Veilig uitgaan in Edam-Volendam Convenant gemeente, horeca, politie en Openbaar Ministerie Edam-Volendam, maart 2000
2 CONVENANT TUSSEN GEMEENTE, INDIVIDUELE HORECAONDERNEMERS, POLITIE EN OPENBAAR MINISTERIE De gemeente Edam-Volendam, te dezen vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer drs. F.J.A. IJsselmuiden De individuele horecaondernemers in Edam-Volendam, De politie regio Zaanstreek-Waterland, te dezen vertegenwoordigd door de unitchef Waterland-oost, de heer D. Kok, Het Openbaar Ministerie te Haarlem, te dezen vertegenwoordigd door de Officier van Justitie, mevrouw mr. M.J. van Ling overwegende dat: - de horecaondernemingen in Edam-Volendam zich met name op de zaterdagavonden mogen verheugen in een zeer grote belangstelling van zowel eigen inwoners als vanuit de (verre) omgeving; - dat de handhaving van de openbare orde en veiligheid op de zaterdagavonden door de politie er bij gebaat is dat er met de individuele horecaondernemers duidelijke afspraken worden gemaakt, die er op gericht zijn om geweld en drugshandel en gebruik tegen te gaan; - het door ieder van voornoemde partijen wenselijk wordt geacht om een integrale aanpak van de problematiek te realiseren waarbij alle partijen een maximale inspanning leveren voor zover het haar of zijn eigen verantwoordelijkheid en/of een gezamenlijke verantwoordelijkheid betreft om gezamenlijk verstoring van de openbare orde in en rond de horecaondernemingen en verschillende vormen van overlast voor de omgeving te voorkomen; - het aanbeveling verdient om de inspanningen en de maatregelen die door eenieder worden verricht respectievelijk genomen worden, duidelijk te beschrijven zodat de partners elkaar ook aan de gemaakte afspraken kunnen houden; BESLUITEN: Het navolgende convenant voor een proefperiode van één jaar vast te stellen. 1. Inleiding Doelstelling van dit convenant is overlast als gevolg van het uitgaansleven voorkomen, of wel Veilig Uitgaan. De betrokken partijen, de gemeente Edam-Volendam, de individuele horecaondernemers, de politieregio Zaanstreek-Waterland en het Openbaar Ministerie te Haarlem onderkennen hun verantwoordelijkheid om Veilig Uitgaan te bevorderen. De gemeente is verantwoordelijk voor het lokale veiligheidsbeleid, zij heeft de regie bij het in stand houden van het structurele horecaoverleg. De horecaondernemer is primair verantwoordelijk voor de gang van zaken in zijn bedrijf. Hierbij horen afspraken over verantwoord drank verstrekken, een veiligheidsbeleid, alertheid op drugs en wapens en het schoonhouden van de directe omgeving van het bedrijf. De verantwoordelijkheid van de politie is gericht op de opsporing van strafbare feiten en op het houden van toezicht.
3 Het Openbaar Ministerie zet zich in om tot een adequate en spoedige afhandeling te komen van strafbare feiten die in verband staan met de kwaliteit van het uitgaansleven. Het Openbaar Ministerie voert een vervolgingsbeleid dat de in dit convenant neergelegde afspraken ondersteunt. 2. Toelatings- en ontzeggingenbeleid Het toelatingsbeleid van de individuele horecaondernemer dient helder en maar voor één uitleg vatbaar te zijn, bekend te zijn en er mag geen sprake zijn van discriminatie. Maatregelen en inzet van de horeca - Aan bezoekers die in het bezit zijn van enigerlei wapens wordt de toegang geweigerd, en vervolgens wordt direct de politie in kennis gesteld. - De horecaondernemer en zijn medewerkers zullen niet discrimineren bij: Het stellen van eisen aan bezoekers van de horecagelegenheid; Het toelaten van bezoekers; De bediening van gasten; Het eisen van financiële waarborgen. - De ondernemer en de medewerkers zullen op geen enkele wijze voldoen aan discriminerende eisen, wensen en opdrachten van bezoekers en opdrachtgevers. - Indien klanten zich niet conform de huis- en gedragsregels gedragen kan in bijzondere gevallen over gegaan worden tot ontzegging van de toegang. Naast een collectieve ontzegging kan de individuele horecaondernemer overgaan tot formele ontzegging van de toegang voor een bepaalde duur, bijv. zes maanden. Dit kan bijv. naar aanleiding van: toepassing van verbaal of fysiek geweld naar bezoekers of personeel; lastig vallen van personeel of bezoekers (seksuele intimidatie); uitingen van discriminatie; vernielingen; wapenbezit; handel in drugs. De ondernemer moet een afschrift van de ontzeggingbrief aan de politie en de burgemeester doen toekomen. Een voorbeeld van een ontzeggingbrief is als bijlage opgenomen bij dit convenant. - De ondernemer stelt uitsluitend functionele eisen aan de bezoeker om: de goede naam van het bedrijf te houden; orde en rust in het bedrijf te garanderen; de veiligheid van gasten en medewerkers te waarborgen. Naast de bovengenoemde functionele eisen stelt de ondernemer bij toelating van een bezoeker uitsluitend nog functionele eisen zoals: eisen aan de kleding; eisen aan het gedrag; eisen aan de kredietwaardigheid. - De ondernemer zal desgewenst in overleg met de politie de medewerkers instrueren op welke wijze discriminatie bij het toelatingsbeleid kan worden voorkomen. - Het toelatingsbeleid dient duidelijk, helder en bekend te zijn. Maatregelen en inzet van de politie - De politie zal bij een melding over wapenbezit direct naar de betreffende horecaonderneming gaan en pogen de persoon in het bezit van het wapen te ontwapenen en aan te houden. - De politie zal elke klacht over discriminatie serieus nemen en ter zake in beginsel altijd aangifte opnemen. - De politie zal bij opgenomen aangifte de ondernemer zo snel mogelijk informeren en overleg voeren over de wijze waarop een eventueel onderzoek zal plaatsvinden. - De aangifte zal in beginsel moeten resulteren in het opmaken van een proces-verbaal als weergave van het door de politie in te stellen onderzoek naar de feiten. - De politie zal de burgemeester informeren over elk opgemaakt proces-verbaal inzake discriminatie door de horeca inclusief de afloop van een vervolging door het Openbaar Ministerie. - De politie werkt er aan mee om desgewenst de schriftelijke ontzegging van de toegang tot een of meerdere horecaondernemingen in haar bijzijn uit te reiken aan de betrokkene(n). Dit zou kunnen plaatsvinden in het politiebureau. Op deze wijze kan een ontzegging meer effect sorteren en gaat er wellicht een voorbeeldfunctie vanuit naar anderen.
