5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge sloot. Grondsoort Waar de grond uit bestaat. Bijvoorbeeld zand of klei. Vruchtbaar Zo noem je grond waar planten goed kunnen groeien. Van veen tot weiland Moeras Een nat natuurgebied. Veenweidegebied Een nat gebied met weilanden en sloten. Veen Resten van dode planten in een moeras. Legakker Het land waarop men nat veen liet drogen. Turf Als je veen laat drogen, wordt het turf.
5 Lastige woorden Blad Heuvels in Limburg Groeve Een plaats waar men stenen uit de bodem hakt. Mergel Zachte steensoort die in de bodem van Zuid- Limburg voorkomt. Löss Een grondsoort met kleinere korrels dan zand, maar groter dan klei. Explosieven Deze gebruik je om iets te laten ontploffen. Een kust van krijt Fossiel Een steen met een afdruk van een plant of een dier van miljoenen jaren geleden. Kalksteen Een zachte steensoort. Krijt Kalk.
6 Lastige woorden Blad Cacaobonen Arbeider Iemand die op een plantage of in een fabriek werkt. Product Iets wat je maakt om te verkopen. Consument Iemand die een product koopt. Reclame Vertellen dat je iets moet kopen omdat het goed of mooi is. Grondstof Materiaal waar je iets van maakt. Van cacaobonen maak je chocolade. Lopende band Een soort roltrap, maar dan een die niet naar boven of naar beneden gaat. Waar bouw je een fabriek? Afzetgebied Het gebied waar klanten van een fabriek wonen. Schors De buitenkant van een boom. Bereikbaar Als mensen ergens gemakkelijk kunnen komen. Vervoeren Producten naar winkels of bedrijven brengen. Fabrikant De eigenaar van een fabriek.
6 Lastige woorden Blad Goed voor het milieu? Lozen Vuil water ergens weg laten lopen. Steenkool Zwarte steen die als brandstof wordt gebuikt. Rioolwaterzuivering Plaats waar vuil water wordt schoongemaakt. Mode over de grens Made in China Gemaakt in China. Lagelonenlanden Landen waar arbeiders veel minder verdienen dan in Nederland.
5 Samenvatting Zand en klei In Nederland zijn veel verschillende landschappen, zoals weilanden, akkers, bos en heide. Dat komt doordat de bodem uit verschillende grondsoorten bestaat: zand, klei, veen en löss. Zand bestaat uit losse korrels. Zandgrond is niet vruchtbaar, het water zakt er gemakkelijk in weg. Bos en heide groeien goed op zandgrond. Klei heeft kleinere korrels dan zand. Klei is vruchtbaar, maar water zakt er niet gemakkelijk doorheen. Van veen tot weiland Een moeras bestaat uit plantenresten. We noemen dat veen. Als je veen laat drogen, wordt het turf. Turf is goede brandstof. Waar mensen veen weghaalden, ontstonden vaak plassen. Nu zijn het recreatiegebieden of natuurgebieden. In West-Nederland is het veen niet overal afgegraven. Veengrond is nat en zacht en geschikt voor veeteelt. In een veenlandschap zie je vooral weilanden met koeien. Sloten voeren overtollig water af. Heuvels in Limburg De bodem van Zuid-Limburg bestaat uit löss. Lösskorrels zijn kleiner dan zandkorrels, maar groter dan kleideeltjes. Lössgrond is vruchtbaar en houdt regenwater vast. Daardoor is het goede landbouwgrond. In Zuid-Limburg vind je akkers en boomgaarden boven op de heuvels. In de dalen en op de hellingen van het heuvellandschap vind je weilanden. Op de steilste hellingen vind je bos. In de bodem van de Limburgse heuvels zit mergel. 5
6 Samenvatting Cacaobonen Cacaobonen groeien op plantages in warme landen. Ze zijn de grondstof voor chocolade. De bonen worden geplukt en gedroogd. Dan gaan ze per schip naar een fabriek in een ander land. Daar staan machines. Arbeiders gebruiken de machines om de cacaobonen te roosteren en om de schilletjes eraf te halen. Dan malen ze de bonen tot cacaomassa. Daarvan worden cacaopoeder en chocolade gemaakt. We noemen dat producten. De fabriek maakt reclame voor haar producten. Mensen die producten kopen en gebruiken, noem je consumenten. Waar bouw je een fabriek? Een fabriek wordt niet zomaar ergens gebouwd. Soms staat een fabriek dicht bij het afzetgebied. Dat is het gebied waar je klanten wonen. Of een fabriek staat in een gebied waar de grondstoffen vandaan komen. Dat scheelt weer in het vervoer. Veel fabrieken staan op plaatsen waar ze goed bereikbaar zijn. Zoals langs een snelweg, in een haven of aan een spoorlijn. Zo is het gemakkelijk om producten naar winkels of bedrijven te vervoeren. Goed voor het milieu? Vroeger herkende je fabrieken aan rokende schoorstenen. De rook kwam van brandende steenkool. De lucht werd erdoor vervuild. Dat was niet goed voor het milieu. Nu gebruiken bedrijven machines die minder vervuilen. Vroeger loosden fabrieken ook vuil water. Nu moeten ze ervoor zorgen dat het schoon wordt. Het afvalwater gaat naar een rioolwaterzuivering. Sommige bedrijven maken hun afvalwater zelf schoon. Het water kan dan soms opnieuw worden gebruikt. 6
