Nationale identiteit, nationale geschiedenis en de acceptatie van nieuwkomers in Nederland



Vergelijkbare documenten
vooroordelen bij Vlaamse jongeren geworden. Deze evolutie ging gepaard met een toename van studies naar de attitudes van de

Anouk Smeekes Laura Mulder

Racisme & onderwijs. Prof. dr. Orhan Ağırdağ KU Leuven UvA

- Dossier 10.1: Globalisering en de behoefte aan versterking van de nationale identiteit

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens

Framing Turkey: Identities, public opinion and Turkey s potential accession into the EU

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Living Apart Together? Integratie van moslims in Europa

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Summary 124

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie?

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19

Een instrument om onze samenleving echt te veranderen, zo noemt hij het vurig gewenste lidmaatschap.

E E N S E L E C T I E U I T D E P U B L I C A T I E S V A N MARTIN VAN KALMTHOUT

2008 Universiteit Maastricht Page 1 of 212

Brein en Integriteit: Over de psychologie van macht en gezag

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013

Techniek? Dat is niks voor mij. Hoe kunnen scholen en bedrijven samen bijdragen aan een betere beeldvorming over en keuze voor bèta en techniek?

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN:

Het Verband Tussen Symbolische Dreiging en de Attitude, Sociale Afstand en

Programma Open dag zaterdag 28 februari 2015 Program Open Day Saturday 28 February 2015

19 november 2015 Waar denk je aan?

Implicaties van migratie voor onderwijskwaliteit in Vlaanderen. Prof. dr. Orhan Ağırdağ KU Leuven / UvA

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Integratie én uit de gratie? Perspectieven van Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen Omlo, J.J.

Programma Open dag zaterdag 28 februari 2015 Program Open Day Saturday 28 February 2015

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen

Studiehandleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

2008 Universiteit Maastricht Page 1 of 219

VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing

Multiculturalisme beleid in Nederland op de schopstoel; de doodsteek voor het multicultureel erfgoed?

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

Academisch schrijven Inleiding

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL ALS GASTSTUDENT

Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten. Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen Universiteit

Percepties van jongeren over politieoptreden: ethnic profiling in België?

Opgave 2 Religie en integratie

VNSU: Inclusiviteit, Diversiteit en Bias. Esther Mollema Direction High Performance Organization (HPO) Center Professional Boards Forum Nederland

LAS Hoofdrichting Sociale, Gezondheids- en Organisatiepsychologie

Narratief Onderzoek: What s s in a name?

THE LANGUAGE SITUATION IN SUB-SAHARAN AFRICA: HISTORICAL ROOTS, MEASUREMENT, AND DEVELOPMENT IMPACTS

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Etnische diversiteit en sociaal kapitaal

Veranderende opvattingen over toezicht op cultuur en gedrag: Een rondje langs de velden

Radicalisering van (moslim)jongeren: Herkenning en handeling. Presentatie voor Veiligheidsnetwerk Grote Steden. Bertjan Doosje 20 november 2014

Capabilities Approach; Betekenis voor sociale inclusie. Janny Beernink Annica Brummel

Intercultureel leren. Workshop. Studievoormiddag 6 juni 2014

Facts & Figures: Religie bij Vlaamse jongeren

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam

Gelijke kansen met cultuur(onderwijs) Barend van Heusden Kunsten, Cultuur en Media Rotterdam, 2 november 2017

CORPORATE BRANDING AND SOCIAL MEDIA: KEY FINDINGS FOR DUTCH CONSUMERS Theo Araujo

Longitudinal Driving Behaviour At Incidents And The Influence Of Emotions. Raymond Hoogendoorn

Generation What? 1 : Etnisch vooroordeel

University of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen

SOCIOLOGIE FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN

Affectieve en motivationele consequenties van intergroeps-vergelijkingen over tijd: De blik op het verleden of de toekomst.

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

Rethinking leadership and middle management

Academisch schrijven Inleiding

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

SOCIOLOGIE. Geert de Vries Hoofddocent sociologie. Saliha Rakik Student master sociologie. 2 Faculteit der Sociale Wetenschappen

BRUGGEN BOUWEN IN DE WIJK. sociale cohesie en gezondheid

Het DRAMA van de ONEINDIGE WIL. The TRAGEDY of the ENDLESS WILL

Selling software anno 2014, een vak apart? Reint Jan Holterman 14 mei 2014

Extending traditional views on volunteers psychological contracts: Novel conceptual and methodological approaches in non-profit studies

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

We geven hier een definitie uit de school van de grote Amerikaanse vakdidacticus biologie Joseph Novak, gemaakt door Wandersee (2002) blz. 129.

Onderzoek de spreekkamer!

