De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

Factsheet bedrijventerrein Boonsweg, Gemeente Binnenmaas

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Bijlage 2a. Advies m.e.r.-plicht

Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Monitor glastuinbouw Zuid-Holland

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Bestemmingsplan Glastuinbouw

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

Adviesrapport: Krachtige kern Olst. Minor Stedelijke vernieuwing Datum: Klas: MRSVE School: Saxion Hogescholen

Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda

Achtergrondrapportage

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Bedrijventerrein Kerkerak (Sliedrecht) Waardeloos of waardevol? Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Vijfsluizen (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Economische visie. Gemeente Cranendonck

Duurzame Greenport Westland Oostland

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

Toelichting. Wijzigingsplan Glastuinbouw Nieuwe Dijk 2, 4, 6, 8. Artikel 3.6 Wro

Sterke Greenport. Theo Duijvestijn, wethouder agribusiness. 29 oktober 2013

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

Laboratorium voor geo-informatiekunde en remote sensing

Agrarische makelaardij

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Statenmededeling. Glastuinbouwinventarisatie 2017 en discussienotitie Glastuinbouw en teeltondersteunende voorzieningen.

Bedrijventerrein Nieuw Mathenesse (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Huisvesting voor tijdelijke arbeidsmigranten.

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

GEMEENTE EMMEN NOTA VAN UITGANGSPUNTEN GLASTUINBOUWGEBIED ERICA

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland. Lid stuurgroep Greenports Nederland

De kracht van het Westland

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Glastuinbouw,

NOTITIE BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING VINKELSESTRAAT 99/101 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

Geachte heer Grootscholten en mevrouw Van Nistelrooij,

Statenfractie Zuid-Holland

Zzp ers in de provincie Utrecht Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Samenvatting studie glastuinbouw, de Tuin van de Deltapoort

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Onderzoek Bedrijvenpanel: Ondernemersklimaat

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Westland Oostland. Greenport. Samen werken aan unieke kansen voor een uniek cluster. Greenport Westland-Oostland

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht


Evaluatie kapsalons aan huis Handhaven of loslaten van het verbod op nieuwe kapsalons aan huis?

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

Bedrijventerrein Kethelvaart (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Overleg fracties PCW-CDA-ChristenUnie/SGP. Maandag 11 april 2016

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

Alternatieve locaties Hoeksche

Heukelum. Zicht op de Linge

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Hoofdstuk 22 Vrijwilligerswerk

Het belang van het MKB

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Ontwikkeling Konneweg 6 e.o. Gemeente Westvoorne. Paul Zuidgeest Landschapsarchitectuur

DELFGAUW, Zuideindseweg 80

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland 27 september 2017

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Rapporteigenschappen. Netto respons

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Informatiebijeenkomst Glastuinbouw Hoeksche Waard

Adviesbureau Tonnaer Mevr. R. v. Nuenen Vonderweg RM Eindhoven. Boxmeer, 5 november briefrapportage notitie bedrijven en milieuzonering

30 oktober Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay)

Bundeling werken in nationale bundelingsgebieden,

Veelgestelde vragen Transformatie Schieoevers-Noord

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

F. Buijserd Burgemeester

RISICOTOETS PLANSCHADE

Algemene Vergadering van Aandeelhouders Zeeland Seaports

Nota overlegreacties en. staat van wijzigingen. Wijzigingsplan Nabij Anthony Lionweg 19

De Drieslag, een streep er door. en verder gaan

Proces locatiekeuze Asielzoekerscentrum gemeente Meppel

Notitie van uitgangspunten Voorontwerp bestemmingsplan Glastuinbouwgebieden. September 2011

Werkgelegenheid in Leiden

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

29 januari 2014 H. de Paepe. Onderwerp Beleidsnota woningen in het buitengebied van de gemeente Lansingerland 2014

Zetten 2025 Levendig, verbonden en duurzaam

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Transcriptie:

SHEET

De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West

HAS KennisTransfer Onderwijsboulevard 221 Postbus 90108 5200 MA s-hertogenbosch Telefoon: (073) 692 36 37 De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West Gemeente Pijnacker-Nootdorp Chris Bos Dennis Potter Projectleider: Projectteam: Koos Dekker Ronald Sol Nelleke van Eeten Christian Stolk Loes van der Ven Plaats: s-hertogenbosch Datum: 3 juli 2013 Bij gebruik van geodata is de opdrachtgever gehouden aan het bij de gebruikte geodata geldende copyright. De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West ii

Voorwoord Voor u ligt de het rapport De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West. Dit rapport is opgesteld door twee studenten Stad en streekontwikkeling en een student Bedrijfskunde en Agribusiness vanuit de HAS Hogeschool ten behoeve van hun afstudeerproject. Het rapport is bestemd voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp, welke aan ons de vraag heeft voorgelegd: Hoe kan het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West zich op een duurzame, innovatieve en energieke wijze ontwikkelen naar 2040, waarin samenwerking centraal staat? Onze dank gaat uit naar: de medewerkers van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, met in het bijzonder Chris Bos en Dennis Potter, alle tuinders, bewoners en overige betrokkenen die aan ons onderzoek mee wilden werken en de begeleiding vanuit de HAS Hogeschool, respectievelijk Koos Dekker en Ronald Sol. s-hertogenbosch, 3 juli 2013 Nelleke van Eeten Christian Stolk Loes van der Ven De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West iii

Samenvatting Pijnacker-Nootdorp is de derde grootste gemeente wat areaal glastuinbouw betreft. Het glastuinbouwcluster in Pijnacker-Nootdorp neemt 21% van het totaal aantal banen en 23% van het totaal aantal vestigingen voor zijn rekening. De glastuinbouw in Pijnacker- Nootdorp heeft een sterke schaalvergroting meegemaakt. Een gemiddeld bedrijf in Pijnacker-Nootdorp is 2,5 hectare ten opzichte van 2 hectare landelijk. Verder zijn de tuinders in Pijnacker-Nootdorp ten opzichte van het landelijk gemiddelde relatief jong en hebben de oudere tuinders relatief meer opvolging ter beschikking in hun bedrijf. Uit de gesprekken met de tuinders is gebleken dat 23 tuinders toekomstgericht zijn en veertien tuinders zijn gericht op stabilisatie. De overige groep tuinders heeft hier geen mening over (11 tuinders), of is het niet van toepassing op (kas te koop). In de Noordpolder geven de meeste tuinders aan toekomstgericht te zijn. In de Zuidpolder heeft men voornamelijk geen mening of zit men in de stabilisatiecategorie. Zeventien tuinders geven aan al samen te werken. Dit zijn alle tuinders die deelnemen in de buurtvereniging van de Noordpolder. Zes bedrijven werken nu nog niet samen, maar zouden wel structureel samen willen werken. Dertien tuinders willen niet samenwerken om verscheidene redenen. De overige groep heeft geen mening of is niet van toepassing op dit onderwerp. Van de 55 tuinders zijn 25 tuinders negatief over de gemeente. Vijf tuinders zijn positief en zeven tuinders zijn neutraal over de gemeente. De negatieve houding heeft voornamelijk te maken met het proces van het exploitatieplan, het gebrek aan maatwerk en stroperige en onduidelijke procedures. De tuinders die zich positief uitlaten, komen door verschillende projecten veel in aanraking met de gemeente. 23 tuinders ervaren belemmeringen met betrekking tot hun bedrijfsvoering. In volgorde van belangrijkheid zijn dit de volgende belemmeringen: de werkwijze van de gemeente, burgerwoningen en omwonenden, de kosten van het Hoogheemraadshap, slechte infrastructuur, opkomende woonwijken en particulieren uit de kernen die procederen tegen tuinders. Het gebied scoort gemiddeld genomen een 6,9 en kan verbeterd worden door verbeterde ontsluiting en meedenkende politiek. De sociale samenhang en het prettige wonen in het glastuinbouwgebied worden als positieve aspecten gezien. De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West iv

