RIS121988_13-DEC-2004



Vergelijkbare documenten
Financiële consequenties Naar wij verwachten zal uit de voorgestelde wijzigingen geen meer- of minderopbrengst voortvloeien.

Gemeente Den Haag. rv 182. Wijziging verordening begraafrechten GBD/ RIS _

Minima Het college merkt op, dat een en ander geen consequenties heeft voor de financiële positie van de minima.

Voorstel van het college inzake de wijziging Legesverordening omgevingsvergunning 2013.

Minima Het college merkt op, dat een en ander geen consequenties heeft voor de financiële positie van de minima.

Minima Een en ander heeft nagenoeg geen consequenties voor de financiële positie van de minima.

Voorstel van het college inzake verordening bouwleges en wijziging Legesverordening 1998.

Wijzigingsverordening tot 10 e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2000

Nr.: Diemen, 29 augustus 2006 Onderwerp: Vaststelling van de 1 e wijziging van de Legesverordening en tarieventabel Aan de gemeenteraad.

Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Legesverordening omgevingsvergunning 2013.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007, nummer 2007/117;

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

Spui DJ Den Haag Den Haag. Datum 27 september Registratienummer PBS/ RIS297941

De onderstaande wijzigingen worden aangebracht aan de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2014.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, zaaknummer ;

GEMEENTE VAL KENSWAARD. Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 28 januari 2014, nummer 14b&w00037;

Elektronisch. Deze berichten staan op

Tijdelijke tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010.

Zodat meer kostendekkende tarieven voor reisdocumenten en rijbewijzen worden geheven.

Elektronisch. Deze berichten staan op

Bijlage: nog te hanteren tarieven uit Legesverordening 2009 tot aan inwerkingtreding Wabo.

Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Algemene legesverordening 2013

Onderwerp Eerste wijziging van de Legesverordening Besluitvormend

Gemeente Delft. wijziging van de tarieventabel Legesverordening Delft 2011

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES STEIN 2003

BESLUIT: vast te stellen de navolgende VERORDENING BETREFFENDE DE 1 E WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 5 Datum :

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE 10e WIJZIGING OP DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2002

Wijziging tarieventabel leges

gemeente Eindhoven Bestuurlijk kader X Wettelijke taak X Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college X Onvermijdelijk

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010.

Legesverordening 2011 TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING 2011 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DEZE VERORDENING

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Legesverordening met de bijbehorende tarieventabel vast te stellen

5.1 Algemeen. 5.2 Bouwvergunningen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent belastingtarieven Legesverordening 2018

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2014, met kenmerk APO20, raadsstuk 13GR2612R;

Voorstel besluit Vastgesteld wordt de "verordening tot wijziging van de legesverordening Steenwijkerland 2003" (1-e wijziging)

RAADSVOORSTEL. Onderwerp: Wijziging tarieven reisdocumenten, rijbewijs 2015 en enkele redactionele wijzigingen

C. Hoofdstuk 2 van titel 1 van de bij de Legesverordening 2014 behorende tarieventabel wordt vervangen door:

Raadsvoorstel Agendanr. :

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2016, registratienummer 16bb7175; raadsstuk 16bb8668;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 juni 2010, nr b2; BESLUIT:

Onderwerp : Tweede verordening tot wijziging van de Legesverordening 2014

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014, met kenmerk AP020, raadsstuk 14bb4458;

Bekendmaking Legesverordening waterschap Brabantse Delta

OplegvelRaadsvoorstel tot het aanpassen van de tarieventabel behorende

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 21 januari 2014 Nummer voorstel: 2014/21

De verordening treedt (zoals gesteld in art. IX) in werking op: 1 juli De Legesverordening 2013 is opgenomen in gemeenteblad

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010; eerste wijziging van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2010.

Raadsvoorstel. Vergadering van : Februari Agendanummer : Onderwerp : Wijziging Legesverordening 2014 inzake reisdocumenten.

Wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening 1996).

Voorstel van het college inzake de wijziging van de Verordening begraafrechten 2008.