4 Maatregelen en inzet van de gemeente - Het bevoegde bestuursorgaan zal, binnen de kaders en de mogelijkheden die de wetgeving biedt, zijn/haar beleid er op richten om waar mogelijk begunstigende beschikkingen (ontheffing sluitingsuur e.d.) in te trekken bij geconstateerde gevallen van discriminatie door een horecaondernemer of diens personeelsleden. 3. Drugs uit de horeca Drugs in de horeca-inrichting is een gevaar voor de veiligheid. Koninklijke Horeca Nederland en het Horeca Gilde weigeren dan ook het lidmaatschap aan inrichtingen waarvan het vermoeden bestaat dat deze de Opiumwet overtreden. Zowel het handelen als het gebruiken van drugs in uitgaansgelegenheden neemt onaanvaardbare veiligheids- en gezondheidsrisico s met zich mee. Om die reden spannen de gemeente, de horeca, de politie en het Openbaar Ministerie zich gezamenlijk in voor een drugsvrije lokale horeca. Maatregelen en inzet van de horeca - Ondernemers spreken zich bij iedere mogelijke gelegenheid uit tegen het gebruik van drugs en stemmen hun handelen hierop af. - Het verbod tot drugsgebruik in een zaak is onderdeel van de Huis- en gedragsregels van de zaak. - De ondernemer en het personeel zien toe op naleving van deze regels. Bij constatering van handel in of gebruik van drugs in de horeca-inrichting treden de ondernemers onmiddellijk in contact met de politie. Dit gebeurt eveneens als handel van drugs in de directe omgeving van de horeca-inrichting wordt geconstateerd. - Ondernemers en medewerkers dienen in staat te zijn de gedragspatronen die horen bij het dealen van drugs te herkennen alsmede welke fysieke gedragskenmerken drugsgebruik verraden. - De ondernemer verleent medewerking aan voorlichtingscampagnes waarin gewaarschuwd wordt tegen drugs. - Indien in de inrichting zich dealers of groepen gebruikers bevinden voert de ondernemer overleg met de politie over de aanpak van deze personen zonder dat dit negatieve gevolgen voor de ondernemer zelf heeft, aangenomen dat de ondernemer zelf geen strafbare feiten heeft gepleegd inzake de Opiumwet. - Indien de ondernemer zich schuldig maakt aan drugshandel kan dit leiden tot tijdelijke sluiting van de zaak. Maatregelen en inzet van de politie - De politie reageert zo snel mogelijk op klachten of aanvragen voor assistentie van de horeca ter zake van geconstateerd drugsdealen of gebruik in de horeca-inrichting. - De politie onderneemt actie bij signalen vanuit het publiek of de horeca, de tips dienen serieus genomen te worden en de melder krijgt verslag van de acties die zijn ondernomen. - De politie maakt werkafspraken met de horeca over onder meer het inleveren van aangetroffen drugs. - Alvorens de politie de burgemeester informeert over het plaatsgevonden hebben van het handelen in drugs in een horeca-inrichting, wordt zo spoedig mogelijk na de constatering van het feit de betrokken ondernemer hiervan in kennis gesteld. Maatregelen en inzet van de gemeente - De gemeente neemt het initiatief om een voorlichtingbeleid te ontwikkelen dat er op gericht is om bezoekers van horeca-inrichtingen, alsmede jeugdigen en hun ouders in het algemeen, te attenderen op de gevaren van drugsgebruik. - De gemeente zal een aanpassing van de A.P.V. bewerkstelligen om de vervolging mogelijk te maken van personen bij wie een geringe ( gebruikers )hoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen. Na aanpassing van de A.P.V. zullen het Openbaar Ministerie, de politie en de gemeente nadere afspraken maken omtrent het sanctiebeleid ten aanzien van deze personen. Maatregelen en inzet van het Openbaar Ministerie - Het Openbaar Ministerie verleent prioriteit aan de vervolging van drugsdealers. Personen die kunnen worden beschouwd als dealer/distributeur van harddrugs worden na aanhouding en inverzekeringstelling in beginsel voorgeleid voor de rechter-commissaris. De behandelend officier van justitie zal bij de bepaling van zijn/haar eis ter terechtzitting rekening houden met de negatieve uitstraling van drugshandel op het uitgaansleven in Volendam.
