Activiteitenschema Archeologie



Vergelijkbare documenten
Aanwijzing: Lees de verhalen op de borden boven de kist goed; er staan aanwijzingen op. Kijk goed in de kist. Valt je daar iets bijzonders op?

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

1-Kennismaking met archeologie

De IJzertijd (van 800 tot 12 voor Christus).

De presentatie rond de trap

3. Van wie is de kreet? 4. Wat wil Albor met het zwijntje doen?

b. Bekijk het laatste deel van de maquette, de kwelders. Waarom staat daar geen dorpje, denk je?

Vondsten uit de grond LES1

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

Deze activiteit MOET worden voorbereid op school, anders kunnen de opdrachten tijdens de excursie niet uitgevoerd worden.

HET TRECHTERBEKERVOLK. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei

een zee Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de van tijd een zee van tijd

VAN VUISTBIJL TOT TRECHTERBEKER

Mentor Datum Groep Aantal lln

De steentijd Jagers en verzamelaars

De eerste boeren Het dorp

Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... Munten Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?...

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief

Museumles Tureluurtje. Docentenhandleiding

Strategieles Verwijswoorden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Van je juf of meester krijg je een plaatje. Er zijn vier verschillende plaatjes.

maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken.

De lessen LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4

inhoud 1. Graven naar vroeger 2. Oude sporen 3. De archeoloog 4. De ontdekking 5. Aan de slag 6. In de werkkamer 7. Vondsten in Nederland 8.

Bekijkjetoekomstnu.nl

Doelgroep: groep 5 t/m 8 (vraag 9 is vooral geschikt voor groep 7/8. Groep 5/6 kan deze vraag overslaan)

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

Drents Archief. Meisje met de hoepel. Groep 2 Speuren in het archief

Opdrachten thema. Veluwe

Het houden van een spreekbeurt

Dagje naar zee. Yosei

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Oerboeren in de Friese Wouden.

Opdrachten thema. Veluwe

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Experimentele Archeologie

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Docentenhandleiding Educatieprogramma

ADHD: je kunt t niet zien

Hoe maak ik een werkstuk?

Luisteren: muziek (B2 nr. 3)

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz.

Verzamelen. Les 1. Verzamelen. Opdracht. Lesbrief groep 7 en 8. Van: Heb jij een verzameling? JA / NEE

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

DOCENT. Thema: verhalen HIER STOND EEN KASTEEL! groep 3 en 4. Stadshagen

Les 3 - maandag 3 januari De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Onlangs heeft u met uw klas een bezoek gebracht aan het Kinderboekenmuseum. Wij hopen dat u dit heeft ervaren als een leuk en leerzaam bezoek.

WERKBLADEN. Lessenserie prehistorie Groep 5/6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

* = Hallo in het Latijn (de taal van de Romeinen). Het Romeinse Rijk

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Het koninkrijk van God vlakbij

JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935

wat wordt gemaakt? id-o-matic fantasiekaarten

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 7-8

Team 6: Zonnepanelen. Onderzoek naar het gebruik van zonnepanelen

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

Wat krijgen de leerlingen te zien? Het Spetterlab Oude kunst Prehistorie

DinoLab LIVE Lesbrief websessie

Werkblad: Vind me dan

Middeleeuws Oldenzaal

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 1-2-3

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Kinderen en jongeren over erfgoed en archeologie

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Dag 1 (door Rhune en Ashley) (09/02/09)

Rijk Romeins Leven. Museum Park Matilo Cultuurlijn Tijd Groep 5. Handleiding voorbereidende les

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

Wat krijgen de leerlingen te zien? Het Spetterlab Oude kunst Prehistorie

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Van barbaarse broek tot extravagante hoed Workshop met begeleid bezoek aan SteM

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

Uitgebreide versie. Het Pluryn Plein. Intranet voor iedereen die bij Pluryn woont, werkt, leert of vrije tijd doorbrengt

Archeologen logboek Namen:....

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval

Hoofdstuk 5 Extra spreekopdrachten 1, 2, 3, 4 en 5

MOERASBOS IN STADSHAGEN. Thema: natuur

Leydse Weelde. Afsluiting

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Spelend leren, leren spelen

Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

Het Amsterdam Museum gaat over Amsterdam. In het museum hangen schilderijen.

WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE. Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:.

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Hilversum van vroeger naar nu

Activiteiten bij 'De tovenaar die vergat te toveren'

Voorbereiding post 2. Rovers op (het) pad Groep 4-5

Transcriptie:

Activiteitenschema Archeologie Soort activiteit: Spullen opgraven uit de zandbak. Tijdsindeling: 5 Minuten de plaatjes in de zandbak verstoppen. 5 Minuten vertellen over hoe de mensen vroeger wat zochten en hoe de mensen dat nu doen en welk materiaal ze daarbij gebruiken. 15 Minuten mogen de kinderen zoeken in de zandbak naar spullen als ze het leuk vinden kunnen ze het langer doen. 10 minuten bespreken wat we allemaal hebben gevonden en waarvan het kan zijn. Aantal deelnemers: 18 deelnemers. De kinderen worden verdeeld in groepjes van 4. Voor wie: De deelnemers zijn kinderen van 4 tot 10 jaar. De deelnemers kunnen zelf dingen zoeken en opgraven. Materialen: Plaatjes van scherven, kapotte kopjes en schoteltjes en oude spullen van vroeger (kunnen gelamineerd worden om de afbeeldingen schoon te houden) Kwastjes Scheppen, troffels Doel: De kinderen maken kennis met een werkwijze van archeologie en leren hoe vanuit opgravingen bepaald wordt hoe de mensen vroeger leefden. Beschrijving van de activiteit a. Inleiding De kinderen zitten op de zandbakrand en luisteren naar een korte inleiding over archeologie. Daarna krijgen de kinderen te horen van de activiteiten begeleider dat er in de zandbak plaatjes verstopt liggen die de ze moeten zoeken. Als ze een plaatje gevonden hebben mogen ze die aan de begeleider geven. b. Activiteitenbeschrijving De begeleiders halen de kinderen op van de vorige activiteit. In de zandbak heeft/hebben de begeleider of de begeleiders plaatjes begraven. Die plaatjes moeten de kinderen weer opzoeken door middel van graven met de handen. Als ze een plaatje hebben gevonden moeten ze die aan een begeleider

geven. Als alle plaatjes gevonden zijn komen de kinderen op de zandbakrand zitten en gaat de begeleider met de kinderen bespreken wat het is en waar je het voor kan gebruiken. Als er kinderen zijn die niet snappen wat het is of waarvoor het gebruikt kan worden en er zijn andere kinderen in de groep die dat wel weten, mogen die kinderen het uitleggen aan de kinderen die het niet weten. c. Afronding De kinderen en de begeleidster gaan praten over de plaatjes die gevonden zijn. Ze praten over waarvoor het gebruikt word en wat het is. d. Alternatief bij te gemakkelijk; Alternatief bij te moeilijk Makkelijk: Plattegrond maken van waar ze de plaatjes hebben gevonden. Moeilijk: Minder plaatjes verstoppen en de kinderen kunnen elkaar vertellen wat het is. Aanbieding / het verloop a. Hoe bied je deze activiteit aan? Als allereerst vertellen we dat de kinderen in de zandbak niet met zand mogen gooien. Eerst vertellen we dat archeologie zich bezig houd met onderzoek van materiële resten van menselijke activiteiten. Opgravingen doen kan de archeoloog daarbij helpen. Daarna vraag ik of de kinderen weten wat een archeoloog is. Als ze dat niet weten leg ik uit dat een archeoloog iemand is die zoekt naar spullen uit het verleden. Als er een kind is die het wel weet mag die het uitleggen en misschien kan ik het eventueel nog aanvullen. Daarna vertel ik dat er in de zandbak plaatjes liggen met daarop iets van vroeger afgebeeld die de kinderen mogen zoeken. Verder geef ik aan dat ze tekeningen voorzichtig moeten uitgraven om beschadigingen te voorkomen. Als ik dat verteld heb zeg ik dat de kinderen de plaatjes aan mij moeten geven die ze gevonden hebben. Als alle plaatjes gevonden zijn vertel ik dat de kinderen bij elkaar mogen komen en op de zandbakrand morgen gaan zitten. Daarna gaan we samen bekijken wat welk plaatje is en waarvoor het gebruikt wordt. Ondertussen begeleid ik de kinderen en geef ik ze aanwijzingen om de plaatjes te zoeken. Natuurlijk geef ik ze complimentjes dat ze goed aan het zoeken zijn. b. Hoe stimuleer je de deelnemers? Door de kinderen aanwijzingen te geven en ze te complimenteren. c. Geef aan hoe je de activiteit gaat afronden. De kinderen laten bedenken wat het is. Maar ook vragen wat ze het aller mooiste plaatje vonden en waarom. Ook kun je vragen of de kinderen nu wat kunnen vertellen over hoe de mensen vroeger spullen uit de grond haalden. Maar je kunt ook nog vragen of de kinderen het leuk vonden om te ervaren hoe ze het vroeger deden. Variaties: Er is hier gekozen voor afbeeldingen van bestaande archeologische vondsten juist om te laten zien wat de archeoloog echt tegenkomt. Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen voorwerpen te begraven om de ervaring van het uitgraven nog echter te maken. Ook kun je variëren in de diepte van begraven. Oudere voorwerpen liggen onder nieuwere.

