Hoe omgaan met de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed in stedenbouwkundige dossiers? Een Bierbeeks engagement.



Vergelijkbare documenten
ERFGOED IN MIJN STRAAT

STEDELIJK REGLEMENT VOOR HET VERLENEN VAN SUBSIDIE VOOR HET RESTAUREREN VAN GEBOUWEN MET ERFGOEDWAARDE

Kioskplein en directeursvilla met park BERINGEN

Subsidiereglement voor onderhoudswerken aan waardevolle gebouwen en gevels

ERFGOED IN MIJN STRAAT. Over de inventaris van het bouwkundig erfgoed

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

VAREND ERFGOED IN VLAANDEREN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be

HUISHOUDELIJK REGLEMENT MILIEURAAD (goedgekeurd gemeenteraad 10 juni 2013)

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening van de gemeente Jabbeke. Huishoudelijk reglement

NOTA RELEVANTE BEPALINGEN VOOR DE VASTGOEDMAKELAAR UIT HET ONROEREND ERFGOEDDECREET VAN 12 JULI 2013

STATUTEN CULTUURRAAD

Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

GEMEENTE DE PINTE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

Vaststelling inventaris bouwkundig erfgoed provincie Limburg VAREND ERFGOED IN VLAADEREN. onroerenderfgoed.be

Gewijzigde regelgeving voor lokale besturen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het kerntakenplan Onroerend Erfgoed

OP VERKENNING IN HET VLAAMS PARLEMENT

Omzendbrief W/2014/01

De commissie vergadert na bijeenroeping door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, de ondervoorzitter.

Criteria funerair erfgoed. Gemeente Winsum. Inleiding Beleidskader Juridisch kader Criteria Afbakening Werkwijze...

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

SARO. Advies van 27 januari 2010 over het besluit onroerend erfgoedtoets en het besluit dossier stedenbouwkundige vergunning

Infomoment eigenaars inventarispanden

STATUTEN RAAD VOOR TOERISME

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DE PINTE

Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) Gemeente Moorslede. STATUTEN

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

3) onderzoek verrichten naar de culturele behoeften in het werkingsgebied en documentatie en informatie verzamelen over het cultureel leven;

MONUMENTENZORG AANVRAAG

Fiche analyse statuut cultuurgoed in monumenten die beschermd werden voor 2013

Gemeente: Leuven, 1ste afdeling, sectie A - 2de afdeling, sectie B - 4de afdeling, sectie D - Sde afdeling, sectie F.

Statuten jeugdraad Glabbeek

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

MIJN HUIS IS ERFGOED?

Afdeling 3 Samenstelling van de Verkeerscommissie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Objectnummer: 4.01/44021/ dossiernummer: 4.001/44021/ Omschrijving:

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

Leidraad voor het schrijven van een beheersplan voor onroerend erfgoed.

gemeente Koksijde 10/06/2008 VLM Brugge

Bescherming bouwhistorie monumenten 2e groep

GEMEENTERAAD - BESLUIT

GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (GROS) STATUTEN

SERV_ADV_ _erfgoedtoets. Advies. Onroerenderfgoedtoets. 20 januari 2010

Fiche analyse statuut cultuurgoed in monumenten die beschermd werden voor 2013

Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten

Vlaams beleid omtrent het beheer van funerair erfgoed

Inhoudstafel INLEIDING...2

1. In historisch perspectief

Huishoudelijk Reglement GECORO Middelkerke

Instelling. Onderwerp. Datum

Er zijn 2 roerende goederen die worden beschouwd cultuurgoederen, nl.:

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD

ADVIES. 10 maart 2014

Statuten cultureel adviesorgaan Sint-Laureins

FORMULIER PREADVIES/ VOORBESPREKING

MONUMENTENZORG TYPE 1 : STRAATGEVELS

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur

Stedenbouwkundige inlichtingen

Beheersplan beschermd dorpsgezicht Zomergem

MOTIVERING Context, relevante voorgeschiedenis en fasen Juridische grond Argumentatie BESLUIT Juridische grond