5 Oefenen met de samenvatting Antwoorden a Zet een streep onder de woorden die een grondsoort zijn. klei weilanden akkers löss bos heide zand veen Zet een streep onder de goede woorden. In Oost- / West- Nederland is het veen niet overal afgegraven. Veengrond is droog / nat en hard / zacht. b Kruis aan. Waar horen de nietonderstreepte woorden bij? heuvels landschappen natuurgebieden Wat hoort bij zand? En wat bij klei? Trek lijnen. 5 Het is geschikt voor akkerbouw / veeteelt. In een veenlandschap zie je weilanden / akkers. Kruis steeds aan wat juist is. Op plaatsen waar mensen veen weghaalden ontstonden: plassen duinen heuvels klei losse korrels kleinere korrels Waar vroeger veen werd weggehaald, vind je nu: houdt water niet vast woonwijken recreatiegebieden houdt water vast niet vruchtbaar In een veenlandschap wordt overtollig regenwater afgevoerd door: zand vruchtbaar weilanden sloten rivieren Maak de zinnen af. bos heide Een moeras bestaat uit resten We noemen dat Gedroogd veen heet veen turf 6 Kruis aan wat waar is. Löss heeft fijnere korrels dan zand, maar grotere korrels dan klei. Löss vind je in Zuid-Limburg. Löss houdt regenwater niet goed vast. Löss is heel vruchtbaar. Löss is geen goede landbouwgrond. Dat is een goede 5
6 Oefenen met de samenvatting Antwoorden Hoe verdient een fabrikant geld? Zet de zinnen in de goede volgorde. a Waar zijn fabrieken goed bereikbaar? Zet er een streep onder. Dan maakt hij er reclame voor. Consumenten kopen zijn producten. Hij laat er producten van maken. Hij koopt grondstoffen. bij de snelweg in de haven in het centrum langs een spoorlijn in een natuurgebied b Voor fabrieken is dit belangrijk, omdat: Verbind de woorden die bij elkaar horen. plantage consument arbeiders brandstof werken in de fabriek wat gemaakt wordt producten dan makkelijk kunnen worden vervoerd naar winkels en bedrijven. ze dan dicht bij het afzetgebied staan. product steenkool koper warme landen 5 Zet een streep onder woorden die horen bij fabrieken van vroeger. Kruis de zinnen aan die juist zijn. Het afzetgebied is het gebied waar de klanten wonen. afval opnieuw gebruiken rokende schoorstenen steenkool rioolwaterzuivering luchtvervuiling afvalwater lozen Het afzetgebied is de plaats waar de grondstoffen vandaan komen. Fabrieken staan soms dicht bij het afzetgebied. Fabrieken staan soms in het gebied waar de grondstoffen vandaan komen. afvalwater schoonmaken minder vervuilende machines 6
5 Oefenen met de samenvatting Antwoorden a Zet een streep onder de woorden die een grondsoort zijn. klei weilanden akkers löss bos heide zand veen Zet een streep onder de goede woorden. In Oost- / West- Nederland is het veen niet overal afgegraven. Veengrond is droog / nat en hard / zacht. b Kruis aan. Waar horen de nietonderstreepte woorden bij? heuvels landschappen natuurgebieden Wat hoort bij zand? En wat bij klei? Trek lijnen. 5 Het is geschikt voor akkerbouw / veeteelt. In een veenlandschap zie je weilanden / akkers. Kruis steeds aan wat juist is. Op plaatsen waar mensen veen weghaalden ontstonden: plassen duinen heuvels klei losse korrels kleinere korrels Waar vroeger veen werd weggehaald, vind je nu: houdt water niet vast woonwijken recreatiegebieden houdt water vast niet vruchtbaar In een veenlandschap wordt overtollig regenwater afgevoerd door: zand vruchtbaar weilanden sloten rivieren Maak de zinnen af. bos heide Een moeras bestaat uit resten We noemen dat Gedroogd veen heet Dat is een goede planten- veen turf brandstof 6 Kruis aan wat waar is. Löss heeft fijnere korrels dan zand, maar grotere korrels dan klei. Löss vind je in Zuid-Limburg. Löss houdt regenwater niet goed vast. Löss is heel vruchtbaar. Löss is geen goede landbouwgrond. 5
6 Oefenen met de samenvatting Antwoorden Hoe verdient een fabrikant geld? Zet de zinnen in de goede volgorde. a Waar zijn fabrieken goed bereikbaar? Zet er een streep onder. Dan maakt hij er reclame voor. Consumenten kopen zijn producten. Hij laat er producten van maken. Hij koopt grondstoffen. bij de snelweg in de haven in het centrum langs een spoorlijn in een natuurgebied b Voor fabrieken is dit belangrijk, omdat: Verbind de woorden die bij elkaar horen. plantage consument arbeiders brandstof werken in de fabriek wat gemaakt wordt producten dan makkelijk kunnen worden vervoerd naar winkels en bedrijven. ze dan dicht bij het afzetgebied staan. product steenkool koper warme landen 5 Zet een streep onder woorden die horen bij fabrieken van vroeger. Kruis de zinnen aan die juist zijn. Het afzetgebied is het gebied waar de klanten wonen. afval opnieuw gebruiken rokende schoorstenen steenkool rioolwaterzuivering luchtvervuiling afvalwater lozen Het afzetgebied is de plaats waar de grondstoffen vandaan komen. Fabrieken staan soms dicht bij het afzetgebied. Fabrieken staan soms in het gebied waar de grondstoffen vandaan komen. afvalwater schoonmaken minder vervuilende machines 6