Door de tuinders zijn ideeën aangedragen en suggesties om processen te verbeteren. De volgende ideeën zijn naar voren gekomen: één aanspreekpunt bij de gemeente, gezamenlijke waterberging met tuinders, arbeidspool met werklozen, een studentpool voor projecten/stages en de huidige alternatieve energievormen uitbreiden. De volgende suggesties zijn gedaan ter verbetering van processen: een hogere besluitvaardigheid van de gemeente, wonen en nevenactiviteiten tegengaan,meer samenwerking tussen tuinders en herstructurering van de Zuidpolder. Op basis van de bevindingen zijn vijf thema s opgesteld die relevant zijn voor het gebied, namelijk: samenwerking, wonen in het glastuinbouwgebied Pijnacker-West, herstructurering, maatschappelijk verantwoord ondernemen en tuinders en de gemeente. Door middel het werkatelier op 18 juni 2013 is over deze onderwerpen door tuinders en andere betrokkenen nagedacht. Op basis van deze gesprekken zijn aanbevelingen gedaan per thema. Samenwerking kan plaatsvinden door tuinders één of twee keer per jaar samen te laten komen. Tijdens deze avonden behandelen de tuinders in samenwerking met andere betrokkenen actuele onderwerpen en knelpunten. Om te herstructureren en de potentiele problemen van wonen in het glastuinbouwgebied aan te pakken, is een betere communicatie tussen tuinders en overige bewoners van het gebied nodig. Ook kan een procesondersteuningsteam worden opgezet, waarin alle kennis voor verschillende aspecten van herstructureren aanwezig is. Maatschappelijk verantwoord ondernemen moet economische winst met zich meebrengen. Dit kan door een aardwarmte- en CO2 web aan te leggen. Om de tuinders en gemeente meer op één lijn te brengen is meer communicatie noodzakelijk. Tuinders moeten meer één stem laten horen en de gemeente zal meer op informele wijze met de tuinders in contact moeten treden. De weg naar 2040 voor glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West v

Inhoudsopgave Voorwoord... iii Samenvatting... iv 1. Inleiding... 8 1.1 Aanleiding... 8 1.2 Probleemstelling... 8 1.3 Doelstelling... 9 1.4 Projectaanpak... 9 1.5 Leeswijzer... 10 2. Situatiebeschrijving... 12 2.1 Ligging en begrenzing... 12 2.2 Huidig gebruik van het gebied... 13 2.3 Gemeentebeleid... 19 3. Onderzoeksopzet... 22 3.1 Stakeholders... 22 3.2 Vragenlijst... 22 3.3 Gesproken tuinders... 23 4. Onderzoeksresultaten... 24 4.1 Bevindingen tuinders... 24 4.1.1 Ondernemersdoelstelling... 24 4.1.2 Verkoop... 25 4.1.3 Samenwerken... 26 4.1.4 Kijk op de gemeente... 28 4.1.5 Blokkades en belemmeringen... 30 4.1.6 Cijfer... 31 4.2 Bevindingen niet-glastuinbouwondernemers... 32 4.2.1 Ondernemersdoelstelling... 32 4.2.2 Kijk op de gemeente... 32 4.2.3 Blokkades en belemmeringen... 33 4.3 Bevindingen omwonenden en natuur- en bewonersverenigingen... 33 4.4 Ideeën van tuinders... 34 4.4.1 Ideeën... 34 4.4.2 Suggesties... 37 5. Potenties van het gebied... 40 5.1 SWOT analyse... 40 5.2 Toelichting op de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen... 41 5.2.1 Toelichting sterktes... 41 vi

5.2.2 Toelichting zwaktes... 42 5.2.3 Toelichting kansen... 43 5.2.4 Toelichting bedreigingen 44 5.3 Confrontatiematrix... 45 5.4 Themakeuze... 47 6. Werkatelier... 48 7. Thema s voor de toekomst... 49 7.1 Samenwerking... 49 7.2 Wonen in het glastuinbouwgebied Pijnacker-West... 50 7.3 Herstructurering, groei, grote kavels, logistiek en ontsluiting... 51 7.4. Maatschappelijk verantwoord ondernemen... 52 7.5 Tuinders en de gemeente... 53 8. Conclusie en aanbevelingen... 54 Bibliografie... 57 Bijlage A: Topografische kaart Pijnacker-West... 60 Bijlage B: Vragenlijst... 61 Bijlage C: Gesprekken externe kennisinstellingen... 62 Bijlage D: Uitwerking thema s... 65 Bijlage E: Scenario s... 67 vii

1. Inleiding 1.1 Aanleiding In 2012 heeft de gemeente Pijnacker-Nootdorp een integrale economische visie opgesteld. De glastuinbouwsector vormt een belangrijk onderdeel van deze economische visie. De primaire productie in de duurzame glastuinbouwgebieden is een belangrijke pijler voor het functioneren van het lokale en regionale glastuinbouwcluster. Om het glastuinbouwcluster binnen Pijnacker-Nootdorp als belangrijke economische waarde voor het gebied te behouden, is het noodzakelijk om het glastuinbouwgebied te moderniseren en te verduurzamen. Indien dit niet gebeurt, zullen de tuinders wegtrekken naar gebieden die aantrekkelijker zijn. Wanneer de tuinders wegtrekken zullen eveneens gerelateerde bedrijven wegtrekken en daarmee zal het glastuinbouwcluster haar belangrijke economische waarde verliezen. Daarnaast zal het gebied leeglopen en verrommelen. Om het glastuinbouwgebied te behouden is het voor Pijnacker-Nootdorp noodzakelijk om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied te verhogen. In de naaste omgeving van het glastuinbouwgebied dient namelijk rekening gehouden te worden met verschillende woonwijken en natuurgebieden: Buytenhout ten noorden en Oude Leede ten zuiden van Pijnacker-West. Ook zal worden bezien of één of meer van de transformatielocaties als overgang naar het stedelijk gebied als buffer kan/moet worden ingezet. De gemeente heeft voor Pijnacker-Nootdorp al bouwstenen beschikbaar in de vorm van een toekomstvisie, de economische visie en een modern bestemmingsplan. Ook heeft de gemeente concrete plannen voor de verbetering van de ontsluiting van het gebied. Toch komt een gebiedsontwikkeling niet tot stand en blijven de investeringen van tuinders in het gebied achter. De gemeente wil de ruimtelijke ontwikkeling in het gebied versnellen/stimuleren door de samenwerking in het gebied te verhogen en het draagvlak voor de maatschappelijke en economische belangen onder de partijen in het gebied aan de orde te stellen. 1.2 Probleemstelling Er is toekomstperspectief voor het glastuinbouwcluster in Pijnacker-Nootdorp en de regio als zij zich als vitale, innovatieve, internationaal concurrerende topsector kan ontwikkelen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de glastuinbouw zich moderniseert en verduurzaamt. De modernisering komt momenteel onvoldoende van de grond. De vraag is wat partijen in het gebied, vanuit het collectieve belang, hieraan kunnen en willen bijdragen. En wat de gemeente daarin als faciliterende overheid kan betekenen. Verduurzaming vindt steeds meer plaats. De gemeente wil in samenwerking met de sector nieuwe innovatieve oplossingen verkennen en deze ontwikkeling verder versnellen. In de praktijk wordt daarin nogal eens op maatschappelijke of planologische belemmeringen gestuit. Veelal heeft dit ook te maken met de afstand van de glastuinbouw tot de stedelijke 8

