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 6.286.382,87 2.709.322,06 16

1.5. GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING I. Waardevermindering, minderwaarden en meerwaarden 2.914.969,28-852.336,53 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties 2.228.162,20-4.085.706,28 C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen 576.115,36 3.173.983,64 D. Andere effecten 107.949,37 75.738,92 H. Wisselposities en -verrichtingen b. Andere wisselposities en -verrichtingen 2.742,35-16.352,81 II. Opbrengsten en kosten van beleggingen 4.323.021,74 4.629.341,53 A. Dividenden 728.154,60 499.847,64 B. Intresten a. Effecten/geldmarktinstrumenten 3.750.026,79 4.225.798,16 b. Deposito's en liquide middelen 0,48 39,54 C. Intresten in gevolge ontleningen (-) -2.553,85-1.278,98 E. Roerende voorheffingen (-) b. Van buitenlandse oorsprong -154.106,28-95.064,83 F. Andere opbrengsten van beleggingen 1.500,00 IV. Exploitatiekosten -951.608,15-1.067.682,94 A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) -1.433,69-56.112,12 C. Vergoeding van de bewaarder (-) -74.738,04-81.131,74 D. Vergoeding van de beheerder (-) a. Financieel beheer -568.812,13-609.723,59 b. Administratief- en boekhoudkundig beheer -77.645,01-85.487,57 E. Administratiekosten (-) -11.011,99-9.600,96 F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) -44.995,21-30.056,78 G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) -25.122,70-18.512,55 H. Diensten en diverse goederen (-) -16.682,70-15.827,91 J. Taksen -116.802,90-139.831,68 K. Andere kosten (-) -14.363,78-21.398,04 Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) 3.371.413,59 3.561.658,59 Subtotaal II + III + IV V. Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het 6.286.382,87 2.709.322,06 resultaat VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 6.286.382,87 2.709.322,06 AFDELING 4: RESULTAATVERWERKING Op 31.12.14 Op 31.12.13 I. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) 6.265.418,49 4.037.198,37 b. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar 6.286.382,87 2.709.322,06 c. Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het -20.964,38 1.327.876,31 resultaat) II. (Toevoeging aan) onttrekking aan het kapitaal -6.265.418,49-4.037.198,37 17

1.6. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS 1.6.1. Samenvatting van de regels Onderstaande waarderingsregels zijn opgesteld in navolging van het KB van 10 november 2006 betreffende de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming. Meer bepaald, zijn de bepalingen van Art. 7 t/m 19 van toepassing. Kosten Teneinde grote schommelingen in de netto-inventariswaarde te voorkomen op datum van de betaling van de kosten, zijn de kosten met een recurrent karakter geprovisioneerd prorata temporis. Het zijn voornamelijk de recurrente provisies en kosten zoals weergegeven in het prospectus (bijvoorbeeld de vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille, de administratie, de bewaarder, de commissaris, ). De oprichtingskosten worden lineair afgeschreven over een periode van één of meerdere jaren, met een maximum van 5 jaar. Boeking van aan- en verkopen De effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en financiële derivaten die tegen reële waarde worden gewaardeerd, worden bij aanschaffing en vervreemding in de boekhouding respectievelijk geboekt tegen de aankoopprijs en verkoopprijs. De bijkomende kosten zoals verhandelings- en leveringskosten, worden onmiddellijk ten laste gebracht van de resultatenrekening. Vorderingen en schulden De vorderingen en de schulden op korte termijn evenals de termijnplaatsingen worden in de balans opgenomen onder hun nominale waarde. Indien het beleggingsbeleid van het compartiment hoofdzakelijk gericht is op het beleggen van haar/zijn middelen in deposito's, liquide middelen of geldmarktinstrumenten, worden de termijnplaatsingen gewaardeerd aan reële waarde. Effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten De effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten (optiecontracten, termijncontracten en swapcontracten) worden gewaardeerd tegen hun reële waarde overeenkomstig de volgende hiërarchie: - Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen, wordt de biedkoers (activa) en de laatkoers (passiva) weerhouden. In uitzonderlijke situaties, kunnen deze koersen niet beschikbaar zijn voor obligaties en andere schuldinstrumenten. In voorkomend geval, zal gebruik gemaakt worden van de middenkoers en zal deze werkwijze worden toegelicht in het (half) jaarverslag. - Voor vermogensbestanddelen die op een actieve markt worden verhandeld zonder toedoen van derde financiële instellingen, wordt de slotkoers weerhouden. - Gebruik van de prijs van de meeste recente transactie op voorwaarde dat de economische omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd sinds deze transactie. - Gebruik van andere waarderingstechnieken die maximaal gebruik maken van marktgegevens, die consistent zijn met de algemeen aanvaarde economische methodes en die op regelmatig basis worden geijkt en de validiteit wordt getest. De waardering van niet op de markt genoteerde rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming wordt gebaseerd op de netto-inventariswaarde van de deelbewijzen. De waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden voortvloeiend uit de hogervernoemde regels, worden in de resultatenrekening opgenomen onder de desbetreffende subpost van de rubriek "I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden. De waardeschommelingen ten gevolge de prorata temporis verwerking van de gelopen interesten met betrekking tot obligaties en andere schuldinstrumenten, wordt opgenomen in de resultatenrekening als bestanddeel van de post II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen - B. Interesten. De reële waarde van de financiële derivaten (optiecontracten, termijncontracten en swapcontracten) wordt in de verschillende posten van de balans opgenomen in functie van het onderliggende instrument. De onderliggende waarde (optiecontracten en warrants) en de notionele bedragen (termijn- en swapcontracten) worden in de posten buiten-balanstelling opgenomen onder de respectievelijke rubrieken. Bij uitoefening van de optiecontracten en warrants worden de premies gevoegd bij of afgetrokken van de aankoop- of verkoopprijs van de onderliggende vermogensbestanddelen. Tussentijdse betalingen en ontvangsten in gevolge swapcontracten worden in resultaat 18