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

Correspondentiegegevens: Wiebren Jansen Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid Grote Kruisstraat 2/ TS Groningen

Network of networks: Uncovering the secrets of entrepreneurs' networks

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Eenzaam ben je niet alleen

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Diverser personeel. Mooi, en dan? Dr. Mtinkheni Gondwe

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

ISOTIS interview studie MARTINE BROEKHUIZEN MELISSA BE

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

Vertrouwen in de overheid en het recht. Prof. dr. Kees van den Bos Universiteit Utrecht

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

De goede dingen goed doen

Sessie Centrumsteden VVJ

Hoofdstuk 3. Geloof, waarden, ervaringen

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY OVERZICHT

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

Transcriptie:

Nationale identiteit, nationale geschiedenis en de acceptatie van nieuwkomers in Anouk Smeekes* Introductie Onlangs bracht de Koninklijke se Akademie van Wetenschappen (KNAW) De se wetenschapsagenda uit, waarin zij de grote vragen van de wetenschap anno 2011 bespreekt en de rol die daarbij weggelegd is voor se onderzoekers. Binnen het thema Cultuur en identiteit in het heden en verleden van deze agenda wordt een aantal relevante en onderbelichte vraagstukken voor migratiewetenschappers besproken. Volgens de KNAW liggen er interessante vragen voor se onderzoekers op het gebied van de diachrone dimensie van nationale identiteit (i.e. de ontwikkeling van cultureel geheugen) en de invloed die migratie hierop heeft uitgeoefend (KNAW, 2011). In de onderzoeksprogramma s die de KNAW daartoe voorstelt ziet zij echter vooral een rol weggelegd voor se onderzoekers binnen de geesteswetenschappen. In deze bijdrage aan een waardig afscheid van Migrantenstudies zal ik uiteenzetten waarom het bestuderen van een temporele dimensie van nationale identiteit ook relevant is voor toekomstig sociaalwetenschappelijk empirisch migratieonderzoek in. Waar geesteswetenschappers zich vooral kunnen richten op het inzichtelijk maken van de ontwikkeling van nationale identiteit en cultureel besef door de tijden heen (bijv. de diachrone dimensie), zijn er voor sociale wetenschappers veelal interessante en onbeantwoorde onderzoeksvragen te vinden op het gebied van hedendaagse percepties van het nationale verleden in het definie ren van de se identiteit als mogelijke verklaring voor houdingen ten aanzien van etnische en religieuze minderheden. Om de relevantie van bovenstaande vragen voor sociaalwetenschappelijk migratieonderzoek in aan te duiden zal ik in deze bijdrage als eerste een korte schets geven van het huidige maatschappelijke en wetenschappelijke debat over nationale identiteit en historisch besef in. Daarna zal ik ingaan op het belang van sociaalwetenschappelijk (migratie)onderzoek in naar: (1) percepties van collectieve continuı teit het voortleven als groep door de tijd en (2) het strategisch gebruik van historische representaties van nationale identiteit en continuı teit voor politieke doeleinden, als mogelijke verklaringen voor hedendaagse houdingen van de autochtone Ne- 165

derlandse bevolking ten aanzien van etnische en religieuze minderheden. Ook zal ik in dit tweede deel kort ingaan op het belang van onderzoek naar historische representaties van nationale identiteit en de attituden van minderheidsgroepen ten aanzien van integratie. In deze bijdrage combineer ik bestaand s onderzoek op dit gebied met inzichten uit internationale studies. De discussie over historisch besef en nationale identiteit in In de laatste jaren zien we een toenemende aandacht voor de se nationale identiteit en het thema nationale verbondenheid, zowel in het publieke en politieke debat, als binnen de wetenschap. Niet alleen in, maar ook in andere West-Europese landen, wordt er gesproken over een crisis van de nationale identiteit. De toegenomen pluriformiteit in leefstijlen en opvattingen van deze maatschappijen aangewakkerd door ontwikkelingen als globalisering, Europese eenwording, individualisering en toenemende culturele diversiteit zou tot gevolg hebben dat inwoners minder collectief bewustzijn hebben en minder verbondenheid met elkaar voelen (WRR, 2007). Als belangrijke oorzaak voor deze crisis van de nationale identiteit wordt vaak een gebrek aan kennis van de nationale cultuur en geschiedenis aangewezen. In is het belang van historisch besef een belangrijk onderdeel geworden van het debat over de multiculturele samenleving en de zoektocht naar nationale identiteit. Een van de aanleidingen hiervan is het bekende essay (en de discussies die hierop volgden) Het multiculturele drama van Paul Scheffer uit 2000, waarin hij stelde dat de integratie van migranten in moeilijk verliep, omdat er geen duidelijke definitie bestond van de se identiteit en zijn geschiedenis en tradities (Scheffer, 2000). zou volgens Scheffer meer zijn best moeten doen om duidelijk uit te dragen wie wij zijn en waar wij vandaan komen. Het idee dat een nationale gemeenschap beter functioneert als er kennis is van de cultuur en geschiedenis heeft in gezorgd voor de nodige veranderingen in het overheidsbeleid. Er is gepleit voor een vergroting van het historisch besef in de onderwijs- en cultuursector. Zo maakt sinds 2010 de canon van een beschrijving van de ontwikkeling van de se cultuur en geschiedenis onderdeel uit van de kerndoelen voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Ook het se inburgeringsbeleid is veranderd. Migranten moeten voortaan verplichte cursussen doen om de se cultuur, tradities en kernwaarden te leren kennen en over te nemen (Spijkerboer, 2007). In de wetenschappelijke literatuur is er evenzeer een groeiende belangstelling ontstaan voor de relatie tussen nationale verbondenheid en houdingen ten aanzien van nieuwkomers en de multiculturele samenleving (e.g. Meeus, Duriez, Vanbeselaere & Boen, 2010; Pehrson, Brown & Zagefka, 2009; Sindic, 2008, 2011; WRR, 2007). Zo heeft veel onderzoek, waaronder in, aangetoond dat autochtonen die zich sterk verbonden voelen met hun natio- 166