5 4. Alcoholgebruik en te jeugdig horecabezoek Het overmatig gebruik van alcohol tijdens de uitgaansuren levert veiligheidsrisico s op. Met name van groepen jongeren die te veel drinken gaat veel dreiging uit. Daarnaast zorgen mensen die te veel hebben gedronken in de regel ook voor plas-, glas- en geluidsoverlast. In dit verband is er op rijksniveau veel kritiek op de zgn. happy hours waar voor weinig geld veel gedronken kan worden. Het aantal happy hours valt in Edam-Volendam erg mee. Toch moet het beleid er op gericht zijn te voorkomen dat de happy hours gebruikt kunnen worden om langere tijd achter elkaar in de verschillende horeca-inrichtingen zeer goedkoop te kunnen drinken. Jeugdig horecabezoek doet zich op grote schaal voor in Edam-Volendam. Op grond van wettelijke regelingen mag aan personen onder de leeftijd van 18 jaar geen sterke drank en aan personen onder de leeftijd van 16 jaar geen zwakalcoholische drank worden geschonken, en mogen personen onder de leeftijd van 16 jaar niet zonder begeleiding van een persoon van 21 jaar of ouder zich in een horeca-inrichting bevinden. Hoewel erkend wordt dat ten aanzien van bezoekers van 15 of 16 jaar het niet altijd duidelijk te zien is of iemand oud genoeg is om te kunnen worden toegelaten, zal de individuele horecaondernemer zich met meer nadruk dienen bezig te houden met het toezicht op te jeugdig horecabezoek. Met name zal er op toegezien moeten worden dat excessen van 12- en 13-jarigen die een horeca-inrichting bezoeken worden uitgebannen. In het kader van preventief beleid tegen overmatig alcoholgebruik en te jeugdig horecabezoek worden de volgende maatregelen genomen: Maatregelen en inzet van de horeca - De horeca organiseert geen happy hours specifiek gericht op jeugdigen. - De horeca organiseert geen happy hours na 24.00 uur. - De horeca spant zich in om, voor zover happy hours worden georganiseerd, de tijdstippen waarbinnen deze worden gehouden zodanig op elkaar af te stemmen dat voorkomen wordt dat bezoekers van het ene naar het volgende happy hour gaan. - De ondernemer draagt er zorg voor dat aan personen beneden de leeftijd van 16 jaar geen alcoholhoudende drank wordt verstrekt. - De ondernemer zal het voorschrift dat geen personen worden toegelaten die (reeds) in kennelijke staat van dronkenschap verkeren naleven. - De ondernemer ziet er op toe dat zich in zijn zaak geen te jeugdige bezoekers bevinden, en zal bij twijfel over de juiste leeftijd de betrokkene vragen zich te legitimeren teneinde diens leeftijd vast te stellen. - Indien is vastgesteld dat de bezoeker te jeugdig is zal hem of haar de toegang tot de horeca-inrichting worden ontzegd. Maatregelen en inzet van de politie - De politie reageert zo snel mogelijk op klachten of aanvragen om assistentie van de horeca inzake ordeverstoringen. - De politie zal mede toezien op excessen van te jeugdig horecabezoek. Indien de politie dit in een horecainrichting constateert zal zij alvorens de burgemeester hierover te informeren zo spoedig mogelijk na de constatering van het feit de betrokken ondernemer hiervan in kennis stellen. Maatregelen en inzet van de gemeente - De gemeente voert een alcoholmatigingsbeleid ten aanzien van jeugdigen in club- en buurthuizen en (sport)kantines. - De gemeente voert een actief voorlichtingsbeleid inzake alcoholmisbruik. Dit beleid kan onderdeel uitmaken van bestaande projecten die binnen het basis- en voortgezet onderwijs reeds lopen ( Doe effe normaal en De gezonde school en genotmiddelen ). 5. Glasoverlast De overlast van kapot glaswerk spreekt voor zich; behalve dat als gevolg hiervan verwondingen kunnen ontstaan kan kapot glaswerk ook als wapen worden gebruikt. Daarom is het van het grootste belang dat het mee naar buiten nemen van glazen wordt bestreden. In artikel 2.3.1.2.b van de A.P.V. van de gemeente Edam-Volendam is bepaald dat de burgemeester bij openbare kennisgeving wegen kan aanwijzen waar het verboden is drank in glas te verstrekken gedurende een door hem aan te geven periode. Met name bij voetbalwedstrijden met een verhoogde aandacht c.q. risico en bij de kermissen wordt deze bepaling toegepast.
