Nieuw decreet Integrale Jeugdhulp : onze mening 12 september 2012



Vergelijkbare documenten
Een korte rondleiding door Martine Puttaert. Integrale Jeugdhulp Vlaams-Brabant

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp. 7 december 2012

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart Mia Claes UCLL

Integrale jeugdhulp, verandert de zaak

Met de kracht van de jeugd!

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

Themarapport: Positie van bijzondere jeugdzorg binnen integrale jeugdhulp en samenwerking

Integrale Jeugdhulp. Naar een betere jeugdzorg? Jan Naert Vakgroep Orthopedagogiek UGent

Afstemming GGZ en Welzijn. OPZ GEEL 5 december 2013

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

UKJA in het landschap van de Vlaamse jeugdhulp en Geestelijke Gezondheid voor kinderen en jongeren. Dr. Linda Van Grootel Medisch diensthoofd UKJA

Centra voor Integrale Gezinszorg

1. INLEIDING 2. Van verkokerde naar integrale jeugdhulp 2. Rechtstreeks en niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp 2. Een grondige hertekening 3

Modules in vzw Beaufort

VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Koen Helsen, mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Van Duppen en Jan Roegiers

Inhoud 1 De Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie in de werking van de Intersectorale Toegangspoort...3

VR DOC.0952/2BIS

nota Toepassing van het decreet Integrale Jeugdhulp voor voogden van niet begeleide minderjarige vreemdelingen

JURIWEL, de Vlaamse welzijns- gezondheids- en gezinsregelgeving

Stand van zaken rond een vereenvoudigd A-document. Klaartje Cops Beleidsmedewerker afdeling Continuïteit en Toegang

Besluit en verslag werkgroep

12 JULI Decreet betreffende de <integrale> <jeugdhulp>

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

De sociale plattegrond

IRPC DE INTERSECTORALE REGIONALE PRIORITEITENCOMMISSIE IN DE WERKING VAN DE INTERSECTORALE TOEGANGSPOORT

betreffende de integrale jeugdhulp

Voorontwerp van decreet betreffende de integrale jeugdhulp

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24

WIE? Aanmelden bij de toegangspoort. Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen. Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster

Congres NVKVV Maart 2014

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier.

Begeleiding in haar context

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

reactie Netwerk tegen Armoede bij decreet preventieve gezinsondersteuning

TERUGKOMDAG. 15 november 2016

Betreft: Advies inzake het voorontwerp van decreet betreffende de integrale jeugdhulp

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

Verslag dialoogmoment verontrusting en maatschappelijke noodzaak: 15/03/2016 in VOT in Ieper

Het werken met en gebruiken van het A-document

Integrale toegangspoort niet-rechtstreeks toegankelijke hulp - Wachttijden

Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

Voorstelling Gemandateerde voorziening. Welkom

Coördinatie van de hulp. Workshop 4

OCMW s en armoedebestrijding

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Vlaams Decreet Integrale Jeugdhulp

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

Deel 1: Beschrijving van de structurele externe overlegorganen waar we aan participeren.

Een mogelijkheid voor de gezinnen is thuisbegeleiding, een andere is de zorg die ambulante revalidatiecentra aanbieden.

Continuïteit. Bemiddeling

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Centra voor Leerlingenbegeleiding

Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp. Infodagen IJH najaar 2004

Intersectorale toegangspoort - Indicatiestelling

nr. 724 van LORIN PARYS datum: 16 september 2016 aan JO VANDEURZEN Uittekening nieuw jeugdsanctierecht - Werkgroepen

1. PRINCIPE ACTIEPLAN JONGVOLWASSENEN

Verzoekschrift over de Integrale Jeugdhulp

Omgaan met verontrusting

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nota RTJ worden van dagbegeleiding in groep Jongerenwelzijn

Reguleringsimpactanalyse voor het decreet houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het decreet betreffende de

Hoorzitting conceptnota: hulpverlening als gerechtelijke maatregel voor 18-plussers

vzw Steunpunt Jeugdhulp februari 2011 Het Decreet Rechtspositie minderjarigen in de VAPH-praktijk

Op de agenda van het sectoraal directiecomité

DE GEMANDATEERDE VOORZIENINGEN

Gemandateerde voorzieningen

IJH hoorzitting commissie Welzijn, Vlaams Parlement 13 mei 2015

De Sociale plattegrond. Missie en opdrachten

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

MDT - HET VEER - CAR HOE KAN ONS MDT U HELPEN?

