DE INTERNATIONALISERING VAN HET HOGER ONDERWIJS



Vergelijkbare documenten
LERARENOPLEIDINGEN BASISONDERWIJS IN EUROPA: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

ONDERZOEK VOOR DE COMMISSIE CULT - MINDERHEIDSTALEN EN ONDERWIJS: BESTE PRAKTIJKEN EN VALKUILEN

ONDERZOEK VOOR DE COMMISSIE CULT EUROPESE CULTURELE INSTELLINGEN IN HET BUITENLAND

CULTURELE HOOFDSTEDEN VAN EUROPA LANGETERMIJNEFFECTEN

De rol van steden in het cohesiebeleid

DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN

SOCIALE INSLUITING IN HET EUROPEES OPENBAAR VERVOER

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID

HET EFFECT VAN DE SCHEIDING TUSSEN INFRASTRUCTUURBEHEER EN VERVOERSBEHEER OP DE SPOORVERVOERSSECTOR IN DE EUROPESE UNIE

EUROPA OVERBRENGEN AAN DE BURGERS: STAND VAN ZAKEN EN VOORUITZICHTEN

Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit: Hoe kan EU-wetgeving op dit terrein worden verscherpt?

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN

AANGENOMEN TEKSTEN. Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

HET CONCEPT "SNELWEGEN OP ZEE" VERBETEREN

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

Bestaande lacunes en toekomstperspectieven in het Europees internationaal privaatrecht: naar een wetboek van internationaal privaatrecht?

Waarom wordt bemiddeling niet vaker gebruikt als alternatief om geschillen te beslechten?

Stafmobiliteit gewikt en gewogen

TOELATINGSEISEN EN EXAMENS IN HET HOGER ONDERWIJS IN EUROPA: EEN VERGELIJKING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie

Maatschappelijke vorming

Reflectie. Dr. Mark Frederiks Coördinator internationalisering NVAO. EP-Nuffic Studenten internationaliseren in eigen land 5 februari 2015, Utrecht

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

TALEN DIE MET UITSTERVEN WORDEN BEDREIGD EN TAALKUNDIGE VERSCHEIDENHEID IN DE EUROPESE UNIE

Windows of Opportunity

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

De werking van het gemeenschappelijk Europees kooprecht in het kader van de Rome I-verordening

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

Indicator-Projecten op het gebied van internationalisering - Benaderingen, methoden en resultaten

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Nieuwe aanvragers Erasmus+ mbo

13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

GOEDERENVERVOER OVER DE WEG: WAAROM BEVRACHTERS UIT DE EU VRACHTWAGENS BOVEN TREINEN VERKIEZEN

Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld.

Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new

FRAUDE MET BETREKKING TOT DE BURGERLIJKE STAAT

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

Welke rechtsgrondslag moet ervoor het familierecht gebruikt worden? De koers voor de toekomst

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

HIB-seminar 4 juni 2015 Internationalisering doe je samen: de docent maakt het verschil TAAL & INTERNATIONALISERING Maike Verhagen & Marion Hemsing

Internationalisering en plant. Ton Stok en Gonneke Leereveld

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

Milan Zver "Erasmus": het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport (COM(2018)0367 C8-0233/ /0191(COD))

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

DE STEM van volwassen lees- EN SchrIjFcurSISTEN IN EuropA MANIFEST

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij de

De Aziatische georganiseerde misdaad in de Europese Unie

Leren van binnenuit KHLIM, KHLeuven, HuB, Groep T education college

HET EUROPEES FIETSROUTENETWERK EUROVELO

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

PLANNEN VOOR GEÏNTEGREERD STEDELIJK VERVOER EN COHESIEBELEID

Haalt de universiteit 2040?

EUROPEES HISTORISCH GEHEUGEN: BELEID, UITDAGINGEN EN VOORUITZICHTEN

KIESWIJZER. De NWS KiesWijzer heeft als doel om haar leden beter te informeren op deze gebieden in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2008 (01.12) (OR. en) 16207/08 EDUC 273 SOC 718 CULT 138

Maatschappelijke vorming

KA 1 Credit Mobility Hoger Onderwijs. Joy Plokker

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

Erasmus voor iedereen Veelgestelde vragen (zie ook IP/11/1398)

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

VERKLARING VAN EUSKADI

VIRTUELE MOBILITEIT: EEN ALTERNATIEF VOOR OF EEN AANVULLING OP FYSIEKE MOBILITEIT?