omgeving. En dat terwijl de glastuinbouw in Pijnacker-Nootdorp reeds lange tijd aanwezig is en bijna goed is voor een kwart van de locale economie. De vraag is wat partijen, vanuit het collectieve belang, voor elkaar kunnen betekenen om werk- en woonomgeving hand in hand te laten gaan. 1.3 Doelstelling Het opstellen van een breed gedragen visie op de ontwikkeling van het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West, welke toekomstperspectief biedt voor een modern, duurzaam en innovatief glastuinbouwgebied en zorgt voor nieuwe energie, enthousiasme en samenwerkingen in het gebied en zijn omgeving. 1.4 Projectaanpak Om te voldoen aan de bovengenoemde doelstelling, is de projectopdracht in drie fases ingedeeld: Fase 1: Inventarisatie Tijdens de eerste fase van het project is allereerst deskresearch uitgevoerd om een beeld te krijgen van het gebied en de glastuinbouwsector. Hierbij zijn verscheidene rapporten met informatie over het gebied bestudeerd. Uit deze informatie is gebleken welke partijen betrokken zijn en om welke reden deze partijen betrokkenen zijn (stakeholderanalyse). Daarna is fieldresearch uitgevoerd. Hierbij zijn de ideeën van de betrokkenen die naar voren kwamen tijdens het deskresearch geïnventariseerd. Door middel van kwalitatieve interviews is gesproken met de vijftigtal betrokken tuinders. Hierin zijn zowel bedrijfsgerichte, gebiedsgerichte en toekomstgerichte vragen gesteld. Naast de tuinders zijn kwalitatieve interviews gehouden met overige belanghebbenden, namelijk: overige tuinders in het gebied, het NMP,de LTO, bewonersverenigingen, gemeente Pijnacker-Nootdorp en de provincie Zuid-Holland. Aan de hand van deze interviews is gestreefd naar stimulering en prikkeling van de betrokkenen om mee te denken over de ontwikkeling van het gebied naar een modern, duurzaam en innovatief glastuinbouwgebied met toekomstperspectief. Deze gegevens zijn geanalyseerd en geprioriteerd. Dit is gedaan door middel van een SWOT analyse. Hieruit zijn de sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen van het gebied naar voren komen. Op deze manier zijn door middel van een confrontatiematrix de potenties van het gebied zichtbaar geworden. Uiteindelijk zijn er vijf thema s gekozen die het meest belangrijk zijn voor het gebied. 9

Fase 2: Gezamenlijke visieontwikkeling De uitkomsten van de gesprekken die hebben plaatsgevonden zijn met een geselecteerd gezelschap besproken in een zogenoemde werkatelier. Tijdens dit werkatelier zijn eerst de bevindingen die naar voren zijn gekomen tijdens de gesprekken uitgelicht, vervolgens zijn de ideeën die zijn aangedragen besproken. Daarna zijn door middel van korte filmpjes vier scenario s aan het licht gebracht. Deze scenario s waren prikkelend voor de daarna komende thema discussie. Het geselecteerde gezelschap was opgedeeld in vijf groepen welke ieder een thema, wat op dat moment in het gebied speelde, behandelde. Na deze themadiscussie werd de conclusie per thema aan de vier andere groepen gepresenteerd en is de avond afgesloten met een netwerkborrel. Fase 3: Uitwerken van de ideaalsituatie De resultaten die tijdens het werkatelier op 18 juni 2013 naar voren zijn komen hebben samen met de bevindingen tijdens de keukentafelgesprekken met de tuinders geleid tot een ideaalsituatie voor het glastuinbouwgebied Pijnacker-West. Deze situatie is uiteindelijk uitgewerkt per thema aan de hand van thema s voor de toekomst. 1.5 Leeswijzer Dit rapport is opgedeeld in acht hoofdstukken, na de inleiding, hoofdstuk 1, is in hoofdstuk 2 de situatiebeschrijving opgenomen. De situatiebeschrijving beschrijft de ligging van het gebied Pijnacker-West, het huidige gebruik van het gebied en vigerend beleid. Hoofdstuk 3 bevat de onderzoeksopzet. Hierin komen de belangrijkste stakeholders van het gebied naar voren, wordt de vragenlijst voorgelegd en aangegeven hoeveel stakeholders gesproken zijn. Aan de hand van de onderzoeksopzet van hoofdstuk 3 zijn in hoofdstuk 4 de onderzoeksresultaten beschreven. Dit gedeelte is opgedeeld in een kwantitatief en een kwalitatief deel, waarin het laatste gedeelte de ideeën en suggesties van tuinders beschrijft. Hoofdstuk 5, Potenties van het gebied, vat allereerst de voorgaande hoofdstukken samen in een SWOT analyse. Hierin worden de sterktes en zwaktes en kansen en bedreigingen van Pijnacker-West kort beschreven. Vervolgens worden deze in een confrontatiematrix tot potenties voor het gebied gevormd. Deze potenties zijn uiteindelijk in vijf verschillende thema s gegoten. Aan de hand van deze thema s is het werkatelier, dat beschreven staat in hoofdstuk 6, opgezet. Hoofdstuk 7, Thema s voor de toekomst, is opgesteld aan de hand van de input van dit werkatelier en geeft per thema een ideaalsituatie en de mogelijkheden om deze situatie te realiseren. Het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 8, bevat de conclusie en aanbevelingen. 10

In de bijlagen is allereerst in bijlage A toegespitst op Pijnacker-West door middel van een topografische kaart van dit gebied. Bijlage B bevat de vragenlijst die de tuinders hebben beantwoord tijdens de gesprekken. Bijlage C bevat de uitwerking van de gesproken vooruitstrevende personen en instanties gericht op de tuinbouwsector. In bijlage D staan de thema s welke uit de themakeuze zijn gekomen uitgewerkt. De laatste bijlage, bijlage E bevat de uitwerking van de vier scenario s. 11

2. Situatiebeschrijving In het hoofdstuk gebiedsbeschrijving wordt het projectgebied beschreven. Hierbij wordt voor het projectgebied ingegaan op de begrenzing, het grondgebruik en de bedrijvigheid. Vervolgens wordt het huidige beleid van de gemeente beschreven ten aanzien van de glastuinbouw zoals opgesteld in meerdere rapporten. 2.1 Ligging en begrenzing Het projectgebied Pijnacker-West is gelegen in het dorp Pijnacker. Dit dorp maakt onderdeel uit van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en is gelegen in het midden van de provincie Zuid- Holland. Het betreft het gebied tussen de bebouwde kom van Pijnacker en Delfgauw aan weerszijde van de Delftsestraatweg. Ten noorden van de Delftsestraatweg gaat dit om het gebied tussen de Nootdorpseweg/Vrederustlaan in Pijnacker en de Noordeindseweg in Delfgauw. Ten zuiden van de Delftsestraatweg betreft dit het gebied tussen de Europalaan in Pijnacker, de N470 en de Zuideindseweg in Delfgauw. Zie figuur 1 Projectbegrenzing of bijlage A Topografische kaart Pijnacker-West. Figuur 1: Projectbegrenzing (Kadaster, 2013) In figuur 1 wordt door middel van de rode omlijning om het gebied aangegeven wat het projectgebied betreft. De kern van het gebied wordt gescheiden door de Delftsestraatweg die midden door het projectgebied loopt. Het projectgebied boven de Delftsestraatweg wordt als 12