ANOUK SMEEKES: Nationale identiteit, nationale geschiedenis en de acceptatie van nieuwkomers in nale identiteit meer culturele dreiging van etnische of religieuze minderheden waarnemen en ook negatievere attituden hebben ten aanzien van deze groepen en de multiculturele samenleving (Jaspers, Van Londen & Lubbers, 2009; Sniderman & Hagendoorn, 2007; Verkuyten, 2009; Velasco Gonza lez, Verkuyten, Weesie & Poppe, 2008). Tot op heden is echter onderbelicht gebleven in hoeverre historische percepties en representaties van nationale identiteit een rol spelen in het verklaren van houdingen ten aanzien van nieuwkomers (Liu & Hilton, 2005; Reicher & Hopkins, 2001). Mijn visie is dat deze historische percepties ook in een belangrijke verklaring vormen voor attituden ten aanzien van etnisch en religieuze minderheden. Om de inhoud van nationale identiteit te bepalen richten mensen zich namelijk tot het verleden. Door middel van deze historische percepties van nationale identiteit proberen mensen te ontdekken wie wij zijn en hoe wij ons verhouden ten opzichte van afwijkende anderen (Liu & Hilton, 2005). se historici hebben deze relatie in de laatste jaren al meerdere malen beschreven en onderzocht (e.g. Grever, Jonker, Ribbens & Stuurman, 2006; Grever & Ribbens, 2007; Ribbens, 2004). Maar waar deze historici nationaal identiteitsbesef en de invulling en gevolgen hiervan door de eeuwen heen trachten te analyseren, kunnen vooral sociaalpsychologische inzichten worden gebruikt om hedendaagse percepties van het nationale verleden en het effect daarvan op attituden ten aanzien van etnische en religieuze minderheden te onderzoeken. In is hier pas recentelijk voor het eerst sociaalwetenschappelijk onderzoek naar gedaan (Smeekes & Verkuyten, 2011a, 2011b; Smeekes, Verkuyten & Poppe, 2011a, 2011b). Percepties van collectieve continuïteit het voortleven als nationale gemeenschap door de tijd History provides us with narratives that tell us who we are, where we came from and where we should be going. It defines a trajectory which helps construct the essence of a group s identity, how it relates to other groups, and ascertains what its options are for facing present challenges (Liu & Hilton, 2005: 537) Het belang van het verleden voor identiteiten in het heden is veelvuldig beschreven door historici. Zo stellen Lu bbe (1977) en Lorenz (1987) dat mensen en groepen hun identiteit vormen in een reconstructie van het verleden vanuit hun visie op het heden en met het oog op de toekomst (Lu bbe, 1977: 147; Lorenz, 1987: 255-262). Zowel psychologen als historici wijzen op het belang van het gevoel van oorsprong en continuı teit voor het welzijn van individuen en groepen (Grever, 2004; Grever & Ribbens, 2007; Sani, Bowe & Hererra, 2008; Sani, 2008). Psychologisch onderzoek heeft aangetoond dat mensen sterk hechten aan een gevoel van persoonlijke continuı teit in hun leven, omdat het ze zekerheid en betekenis verschaft (e.g. Landau, Greenberg 167