Seniorenadviesraad Galmaarden


HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Provincie LIMBURG Arrondissement TONGEREN NIS: 73109

Kaderdecreet Onroerend Erfgoed: enkele aandachtspunten voor lokale besturen

Huishoudelijk reglement gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur

Voor de eeuwigheid? Bewaren en niet bewaren van roerend religieus erfgoed. CRKC Expertenforum. Religieus erfgoed in situ: voordelen en beperkingen

Huishoudelijk Reglement Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

Inspreekreactie Eilandraad Marken Raadsvergadering 5 september 2013 m.b.t. agendapunt bespreken verslag Langs de kernen d.d.

Afsprakenkader kwaliteitsvereisten bij restauratieprojecten met betrekking tot onroerend erfgoed

REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE MILIEUADVIESRAAD VAN DE GEMEENTE GLABBEEK Aangepaste versie

Huishoudelijk reglement van de adviesraden

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2016

Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013

Art.1: Doelstelling van de Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid

Huishoudelijk reglement

Gemeenteraad van 21 november 2017 Toelichting bij de agenda

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN 24 februari 2005

Inventarisatieformulier Stads- en dorpsgezichten gemeente Weert Gebied XI Kroonstraat e.o.

STATUTEN INTERGEMEENTELIJKE ONROEREND ERFGOED ADVIESRAAD ERFGOED NOORDERKEMPEN

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

De Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid

BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG (INCLUSIEF HUISHOUDELIJK REGLEMENT)

college van burgemeester en schepenen Zitting van 22 april 2016

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG & ONDERWIJS GEMEENTE KORTENAKEN

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

college van burgemeester en schepenen Zitting van 11 maart 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 december 2016

Centrumplan Hart voor Valkenburg

Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden. Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013.

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het mini$terieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van twee geënte bruine beuken in Wetteren

Transcriptie:

Hoe omgaan met de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed in stedenbouwkundige dossiers? Een Bierbeeks engagement. Document, gerealiseerd en goedgekeurd door de Gemeentelijke Erfgoedraad in zitting van 20 mei 2014. 1

Totstandkoming van het document. Sinds de goedkeuring van de statuten van de Gemeentelijke Erfgoedraad (GER) in Bierbeek, waarbij de adviesfunctie van de GER in artikel 2 werd goedgekeurd door de gemeenteraad, werden talrijke bouwdossiers van beschermd erfgoed en van de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed voorgelegd aan de GER. Het advies vanuit de GER wordt daarbij steeds toegevoegd als onderdeel van het advies aan de vergunningverlenende overheid of in geval van een machtigingsdossier dat verplicht moet voorgelegd worden aan het agentschap Onroerend Erfgoed- als onderdeel van het advies van de gemeente. Het kon niet ontkend worden dat er een spanningsveld was ontstaan tussen beslissingen van het agentschap Onroerend Erfgoed en de uitgebrachte adviezen van de GER meestal overgenomen door het College van Burgemeester en Schepenen- die vaak diametraal tegenover elkaar stonden. Dit spanningsveld werd ook voelbaar binnen de GER zelf, en leidde tot een belangrijk agendapunt op de GER van 20 november 2012, onder de titel Voorstel toekomstige manier van aanpak stedenbouwkundige dossiers en werken met inventaris. Het oorspronkelijke voorstel dat gedaan werd in de GER van 20 november 2012 was om vanuit de inventaris van Lovenjoel te werken met verschillende categorieën en op basis van deze categorieën een andere procedure te volgen (bv. klasseren, bewaren van elementen, ). Dergelijke opdeling van items, zo werd verwacht, zou kunnen resulteren in een objectievere behandelwijze van stedenbouwkundige dossiers. Om dit te realiseren werd een werkgroep opgericht, waarin de Schepen van Ruimtelijke Ordening, de Schepen van Cultuur, het hoofd van de dienst Stedebouw van de gemeente en drie vrijwilligers van de GER samen nadachten over dit thema. De werkgroep is driemaal samengekomen. 1. In de eerste werkgroepvergadering werden de bouwkundige items van gans Bierbeek opgelijst volgens hun juridisch statuut: beschermd monument, beschermd stads- en dorpsgezicht, vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed. Een eerste voorstel werd gedaan om te onderzoeken of het mogelijk zou zijn de zogenaamde erfgoedwaarden (artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde volgens art. 2 van het decreet van 1976) van een bouwkundig item met juridisch statuut te verbinden met een bepaalde vorm van beheer. M.a.w. is een item dat bijvoorbeeld beschermd is omwille van zijn volkskundige waarde anders te beheren dan een item dat beschermd is omwille van zijn artistieke waarde? En kunnen we items met dezelfde waardecategorie op eenzelfde manier benaderen? 2. In de tweede werkgroepvergadering werd het (ontgoochelend) resultaat van deze denkoefening gepresenteerd. Ten eerste bleek dat nergens in de regelgeving ook maar een definitie van de opgesomde waarden te vinden was, of ook maar enige bronverwijzing waaruit geput werd om deze waarden te definiëren. Ten tweede bleek dat gelijkaardige items beschermd waren omwille van verschillende waarden, zonder dat duidelijk was waarom dit zo was. Ten derde bleek dat de inventaris bouwkundig erfgoed geen waarden toewijst aan de bouwkundige items, hoewel dat toch de 2

