Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen. Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten. Opdracht 1:



Vergelijkbare documenten
Opdracht 1 Temposchrijven - vijf schrijfopdrachten in 11 minuten. Hulpkaart Schrijven. Vooruitkijken. Uitvoeren

Vooruitkijken. Hoofdstuk 2 - Oefening 23 - Extra schrijfoefeningen

Verdeel de tijd goed over de dertien opdrachten. U moet voor de eerste 10 opdrachten ongeveer 20 minuten reserveren.

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is duidelijk door. Hoofdstuk 3 - oefening 19 - Extra oefening

Hoofdstuk 4 - oefening 20 Extra Schrijfoefeningen

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is duidelijk door.

Op stage. Instructie. Opdracht 1. Hoofdstuk 4 - Oefening 20 - Extra Schrijfoefeningen

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is goed door.

U mag kladpapier gebruiken.

Schrijven voor het staatsexamen NT2 -I. 20 jaar staatsexamens NT2

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

U maakt 3 lange opdrachten. U hebt totaal 60 minuten om de 3 lange opdrachten te maken.

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

U maakt drie lange opdrachten. U hebt totaal 60 minuten om de drie lange opdrachten te maken.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Hoofdstuk 7 Evaluatieformulier

CP15. functioneringsgesprek

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven

1 Veiligheid op school

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Thema Kinderen en school

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma II

1 Interview met een reclamemaker

DEEL A: Over uw training

Nieuwsbrief CliëntAanZet

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen.

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

taal in veenendaal verbeter je nederlands Hollandaca ögrenmek istiyorsaniz Wanaaji Holandeeskaaga

Je bent ziek. Je kan niet naar de les gaan. Je kan een mail sturen naar een collega of naar je docent. Je kan ook naar het secretariaat bellen.

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Praat-plaat. post. aad/thema/post werkblad 1

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John.

Thema In en om het huis.

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

Thema Op zoek naar werk

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Thema In en om het huis

Nieuwsbrief CliëntAanZet

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Thema Op zoek naar werk

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART.

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I

PROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Proefexamen Schrijven 2 Deel 2

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Brenda Eekhof. Hallo Brenda,

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam kom je vandaan? a Hoe b Waar

TELEFONEREN NAAR DE BIBLIOTHEEK

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

CP23. klachten afhandelen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Wat heb je gisteren gedaan?

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

HOE KOM JE NAAR DE LES?

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Thema Informatie vragen bij een instelling

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Nieuwsbrief CliëntAanZet

Thema Op zoek naar werk

Luisteren: muziek (A2 nr. 3)

Heb je iets vergeten? Vraag aan je collega of hij je kan helpen.

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Nieuwsbrief CliëntAanZet

EEN BRIEFJE SCHRIJVEN OM IEMAND TE BEDANKEN

CP17. het werkoverleg

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

Proefexamen Schrijven 1 Deel 2

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

dat ik als werkende in de zorg of welzijn ook veel praat met de mensen waarvoor ik werk.

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Handleiding basiswoordenschat.

Snellezen. Ter illustratie

Eerste hulp bij jouw CV met ouders!

Transcriptie:

Hoofdstuk 1- oefening 21 Extra schrijfoefeningen Opdracht 1: Temposchrijven - 5 schrijfopdrachten in 11 minuten Bij het staatsexamen is het belangrijk dat u de tijd goed verdeelt over de opdrachten. Met de extra oefeningen schrijven traint u om binnen de tijd te blijven. Bovendien oefent u het schrijven van zinnen met voegwoorden, zoals die in het boek ook geoefend zijn. Veel opdrachten komen uit oude staatsexamens. Op die manier went u aan de staatsexamenopdrachten. Tijdens het schrijven gebruikt u bij deze oefeningen de hulpkaart schrijven. Daarna vraagt u feedback van medecursisten en/of van uw docent. Tenslotte schrijft u een tweede versie. Zo dwingt u uzelf om na te denken over uw werk en leert u van uw fouten. Vraag aan uw docent om ook de tweede versie te corrigeren. VOORUITKIJKEN U maakt 5 opdrachten waarbij u iets moet schrijven. Bij de opdracht staat precies wat u moet doen. Lees de opdracht goed door voordat u gaat schrijven. U mag uw woordenboek gebruiken. Bedenk wel dat het gebruik van het woordenboek tijd kost. Gebruik uw woordenboek dan ook alleen als het echt nodig is. U hebt totaal 11 minuten de tijd om de opdrachten te maken. Verdeel de tijd goed over de 5 opdrachten. U hebt ongeveer twee minuten per zin en nog 1-2 minuten om uw werk na te kijken. UITVOEREN Schrijf uw teksten op het werkblad. Gebruik altijd een blauwe of zwarte pen. 1

Werkblad 1 Hieronder staan 5 teksten. Het zijn steeds zinnen, briefjes of e-mails. Maak de teksten af. 1. Werktijden veranderen Ik wil graag voortaan iedere woensdag vrij in plaats van iedere vrijdag, want: 2. Verzoek aan een collega jjdevries@hetbedrijf.nl fbloem@hetbedrijf.nl iets later Dag Florien, Omdat kom ik morgen wat later. Wil jij de computers vast aanzetten? Alvast bedankt! Jan Jaap 2