& Solomon, 2008). Recent onderzoek laat zien dat dit niet alleen geldt voor individuen, maar ook voor groepen (Sani et al., 2008; Vignoles, Regalia, Manzi, Golledge & Scabini, 2006). Een gevoel van collectieve continuı teit verwijst naar het idee dat belangrijke aspecten van mensen hun sociale identiteit stabiel blijven door de tijd en tussen verschillende situaties (Vignoles et al., 2006). Sociaalpsychologisch onderzoek heeft laten zien dat mensen eerder zullen investeren in een sociale identiteit die gezien wordt als voortlevend in de tijd (Sani et al., 2008). Andere studies wijzen uit dat naast een gevoel van collectieve continuı teit, deel uitmaken van een groep mensen ook het gevoel kan geven dat ze bijzonder zijn, efficie nter zijn, ergens thuishoren of dat ze ergens trots op kunnen zijn (Vignoles et al., 2006). Uit een recente studie in blijkt nationale identiteit voor autochtone ers vooral een behoefte aan thuishoren, zelfvertrouwen en continuı teit te vervullen (Smeekes & Verkuyten, 2011). Het idee dat een nationale gemeenschap mensen een gevoel van thuishoren (sense of belonging) en zelfvertrouwen (collective self-esteem) geeft is al eerder aangetoond (Vignoles & Moncaster, 2007). Tot op heden is echter nog niet vaak bevestigd en onderzocht dat, onafhankelijk van de behoeften aan thuishoren en zelfvertrouwen, nationale identiteit ook de behoefte aan collectieve continuı teit verschaft. Collectieve continuı teit is een belangrijk aspect van nationale identiteit, omdat een natie vaak gedefinieerd wordt als een gemeenschap die samen voortleeft door de tijd (e.g. Anderson, 1983; Bhabha, 1990), of, zoals Nico Wilterdink en Ton Zwaan (1991: 253-271, 253-258) het omschrijven: een zich historisch continuerende collectiviteit. Zoals de quote van Liu en Hilton (2005) hierboven illustreert helpt nationale geschiedenis mensen om hun nationale identiteit te definiëren en te begrijpen. Nationale identiteit is verankerd in historisch besef en traditie en het is de verwijzing naar het verleden dat een nationale gemeenschap een gevoel van oorsprong en continuı teit verschaft. Sociaalpsychologisch onderzoek laat zien dat ontwikkelingen die een breuk met het collectieve verleden veroorzaken mensen het gevoel geven dat het voortbestaan van hun sociale identiteit bedreigd wordt, omdat deze sociale veranderingen de historische eigenheid van deze identiteit ondermijnen (Iyer, Jetten & Tsivrikos, 2008; Van Knippenberg, Van Knippenberg & Bobbio, 2008). Dit heeft als gevolg dat mensen negatiever staan ten aanzien van deze veranderingen (Jetten & Hutchison, 2011). In een zeer recente verkennende studie, onder autochtone se studenten en scholieren, hebben Smeekes & Verkuyten (2011a) bijvoorbeeld aangetoond dat naarmate hun perceptie van nationale culturele continuı teit toeneemt (i.e. het idee dat nationale gebruiken en tradities voortleven door de tijd), zij sterker het idee hebben dat moslims het voortbestaan van de se cultuur en identiteit bedreigen. Dezelfde studie laat zien dat percepties van nationale continuı teit negatief gerelateerd zijn aan acceptatie van expressieve rechten voor moslims, zoals het dragen van een hoofddoek of het bouwen van een Moskee. Waar sociaalwetenschappelijk onderzoek, zowel internationaal als in, herhaaldelijk heeft gekeken naar de relatie tussen percepties van culturele dreiging (symbolic threat) en reacties ten aanzien van migranten 168

ANOUK SMEEKES: Nationale identiteit, nationale geschiedenis en de acceptatie van nieuwkomers in (Gijberts & Lubbers, 2009; Sniderman & Hagendoorn, 2007; Stephan & Stephan, 1993, 1996; Velasco Gonza lez et al., 2008), bestaat er tot op heden nog weinig onderzoek naar waarin mensen zich precies bedreigd voelen als ze culturele dreiging waarnemen. Met andere woorden: is het zo dat sociale veranderingen, zoals toenemende culturele diversiteit, het collectieve gevoel van thuishoren, zelfvertrouwen en continuı teit verstoren? En welke van deze gevoelens bepaalt het sterkst of mensen culturele dreiging ervaren en hoe negatief ze zijn over deze sociale veranderingen? Voor toekomstig onderzoek op dit gebied is het relevant om meer inzicht te krijgen in welke collectieve behoeften en gevoelens er precies bedreigd worden in tijden van sociale verandering en welke rol dit speelt in het verklaren van negatieve houdingen van de autochtone se bevolking ten aanzien van etnische en religieuze minderheden. De zoektocht naar collectieve continuı teit, historische ankers en strategisch gebruik De zoektocht naar collectieve continuı teit in tijden van verandering wordt door historici ook wel omschreven als de compensatiethese: mensen cree ren historische ankers om zo de effecten van ingrijpende maatschappelijke veranderingen te minimaliseren (Lu bbe, 1977). Volgens Lowenthal (1985) roept het gevoel dat men afgesloten wordt van het verleden nostalgische verlangens op, waardoor men de neiging krijgt om het verleden te objectiveren. Door de toenemende pluriformiteit in opvattingen en levensstijlen in multiculturele samenlevingen ontstaat er een behoefte onder autochtone inwoners naar historische ankers die ze vertellen wie wij zijn en daarmee wat onze positie is ten aanzien van de afwijkende ander (Liu & Hilton, 2005). Het streven van de se overheid om historisch besef en kennis te vergroten en te behouden door middel van de se canon is een voorbeeld van een historisch anker in de zoektocht naar collectieve continuı teit; het biedt mensen houvast, omdat het de eigen nationale identiteit ijkt en bevestigt (Grever, 2006). De historici Hobsbawm en Ranger (1984) beschrijven dit fenomeen ook wel als the invention of tradition: het opnieuw uitvinden en representeren van tradities om zo de continuı teit van collectieve identiteit te waarborgen. De se canon is echter een dominante representatie van de autochtone versie van traditie en geschiedenis, waarin geen elementen zijn opgenomen die de versie van allochtone inwoners vertegenwoordigen (Ribbens, 2004). Dergelijke representaties van nationale geschiedenis om de positie van de autochtone groep te versterken zijn door sociaalpsychologen ook wel omschreven als charters (Hilton, Erb, McDermott & Molian, 1996). Charters zijn sociale representaties van geschiedenis die een normatieve functie hebben; ze rechtvaardigen en legitimeren hoe dingen horen te zijn in het heden door te refereren naar hoe ze ooit tot stand gekomen zijn (Liu & La zslo, 2007). Wat historici (Grever et al., 2006; Hobsbawm & Ranger, 1984) en politici al langer weten, maar wat sociale wetenschappers pas meer recentelijk zijn gaan onderzoeken, is dat zulke charters selectief gebruikt kunnen worden als strate- 169