selectiebasis vormt van de inventaris. Het veelbelovende voorstel werd daarom snel opgeborgen. Uit deze tweede werkgroepvergadering was toch één zaak frappant duidelijk geworden: de traditionele behoudsfilosofie moest doorbroken worden om vooruitgang te kunnen boeken. 3. In de derde werkgroepvergadering werd het voorstel gedaan om terug te gaan naar de fundamentele vragen wat is een monument? en wat is erfgoed?. Met andere woorden, de werkgroep dook het verre verleden in om een toekomst voor ons erfgoed mogelijk te maken in de hoop zo een eigen Bierbeekse visie te ontwikkelen die hanteerbaar is in adviesverlening. De doorbraak lag in een etymologische benadering. Op de GER van 19 februari 2013 werden de krachtlijnen van het Bierbeeks engagement voorgesteld aan de GER. Kernwoorden hierin zijn herinnering, het doorgeven aan de volgende generatie, de kracht van de ontdekking en de meerlagigheid. De krachtlijnen werden positief ontvangen door de vergadering. De werkgroep kreeg de opdracht van de GER mee om de krachtlijnen te verwoorden in een visiedocument. Het visiedocument werd op 20 mei 2014 voorgelegd aan de GER ter amendering en goedkeuring. De toen gemaakte opmerkingen werden opgenomen in deze eindversie. Hoe omgaan met de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed. Een Bierbeeks engagement wordt aangeboden aan het College van Burgemeester en Schepenen in functie van verdere politieke besluitvorming. 3