Gezamenlijk pamflet van de Nederlandse kennisinstellingen voor de verkiezingen van het Europees Parlement 2014

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, maart 2013)

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ERASMUS VOOR IEDEREEN ( )

DE GEVOLGEN VAN EEN MOGELIJKE UITBREIDING OP EU-NIVEAU VAN CONTROLEGEBIEDEN VOOR ZWAVELEMISSIES TOT DE GEHELE EUROPESE KUST

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie

Binnen het bestek van deze doelstelling is een specifieke actie van de lidstaten en de Commissie voorzien om gezamenlijk:

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader. Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette

Erasmus+ Jeugd. Informatiebijeenkomst 20 januari 2014

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Workshop Internationalisation at home. Frans van Hoek 15 November 2016

SOCIALE EN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN VAN WEGVERVOERDERS

Mobiliteit. Onderwijs Normen

The next Erasmus+ Lem van Eupen Director Nationaal Agentschap Erasmus+ 7 december 2017

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Transcriptie:

DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUUR- EN COHESIEBELEID CULTUUR EN ONDERWIJS DE INTERNATIONALISERING VAN HET HOGER ONDERWIJS STUDIE Inhoud Een studie naar het begrip van de internationalisering van het hoger onderwijs in de Europese context, op basis van twee enquêtes, een analyse van de rol van digitaal leren, tien nationale rapporten uit Europa en zeven van buiten Europa. De studie leidt tot conclusies en aanbevelingen over de toekomst van de internationalisering van het hoger onderwijs in Europa, op basis van de nationale rapporten en een Delphi-studie onder deskundigen in het internationale hoger onderwijs. IP/B/CULT/IC/2014-002 juli 2015 PE 540.370 NL

Dit document is aangevraagd door de Commissie cultuur en onderwijs van het Europees Parlement AUTEURS Centre for Higher Education Internationalisation (CHEI): Hans de Wit, Fiona Hunter European Association for International Education (EAIE): Laura Howard International Association of Universities (IAU): Eva Egron-Polak VERANTWOORDELIJK ADMINISTRATEUR Markus J. Prutsch Beleidsondersteunende afdeling B: Structuur- en Cohesiebeleid Europees Parlement B-1047 Brussel E-mail: poldep-cohesion@europarl.europa.eu REDACTIONELE ONDERSTEUNING Lyna Pärt TAALVERSIES Origineel: EN Vertalingen: DE, FR, NL OVER DE UITGEVER Om contact op te nemen met de beleidsondersteunende afdeling B of om u aan te melden voor de maandelijkse nieuwsbrief gelieve te schrijven naar: poldep-cohesion@europarl.europa.eu Manuscript voltooid in juli 2015 Europese Unie, 2015 Dit document is op internet beschikbaar op: http://www.europarl.europa.eu/supporting-analyses BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID De meningen die in dit document worden geuit, vallen uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de auteur en geven niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van het Europees Parlement weer. Nadruk en vertaling met bronvermelding voor niet-commerciële doeleinden toegestaan, mits de uitgever daarvan vooraf op de hoogte wordt gesteld en een exemplaar krijgt toegestuurd.

