Geachte Minister, Dames en Heren,



Vergelijkbare documenten
Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies

Referentiedocument Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Resocialisatie in Nederlandse Penitentiaire Inrichtingen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Jaarverslag Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing

Voorgestelde kwaliteitscriteria voor de (ex-ante) beoordeling van gedragsinterventies

Samenvatting. Inleiding

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

begrippen bevatten evenals een heldere afbakening van taken en verantwoordelijkheden. Daarnaast kunnen in het protocol acute risicofactoren

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag

Doelstelling van het onderzoek en onderzoeksvragen

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive

Interventies die werken

Bewezen effectief werken. Korte introductie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Intensieve zorg bij hoog risico. Maryke Geerdink, de Waag Amsterdam Karlijn Vercauteren, de Waag Utrecht

bureau buitenland Reclassering houdt niet op bij de grens Alles over het werk van Bureau Buitenland

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij

Waarom Koers & kansen?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 20 februari 2012 Onderwerp Conceptrapport Detentie, behandeling en nazorg criminele jeugdigen

Toetsingskader Vergunninghouder Interlandelijke adoptie

Planmatig en flexibel

J a a r v e r s l a g Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van de raadsleden H.M.M. Vos en M.Bolle. sv RIS Regnr. BSD/ Den Haag, 23 september 2008

Werkt wat werkt? Jan Adriaan Nijboer

Definities, criteria en uitvoerbaarheid Aandachtspunten voor de beoordeling van justitiële interventies

Plan van aanpak doorlichting reclassering Leger des Heils Rotterdam

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

Hybride werken bij diagnose en advies. Inleiding

Interventie Grip op Agressie

Monitor 2013 Veelplegers Twente

VEILIGHEIDSHUIS KERKRADE

Agenda. Opwarmer. Voorstellen en Opzet. Waaruit bestaat Triple P: Positief Opvoeden? Wat is Triple P Positief Opvoeden

Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen

Beschrijving Kwaliteitscriteria

12 Een literatuuronderzoek naar de effectiviteit van de reclassering

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Positief. van elkaar. denken, doen en leren. Groepsprogramma voor jongeren met antisociaal of delinquent gedrag

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Veiligheidshuis Rivierenland Verbindt en brengt samen. Presentatie Veiligheidshuis Rivierenland Raadsleden

Raad voor de rechtshandhaving. JAARPLAN en BEGROTING 2015

Samenvatting en conclusies

Gezondheidszorgvisie DJI DJI

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

SOVA /AR op Maat Presentatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Reclassering Nederland. in 500 woorden. Reclassering Nederland. Naar een veiliger samenleving. roeghulp. dvies. oezicht edrags raining.

Een evidence based jeugddelinquentierecht What s in a name?

Interventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker

Onderwerp: Voorstel tot instemming met de deelname aan het project Nazorg aan ex-gedetineerden.

POST-HBO OPLEIDING. Forensische psychiatrie. mensenkennis

Juni 2012 Roeland van Geuns Nadja Jungmann. Naar efficiënter werken met klantprofielen

Gemeenten en de kwaliteit van sociale interventies

Tijdig ingrijpen: werkzame ingrediënten voor interventies

Proceskaart - reclasseringsinzet PilotPlus BIJ (bestuurlijke informatievoorziening justitiabelen)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Middelen en Verslaving in het Gevangeniswezen. Veiligheid of Zorg?

De stand van zaken. Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies

Kansen bieden voor re-integratie

Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Adolescentenstrafrecht

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Achtergronddocument Specifieke groepen binnen de GGZ

- Samenvatting - Kies voor Verandering

Reclassering Nederland. in 500 woorden. Reclassering Nederland. Naar een veiliger samenleving. roeghulp. dvies. oezicht edrags raining.

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Jaarverslag Activiteiten Detentie Nazorg. Humanitas Haagland. Projectnaam Een Nieuwe Kans (ENK) / Buiten Re-integratiecentrum (RIC)

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005

Kwaliteitsbeleid voor gedragsinterventies voor delinquenten na de stelselwijziging jeugdzorg

Zoetermeer, 24 juni 2015

Forensisch Psychiatrisch Toezicht; Evaluatie van de testfase van een vernieuwde vorm van toezicht op tbs-gestelden

Overzicht geprogrammeerde onderzoeken update april 2016

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Samenwerking tussen PI en gemeente bij de reïntegratie van de gedetineerde burger. Workshop oktober 2010