6 Gezien de gevaarsaspecten van kapot glaswerk op straat, is het voor de horecaondernemer van groot belang dat, ook zonder de aanwijzing van een glasverbod door de burgemeester, glaswerk zo veel mogelijk binnen de horeca-inrichting wordt gehouden. Daarnaast is in artikel 2.4.8.a. van de A.P.V. bepaald dat het verboden is tussen 21.00 en 08.00 uur aangebroken flessen en glazen met alcoholhoudende dan wel alcoholvrije drank bij zich te hebben. Maatregelen van de horeca - De ondernemers zien er op toe dat de gasten het glas niet mee naar buiten nemen dan wel van het terras meenemen. Klanten die zich niet aan deze regel houden worden daar, conform het omgaan met de huisregels, op aangesproken. Maatregelen en inzet van de politie - De politie ziet er op toe dat, na een aanvankelijke periode van waarschuwend optreden, verbaliserend wordt opgetreden tegen horecabezoekers die zich op de openbare weg begeven met glaswerk. Indien de politie constateert dat glaswerk vanuit een horeca-inrichting wordt meegenomen tijdens een zgn. glasverbod, zal een proces verbaal van bevindingen worden opgemaakt en wordt vervolgens de burgemeester schriftelijk op de hoogte gesteld. De betrokken ondernemer wordt hiervan zo spoedig mogelijk na het constateren van het feit op de hoogte gesteld. Maatregelen en inzet van de gemeente - De gemeente draagt er zorg voor dat in de A.P.V. een zodanige bepaling is opgenomen dat effectief kan worden opgetreden tegen horecabezoekers die toch glaswerk mee naar buiten hebben genomen. 6. Geluidsoverlast Overlast als gevolg van het uitgaansleven doet zich met name voor ten aanzien van geluid. De geluidsoverlast wordt merendeels veroorzaakt door harde muziek uit de inrichtingen en het komende en gaande publiek. Algemeen aanvaard is dat de aanwezigheid van horeca-inrichtingen een zekere mate van overlast met zich mee brengt. De overheid heeft echter tot taak de overlast veroorzaakt door horecaondernemingen tot redelijke proporties terug te brengen. De gemeente moet de balans zien te vinden tussen enerzijds de economische ontwikkelingsmogelijkheden van de horeca en anderzijds het woon- en leefklimaat. Alle partijen dienen zich in te spannen voor een zo n gezond mogelijk horecaklimaat zonder dat het ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. Maatregelen en inzet van de horeca - De ondernemers dienen dusdanige geluidwerende maatregelen te treffen zodat men binnen de vigerende geluidsgrenzen blijft. - De ondernemers dienen er zorg voor te dragen dat de toegangsdeuren tijdens het spelen van muziek in de inrichting zo snel mogelijk gesloten worden bij het in- en uitgaan van bezoekers. - Ter voorkoming van geluidsoverlast zijn bij het spelen van muziek in elk geval vanaf 22.00 uur alle ramen en deuren gesloten. Maatregelen en inzet van de politie - De politie ziet er op toe dat tijdens het spelen van muziek de ramen en deuren van een horecaonderneming gesloten zijn vanaf 22.00 uur. - De politie treedt op bij klachten. Maatregelen en inzet van de gemeente - Op twaalf dagen per kalenderjaar gelden de vigerende geluidsgrenzen voor de horeca-inrichtingen niet. Het loslaten van deze geluidsgrenzen mag nooit leiden tot overmatige hinder. - Volgens het thans geldende beleid worden acht van deze dagen collectief aangewezen door de gemeente, na overleg met de horecabesturen, en kunnen maximaal vier dagen individueel worden aangemeld.
7 7. Sluitingstijden De gemeente hanteert sinds een reeks van jaren een beleid dat horecaondernemingen uiterlijk om 02.00 uur in de nacht van zaterdag op zondag gesloten dienen te zijn. Als gevolg van dit convenant wordt voortaan aan de aan dit convenant deelnemende individuele horecaondernemers een half uur extra openstelling geboden, derhalve tot 02.30 uur. Dit onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat uiterlijk om 01.30 uur de muziek wordt beëindigd en om 02.00 uur geen consumpties meer worden verstrekt. Met het extra half uur openstelling wordt beoogd het huiswaarts keren van de horecabezoekers zodanig te spreiden dat het beschikbare vervoersaanbod, zowel per openbaar vervoer als per taxi, beter aansluit op de vraag naar vervoer op dat moment. Tevens wordt hiermee beoogd dat het huiswaarts keren van de bezoekers in het gros van de gevallen op een wijze zal plaatsvinden die niet leidt tot overlast voor de omgeving als gevolg van bijv. luidruchtig rondhangen op straat. Het ontheffingenbeleid voor de rest van de week blijft ongewijzigd. Maatregelen van de horeca Om de sluiting ordelijk te laten verlopen en te voorkomen dat men massaal vertrekt, neemt de ondernemer de volgende maatregelen. - Geleidelijke aankondiging van het sluitingstijdstip door op de zaterdag om 01.30 uur het ten gehore brengen van muziek te beëindigen, om 02.00 uur de laatste consumptie te verstrekken en het opsteken van de volle verlichting. Om 02.30 uur is het bedrijf dicht. - Een kwartier voor sluitingstijd tot een half uur na sluitingstijd extra buitenverlichting opsteken (poets- en calamiteitenverlichting). - Geen bezoekers toelaten na 02.00 uur en dit duidelijk aan hen kenbaar maken. Maatregelen van de politie - De politie ziet er op toe dat er geen nieuwe bezoekers meer na 02.00 uur in de horeca-inrichtingen worden toegelaten. Bij overtredingen