opgenomen onder de subpost "II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen - D. Swap-contracten". Verrichtingen in deviezen De in buitenlandse valuta uitgedrukte vermogensbestanddelen worden omgezet in de munt van het compartiment op basis van de middenkoers op de contantmarkt en het saldo van de positieve en negatieve verschillen die resulteren uit de omzetting van de vermogensbestanddelen, wordt in de rubriek I.H. Wisselposities en -verrichtingen van de resultatenrekening opgenomen. 1.6.2. Wisselkoersen 31.12.14 1 EUR 1,9558 DEM 1,2101 USD 31.12.13 1,9558 DEM 1,3780 USD 19

EUROPEAN EQUITIES DELTA LLOYD INSTITUTIONAL 2.1. BEHEERVERSLAG 2. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 30/10/1996 tegen de prijs van 2.478,94 EUR per deelbewijs. 2.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Het compartiment DELTA LLOYD INSTITUTIONAL EUROPEAN EQUITIES wil op lange termijn kapitaalaangroei bereiken door te investeren in beursgenoteerde Europese aandelen. Er bestaat geen enkele kapitaalbescherming of kapitaalwaarborg noch voor dit Compartiment, noch voor zijn aandeelhouders. Categorieën van toegelaten activa: De activa van dit compartiment worden hoofdzakelijk belegd in aandelen van op een erkende beurs genoteerde Europese ondernemingen en bijkomstig in afgeleide activa (converteerbare obligaties of obligaties met warrant, warrants, opties en termijnverrichtingen; deze lijst is niet limitatief). De investeringen komen overeen met de regels voorzien in het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging. Het compartiment zal niet meer dan 10% van zijn activa in andere ICBE's of ICB's mogen beleggen. Beschrijving van de algemene strategie om het wisselrisico te dekken: De blootstelling aan het wisselrisico waaraan het compartiment onderhevig kan zijn, kan gedekt worden. Het is niet de bedoeling om alle wisselkoersrisico s systematisch geheel of gedeeltelijk in te dekken. Het doel van de dekking met de voornoemde operaties veronderstelt een directe band tussen deze en de te dekken activa, wat impliceert, voor dit compartiment, dat de verrichte operaties in een bepaald devies, de evaluatiewaarde van het geheel van activa uitgedrukt in hetzelfde devies niet mogen overschrijden in volume, noch qua detentieduur van deze activa. De kosten worden bepaald op basis van het verschil in rentevoet van de EUR en het devies. Toegelaten derivatentransacties: Er kan tevens gebruik gemaakt worden van derivaten binnen de door de Raad van Bestuur vastgelegde beperkingen en met naleving van de in de wet voorziene bepalingen en de van kracht zijnde regelgeving. Derivatentransacties dienen ter afdekking van risico's dan wel ter verwezenlijking van beleggingsdoelstellingen. Het gebruik van derivaten kan dus zowel een positief als een negatief effect op het risicoprofiel van het compartiment hebben. Uitlenen van financiële instrumenten: Het compartiment behoudt zich het recht voor om financiële instrumenten uit te lenen. In dergelijk geval zal het prospectus aangepast worden. 2.1.3. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Beleggingsbeleid: Delta Lloyd Institutional European Equities belegt in aandelen van beursgenoteerde ondernemingen binnen de eurozone. Het beleid van het fonds is erop gericht de actieve wegingen ten opzichte van de referentie-index (de MSCI EMU) beperkt te houden. Rendement over 2014: Het fonds behaalde over 2014 een rendement van 3,94% en bleef daarmee achter bij de referentie-index de MSCI EMU (4,31%). Achtergrond/terugblik: Aandelenbeurzen binnen de eurozone stegen in de eerste helft van het jaar en kenden een lage volatiliteit, ondanks zorgen over de economische vooruitzichten. In de tweede helft van het jaar kreeg de angst voor een nieuwe recessie in de eurozone de aandelenbeurzen meer in zijn greep. Daarnaast speelden zorgen over Griekenland op, waardoor de volatiliteit toenam. Per saldo daalden aandelenkoersen binnen het universum licht in de tweede helft van het jaar. In 2014 vormden telecomondernemingen (+18%) en nutsbedrijven (+18%) de best presterende sectoren. De slechts presterende sector was Energie (-8%). Deze sector behoorde halverwege het jaar nog tot de best presterende sectoren, maar moest vanwege de val van de olieprijs terrein prijsgeven. Industriële ondernemingen (-1%) bleven eveneens achter bij het marktgemiddelde. Vanuit regionaal perspectief was de Belgische aandelenbeurs het best presterende land (+20%), terwijl Portugal (-23%) het meest nadelige rendement behaalde. In 2014 vonden geen grote aanpassingen in de portefeuille plaats. 20