Afstemming van gedragsinterventies voor jeugdige delinquenten

Niet meer depressief

Toezicht op zorg aan kwetsbare groepen. Heleen Buijze Senior inspecteur

Driedaagse Leergang. Kennisintensieve beleidsontwikkeling

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Welkom bij de workshop: Een veiliger gevoel? Contact helpt

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Ketens risicojeugd sluitend verbinden Avans 7 april 2011

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch

Transcriptie:

Effect op vermindering recidive erkend Inleiding ter gelegenheid van de installatie van de Erkenningcommissie Gedragsinterventies Justitie, Ministerie van Justitie, Den Haag, 30 augustus 2005 Mw. Dr. G.H.M.M. ten Horn* Geachte Minister, Dames en Heren, Uit het onderzoek Binnen beginnen & Buiten blijven blijkt dat het resocialisatieprogramma van de P.I. De Geerhorst in Sittard veelbelovend is. Met 63% van de deelnemers gaat het ruim drie jaar na ontslag uit detentie nog steeds goed. Hun recidivepercentage ligt daarmee zo n 24% lager dan van vergelijkbare gedetineerden zonder het Schakelproject. De multimodale aanpak levert een aantoonbare bijdrage aan een succesvolle terugkeer van de deelnemers in de samenleving, zo bleek uit het onderzoek van Nelissen in 2003 (Nelissen, Nelissen onderzoek en advies, Maastricht, 2003). Kunnen we in de toekomst nu ook dergelijke berichten van de Erkenningcommissie Gedragsinterventies Justitie verwachten? Het zou kunnen De commissie wil actief bijdragen aan het verspreiden van informatie over evidence-based interventieprogramma s. De commissie zal de door haar positief beoordeelde gedragsinterventies openbaar maken. Dit zal zij ondermeer doen door het publiceren van jaarverslagen. En het zou kunnen dat de pers hieruit een dergelijk bericht opmaakt. De Erkenningcommissie gaat aan de hand van een beschrijving van een gedragsinterventie die bij haar wordt ingediend beoordelen of deze gedragsinterventie leidt, of zou kunnen leiden, tot vermindering of het voorkomen van recidive van de deelnemers aan de interventies. Zo zal in de loop van de komende jaren een lijst ontstaan van gedragsinterventies waarvan verwacht mag worden dat de toepassing daarvan de recidive vermindert. Het gaat daarbij om intramurale en extramurale interventies voor zowel jongeren als volwassenen. Een positieve beoordeling van een gedragsinterventie door de commissie, zal straks voorwaarde zijn voor financiering van de interventie door Justitie. En het is de bedoeling dat gedragsinterventies die negatief worden beoordeeld niet, of niet meer, worden uitgevoerd. Het lijkt zo logisch, zo vanzelfsprekend. Justitie levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door ondermeer vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen uit te voeren. Daarbij is voor Justitie naast vergelding en bescherming van de samenleving een hoofddoel het voorkomen dat de dader na terugkeer in de samenleving terugvalt in criminaliteit. Dan pas je daarbij toch vanzelfsprekend die interventies toe die recidive voorkomen, of de kans daarop aanzienlijk verminderen? Zo vanzelfsprekend is het echter nog niet altijd. Vooral de laatste decennia heeft kwaliteit- en effectmeting in het algemeen meer aandacht gekregen. Op basis daarvan zien we bijvoorbeeld de ontwikkeling van standaarden en richtlijnen in de gezondheidszorg (J.J.E. van Everdingen et al. (red.) Evidence-based richtlijnontwikkeling: een leidraad voor de praktijk; Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2004), de ontwikkeling van een databank Effectieve Jeugdinterventies (NIZW), of het ontstaan van beoordelingen van onderwijs en opleidingen. En zo zullen nu dan ook de gedragsinterventies op het gebied van justitie beoordeeld gaan worden op hun effect op het verminderen van recidive. Canada, Engeland en Wales zijn ons hierin al voorgegaan. Daar zijn goede ervaringen met de beoordelingsystematiek opgedaan, waarmee wij ons voordeel kunnen doen. 1