De internationalisering van het hoger onderwijs SAMENVATTING 'De internationalisering van het hoger onderwijs' (IHO) biedt een overzicht van de internationaliseringstrends in het hoger onderwijs, met name in Europa, en onderzoekt welke doelen met internationalisering worden of zouden moeten worden nagestreefd. IHO is een relatief nieuw maar breed en gevarieerd fenomeen. IHO wordt aangejaagd door een dynamische combinatie van politieke, economische, sociaal-culturele en academische drijfveren die, afhankelijk van de specifieke context, gevolgen hebben voor regio's, landen en instellingen, zoals duidelijk blijkt uit de zeventien landenrapporten. Hoewel er geen universeel model bestaat, zijn er gemeenschappelijke doelen, en deze studie identificeert tien belangrijke ontwikkelingen: 1. Het toenemend belang van internationalisering op alle niveaus (bredere waaier van activiteiten, een strategischer benadering, opkomende nationale strategieën en ambities) 2. De toename van de institutionele internationaliseringsstrategieën (maar ook risico's van homogenisering, focus op uitsluitend de kwantitatieve resultaten) 3. De algemene uitdaging om financiering te verwerven 4. De trend van toenemende privatisering in IHO door middel van het genereren van inkomsten 5. Concurrentiedruk van de globalisering, waarbij de ambities steeds sterker convergeren, voor zover dat nog niet geldt voor de acties 6. De duidelijke verschuiving van (louter) samenwerking naar (meer) concurrentie 7. De opkomende regionalisering, waarbij Europa vaak als voorbeeld wordt gezien 8. De overal stijgende aantallen, waarbij uitdagingen ontstaan ten aanzien van kwantiteit versus kwaliteit 9. Ontoereikende gegevens voor vergelijkende analyses en de besluitvorming 10. Opkomende focusgebieden zijn de internationalisering van het curriculum, transnationaal onderwijs en digitaal leren. Het is duidelijk dat IHO in Europa op gang is gekomen met Europese programma's, met name Erasmus, die een gemeenschappelijk begrip van en stimulansen voor internationalisering met zich meebrachten. Het Bolognaproces heeft dit versterkt. Het is ook evident dat de Europese programma's en modellen impact hebben gehad op de ontwikkeling van IHO in andere regio's in de wereld. IHO wordt met name in Europa geïntegreerd op nationaal en instellingsniveau. Er gaan stemmen op voor alomvattender IHO-strategieën, maar in de praktijk is er nog een lange weg te gaan. Zelfs binnen Europa loopt de voortgang uiteen deze blijft achter in Zuid- Europa en met name in Centraal- en Oost-Europa. Leidinggevenden uit het hoger onderwijs en IHO-professionals noemen de verbetering van de kwaliteit van onderwijs en leren en het voorbereiden van studenten op leven en werken in een geglobaliseerde wereld als de belangrijkste voordelen en doelstellingen van IHO. Zij zien regionaal en nationaal beleid als een essentiële externe drijvende en beïnvloedende kracht achter het institutionele beleid en merken internationale studentenmobiliteit, samenwerking op het terrein van onderzoek en strategische partnerschappen aan als IHOprioriteiten. 3

Beleidsondersteunende afdeling B: Structuur- en Cohesiebeleid Een Delphi-studie bevestigde dit positieve beeld in een toekomstscenario voor IHO in Europa: de ontwikkeling van wereldburgers en wereldwijde professionals, die andere culturen eerbiedigen en waarderen en die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van kenniseconomieën en sociaal inclusieve samenlevingen. Op die manier zou Europa beter kunnen concurreren en samenwerken met de rest van de wereld. Het scenario identificeert een aantal stimulerende factoren: Technische mogelijkheden voor virtuele uitwisselingen en gemengd leren ('blended learning'), met inbegrip van een betere internationale interactie tussen studenten Verdere ontwikkeling van gezamenlijke en dubbele graden Betere integratie van mogelijkheden om in het buitenland te studeren en stage te lopen Betere wederzijdse erkenning van studiepunten en graden Betere kwalitatieve indicatoren voor de kwaliteitsborging en classificatiesystemen Grotere inzet voor gelijkwaardige partnerschappen en wederzijdse voordelen Sterkere bevordering van publiek-private initiatieven Betere afstemming tussen het onderwijs- en onderzoeksbeleid en met andere onderwijsniveaus (basis-, voortgezet, beroeps- en volwassenenonderwijs). Het scenario identificeerde ook belemmeringen: Gebrek aan financiering, toenemende afhankelijkheid van kortlopende externe financiering, een al te grote nadruk op het genereren van inkomsten, bureaucratische obstakels, uiteenlopende HO-financieringsmodellen in Europa Ontoereikend vreemdetalenonderwijs, dominantie van het Engels als onderwijs- en onderzoekstaal Een al te grote nadruk op mobiliteit, die slechts voor een kleine elite bereikbaar is en niet is opgenomen in het curriculum (onderwijs en leren), een gebrekkige inzet en beloning van docenten en medewerkers Gebrekkige integratie van instellings-, nationaal en supranationaal beleid. In dit scenario werd de bestaande werkdefinitie van 'internationalisering' als volgt uitgebreid: "het bewuste proces waarbij een internationale, interculturele of mondiale dimensie wordt geïntegreerd in de doelstellingen, de functies en de verzorging van postsecundair onderwijs teneinde de kwaliteit van onderwijs en onderzoek voor alle studenten en werknemers te verbeteren en een betekenisvolle bijdrage te leveren aan de samenleving." Deze nieuwe definitie weerspiegelt het toegenomen besef dat IHO inclusiever en minder elitair moet worden, en dat mobiliteit moet worden geïntegreerd in geïnternationaliseerde curricula gericht op internationalisering voor iedereen. De definitie benadrukt opnieuw dat IHO geen doel op zich is, maar een middel om de kwaliteit te verbeteren, en dat de nadruk bij IHO niet uitsluitend op economische drijfveren moet liggen. De meeste nationale strategieën zijn nog steeds voornamelijk gericht op mobiliteit, economische winst op de korte en/of lange termijn, werving van talenten en internationale positionering. Daarom moeten veel meer inspanningen worden geleverd om deze benaderingen te integreren in alomvattender strategieën met meer aandacht voor de internationalisering van het curriculum en de leerresultaten als middel om de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te verbeteren. 4