gisch vehikel om invulling te geven aan nationale identiteit en dat dit gevolgen heeft voor attituden ten aanzien van minderheidsgroepen in een multiculturele samenleving (Reicher, 2008; Sibley, Liu, Duckitt & Khan, 2008; Smeekes et al., 2011a). Een aantal recente sociaalpsychologische studies laat bijvoorbeeld zien dat representaties van nationale geschiedenis strategisch gerepresenteerd kunnen worden om uitsluiting of acceptatie van immigranten en etnische minderheden te verhogen (Sibley et al., 2008; Smeekes et al., 2011a). In het hedendaagse West-Europese debat over toenemende culturele diversiteit en nationale identiteit verwijzen politici vaak strategisch naar het nationale verleden om invulling te geven aan nationale identiteit en zo te legitimeren hoe we met deze diversiteit om moeten gaan in het heden. Dit zien we ook vaak terugkomen in de se discussie over de multiculturele samenleving. Zo zei voormalig Minister President Balkenende in een Kamerdebat in 2007: is van oorsprong een land van tolerantie en respect. Mensen verdienen daarom alle respect voor hun overtuigingen, geloof en identiteit. Geert Wilders refereert in zijn toespraken vaak naar de oorspronkelijk joodschristelijke se cultuur die bedreigd zou worden door de verdergaande islamisering van de se samenleving. Zowel Wilders als Balkenende verwijzen naar de historische wortels en continuı teit van de se cultuur, maar de inhoud van hun representaties heeft hele andere implicaties voor hun visie en beleidsadviezen betreffende culturele en religieuze diversiteit. Waar Balkenende collectieve continuı teit van de se traditie van tolerantie gebruikt als argument voor acceptatie van andersdenkenden in het heden, posteert Wilders dat verdergaande islamisering de continuı teit van de joods-christelijke se cultuur bedreigt. Verschillende internationale studies hebben aangetoond dat het succes van politieke leiders afhankelijk is van hun gave als entrepreneurs of identity (Reicher & Hopkins, 2001, Reicher, Haslam & Hopkins, 2006); zij proberen strategisch te definie ren wat de inhoud is van nationale identiteit en wie zich tot deze groep mag rekenen om zo mensen te mobiliseren voor hun beleid. Er bestaan in een maatschappij echter meerdere versies van de nationale identiteit en politici concurreren en debatteren met elkaar om het publiek ervan te overtuigen welke versie van de nationale identiteit de juiste is. Een nieuw onderzoeksonderwerp binnen dit veld is leaders as agents of continuity (e.g. Van Knippenberg et al., 2008; Reicher, 2008). Om te zorgen dat hun invulling van nationale identiteit geloofwaardig is maken politici veelvuldig strategisch gebruik van het concept van collectieve continuı teit (Reicher, 2008); ze verwijzen herhaaldelijk naar het nationale verleden om te laten zien dat hun representatie van nationale identiteit heeft voortbestaan door de eeuwen heen en dus historisch verankerd is. Als entrepreneurs of identity zijn politici dus bij uitstek agents of continuity. In is er tot op heden nog weinig onderzoek gedaan naar het strategisch gebruik van historische invullingen van nationale identiteit en de mogelijke gevolgen die dit kan hebben voor attituden ten aanzien van de multiculturele samenleving. Een uitzondering is een zeer recent experimenteel onderzoek, onder autochtone se jongeren, waarin Smeekes, Verkuyten en Poppe (2011a) laten zien dat jongeren die zich niet sterk identifi- 170

