Naut. Natuur en techniek INFORMATIE VOORAF



Vergelijkbare documenten
Thema 4 Voortplanting

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 4

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 3

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 1-2

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

Bloemen en hun bezoekers

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 1-2

Lessuggesties voor groep 3 & 4

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten.

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Levenscyclus dieren vmbo-b12

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Weegbree. Suggesties ter voorbereiding

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op

Van eitje tot vlinder

Koolwitjes in de klas! (Groep 7 & 8)

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Aftekenlijst. Naam:

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Wist je dat?... Overwintering van vlinders. Vragen. De vlinder. De levenscyclus..

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Voortplanting bij planten

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 6, Winter

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Levenscyclus dieren vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Opdrachten behorende bij les 2. Anatomie van de honingbij

Baalderdienst Zondag 26 maart 2017

Lespakket over verantwoorde voeding voor mens, dier en milieu. Lerarenhandleiding Groep 7 & 8

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Benodigheden. Lesdoelen. Puberteit. Begrippen

Koolwitjes in de klas!

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

INSECTEN. werkboekje

Inspiratiemiddag W&T: De wereld van planten

Bijlage VMBO-GL en TL

Wie eet wie en wie eet wat?

Vraag 1. Waarom moet je goed voor de rupsen zorgen als je vlinders wilt hebben?

Leerlingenhandleiding

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Mentor Datum Groep Aantal lln

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Docentenhandleiding KIES VAARDIG! klas 1/2 VMBO-TL/HAVO/VWO

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Filmlinks. Voorbereiding op de lessen

Lessuggesties voor groep 1 & 2

Kortom, iedere gifkikker heeft zo zijn eigen middeltjes om te zorgen dat hij genoeg te eten krijgt, zonder zelf opgegeten te worden.

Inhoud Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Algemeen doel van de lescyclus...

PLANTEN VOORTPLANTING

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Opdrachten thema. Veluwe

ADHD en lessen sociale competentie

7.4: Naar het Natuurwetenschappelijk museum

Blauwe stenen leer je zo

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

8,7. Samenvatting door L. 580 woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie. hoofdstuk 1. biologie. is de leer van het leven

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

Alles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Kaart 15 Bollen en knollen

3 Hoogbegaafdheid op school

GROENTE & FRUIT LESPAKKET

Bloemen en hun bezoekers geneeskrachtige planten en smaakmakers

De lessen LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4

Ter voorbereiding. Lente 2 De Groene Kracht januari 2017

Drie nieuwe methodes van Malmberg Een kennismaking in de vorm van een lesidee

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep 5-6

Tafel met laatje en stoel Etui en papieren op tafel, evt. speelgoed/mooi blaadje o.i.d. Schilderstape Lege dozen Lege jerrycan o.i.d.

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Leskist THEMA-handleiding Een weekend in de provincie Utrecht Groep 5 en 6

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

De lente! Werkboekje leeftijd: 10+

Lente. groep 3, 4 en 5

De grond waarop wij wonen

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Voorbereiding post 5. Mmm... lekker snoepen! Groep 7-8

Lesbrief Vlinderkids 1

QUIZ: HOE KOM IK DE WINTER DOOR????

HIERIN VINDT U DE OPBOUW VAN HET PROGRAMMA EN DE GANG VAN ZAKEN IN DE PRAKTIJK

Buitenles THEMA-handleiding Ribbeltje is zijn geheugen kwijt Groep 3 en 4

Transcriptie:

8 Naut Natuur en techniek INFORMATIE VOORAF

Naut in het kort Naut bestaat uit maximaal 25 lessen, inclusief toets en themaverhaal. Alle benodigde kennis, zoals aangegeven in de kerndoelen, komt in de lessen aan bod. De 25 lessen zijn inclusief vijf toetsen. De lestijd laat ruimte voor het (voor)lezen van de verhalen die bij het thema horen. Deze verhalen bieden de inhoud van de les in een functionele context nog een keer aan. Stappenstructuur Voor groep 8 t/m 8 bestaat iedere les uit 4 stappen in het lesboek en 4 stappen in het werkboek. Door de lessen in stappen te verdelen ontstaat er een duidelijk ordening van de lesstof. Ieder stap beslaat precies één pagina in het lesboek en één pagina in het werkboek. Kinderen raken snel vertrouwd met deze structuur en kunnen de antwoorden op de vragen altijd op één pagina terug vinden. Dit bevordert het zelfvertrouwen. Iedere les wordt afgesloten met Dit weet ik nu. Zo kunnen de leerlingen controleren of ze de lesstof begrepen hebben. Zelfstandig werken of klassikaal instructie krijgen In Naut kan iedere les, indien gewenst, zelfstandig verwerkt worden. De leerling wordt in stappen van lesboek naar werkboek geleid, en weer terug. U hebt de mogelijkheid om de les zelfstandig door kinderen te laten doorlopen. De heldere stappenstructuur maakt het mogelijk de lesstof zo aan te bieden dat dit gefaseerd kan worden opgebouwd. Momenten van zelfstandig werken per stap kunnen worden uitgebouwd naar helemaal zelfstandig werken met een volledige les. Iedere les biedt heldere instructiemogelijkheden voor u als leerkracht. In de handleiding van Naut staan hier suggesties voor. U bepaalt zelf welke les, of onderdelen uit de les, u wilt ondersteunen door middel van instructie. De handleiding bestaat uit afbeeldingen van lesboek en werkboek met daaromheen aanwijzingen voor u als leerkracht. Bakkaarten: verschillende leerstijlen en samenwerkend leren Bij iedere jaargroep van Naut zijn bakkaarten ontwikkeld. Dit kan additioneel gebruikt worden. De bakkaarten van het vak natuur & techniek vertrekken vanuit het thema waar de kinderen aan werken of aan gewerkt hebben. Vanuit het vakgebied natuur & techniek wordt in veel gevallen een relatie gelegd met een van de andere zaakvakken; aardrijkskunde of geschiedenis. Zo leren kinderen dat deze vakken met elkaar verbonden zijn. Bij deze proefles worden twee bakkaarten geleverd. Begrippen Natuur & techniek draait om het verwerven van inzicht. Inzicht kun je alleen verwerven op basis van kennis. Een leerling moet eerst iets weten voor hij het proces kan begrijpen. De feiten zijn een middel om tot een inzicht te komen. In elk thema worden tien begrippen aangeleerd. De totale reeks van begrippen geeft een goede doorsnede van het kennisdomein natuur & techniek. Alle begrippen die de leerlingen zich eigen moeten maken in de methode Naut, hebben een duidelijke plaats in de lesstof. Per thema staan naast de openingsplaat alle begrippen die in het thema aan de orde komen. U kunt deze begrippen even kort doornemen, voorkennis inventariseren en ze toelichten. Alle begrippen worden, als zij voor het eerst in de lesstof aan de orde komen, vet gedrukt en uitgelegd. In stap 2 van les 4 staan alle begrippen nog een keer met uitleg genoemd. In het register achter in het lesboek Naut groep 8 Proeflessensyllabus Naut in het kort