de Noordpolder aangeduidt en het gebied eronder als de Zuidpolder. Aan de rechterzijde van het kerngebied zijn twee losse gebieden waar te nemen. Dit zijn de transformatiegebieden Rijskade en Overgauw. Deze gebieden hebben tot 2025 de bestemming duurzame glastuinbouw en vanaf 2025 wordt besloten welke bestemming het gebied dan zal krijgen. Het gebied wordt zowel aan de noord- als zuidkant ingesloten door een natuurgebied. Aan de oost- en westzijde wordt het gebied ingesloten door woonwijken. Het glastuinbouwgebied wordt ontsloten via de Delftsestraatweg en de Overgauwseweg. De ontsluiting via de Delftsestraatweg kruist de woonwijk van Delfgauw. De Overgauwseweg wordt ontsloten op de N470. 2.2 Huidig gebruik van het gebied Het grondgebruik van het gebied Pijnacker-West bestaat voor het grootste deel uit bebouwing in de vorm van kassen die dienen voor de glastuinbouwsector. De gemeente Pijnacker-Nootdorp is qua productieareaal de derde glastuinbouwgemeente van Nederland. Alleen de buurgemeente Lansingerland (833 ha.) en de gemeente Westland (2.448 ha.) gaan Pijnacker-Nootdorp voor. In tabel 1 Verhoudingen van het glastuinbouwareaal zijn de verhoudingen van het glastuinbouwareaal van Pijnacker- Nootdorp en Pijnacker-West weergegeven. Landelijk areaal Westland Lansingerland Pijnacker- Nootdorp Pijnacker- West Hectare 9.960 2.448 833 360 128* Landelijk % 100% 25% 8,3% 3,6% 35%** *Inclusief twee transformatiegebieden van totaal 20 ha. ** Glastuinbouwareaal ten opzichte van Pijnacker-Nootdorp Tabel 1: Verhoudingen van het glastuinbouwareaal (CBS, 2012) Tabel 1 toont aan dat Pijnacker-West een belangrijk onderdeel is van de totale glastuinbouw in Pijnacker-Nootdorp. De luchtfoto in figuur 2 van Pijnacker-West laat zien dat het grootste gedeelte van het gebied is bebouwd met kassen. 13

Figuur 2: Luchtfoto van het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West (Maps, Luchtfoto glastuinbouwconcentratiegebied) Noord- en Zuidpolder Het gebied wordt zoals eerder benoemd gescheiden door de Delftsestraatweg in de Noorden Zuidpolder. De Noordpolder is ongeveer 25 jaar geleden in één keer vrijgegeven als glastuinbouwgebied, waardoor een heel aantal tuinders zich gelijktijdig hebben gevestigd in dit gebied. Door deze gelijktijdige vestiging van deze bedrijven is er een sociale samenhang tussen de bedrijven ontstaan. Daarnaast is er voordat het gebied vrijgeven werd, gewerkt aan een aantal belangrijke faciliteiten voor de glastuinbouw, zoals goede bereikbaarheid van de bedrijven en grote percelen met uitbreidingsmogelijkheden. In de Noordpolder bevinden zich ten opzichte van de Zuidpolder meer grotere en nieuwere bedrijven. De Zuidpolder is ten opzichte van de Noordpolder een ouder tuindersgebied en is langzaam vol gegroeid. Vooral aan de Schimmelpenninck van der Oyeweg staan nog veel oude kassen (20 jaar of ouder). Op de beschikbare grotere percelen hebben zich echter ook grotere bedrijven gevestigd. Het samenvoegen van oudere kassen tot enkele grote kassen is een proces wat moeilijk op gang komt door de tegengestelde belangen van de verschillende (kleine) tuinders. Dit achtergebleven proces van herstructurering heeft ervoor gezorgd dat de Zuidpolder versnipperd is. 14

Nevenactiviteiten en burgerwoningen Naast de bedrijvigheid in de glastuinbouwsector kent het gebied nog enkele andere vormen van bedrijvigheid. Enkele voorbeelden hiervan zijn: bedrijven in de detailhandel (tuincentrum e.d.), transportbedrijven, een melkveebedrijf, een zorgboerderij, manege en opslagbedrijven. Naast nevenactiviteiten zijn er ook veel woningen in het gebied te vinden. Deze woningen zijn oorspronkelijk gebouwd als bedrijfswoningen voor de kassen, maar veel tuinders die hun bedrijf verkocht hebben zijn in hun eigen woning blijven wonen. Doordat de nieuwe eigenaren ook bij hun bedrijf willen wonen, bouwen deze tuinders een nieuwe woning bij het bedrijf. Aangezien de Zuidpolder als glastuinbouwgebied ouder is dan de Noordpolder ondervindt de Zuidpolder daar meer last van dan de Noordpolder. OCAP OCAP is de afkorting van Organic Carbondioxide for Assimilation of Plants. OCAP is het systeem van transport van CO2,welke vrij komen bij industriële processen van bedrijven, naar glastuinbouwgebieden. Voor OCAP geldt dat de CO2 van het industriegebied van Rotterdam wordt vervoerd naar 580 glastuinbouwbedrijven waaronder het gebied Pijnacker- West. De CO2 wordt door de tuinders gebruikt ter stimulans van de groei van de producten. OCAP is in verhouding goedkoper dan het apart inkopen van CO2 door tuinders. OCAP is ook duurzaam, omdat het restproduct CO2 wat schadelijk is voor het milieu door middel van OCAP hergebruikt wordt voor de groei van planten. OCAP wordt als een belangrijke toegevoegde waarde voor een tuinbouwgebied gezien. (OCAP, z.d. ) Aardwarmteboringen In 2010 zijn er op twee locaties aardwarmteboringen geweest. Op de kaart in figuur 3 is aangegeven dat de aardwarmteboringen op twee plaatsen hebben plaatsgevonden, namelijk bij Duijvestijn Tomaten en Ammerlaan The Green Innovator. Ammerlaan The Green Innovator heeft hun aardwarmteboring al op acht andere gebouwen aangesloten, waaronder een zwembad en een school. Op de korte termijn hopen zowel Ammerlaan The Green Innovator als Duijvestijn Tomaten de aansluitingen op hun aardwarmtenetwerk uit te breiden. Bedrijvigheid De onderstaande gegevens met betrekking tot de bedrijvigheid zijn van algemene aard en gericht op de hele gemeente Pijnacker-Nootdorp, toespitsing op het gebied Pijnacker-West was hierbij niet mogelijk. In 2007 waren in geheel Pijnacker-Nootdorp in totaal 2.015 bedrijven gevestigd. Vanaf 2007 zijn het aantal bedrijfsvestigingen met 58 procent toegenomen, naar 3.190 bedrijfsvestigingen in 2012. De bedrijfsvestigingen op gebied van financiële dienstverlening, specialistische zakelijke diensten en cultuur, sport en recreatie zijn bovengemiddeld hard gestegen (respectievelijk 129%, 91% en 93%). (CBS, 2012) 15

In Pijnacker-Nootdorp zijn in 2011 13.977 banen beschikbaar. Daarvan verstrekt de bedrijfstak handel 1 de meeste banen voor Pijnacker-Nootdorp (3.750), gevolgd door de gezondheidszorg (1.880) en landbouw, bosbouw en visserij (870). Vanaf 2007 zijn het totaal aantal banen licht toegenomen tot 2011, met een hoogtepunt in 2009 (14.414 banen). De bedrijfstak handel heeft het grootste aandeel in deze lichte groei. (CBS, 2012) Glastuinbouw De primaire productie, toelevering, dienstverlening en distributie bedrijven met betrekking tot glastuinbouw beslaan in 2011 23 procent van het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de gemeente. Tabel 2 geeft deze ontwikkeling weer. 2007 2008 2009 2010 2011 Relatief (2011) Primair 281 266 231 210 199 7% Cluster* 448 486 511 501 494 17% Totaal 729 752 742 711 693 23% *Cluster is exclusief primaire bedrijven Tabel 2: Aantal vestigingen met betrekking tot glastuinbouw van Pijnacker-Nootdorp (CBS, 2012) Tabel 2 geeft weer dat het aantal vestigingen van de primaire glastuinbouw aanzienlijk zijn gedaald. Oorzaken hiervan zijn de het afnemende areaal glastuinbouw in de gemeente en de schaalvergroting die plaatsvindt bij de glastuinbouwbedrijven. Het cluster neemt daarentegen qua vestigingen wel toe ten opzichte van 2007. In tabel 3 is te zien welke ontwikkelingen de werkgelegenheid met betrekking tot de glastuinbouw heeft doorgemaakt. De tabel laat zien dat de banen voor zowel de primaire als het cluster van de glastuinbouw afgenomen zijn. Wel maakt de primaire glastuinbouw en het cluster in totaal nog 21 procent uit van het totale aanbod van werkgelegenheid in Pijnacker- Nootdorp. De afname heeft hoofdzakelijk te maken met het afnemende areaal van de primaire glastuinbouw en de toenemende automatisering. (Haaglanden, 2011) Tabel 3: Aantal banen met betrekking tot glastuinbouw van Pijnacker-Nootdorp (Haaglanden, 2011) 2007 2008 2009 2010 2011 Relatief (2011) Primair 1.385 1.309 1.067 1.093 1.114 8% Cluster* 1.957 2.175 2.273 2.024 1.878 13% Totaal 3.342 3.484 3.340 3.117 2.992 21% *Cluster is exclusief primaire bedrijven 1 Onder handel wordt verstaan: groot- en detailhandel, tussenhandel/handelsbemiddeling en reparaties van auto s en motoren 16

Hectare Zoals eerder aangegeven is het totale areaal glastuinbouw in de gemeente afgenomen. Grafiek 1 laat de ontwikkeling van het areaal glastuinbouw zien. Grafiek 1: Areaalontwikkeling glastuinbouw Pijnacker-Nootdorp 450 400 350 Areaalontwikkeling glastuinbouw 300 250 200 150 100 Totaal Bloemkwekerij Vaste planten Glasgroenten 50 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Pijnacker-Nootdorp streeft naar het behouden van 325 hectare productieareaal voor de primaire glastuinbouw, waaraan het gebied momenteel voldoet. In verhouding tot 2007 is in 2012 het totale areaal glastuinbouw licht toegenomen. Opvallend is dat het areaal glasgroenten behoorlijk is gestegen vanaf 2008, terwijl het areaal bloemkwekerij juist is afgenomen. Tabel 4 laat zien wat de gemiddelde grootte is van de verschillende typen glastuinbouwbedrijven in Pijnacker-Nootdorp. Ook laat het zien wat de procentuele groei van het areaal was voor de verschillende typen glastuinbouwbedrijven. Tabel 4: Gemiddeld aantal hectare naar type glastuinbouwbedrijf (CBS, 2012) Gemiddeld Groei t.o.v. 2007 aantal ha. 2012 Bloemkwekerij 2,45 47% Vaste planten 1,82 20% Glasgroenten 3,80 93% Glasgroenten beschikken gemiddeld over het grootste areaal. Ook hebben de glasgroenten de grootste groei doorgemaakt qua schaalvergroting in de laatste zes jaar. Om een renderende bedrijfsvoering te hebben in de glasgroente is het van belang om op grote schaal te produceren. 17

Hectare Ten opzichte van het landelijk gemiddelde heeft er in de glastuinbouw in Pijnacker-Nootdorp sterkere schaalvergroting plaatsgevonden dan landelijk gezien. In de onderstaande grafiek, grafiek 2, is dit waar te nemen. 3 Ontwikkeling bedrijfsgrootte 2,5 2 1,5 1 0,5 Pijnacker-Nootdorp Nederland 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Jaartal Grafiek 2 Ontwikkeling in de bedrijfsgrootte (CBS, 2012) Door de sterkere schaalvergroting heeft Pijnacker-Nootdorp een sterkere uitgangspositie in vergelijking tot de glastuinbouw landelijk. Leeftijd tuinders Pijnacker-Nootdorp heeft naast een gemiddeld groter areaal ook gemiddeld jongere tuinders in de glastuinbouw. De gemiddelde leeftijd van de glastuinbouwers in Pijnacker-Nootdorp is 48 jaar en ligt daarmee 2,5 jaar onder het landelijk gemiddelde. Ook qua opvolging en het aantal tuinders onder de 50 jaar scoort Pijnacker-Nootdorp beter dan het landelijk gemiddelde zoals te zien in grafiek 3. 60% 50% 40% Leeftijd en opvolging 30% 20% Nederland Pijnacker Nootdorp 10% 0% >50 geen opvolger Jonger dan 50 jaar Grafiek 3: Leeftijd en opvolging (Ruijs, 2010) 18

De leeftijd en opvolging spelen een belangrijk rol bij de investeringsbereidheid van de tuinders. Wanneer een ondernemer op leeftijd is en geen opvolging meer heeft, dan is hij minder bereidt om te investeren dan wanneer hij dit wel heeft. 2.3 Gemeentebeleid Het is van belang welk beleid de gemeente voert ten aanzien van de glastuinbouw. In deze alinea wordt beschreven welk bestemmingsplan de gemeente hanteert voor de glastuinbouwgebieden van Pijnacker-Nootdorp en welke visie de gemeente heeft op de glastuinbouw. 2.3.1. Bestemmingsplan Het bestemmingsplan Duurzame glastuinbouwgebieden is vastgesteld op 24 februari 2011. In dit bestemmingsplan staat duurzame glastuinbouw centraal. Het vigerende bestemmingsplan is gericht op de verschillende duurzame glastuinbouwgebieden en de zogenoemde potentiële transformatiegebieden, zie figuur 3. De gemeente Pijnacker-Nootdorp kent 4 duurzame glastuinbouwgebieden. De nummers 1,2 en 4 staan voor deze duurzame gebieden. Voor glastuinbouwgebied 3, Pijnacker-Oost, is een apart bestemmingsplan opgesteld. De nummers 5,6 en 7 staan aangewezen als potentiële transformatiegebieden na 2025 (Bestemmingsplan Duurzame glastuinbouw, 2011) 1. Noukoop 2. Balijade 3. Pijnacker-oost 4. Pijnacker-West 5. Dwarskade 6. Rijskade 7. Overgauw Figuur 3: Ligging en begrenzing deelgebieden bestemmingsplan duurzame glastuinbouwgebieden (Bestemmingsplan Duurzame glastuinbouw, 2011) Binnen het bestemmingsplan staan 3 thema s centraal, namelijk: de concentratie- en transformatiegebieden, het behoud en herstel van de omvang van de glastuinbouw en duurzame ontwikkelingen. 19

Concentratie- en transformatiegebieden In de concentratiegebieden die zijn aangewezen als duurzame glastuinbouwgebieden moet de glastuinbouw worden versterkt en ontwikkeld. In het bestemmingsplan komt dit tot uiting door de laatste ontwikkelingen van de glastuinbouw toe te staan in deze gebieden. Dit gaat onder andere over de hoogte van de kassen. Voor de transformatiegebieden geldt dat deze tot 2025 de vernieuwde glastuinbouwbestemming hebben. Na 2025 zal opnieuw naar de bestemming van deze gebieden gekeken worden Behoudt en herstel van de omvang van de glastuinbouw De gemeente hanteert een minimaal glasareaal van netto 325 hectare in de gemeente. Wanneer er glas verdwijnt, wordt er naar gestreefd om dit te compenseren in één van de acht gemeenten van Greenport Westland-Oostland. Door dit beleid wil de Greenport ervoor zorgen dat het (belangrijke) glastuinbouwcluster in de regio zal blijven. Duurzame ontwikkelingen Zoals het bestemmingsplan al aangeeft wordt er door de gemeente gestreefd naar een duurzame glastuinbouwsector. Deze duurzaamheid is gericht op zowel de economisch als de kwaliteitsaspecten. De kwaliteitsaspecten hebben invloed op ruimte, milieu en maatschappij. 2.3.2. Visie op de duurzame glastuinbouwgebieden In de visie op de toekomst van Pijnacker-Nootdorp 2040 wil Pijnacker-Nootdorp in de regio: een uniek woonmilieu bieden; het groene buitengebied meerwaarde geven; met duurzame en innovatieve bedrijven, waaronder glastuinbouw, de economie versterken. Met het oog op de toekomst kiest Pijnacker-Nootdorp ervoor om een goed ondernemingsklimaat te bieden en de glastuinbouwsector de ruimte te geven om zich duurzaam en innovatief te blijven ontwikkelen. Het beoogde resultaat is een Pijnacker- Nootdorp met een unieke landstedelijke identiteit in de rand-stedelijke netwerksamenleving, waarbij de glastuinbouwsector onderdeel vormt van de internationaal georiënteerde Greenport. In de visie Ruimte om te ondernemen 2025 wordt met nieuw en vernieuwend economisch beleid de uitstekende uitgangspositie van Pijnacker-Nootdorp als vestigingsplaats voor ondernemers optimaal benut. Door het creëren van ruimte om te ondernemen, wil de gemeente Pijnacker-Nootdorp een gemeente zijn met een duurzaam en concurrerend vestigingsklimaat, gekenmerkt door een sterk, duurzaam en innovatief glastuinbouwcluster dat integraal onderdeel uitmaakt van de Greenport Westland-Oostland, 20

In dat kader zet de gemeente in op: het versterken van de positie van het glastuinbouwcluster als pijler van de lokale en regionale economie; de samenwerking met partners in de Greenport Westland-Oostland ter verbetering van de bereikbaarheid, de aansluiting van kennis en onderwijs op het bedrijfsleven, de modernisering en herstructurering van het productieareaal en de verduurzaming; de verduurzaming van het primaire productieareaal. Dit dient als een belangrijke voorwaarde voor de toekomst van de sector in Pijnacker-Nootdorp. De gemeente wil dan ook graag samen met de sector optrekken om nieuwe innovatieve oplossingen te verkennen en dit proces te versnellen; het versnellen van de ruimtelijke ontwikkeling van de duurzame glastuinbouwgebieden. 21

3. Onderzoeksopzet Pijnacker-West is één van de vier duurzame glastuinbouwgebieden in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Pijnacker-West is het grootste gebied van de vier duurzame gebieden en is ingebouwd tussen de twee kernen Pijnacker en Delfgauw. Door de grootte van het gebied en de bewoners in nabije omgeving zijn er veel stakeholders in het gebied. 3.1 Stakeholders De belangrijkste stakeholders zijn de tuinders die in het gebied gevestigd zijn. Dit is een zestigtal, zowel kleine als grote, tuinders. Naast deze tuinders zijn er ook nog andere nietglastuinbouw tuinders in het gebied. Voorbeelden hiervan zijn Roots Autoservice en Vitotherm. Andere belangrijke stakeholders in het gebied zijn de bewoners en de gebruikers van de omringende natuur. Zij zijn vertegenwoordigd in bewoners- en natuurverenigingen. Naast de bovengenoemde personen kent de glastuinbouwsector nog meer stakeholders. De tuinbouw is een innovatieve sector die om structurele vernieuwing vraagt. Daarom is ervoor gekozen om ook vooruitstrevende personen en instanties gericht op de glastuinbouwsector als stakeholders aan te merken. Enkele voorbeelden voor deze personen/instanties zijn: GreenQ Improvement Centre te Bleiswijk, WUR Glastuinbouw te Bleiswijk, de LTO, de Provincie Zuid-Holland en de TU Delft. Er is gestreefd om ook met (Rabo)banken te spreken, echter is dit niet gelukt. Voor een uitwerking van deze gesprekken zie bijlage C Gesprekken externe kennisinstellingen. Er is getracht al de bovengenoemde stakeholders in het tijdsbestek van 1 april 2013 t/m 17 mei 2013 te spreken. 3.2 Vragenlijst De vragenlijst,zoals opgenomen in bijlage B is voorgelegd aan de verscheidene tuinders van het glastuinbouwconcentratiegebied Pijnacker-West. Allereerst is gekeken naar de algemene bedrijfsgegevens van de bedrijven in het gebied. Er is toegespitst op de grootte en de leeftijd van het bedrijf. Vervolgens is gekeken of er bedrijfsopvolging aanwezig is en of de tuinders samenwerken met andere tuinders in het gebied. Als laatste is gekeken hoe de ondervraagde tuinder zijn eigen bedrijf beoordeeld. Het tweede gedeelte van de vragenlijst is toegespitst naar het beeld op de toekomst. Dit is zowel opgesplitst in bedrijfs- als toekomstgericht. Belangrijke aspecten die hierin terug komen zijn: wat moet er gebeuren om het gebied voor u aantrekkelijk te houden, hebt u momenteel last van belemmeringen met betrekking tot uw bedrijfsvoering, wat voor cijfer geeft u het gebied en hoe zou de rol van de gemeente moeten zijn in uw ogen? 22

De vragenlijst met betrekking tot de niet-glastuinbouwondernemers in het gebied Pijnacker- West is te vergelijken met die van de tuinders. Aan de overige stakeholders is een compactere versie van de vragenlijst voorgelegd. Zo is er bij de bewoners meer toegespitst op de waardering van hun woonomgeving en welke toekomst zij zich wensen in combinatie met glastuinbouw. 3.3 Gesproken tuinders Gedurende een periode van 6 weken is getracht om alle stakeholders te interviewen. In totaliteit hebben 55 personen hun inbreng gegeven en is gestreefd hen te stimuleren en prikkelen om mee te denken over de ontwikkeling van het gebied naar een modern, duurzaam en innovatief glastuinbouwgebied met toekomstperspectief. Uit de antwoorden op de vragen van de vragenlijst in bijlage B, zijn de volgende bevindingen naar voren gekomen. In totaliteit zijn 69 personen benaderd om mee te denken, waarvan er uiteindelijk 55 personen daadwerkelijk zijn gesproken. Van deze 55 gesprekken hebben er 30, zogenoemde, keukentafelgesprekken plaatsgevonden. Figuur 4 geeft een weergave van de gesproken tuinders. 25 gesprekken zijn telefonisch afgelegd. Dit omdat deze personen weinig interesse hadden in een gesprek of deze personen aangaven dat een keukentafel gesprek weinig meerwaarde zou bieden. Wat opvalt, wanneer wordt gekeken naar figuur 5 is dat deze personen voornamelijk zijn gevestigd op de wat kleinere tuinbouwbedrijven in de Zuidpolder. 7 tuinders wilden in zijn geheel geen gesprek. De reden hiervoor was voornamelijk dat deze tuinders het te druk hadden, de periode april-mei (Moederdag e.d.) is een drukke periode op een aantal bedrijven. Verder is het helaas zo dat door tijdsgebrek en onbereikbaarheid 7 tuinders niet zijn gesproken. Figuur 4: Tuinders uit het gebied Pijnacker West die doormiddel van een keukentafelgesprek zijn gesproken. Figuur 5: Tuinders uit het gebied Pijnacker West waarvan het gesprek telefonisch is afgelegd. 23