ANOUK SMEEKES: Nationale identiteit, nationale geschiedenis en de acceptatie van nieuwkomers in ceren met negatiever worden over expressieve rechten voor moslims (e.g. dragen van een hoofddoek, bouwen van moskeee n) als ze daarvoor een feitelijke tekst hebben gelezen over de christelijke grondslagen van de se identiteit (in vergelijking met een controleconditie). Dezelfde studie laat zien dat dergelijke manipulaties van historische invullingen van de se identiteit geen verschil maken voor attituden ten aanzien van moslims voor jongeren die zich sterk identificeren met : zij zijn over het algemeen negatiever dan jongeren die zich niet sterk identificeren, behalve in de christelijke conditie. Deze resultaten vormen een eerste indicatie voor het zogenoemde mobilisatie-effect (Sniderman, Hagendoorn & Prior, 2004) van historische representaties van nationale identiteit in ; ook mensen die zich niet sterk verbonden voelen met de se identiteit kunnen negatiever worden over moslims als er een historisch christelijke representatie van nationale identiteit naar de voorgrond treedt. Invullingen van nationale geschiedenis kunnen echter ook gebruikt worden om acceptatie van etnische en religieuze minderheidsgroepen in het heden te rechtvaardigen (e.g. Sibley et al., 2008). Zoals blijkt uit de bovenstaande quote van Balkenende bestaat er in ook een representatie van de nationale geschiedenis als een van religieuze openheid en tolerantie. Een recent onderzoek in heeft aangetoond dat hoe meer autochtone ers denken dat van oorsprong religieus tolerant is, hoe positiever ze zijn over expressieve rechten voor moslims (Smeekes et al., 2011b). De belangrijkste bevinding van ditzelfde onderzoek is dat dit positieve effect van het hebben van een historisch tolerante invulling van de se identiteit (op houdingen ten aanzien van moslims) enkel opgaat voor autochtonen die zich sterk met identificeren. In lijn met de bevindingen van Smeekes et al. (2011a) laat dit onderzoek zien dat er geen inherente negatieve relatie bestaat tussen de mate van verbondenheid die autochtonen met voelen (i.e. nationale identificatie) en hun acceptatie van etnisch of religieuze minderheden, zoals moslims, maar dat deze relatie afhankelijk is van de historische inhoud die mensen gebruiken om hun nationale identiteit te definie ren. Zo zien we bijvoorbeeld ook dat sommige politici, zoals Wilders, de se traditie van tolerantie juist gebruiken om uitsluiting van moslims te rechtvaardigen. Volgens Wilders moet de se traditie van tolerantie en vrijheid beschermd worden tegen intolerante moslims die deze traditie ondermijnen (Staal & Stokmans, 2008). Naar de aanwezigheid en het gebruik van historische representaties van nationale identiteit en continuı teit en de effecten hiervan op hoe mensen denken over culturele en religieuze diversiteit is tot op heden in nog weinig sociaalwetenschappelijk onderzoek verricht. Interessante vragen voor migratiewetenschappers zijn bijvoorbeeld: Welke historische representaties maken autochtone ers positiever of negatiever over minderheidsgroepen? En: Hoe maken se politici strategisch gebruik van historische representaties en collectieve continuı teit om hun positie ten aanzien van de multiculturele samenleving te rechtvaardigen? Welke historische representaties kunnen mensen mobiliseren? Een andere relevante en verwante vraag voor migratiewetenschappers be- 171

treft de relatie tussen historische representaties en gevoelens van nationale verbondenheid en sociaal-culturele integratie onder etnische en religieuze minderheidsgroepen. In de se zoektocht naar verankering van de nationale identiteit wordt kennis van de se cultuur en geschiedenis vooral gebruikt om nieuwkomers te onderwijzen zodat zij beter kunnen integreren. Het is echter de vraag in hoeverre nieuwkomers zich kunnen identificeren met een versie van de se geschiedenis die bovenal het verleden van autochtone inwoners benadrukt en waarin voorbij wordt gegaan aan de geschiedenis en herinneringen van nieuwkomers (Ribbens, 2004). Toekomstig empirisch onderzoek vanuit het minderheidsperspectief zou bijvoorbeeld kunnen kijken in hoeverre de se canon deze groepen helpt om zich met verbonden te voelen en te integreren? Of naar welke historische representaties van nationale identiteit allochtonen een gevoel van verbondenheid met geven. Conclusie en discussie In deze bijdrage aan een waardig afscheid voor Migrantenstudies heb ik uiteengezet waarom de temporele dimensie van nationale identiteit relevant is voor toekomstig sociaalwetenschappelijk migratieonderzoek in. In het nog steeds actuele se debat over nationale identiteit en de multiculturele samenleving zien we een toenemende nadruk op historische wortels, continuı teit en overdracht van nationale waarden (Grever & Ribbens, 2007), met als doel nationaal besef, nationale cohesie en integratie te bevorderen. Toch heeft zowel s als internationaal sociaalwetenschappelijk onderzoek tot voor kort nog nauwelijks gekeken naar hoe nationale meerderheidsgroepen zich positioneren ten aanzien van het verleden, welke gevoelens dit oproept en de mogelijke gevolgen die dit kan hebben voor hoe zij kijken naar sociale veranderingen, zoals culturele diversiteit, in het heden. Ook is tot op heden in sociaalwetenschappelijk onderzoek onderbelicht gebleven welke representaties van de se identiteit en geschiedenis er zijn, hoe zij strategisch gebruikt kunnen worden door politici en in welke mate dit beı nvloedt hoe autochtone en allochtone ers naar de multiculturele samenleving kijken. Om de relatie tussen de temporele dimensie van nationale identiteit en hedendaagse houdingen ten aanzien van de multiculturele samenleving inzichtelijker te maken zou het voor toekomstig migratieonderzoek op dit gebied wenselijk zijn een interdisciplinaire aanpak toe te passen, waarin sociaalwetenschappelijke en historische theoriee n en bevindingen gecombineerd worden. Daarnaast is er in behoefte aan een grootschalige en representatieve datacollectie over deze dimensie van nationale identiteit, gezien er tot op heden in de se context over dit onderwerp enkel data verzameld is onder jongeren en studenten (e.g., Smeekes et al., 2011a, 2011b, Smeekes & Verkuyten, 2011a, 2011b; Grever & Ribbens, 2007). Gegeven de actualiteit en relevantie van dit onderwerp in de hedendaagse 172