zijn de begrippen ook nog eens in alfabetische volgorde opgenomen. Hier staat ook de verwijzing naar de plek waar ze in het lesboek in de context terugkomen en naar de begrippenpagina staan. Het aantal begrippe is beperkt tot 10 penr thema. Dat zijn 50 begrippen in een leerjaar. Omdat het erom gaat dat leerlingen de begrippen echt begrijpen en kunnen hanteren, is het aantal begrippen beperkt tot deze 50 in totaal. Om die reden is ook niet gekozen voor algemene definities. De begrippen maken in heldere taal duidelijk waar het om gaat. Samenhang: Meander, Naut en Brandaan Naut is een opzichzelfstaande methode voor natuur & techniek, maar bijzonder is dat de methode ontwikkeld is in samenhang met de methodes Brandaan voor geschiedenis en Meander aardrijkskunde. Die samenhang is op de volgende wijze vormgegeven: Elke methode heeft dezelfde opbouw en structuur. Elke methode hanteert dezelfde didactiek. Elke methode is gekoppeld aan een karakter. De karakters zijn in een verhaallijn met elkaar verweven. In het begin- en slotverhaal van iedere jaargroep ontmoeten de drie karakters elkaar. In de bakkaarten worden vanuit de vakken relaties gelegd met de andere vakgebieden. De materialen zijn voor elke methode gelijk. Voor groep 3 en 4 is er één Leer-doeboek dat bij alle drie de methodes hoort. Inhoudelijke en didactische keuzes Opbouw van het les- en werkboek Naut is een thematisch-concentrische methode met een lesboek en een werkboek. Elk leerjaar is opgedeeld in vijf thema s. Na twee jaar herhalen de thema s zich. Elk thema is opgebouwd uit vier lessen. Basisles 1 Deze les begint altijd met een thema-opening die bestaat uit een indrukwekkende openingsfoto of illustratie. Deze plaat maakt kinderen enthousiast voor het thema en daagt hen uit er meer over te willen weten. Er wordt aandacht besteed aan begrippen die in het thema aan de orde gaan komen. De les telt vier stappen, zowel in het lesboek als in het werkboek. In stap 4 wordt de les afgerond met een samenvatting: Dit weet ik nu. Leerlingen kunnen zo controleren of ze de inhoud van de les goed begrepen hebben. Basisles 2 en 3 Deze lessen hebben geen thema-opening en zijn verder identiek aan les 1. Basisles 4 Les 4 is net als de lessen 1 t/m 3 opgebouwd uit vier stappen. Stap 1 en 2 herhalen de stof; stap 3 en 4 bieden verdieping en verrijking aan. Stap 1 is een samenvatting van de voorafgaande drie lessen, in de vorm van een strip. De Naut groep 8 Proeflessensyllabus Naut in het kort