4. Onderzoeksresultaten In het onderstaande hoofdstuk komen allereerst de kwantitatieve resultaten van de gevoerde gesprekken naar voren. Hierin is toegespitst op de ondernemersdoelstelling, verkoop, samenwerking, de kijk op de gemeente en blokkades en belemmeringen die ervaren worden. Ook is aan de tuinders gevraagd welk cijfer zij het gebied zouden geven. Daarnaast is toegespitst op de kwalitatieve resultaten in de vorm van ideeën en suggesties die de tuinders hebben aangedragen. 4.1 Bevindingen tuinders 4.1.1 Ondernemersdoelstelling Uit de verscheidene gesprekken die hebben plaatsgevonden is getracht de ondernemersdoelstelling te filteren. Er is voor gekozen deze doelstelling te verdelen in; toekomstgerichtheid, stabilisatie, geen mening of niet van toepassing. Uit figuur 6 blijkt dat een groot deel van de gesproken tuinders, namelijk 23, toekomstgericht is. Dit wil zeggen dat deze tuinders nog relatief jong zijn en een toekomst zien in de glastuinbouw sector. Verwacht wordt dat zij de komende 20/25 jaar blijven bestaan en groeien. De tuinders die vallen onder de categorie stabilisatie zijn de tuinders die het wel prima vinden zo. De komende jaren zal er vrij weinig veranderen in hun bedrijfsvoering. Deze tuinders wachten hun tijd wel af. De mensen die vallen onder de categorie geen mening hebben zich niet uitgelaten over dit aspect en zijn daarom niet meegenomen in de bovengenoemde categorieën. Wel is aan te nemen dat deze mensen voornamelijk op de wat oudere en kleinere bedrijven werkzaam zijn. De mensen die vallen onder de categorie niet van toepassing zijn de bedrijven zonder kas, denk hierbij aan Vitoterm en Roots autoservice aan de Overgauwseweg, en de bedrijven die leeg of te koop staan. Uit de gesprekken blijkt dat de toekomstgerichte tuinders voornamelijk in de Noordpolder en in het westen van de Zuidpolder gevestigd zijn. Tuinders uit de stabilisatiecategorie zitten voornamelijk met hun bedrijf tussen de Delfsestraatweg en de Schimmelpenninck van der Oyeweg. De tuinders met geen mening zijn voornamelijk gevestigd aan de Overgauwseweg en de Schimmelpenninck van der Oyeweg. 24

Ondernemersdoelstelling 7 11 23 Toekomstgericht Stabilisatie Geen mening N.v.t. 14 Figuur 6: Ondernemersdoelstelling in het gebied Pijnacker-West. 4.1.2 Verkoop Dat het een zware economische tijd is in de glastuinbouwsector is te zien aan het aantal glastuinbouwbedrijven die te koop staan in het gebied Pijnacker-West. Welgeteld zijn er momenteel 5 bedrijven te koop. Hiermee worden de bedrijven bedoeld met letterlijk een bord in de tuin. Deze tuinders waren genoodzaakt door faillissement of door ouderdom van de ondernemer het bedrijf te beëindigen en te verkopen. De bedrijven die door faillissement te koop staan zijn nog relatief jong. Dit wil zeggen dat deze kassen voldoen aan de eisen voor een modern tuinbouwbedrijf. De overige bedrijven zijn verouderd en vragen of om gehele sanering of een grote verbouwing. Uit de gesprekken is gebleken dat er daarnaast 8 bedrijven te koop staan in het gebied. Dit zijn de bedrijven die door stille verkoop worden aangeboden. Deze tuinders geven aan geen haast te hebben met de verkoop van het bedrijf en niet breeduit op internet te willen staan. De bedrijven die momenteel in de stille verkoop worden aangeboden zijn voornamelijk de wat verouderde en al leegstaande bedrijven in de Zuidpolder. Daarentegen wordt er in de Noordpolder ook een gerenommeerd bedrijf aangeboden. In figuur 7, Bedrijven die te koop staan in het gebied Pijnacker-West, is te zien dat onlangs 2 bedrijven verkocht zijn. Dit zijn gerenommeerde bedrijven waar direct in geteeld kan worden. Uit de verkregen informatie blijkt dat deze bedrijven door een buurman zijn gekocht. 25

Figuur 7 geeft een overzicht van de te koop staande bedrijven in het gebied. De bedrijven met een rode punt staan voor de bedrijven die daadwerkelijk te koop zijn, oranje geeft de bedrijven aan die door stille verkoop worden aangeboden en de groene kleur geeft de bedrijven aan die onlangs verkocht zijn. Figuur 7: Bedrijven die te koop staan in het gebied Pijnacker-West. 4.1.3 Samenwerken Uit vele gesprekken die wij hebben gevoerd met vooruitstrevende personen en instanties blijkt dat samenwerken momenteel maar ook in de toekomst een erg belangrijk aspect is. Dit wordt benadrukt door de gesproken personen Jan-Willem de Vries van WUR Glastuinbouw te Bleiswijk, Hanjo Lekkerkerk van de GreenQ Improvement Centre, Piet van Adrichem van de LTO Noord Glaskracht en Etwin Grootscholten van de provincie Zuid-Holland. Voor een uitwerking van deze gesprekken zie bijlage C Gesprekken externe kennisinstellingen. Dit heeft er toe geleid dat samenwerking een belangrijk thema is geworden gedurende de keukentafelgesprekken. Uit deze gesprekken komt naar voren dat momenteel in het gebied Pijnacker-West zeventien tuinders samenwerken met andere tuinders, zie figuur 8. Deze samenwerking vindt voornamelijk in de Noordpolder plaats. Deze samenwerking vindt plaats door middel van de aanwezige buurtvereniging. De tuinders uit de Noordpolder hebben zich daar ongeveer 25 jaar geleden tegelijkertijd gevestigd. Zij geven aan dat ze vrijwel allemaal niet uit de omgeving kwamen en daardoor sociaal op elkaar aangewezen waren. Zij hebben gezamenlijk de buurtvereniging opgepakt en momenteel zijn daar nog steeds alle tuinders lid van. 26

Naast de samenwerking van de buurtvereniging van de Noordpolder, zijn er samenwerkingen met betrekking tot het aardwarmteproject, clustervorming voor de komst van de windmolens en waterberging. Het aardwarmteproject is vrij recent en speelt voornamelijk bij de vooruitstrevende bedrijven Ammerlaan The Green Innovator en Duijvestijn Tomaten. Zij zijn begonnen met het project en blijven het ook uitvoeren, maar hopen een warmteweb aan te kunnen leggen naar andere tuinders in het gebied. Ammerlaan heeft zijn web al uitgebreid en levert momenteel al aan 8 andere bedrijven, inclusief een zwembad en een sporthal. Ook Duijvestijn heeft plannen om het web op korte termijn te gaan uitbreiden naar omliggende bedrijven. Naast het gebruik van duurzame vorm van energie door deze bedrijven wordt ook de samenwerking tussen deze bedrijven versterkt. In de zuidpolder zijn een aantal vooruitstrevende tuinders actief voor de komst van de windmolens. Zij streven gezamenlijk voor de komst van 5 windmolens aan de N470. Zij geven aan dat ze gezamenlijk sterker staan en zo actiever zijn. Samenwerking met betrekking tot waterberging gebeurt slechts op kleine schaal. Bij twee bedrijven is sprake van een gedeeld bassin. Maar ook andere tuinders geven aan dat zij grond van de buren huren/kopen om hier een bassin op te plaatsen. Uit de cirkeldiagram die is te zien in figuur 8 blijkt dat er ook zes tuinders zijn die hebben aangegeven dat ze momenteel nog niet samenwerken maar hier wel interesse in hebben. Zij geven aan dat ze momenteel al wel onderlinge sociale contacten hebben maar nog niet met betrekking tot de bedrijfsvoering. De gehoopte samenwerkingen zijn voornamelijk gebaseerd op de aansluiting bij het warmteweb. Dertien tuinders geven aan totaal geen interesse te hebben in samenwerking, zie figuur 8. Zij geven aan dat de huidige economische situatie dit niet toelaat. Wanneer samen met andere tuinders initiatieven worden opgepakt en ook daadwerkelijk uitgevoerd, is het goed mogelijk dat door de huidige economische omstandigheden een ondernemer wegvalt. Dit gat moet vervolgens door de andere samenwerkende tuinders worden opgevangen. Dit maakt samenwerken moeilijk mogelijk. De tuinders uit figuur 8 welke vallen onder de categorie geen mening zijn grotendeels telefonisch benaderd. Dit zijn tuinders voornamelijk in de Zuidpolder van de oudere en kleinere bedrijven. De laatste categorie in dit cirkeldiagram zijn, zoals al eerder vermeld in paragraaf 4.1.1. Ondernemersdoelstelling de bedrijven zonder kas, lege bedrijven of bedrijven die te koop staan. 27