ANOUK SMEEKES: Nationale identiteit, nationale geschiedenis en de acceptatie van nieuwkomers in se context is het jammer dat Migrantenstudies niet langer een platform kan bieden voor toekomstige studies op dit gebied. Noten * Anouk Smeekes is als promovenda verbonden aan ERCOMER aan de Universiteit Utrecht. Correspondentie: A.N.Smeekes@uu.nl Literatuur Anderson, B. (1983). Imagined communities. London: Verso. Bhabha, H. (Ed.) (1990). Nation and narration. London: Routledge. Grever, M. (2004). Visualisering en collectieve herinneringen: Volendams meisje als icoon van de nationale identiteit. Tijdschrift voor geschiedenis, 117(2), 207-229. Grever, M. (2006). Nationale identiteit en historisch besef: De risico s van een canon in de postmoderne samenleving. In M. Grever, E. Jonker, K. Ribbens, & S. Stuurman (Red.), Controverses rond de canon (pp. 29-58). Assen: Koninklijke Van Gorcum. Grever, M., Jonker, E., Ribbens, K., & Stuurman, S. (2006) Controverses rond de canon. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Grever, M., & Ribbens, K. (2007). Nationale identiteit en meervoudig verleden. Verkennende studies in opdracht van de WRR, Amsterdam: Amsterdam University Press. Hilton, D.J., Erb, H.P., McDermott, M., & Molian, D.J. (1996). Social representations of history and attitudes to European unification in Britain, France and Germany. In G. Breakwell & E. Lyons (Eds.), Changing European identities: Social psychological analyses of social change (pp. 275-295). Oxford: Butterworth-Heinemann. Hobsbawm, E., & Ranger, T. (1983). The invention of tradition. Cambridge: Cambridge University Press. Iyer, A., Jetten, J., & Tsivrikos, D. (2008). Torn between identities: Predictors of adjustment to identity. In F. Sani (Ed.), Self continuity: Individual and collective perspectives (pp. 187-198). Hove: Psychology Press. Jaspers, E., Van Londen, M., & Lubbers, M. (2009). Een longitudinale studie naar veranderende etnocentrische reacties in. Migrantenstudies, 18(2), 106-127. Jetten, J., & Hutchison, P. (2011). When groups have a lot to lose: Historical continuity enhances resistance to a merger. European Journal of Social Psychology, 44(3), 335-343. Koninklijke se Akademie van Wetenschappen (2011). De se wetenschapsagenda. Amsterdam: Amsterdam University Press. Landau, M., Greenberg, J., & Solomon, S. (2008). The never-ending story: A terror management perspective on the psychological function of self-continuity. In F. Sani (Ed.), Self continuity: Individual and collective perspectives (pp. 87-100). Hove: Psychology Press. Liu, J.H., & Hilton, D.J. (2005). How the past weighs on the present: Social representations of history and their role in identity politics. British Journal of Social Psychology, 44(4), 537-556. Liu, J.H., & Lászlo, J. (2007). A narrative theory of history and identity: Social identity, social representations, society and the individual. In G. Moloney, & I. Walker (Eds.) Social representations and identity: Content, process and power (pp. 85-107). London: Palgrave MacMillan. Lorenz, C. (1987). De constructie van het verleden. Een inleiding in de theorie van de geschiedenis. Amsterdam: Boom. Lowenthal, D. (1985). The past is a foreign country. Cambridge: Cambridge University Press. Lu bbe, H. (1977). Geschichtsbegriff und Geschichtsinteresse. Analytik und Pragmatik der Historie. Basel/Stuttgart: Schwabe. Meeus, J., Duriez, B., Vanbeselaere, N., & Boen, F. (2010). The role of national identity representation in the relation between in-group identification and out-group derogation: Ethnic versus civic representation. British Journal of Social Psychology, 49(2), 305-320. 173

