HAVENS & ENERGIE HAVENS & ENERGIE. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit WWR IWWR - Afdeling Milieukunde. Nijmegen



Vergelijkbare documenten
HAVENS & ENERGIE HAVENS & ENERGIE. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit WWR IWWR - Afdeling Milieukunde. Nijmegen

HAVENS & ENERGIE HAVENS & ENERGIE. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde DEEL C - MONITORINGSENQUETE

VISSERIJ VISSERIJ. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde. Nijmegen DEEL B - PRIORITERING

Programma naar een Rijke Waddenzee

NATUUR NATUUR. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde DEEL - C MONITORINGSENQUETE VERSIE MEI 13

DUURZAAM GEBRUIK DUURZAAM GEBRUIK WADDENGEBIED. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde

KLIMAAT & VEILIGHEID KLIMAAT & VEILIGHEID. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR Afdeling Milieukunde. Nijmegen

Grenzen verleggen in het Waddengebied. Maarten Hajer

Naar een sedimentmanagementprogramma Waddenzeehavens

DUURZAAM GEBRUIK DUURZAAM GEBRUIK WADDENGEBIED. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde DEEL B - PRIORITERING

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013

De Waddenacademie Introductie & De Audits van het Monitoringsprogramma (Effecten) Bodemdaling (door gaswinning) Ameland

Werkprogramma Waddenacademie

VNSC Onderzoeksprogramma

Hoe en waarom natuur een rol speelt bij de ontwikkeling van de Eemshaven. Monique van den Dungen Overheid & Milieu

Programma naar een Rijke Waddenzee

KLIMAAT & VEILIGHEID KLIMAAT & VEILIGHEID. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde.

Hoe is verbetering van het systeem mogelijk?

Ecologie van zoet-zoutovergangen

Ontwikkeling van het Waddengebied in tijd en ruimte

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

zeehavens Wadden Bijdrage Waddenzeehavens aan natuurdoelen Waddengebied 15 december 2016, uur Ruiterskwartier 121a, 8911 BS Leeuwarden

Living Lab for MUD NL kennisontwikkeling voor internationale toepassing

De KNAW: 1.Geleerdenplatform. 1.Adviesorgaan van de overheid. 1.Koepelorganisatie voor zo n 20 onderzoeksinstituten

De mens aan de kust. Wadden UNESCO Werelderfgoed. Uniek natuurgebied in een regio waar mensen wonen die werk en inkomen nodig hebben

Kennis voor een duurzame toekomst van de Wadden. Inauguratiesymposium Waddenacademie 1 en 2 december 2008 Leeuwarden

Sleutelprocessen in een natuurlijke Waddenzee Han Olff & Theunis Piersma Rijksuniversiteit Groningen

Jan Heemskerk (2006) 53 Texelse Limericks

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:

Waddenacademie. Op basis van de doelstelling kent de Waddenacademie

Hoe groot is het aanpassingsvermogen. van de Waddenzee?

Biobouwers overzicht lopende projecten. Luca van Duren

KLZ-eco en het MLT Programma: ecologisch gericht suppleren Bert van der Valk en Harriette Holzhauer

Kennis voor Klimaat en de Waddenzee

zeehavens Wadden Building with Nature en Haven van Harlingen Waddenprommenade 1, Harlingen NAAR EEN RIJKE WADDENZEE

Primaire Productie in de Waddenzee

WERKGELEGENHEID IN HET NEDERLANDSE WADDENGEBIED

Programma naar een Rijke Waddenzee Kees van Es

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee

Gezonde Eems Bereikbare bedrijvigheid. Collage van resultaten van project Anders varen 3 e jaar Vak Onderzoek en Ontwerp RSG De Borgen te Leek

Het streefbeeld voor 2030

NAM IN NOARDEAST FRYSLAN RAADSVRAGEN KLEINE GASVELDEN IN NOARDEAST FRYSLAN PRODUCTIECIJFERS REGIONALE GASVELDEN

zeehavens Wadden Building with Nature Waddenzeehavens NAAR EEN RIJKE WADDENZEE Werkatelier 7 november uur Zuidersingel 3, Leeuwarden

Nederlandse monitoring op de Noordzee

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ

VISSERIJ VISSERIJ. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde. Nijmegen DEEL A - INVENTARISATIE

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens Aangeleverde gegevens Verwerking gegevens 3

Natuurherstel in Duinvalleien

Werkprogramma Waddenacademie. juli 2014 januari 2016

Projectteam Afsluitdijk Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied Postbus AP LELYSTAD. Betreft: Reactie visies Afsluitdijk

Adaptief Management. Noordzee Dagen Jessica Reis Leffers Paul Boers Rob Gerits

KLIMAAT & VEILIGHEID KLIMAAT & VEILIGHEID. Pim Vugteveen Lucien Hanssen. Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde.

MKBA Windenergie binnen de 12-mijlszone

zeehavens 5b Wadden Coalitie Wadden Natuurlijk ontmoet

Parkstad Limburg EnergieTransitie (PALET)

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie

Energie in het Waddenfonds Energy Valley Doel. 2. Vertrekpunt

Nieuwsbrief Kustgenese 2.0

... Gemeente Eindhoven en Eneco in Samen gaan we voor decentrale en duurzame toekomst! Waarde creëren Stadhuisplein. Veranderende overheid

De Marker Wadden als proeftuin

Maritieme ontwikkelingen vanuit de maritieme logistieke keten en de wind op zee keten.

Geothermie. traditioneel energiebedrijf?

Beleef de. Bouwsteen voor het uitvoeringsprogramma

Assessment of dredginginduced

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee

Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren

o 2 Legenda grevelingen uitbreiden schelpdiervisserij met mosselteelt water hoge dijken / diepe geulen verruigde zoete vegetatie op oevers en eilanden

Oplegnotitie bij de Havenvisie Wadden Verantwoord Varen op het Wad (eindversie Havenvisie 27 maart 2010).

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wij u als volgt.

Aan de Raad Raad Made, 20 mei 2014

Evaluatie, monitoring en meetnet. 1. Inleiding. 2. Evaluatiesysteem. 3. Monitoringsplan

STRATAEGOS CONSULTING

Inwinning, verwerking en adviseren Fysische Metingen ten behoeve van:

factsheets creatieve sessie

Kustgenese 2.0 Kennis voor een veilige kust

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant.

Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie

Slib in de Eems-Dollard

Over deze nieuwsbrief

Stand van zaken onderzoeken medio 2018

Holwerd aan Zee MKBA. Jeroen Stegeman Elisabeth Ruijgrok. Zicht op Howerd vanaf het Wad door Dolly Leemans

Studieopdrachten Deltaprogramma

Vermilion Energy Netherlands B.V. Aanvraag Instemming Winningsplan. Addendum Winningsplan d.d. 15 december Zuidwal. Datum: 29 September 2016

Uitgangspunten: wetenschap en monitoring

Dijkverbetering. beleef het mee! Eemshaven-Delfzijl. Combinatie Ommelanderdiek bestaat uit Boskalis Nederland BV en KWS Infra BV

Reflectie van een natuurbeschermer. natuurbeheerder. Michiel Firet, programmamanager Wadden Staatsbosbeheer. Bron: dansgroep Chaverim Deventer

Onderwerp Voorstel over de herinrichting en baggerproblematiek van de jachthaven

De Waddenacademie: 10 jaar werken aan kennis voor een duurzame toekomst van de Wadden

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

De toepassingen van vegetatiekarteringen A.S. Kers, Rijkswaterstaat, AGI. In: Geonieuws p.11-14

Waddenzeehavendebat. Verslag van een dialoog over de koers van de Waddenzeehavens: Den Helder, Harlingen, Eemshaven en Delfzijl

Vis in de Waddenzee wat vertelt de monitoring ons (en wat niet)? 6 april, Ingrid Tulp & Loes Bolle

Reviewdocument Programmaplan Naar een Rijke Waddenzee Voedselweb & Biobouwers Versie tafels _

ARUP studie Groningen 2013

Transcriptie:

HAVENS & ENERGIE HAVENS & ENERGIE DEEL A - INVENTARISATIE Pim Vugteveen Lucien Hanssen Radboud Universiteit WWR IWWR - Afdeling Milieukunde Nijmegen VERSIE 20120201 FEB 12