Kwaliteitscriteria Het vertrekpunt voor de beoordeling door de Erkenningcommissie zijn 10 kwaliteitscriteria die door Justitie zijn vastgesteld (Ministerie van Justitie, Terugdringen Recidive gedragsinterventies, januari 2005). Bij de opstelling van de criteria is ondermeer gebruik gemaakt van de Canadese en Engelse criteria, van een literatuuronderzoek van het WODC en van het toetsingskader van de Programmacommissie van de Stichting Reclassering Nederland. De criteria sluiten ook aan bij de kwaliteitscriteria zoals die momenteel door de LPC, de Landelijke programma Commissie van de Raad voor de Kinderbescherming, bijvoorbeeld in de beoordeling van de kwaliteit van leerstraffen, worden gebruikt. Gebleken is dat gedragsinterventies in het voorkomen van recidive met name effectief zijn als ze: 1. Theoretisch onderbouwd; 2. voor een specifieke groep; 3. gericht op het veranderen van risicofactoren die samenhangen met het criminele gedrag; 4. alsook gericht op het leren van praktische, sociale en probleemoplossende vaardigheden; 5. systematisch, methodisch worden toegepast; 6. daartoe ook de criteria voor een goede uitvoering zijn beschreven; en 7. de interventie wordt uitgevoerd in de intensiteit en duur die aansluit bij de problematiek van de deelnemer; 8. daarbij diens betrokkenheid & motivatie voor deelname wordt gestimuleerd; 9. gezorgd wordt voor inpassing in de totale begeleiding van de deelnemer; 10. en voor een doorlopende evaluatie De Erkenningcommissie gaat niet zelf gedragsinterventies onderzoeken. Zij beoordeelt een gedragsinterventie aan de hand van de informatie over de genoemde 10 criteria voor betreffende gedragsinterventie die door de indiener daartoe wordt aangeleverd. Voor de aanlevering van deze informatie hanteert de Erkenningcommissie vooralsnog geen vast format, of aanvraagformulier. Op het bureau van de commissie zal wèl worden nagegaan of de ingediende beschrijving volledig genoeg is om aan de commissie voor beoordeling te kunnen worden voorgelegd. We willen namelijk aan de ene kant aansluiten bij en ruimte laten voor de gangbare werkwijzen die er nu in het veld zijn om programma s, modules, interventies te beschrijven en aan de andere kant ook de grootste zorgvuldigheid betrachten waarmee een oordeel tot stand komt. Wetenschappelijke visie op Wat werkt De tien kwaliteitscriteria die de commissie zal hanteren sluiten nauw aan op de vier principes die steeds weer naar voren komen in de wetenschappelijke literatuur over Wat werkt?. Een effectieve interventie voldoet, meestal, aan de volgende vier principes: Het risicoprincipe, d.w.z. dat de intensiteit van de behandeling aangepast is aan het risico van de delinquent. Waarbij dan een persoon met een laag risico een lage en een persoon met een hoog risico een hoge behandelingsintensiteit nodig heeft. Het behoefteprincipe, dat stelt dat het veranderen van dynamische risicofactoren het doel van de behandeling moet zijn. Of te wel, dat gewerkt wordt aan de veranderbare risicofactoren, ook wel criminogene behoeften genoemd. Het responsiviteitsprincipe, dat stelt dat de behandeling moet worden gegeven op een manier die aansluit bij de mogelijkheden en karakteristieken van de doelgroep. Dus 2