van deze regel zal een rapportage ten behoeve van de burgemeester worden opgemaakt en vervolgens aan hem worden toegezonden. De betrokken ondernemer wordt hiervan zo spoedig mogelijk na het constateren van het feit op de hoogte gesteld. Maatregelen van de gemeente - De gemeente past het beleid inzake de ontheffingen sluitingsuur aan, zodanig dat in de nacht van zaterdag op zondag ontheffing wordt verleend tot uiterlijk 02.30 uur, aan de horecaondernemers die dit convenant mede hebben ondertekend. - Aan ondernemers die niet bereid zijn tot ondertekening van het convenant en aldus geen bijzondere inspanningsverplichting wensen te leveren bij het terugdringen van de overlast, zal op hun verzoek tot het verlenen van een ontheffing van het algemene sluitingstijdstip van 24.00 uur, niet tegemoet worden gekomen. - De gemeente zorgt in overleg met de taxibedrijven voor een zo optimaal mogelijke routing in de oude kom van Volendam, voor het ophalen van horecabezoekers. - De gemeente stimuleert de openbare vervoersfaciliteiten (of bepleit de aanwezigheid ervan), zoals voldoende taxiaanbod en openbaar vervoer. 8. Toezicht en uiterlijk aanzien van de omgeving Veilig uitgaan in Edam-Volendam is gebaat bij een situatie waarin zowel binnen de horeca-inrichtingen als in de omgeving daarvan orde en netheid uitstralen. Om dit te bereiken spannen de convenantpartijen zich als volgt in. Maatregelen en inzet van de horeca - De horecaondernemers zorgen voor voldoende toezicht in hun bedrijf. - De horecaondernemers zullen ten behoeve van een ordentelijke gang van zaken binnen het bedrijf huisregels duidelijk zichtbaar ophangen. - De horecaondernemers bespreken deze huisregels met hun personeel en stellen ze regelmatig aan de orde in het werkoverleg. - De horecaondernemers stellen de politie onverwijld in kennis bij het constateren van strafbare feiten, zoals geweld, bedreiging, heling, afpersing en verboden wapenbezit.
8 - De horecaondernemers werken actief en constructief mee aan een aangifte, alsmede aan een eventueel in te stellen verder onderzoek. - De horecaondernemers zorgen er voor dat verontreiniging in de nabijheid van een horecabedrijf, na het sluitingsuur wordt verwijderd. - De horecaondernemer ziet er op toe dat geen glazen en drank buiten de inrichting (incl. terras) terechtkomen of worden meegenomen. - De horecaondernemer zorgt voor voldoende en regelmatig gereinigde toiletten en urinoirs, om wildplassen tegen te gaan. - De horecaondernemer zorgt voor voldoende sociale (veilige) verlichting rond zijn bedrijf. - Bij evenementen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van onbreekbaar glas of plastic. Dit onverlet de bevoegdheid van de burgemeester om op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een verbod op het schenken in glas uit te vaardigen. Maatregelen en inzet van de politie - De politie geeft aan wanneer in ieder geval toezicht wordt gehouden. - Zonder voorafgaand overleg met de horecaondernemers en zonder instemming van het driehoeksoverleg zal het toezicht door de politie niet verminderd worden. - De politie reageert direct op klachten een aanvragen van de horeca. De politie is daartoe zichtbaar en opvallend aanwezig. - Er wordt te voet gesurveilleerd tenzij naar de mening van de politie bijzondere omstandigheden aanleiding geven om op andere wijze te surveilleren. - Het toezicht en optreden gebeuren zo veel mogelijk in uniform. Maatregelen en inzet van de gemeente - De gemeente zorgt voor de benodigde inzet met het oog op een adequaat toezicht om het woon- en leefklimaat optimaal te beschermen. - De gemeente zorgt voor voldoende sociale verlichting. - De gemeente onderzoekt de mogelijkheid om tenminste één openbaar toilet c.q. urinoir te realiseren in de oude kom van Volendam. 9. Geï ntegreerd horecabeleid De gemeente draagt samen met de andere partijen zorg voor de ontwikkeling van een geï ntegreerd horecabeleid. Maatregelen en inzet van de gemeente De gemeente vervult hierbij de regiefunctie en zorgt ervoor dat er: Eén aanspreekpunt is voor horecaondernemers; Tenminste twee keer per jaar een overleg plaatsvindt tussen gemeente, horeca, politie en indien gewenst andere partners. Maatregelen en inzet van de politie De politie zorgt voor een vast aanspreekpunt voor de horecaondernemers. Dit is een met name genoemde politiefunctionaris. 10. Sanctiebeleid Bij het hanteren van het sanctiebeleid wordt onderscheid gemaakt tussen feiten die betrekking hebben op drugs en overige feiten. Het hierna omschreven sanctiebeleid heeft betrekking op de categorie overige feiten. Ingeval van overtreding van een van de convenantbepalingen rapporteert de politie dit aan de burgemeester. Betreft het een eerste overtreding dan volgt een schriftelijke waarschuwingsbrief van de burgemeester, met vermelding van de sanctie die volgt indien dezelfde bepaling opnieuw wordt overtreden. Is er sprake van een tweede soortgelijke overtreding dan wordt betrokkene uitgenodigd voor een gesprek met de burgemeester, waarin betrokkene gelegenheid krijgt zich te verweren, waarna de burgemeester de sanctie mededeelt. Heeft de tweede overtreding plaatsgevonden binnen een half jaar na de eerste, dan is de sanctie in principe twee zaterdagavonden intrekking van de ontheffing sluitingsuur.