Verordening op de heffing en invordering van leges 2019

documentnr.: INT/C/13/03932 zaaknr.: Z/C/13/03990 gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;

AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 13 06/665

GEMEENTE ONDERBANKEN

LEGESVERORDENING SCHELDESTROMEN. gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 18 november 2015, kenmerk ; besluit:

Voorstel De Verordening tot eerste wijziging van de Legesverordening 2007 als volgt vast te stellen:

b e s l u i t : vast te stellen de eerste wijziging van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2012 :

Verordening Leges Omgevingsvergunning 2016 gemeente Utrecht

Gemeente Delft 13 JA» Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad

VERORDENING Leges omgevingsvergunning 2015

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Legesverordening provincie Flevoland 2016

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Tarieventabel, behorende bij de eerste wijziging van de Legesverordening Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Verordening tot wijziging van de Legesverordening Alkmaar gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr.

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam van.9 oktober 2007, GBR015; raadsstuk ;

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is aangevraagd.

Provinciaal Blad. Ie wijziging legesverordening 2016 provincie Flevoland

= = Besluitvormende raadsvergadering d.d. 4 maart 2014 Agendanr. 7.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

Behoort bij raadsvoorstel 366i (titel: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017)

De redactionele wijzigingen van de verordening betreffen met name aanpassingen als gevolg van hogere wetgeving en recente jurisprudentie.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Gulpen-Wittem, 16 mei 2006 Portefeuillehouder de heer R. Verhoeven Bijlagen 1 Afdeling ID financiën Ons Kenmerk

verseonnr tarief 2016

Raadsvoorstel. Onderwerp Belastingtarieven 2015: legesverordening

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Provinciaal blad 2010, 33

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 20 september 2006 / 158/2006. Fatale termijn: besluitvorming vóór: 1 oktober 2006

Verordening: U wordt uitgenodigd tot besluitvorming over te gaan. Het college, Beslui: Volgens voorstel door de raad besloten op 22 december 2016.

ii IIImi IIIIIImi mil mi linn ii / / Datum vergadering gemeenteraad 1 Raadsvoorstelnummer Agendapunt 25 februari 2014 RV/14/

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

" # $ %& ' ( ) * + +, * + + (-. *)/* * * 2 *)2 *. *),., * + + (-. *)/* *! # *),, * + +. *)/*! 2 *) 3 *, *, *)3. /*), *)3., *! *, + + *. *,, * 0!

Vergadering d.d.: 29 juni 2006 agendapunt: 14. Onderwerp: : 1e wijziging van de "Legesverordening 2006".

Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Financiën, het volgende besluit te nemen:

Raadsvoorstel 2004/30

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII

Titel 2 Fysieke omgeving

Raadsvergadering : 21 juni 2010 Agendanr. 16. Beslispunt De "Legesverordening Stadskanaal 2010" en de daarbij behorende tarieventabel wijzigen.

Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning

DE ALGEMENE VERGADERING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND; BESLUIT :

Verordening van 6 november 2013 tot wijziging van de Verordening heffing opcenten op de motorrijtuigenbelasting.

Was : Legesverordening omgevingsdiensten Provincie Zuid-Holland 2010 Wordt : Legesverordening omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2012

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 4 februari 2014 Agendapunt: 13

Raadsstuk. Onderwerp: Eerste Wijzigingsverordening belastingen 2017 BBVnr: 2017/63173

Transcriptie:

Gemeente Den Haag rv 229 Gemeentelijke Belastingdienst GBD/2004.24467 RIS 121988_ 041210 RIS121988_13-DEC-2004 Den Haag, 16 november 2004 Aan de gemeenteraad Wijziging Legesverordening 1998. In het raadsvoorstel 156/2004 inzake de tariefsaanpassing van de Legesverordening 1998 in het kader van de begroting 2005 hebben wij reeds aangekondigd dat voor een aantal tarieven een separaat voorstel zou volgen. De reden hiervoor is gelegen in het feit, dat deze tarieven voor een deel zijn opgebouwd uit een tarief in een hogere regelgeving (rijkscomponent in het tarief). Van deze gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om ook andere aanpassingen cq tariefswijzigingen mee te nemen. Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand Het tarief voor het bij wijze van een op naam gesteld abonnement verstrekken van inlichtingen door middel van wekelijks uit te geven lijsten vermeldende de namen van degenen die in een week aangifte hebben gedaan van hun voornemen om een huwelijk of een partnerschap aan te gaan en de door hen opgegeven adressen, kan komen te vervallen, aangezien dit in de praktijk niet voor komt. Hoofdstuk 5 Bouwvergunningen Uitgangspunt bij de leges is dat de legesopbrengsten kostendekkend zijn, hetgeen betekent dat er een evenwicht bestaat tussen de begrote inkomsten en de begrote lasten. Op basis van de Haagse en landelijke bouwprognoses heeft een analyse plaatsgevonden van de ontwikkeling van zowel de begrote legesopbrengsten als de begrote apparaatlasten over de jaren 2004 en verder. De uitkomst hiervan is de tarieven bouwleges kunnen dalen. Voorgesteld wordt de tarieven voor het belastingjaar 2005, conform het collegebesluit van 2 juli 2004, met 5% te verlagen. Hoofdstuk 7 Reisdocumenten Het rijk acht een stijging van het gemeentelijk legesdeel met 3,75% toelaatbaar. De algemene trendmatige verhoging voor 2005 is in de gemeente Den Haag bepaald op 0,8%. Voor de dienstverlening op het gebied van reisdocumenten is het niet mogelijk om te volstaan met een stijging van 0,8%, omdat de werkzaamheden verband houdend met de aanmaak en uitreiking van reisdocumenten evenals in de rest van Nederland toenemen, bijvoorbeeld op het terrein van beveiliging en fraude(preventie). De door het Rijk toegestane verhogingen zijn gebaseerd op berekeningen van de werkelijke kosten. Voorgesteld wordt de tarieven aan te passen naar de door het Rijk aangegeven maximaal toegestane bedragen. Voor het paspoort en identiteitskaart betekent dit een stijging met 2,5%, de bijschrijving van een kind en de kindersticker stijgen met 4,1%. Voor de overige tarieven, bestaande uitsluitend rijksleges, wordt voorgesteld het nieuwe bedrag aan rijksleges in rekening te brengen, hetgeen een stijging is van 3,75% Met het voorstel komen de tarieven voor reisdocumenten op het niveau van de meeste gemeenten in Nederland. De gemeentelijke meeropbrengst bedraagt naar verwachting 90.000,- Hoofdstuk 8 Rijbewijzen De tarieven voor de spoedleges kunnen door de aangepaste werkwijze bij de Dienst Burgerzaken (het nieuwe bevolkingssysteem) vervallen. Voorgesteld wordt om het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs te verhogen met 1,10%. Deze boventrendmatige verhoging wordt veroorzaakt door het feit, dat naast de verhoging van de gemeentelijke component (0,8%) de kostenstijging van de Rijksdienst Wegverkeer (0,3%) rechtstreeks in het tarief wordt doorberekend. De verwachte meeropbrengst bedraagt 8.000,-. Grondslag voor de tariefberekening Op de Legesverordening 1998 is het gestelde in artikel 229b van de Gemeentewet van toepassing. Daarin wordt bepaald, dat de tarieven in een retributieverordening zodanig moeten worden vastgesteld dat de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde lasten terzake. Dit houdt in dat maximaal de lasten die verband houden met de dienstverlening verhaald kunnen worden. Tot de lasten mogen ook worden gerekend bijdragen aan bestemmingsreserves en voorzieningen voor noodzakelijke vervanging van de betrokken activa. Ook de BTW-component in de kosten die de gemeente doorberekent in het tarief, maar vanaf 1 januari 2003 vergoed krijgt via het BTW-compensatiefonds, mag als last opgevoerd worden. 1