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 CODEBOEK... 4 3 OVERZICHT... 6 4 BEDREIGINGEN EN KANSEN... 8 5 VRAGEN... 10 6 REFERENTIES... 13 HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 2

1 INLEIDING In dit themadossier geven wij een overzicht en een specificatie van onze inventarisatie van de kennis- en informatievragen voor het thema Havens & Energie. De kennisvragen zijn op basis van een uitvoerige deskstudie ontleend aan bestaande strategische kennisagenda s en actuele onderzoeksrapporten (hierna afgekort als KA). Het karakter van deze vragen is veelal onderzoeksgericht en meer fundamenteel van aard. De informatievragen zijn geïnventariseerd op basis van onze online survey WaLTER (hierna afgekort als SW) die is uitgevoerd in de periode november 2011- januari 2012. Hier hebben 133 belanghebbenden uit het Waddengebied schriftelijk vragen ingebracht. De vragen zijn zowel fundamenteel als toegepast van aard en hebben betrekking op de brede Waddenthematiek. Deze informatievragen zijn gekoppeld aan gesignaleerde kansen en bedreigingen voor de Wadden, zoals aangegeven door de SW respondenten zelf. Voor rubricering van de vragen is gebruik gemaakt van een codeboek (zie volgende pagina). De codes zijn gebaseerd op inzichten uit de belangrijkste (wetenschappelijke) disciplines en de actuele (maatschappelijke) kwesties die spelen. Vooraf aan deze inventarisatie zijn interviews gehouden met een aantal sleutelactoren in het Waddengebied, en zijn relevante ecologische en sociaaleconomische studies geanalyseerd. HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 3

2 CODEBOEK a. Natuur i. Systeem-functioneren (draagkracht, dynamiek) 1. Primaire productie 2. Abiotiek ii. Systeem-organisatie 1. Invasieve soorten 2. Voedselweb 3. Habitat 4. Biodiversiteit iii. Biobouwers (zeegras, mosselen) iv. Fauna (vissen, vogels, zoogdieren) v. Benthos vi. Sedimenthuishouding vii. Randen van het wad (kwelders, duinen; zoet-zout) viii. Druk op ecosysteem 1. Verstoring (geluid, mens, licht) 2. Vermesting 3. Vertroebeling 4. Vervuiling (stoffen, horizon) b. Klimaat & Veiligheid i. Klimaatverandering ii. Zeespiegelstijging / bodemdaling 1. Zeespiegelstijging 2. Bodemdaling iii. Kustverdediging (dijken, kwelderwerken, hard-zacht) iv. Zandverplaatsing c. Visserij i. Garnalen ii. Schelpdieren iii. (Duurzame) vangst & methoden iv. Druk op ecosysteem 1. overbevissing 2. bodemberoering d. Havens & Energie i. Havens ii. Baggeren (vertroebeling in relatie tot..) iii. Scheepvaart (verontreiniging, calamiteiten) iv. Energiewinning e. Duurzaam Gebruik Waddengebied i. Cultuurhistorie & erfgoed ii. Belevingswaarden & marketing (Werelderfgoed, streekprodukten) iii. Demografie, wonen & werkgelegenheid HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 4

iv. (Duurzame) economische ontwikkeling v. (Eco-)toerisme vi. (Vaar-)recreatie f. Governance (sturing & beleid) i. Politiek bestuur ii. Samenwerking & Participatie iii. Visie & Strategie iv. Beleid & beheer 1. Uitvoeringsprogramma s (incl compensatie) 2. Wet- en regelgeving (incl. convenanten) v. Trilateraal (internationaal) HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 5

3 OVERZICHT Tabel 1. Gebruikte subcodes onder hoofdcode Havens & Energie met aantallen vragen. Aantallen bedreigingen (b) en kansen (k) zijn weergegeven. De aantallen vragen zijn uitgesplitst voor de survey (SW) en de kennisagenda s (KA). Code b k SW KA Totaal i. havens 7 5 6 0 (6) ii. baggeren 14 3 8 14 (22) iii. energiewinning 9 10 4 7 (11) iv. scheepvaart 8 4 4 5 (9) Totaal 38 22 22 26 48 HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 6

Figuur 1. Bedreigingen en kansen voor de Waddenregio, geïnventariseerd in de survey WaLTER. a) Bedreigingen b) Kansen 18% 24% 21% 21% havens 18% 18% baggeren energiewinning scheepvaart 24% 23% 37% 14% havens baggeren energiewinning scheepvaart havens baggeren energiewinning scheepvaart 37% 45% N=38 N=22 Als bedreigingen worden industrialisatie van de wadden kust, baggeren en effecten op sedimenthuishouding. Kansen ziet men met name voor duurzame havenontwikkeling en energiewinning Figuur 2. Verdeling vragen uit kennisagenda s (kennisvragen) en uit de survey WaLTER (infovragen) 18% 24% a) Kennisvragen b) Infovragen havens 19% 18% algemeen baggeren algemeen 21% 27% energiewinning scheepvaart baggeren baggeren 37% 54% 18% energiewinning 27% energiewinning scheepvaart 37% scheepvaart N= 26 N= 22 Veel van de kennisvragen betreffen de effecten van baggeren, en hoe haven en energie tot een duurzame ontwikkeling kan komen. HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 7

4 BEDREIGINGEN EN KANSEN Tabel 2. Specificatie van kansen en bedreigingen voor het Waddengebied zoals gesignaleerd en geformuleerd door respondenten in de survey WaLTER. BEDREIGINGEN (N=39) KANSEN (N=22) Havens Uitbreidingen van havens als Harlingen, Den Helder en Eemshaven (in combinatie met baggeren) Havenontwikkeling Ontwikkeling van de Eemshaven / industriële ontwikkelingen Delfzijl Uitbreiding industrie Eemshaven Ontwikkeling havens en industrie aan de estuaria Ontwikkeling Eemshaven tot diepzeehaven en daarmee samenhangende morfologische effecten Verduurzaming havens en scheepvaart Inzetten op minder diepstekende ferries; baggeren is dan niet nodig eventueel haven naar Ameland verplaatsen Duurzaam en samenhangend havenbeleid in Noord- Nederland Vergroening havensector Haven ontwikkeling Havens met een duurzaam ontwikkelingsperspectief Spanning tussen economie (olie en gaswinning) en milieu Groei van havens Baggeren Grootschalige baggerwerkzaamheden Eemsmond Bodemberoerende activiteiten, baggeren Verdieping van de vaargeul(en) en steeds maar doorgaande baggeractiviteiten Beperken van bagger werkzaamheden Beter baggeren Innovatieve baggertechnieken toepassen (Building with Nature) Verspreiding van baggerslib Baggerwerk, vertroebeling Baggeren Grootschalig baggeren van estuaria Baggeren en uitdieping Eems en Eems-Dollard Havenontwikkelingen en bijbehorende baggeractiviteiten Baggerwerkzaamheden Eems Ontwikkeling haven Harlingen tot industriehaven en daarmee samenhangende baggeractiviteiten Eems-Dollard en baggerproblematiek Verdiepen, baggeren e.d. van de Eems Dredging HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 8

Energiewinning Gaswinning/boringen (5x); bodemdaling) Windmolens Energiewinning en -transport op Noordzee Ontwikkelingen Energy Valley Energie en Water (Den Helder hoofdstad duurzame energie, wind op zee, (blue)energiewinning afsluitdijk): topsector Transities naar duurzame energie en duurzaam gebruik van natural resources Duurzame energiewinning (5x) Zelfvoorzienend energiesysteem Olie en gaswinning op afstand Ontwikkeling energieprojecten Scheepvaart Scheepsongevallen scheepvaart, focus op verdere verdieping en aanpassing vaarwegen, tegen natuurlijke dynamiek in, oud denken overheid Verontreiniging scheepvaart Andere manieren van varen/overzetten Preventie scheepvaart ongevallen Verduurzaming activiteiten binnenvaart Toenemend scheepverkeer met milieugevaarlijke transporten Olieramp (2x) Te weinig veiligheid op scheepvaart gebied (beroeps en recreatief HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 9