9 Heeft de tweede overtreding plaatsgevonden binnen een jaar na de eerste, dan is de sanctie in principe een zaterdagavond intrekking van de ontheffing sluitingsuur. Is er sprake van een derde soortgelijke overtreding binnen een jaar dan bedraagt de sanctie in principe vier zaterdagavonden intrekking van de ontheffing sluitingsuur. Hieraan voorafgaande wordt de overtreder opnieuw in de gelegenheid gesteld zich mondeling bij de burgemeester te verweren. Is er sprake van een vierde soortgelijke overtreding binnen een jaar dan bedraagt de sanctie in principe het intrekken van de ontheffing sluitingsuur voor alle zaterdagavonden gedurende één jaar. Hieraan voorafgaande wordt de overtreder wederom in de gelegenheid gesteld zich mondeling bij de burgemeester te verweren. In aansluiting op het hiervoor omschreven algemene sanctiebeleid wordt ten aanzien van het overtreden van de convenantbepalingen ten aanzien van drugsfeiten een afzonderlijk sanctiebeleid gevoerd. Dit beleid is vastgelegd in een afzonderlijke beleidsnotitie. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat het toepassen van een bestuurlijke sanctie, zoals hiervoor bedoeld, helemaal los staat van het eventueel instellen van strafvervolging door het Openbaar Ministerie. 11. Afdoening van strafzaken Maatregelen en inzet van het Openbaar Ministerie - Het Openbaar Ministerie voert een effectief en slagvaardig beleid ten aanzien van delicten die in verband staan met het uitgaansleven. Afhankelijk van de aard van het delict en de vraag of al dan niet sprake is van recidive wordt gekozen voor dagvaarding dan wel een andere passende sanctie (zoals transactie of voorwaardelijk sepot met schadevergoeding). - Bij zwaardere delicten (zoals drugshandel, openlijk geweld, wapenbezit) wordt, als er tegen de betreffende verdachte voldoende bewijs is, strafvervolging ingesteld. - Aan het uitgaansleven gerelateerde delicten worden zo spoedig mogelijk afgehandeld. In alle zaken die zich daartoe lenen wordt de zogenaamde maatwerk -procedure toegepast, hetgeen leidt tot een snellere behandeling op zitting. - Het Openbaar Ministerie zal jaarlijks aan de andere partijen van dit convenant verslag uitbrengen omtrent het verloop van de (aan het uitgaansleven gerelateerde) strafvervolgingen. Deze verslaglegging zal het karkater hebben van een beleidsmatige, met cijfers onderbouwde rapportage. Individuele strafzaken kunnen met gemeente en horeca (waar deze niet direct partij zijn) niet in detail worden besproken. - Het Openbaar Ministerie zal zich oriënteren op de mogelijkheid tot het vorderen van een uitgaansverbod. De convenantpartijen zullen over het resultaat van dit onderzoek worden geï nformeerd. - In zijn contacten met de pers zal het Openbaar Ministerie de problematiek rond het uitgaansleven onder de aandacht brengen. Indien de concrete strafzaak zich daartoe leent zal de behandelend officier ter zitting in zijn/haar requisitoir aandacht besteden aan de negatieve uitstraling van drugs en geweld in het uitgaansleven en een en ander in een breder (beleidsmatig) perspectief plaatsen. 12. Overleg en evaluatie Bestuurlijk horecaoverleg Tenminste twee maal per jaar initieert de gemeente een bestuurlijk horecaoverleg. Wanneer zich bepaalde situaties voordoen, kan het afstemmingsoverleg door iedere deelnemer aan het horecaoverleg bijeen worden geroepen, om adequaat op de situatie in te kunnen spelen. De gebiedsofficier van justitie zal in ieder geval eenmaal per jaar aanwezig zijn bij de voortgangsbespreking c.q. evaluatie van dit convenant. Het afstemmingsoverleg kan werkgroepen in het leven roepen die, onder haar regie, bepaalde thema's nader uitwerken. Ook kan het afstemmingsoverleg, afhankelijk van de aard van de agenda bepaalde partijen uitnodigen het overleg bij te wonen, zoals jongerenorganisaties, detailhandel of bewoners. Participanten zullen de afspraken periodiek (tenminste twee keer per jaar) evalueren. Op basis van de opgedane ervaringen kan in gezamenlijk overleg besloten worden om de afspraken op onderdelen aan te vullen of te wijzigen. Indien gewenst zullen participanten tussentijds overleg voeren.