informatie die telkens te lezen is in Dit weet ik nu wordt voor de kinderen op deze manier ondersteund door beeld. Dit is met name voor taalzwakke kinderen een goede ondersteuning en helpt hen de lesstof beter te onthouden. Stap 2 bestaat uit een geïllustreerde begrippenlijst waarin de aangeboden begrippen, met uitleg, nog eens op een rijtje zijn gezet. Stap 3 en 4 zijn vormgegeven als een tijdschrift en geven extra informatie over het onderwerp of voegen er iets aan toe. Deze informatie wordt niet in de toets teruggevraagd. Naut groep 8 Proeflessensyllabus Naut in het kort

8 Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4

Thema 4 Voortplanting Omschrijving thema Dit thema gaat over de voortplanting bij planten, bij mensen en bij dieren die een metamorfose doormaken. Bij planten ligt de nadruk op de relaties tussen planten en dieren bij de voortplanting. Bij mensen en dieren op de levenscyclus en de verschillende fasen die daarin zijn. Achtergrondinformatie bij het thema Planten Planten kunnen niet op zoek gaan naar een partner. Ze kunnen evenmin op zoek gaan naar de beste plaatsen om hun zaden in de grond te stoppen. Toch overleven planten. Dat doen ze door allerlei slimmigheden, zoals de samenwerking met dieren. Bij de voortplanting is er bestuiving nodig. Hierbij moet stuifmeel, afkomstig van de ene bloem, terechtkomen op de stamper van een andere bloem van dezelfde soort. Veel bomen, grassen en bijvoorbeeld maïs, gebruiken hiervoor de wind. Deze planten maken heel erg veel stuifmeel op meeldraden die buiten de bloem hangen. De wind neemt het stuifmeel mee en strijkt hierbij langs andere bloemen. Dit is een onnauwkeurige methode, waarbij veel stuifmeel letterlijk vervliegt. Andere planten lokken dieren voor de bestuiving. Dit zijn vaak insecten, maar ook vogels of vleermuizen. De bloemen van deze planten zijn aangepast aan het soort dier dat ze lokken. Bijen en vlinders komen op felle kleuren af en op zoete geuren. De vlinderstruik is een goed voorbeeld: hij ruikt heerlijk zoet en heeft veel kleine, relatief diepe bloemetjes waarin vlinders hun lange tong kunnen steken. Bloemen die door vliegen worden bestoven, stinken (voor onze neuzen) omdat vliegen worden aangetrokken door afval en aas. Wanneer de zaden zijn gevormd, moeten die worden verspreid. Ook hierbij is de wind vaak van belang. In de lente zijn de grachten vaak bedekt met een hele laag iepenzaden: witte dunne rondjes met een zaadje in het midden. Andere planten hebben springzaden, zoals de ooievaarsbek en de doperwt: als de zaden rijp zijn, springt de peul met zo n kracht open dat de zaden eruit vliegen. Er zijn ook planten die hun zaden door dieren laten verspreiden. De dieren kunnen hierbij als nietsvermoedende drager dienen doordat zaden in hun vacht blijven hangen. Brandnetelzaden zijn hiervan een goed voorbeeld. Andere zaden worden door dieren verzameld, omdat ze eetbaar zijn (nootachtige zaden) of ze worden gegeten, omdat er een lekkere vrucht omheen zit. De zaden verlaten dan het dier via de ontlasting en komen overal terecht waar het dier loopt of vliegt. Planten hebben een noodscenario om zich voort te planten. Ze kunnen dit ook ongeslachtelijk. Bollen en knollen bevatten reservevoedsel voor de winter, maar kunnen ook nieuwe planten voortbrengen. Het verschil tussen een bol (ui, knoflook, tulp, sneeuwklokje enzovoort) en een knol (aardappel, radijs, koolraap, suikerbiet) is dat de eerste bestaat uit verdikte bladeren en de tweede uit een verdikte stengel of worteldelen. De mens Mensen veranderen gedurende hun levenscyclus niet heel veel. Je herkent een baby ook al als een mens. Toch vindt er een belangrijke verandering plaats in de puberteit. De mens gaat van zijn kindfase, waarin de nadruk ligt op groeien en leren, naar de volwassen fase. Daarin kan hij zich voortplanten en voor zichzelf zorgen. De puberteit begint officieel als de geslachtscellen rijp worden. Meisjes worden ongesteld, hun borsten beginnen te groeien en ze krijgen haren onder hun oksels en in de geslachtsstreek. Jongens krijgen zaadlozingen, hun stem wordt lager en hun lichaamshaar groeit. Biologisch gezien zijn mensen, net als dieren en planten, volwassen als ze zich kunnen voortplanten, dus aan het begin van de puberteit. In de westerse wereld worden mensen eerst biologisch volwassen en een aantal jaren later officieel. In de tussentijd zoekt de puber zijn plaats in de wereld. Door onder andere de verbeterde gezondheidszorg en voeding, duurt de laatste levensfase steeds langer. Bij vrouwen begint de laatste levensfase biologisch gezien na de menopauze. Alle kraakbeen is omgezet in bot, cellen delen zich minder snel. Het lichaam krijgt vaker te maken met mankementen. Metamorfose Niet bij alle dieren lijkt de kindfase op de volwassen fase. Wanneer kind en volwassene helemaal niet op elkaar lijken, zoals een rups en een vlinder, spreken we van metamorfose. Metamorfose heeft bij insecten een heel praktische functie. Als larve (de kindfase) moet het insect vooral eten en groeien. Omdat volwassen insecten een uitwendig skelet hebben is groeien lastig. Een larve zoals een rups of een made heeft een veel zachtere buitenkant, zonder uit steeksels als poten en voelsprieten. Daardoor is het veel eenvoudiger om tijdens de groei te vervellen. Tussen larve en volwassene maken veel insecten een popstadium door. De larve spint zich in een cocon en binnen die cocon wordt het larvelichaam afgebroken en een volwassen insect opgebouwd. Het volwassen dier is geschikt voor de voortplanting: het moet een partner kunnen zoeken en bevruchten/eitjes leggen. Daarom kunnen de meeste volwassen insecten vliegen. De fase van pop zou je kunnen vergelijken met de puberteit van mensen. De verandering is nog ingrijpender, maar de natuur zorgt ervoor dat een volwassen insect meteen klaar is voor zijn volwassen taken. 36 Dit is een kopie van: handleiding, pagina 36 Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding 1