Pehrson, S., Brown, R., & Zagefka, H. (2009). When does national identification lead to the rejection of immigrants? Cross-sectional and longitudinal evidence for the role of essentialist ingroup definitions. British Journal of Social Psychology, 48(1), 61-76. Reicher, S. (2008). Making a past fit for the future: The political and ontological dimensions of historical continuity. In F. Sani (Ed.), Self continuity: Individual and collective perspectives (pp. 145-158). Hove: Psychology Press. Reicher, S., Haslam, A., & Hopkins, N. (2006). Social identity and the dynamics of leadership: Leaders and followers as collaborative agents in the transformation of social reality. The Leadership Quarterly, 16(4), pp. 547-568. Reicher, S., & Hopkins, N. (2001). Self and nation. London: Sage. Ribbens, K. (2004) De vaderlandse canon voorbij? Een multiculturele historische cultuur in wording. Tijdschrift voor geschiedenis, 117(4), 500-521. Sani, F. (Ed.) (2008). Self continuity: Individual and collective perspectives. New York: Psychology Press. Sani, F., Bowe, M., & Herrera, M. (2008). Perceived collective continuity: Seeing groups as temporally enduring entities. In F. Sani (Ed.), Self continuity: Individual and collective perspectives (pp. 159-172). Hove: Psychology Press. Scheffer, P. (2000). Het multiculturele drama. In NRC Handelsblad, 29 januari 2000, p. 6. Sibley, C.G., Liu, J.H., Duckitt, J., & Khan, S.S. (2008). Social representations of history and the legitimation of social inequality: The form and function of historical negation. European Journal of Social Psychology, 38(3), 542-565. Sindic, D. (2008). National identities: Are they declining? Futurelab: UK Department for Children, Schools and Families Beyond Current Horizons Project. Available at: http:// www.beyondcurrenthorizons.org.uk/national-identities-are-they-declining/ [Retrieved on 10 August 2011]. Sindic, D. (2011). Psychological citizenship and national identity. Journal of Community and Applied Psychology, 21(3), 202-214. Smeekes, A., & Verkuyten, M. (2011a). Perceived collective continuity and attitudes towards social change (Working paper ERCOMER). Smeekes, A., & Verkuyten, M. (2011b). Determinants and consequences of collective continuity (Working paper ERCOMER). Smeekes, A., Verkuyten, M., & Poppe, E. (2011a). Mobilising opposition towards Muslim immigrants: National identification and the representation of national history, British Journal of Social Psychology, 50(2), 265-285. Smeekes, A., Verkuyten, M., & Poppe, E. (2011b). How the past affects the present: Historical tolerance and the acceptance of Muslim expressive rights. Manuscript under revision. Sniderman, P.M., & Hagendoorn, L. (2007). When ways of life collide: Multiculturalism and its discontents in the Netherlands. Princeton, NJ: Princeton University Press. Sniderman, P.M., & Hagendoorn, L., & Prior, M. (2004). Predisposing factors and situational triggers: exclusionary reactions to immigrant minorities. American Political Science Review, 98(1), 35-49. Spijkerboer, T. (2007). Zeker weten. Inburgering en de fundamenten van het se politieke bestel. Den Haag: Sdu. Staal, H., & Stokmans, D. (2008). We staan pas aan het begin van ons avontuur: Geert Wilders en zijn PVV na Fitna. In NRC Handelsblad, 24 mei 2008, p. 6. Stephan, W.G., & Stephan, C.W. (1993). Cognition and affect in stereotyping: Parallel interactive networks. In D.M. Mackie & D.L. Hamilton (Eds.), Affect, cognition, and stereotyping: Interactive processes in group perception (pp. 111-136). Orlando: Academic Press. Stephan, W.G., & Stephan, C.W. (1996). Predicting prejudice. International Journal of Intercultural Relations, 20(3-4), 409-426. Van Knippenberg, D., Van Knippenberg, B., & Bobbio, A. (2008). Leaders as agents of continuity: Self continuity and resistance to collective change. In F. Sani (Red.), Self continuity: Individual and collective perspectives (pp. 175-186). Hove: Psychology Press. Velasco González, K.V., Verkuyten, M., Weesie, J., & Poppe, E. (2008). Prejudice towards Muslims in the Netherlands: Testing integrated threat theory. British Journal of Social Psychology, 47(4), 667-685. 174

ANOUK SMEEKES: Nationale identiteit, nationale geschiedenis en de acceptatie van nieuwkomers in Verkuyten, M. (2009). Support for multiculturalism and minority rights: The role of national identification and out-group threat. Social Justice Research, 22(1), 31-52. Vignoles, V.L., & Moncaster, N.J. (2007). Identity motives and in-group favouritism: A new approach to individual differences in intergroup discrimination. British Journal of Social Psychology, 46(1), 91-113. Vignoles, V.L., Regalia, C., Manzi, C., Golledge, J., & Scabini, E. (2006). Beyond self-esteem: Influence of multiple motives on identity construction. Journal of Personality and Social Psychology, 90(2), 308-333. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2007). Identificatie met. Amsterdam: Amsterdam University Press. Wilterdink, N., & Zwaan, T. (1991). Nationalisme, natievorming en modernisering. Een slotbeschouwing. In T. Zwaan, N. Wilterdink, H. Kleijer & C. Ruson (red.), Het Europees labyrint. Nationalisme en natievorming in Europa (pp. 253-271). Amsterdam: Boom. 175