10 Door hen zal alle relevante informatie voor de beoordeling van de aard en de omvang van de veiligheidsproblematiek in de gemeente en voor de beoordeling van de effectiviteit van de afspraken verschaft worden. Overleg en petit comité Naast het hiervoor omschreven bestuurlijk overleg zal het petit comité, zoals dat heeft gefunctioneerd in de voorbereiding van dit convenant, blijven bestaan. In de beginperiode van het convenant zal dit comité gemiddeld eens per maand bijeen blijven komen om de ontwikkelingen van het convenant met elkaar te kunnen bespreken. Deze frequentie zal naarmate de tijd vordert kleiner kunnen worden. Commissie van goede diensten Er wordt een commissie van goede diensten ingesteld die de burgemeester zal adviseren ten aanzien van het toepassen van het sanctiebeleid ingeval er sprake is van het overtreden van het bepaalde in dit convenant. Uitgangspunt hierbij is het sanctiebeleid zoals dat hierin omschreven is. De bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van deze commissie zullen nog nader uitgewerkt dienen te worden in een afzonderlijk reglement. Als voorbeeld hiervoor zou kunnen dienen het reglement van Purmerend dat als bijlage hierbij gevoegd is. 13. Overige aspecten Voorlichting Door partijen zal een publiciteits- en voorlichtingsprogramma worden ontwikkeld met als doel de gemaakte afspraken - het terugdringen van horecaoverlast c.q. het creëren van een veilig uitgaansgebied onder een breed publiek bekend te maken, waarbij speciale aandacht wordt geschonken aan jeugdigen. Bijvoorbeeld door persberichten/advertenties in dag-, week-, wijk- en sportbladen en de kabelkrant in een gemeenschappelijke versie van horeca, politie, en gemeente met een herkenbaar logo. Paracommercie De gemeente bestrijdt paracommercie actief door middel van het toepassen van artikel 3a van de Drank- en Horecawet. 14. Ondertekening De burgemeester van Edam-Volendam, drs. F.J.A. IJsselmuiden De ondernemer van horeca-inrichting. De politieregio Zaanstreek-Waterland, de chef van de basiseenheid Waterland-Oost de heer D. Kok De officier van justitie te Haarlem, mevrouw mr. M.J. van Ling Bijlagen -/-
11 Huis- en gedragsregels horecaondernemingen Edam-Volendam Voor iedereen moet een uitgaansgelegenheid gezellig, leefbaar en veilig blijven. Daarom gelden in de horeca huis- en gedragsregels. Die regels zijn opgesteld in overleg tussen ondernemers, gemeente, politie en justitie. Toegangscontrole Ter bescherming van uw eigen en andermans veiligheid kunt u worden gefouilleerd. Ook mag men van u vragen dat u een detectiepoortje passeert. Beslissingen van de horecamedewerkers zijn bindend. Te jeugdig horecabezoek Horecabedrijven zijn bevoegd u te vragen zich te legitimeren indien getwijfeld wordt aan het voldoen aan de minimumleeftijdsgrens voor het bezoeken van een horecagelegenheid. Kleding Sommige horecabedrijven stellen eisen aan uw kleding. Voldoet u niet aan die eisen, dan kunnen zij u de toegang ontzeggen. Camera s Als u een horecabedrijf bezoekt waar videocamera s hangen, stemt u ermee in dat opnamen worden gemaakt. Na ongeregeldheden of ongevallen kunnen opnamen aan derden worden getoond. Ongewenste intimiteiten, racisme, discriminatie U mag zich niet schuldig maken aan ongewenste intimiteiten, aan racisme en aan discriminatie. Verdovende en hallucinaties opwekkende middelen U mag geen hard- of softdrugs of pillen gebruiken. U mag ze zelfs niet op zak hebben. Horecapersoneel mag u vragen mee te werken aan fouillering. Weigert u zich te laten fouilleren of wordt u betrapt op bezit of gebruik, dan volgt verwijdering en waarschuwen wij de politie. Wapens U mag geen wapens op zak hebben, laat staan ze gebruiken. Ook een groot zakmes of een honkbalknuppel wordt als wapen gezien. Wordt u gesnapt dan waarschuwen wij de politie. Agressie Bedreiging, mishandeling, intimidatie en andere vormen van agressie zijn verboden. Hinderlijk en aanstootgevend gedrag Wie zich hinderlijk of aanstootgevend gedraagt, krijgt één waarschuwing. Bij herhaling volgt verwijdering plus ontzegging van de toegang. Glasoverlast Het is niet toegestaan om glaswerk mee naar buiten te nemen dan wel van het terras mee te nemen. Consumpties U bent verplicht een consumptie te bestellen. U mag die consumptie alleen binnen het bedrijf of op het terras gebruiken. Horeca-eigendommen U mag eigendommen van een horecaondernemer niet mee naar buiten nemen. Dat geldt ook voor restanten van voedsel en dranken. Wie beschadigingen veroorzaakt, draait op voor reparatie of vernieuwing. Toiletgebruik Toiletruimten zijn alleen bestemd voor individueel toiletgebruik. Verblijf om andere redenen is niet toegestaan.