Achtergrond informatie Archeologie betekent letterlijk de leer of kennis van het oude of de Oudheid (archaios is Grieks voor 'het oude' en logos betekent 'kennis'). Het Nederlandse woord is oudheidkunde. De archeologie houdt zich bezig met materiële resten van vroegere menselijke activiteiten. Aan de hand daarvan probeert de archeoloog iets te begrijpen van de manier, waarop mensen vroeger leefden. Materiële resten kunnen dingen zijn: werktuigen, wapens, munten, bakstenen. Het kunnen ook resten zijn van de mensen zelf zoals skeletten, mummies of de asresten van verbrande botten. Of resten van dieren of planten waarmee de mens iets te maken heeft gehad: bijvoorbeeld botten van wilde dieren waarop is gejaagd, botten van tamme dieren zoals koeien of schapen, schelpen die zijn verzameld, stuifmeel van graan, dat is gezaaid. Het kunnen zelfs ontastbare dingen zijn: verkleuringen in de grond waar palen hebben gestaan of waar een sloot is gegraven. Ook daar zijn ooit mensen aan te pas gekomen. Er zijn veel oude materiële resten - gebouwen, kunstvoorwerpen, wegen, dijken - maar het zijn lang niet allemaal archeologische vondsten. Archeologische objecten zijn al lang geleden buiten gebruik geraakt. Meestal is er weinig meer van over en zijn ze in de loop der tijd begraven geraakt onder een laag grond. Om te weten te komen waar ze ooit voor hebben gediend en hoe oud ze zijn, moeten ze zorgvuldig worden opgegraven. Het opgraven en in kaart brengen van de vondsten is een deel van het werk van een archeoloog Bronnen: http://archeologie.startpagina.nl/ http://opgraven.nl/opgraven/

De plaatjes Een pijl. Hiermee gingen ze vroeg jagen op dieren voor voedsel.

Dit zijn scherven van een bord die we nu gebruiken om van te eten.

Dit zijn schreven van dingen die ze zelf gemaakt hebben vroeger.

Dit is een opgegraven sleutel. Hiermee konden ze bijvoorbeeld een doos op slot doen, zodat niemand kon zien wat daar in zat.

Dit zijn scherven van borden en kopjes die ze vroeger gebruikten, hier zie je dat er veel meer kleuren gebruikt worden.

Dit zijn oude stenen en scherven van een oude boerderij.

Dit is een oude schoen die is opgegraven.

Dit is een opgegraven steen. Dit gebruikten ze als mes en om vuur te maken door 2 stenen op elkaar te slaan.

Dit zijn muntjes van vroeger, dit waren de eerste muntjes waarmee je kon betalen. Hiervoor deden ze dat door dingen te ruilen.

Dit zijn een groot mes en een knuppel. Hiermee jaagden ze op dieren voor voedsel.

Op dit plaatje staan verschillende dingen. Links onderin zie je voorwerpen die ze gebruikten om te jagen. Daarboven zie je boomschors, daarin bewaarden ze hun eten. Aan de rechterkant zie je gereedschap waarmee ze hun huizen konden bouwen en op het veld konden werken.

Hier zie je een stuk van een hooivork. Dit gebruikten ze op de boerderij om de stallen uit te mesten.