5 VRAGEN Tabel 3. Overzicht van vragen uit de geïnventariseerde kennisagenda s (KA) en de survey (SW). De laatste kolom bevat het database referentienummer. Vragen welke van toepassing zijn op monitoring in brede zin worden met een m aangeduid. Vragen uit andere thema s welke relevant zijn voor/gesteld zijn binnen context van Havens & Energie, zijn tevens opgenomen. De volgende thematische aanduidingen zijn gebruikt: kl&v Klimaat & Veiligheid; n Natuur; g Governance; w Duurzaam Gebruik Waddengebied. VRAAG BRON ID Havens 1 Wat betekent de ontwikkeling van een Waddenhaven (kleinere boten - boten met minder diepgang - overlaad "hubs" verder buitengaats, en alle andere factoren die hierbij een rol spelen, op sociaal economisch gebied? SW 207 2 Welk effect hebben cumulatieve warmtelozingen van de industrie in de Eemshaven op het estuarium SW 247 3 Aan welke duurzaamheidscriteria zouden havens en scheepvaart in een Werelderfgoed-gebied moeten voldoen SW 289 4 Hoe kunnen havens en scheepvaart verduurzaamd worden SW 290 m 5 Monitoring ontwikkeling slib in de havens in relatie tot slimme spuien en baggeren SW 300 6 Wat zijn de gevolgen voor uitbreiding industriekernen Eemshaven en Delfzijl voor het systeem SW 384 n 7 Kun je de slibhuishouding verbeteren door aanpassen van de havenkom? KA 352 n 8 Kun je de slibhuishouding verbeteren door aanpassen de havenhoofden? KA 353 n 9 Kun je de haveninrichting (bijv. De hoofden) de slibhuishouding beïnvloeden? KA 355 n 10 Hoe reageren duinvegetaties en daaraan gekoppelde biodiversiteit op atmosferische depositie, mede gelet op de ontwikkelingen in het Eemshavengebied en Oosterhorn, Delfzijl SW 385 Baggeren 11 Is er overzicht over baggerhoeveelheden, waar en hoeveel? KA 337 12 Kun je met verschillende baggermethoden inspelen om de effecten te verminderen: baggeren met eb, baggeren in de winter, waterjet/sleephopper/kranen ed., scheepvaartprofielen kunstmatig stabiliseren? KA 340 13 Kun je de methode van storten verbeteren? KA 349 14 Kunnen we op de huidige voet voortgaan met baggeronderhoud? KA 354 15 Wat is de bijdrage van spuien (uitvlokken) op het baggerbezwaar (vooral in havens)? KA 358 16 Kun je baggerbezwaar verminderen door alleen te spuien/malen met afgaand water? KA 359 17 Kun je betekenisvolle verbeteringen krijgen door havenbaggerwerken af te stemmen op vaargeulbaggerwerken? 18 Kun je betekenisvolle verbeteringen krijgen door vaargeulbaggerwerken af te stemmen op havenbaggerwerken? KA 361 KA 362 19 Kun je met je baggerwerken inspelen op de vraag naar slib op de kwelders? KA 364 20 Slim baggeren en storten. Het baggeren en storten kan met behulp van modelstudies worden geoptimaliseerd, zodat de milieueffecten minimaal zijn. KA 399 21 What kind of dredging (volumes, form, timing and frequency) results in minimal morphological effects? KA 459 22 What kind of dredging (volumes, form, timing and frequency) results in minimal ecological effects? KA 460 HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 10

23 Welke alternatieve, ecologisch verantwoorde baggertechnieken zijn er voorhanden en wat er geleerd worden van Duitsland en Denemarken? KA 37 24 Welke alternatieve, ecologisch verantwoorde baggertechnieken zijn er voorhanden KA 90 25 Wat is effect baggerwerkzaamheden op ecosysteem? SW 1 26 Effecten van baggeren op ecosysteem SW 43 27 Hoe kan het baggeren in de loop der tijd worden teruggebracht? SW 210 28 Wat is vanuit ecologie in plaats van vanuit economie de beste baggermethode en waar is baggerstort het minst bezwaarlijk? SW 211 29 Wat zijn de geo/hydromorfologische effecten van ingrepen als baggeren? SW 230 30 Wat is het gedrag van slib dat bij baggeren vrij komt en elders gestort wordt? SW 316 31 Hoe beïnvloeden baggerwerkzaamheden het doorzicht en daarmee de primaire productie SW 354 32 Hoe verstorend zijn ingrepen in de Waddenzee, bijv. baggerwerken SW 366 g 33 Kun je met verandering in je baggerbeleid inspelen op afschrijvingstermijnen, bijvoorbeeld van KA 342 schepen? k&v 34 Wat is het extra baggerbezwaar door de boezemgemalen en spuien en welk aandeel van eventuele KA 356 vervuiling komt uit de boezem? n 35 Wat is de invloed van baggeren op de slibhouding (per kombergingsgebied)? KA 335 n 36 Kun je positieve effecten van baggeren op de natuur in beeld brengen? KA 341 n 37 Kunnen kokkelbestanden en zeepieren afsterven door te baggeren met de vloed? KA 343 n 38 Wat gebeurt met het slib op de verspreidingslocaties? KA 347 n 39 Zijn er gunstiger plekken te vinden (red. dan de huidige verspreidingslocaties voor slib)? KA 348 n 40 Zand wordt verkocht, is dat substantieel in verhouding tot de natuurlijke sedimentatie? KA 350 n 41 Wat is de bijdrage aan chemische vervuiling door bagger (zoetwater landbouw)? KA 360 n 42 Kun je bagger inzetten voor de vorming van kwelders? KA 365 n 43 Troebelheid van de Waddenzee mitigeren via regulerende beheermaatregelen. Wat zijn de effecten KA 382 van de bagger- en stort activiteiten en wat is de relatieve invloed van het verdwijnen van inhammen, filterfeeders en zeegras op de slibbalans van het Waddengebied? m - g 44 Monitoring op baggerbezwaar, vertroebeling, etc. SW 339 n 45 Welke soort correleert goed met de hoeveelheid slib die door baggerwerkzaamheden op wervelt? SW 183 n 46 Hoe gaat het met de Dollard; is er een verband tussen ecologie en baggerstort? SW 248 Energiewinning 47 Onder Terschelling bevindt zich een gasveld dat niet ontwikkeld wordt door de Operator, aangezien de productiviteit matig is en er geen infrastructuur in de nabijheid is. Onderzocht kan worden in hoeverre het mogelijk is het veld te produceren vanuit een boring op het eiland, waarbij de geringe productiviteit het mogelijk maakt locaal elektriciteit op te wekken voor eilandgebruik. Overproductie van elektriciteit kan worden afgevoerd via de bestaande netverbinding met het vasteland. 48 Het Ameland gasveld is in het laatste kwart van zijn productie-leven. Een deel van de bestaande productieputten bevindt zich op de oostelijke helft van het eiland. Onderzocht kan worden in hoeverre die bestaande putten kunnen worden omgevormd tot bronnen voor aardwarmte en of die warmte efficiënt getransporteerd kan naar mogelijke energie consumenten elders op het eiland. 49 Onderzoek naar mogelijkheden om biogas/biomassa te gebruiken als ondersteunende energiebron, speciaal gericht op agrarische bedrijven en eventueel openbaar vervoer. 50 Een voorbeeld is het reeds bestaande project van Gasterra en Eneco om op Ameland waterstof bijmenging in verwarmingsketels toe te passen. Is er scope om dit ook op de andere eilanden te doen? Wat zouden de technische/infrastructurele voorwaarden hiervoor moeten zijn? 51 Wat zijn de mogelijkheden om op de eilanden een beperkt of afgebakend energiebesparingsbeleid te introduceren? 52 De effecten van de productie van aardgas, van geothermische energie en van opslag van koude en warmte, aardgas en CO2 op enerzijds welzijn en welvaart van de bevolking in het waddengebied en anderzijds op de fysieke waarden van het gebied KA 531 KA 532 KA 533 KA 534 KA 535 KA 123 HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 11