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Aan de slag met het decreet rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp

ISCinternettensamenwerkingscel 1

SNELLE STARTERGIDS INSISTO

betreffende de evaluatie van het decreet Integrale Jeugdhulp

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG

Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid

UW KIND INSCHRIJVEN BIJ DE TOEGANGSPOORT VAN INTEGRALE JEUGDHULP?

Omgaan met het dossier. Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Vraag nr. 209 van 28 januari 2013 van CINDY FRANSSEN

REGIOPLAN JEUGDHULP

Voorbereiding studiedag

Verzoekschrift over de pleegzorg van kinderen met een handicap

MDT PC Caritas HOE KAN ONS MDT U HELPEN? In deze brochure leest u hoe multidisciplinair team 456 U kan helpen bij het indienen van een vraag naar

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

1 jaar integrale jeugdhulp Hoorzitting Vlaams Parlement

Transcriptie:

Netwerk tegen Armoede Vooruitgangstraat 323 bus 6-1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@netwerktegenarmoede.be / www.netwerktegenarmoede.be Nieuw decreet Integrale Jeugdhulp : onze mening 12 september 2012 1. Historiek Mensen in armoede zijn oververtegenwoordigd in de jeugdhulpverlening. De ervaringen van de gezinnen is veelal niet erg positief eens ze in de jeugdhulpverlening terechtkomen. De plaatsing van kinderen blijft een erg gevoelig thema en is een ervaring waar zeer vele gezinnen in armoede mee werden / worden geconfronteerd. Het debat over de integralisering van de jeugdzorg is eind jaren negentig van de vorige eeuw begonnen met de hoorzittingen rond de Commissie ad hoc Bijzondere Jeugdbijstand in het Vlaams parlement. Al snel werd duidelijk dat de problemen de sector van de Bijzondere jeugdzorg overstegen. Ook in andere sectoren in de jeugdhulpverlening werden immers knelpunten gesignaleerd. Het verhaal is bekend. In de Maatschappelijke Beleidsnota Bijzondere Jeugdzorg werd een probleemanalyse 1 gemaakt en werden 42 aanbevelingen gemaakt. Deze vormden de basis voor het Strategisch Plan Integrale Jeugdhulpverlening waarin de principes 2 en strategieën 3 van de jeugdhulpverlening werden uitgetekend. Na een experimentele periode kwam er in 2004 een wetgevend kader tot stand in de vorm van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp en het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp. Het decreet betreffende de integrale jeugdhulp was een kaderdecreet dat uitvoering kreeg in besluiten. Er werden structuren in het leven geroepen, regio s afgebakend, regioplannen opgesteld, modules geformuleerd en ga zo maar verder. Hoewel er enkele stappen werden gezet bleef de intersectorale toegangspoort, die geïmplementeerd had moeten zijn tegen 1 januari 2008 - een hoeksteen van IJH dus, dode letter. De implementatie van het decreet verliep dus niet altijd van een leien dakje maar dat komt omdat integrale jeugdhulp dan ook een enorm complexe en omvattende onderneming 1 Verkokering, aanbodgericht, gebrek aan subsidiariteit 2 Intersectoraal en integraal, vroegtijdige hulp, behoeftegestuurde hulp, hulp op maat, subsidiariteit, samenwerking 3 Harmonisering van het aanbod door modulering, onderscheid tussen rechtstreeks toegankelijke en nietrechtstreeks toegankelijke hulp, een intersectorale toegangspoort die als sluis of drempel naar meer ingrijpende vormen van hulpverlening moet fungeren, trajectbegeleiding, de positie en participatie van de cliënt 040912/Nieuw decreet Integrale Jeugdhulp : onze mening/hl Pagina 1