bijvoorbeeld dat de vorm waarin de behandeling wordt geboden aansluit bij de leerstijl van de delinquent; en ten slotte Het Behandelingsintegriteitsprincipe, d.w.z. dat de behandeling ook zó wordt gegeven als zij bedoeld is. Om dit te bevorderen is het van belang dat de behandeling gebaseerd is op een theoretisch model. Immers dan is ook duidelijk wààrom de interventie zo is opgezet als ze is opgezet. Voorts is het bijvoorbeeld ook van belang dat de behandeling duidelijk en in detail in een handleiding of protocol is beschreven. (Terugdringen Recidive Gedragsinterventies, Ministerie van Justitie, januari 2005, hoofdstuk 2) Indiening De Erkenningcommissie verwacht de komende tijd beschrijvingen te ontvangen van gedragsinterventies voor volwassenen van de directies van: - Stichting Reclassering Nederland, - het Leger des Heils, - Stichting Verslavingsreclassering GGZ-Nederland; en - Sectordirectie Gevangeniswezen, namens de penitentiaire inrichtingen Het gaat dus om organisaties die belast zijn met het uitvoeren, of laten uitvoeren, van de gedragsinterventies voor volwassenen. (Semi-) Commerciële organisaties kunnen niet rechtstreeks interventies bij de commissie indienen, maar doen dit door tussenkomst van zojuist genoemde instellingen die daarmee als poortwachter naar de Erkenningcommissie fungeren. In tweede instantie kunnen interventies ook nog door tussenkomst van de directies Justitieel Jeugdbeleid en Sanctie- en Preventiebeleid bij de commissie ter beoordeling worden ingediend. Beschrijvingen van gedragsinterventies voor jeugdigen verwachten we voorts van de directies van: - de Raad voor de Kinderbescherming, - de sector justitiële jeugdinrichtingen, namens de particuliere en justitiële inrichtingen, - de Bureaus Jeugdzorg; en - HALT-Nederland De werkwijze in het jeugd- en volwassen- veld is enigszins verschillend. Momenteel is men in het jeugdveld bottum-up druk doende beschrijvingen van interventies te maken, en deels ook naar aanleiding van de beoordeling door het LPC te verbeteren. In het veld der volwassenen zijn al zo n dertig reclasseringsinterventies reeds door de programmacommissie van de reclasseringsorganisaties beoordeeld en werd daarnaast een veelvoud van beschrijvingen van interventies binnen het gevangeniswezen beoordeeld door de werkgroep Interventies. Momenteel vinden aanpassingen in een aantal bestaande interventies plaats en worden een aantal andere verder of nieuw ontwikkeld. Bovenop een basisinterventie voor cognitieve vaardigheden gaat het daarbij om een op elkaar afgestemd, samenhangend programma van interventies op het gebied van wonen, werken, onderwijs, omgaan met geld, agressie, verslaving & zeden, vooral bedoeld voor zogenaamde langverblijvenden (met een strafrestant van vier maanden of meer; De Nieuwe Inrichting, Ministerie van Justitie, DJI, Actieprogramma 2004-2005). De Erkenningcommissie zal uiteraard trachten zo nauw mogelijk aan te sluiten bij hetgeen al aan voorwerk in de achterliggende jaren door vele mensen is gedaan. Referentiedocument en brochure In het zogenoemde referentiedocument staan de opdracht aan de Erkenningcommissie, haar taken, reikwijdte en aandachtspunten verder beschreven. Ook komen daarin aan de orde de definiëring van begrippen, de bestuurlijke omgeving en het juridische kader van de 3

commissie. Het zou vandaag te ver voeren daarop in detail in te gaan. Er is een punt dat ik er nog wel uit zou willen lichten, namelijk de samenstelling van de commissie en haar rolopvatting. De commissie wil van toegevoegde waarde te zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van gedragsinterventies op het gebied van justitie. Dit zal zij trachten te bereiken door haar oordelen en de onderbouwing ten behoeve van de uitvoeringsorganisaties te baseren op gedegen relevante inhoudelijke kennis over de materie. De samenstelling van de commissie is daarop toegesneden: vrijwel alle leden zijn gepromoveerd (tweederde hoogleraar) en/of hebben kennis van/ervaring met de uitvoeringspraktijk van gedragsinterventies op het gebied van justitie. Een deel van de leden heeft specifieke kennis op het gebied van jeugdigen, anderen op het gebied van de volwassenen. En er is getracht in de commissie aantoonbare kennis bij een of meer commissieleden te verzamelen op het gebied van recidivevermindering door sociale & cognitieve vaardigheidstrainingen, verslavingszorg, interventies op het gebied van onderwijs & arbeid, gezinstherapieën en gedragsinterventies voor zedenproblematiek. In een klein land als Nederland is niet helemaal te voorkomen dat soms een commissielid (indirect) betrokken zal zijn bij de ontwikkeling of uitvoering van een specifieke gedragsinterventie. Net zoals gebruikelijk in andere beoordelingscommissies zoals bijvoorbeeld van NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) of ZONMw (Zorg Onderzoek Nederland Medische wetenschappen), zal het commissielid zich van de beoordeling van betreffende interventie terugtrekken. Kortom: de Erkenningcommissie zal trachten haar werk zo deskundig, zorgvuldig èn onafhankelijk mogelijk te doen. Het verheugt me dat vrijwel alle commissieleden vandaag bij deze startbijeenkomst aanwezig kunnen zijn. Om iedereen goed te kunnen informeren over de commissie en haar werkwijze hebben we naast het referentiedocument ook een beknoptere brochure ontwikkeld. Verwachtingen De bedoeling is dat het brede palet van allerlei rijp en groene- interventies op het gebied van justitie in de loop van de komende jaren verbeterd gaat worden door een beperkter arsenaal van gerichte en bewezen effectieve gedragsinterventies. Daarin behoort de toegevoegde waarde van de Erkenningcommissie voor het Justitieveld zichtbaar te worden, namelijk dat de commissie met haar beoordelingen de betreffende organisaties meehelpt steeds meer effectieve interventies uit te voeren. Justitie is voornemens in de toekomst alleen nog interventies te financieren die langs deze weg officieel zijn erkend. We bedoelen hier uiteraard alleen gedragsinterventies die gericht zijn op recidivevermindering en niet interventies die uitsluitend op basis van de zorgplicht van justitie aan justitiabelen worden aangeboden en die dus nìet expliciet tot doel hebben de recidive te verminderen, zoals bijvoorbeeld het aanbieden van een anti-psychoticum aan een gedetineerde die aan een psychose lijdt. Dat zal overigens voor de erkenningcommissie nog best af en toe een lastig onderscheid kunnen zijn en soms afstemming kunnen behoeven met gelijksoortige commissies op aanverwante gebieden zoals de Geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. Bij de ontwikkeling van nieuwe interventies zal gelijk al zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van succesvolle elementen en de criteria. Bestaande interventies zullen bovendien hopelijk voortdurend worden aangepast op basis van uitkomsten van evaluaties, die verderaan het licht moeten brengen wat nog wel of niet (meer) werkt. Het is aan de veldorganisaties en het Ministerie van Justitie erop toe te zien dat interventies inderdaad zo uitgevoerd worden zoals ze zijn bedoeld. Ik hoop dat hierover tegen die tijd wat meer duidelijkheid is. De houdbaarheid van de erkenning, ten slotte, is ook maar beperkt: up-dating van de lijst van 4