De internationalisering van het hoger onderwijs De volgende aanbevelingen worden gedaan ter ondersteuning van de ontwikkeling van IHO in Europa. 1. Pak de onevenwichtigheden in de studiepunt- en graadmobiliteit en de uitdagingen op het gebied van institutionele samenwerking aan, die voortkomen uit aanzienlijke verschillen tussen de hogeronderwijsstelsels, -procedures en -financiering 2. Erken de toenemende populariteit van stages en maak het mogelijk om die te combineren met onderwijs in culturele en taalvaardigheden en studie in het buitenland 3. Ondersteun de belangrijke rol van academisch en administratief personeel in de verdere ontwikkeling van IHO 4. Bevorder de samenwerking tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven in het kader van de mobiliteit van studenten en medewerkers 5. Schenk meer aandacht aan het belang van 'internationalisering in eigen huis', door internationale en interculturele leerresultaten op te nemen in het curriculum van alle studenten 6. Neem de belemmeringen voor de ontwikkeling van gezamenlijke graden weg 7. Ontwerp innovatieve modellen voor digitaal en gemengd leren als aanvulling op IHO 8. Stem IHO af op internationalisering op andere onderwijsniveaus (basis-, voortgezet, beroeps- en volwassenenonderwijs) 9. Stimuleer twee- en meertalig onderwijs in het basis- en voortgezet onderwijs, om de basis te leggen voor een taalbeleid dat diversiteit bevordert 10. Neem op alle niveaus de belemmeringen weg tussen de internationalisering van onderzoek en onderwijs om meer synergie en mogelijkheden te creëren. Hoger onderwijs als publiek goed dat het publieke belang dient, hoeft niet noodzakelijkerwijs in strijd te zijn met meer ondernemerschap en particulier eigendom, maar het is belangrijk dat IHO in overeenstemming is met 'Affirming Academic Values in Internationalisation of Higher Education, A Call for Action' (Academische waarden bestendigen in de internationalisering van het hoger onderwijs een roep om maatregelen, IAU, 2012) en het International Student Mobility Charter (het internationaal handvest inzake studentenmobiliteit van de EAIE en de IEAA). De Europese Unie en het Bolognaproces hebben onmiskenbaar een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van IHO in Europa en in de wereld, en die rol moet nog verder worden uitgebouwd. Het is in dit proces evenwel essentieel om te focussen op partnerschappen en samenwerkingsvormen die de uiteenlopende contexten, behoeften, doelen en partnerbelangen en de heersende economische en culturele omstandigheden erkennen en eerbiedigen. Europa kan alleen een voorbeeld zijn wanneer wij erkennen dat wij ook van elders kunnen leren. De toekomst van IHO in Europa ziet er in potentie zonnig uit, mits de verschillende belanghebbenden en deelnemers een open dialoog voeren over de uitgangspunten, voordelen, middelen, kansen en obstakels van dit lopende veranderproces. 5