is die verschillende sectoren en niveaus vat en bovenal alleen maar kans op slagen heeft als alle actoren er in geloven (draagvlak) en er aan werken (realisatie). In 2011 werd de efficiëntie en de effectiviteit van de implementatie van het decreet betreffende integrale jeugdhulp geëvalueerd door het Instituut voor de Overheid van de K.U.Leuven. Beleidslijnen en beleidsafstemmingstructuren werden geëvalueerd. Ook werd een horizontale blik geworpen op IJH en werden een aantal aanbevelingen geformuleerd. Het onderzoek bevestigde dat er nogal wat stappen (een aantal instrumenten, intersectorale dialoog ) gezet zijn richting integrale jeugdhulp maar dat het doel (doorwerking naar de praktijk van de hulpverlening) nog verre van bereikt is. Samengevat zijn de aanbevelingen van dit belangrijke evaluatieonderzoek: Er is nood aan prioritering, verankering en verduidelijking. Er is een duidelijkere explicitering vereist van het einddoel van IJH en de elementen die cruciaal zijn om dit te bereiken. De sectoren zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van het decreet IJH. IJH mag geen aparte sector zijn maar moet gedragen, ontwikkeld en uitgevoerd worden door de bestaande sectoren. Er is meer duidelijkheid nodig over de aansturing van de verschillende projecten: een model met meer Vlaamse sturing en regie waar het nodig is en meer autonomie voor de regio s of netwerken waar het kan. De return van de overlegstructuren moet verhoogd worden. De overlegcultuur kan gerationaliseerd worden door integratie, afbouw en een eenduidige rol. 4 In dit evaluatieonderzoek werd geen uitspraak gedaan over effecten van IJH op cliënt (microniveau). Dit onderzoek heeft mede geleid tot de opmaak van een nieuw decreet. Er bestaat wel een voorafgaand onderzoek 5 dat de participatie van cliënten meet, en dit op niveau van de stuurgroepen, netwerken en adviesraad. Het evaluatieonderzoek van 2011 deed geen uitspraak over het effect van IJH op de cliënt. We vragen uitdrukkelijk naar een onderzoek hierover na de proefperiode van de toegangspoort in Gent. 2. Advies van de Adviesraad Integrale Jeugdhulp Het Netwerk tegen Armoede maakt deel uit van de Adviesraad Integrale Jeugdhulp, als vertegenwoordiger van de ouders. De Adviesraad Integrale Jeugdhulp heeft zich van oktober 2011 tot januari 2012, tijdens 4 bijeenkomsten, gebogen over een ontwerpdecreet betreffende de Integrale Jeugdhulp (dat nog niet principieel goedgekeurd was).op die momenten was enkel het Netwerk tegen Armoede aanwezig als cliëntvertegenwoordiger. Advies 21 van 23 januari 2012 van de Adviesraad Integrale Jeugdhulp bevat een aantal algemene bedenkingen alsook een artikelsgewijze bespreking. Dit advies had echter een ontwerpdecreet IJH als onderwerp dat op een aantal punten afweek van wat nu voorligt. Het is dus niet opportuun dit advies integraal over te nemen. 4 TOMME, N., VERHOEST, K. & VOETS, J., Evaluatie van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de Integrale Jeugdhulp, K.U.Leuven - Instituut voor de Overheid, 31 januari 2011, p. 122-132 5 CARRETTE, V., Evaluatie van het groeiproces naar structurele cliëntparticipatie in de integrale jeugdhulp, deel 2 evaluatierapport, Administratie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 2010 040912/Nieuw decreet Integrale Jeugdhulp : onze mening/hl Pagina 2