1.De theoretische basis. 1.1. De notie van herinnering Het woord monument is afkomstig van het Latijn monere, herinneren aan. Een monument is dus in wezen in zijn intrinsieke betekenis- een werk dat herinnert aan iets. In een inventaris van bouwkundig erfgoed is het in wezen een gebouw dat herinnert aan een bepaald tijdsgewricht, een bepaalde stijl, een architect, de bewoners of gebruikers van een gebouw. Hoe ouder het gebouw is, des te meer herinneringen er aan vast hangen, die niet allemaal tot uiting hoeven te komen in het gebouw zelf. Elke bewoner, elke eigenaar kan wijzigingen aanbrengen die de weerslag zijn van zijn smaak, van de mode, van zijn omgaan met het gebouw. Hoe meer herinneringen er materieel in het gebouw zijn opgenomen, hoe rijker het gebouw wordt. Hieraan wordt de notie van meerlagigheid gekoppeld: een gebouw dat in theorie gaaf of intact tot ons is gekomen, heeft één tijdslaag die materieel in het gebouw is opgenomen, het herinnert in al zijn volheid aan zijn ontstaansperiode. Omgekeerd is het verrijkend om in gebouwen originele bouwonderdelen te herkennen en deze mee te nemen in eventuele verbouwingen. Hoe meer materiële wijzigingen het gebouw bezit, hoe rijker het wordt in zijn tijdslagen. Het gebouw wordt een puzzel van herinneringen, waarvan de wordingsgeschiedenis door observatie en onderzoek kan ontrafeld worden. Soms is een gebouw of een gebouwencomplex het resultaat van een gans bouwprogramma waarover door de eerste bouwheer en zijn ontwerpers grondig is nagedacht. Deze categorie draagt een rijkdom aan herinneringen in zich, die alle bewust én onbewust- in het ontwerpproces zijn meegenomen. Dergelijke gebouwen of gebouwcomplexen verdienen een zeer zorgvuldige benadering: deze moeten in de eerste plaats geïdentificeerd worden, het bouwprogramma wordt bij voorkeur ontrafeld en beschreven, met andere woorden de geschiedenis van deze categorie van bouwkundig erfgoed wordt gecontextualiseerd. Hun meerlagigheid zit al ingebakken in het uitgevoerde bouwprogramma. Hier komt ook de notie van ontdekking in het vizier. Een gebouw (met zijn context) ontrafelen, zijn bouwgeschiedenis ontdekken, is een uitdaging voor vooral lokale erfgoedliefhebbers. Die bouwgeschiedenis zit vaak min dan wel meer verborgen in het gebouw, en de ontdekking ervan is een voorbereidende stap om die (al dan niet nieuwe) informatie te delen, in de eerste plaats met geïnteresseerden uit de lokale gemeenschap, in de tweede plaats met geïnteresseerden buiten de lokale gemeenschap, zoals bezoekers, toeristen, wetenschappers,. 1.2. De notie van erfgoed In het woord erfgoed zit een afgeleide vorm van het werkwoord erven (het ontvangen uit een vorige generatie) besloten. Elke eigenaar kan gedurende zijn leven beschikken over zijn goederen. Het eigendomsrecht is binnen onze cultuur immers een belangrijk recht, en een eigenaar kan in principe binnen de beperkingen van de wet- daarmee doen wat hij wenst. 4

Die notie komt uit de vroege middeleeuwen de term is allodium, eigengoed. Over een allodium had de eigenaar het volste recht, een allodium was zelfs niet ondergeschikt aan grafelijke of koninklijke rechten. Erfgoed was voor de vader dat goed waarvan hij vond dat het doorgegeven moest worden aan de volgende generatie, met name zijn kinderen. Dat erfgoed kon op zijn beurt blijven bestaan, veranderd worden of afgebroken worden. Dat hing meestal af van de financiële draagkracht van degene die de erfenis, het erfgoed, aanvaardde. Wanneer een gemeenschap de herinnering aan een eigendom, in casu een gebouw, belangrijk genoeg acht om te bewaren, dan heeft de eigenaar vanuit zijn eigendomsrecht recht op een tegenprestatie. Dergelijke tegenprestatie hoeft niet louter financieel (een subsidie of premie) of juridisch te worden bekeken. Essentieel is dat de eigenaar vanuit zijn eigendomsrecht al dan niet kan kiezen voor een tegenprestatie. Het is bijgevolg aan die gemeenschap om de zorg voor erfgoed te stimuleren. Een stimuleringsbeleid is zonder meer op langere termijnveel effectiever dan een beleid dat verplichtingen oplegt aan eigenaars. Ook een eenvoudige appreciatie voor de eigenaar behoort daartoe. De zorg voor erfgoed kan zo het hart van de eigenaar veroveren en wordt vanzelfsprekend. Een zorgplicht opgelegd door derden heeft veel kans om het tegengestelde effect te bereiken. 5