Toe te rekenen kosten moeten een relatie hebben met de dienstverlening en niet nagenoeg geheel (voor meer dan 90%) andere doeleinden dienen. Kosten die dus voor minder dan 10% samenhangen met de dienstverlening, kunnen niet worden toegerekend. Van de kosten die meer dan 10% samenhangen met de dienstverlening, kan dat samenhangende gedeelte volledig worden toegerekend. De kosten die aan een bepaalde retributie worden toegerekend moeten op controleerbare wijze worden vastgelegd. Dit vastleggen vindt plaats in de begroting. Voor toerekening komen in aanmerking de kosten die rechtstreeks met de dienstverlening samenhangen (directe kosten) en de kosten waarvoor dit niet geldt (indirecte kosten), maar die wel in enig verband daarmee staan. Voor de leges gaat het onder andere om de volgende directe kosten: directe loonkosten, directe kapitaalslasten (rente en afschrijving van de investeringen), kosten voor exploitatie en periodiek onderhoud en bijdragen aan bestemmingsreserves en voorzieningen voor noodzakelijke vervanging van de betrokken activa. Toe te rekenen indirecte kosten zijn onder andere de kosten van ondersteuning (secretariaat) en management ten behoeve van voor de dienstverlening verrichte werkzaamheden, huisvestingskosten en kosten salarisadministratie. Ingevolge het bepaalde in artikel 229b van de Gemeentewet is het niet toegestaan om onder andere kosten voor plan- en beleidsvoorbereiding, kosten voor inspraak-, bezwaaren beroepsprocedures toe te rekenen. Bij het bepalen van de hoogte van het tarief worden deze kosten buiten aanmerking gelaten. Financiële consequenties Naar wij verwachten zal uit de voorgestelde tariefberekening van de Dienst Burgerzaken een meeropbrengst voortvloeien van circa 98.000. Bekendmaking Voor het in werking treden moeten de belastingverordeningen op voorgeschreven wijze worden bekendgemaakt. Minima Wij merken op, dat een en ander slechts beperkte consequenties heeft voor de financiële positie van de minima. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef, onderdelen a en b van de Gemeentewet, Besluit: vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges (legesverordening 1998) Artikel I A. In hoofdstuk 3 van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 1998 vervalt onderdeel 3.4.4. B. Hoofdstuk 5 met uitzondering van de onderdelen 5.12 tot en met 5.12.3 en 5.17.1 tot en met 5.17.2.1 en de hoofdstukken 7 en 8 van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 1998 worden vervangen door: HOOFDSTUK 5 BOUWVERGUNNINGEN Bouwkosten 5.1 Het bedrag van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, bedoeld in de onderdelen 5.2 tot en met 5.5, wordt vastgesteld op de aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), echter inclusief omzetbelasting. Tarief Ter vergelijking: bestaande tarieven 2

Voorzover de aanneemsom ontbreekt, wordt het bedrag van de bouwkosten van het uit te voeren bouwwerk, bedoeld in de onderdelen 5.2 tot en met 5.5, vastgesteld op een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is gewijzigd of vervangen waarbij van toepassing is het bepaalde onder 3.2 van dit normblad inclusief omzetbelasting. Bouwvergunningen 5.2.0 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet (reguliere bouwvergunning): 19,95 promille 21 promille vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 107,78 113,45 5.2.0.1 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de eerste fase, in het geval de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet overeenkomstig artikel 56a van de Woningwet in twee fasen wordt ingediend 7,481 promille 7,875 promille vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met 5.2.0.2 een minimum van Het tarief bedraagt terzake van het in 107,78 113,45 behandeling nemen van een aanvraag voor de tweede fase, in het geval de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet overeenkomstig artikel 56a van de Woningwet in twee fasen wordt ingediend 12,469 promille 13,125 promille vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 107,78 113,45 5.2.1 Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.2.0 of 5.2.0.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11, 15, 16, 17 of 19, tweede lid, indien geen verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig is, of derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, zesde lid van de Woningwet, dan wel een combinatie van twee of meer van deze bepalingen, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.2.0 of 5.2.0.1 berekende bedrag verhoogd met 215,55 226,89 5.2.2 Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning moet worden verleend met toepassing van 3

artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, indien vooraf een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig is, of artikel 50, vijfde lid van de Woningwet, dan wel een combinatie van twee of meer van deze bepalingen, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.2.0 of 5.2.0.1 berekende bedrag verhoogd met een bedrag berekend naar 6,65 promille 7 promille 5.2.3 vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk berekend over elk geheel bedrag van _ 50,00 met een minimum van Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 215,55 226,89 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2 of 5.4.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend voor het hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van kabels, leidingen en spoorstaven alsmede afzettingen, tenten, steigers, bouwmaterialen en dergelijke voor de uitvoering van het bouwplan, onderhouds- en/of renovatiewerkzaamheden en dergelijke, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2 of 5.4.1 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1, of 5.2.2 dan wel de onderdelen 5.4.1, 5.4.2 of 5.4.3 berekende bedrag verhoogd met een bedrag berekend naar 1,9 promille 2 promille vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk met een minimum van 64,87 68,28 5.2A Indien eerst, nadat een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet (bouwvergunning) dan wel in artikel 44, tweede lid van de Woningwet (lichte bouwvergunning) in behandeling is genomen, blijkt dat tevens een vergunning moet worden verleend voor het hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van kabels, leidingen en spoorstaven alsmede afzettingen, tenten, steigers, bouwmaterialen en dergelijke, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor laatstgenoemde vergunning vast- 2 promille 2 promille gestelde bedrag van de kosten van dat uit te 5.3 voeren bouwwerk met een minimum van Het tarief bedraagt terzake van het in behande- 68,83 68,28 ling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een nadere vergunning in verband met het afwijken van het bouwplan, waarvoor een bouwvergunning als bedoeld in onderdeel 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1 of 5.2.2 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.3 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1 of 5.2.2 en 5.2.3 werd verleend: een bedrag berekend op de wijze als in onderdeel 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1 of 5.2.2 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.3 dan wel de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.0.2, 5.2.1 4

of 5.2.2 en 5.2.3 bepaald, naar het tarief van en verminderd met de voor de oorspronkelijke vergunning berekende leges, met dien verstande, dat in elk geval 215,55 226,89 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de oorspronkelijke vergunning betaalde leges plaatsvindt; Lichte bouwvergunning 5.4.1 Het tarief bedraagt terzake van het in het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 44, tweede lid van de Woningwet (lichte bouwvergunning) 9,975 promille 10,5 promille vastgestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 53,91 56,75 5.4.2 Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.4.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11, 15, 16, 17 of 19, tweede lid, indien geen verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig is, of derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, zesde lid van de Woningwet, dan wel een combinatie van twee of meer van deze bepalingen, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.4.1 berekende bedrag verhoogd met 215,55 226,89 5.4.3 Indien de aanvraag als bedoeld in onderdeel 5.4.1 betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste of tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, indien vooraf een verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten van de provincie nodig is, of artikel 50, vijfde lid van de Woningwet, wordt het overeenkomstig onderdeel 5.4.1 berekende bedrag verhoogd met een bedrag berekend naar vast- 6,65 promille 7 promille gestelde bedrag van de kosten van het uit te voeren bouwwerk berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 215,55 226,89 5.4.4 Het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een nadere vergunning in verband met het afwijken van het bouwplan waarvoor een lichte bouwvergunning als bedoeld in onderdeel 5.4.1, 5.4.2 of 5.4.3 werd verleend: een bedrag berekend op de wijze als in onderdeel 5.4.1, 5.4.2 of 5.4.3 bepaald, naar het tarief van en verminderd met de voor de oorspronkelijke vergunning berekende leges, met dien verstande dat in elk geval 107,78 113,45 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de oorspronkelijke vergunning betaalde leges plaatsvindt. Gedoogvergunningen 5.5 Het tarief bedraagt terzake van het in het afgeven van een mededeling dat de 5