53 Onderzoek naar de schaaleffecten bij projecten van energiewinning KA 235 54 Welke vorm van duurzame energieopwekking is het minst schadelijk voor het ecosysteem en economisch het meest profijtelijk? SW 4 55 Hoe kan het waddengebied een bijdrage leveren aan het opwekken van duurzame energie SW 64 56 Wat zijn de mogelijkheden van getijde-energieopwekking? SW 117 57 Waar kunnen we opstellingen van duurzame energie inzetten SW 142 n 58 Zijn veranderingen in soort-specifieke abundanties binnen gas exploitatie gebieden buitenproportioneel vergeleken met veranderingen elders? n 59 Wat zijn de oorzaken van veranderingen in soort-specifieke abundanties binnen gas exploitatie gebieden? KA 313 KA 314 m - n 60 Hoe kunnen de cumulatieve effecten van meerdere kracht centrales worden bepaald? KA 565 k&v 61 Bodemdalingsstudie in relatie tot gaswinning SW 427 n 62 Welke fysisch-geografische effecten heeft gaswinning in het gebied? SW 12 n 63 Wat zijn de effecten van het plaatsen van windmolens ten noorden van de wadden tussen de scheepvaartroutes? Meer specifiek Hebben de windmolens effect op de trekroute van de Kleine Mantelmeeuw naar het Friese Front? n 64 Wat zijn de cumulatieve effecten van 3 of meer grote energiecentrales in de Eemshaven t.a.v. visinzuiging n 65 Hoe kunnen we koloniebroeders behoeden tegen overstroming tijdens het broedseizoen (i.r.t. de bodemdaling door gaswinning) SW 116 SW 246 SW 349 Scheepvaart 66 Kun je meer uniformiteit geven over bodemdiepte in slibrijke gebieden (varen in vla)? KA 344 67 Welke norm hanteer je als nautische diepte (khz voor dieptemetingen)? KA 345 68 Is het zinvol om Japanse oesters in een vaargeul weg te vangen, voordat ze vaste formaties vormen en als afval moeten worden gestort? KA 346 69 Stationair draaien voor sluizen en varen in smalle geulen? KA 351 70 In hoeverre is de huidige normering voor de vaarwegen nog realistisch? KA 44 71 Welke invloed heeft een veerdienstregeling op het ecosysteem SW 198 m 72 Monitoring gebruik scheepvaart van geulen en daar buiten in relatie tot morfologische ontwikkelingen SW 299 73 Verandert de dynamiek van het systeem, waardoor gevaar/hinder ontstaat voor de scheepvaart SW 386 74 Wat is de verstorende werking van het verdiepen van vaarwegen en het gebruik van grotere schepen SW 401 g 75 Hoe snel kan een scheepsramp daadwerkelijk worden bestreden? SW 231 w 76 Welke belemmeringen staan een snelle verduurzaming van de binnenvaartsector in de weg? SW 187 HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 12

6 REFERENTIES Aarts, G., Dekinga, A., Holthuijsen, S., Ten Horn, J., Smith, J., Kraan, C., Brugge, M., Bijleveld, A., Piersma, T., Van der Veer, H., 2010. Benthic macrofauna in relation to natural gas extraction in the Dutch Wadden Sea. NIOZ Royal Netherlands Institute for Sea Research. 46 pagina s. CPSL, 2010. CPSL Third Report. The role of spatial planning and sediment in coastal risk management. Wadden Sea Ecosystem No. 28. Common Wadden Sea Secretariat, Trilateral Working Group on Coastal Protection and Sea Level Rise (CPSL), Wilhelmshaven, Germany. De Coulissen, 2010. Helder over slib. Vragen over de slibhuishouding van de Waddenzee. Verslag werkconferentie 10 juni 2010. 6 pagina s. Jager, Z. 2010. Position paper on the sustainable use of cooling water from the Wadden Sea. Position paper. Waddenacademie KNAW, 16 pagina s. Jorna, R. & De Hoop, A., 2010. Onderzoeksprogramma WaddenWelzijn. Het Waddengebied als laboratorium voor duurzame sociale oplossingen. Groningen. 55 pagina s. Kabat, P., Bazelmans, J., van Dijk, J., Herman, P.M.J., Speelman, H., Deen, N.R.J. en R.W.A. Hutjes, (editors), 2009. Kennis voor een duurzame toekomst van de Wadden: Integrale Kennisagenda van de Waddenacademie. Waddenacademie KNAW. 133 pagina s. Oost, A. & Lammerts, E.J. (red.), 2007. Het Tij Geleerd. Programma voor de uitwerking van herstelmaatregelen in het waddengebied steunend op een onafhankelijke wetenschappelijke voorbereiding en begeleiding. Achtergrondrapport. 42 pagina s. PRW, 2011. Vissen In Overvloed. Programmaplan Naar een Rijke Waddenzee. 89 pagina s. HAVENS & ENERGIE - INVENTARISATIE 13

HAVENS & ENERGIE HAVENS & ENERGIE DEEL B - PRIORITERING Pim Vugteveen Lucien Hanssen Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde Nijmegen VERSIE 20120401 APR 12

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 CODEBOEK... 4 3 OVERZICHT... 6 4 VRAGEN... 8 5 REFERENTIES... 13 HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 2

1 INLEIDING In dit dossier geven wij een overzicht en een (verdere) specificatie van onze inventarisatie van de kennis- en informatievragen voor het thema Havens & Energie. De kennisvragen zijn op basis van een uitvoerige deskstudie ontleend aan bestaande strategische kennisagenda s en actuele onderzoeksrapporten (hierna afgekort als KA). Het karakter van deze vragen is veelal onderzoeksgericht en meer fundamenteel van aard. De informatievragen zijn geïnventariseerd op basis van onze online survey WaLTER (hierna afgekort als SW) die is uitgevoerd in de periode november 2011- januari 2012. Hier hebben meer dan honderddertig belanghebbenden uit het Waddengebied schriftelijk vragen ingebracht. De vragen zijn zowel fundamenteel als toegepast van aard en hebben betrekking op de brede Waddenthematiek. Deze informatievragen zijn gekoppeld aan gesignaleerde kansen en bedreigingen voor de Wadden, zoals aangegeven door de SW respondenten zelf. Voor rubricering van de vragen is gebruik gemaakt van een codeboek (zie volgende pagina). De codes zijn gebaseerd op inzichten uit de belangrijkste (wetenschappelijke) disciplines en de actuele (maatschappelijke) kwesties die spelen. Vooraf aan deze inventarisatie zijn interviews gehouden met een aantal sleutelactoren in het Waddengebied, en zijn relevante ecologische en sociaaleconomische studies geanalyseerd. HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 3

2 CODEBOEK a. Natuur i. Systeem-functioneren (draagkracht, dynamiek) 1. Primaire productie 2. Abiotiek ii. Systeem-organisatie 1. Invasieve soorten 2. Voedselweb 3. Habitat 4. Biodiversiteit iii. Biobouwers (zeegras, mosselen) iv. Fauna (vissen, vogels, zoogdieren) v. Benthos vi. Sedimenthuishouding vii. Randen van het wad (kwelders, duinen; zoet-zout) viii. Druk op ecosysteem 1. Verstoring (geluid, mens, licht) 2. Vermesting 3. Vertroebeling 4. Vervuiling (stoffen, horizon) b. Klimaat & Veiligheid i. Klimaatverandering ii. Zeespiegelstijging / bodemdaling 1. Zeespiegelstijging 2. Bodemdaling iii. Kustverdediging (dijken, kwelderwerken, hard-zacht) iv. Zandverplaatsing c. Visserij i. Garnalen ii. Schelpdieren iii. (Duurzame) vangst & methoden iv. Druk op ecosysteem 1. overbevissing 2. bodemberoering d. Havens & Energie i. Havens ii. Baggeren (vertroebeling in relatie tot..) iii. Scheepvaart (verontreiniging, calamiteiten) iv. Energiewinning e. Duurzaam Gebruik Waddengebied i. Cultuurhistorie & erfgoed ii. Belevingswaarden & marketing (Werelderfgoed, streekprodukten) iii. Demografie, wonen & werkgelegenheid iv. (Duurzame) economische ontwikkeling HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 4

v. (Eco-)toerisme vi. (Vaar-)recreatie f. Governance (sturing & beleid) i. Politiek bestuur ii. Samenwerking & Participatie iii. Visie & Strategie iv. Beleid & beheer 1. Uitvoeringsprogramma s (incl compensatie) 2. Wet- en regelgeving (incl. convenanten) v. Trilateraal (internationaal) HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 5