2. De praktische uitwerking nu. Een Bierbeeks engagement. Elk item op de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed heeft zijn eigen sterktes en zwaktes, en elk stedenbouwkundig dossier heeft dat ook. Dat betekent dat beide nog steeds in zijn eigen details en hoofdlijnen een behandeling verdienen. Wat volgt is een algemene richtlijn, een rode leidraad waarop kan teruggevallen worden bij elk stedenbouwkundig aanvraagdossier over dit erfgoed. 2.1.Dynamisch erfgoed en dynamische erfgoedzorg: omgaan met toevoegen en verdwijnen. A thing is a slow event. Elke zaak, elk goed en dus elk gebouw heeft zijn geschiedenis. Bij verbouwingen van waardevol bouwkundig erfgoed, worden er eigentijdse elementen toegevoegd, die een bijkomende herinnering zullen vormen voor de toekomst. Het gebouw wordt rijker in zijn geschiedenis, maar tegelijkertijd kunnen waardevolle herinneringen in het gebouw vervagen en zelfs verdwijnen. 2.1.1. Omgaan met toevoegen. Het toevoegen van eigentijdse elementen is van alle tijden. Niet alleen geeft het meer overlevingskansen aan bouwkundig erfgoed dat we willen koesteren, het verhoogt ook de authenticiteit én tegelijkertijd brengt het het oorspronkelijk gebouw nauwelijks schade toe. Het toevoegen van elementen die gebouwen of gebouwonderdelen uit het verleden van een gebouw kopiëren of meer verregaand- verdwenen elementen reconstrueert, is een praktijk die vermeden moet worden: de authenticiteit van het gebouw wordt schade toegebracht, het wordt vervalst. 2.1.2. Omgaan met verdwijnen. Wanneer vervaging of verdwijning staat te gebeuren, dan biedt de Bierbeeks gemeenschap een oplossing aan, via een advies door de GER aan het gemeentebestuur. Aandachtspunten worden geformuleerd, onder meer naar behoud van waardevolle elementen. Tegelijkertijd biedt de GER aan de bouwheer aan om wat op punt staat te verdwijnen, te documenteren. Het voedt op korte termijn de verzuchting naar kennis en nieuwe informatie van de vrijwilligers die zich hiervoor wensen te engageren. En het verdiept de betekenis die erfgoed heeft voor de gemeenschap. Gemeentebestuur en ambtenaren leggen de contacten met de bouwheer om dat mogelijk te maken. Slechts mits toestemming van de bouwheer kunnen er immers pas afspraken gemaakt worden om hiervoor goed samen te werken. 2.2. De aanwezigheid van het Bierbeeks erfgoeddepot (BED) Het depot, liefst lokaal, is de absolute vereiste om het Bierbeeks engagement te kunnen uitvoeren. Het is de plaats waar erfgoedelementen en informatie van het Bierbeeks erfgoed bewaard worden, en waar het geraadpleegd kan worden. Het wordt het eerste geheugen van de gemeente Bierbeek. 6

3. De toekomst Alle erfgoed is ook lokaal. Een lokale gemeenschap zou zelf moeten kunnen bepalen wat belangrijk erfgoed is voor haar. Zo wordt het erfgoed haar erfgoed, en zal het engagement voor de zorg voor dit erfgoed vanzelfsprekend toenemen. Wie zelf kiest, kiest ook voor de verantwoordelijkheid. M.a.w. een eigen erfgoedinventaris voor een lokaal beleid is een aanrader. De hogere overheden kunnen dit op allerlei manieren stimuleren, niet door aan te duiden WAT opgenomen moet worden op een lokale inventaris, maar wel HOE dit kan gebeuren. Vanuit BED en GER is het noodzakelijk dat het erfgoed zelf en de kennis en bronnen over het erfgoed worden verspreid. Dat is een moeilijke problematiek, die binnen de GER op de agenda staat: want die informatie maakt een dynamisch beleid mogelijk, met als doelgroepen de eigen inwoners, de bezoekers van onze streek en ieder ander die geïnspireerd wordt om erfgoedproducten te ontwikkelen. 7