12 Handel in goederen Het is verboden in of rond het bedrijf goederen te verhandelen en/of zich schuldig te maken aan heling. Samenscholing U mag niet samenscholen. Vermoedt een horecaondernemer een samenscholing dan kunnen de vermoedelijke deelnemers onmiddellijk de toegang worden ontzegd. Eigendommen van bezoekers Wie kleding of andere eigendommen kwijt raakt, kan daarvoor niet de horecaondernemer aansprakelijk stellen. Verloren en gevonden voorwerpen Als u in een horecagelegenheid een voorwerp vindt dat kennelijk aan een andere bezoeker toebehoort, dan dient u dat bij de ondernemer in te leveren. Gevonden voorwerpen worden na uiterlijk twee weken bij de politie gedeponeerd. Wie een gevonden voorwerp ophaalt, moet zich kunnen legitimeren. Verbandtrommel Bij de directie is een verbandtrommel aanwezig en eerste hulp kan worden verleend. Klachten Hebt u klachten, van welke aard ook? Meldt ze onmiddellijk aan een medewerker van het horecabedrijf. Klagen na afloop heeft geen zin. Overtreding van de HUIS- EN GEDRAGSREGELS Als u de huis- en gedragsregels overtreedt, mag u door de horecaondernemer meteen worden verwijderd. Bij constatering van strafbare feiten wordt te allen tijde aangifte gedaan bij de politie.
13 Voorbeeld ontzegging toegang Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van een brief waarmee de toegang tot de horeca-instelling wordt ontzegd. "Ondergetekende,..., horeca-exploitant handelend onder de naam... gevestigd te..., deelt u hierbij mee dat u de toegang tot bovengenoemd bedrijf en bijbehorend erf wordt ontzegd, voor de duur van... Mocht u ondanks deze aanzegging in gebreke blijven deze ontzegging van de toegang op te volgen dan volgt onverwijld het inschakelen van de politie. Eventuele pogingen van u om zich desalniettemin bij het bedrijf te vervoegen of daar binnen te treden zullen de nodige consequenties voor u met zich meebrengen. Een kopie van deze brief zend ik u per gewone post teneinde er zeker van te zijn dat u dit schrijven ontvangt." Zonodig, bij ernstige gebeurtenissen, kan de brief collectief, samen met collega-horecaondernemers worden verzonden, zodat de desbetreffende persoon meerdere bedrijven niet meer mag bezoeken. Een horecaondernemer kan en mag in zijn zaak personen weigeren de toegang te verschaffen, echter niet voor onbepaalde tijd. De horecaondernemer dient er rekening mee te houden dat, als de betreffende persoon bezwaar aantekent, de periode -afhankelijk van de feiten en omstandigheden- door de rechter beperkt kan worden tot een bepaalde tijd, bijvoorbeeld een half jaar. Over het toelatingsbeleid kunnen meer specifieke afspraken met de plaatselijke politie worden gemaakt.
14 Reglement regelende de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de commissie van goede diensten Artikel 1 Taakomschrijving / Bevoegdheden 1. De commissie heeft tot taak overleg te voeren met een horecaondernemer nadat deze ter uitvoering van het horecaconvenant een tweede of volgende overtreding heeft begaan. 2. De commissie doet een horecaondernemer aanbevelingen gericht op het voorkomen van volgende overtredingen. 3. Indien de commissie niet tot een eensluidende aanbeveling komt c.q. geen aanbeveling aandraagt voor de problematiek, zal een en ander ter beslissing aan de burgemeester worden voorgelegd. 4. Het gestelde in het tweede en derde lid wordt schriftelijk aan de horecaondernemer ter kennis gebracht en in afschrift aan de leden van de commissie alsmede aan de regiopolitie Zaanstreek-Waterland toegezonden. Artikel 2 Samenstelling 1. In de commissie van goede diensten hebben zitting: a. een onafhankelijke deskundige, welke tevens voorzitter is; b. een vertegenwoordiger van de gemeente Edam-Volendam, welke tevens het secretariaat voert; c. een vertegenwoordiger van of namens de plaatselijke horeca. 2. De commissie is bevoegd zich desgewenst te bedienen van ter zake deskundigen. 3. De in het eerste lid genoemde leden achter b. en c. zijn bevoegd zich door een door hen aan te wijzen persoon binnen de eigen organisatie te laten vervangen. 4. De leden van de commissie als bedoeld in het eerste lid worden benoemd en ontslagen door de burgemeester van Edam-Volendam. Artikel 3 Werkwijze 1. De commissie komt bijeen zo spoedig mogelijk nadat zich een overtreding als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van dit reglement heeft voorgedaan. 2. De voorzitter bepaalt datum en tijdstip van het overleg dat plaatsvindt in het stadskantoor. 3. Zowel de horecaondernemer als de leden van de commissie worden schriftelijk opgeroepen voor het overleg als bedoeld in het tweede lid. 4. Deze oproepen worden spoedeisende gevallen uitgezonderd tenminste drie dagen voor het te houden overleg verzonden. 5. De commissie mag niet beraadslagen of aanbevelingen doen als niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is. 6. De commissie beraadslaagt en geeft aanbevelingen over zaken waarvoor overeenkomstig het eerste lid het overleg is belegd. 7. De secretaris is belast met het uitvoeren van de aanbevelingen van de commissie. 8. Van elk overleg, inclusief aanbevelingen, wordt de burgemeester schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 4 Kosten Kosten en verdere uitgaven voortvloeiende uit de werkwijze van deze commissie komen ten laste van de gemeente Edam-Volendam. Artikel 5 Slotbepaling Dit reglement is van toepassing gedurende de periode waarin het horecaconvenant van kracht is. Edam-Volendam, maart 2000 De burgemeester van Edam-Volendam,