3. Decreet Integrale Jeugdhulp 3.1. Missie en doelstelling Integrale Jeugdhulp De missie van Integrale Jeugdhulp in het voorontwerp van decreet (art. 5) luidt: Integrale jeugdhulp biedt aan minderjarigen, hun ouders en, in voorkomend geval, hun opvoedingsverantwoordelijken en de betrokken personen uit hun leefomgeving die daar behoefte aan hebben, hulp en zorg op maat die met een grote mate aan flexibiliteit aan de hulpvraag proberen te beantwoorden. In de doelstelling(en) (art. 8) wordt gesteld dat IJH betrekking heeft op samenwerking en afstemming in de jeugdhulp, met een gezamenlijk engagement als doel, ten bate van minderjarigen. Hiervoor wordt ingezet op 7 hoofddoelstellingen : Vermaatschappelijking Tijdige toegang Flexibiliteit en continuïteit Gepast omgaan met verontrustende situaties Subsidiair aanbod crisisjeugdhulpverlening Participatie Integraal aanbod : De nadruk in de doelstelling van Integrale Jeugdhulp ligt veeleer op de te hanteren middelen ( de toegangspoort, het samenwerken van de sectoren, ) dan op het te bereiken doel. Het welzijn van de minderjarige en zijn ouders wordt nergens fundamenteel voorop gesteld. Integrale Jeugdhulp is veel meer dan het stroomlijnen van de 7 sectoren. Degene die de zorg nodig heeft moet centraal staan en niet de sectoren op zich. Bovendien worden nergens in het decreet verwijzingen en verbanden gelegd naar allerlei belendende sectoren, zoals gezondheid, huisvesting, jeugdbeleid, Terwijl er wel wordt verwezen naar de Problematische leefsituatie als verruiming van het begrip POS ( problematische opvoedingssituatie). 3.2. Toegangspoort Een van de belangrijkste elementen in het voorontwerp van decreet is de installatie van een Intersectorale Toegangspoort (ITP) voor ingrijpende hulp. De ITP vervangt twee sectorale toegangspoorten: het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg (BJB) en de Provinciale Evaluatiecommissie (VAPH). De ITP bestaat minstens uit een team indicatiestelling en een team jeugdhulpregie die onafhankelijk van elkaar moeten opereren. Aanbieders van jeugdhulp kunnen een minderjarige aanmelden bij de toegangspoort die dan wordt geïndiceerd. Nadien volgt de toewijzing. De toegangspoort moet er garant voor staan dat de beschikbare niet-rechtstreeks toegankelijke hulp van de betrokken sectoren enkel kan ingezet worden op grond van een van het aanbod onafhankelijke indicatiestelling en dat ze prioritair wordt toegewezen aan diegenen die er het meeste behoefte aan hebben. Het is de bedoeling dat de modules flexibel worden ingezet. 040912/Nieuw decreet Integrale Jeugdhulp : onze mening/hl Pagina 3

- Vraagverheldering : belangrijk om de memorie van toelichting bij artikel 6 grondig te onderschrijven - Team indicatiestelling : expertise kan ingeroepen worden door organisaties die de visie van het cliëntperspectief vertegenwoordigen. Hoe zal dit georganiseerd worden? Willen organisaties dit wel? Idem intersectorale regionale prioriteitencommissie - Dossier kan diagnose krijgen, zonder cliënt te horen (tenzij hij het vraagt). 3.3. Toegankelijkheid van de jeugdhulp Om de toegang tot de jeugdhulpverlening te verbeteren wil men de volgende 5 B s verbeteren : bekendmaking, bereikbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid en betaalbaarheid. - Het recht op jeugdhulp staat ingeschreven binnen het beschikbaar aanbod en beschikbare kredieten. Deze bepaling relativeert volledig de vooropgestelde 5 B s, want de vraag moet binnen het aanbod passen. De politiek van het moment beslist over de kredieten. - Voor ons is het zeer belangrijk om vraaggericht te werken en dit in de ruimste zin van het woord ( zie ook hierboven rond vraagverheldering ) - De stap voor de jeugdhulp, namelijk de preventie, de ondersteuning, het laagdrempelige, is niet afdwingbaar. Ook daar zijn tal van wachtlijsten, financiële en andere drempels om in te stappen - Het hebben van een vertrouwensfiguur of brugfiguur geven mensen in armoede aan als belangrijke factor in de te volgen trajecten hulpverlening. In het huidige voorstel is het recht op een bijstandspersoon verankerd, zij het onder heel wat voorwaarden. 3.4. Zorg voor het traject De continuïteit in het voorontwerp van decreet veronderstelt dat alle jeugdhulpaanbieders die betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening samen verantwoordelijk zijn voor de continuïteit in die jeugdhulpverlening. -Cliënten klagen over veel en steeds wisselende hulpverleners vanuit meerdere organisaties met telkens weer hun eigen manier van werken. Zaken als het moduleren van hulpverlening lost dit niet op. -Wie draagt de uiteindelijke eindverantwoordelijkheid binnen het traject? MVT zegt dat de mate waarin de cliënt zelf de procedure aanstuurt bepalend is. Wat met gezinnen die moeilijk zelf kunnen aansturen? Dit vraagt immers al heel wat vaardigheden, inzicht en kennis in IJH en zelfvertrouwen. - Wie coördineert? de aanmelder, de toegangspoort, de voorziening die de hulpverlening opstart? De teksten spreken zich tegen. Op een bepaald moment spreekt men over collectieve verantwoordelijkheid van de betrokken hulpaanbieders. M.a.w. iedereen en dus niemand. -Trajectbegeleiding an sich is niet weerhouden, het wordt gezien als een inherente opdracht van elke jeugdhulpvoorziening en elke hulpverlener ( MvT art.31). Dit is een illusie als het decreet geen duidelijkheid geeft over zaken als verantwoordelijkheid en coördinatie van hulpverlening. 040912/Nieuw decreet Integrale Jeugdhulp : onze mening/hl Pagina 4