bouw welke zonder vergunning is aangevangen of heeft plaatsgevonden wordt gedoogd, het in onderdeel 5.2.0 of 5.2.0 en 5.2.1 of 5.2.0 en 5.2.2 of 5.2.0 en 5.2.3 of 5.4.1 of 5.4.1 en 5.4.2 of 5.4.1.en 5.4.3 genoemde promillage verhoogd met 47,5 procent 50 procent vastgestelde bedrag van de kosten van het uitgevoerde bouwwerk berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 390,56 411,12 wanneer onderdeel 5.2.0 van toepassing is en met een minimum van wanneer de onderdelen 5.2.0 en 5.2.1 van 1.131,61 1.191,17 toepassing zijn en met een minimum van wanneer de onderdelen 5.2.0 en 5.2.2 van 1.131,61 1.191,17 toepassing zijn en met een minimum van wanneer de onderdelen 5.2.0 en 5.2.3 van 13,37 14,07 toepassing zijn en met een minimum van wanneer onderdeel 5.4.1 van toepassing is 195,27 205,55 en met een minimum van 565,82 595,60 wanneer de onderdelen 5.4.1 en 5.4.2 van toepassing zijn en met een minimum van 565,82 595,60 wanneer de onderdelen 5.4.1 en 5.4.3 van toepassing zijn. Overschrijven bouwvergunning 5.6 Het tarief bedraagt terzake van het in het overschrijven van een bouwvergunning, als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening gemeente Den Haag, op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld 38,02 40,02 5.7 Het tarief bedraagt terzake van het in het verlengen van de termijn van instandhouding, als bedoeld in artikel 45 van de Woningwet 38,02 40,02 Vergunning aanleg pad 5.8 (Vervallen) Aanlegvergunning 5.9 Het tarief bedraagt terzake van het in het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning) al dan niet gevolgd door het verlenen van een zodanige vergunning 215,55 226,89 Vrijstelling bestemmingsplan 5.10 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstelling van het geldende bestemmingsplan, zonder dat er sprake is van een aanvraag om een reguliere vergunning of een vergunning eerste fase 6

of tweede fase of van een lichte bouwvergunning of een aanlegvergunning, welke moet worden verleend met toepassing van artikel 15, 17 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening 215,55 226,89 Inzage 5.11 Het tarief bedraagt terzake van het in het verlenen van inzage in: 5.11.1 de bescheiden van een bestaand bouwwerk bestaande uit bouwvergunning met tekeningen 9,51 10,01 5.11.2 een situatietekening 4,76 5,01 Sloopvergunning 5.13 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Bouwverordening gemeente Den Haag (sloopvergunning) al dan niet gevolgd door het verlenen van een zodanige vergunning 33,25 promille 35 promille vastgestelde bedrag van de kosten van het slopen van het betrokken bouwwerk, berekend over elk geheel bedrag van 50,00 met een minimum van 255,21 268,64 Beginseluitspraken 5.14.1 Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een beginseluitspraak: 5.14.1.1 15 procent van van het op de aanvraag, als bedoeld in 19,95 promille 21 promille de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.1, 5.2.2 aangegeven bedrag van de bouwkosten met een minimum van 107,78 113,45 5.14.1.2 30 procent van 9,975 promille 10,5 promille van het op de aanvraag, als bedoeld in de onderdelen 5.4.1, 5.4.2 en 5.4.3 aangegeven bedrag van de bouwkosten 5.14.2 met een minimum van De op grond van het bepaalde in onderdeel 53,91 56,75 5.14.1.1 en 5.14.1.2 geheven leges worden in mindering gebracht op de leges die verschuldigd zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.1, 5.2.2, 5.4.1, 5.4.2 en 5.4.3; 5.14.3 Indien een vergunning als bedoeld in de onderdelen 5.2.0, 5.2.0.1, 5.2.1, 5.2.2, 5.4.1, 5.4.2 en 5.4.3 niet wordt aangevraagd of te laat wordt aangevraagd bestaat geen aanspraak op restitutie van de geheven leges. Vaststelling werkelijke bouwkosten/sloopkosten 5.15.1 Indien terzake van een vergunning, als bedoeld in de onderdelen 5.2.0 tot en met 5.3 alsmede in de onderdelen 5.4.1 tot en met 5.4.3, de werkelijke bouwkosten na het gereedkomen van de bouw afwijken van het op de voet van onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag, zijn over het verschil afzonderlijke leges verschuldigd. Het verschuldigde bedrag wordt berekend door op de werkelijke bouwkosten het desbetreffende tarief toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges als voorheffing in mindering te brengen. 7