3. Hoge energiekosten directie@ oproep aan alle medewerkers Beste medewerkers, Vanwege de hoge energiekosten Op die manier blijft de elektriciteitsrekening betaalbaar. Bedankt voor jullie medewerking, de directie 4. Naar het zwembad m.vanderberg@hotmail.com v.geel@gmail.com helaas Hot Victor, We zouden morgenavond naar het zwembad gaan. Ik las in de krant dat het bad gesloten is. Dus Groetjes, 3

Marga 5 Een vrije dag aanvragen anne@gmail.com wwenders@supermarkt.nl vrije dag Beste Wim, Mijn ouders gaan drie maanden naar Australië. Ik wil volgende week woensdag graag een vrije dag om Groet, Anne TERUGKIJKEN Is het u gelukt om de 5 opdrachten in 11 minuten te maken? Had u tijd om te controleren wat u had geschreven? Heeft u de hulpkaart schrijven gebruikt? Welke feedback krijgt u van uw docent of medecursist? Begrijpt u wat u fout deed? Maak dan een 2 e versie. Voor elke opdracht kunt u 2 punten krijgen. Een punt voor begrijpelijkheid/adequaatheid en een punt voor grammatica. Alleen al door begrijpelijk en adequaat te antwoorden krijgt u de helft van de punten voor deze opdrachten. Hoeveel punten heeft u totaal voor deze opdrachten gekregen? Op de website vindt u een modelantwoord bij de opdrachten. Een model geeft een voorbeeld hoe het antwoord kan zijn. Uw eigen antwoord is waarschijnlijk niet hetzelfde. Uw eigen antwoord kan ook goed zijn. 4

5

Opdracht 2 Temposchrijven - 10 schrijfopdrachten in 22 minuten VOORUITKIJKEN U maakt 10 opdrachten waarbij u iets moet schrijven. Bij de opdracht staat precies wat u moet doen. Lees de opdracht goed door voordat u gaat schrijven. U mag uw woordenboek gebruiken. Bedenk wel dat het gebruik van het woordenboek tijd kost. Gebruik uw woordenboek dan ook alleen als het echt nodig is. Op het examen mag u ook kladpapier gebruiken. Natuurlijk schrijft u niet alle opdrachten eerst op het kladpapier, dat kost veel te veel tijd. U gebruikt uw kladpapier om even een woord op te schrijven, waarvan u niet zeker bent hoe u het moet schrijven. U kunt het kladpapier ook gebruiken om ideeën te noteren. U hebt totaal 22 minuten de tijd om de opdrachten te maken. Verdeel de tijd goed over de 10 opdrachten. UITVOEREN Schrijf uw teksten op het werkblad. Gebruik een donkerschrijvende pen. 6

Werkblad 2 Hieronder staan 10 teksten. Het zijn steeds zinnen, briefjes of e-mails. Maak de teksten af. 1 Openbaar vervoer Veel mensen klagen over de kwaliteit van het openbaar vervoer. Er moet iets veranderen. Bijvoorbeeld, dat 2 Een nieuwe fiets Omdat heb ik besloten om een andere fiets te kopen. 3 Problemen met de auto Mijn auto start niet, dus 7

4 Veiligheid in de wijk In onze wijk is veel ingebroken de laatste tijd., zodat het aantal inbraken is afgenomen. 5 Op de fiets naar het werk Ik ga met de fiets naar mijn werk omdat dat gezond is, maar ook omdat 6 Hulp van een collega s.derijk@yahoo.com i.brouwers@hotmail.nl verzoek Beste Iris, Morgen Kun je een half uurtje eerder komen? Dan doen we het samen, dat gaat sneller. Alvast bedankt, Sonia 8

7 Laat thuis Hé Samira, Doordat Taoufiq 8 De kopieermachine, kom ik vanavond pas op 19.30 thuis. Wil jij even boodschappen doen? directie@uitgeverijhetboek.nl Uitgeverij het boek kopieermachine Geachte collega s, Vandaag Hopelijk is het probleem daarna opgelost. Met vriendelijke groet, De directie 9 De excursie Mentor Cursisten klas 2-3/afdeling veeteelt verzetten excursie De excursie naar de boerderij gaat morgen niet door, want Ik zal zo snel mogelijk een nieuwe afspraak maken. Wim van der Broek 9

10 De stad in Hallo allemaal, We gaan zaterdag de hele dag naar Zwolle. Eerst drinken we ergens koffie. Daarna gaan we gezellig de stad in. Het lijkt me ook leuk om Tot zaterdag! Sharifa Heeft u alle opdrachten gemaakt? Maak nu eerst de terugkijkopdrachten. Lever daarna uw werk in bij uw docent. TERUGKIJKEN Had u genoeg tijd om de 10 opdrachten te maken? Had u tijd om te controleren wat u had geschreven? Heeft u de hulpkaart schrijven gebruikt? Heeft u uw woordenboek gebruikt? Zo ja, welk woord heeft u opgezocht? Welke opdracht(en) vond u moeilijk? Waarom vond u die opdracht(en) moeilijk? Welke feedback krijgt u van uw docent of medecursist? Begrijpt u wat u fout deed? Maak dan een 2 e versie. Een tweede versie schrijven is een goede manier om te leren van uw fouten. 10