3 OVERZICHT Hieronder staan de resultaten voor de uitgevoerde inventarisatie van vragen voor het thema Havens & Energie kort samengevat. Het beknopte overzicht van bedreigingen en kansen dient als context waarin de geformuleerde vragen beschouwd kunnen worden. Tabel 1 laat de numerieke verdeling zien van de inventarisatie, waarbij de taartdiagrammen in figuren 1 & 2 de procentuele verdeling inzichtelijk maken. In de volgende sectie worden alle afzonderlijke vragen in tabelvorm gepresenteerd welke relevant worden geacht met betrekking tot monitoring van het Waddengebied in brede zin. Tabel 1. Gebruikte subcodes onder hoofdcode Havens & Energie met aantallen vragen. Aantallen bedreigingen (b) en kansen (k) zijn weergegeven. De aantallen vragen zijn uitgesplitst voor de survey (SW) en de kennisagenda s (KA). Subcode b k SW KA Totaal i. havens 7 5 6 0 (6) ii. baggeren 14 3 8 14 (22) iii. energiewinning 9 10 4 7 (11) iv. scheepvaart 8 4 4 5 (9) Totaal 38 22 22 26 48 HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 6

Figuur 1. Bedreigingen en kansen voor de Waddenregio, geïnventariseerd in de survey WaLTER. a) Bedreigingen b) Kansen 18% 24% 21% 21% havens 18% 18% baggeren energiewinning scheepvaart 24% 23% 37% 14% havens baggeren energiewinning scheepvaart havens baggeren energiewinning scheepvaart 37% 45% N=38 N=22 Als bedreigingen worden industrialisatie van de wadden kust, baggeren en effecten op sedimenthuishouding. Kansen ziet men met name voor duurzame havenontwikkeling en energiewinning. Figuur 2. Verdeling vragen uit kennisagenda s (kennisvragen) en uit de survey WaLTER (infovragen) 18% 24% a) Kennisvragen b) Infovragen havens 19% 18% algemeen baggeren algemeen 21% 27% energiewinning scheepvaart baggeren baggeren 37% 54% 18% energiewinning 27% energiewinning scheepvaart 37% scheepvaart N= 26 N= 22 Veel van de kennisvragen betreffen de effecten van baggeren, en hoe haven en energie tot een duurzame ontwikkeling kan komen. HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 7

4 VRAGEN Tabel 2. Overzicht van vragen (n=65) uit de geïnventariseerde kennisagenda s (KA) en de survey (SW). De laatste kolom geeft het database referentienummer (kolom ID). Vragen uit andere thema s welke relevant zijn voor/gesteld zijn binnen context van Natuur, zijn tevens opgenomen (kolom CONTEXT; n=25; g Governance; kl&v Klimaat & Veiligheid; n Natuur). Vragen uit de initiële inventarisatie welke bij beschouwing duidelijk geen relevantie bleken te hebben met metingen en monitoring zijn buiten de tabel gelaten (n=8). De vragen zijn gecodeerd voor verschillende uitdrukkingsniveaus van detaillering met betrekking tot monitoring ( concreetheid ; kolom C-NIV). 1) concreet - vraag bevat directe verwijzing naar te monitoren systeemprocessen / -parameters / -variabelen. 2) concreet (breed) - vraag bevat verwijzing naar systeemelement / -proces waaronder een aggregatie / abstractie van parameters zit --> bijv. verwijzing naar 'vissen', of 'vogels', wat dus precisiering van soorten behoeft voor monitoring. 3) abstract - vraag bevat indirecte verwijzing naar te monitoren systeem-element(en) / relevante monitoringsvraag is af te leiden; vraag heeft concretiseringslag nodig ( 'wat zijn de effecten...'; 'wat zijn de voorwaarden...'; 'welke invloed heeft...'). 4) abstract (breed) - veelomvattende generiek gestelde vraag welke nog nadere uitwerking van onderliggende monitoringsvragen behoeft ('wat zijn de mogelijkheden voor...'; 'hoeveel is er nodig...'; 'wat is er nodig voor...'). ID SUBCODE C-NIV VRAAG CONTEXT BRON ID 1 baggeren 1 What kind of dredging (volumes, form, timing and frequency) results in minimal ecological effects? KA 460 2 baggeren 1 What kind of dredging (volumes, form, timing and frequency) results in minimal morphological effects? KA 459 3 baggeren 1 Hoe beïnvloeden baggerwerkzaamheden het doorzicht en daarmee de primaire productie SW 354 4 baggeren 2 Wat zijn de geo/hydromorfologische effecten van ingrepen als baggeren? SW 230 5 baggeren 2 Is er overzicht over baggerhoeveelheden, waar en hoeveel? KA 337 HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 8

6 baggeren 3 Hoe verstorend zijn ingrepen in de Waddenzee, bijv. baggerwerken SW 366 7 baggeren 3 Effecten van baggeren op ecosysteem SW 43 8 baggeren 3 Kun je met verschillende baggermethoden inspelen om de effecten te verminderen: baggeren met eb, baggeren in de winter, waterjet/sleephopper/kranen ed., scheepvaartprofielen kunstmatig stabiliseren? KA 340 9 baggeren 3 Wat is effect baggerwerkzaamheden op ecosysteem? SW 1 10 baggeren 3 Wat is het gedrag van slib dat bij baggeren vrij komt en elders gestort wordt? SW 316 11 baggeren 3 Kun je baggerbezwaar verminderen door alleen te spuien/malen met afgaand water? KA 359 12 baggeren 3 Kun je met je baggerwerken inspelen op de vraag naar slib op de kwelders? KA 364 13 baggeren 3 Wat is de bijdrage van spuien (uitvlokken) op het baggerbezwaar (vooral in havens)? KA 358 14 baggeren 4 Slim baggeren en storten. Het baggeren en storten kan met behulp van modelstudies worden geoptimaliseerd, zodat de milieueffecten minimaal zijn. KA 399 15 baggeren 4 Hoe kan het baggeren in de loop der tijd worden teruggebracht? SW 210 16 baggeren 4 Kun je betekenisvolle verbeteringen krijgen door havenbaggerwerken af te stemmen op vaargeulbaggerwerken? KA 361 17 baggeren 4 Kunnen we op de huidige voet voortgaan met baggeronderhoud? KA 354 18 baggeren 4 Kun je betekenisvolle verbeteringen krijgen door vaargeulbaggerwerken af te stemmen op havenbaggerwerken? KA 362 19 baggeren 4 Kun je de methode van storten verbeteren? KA 349 20 baggeren 4 Welke alternatieve, ecologisch verantwoorde baggertechnieken zijn er voorhanden en wat kan er geleerd worden van Duitsland en Denemarken? 21 baggeren 4 Wat is vanuit ecologie in plaats van vanuit economie de beste baggermethode en waar is baggerstort het minst bezwaarlijk? 22 energiewinning 3 Welke vorm van duurzame energieopwekking is het minst schadelijk voor het ecosysteem en economisch het meest profijtelijk? KA 37 SW 211 SW 4 23 energiewinning 3 De effecten van de productie van aardgas, van geothermische energie en van opslag van koude en warmte, KA 123 aardgas en CO2 op enerzijds welzijn en welvaart van de bevolking in het waddengebied en anderzijds op de fysieke waarden van het gebied 24 energiewinning 4 Wat zijn de mogelijkheden van getijde-energieopwekking? SW 117 HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 9