3.5. Vermaatschappelijking van de zorg Integrale Jeugdhulp moeten inzetten op de eigen krachten van minderjarigen met het oog op het vermijden van instroom, het verhogen van participatie en het stimuleren van emancipatie ( art.9) - Het inzetten op eigen krachten en het empoweren van de jongeren mag er niet toe leiden dat de indruk wordt gewekt dat ouders en jongeren worden verondersteld volledig of gedeeltelijk verantwoordelijk te zijn voor hun problemen. De tendens tot sanctioneren als er niet genoeg vermeende inspanning wordt getoond, zoals GAS-boetes en verplichte ouderstages hebben een averechts effect op het empoweren van de gezinnen. - De vermaatschappelijking mag bovendien geen excuus worden bij een gebrek aan middelen en mensen binnen de hulpverlening - De vermaatschappelijking vereist bovendien samenwerking en afstemming met belendende sectoren, zoals hierboven reeds werd aangetoond. 3.6. Participatie In het decreet worden verschillende principes rond participatie verankerd. Het gaat over inspraak en inzage in het dossier en de verleende jeugdhulp, de bijstandspersoon, het inbrengen van het perspectief van de minderjarige en zijn ouders in de verschillende overlegorganen van Integrale Jeugdhulp en in een aantal commissies ( zie hierboven) - De participatie van cliëntvertegenwoordigers binnen de overlegorganen verliep tot nu toe zeker niet altijd van een leien dakje. Bij de hervorming van de structuren zal me veel tijd, middelen en mankracht moeten steken in het ernstig nemen van deze vertegenwoordigers. Bovendien zien we weinig of geen vertegenwoordiging van bv. allochtone cliënten. - Als de AR wordt overgeheveld naar de SAR, zal men moeten nadenken hoe men daar het cliëntperspectief binnenbrengt. - Hoe moet men de participatie binnen de voorzieningen verder vorm geven? - Om te kunnen spreken van echte participatie binnen het dossier en de opgezette hulp, zal men toch meer moeten doen dan minstens 1 face-to-face gesprek met de minderjarige ( pag. 39 Memorie van Toelichting) - Verstaanbare taal van de documenten ( bv. indicatiestelling op papier) en aangepast tempo zijn absolute voorwaarden voor een mogelijke participatie. - De beroepsmogelijkheden voor cliënten zijn niet zo duidelijk en niet erg uitgebreid in het decreet. 3.7. Verontrustende situaties en maatschappelijke noodzaak 040912/Nieuw decreet Integrale Jeugdhulp : onze mening/hl Pagina 5

In het decreet wordt in duidelijke procedures vastgelegd wanneer, waarom en hoe moet worden tussengekomen door hulpverleners in gerechtelijke en buitengerechtelijke context als het gaat over verontrustende situaties of contexten. -De huidige omschrijving van Problematische opvoedingssituatie wordt verruimd naar problematische leefsituaties. In de MvT art. 2 wordt omschreven dat een problematische leefsituatie kan toegeschreven worden aan ouders en /of de minderjarige die er niet in slagen om het brede netwerk aan dienstverlening te bereiken of op te sporen, het falen van de hulpverlening jonge ouders die geconfronteerd worden met een veelheid aan obstakels zoals huisvesting, laag inkomen,. Deze formulering kan leiden tot een meer gedwongen hulpverlening bij ouders in armoede, louter gebaseerd op hun armoedesituatie. Bovendien legt dit de verantwoordelijkheid van het falen van de hulpverlening en geen toegang vinden tot de hulpverlening volledig bij de ouders en de minderjarigen. 040912/Nieuw decreet Integrale Jeugdhulp : onze mening/hl Pagina 6