Samenwerken 12 7 17 Werkt al samen Werkt nog niet samen maar heeft wel interesse Staat hier niet open voor 13 6 Geen mening N.v.t. Figuur 8: Samenwerkingen in het gebied Pijnacker-West. 4.1.4 Kijk op de gemeente Gedurende de gesprekken is toegespitst op de rol van de gemeente in het glastuinbouwgebied. Vijf mensen zijn positief, vijfentwintig negatief, zeven neutraal, elf personen hadden geen mening en zeven personen waren binnen dit aspect niet van toepassing. Voor een uitwerking van de bovenstaande cijfers zie figuur 9. De zeven personen uit de categorie niet van toepassing zijn binnen dit aspect buiten beschouwing gelaten. Dit zijn personen die een bedrijf hebben zonder kas of de bedrijven die te koop of leeg staan. De mensen die vallen onder de categorie geen mening reageerde niet of onduidelijk op deze vraag en zijn dus niet meegenomen in de telling. Zeven personen zijn neutraal over de gemeente. Zij gaven aan dat ze verwachten dat andere tuinders wel negatief zouden spreken over de gemeente maar zij hadden tot op heden niets of weinig met de gemeente te maken. Vijfentwintig personen hebben zich negatief uitgelaten over de gemeente. Deze uitlatingen hebben voornamelijk betrekking op negatieve ervaringen met de gemeente. Een belangrijke negatieve ervaring is de aanvaring tussen de gemeente en de tuinders met betrekking tot het exploitatieplan voor de Komkommerweg. Doordat dit op hoog niveau heeft gespeeld geven de tuinders aan dat de gemeente niet vóór hun tuinders werkt maar tégen hun tuinders. 28

Verder geven ze aan dat de slagvaardigheid in procedures te lang duren. De tuinders geven aan dat stroperige procedures veel tijd en daarmee geld kosten. Daarnaast worden goede initiatieven hiermee in de kiem gesmoord, omdat tuinders hun initiatieven laten afweten omwille van de stroperige procedure. Ook geven de tuinders aan dat een procedure over teveel schijven gaat en daardoor verwaterd. Maatwerk en flexibiliteit met betrekking tot de regels in het bestemmingsplan wordt gewenst door veel tuinders. Men is opzoek naar één aanspreekpunt in de gemeente. Deze persoon luistert niet alleen naar de tuinders maar ondersteunt ook in het proces en kan verantwoordelijk worden gehouden voor het verstropen van procedures. Dit wordt momenteel erg gemist. Een meedenkende en ondernemende gemeente wordt gewaardeerd door de tuinders. Er wordt aangegeven dat de ambtenaren hun kantoor uit moeten komen. Ze moeten gaan kijken wat er gebeurd in het gebied en op basis daarvan oordelen. Als laatste geven de tuinders aan dat de huidige politiek de feeling met de tuinbouw mist. Uiteraard zijn er ook tuinders die positief naar de gemeente kijken. Dit zijn voornamelijk de tuinders die door bepaalde activiteiten, bijvoorbeeld het aardwarmteproject, vaak bij de gemeente zitten. Zij geven aan dat de gemeente wel degelijk meedenkend is. Zij weten ook de weg naar het gemeentehuis te vinden en daar de juiste persoon te spreken. Kijk op de gemeente 7 5 11 25 Positief Negatief Neutraal Geen mening N.v.t. 7 Figuur 9: Kijk op de gemeente van de tuinders uit het gebied Pijnacker-West. 29

4.1.5 Blokkades en belemmeringen Het aandeel blokkades en belemmeringen telt zwaar mee bij de overweging van een tuinder om zich te vestigen in het gebied of om op de huidige locatie te blijven en groeien. Zoals is te zien op het cirkeldiagram in figuur 10 zijn er een groot aantal tuinders die blokkades en belemmeringen ervaren met betrekking tot hun bedrijfsvoering. Een groot aantal hiervan zijn ook toekomstgerichte tuinders. Om deze blokkades en belemmeringen te verduidelijken is ervoor gekozen een top 6 belemmeringen op te stellen. Deze ziet er als volgt uit: 1. De gemeente 2. Burgerwoningen en omwonenden 3. Het Hoogheemraadschap 4. Infrastructuur 5. Opkomende woonwijk/woningbouw 6. Particulieren uit de kernen en de vervroegde gepensioneerden In de vorige paragraaf, 4.1.4. Kijk op de gemeente, is al eerder gesproken over de rol van de gemeente door de ogen van de tuinders. Om deze reden is ervoor gekozen hier in deze paragraaf niet nogmaals op in te gaan. Burgerwoningen en omwonenden worden door de tuinders als potentiële last gezien. Momenteel ervaart men hier nog niet veel hinder van maar wanneer de oude generatie met een achtergrond in de glastuinbouw plaatsmaakt voor de nieuwe stadse generatie zonder affiniteit met de glastuinbouw kan dit gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Tuinders geven hiervoor zelf al diverse oplossingen. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat bij de verkoop van een burgerwoning in het gebied een contract getekend moet worden. In dit contract staat aangegeven dat men in de omgeving van een kas gaat wonen en daarom -tot op zekere hoogte- geen blokkade mag vormen voor dit bedrijf. Een andere optie is de woningen die niet aan de lintbebouwing grenzen te verplaatsen uit het gebied naar de zogenoemde uitplaats locaties. Als laatste wordt aangegeven dat in deze burgerwoningen vaak nevenactiviteiten plaatsvinden die de glastuinbouw belemmeren in hun groei. Op plaats 3 wordt het Hoogheemraadschap genoemd. De hoge en strenge eisen zijn moeilijk te behappen voor de kleinere tuinders. Hoogheemraadschap vormt een in een verhouding te grote kostenpost. De infrastructuur wordt als vierde belemmering gezien. Tuinders geven aan dat een gebied staat of valt met een goede ontsluiting. Door veel tuinders wordt aangegeven dat de huidige ontsluiting van Pijnacker-West niet volstaat. Door de slechte ontsluiting is het gebied een tweede keus locatie geworden voor de vestiging van nieuwe tuinders. De ontsluiting volstaat niet doordat de wegen te smal zijn en een belangrijk gedeelte van de tuinders wordt ontsloten via dorpskernen. Men geeft wel aan dat de komst van de Komkommerweg wel degelijk een verbetering zal zijn voor het glastuinbouwgebied. 30