25 energiewinning 4 Het Ameland gasveld is in het laatste kwart van zijn "productie-leven". Een deel van de bestaande productieputten bevindt zich op de oostelijke helft van het eiland. Onderzocht kan worden in hoeverre die bestaande putten kunnen worden omgevormd tot bronnen voor aardwarmte en of die warmte efficiënt getransporteerd kan naar mogelijke energie consumenten elders op het eiland. 26 energiewinning 4 Onderzoek naar mogelijkheden om biogas/biomassa te gebruiken als ondersteunende energiebron, speciaal gericht op agrarische bedrijven en eventueel openbaar vervoer. KA 532 KA 533 27 energiewinning 4 Onderzoek naar de schaaleffecten bij projecten van energiewinning KA 235 28 havens 2 Monitoring ontwikkeling slib in de havens in relatie tot slimme spuien en baggeren SW 300 29 havens 3 Welk effect hebben cumulatieve warmtelozingen van de industrie in de Eemshaven op het estuarium SW 247 30 havens 4 Wat betekent de ontwikkeling van een Waddenhaven (kleinere boten - boten met minder diepgang - overlaad "hubs" verder buitengaats, en alle andere factoren die hierbij een rol spelen, op sociaal economisch gebied? SW 207 31 havens 4 Wat zijn de gevolgen voor uitbreiding industriekernen Eemshaven en Delfzijl voor het systeem SW 384 32 scheepvaart 2 Kun je meer uniformiteit geven over bodemdiepte in slibrijke gebieden (varen in vla)? KA 344 33 scheepvaart 2 Monitoring gebruik scheepvaart van geulen en daar buiten in relatie tot morfologische ontwikkelingen SW 299 34 scheepvaart 3 Wat is de verstorende werking van het verdiepen van vaarwegen en het gebruik van grotere schepen SW 401 35 scheepvaart 3 Verandert de dynamiek van het systeem, waardoor gevaar/hinder ontstaat voor de scheepvaart SW 386 36 scheepvaart 4 In hoeverre is de huidige normering voor de vaarwegen nog realistisch? KA 44 37 scheepvaart 4 Welke norm hanteer je als nautische diepte (khz voor dieptemetingen)? KA 345 38 scheepvaart 4 Welke invloed heeft een veerdienstregeling op het ecosysteem SW 198 39 scheepvaart 4 Stationair draaien voor sluizen en varen in smalle geulen? KA 351 40 scheepvaart 4 Is het zinvol om Japanse oesters in een vaargeul weg te vangen, voordat ze vaste formaties vormen en als 'afval' moeten worden gestort? KA 346 41 beleid & beheer 2 Monitoring op baggerbezwaar, vertroebeling, etc. g SW 339 42 beleid & beheer 4 Hoe snel kan een scheepsramp daadwerkelijk worden bestreden? g SW 231 43 klimaatverandering 3 Wat is het extra baggerbezwaar door de boezemgemalen en spuien en welk aandeel van eventuele vervuiling komt uit de boezem? k&v KA 356 HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 10

44 zeespiegelstijging/bodemdali ng 3 Bodemdalingsstudie in relatie tot gaswinning k&v SW 427 45 benthos 1 Kunnen kokkelbestanden en zeepieren afsterven door te baggeren met de vloed? n KA 343 46 druk op ecosysteem 3 Troebelheid van de Waddenzee mitigeren via regulerende beheermaatregelen. Wat zijn de effecten van de bagger- n KA 382 en stort activiteiten en wat is de relatieve invloed van het verdwijnen van inhammen, filterfeeders en zeegras op de slibbalans van het Waddengebied? 47 druk op ecosysteem 3 Hoe kunnen de cumulatieve effecten van meerdere kracht centrales worden bepaald? n KA 565 48 druk op ecosysteem 3 Kun je positieve effecten van baggeren op de natuur in beeld brengen? n KA 341 49 druk op ecosysteem 4 Hoe gaat het met de Dollard; is er een verband tussen ecologie en baggerstort? n SW 248 50 druk op ecosysteem 4 Wat is de bijdrage aan chemische vervuiling door bagger (zoetwater landbouw)? n KA 360 51 fauna 1 Wat zijn de effecten van het plaatsen van windmolens ten noorden van de wadden tussen de scheepvaartroutes? Meer specifiek: hebben de windmolens effect op de trekroute van de Kleine Mantelmeeuw naar het Friese Front? n SW 116 52 fauna 2 Wat zijn de cumulatieve effecten van 3 of meer grote energiecentrales in de Eemshaven t.a.v. visinzuiging n SW 246 53 fauna 2 Welke soort correleert goed met de hoeveelheid slib die door baggerwerkzaamheden op wervelt? n SW 183 54 fauna 3 Hoe kunnen we koloniebroeders behoeden tegen overstroming tijdens het broedseizoen (i.r.t. de bodemdaling door gaswinning) n SW 349 55 sedimenthuishouding 2 Wat gebeurt met het slib op de verspreidingslocaties? n KA 347 56 sedimenthuishouding 3 Kun je de slibhuishouding verbeteren door aanpassen van de havenkom? n KA 352 57 sedimenthuishouding 3 Wat is de invloed van baggeren op de slibhouding (per kombergingsgebied)? n KA 335 58 sedimenthuishouding 3 Zand wordt verkocht, is dat substantieel in verhouding tot de natuurlijke sedimentatie? n KA 350 59 sedimenthuishouding 3 Zijn er gunstiger plekken te vinden (red. dan de huidige verspreidingslocaties voor slib)? n KA 348 60 sedimenthuishouding 3 Kun je de slibhuishouding verbeteren door aanpassen de havenhoofden? n KA 353 61 sedimenthuishouding 4 Kun je met de haveninrichting (bijv. De hoofden) de slibhuishouding beïnvloeden? n KA 355 62 systeem-functioneren 3 Welke fysisch-geografische effecten heeft gaswinning in het gebied? n SW 12 HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 11

63 systeem-organisatie 2 Wat zijn de oorzaken van veranderingen in soort-specifieke abundanties binnen gas exploitatie gebieden? n KA 314 64 systeem-organisatie 2 Zijn veranderingen in soort-specifieke abundanties binnen gas exploitatie gebieden buiten-proportioneel vergeleken met veranderingen elders? 65 systeem-organisatie 3 Hoe reageren duinvegetaties en daaraan gekoppelde biodiversiteit op atmosferische depositie, mede gelet op de ontwikkelingen in het Eemshavengebied en Oosterhorn, Delfzijl n KA 313 n SW 385 HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 12

5 REFERENTIES NB. Alleen rechtstreeks gebruikte bronnen, niet gehele lijst van beschouwde bronnen voor inventarisatie kennis agenda s Aarts, G., Dekinga, A., Holthuijsen, S., Ten Horn, J., Smith, J., Kraan, C., Brugge, M., Bijleveld, A., Piersma, T., Van der Veer, H., 2010. Benthic macrofauna in relation to natural gas extraction in the Dutch Wadden Sea. NIOZ Royal Netherlands Institute for Sea Research. 46 pagina s. CPSL, 2010. CPSL Third Report. The role of spatial planning and sediment in coastal risk management. Wadden Sea Ecosystem No. 28. Common Wadden Sea Secretariat, Trilateral Working Group on Coastal Protection and Sea Level Rise (CPSL), Wilhelmshaven, Germany. De Coulissen, 2010. Helder over slib. Vragen over de slibhuishouding van de Waddenzee. Verslag werkconferentie 10 juni 2010. 6 pagina s. Jager, Z. 2010. Position paper on the sustainable use of cooling water from the Wadden Sea. Position paper. Waddenacademie KNAW, 16 pagina s. Jorna, R. & De Hoop, A., 2010. Onderzoeksprogramma WaddenWelzijn. Het Waddengebied als laboratorium voor duurzame sociale oplossingen. Groningen. 55 pagina s. Kabat, P., Bazelmans, J., van Dijk, J., Herman, P.M.J., Speelman, H., Deen, N.R.J. en R.W.A. Hutjes, (editors), 2009. Kennis voor een duurzame toekomst van de Wadden: Integrale Kennisagenda van de Waddenacademie. Waddenacademie KNAW. 133 pagina s. Oost, A. & Lammerts, E.J. (red.), 2007. Het Tij Geleerd. Programma voor de uitwerking van herstelmaatregelen in het waddengebied steunend op een onafhankelijke wetenschappelijke voorbereiding en begeleiding. Achtergrondrapport. 42 pagina s. PRW, 2011. Vissen In Overvloed. Programmaplan Naar een Rijke Waddenzee. 89 pagina s. HAVENS & ENERGIE - PRIORITERING 13

HAVENS & ENERGIE HAVENS & ENERGIE DEEL C - MONITORINGSENQUETE Pim Vugteveen Lucien Hanssen Radboud Universiteit IWWR - Afdeling Milieukunde VERSIE 20130501 MEI 13

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 1.1 Achtergrond... 3 1.2 Doelstellingen WaLTER... 3 1.3 Enquête... 4 2 WERKWIJZE... 5 2.1 Enquête ontwerp... 5 2.2 Respondenten... 7 3 KENNISBEHOEFTE... 8 3.1 Benodigde monitoringsinzet... 9 4 CONCRETE MONITORINGSBEHOEFTE... 13 5 TOEREIKENDHEID HUIDIGE MONITORING... 15 5.1 Aanvullende monitoringsbehoefte... 16 5.2 Innovaties in monitoring... 16 6 CONCLUSIES... 20 7 BIJLAGEN... 22 HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 2

1 INLEIDING 1.1 Achtergrond Het Waddengebied geldt als één van de belangrijkste getijdengebieden van de wereld. In 2009 kreeg de Waddenzee een plek op de UNESCO Werelderfgoedlijst. De natuurwaarden van het gebied genieten speciale institutionele en juridische bescherming. De Waddenregio kent tegelijkertijd een intensief en gevarieerd gebruik door bedrijven, bewoners en bezoekers. Op dit moment wordt er al veel gemonitord in het Waddengebied, zowel in reguliere programma s als op projectbasis. De reguliere programma s zijn vooral om een vinger aan de pols te houden en, waar nodig, op lokaal of regionaal niveau bij te sturen. De projectmatige monitoring is vaak gerelateerd aan projecten die functies van het gebied moeten versterken of waarborgen, en geeft inzicht in de effecten en waar bijsturing nodig is. Het gevolg van het geheel aan monitoringsprogramma s is een relatief grote meetinspanning door verschillende onderzoeks- en overheidsorganisaties rond het fysische, ecologische en socio-economisch systeem. Deze meetinspanningen zijn echter niet altijd op elkaar afgestemd en data zijn niet altijd volledig ontsloten. Ook vragen nieuwe informatiebehoeften van gebruikers of aangescherpte regelgeving om uitbreiding of aanpassing van bestaande monitoringsactiviteiten. 1.2 Doelstellingen WaLTER Het WaLTER project richt zich op de ontwikkeling van een toegankelijk dataportaal en een integraal monitoringsplan voor een beter begrip van het functioneren van de Wadden, zowel op ecologisch als socio-economisch gebied. Aanleiding voor het WaLTER-project is de overtuiging dat goede data essentieel zijn voor het ontwikkelen van kennis en een duurzaam beheer van het Waddengebied. Concreet beoogt WaLTER bestaande onderzoeks- en monitoringsprogramma s in de Waddenzee en het Waddengebied beter op elkaar af te stemmen, gaten in het meetnet te vullen op basis van bestaande informatiebehoeften en data beter te ontsluiten. Belangrijke resultaten van WaLTER vormen een dataportaal en omvattend monitoringsplan voor geïntegreerde monitoring van het Waddengebied. Uitgangspunten voor WaLTER zijn: (1) Gaat uit van adaptieve monitoring, waardoor het mogelijk is monitoringsactiviteiten aan te passen als er nieuwe inzichten naar voren komen of als kennisvragen veranderen; (2) Is gebaseerd op robuuste wetenschappelijk onderbouwde modellen over de werking van het ecologisch systeem en over de werking van het socio-economisch systeem; (3) Neemt de betekenis van ruimte- en tijdschalen in beschouwing; (4) Heeft aandacht voor de interacties tussen het ecologische en het socioeconomisch systeem. HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 3

1.3 Enquête Als eerste fase in de ontwikkeling van het WaLTER monitoringsplan richt Werkpakket 1 (uitgevoerd door de Radboud Universiteit) zich op de identificatie en articulatie van de specifieke kennisbehoeften en monitoringswensen van potentiële WaLTER gebruikers. Hiertoe is in eerste instantie begonnen met een inventarisatieronde van kennisbehoeften onder belanghebbenden in het Waddengebied en zijn vragen gearticuleerd uit verschillende kennisagenda s en beleidsdocumenten van stakeholders. Dit heeft een breed scala aan relevante kennis- en informatievragen opgeleverd. De resultaten van deze inventarisatie zijn terug te vinden in de Themadossiers op www.walterproject.nl. De volgende, huidige stap richt zich op het terugbrengen van deze groslijst van vragen naar een kernlijst waarin de prioritaire kennisbehoeften staan. Deze kernvragen worden vervolgens doorvertaald naar relevante meetvragen en - variabelen die binnen een Waddenbreed meetnetwerk kunnen worden opgenomen. Deze uitwerkingen vormen de basis voor het op te stellen monitoringsplan van WaLTER. HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 4

2 WERKWIJZE 2.1 Enquête ontwerp Door middel van de WaLTER Survey (2011) en inventarisatie van de kennisagenda s van o.a. de Waddenacademie heeft de WaLTER projectgroep een set van 65 kennis- en informatievragen geïdentificeerd rondom het thema Havens & Energie (zie Themadossier Havens & Energie, www.walterproject.nl). Deze set van vragen is verder inhoudelijk gestructureerd en semantisch gecheckt. Ook is de lijst gecontroleerd op dubbelingen en sterk gelijkende vragen zijn samengevoegd naar een omvattende vraag. Vragen welke te breed en/of duidelijk geen monitoringsrelevantie hebben zijn weggelaten. Het resultaat van deze bewerkingsslag is een groslijst van 62 vragen. Deze lijst met vragen is onderverdeeld in verschillende thema s, waarbij elk thema is gedefinieerd met een hoofdvraag. Elk thema omvat meerdere specialistische kennisvragen. Aan de lijst zijn ook 15 door respondenten geformuleerde vragen toegevoegd. (zie Bijlagen, Tabel A1). Deze aangevulde lijst met 77 vragen vormt de basisinvoer voor een enquête welke is gericht op het selecteren en nader uitwerken van kernvragen (prioritaire kennisbehoeften) door het panel van respondenten. Voor het ontwerpen en uitvoeren van de monitoringsenquête is gebruik gemaakt van het Qualtrics software pakket. Het voordeel van deze toepassing is dat de enquête gemakkelijk kan worden gedistribueerd, online kan worden uitgevoerd, en dat de gegevens automatisch worden opgeslagen. De enquête bestaat uit een aantal blokken van gecombineerde meerkeuze- en open vragen. De inhoudelijke lijn van de enquête volgt onderstaand schema (Figuur 1). Het eerste blok richt zich op het identificeren van de kernvragen uit de aangeboden groslijst. De experts die deelnemen aan de enquête selecteren uit deze lijst 10 vragen die ze het meest relevant achten voor het thema Havens & Energie. Figuur 1. Samenhang gehanteerde begrippen voor vertaling van informatie- naar monitoringsbehoeften (gebaseerd op INBO, 2008 1 ). 1 INBO, 2008. Ontwerp en evaluatie van meetnetten voor het milieu- en natuurbeleid. Leidraad voor de meetnetontwerper. Vlaamse Overheid DL, Natuur en Energie. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 5

De geselecteerde kernvragen worden in de vervolgfase nader gepreciseerd en getypeerd in termen van benodigde monitoringsinzet en de relevante resolutie en schaal van de vraag. Wanneer een vraag te generiek wordt bevonden, kan deze door de respondent in een specifiekere meetvraag worden geherdefinieerd. Het doel van het volgende blok in de enquête is om elke afzonderlijke kernvraag verder te articuleren in zo concreet mogelijke monitoringscriteria. Wat dient er te worden gemeten om de gearticuleerde kennisleemtes achter de vraag in te vullen en aan bestaande kennis- en informatiebehoeften te voldoen? Hiervoor wordt aan de respondenten gevraagd om de relevante analysevariabelen, de kwantificeerbare eigenschappen, van de kernvragen te benoemen en zo een vertaling te geven van wat wil ik weten? naar wat wil ik analyseren? (Figuur 1). Een analysevariabele wordt bepaald op basis van gegevens van één of meerdere meetobjecten waarvan één of meerdere meetvariabelen in het veld worden opgemeten. Het laatste blok (zie Figuur 1) richt zich ten slotte op het specificeren van deze meetvariabelen en meetobjecten. Daarbij kunnen ook relevante ruimtelijke en temporele schalen worden aangegeven. De enquête wordt afgesloten met enkele open vragen, gericht op het verkrijgen van informatie over de huidige monitoring en mogelijke innovaties in monitoring. HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 6

2.2 Respondenten In totaal zijn er 34 experts benaderd om deel te nemen aan de enquête. Uiteindelijk hebben 18 personen de enquête ingevuld (53%), waarvan 14 volledig, en 4 gedeeltelijk. De respondenten zijn afkomstig van kennis- en onderzoeksinstituten, adviesbureaus, bedrijven, maatschappelijke belangenorganisaties, en overheden. Het betreffen professionele experts op gebied van milieubeleid, havenbeleid, energievraagstukken, duurzame innovaties, ecologie, natuur- en recreatiebeheer. (Tabel 1). Tabel 1. Affiliatie en monitoringsbekendheid respondenten. ResID Organisatie Bekend met huidige monitoring R1 Altenburg & Wymenga redelijk R2 CWSS redelijk R3 Groningen Seaports goed R4 Hogeschool Van Hall Larenstein Leeuwarden matig R5 Maritime Campus Netherlands (mcn) matig R6 NAM goed R7 Natuur en Milieufederatie Groningen matig R8 Programma Rijke Waddenzee goed R9 Project Waddenzeehavens redelijk R10 Provincie Groningen goed R11 Rijksuniversiteit Groningen - IVEM matig R12 Staatsbosbeheer goed R13 Stichting Tidal Testing Centre matig R14 Syntens goed R15 University of Hull, UK zeer goed R16 Vereniging voor Beroepschartervaart goed R17 Waddenvereniging matig R18 ZiltWater Advies goed HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 7

3 KENNISBEHOEFTE Van de 77 vragen (inclusief 15 door respondenten geformuleerd) zijn er 60 (78%) door één of meerdere respondenten geselecteerd, zie bijlage Tabel A1 voor specificatie. Hiervan zijn er 39 minimaal twee keer door respondenten geselecteerd. De vragen bestrijken alle hoofdcategorieën van vragen. We richten ons in dit rapport op de beschrijving op de meest urgente kennisbehoeften, dat wil zeggen de vragen die door minimaal vier respondenten zijn geselecteerd. Deze toplijst met 17 vragen wordt gepresenteerd in Tabel 2 op pagina 10. Verder geeft Tabel A3 in de Bijlagen deze lijst thematisch geordend weer, inclusief een samenvatting van eigen specificaties welke respondenten aan de vragen hebben toegevoegd. Gerapporteerde kwalificaties en interpretaties van individuele kennisvragen worden zoveel mogelijk gebaseerd op de inbreng van minimaal 2 respondenten. Vragen geselecteerd door slechts 1 respondent worden in principe niet meegenomen in de analyse, tenzij van toegevoegde waarde bij de bespreking van de resultaten. 2 Uit de selectie van vragen (zie Bijlagen Tabel A1) en daarbinnen de toplijst (Tabellen 2 en A3) komt een aantal kennisonderwerpen naar voren die door de respondenten vooral belangrijk worden bevonden. Het meest prominente onderwerp in de toplijst vormt energieproductie en de hiermee verbonden effecten voor het natuurlijke systeem. Dit komt ook naar voren uit Figuur 2, welke de thematische verdeling en selectie van vragen laat zien. In de figuur is te zien dat vragen binnen het thema energiewinning relatief vaker zijn geselecteerd. Het gaat om cumulatieve effecten van energiecentrales en de mogelijkheden en effecten van (nieuwe) productietechnieken zoals warmte-koude opslag en getijdeenergieopwekking. Daarnaast zijn vragen over (de effecten van) baggeren prominent; de verbreding en verdieping vaargeulen, de baggertechnieken en de effecten van (verplaatst) slib in het systeem. Belangrijke vragen over scheepvaart gaan over de scheepvaartintensiteit en de hiermee (verhoogde) kansen op een olieof chemische calamiteit. Ook de verstoring van zeezoogdieren door geluid van activiteiten op zee, zoals windmolenparken en scheepvaart, komt als prominent naar voren. 2 Zie Bijlagen Tabel A2 HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 8

a) b) 26% 22% 26% 37% 11% Baggeren Energiewinning Havens & Industrie 15% 26% 11% Scheepvaart 37% 28% Baggeren Energiewinning Havens & Industrie Baggeren Scheepvaart Energiewinning Havens & Industrie Scheepvaart 26% 35% Figuur 2. Thematische voorkeuren van respondenten: a) thematische verdeling van alle vragen, zie tabel A1 voor specificaties (nvraag=77); b) thematische verdeling van geselecteerde vragen (minimaal 4x gekozen; nkeuze=105) 3.1 Benodigde monitoringsinzet De volgende fase van de enquête is erop gericht om de eerder geduide kennisbehoeften nader te onderbouwen en te specificeren in termen van concrete monitoringbehoeften. Er is immers een verschillende mate en type van monitoringsinzet nodig. Kennisbehoeften zijn verschillend gemotiveerd. Sommige kenniswensen zijn gekoppeld aan een gebrek en noodzaak van meer en dieper systeeminzicht, andere vragen zijn gekoppeld aan de wens om systeemontwikkelingen te kunnen signaleren vanuit beleidsopgaven. De monitoringsarticulatie is daarom verschillend van aard. Verschillende typen van monitoring worden hier onderscheiden. Monitoring kan gericht zijn op waarom het systeem verandert, onderzoeksgerichte monitoring genoemd; of op het meten van de toestand en de trends in systeemontwikkeling: surveillance monitoring. Tot slot kan monitoring gericht zijn op het meten en toetsen van effecten in relatie tot gestelde beleids- of handhavingsnormen: operationele monitoring). 3 Deze verschillende typen monitoring hoeven elkaar in de praktijk niet uit te sluiten en een geïntegreerd monitoringsprogramma zoals WaLTER beoogt, kan deze verschillende doelen in potentie verenigen. Afhankelijk van het type en doel van de monitoring, kan een passende ruimtelijke en temporele dekking worden gekozen. Respondenten hebben per kernvraag een indicatie gegeven van de duur van benodigde monitoring; zou op de lange termijn gemeten moeten worden, of volstaat een tijdelijke (projectmatige) monitoringsinzet? 3 Deze indeling van surveillance/investigative/operational monitoring is overgenomen uit het rapport WFD (Water Framework Directive) Common Implementation Strategy Working Group 2.7 Monitoring, 2003. Guidance on Monitoring for the Water Framework Directive; Final version. HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 9

Naast deze kwalitatieve duiding konden respondenten ook een kwantitatieve categorie aangeven van de tijdschaal waarop de monitoringsinspanning zou moeten plaatsvinden. Er is ook een zekere resolutie van waarnemingen nodig, hiervoor is naar de generiek benodigde frequentie van monitoring gevraagd, namelijk of er continue, periodiek, dan wel event-afhankelijk zouden moeten worden gemeten. Naast een temporele frequentie dienen metingen te worden verricht op een bepaalde ruimtelijke schaal, of in een specifiek gebied. Voor de ruimtelijke schaal konden de respondenten ook een kwantitatieve categorie aangeven. Bovenstaande aspecten worden achtereenvolgens besproken. Tabel 2 geeft een overzicht van bovenstaande aspecten voor de vragen die door minimaal vier mensen zijn gekozen. Per vraag wordt een indicatie gegeven voor de benodigde monitoringsinzet in termen van duur, temporele frequentie en relevante ruimtelijke resolutie. Voor beide laatste categorieën konden respondenten relevant geachte schaalgroottes selecteren. Voor de tijdschalen werd de volgende indeling gehanteerd: <1 jaar, 1-10 jaar, 10-50 jaar, en > 50 jaar. Voor de ruimteschalen: 1-10 km², 10-100 km², 100-1000 km², en >1000 km². In kolom Monitoring voldoet staat aangegeven of de respondenten meenden dat de huidige monitoringsinspanning voldoende is om de kennis- c.q. meetvraag te beantwoorden. Hier wordt verder op ingegaan op pagina 14. De gegeven kwalificaties in de tabel volgen uit antwoorden welke in meerderheid door de respondenten zijn gekozen (minimaal twee keer). Voor kwalificaties waarover geen duidelijke consensus bleek voor één antwoordcategorie, zijn voor de volledigheid ook de overige respondentkeuzes afgekort tussen haakjes weergegeven. HAVENS & ENERGIE - MONITORINGSENQUETE 10