erkende gedragsinterventies waarmee recidive teruggedrongen kan worden, zal te zijner tijd nodig zijn. Maar of het allemaal zover komt? Eerst zal deze commissie echt van start moeten gaan. Het werk van de Erkenningcommissie betekent denk ik veel voor de indieners. Het veld zal allereerst beschrijvingen moeten indienen. We rekenen dit jaar op de eerste 5 à 10 beschrijvingen ten behoeve van de bijeenkomst van de Erkenningcommissie in december a.s. en op enkele tientallen voor 3 à 4 bijeenkomsten van de commissie in 2006. De commissie zal vervolgens tot zorgvuldige, eensluidende, goed onderbouwde beoordelingen moeten gaan komen. Het kan betekenen dat indieners hun beschrijving van de interventie aan moeten passen. Uiteindelijk besluit de minister van Justitie het oordeel van de Erkenningcommissie wel of niet over te nemen in het kader van de financiering. En uiteraard zal over een jaar of twee/drie ook geëvalueerd worden hoe de Erkenningcommissie functioneert, of de gehanteerde criteria werkbaar zijn gebleken en of de doelstelling van de commissie wordt gehaald. D.w.z. dat steeds meer erkende en veelbelovende gedragsinterventies worden toegepast. Uiteindelijk is het doel immers een bijdrage te leveren aan terugdringen van recidive. In het boek Medeblik van N.S. Klasinga en J.J.E. van Everdingen (Belvédère, Overveen, 1996; p.155) kwam ik een illustratie van Jos van der Meer tegen. Daarop zegt de arts tegen de patiënt U denkt toch niet dat wij zoiets zouden durven adviseren als we niet zeker wisten dat het helpt. Ook in de gezondheidszorg zijn de richtlijnen niet altijd 100% evidence-based, en voortdurend aan verbetering & vernieuwing onderhevig. Maar evenals in de gezondheidszorg, hoop ik dat op den duur op het gebied van justitie het vanzelfsprekend zal zijn evidencebased die gedragsinterventies toe te passen die er toedoen! Dat we er samen voor kunnen zorgen dat gedragsinterventies de komende jaren bij zowel jeugdige als volwassen (ex-) gedetineerden het gewenste effect bereiken, misschien zoals die van Binnen beginnen & Buiten blijven waarmee ik deze inleiding begon. *Sineke ten Horn is voorzitter van de Erkenningcommissie Gedragsinterventie Justitie. Zij is medisch socioloog. Deed veel evaluatie & beleidsonderzoek binnen de gezondheidszorg en voor de World Health Organization, was hoogleraar Zorgmanagement aan Universiteit Utrecht, werkzaam bij Inspectie voor Gezondheidszorg. Sinds 1999 als zelfstandige allerlei bestuurlijk-, onderzoek- en advieswerk in binnen- en buitenland; o.a. Voorzitter ZONMw Programma Verslaving en betrokken bij de Multidisciplinaire richtlijnontwikkeling in de GGZ en eerste lijn. Interesse voor interventies op het gebied van Justitie werden o.m. gewekt door het proefschrift Ontvluchting of ongeoorloofde afwezigheid (Boom, Meppel, 1967) van m n 1 e leermeester in de Medische Sociologie Prof.dr. J.L. Jessen ( ) en tijdens m n lidmaatschap van de Commissie van Toezicht op de Dr.S Mesdagkliniek (1983-1988). 5