5.15.2 Indien terzake van een vergunning, als bedoeld in onderdeel 5.13, de werkelijke sloopkosten na het gereedkomen van de sloop afwijken van het op de voet van onderdeel 5.1 vastgestelde bedrag, zijn over het verschil afzonderlijke leges verschuldigd. Het verschuldigde bedrag wordt berekend door op de werkelijke sloopkosten het desbetreffende tarief toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges als voorheffing in mindering te brengen. Ontheffing 5.16.1 Leges, geheven ingevolge het onderdeel 5.2.0 worden indien de aanvraag om de vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag terruggegeven tot de helft van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft. 5.16.2 Leges, geheven ingevolge het onderdeel 5.2.0.2 worden indien de aanvraag om de vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag terruggegeven tot vier vijfde van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft. 5.16.3 Leges, geheven ingevolge de onderdelen 5.2.1 tot en met 5.3 worden indien de aanvraag om vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag teruggegeven tot de helft van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft. 5.16.4 Leges, geheven ingevolge de onderdelen 5.4.1, 5.4.2, 5.4.3 worden indien de aanvraag om de vergunning wordt geweigerd dan wel ongebruikt gelaten, op aanvraag terruggegeven tot de helft van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat tenminste het minimumbedrag verschuldigd blijft. 5.16.5 Leges, geheven ingevolge de onderdelen 5.2.0 tot en met 5.3 worden indien de aanvraag om de vergunning wordt ingetrokken binnen twee weken na het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, teruggegeven tot drie vierde van het terzake verschuldigde bedrag, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft. HOOFDSTUK 7 REISDOCUMENTEN 7.1 Het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 7.1.1 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument vreemdelingen 38,83 37,87 7.1.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld in onderdeel 7.1.1 (zakenpaspoort) 43,41 42,38 7.1.3 tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt behandeld (faciliteiten-paspoort) 38,83 37,87 8

7.1.4 tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in de onderdelen 7.1.1, 7.1.2 en 7.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument 8,06 7,74 7.1.5 tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingssticker in een reeds uitgegeven 7.1.6 reisdocument als bedoeld in de onderdelen 7.1.1, 7.1.2 en 7.1.3 (vervallen) 18,80 18,06 7.1.7 tot het verstrekken van een Nederlandse iden- 7.1.8 titeitskaart tot het verstrekken van een reisdocument, 31,26 30,48 7.2.1 indien aan de aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet compleet kan worden overgelegd, de terzake verschuldigde leges verhoogd met De tarieven als genoemd in de onderdelen 31,64 31,39 7.1.1 tot en met 7.1.3 alsmede in onderdeel 7.1.7 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van 39,51 38,08 7.2.2 Het tarief als genoemd in onderdeel 7.2.1 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in de onderdelen 7.1.1 tot en met 7.1.3 en het bijschrijven van een of meer kinderen als bedoeld in onderdeel 7.1.4 slechts een keer per reisdocument berekend. 7.2.3 Het tarief als genoemd in onderdeel 7.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van 18,80 18,12 HOOFDSTUK 8 RIJBEWIJZEN 8.1 Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: 8.1.1 tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen 8.1.2 van een rijbewijs tot het verkrijgen van gegevens uit het 43,35 42,88 Centraal Register Rijbewijzen 10,05 9,97 8.2 Indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet compleet kan worden overlegd, wordt het tarief als bedoeld in onderdeel 8.1.1 verhoogd met 31,64 31,39 Artikel II 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005, met dien verstande dat de bepalingen welke op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van De griffier, De voorzitter, Burgemeester en wethouders van Den Haag. De secretaris, D.M.F. Jongen. De burgemeester W.J. Deetman. 9