Niet alleen insecten maken een metamorfose door. Ook vissen (denk aan de glasaalpaling) en amfibieën kennen een kindfase die niets lijkt op het volwassen dier. Amfibieën veranderen van waterdieren met kieuwen in landdieren met longen. Relatie met de kerndoelen Dit thema heeft een relatie met kerndoel 41 en 34. Kerndoel 41: de leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. Kerndoel 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. Extra activiteiten les 1 Inhoud Deze les gaat over voortplanting bij planten en sluit aan bij thema 4 uit jaargroep 6. De nadruk in deze les ligt op de samenwerking tussen planten en dieren bij de voortplanting van planten. Lesdoelen De kinderen: kunnen drie verschillende manieren noemen waarop planten hun zaad verspreiden; kunnen uitleggen wat er bij de bestuiving van planten gebeurt; kunnen een bol en een knol onderscheiden; kunnen bij een doorsnede van een bol aanwijzen dat deze uit verdikte bladeren bestaat. Tips met betrekking tot de begrippen Bestuiving en bevruchting komen bij planten ongeveer overeen. Het is handig dat even te benadrukken. Het onderscheid tussen een bol en een knol is het gemakkelijkst duidelijk te maken door beide te laten zien en door te snijden. Extra Neem diverse zaden mee (eikels, kastanjes, maar ook doppinda s, vruchtenpitten en zaaizaad) en laat de kinderen deze onderzoeken. Wijs op de kiem (goed te zien bij een doppinda), de bescherming en het reservevoedsel. Probeer de zaden te laten kiemen. Dit gaat ook gemakkelijk met speciale pakketjes van kiemzaden van bijvoorbeeld sojabonen en alfalfa. Doe het op een wattenlaagje zodat de kinderen het kiemproces kunnen zien en beschrijven. Leg flora s en bomenboeken neer. Laat de kinderen opzoeken hoe verschillende bomen bloeien en hoe de zaden eruitzien. Kun je daaraan zien hoe de bestuiving gaat en hoe de vruchten worden verspreid? Ga afhankelijk van het seizoen in het veld kijken hoe planten bloeien en welke planten zaden hebben. Na het struinen kunt u de kinderen het zand uit hun schoenprofiel in een bakje laten doen en vochtig laten houden: vaak komen er allerlei plantjes uit meegedragen zaden. Neem diverse bollen (ui, diverse bloemknollen) en knollen (aardappel, radijs, meiknol) mee. Laat de kinderen deze bekijken en overlangs doorsnijden. Waar lopen ze uit? Wat zijn de verschillen tussen bol en knol? Drama: verdeel de rollen van de dieren onder de bomen van stap 1. Laat elk kind uitzoeken hoe zijn dier leeft en wat het eet. Begin met een tableau, zoals op de afbeelding te zien is, en laat de Vlaamse gaai spreken. De andere dieren reageren. De eik mag ook zijn zegje doen. Heeft de Vlaamse gaai gelijk met zijn gepoch: Mijn boom... mijn werk? Als jij een boom plant, is het dan jouw boom? 37 Dit is een kopie van: handleiding, pagina 37 Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding 2

Thema 4 Voortplanting Extra activiteiten les 2 Inhoud In deze les gaat het over de levensfasen van de mens. De nadruk ligt op de puberteit. De les leent zich heel goed voor reflectie op de eigen ontwikkeling. Lesdoelen De kinderen: kunnen de verschillende levensfasen van een mens in de goede volgorde noemen; kunnen vertellen wat er in de pubertijd met het lichaam gebeurt; kunnen aangeven wanneer je officieel volwassen bent en wanneer je biologisch volwassen bent; kunnen uitleggen waarom baby s niet op hun hoofd moeten vallen en oude mensen rimpels krijgen. Tips met betrekking tot de begrippen Het begrip geslachtsrijp kan wel tot enig gegiechel leiden. Zeg dat het betekent dat je je kunt voortplanten. Bepaal zelf hoeveel u daarbij betrekt (ongesteldheid, zaadlozing). Extra Laat de kinderen voor de les foto s van zichzelf als baby, kleuter en schoolkind meenemen. Ze kijken in groepjes naar de veranderingen. (U kunt zelf ook foto s meenemen.) Variatie: Laat de kinderen de juiste babyfoto bij het juiste kind zoeken. De kinderen leven zich in hun kleuterfoto in en maken een stelopdracht over die tijd. Welke dingen waren belangrijk? Waarvan droomden ze? Welke geuren/geluiden hoorden erbij? Laat ze vervolgens een klein voorval beschrijven. Discussieer over de stelling: Het zou goed zijn om een ritueel te houden als je van kind een volwassene wordt. Laat de kinderen eerst argumenten voor en tegen een ritueel bedenken. Vervolgens bedenken ze zo n overgangsritueel (eventueel jongens en meisjes apart). Hoe zou dat eruit moeten zien? Wanneer mag je meedoen? Moet je het geheimhouden voor jongere kinderen en hoe doe je dat? Laat de kinderen vragen bedenken over ouderdom. Maak er in overleg één goede enquête van. Laat die enquête afnemen bij ouderen in de thuissituatie van de kinderen. Maak een afspraak met de (school)tandarts. Laat hem of haar vertellen over gebitten en hoe je ervoor zorgt je tanden en kiezen te houden. 38 Dit is een kopie van: handleiding, pagina 38 Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding

Extra activiteiten les 3 Inhoud In deze les gaat het over dieren die een volledige gedaanteverwisseling (metamorfose) doormaken. Voorbeelden zijn vliegen, vlinders en kikkers. Ter vergelijking gaat de laatste stap over sprinkhanen, die geen metamorfose kennen. Lesdoelen De kinderen: kunnen de ontwikkelingsstadia van een vlieg, een vlinder, kikker en sprinkhaan herkennen en benoemen; kunnen vertellen wat er in een pop gebeurt; kunnen een aantal voorbeelden geven van dieren die gedurende hun levenscyclus een volledige gedaanteverwisseling doormaken. Tips met betrekking tot de begrippen Wanneer u denkt dat de kinderen metamorfose een moeilijk woord vinden, vertel dan dat een metamorfose een totale make-over is. Het begrip make-over kennen ze van internet en televisie. Bij alle dieren die een metamorfose doormaken, heet de kindfase larve. Extra Het is eenvoudig om aan larven te komen. Koop maden en muggenlarven (levende) bij een viswinkel en stop ze in een goed afgesloten potje. Laat ze uitkomen en bestudeer het proces. Laat de kinderen de larven met een loep bekijken. Ze tekenen wat ze zien. Leg ook boeken over insecten neer, zodat ze die ook kunnen raadplegen. Bij de Vlinderstichting is van alles te vinden over vlinders en hun metamorfose. Leg boeken over vlinders neer. Zoek in die boeken en/of op internet naar vlinders en hun rupsen. Laat de kinderen uitzoeken waarvan de rupsen leven en van welke bloemen de vlinders drinken. Leg boeken over amfibieën in de klas. Laat de kinderen een amfibieënverblijfplaats ontwerpen en eventueel inrichten. Deze moet water en land bevatten. In het seizoen kunt u dikkopjes vangen en erin uitzetten. Informeer anders bij een goede dierenwinkel. Zoek op internet naar recente artikelen over sprinkhanenplagen. Laat de kinderen daaruit een sprinkhanenalarm of een muurkrant samenstellen. Sprinkhanen zijn bij een aantal dierenwinkels ook te koop (als voer voor hagedissen en slangen). Als voorbeeld kunt u er dus een aantal in de klas halen. Zorg dat ze voldoende voedsel hebben. 39 Dit is een kopie van: handleiding, pagina 39 Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding

Thema 4 Voortplanting Extra activiteiten les 4 Inhoud In deze les wordt de belangrijkste informatie van dit thema nog eens samengevat en worden de begrippen herhaald. Stap 3 gaat over honingbijen en stap 4 over het steeds ouder worden van mensen (in Nederland). Lesdoelen De kinderen: toetsen hun kennis m.b.t de begrippen; kunnen uitleggen waarom honingbijen bloemen bestuiven; kunnen drie redenen noemen waarom mensen gemiddeld steeds ouder worden. Tips ter voorbereiding Leg boeken neer over honingbijen. Zorg dat de kinderen eenvoudig aan gegevens over medische uitvindingen kunnen komen en aan historische demografische gegevens. Extra Zorg voor een bos bloemen, liefst veldbloemen, en een pot honing. Met een loep kunnen de kinderen in de bloemen naar stuifmeel en nectarklieren zoeken. Laat hen de honing proeven. Met een UV-lamp kunt u laten zien dat de bloemen vaak speciale UV-patronen hebben om bijen aan te trekken. Bijen kunnen geen rood zien en hebben een voorkeur voor blauw en ultraviolet. Nodig een imker uit om over zijn werk te vertellen. Bereid vragen voor met de kinderen. Over honingbijen is veel te vertellen en de kinderen kunnen er allerlei informatie over zoeken. Zorg voor diverse boeken over dit onderwerp. Maak groepjes en deel onderzoeksvragen uit, zoals: Zijn bijen gevaarlijk? Waar komen bijen voor? Wat gebeurt er als de koningin doodgaat? Enzovoort. Laat de kinderen uitzoeken wanneer belangrijke medische ontdekkingen werden gedaan. Zet de medische ontdekkingen op een tijdbalk. De andere groepjes bestuderen hoe lang de gemiddelde levensduur was vanaf 1800 tot nu. Zorg zelf voor deze informatie of kijk of deze te vinden is in de atlassen die u op school gebruikt. De kinderen zetten de gemiddelde levensduur op dezelfde tijdbalk. In ontwikkelingslanden is de gemiddelde levensduur veel lager dan bij ons. Laat de kinderen een discussie voeren over haalbare maatregelen om dit te verbeteren. Daarna schrijven ze een voorstel. Kies een specifiek ontwikkelingsland of laat de kinderen een voorstel schrijven voor ontwikkelingslanden in het algemeen. 40 Dit is een kopie van: handleiding, pagina 40 Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding