Voetbalplan Voetbalvereniging Van Nispen Versie juli 2014 VOORWOORD Hoewel plezier en gezelligheid in een amateurvereniging zeer belangrijk zijn, gaat dit voetbalplan toch vooral over het opleiden van spelers als individuele voetballer en als voetballer spelend in teamverband. Prestaties zijn een zeer sfeerbepalende factor in een voetbalvereniging. Om tot prestaties te komen is het belangrijk dat de randvoorwaarden aanwezig zijn. De vele vrijwilligers zorgen al jaren dat alles tot in de puntjes is geregeld. De trainers zorgen voor het opleiden van de spelers. Extra aandacht dient uit te gaan naar het spelen in teamverband. Ook kun je stellen dat het verenigingsbelang boven het teambelang komt en het teambelang weer boven het belang van de individuele speler. Dit voetbalplan bevat elementen voor de jeugd (inclusief meisjes) en senioren (mannen en vrouwen). Het voetbalplan is gebaseerd op het Jeugdplan uit 2001. Het voetbalplan geeft een duidelijk beeld van de doelstellingen die wij per groep willen bereiken waarbij telkens ingezoomd wordt op tactiek en techniek. In het voetbalplan is er ook veel aandacht voor de keepers, opgesteld door Jan Splinter in 2005. Regelmatig zal de inhoud van het voetbalplan worden geëvalueerd door het bestuur en de technische staf van de vereniging. Uitgangspunten voor het voetbalplan: De jeugd- en selectiespelers dienen een goede opleiding te krijgen. Het voetbalplezier is een zeer belangrijke factor. De opbouw van dit voetbalplan is als volgt: Voetbalvisie Trainersbeleid Jeugdelftallen (incl. keepers) Senioren recreatie Eerste elftal Tweede elftal Vrouwen Ruud de Klerk, Bestuurslid Voetbalzaken. VOETBALVISIE De onderstaande voetbalvisie is op 12 juli 2005 ontwikkelt door de toenmalige technische staf van de selectie en de jeugd. Deze voetbalvisie is voor de selectieteams, A, B, C-junioren en D-pupillen. Het voetbalsysteem waarvoor is gekozen is het 4:3:3 systeem. De reden voor deze keuze is omdat dit een eenvoudiger systeem is om te leren voor de spelers op ons niveau en omdat het een betere veldbezetting geeft. Deze visie is de basis voor de trainingen en de wedstrijden. Indien de trainers/coaches ook andere systemen wil spelen, staat hen dat vrij. Het is echter zeer lastig is om met het beperkt aantal wedstrijden en trainingen in een seizoen, meerdere systemen goed te leren en uit te voeren. Speelwijze BBT (Bij Balbezit Tegenstander) Het hele elftal zakt terug zodat de keeper van de tegenstander de verdedigers kan aanspelen. Indien de rechtsback wordt aangespeeld, wordt hij aangevallen. De linksback van de tegenstander wordt vrijgelaten (kan bijna niet worden aangespeeld) zie hieronder. De mate waarin het elftal terug zakt hangt en de hoogte waarop de tegenstander wordt vastgezet hangt mede af van de volgende factoren: Sterkte tegenstander Snelheid eigen spitsen Snelheid eigen verdedigers Voetbalkwaliteiten verdedigers en keeper tegenstander
O (keeper tegenstander) O O O O X X X O O O X X X O XO O X X X Indien de tegenstander met 2 spitsen speelt, schuift een verdediger door. Speelwijze BBVN (Bij Balbezit Van Nispen) De keeper neemt altijd achterbal en speelt de bal naar de voorstopper of laatste man. Indien een veldspeler de achterbal zou nemen, is er een speler minder in het veld. Een lange bal dient alleen te worden gespeeld indien de spits(en) een tegen een staan. De verdediging staat altijd in een boog waarbij de backs ver aan de buitenkanten staan. De laatste man en voorstopper staan buiten het strafschopgebied om het overtal tegen een spits uit te spelen, waardoor er een overtal op het middenveld wordt gecreëerd. Indien de rechtsback door de keeper wordt aangespeeld, gaat de rechter middenvelder naar binnen en komt de rechtsbuiten in de bal en wordt aangespeeld. De verdediging dient zoveel mogelijk de de voorhoede aan te spelen. Hiermee voorkom je dat de middenvelder in de problemen kunnen komen. Indien de rechtersbuiten wordt aangespeeld, speelt de rechtsbuiten de vrijgelopen rechtermiddenvelder aan. Vanuit hier wordt het spel voortgezet. Trainingsoefeningen 1e stap. Verdediging staat in de boog. Opbouwen oefenen door rondspelen bal in de achterhoede waarbij ook de keeper wordt gebruikt. Indien aanvallers de bal veroveren, gaat de bal terug naar de keeper en hij speelt de bal weer in. Er kan bij de verdedigers een overtal worden gecreëerd om het oefenen te vergemakkelijken. Door met gelijke aantallen te werken kan meer onder druk worden getraind. Er kan een spelvorm worden ingebracht door een punt toe te kennen aan de verdedigers bij het X-aantal keer rondspelen en aan de aanvallers als ze de bal veroveren. De trainer legt het spel stil indien spelers niet goed opgesteld staan cq de oefening niet goed uitvoeren 2 e stap Idem. Maar de verdedigers kunnen scoren op twee kleine goaltjes en de aanvallers kunnen scoren op de grote goal. Dit is wat moeilijker maar kan wat aantrekkelijker voor de spelers zijn. 3 e versie Idem. Maar dan met de oefening voor de aanvallers om georganiseerd de verdediging vast te zetten zoals beschreven bij Speelwijze BBT. TRAINERSBELEID Er is gekozen om zoveel mogelijk voor iedere leeftijdsgroep een aparte trainer aan te stellen. Voordelen voor dit systeem zijn: Alle trainers zijn ook coach van hun elftal (wens van veel ouders/leiders) Minder leiders nodig die ook voetbaltechnisch goed zijn Duidelijkheid voor de spelers van de voetbalopvattingen Hiervoor kunnen we goede Van-Nispentrainers gebruiken Risicobeperking bij het vertrek van een trainer Past het beste bij de club F-JUNIOREN Ontwikkelen technische vaardigheden. De volgende onderdelen iedere week laten terugkeren: 1. Dribbelen en drijven; binnenkant / wreef links en rechts 2. Schieten afwerken; half wreef, links en rechts 3. Partijspel; per team hooguit 4 spelers Veel partijvormen 1:1, 2:2, 3:3, 2:4 4. Balvaardigheidoefeningen a allerlei soorten balcontact met voeten, handen, dijbeen en hoofd; combinaties met stuiten, omhoog gooien, trappen, springen, vangen en bijv. hele draai, snel zitten, opstaan en knielen
b bal tussen de voeten snel heen en weer tikken c dribbelen, voet op de bal, snelle halve draai maken, dribbelen d dribbelen, bal terughalen met de onderkant van de voorvoet, bal meenemen met de wreef, verder dribbelen e als d maar nu de bal, na het terughalen, niet met de wreef maar met de binnenkant voet meenemen f als c maar voorafgegaan door een schijntrap g hooghouden van de bal, maar de bal mag steeds tussendoor stuiteren 5. Looptechniek a bal boven je hoofd vasthouden en op je tenen lopen, armen goed strekken (omhoog) 1. Als iemand de bal kwijtraakt, moeten ze samen proberen de bal zo snel mogelijk weer terug te veroveren. 2. Steeds aansluiten, dus niet voorin balletjes blijven afwachten of achterin blijven hangen. E-JUNIOREN Ontwikkelen technische vaardigheden De volgende onderdelen regelmatig terug laten keren: 1 Dribbelen-drijven; binnenkant, buitenkant, wreef a rechtuit en slalom b met hele draai; binnen- en buitenkant voet c kappen met links en rechts, binnen- en buitenkant 2 Aannemen/stoppen a binnenkant voet; links/rechts b binnenkant voet, bal over de grond/boogbal c boogbal op dijbeen 3 Passen/trappen a passen binnenkant; links/rechts, over de grond/boogbal b trappen half-wreef; links/rechts c een-tweetje 4 Koppen a angst voor de bal kwijtraken, daarom de bal zelf opgooien b jongleren, hooghouden op hoofd c met aangooi, met aangooi en sprong 5 Ingooien 6 Partijspel; per team 2, 3, 4 en hooguit 7 spelers 7 Balvaardigheidsoefeningen a bal tussen de voeten snel heen en weer tikken b dribbelen, voet op de bal, snelle halve draai, dribbelen c dribbelen, bal terughalen met de onderkant voorvoet, bal meenemen met de wreef, verder dribbelen d als c maar nu de bal, na het terughalen, met de binnenkant voet meenemen e als b maar nu voorafgegaan door een schijntrap f bal terughalen met de onderkant voorvoet, de bal opwippen en proberen daarna nog eens te raken g bal opgooien en daarna hooghouden met voet en dijbeen h dribbelen, schijntrap en daarna de bal achter het standbeen langs spelen i dribbelen, hakbeweging boven de bal maken, versnellen en verder dribbelen 1. Aansluiten, aansluiten, aansluiten 2. Als je iemand wilt passeren, dan snelheid maken 3. Als iemand jou wil passeren, dan op je voorvoeten staan/lopen en jezelf klein maken om snel te kunnen draaien 4. Blijf zoveel mogelijk staan/lopen, niet te vlug naar de grond D-JUNIOREN
Ontwikkelen technische vaardigheden Kenmerken: goed gebouwd ideale verhoudingen goede motoriek goede coördinatie leert snel sociaal besef kritiek op eigen prestatie en van anderen presentatievergelijk naäpen van idolen Voetbalplan Van Nispen De volgende onderdelen regelmatig terug laten keren en waar mogelijk links en rechts laten oefenen: 1 Dribbelen/drijven a met binnenkant, buitenkant, wreef b links/rechts c rechtuit/slalom, met zwakke en scherpe bochten d met halve draai, kappen e met hele draai f met tegenstander, bal afschermen 2 Aannemen/stoppen a binnenkant voet; bal over de grond/boogbal; idem in beweging b buitenkant voet; bal over de grond/boogbal; idem in beweging c dijbeen d borst; boogbal, tafeltje maken e onderkant voorvoet; boogbal f wreef; voet slap houden g a t/m f met inkomende tegenstander, met lichaamsschijnbeweging h naar de bal toekomen, in beweging en onder druk. 3 Passen/trappen a binnenkant, over de grond/boogbal b trappen/afwerken met half wreef c trappen/afwerken met volle wreef d volley e dropkick f omhaal g één-tweetje h naar de bal toekomen 4 Koppen a jongleren, hooghouden op het hoofd b aangegooide bal terugkoppen, afwerken c koppen met sprong, zonder tegenstander d koppen met duiken 5 Partijspel 6 Positiespelen 7 Balvaardigheidsoefeningen a jongleren, bal hooghouden met voet, dijbeen en hoofd b dribbelen, bal terughalen met onderkant voorvoet, bal meenemen met wreef of binnenkant voet c dribbelen, hakbeweging over de bal maken, versnellen en verder dribbelen d dribbelen, schijntrap maken en daarna de bal achter het standbeen langs spelen e schaarbeweging maken, gewone en dubbele f dribbelen, met bovenlichaam naar links of rechts bewegen en de bal met de buitenkant voet, van het linker/rechter been, met een versnelling, in tegenovergestelde richting meenemen (lichaamsschijnbeweging) Tactiek : 1 Aansluiten 2 Zorg bij mandekking dat je altijd tussen je tegenstander en het midden van je eigen doel staat (schuine lijn) 3 Ga als verdediger, niet te vroeg naar de grond, blijf op de been 4 Maak snelheid als je iemand wilt passeren 5 Maak je klein als iemand jou wil passeren 6 Wat is de taak van de spelers in een 4-3-3 systeem; bij balbezit en bij balverlies 7 Waar moet iedereen staan/lopen in een elftal (groot veld) 8 Spelregels laten leren, zekerde buitenspelregels
9 Het vrijlopen/aanbieden aanleren tijdens partijspel en positiespelen 10 Directe tegenstander goed bekijken, links/rechts?, langzaam/snel?, sterk/zwak 11 Concentratie vanaf de eerste minuut Keeper : 1 Verdedigend zonder bal a uitgangshouding b verplaatsen in en voor het doel, d.m.v. snel voetenwerk Het gaat hier om starten, lopen, sprinten, draaien en keren in alle richtingen 2 Verdedigend met bal a oprapen b onderhands vangen c blokkeren met buik/borst d bovenhands vangen Dit alles op het lichaam of links of rechts naast het lichaam e vallen f duiken g in de voeten werpen h ballen wegtrappen buiten de zestien meter 3 Opbouwend/aanvallend a trap uit de handen: volley b werpen: rollen, slingerworp (zijwaarts) c doeltrap Verdedigend spelsituaties: a opstellen en positiespel in het doel b opstellen en positiespel voor het doel, vooral met het oog op onderscheppen van diepteballen (binnen en buiten de zestien meter) c duel 1 : 1 Leiding geven Maak van te voren afspraken met de overige spelers, waarbij de volgende termen doorgaans van toepassing zijn: LOS - Deze bal is voor de keeper De overige spelers moeten de bal laten gaan JIJ - De keeper verplicht één speler de bal te spelen. C- JUNIOREN Ontwikkelen technische vaardigheden en spelinzicht Kenmerken: (pre)puberteit disharmonie enorme lengtegroei beperkte belastbaarheid blessuregevoelig stilstand of achteruitgang in motoriek stuntelig / slungelachtig zet zich af tegen gezag lokt conflicten uit overschat zichzelf met zichzelf bezig herwaardering van voetbal in hun leven krijgt andere interesses / hobby s Via combinatievormen, positiespelen en partijspelen alle eerder behandelde techniek-onderdelen grondig herhalen, nu met meer weerstand. Koppen Angst overwinnen. a jongleren, hooghouden op het hoofd b aanvallend: afwerken op doel, zonder tegenstander of met passieve tegenstander (ernaast of ervoor) c verdedigend: met passieve tegenstander voor of naast zich
Balvaardigheidsoefeningen a alle al behandelde vormen regelmatig herhalen b indien mogelijk (afhankelijk van de technische vaardigheid van de trainer) nieuwe vormen aanleren c anders bestaat nog de mogelijkheid om nieuwe vormen via video-opnamen, een goede beschrijving of een goede demonstratie door een ander, aan te leren Het is belangrijk dat de belangrijkste dingen goed uitgelegd worden en dat de spelers straks niet verdrinken in tactische aanwijzingen. Liever iets minder, maar goed, dan veel en onbegrepen!!! A Geef de spelers een schriftelijk overzicht met daarop de taken per positie in verdedigend, opbouwend, aanvallend opzicht en bij omschakeling en bespreek dit duidelijk (regelmatig herhalen) B Leer de spelers precies hoe ze moeten dekken C Leer ze wanneer en hoe ze rugdekking moeten geven D Maak duidelijke, simpele afspraken over situaties bij spelhervattingen: bijv. Uitbal hoeft niet ver (veel balverlies) Uitbal liefst niet in de breedte (makkelijk te onderscheppen) Corner; aanvallend en verdedigend organiseren Vrije schop; aanvallend en verdedigend (muurtje) Penalty; twee, drie spelers regelmatig hierop laten trainen E Leer ze vaste uitdrukkingen te gebruiken bij het onderling coachen, bijv. tijd, in je rug, kaats, los (keeper) Blijven herhalen tijdens de trainingen. F Leer ze bij positiespelen en partijspelen hoe en wanneer ze zich moeten aanbieden en hoe ze elkaar moeten coachen G Leer ze wanneer ze moeten pingelen en wanneer niet Keeper : 1 Verdedigend zonder bal a uitgangshouding b verplaatsen in en voor het doel: starten, sprinten, afremmen, draaien en keren in alle richtingen c schijnbewegingen met het lichaam d springen: één- en tweebenige afzet, omhoog, voorwaarts, achterwaarts, links en rechts zijwaarts, vanuit stand of aanloop met meer passen 2 Verdedigend met bal a oprapen b onderhands vangen c blokkeren met buik / borst d bovenhands vangen e oprapen, onderhands vangen en blokkeren met buik/borst met ontwijken van inkomende tegenstander door zijwaarts weg te springen Deze onderdelen uitvoeren op het lichaam of links of rechts naast het lichaam f bovenhands vangen onder weerstand van tegenstander g vallen h duiken i zweven j tippen (naast het doel) k in de voeten werpen l buiten de zestien meter wegtrappen en koppen 3 Opbouwend/aanvallend a trap uit de handen: volley en drop-kick b werpen, rollen, slingerworp (zijwaarts en bovenhands) c doeltrap Verdedigend spelsituaties: a opstellen en positiespel in en voor het doel b opstellen en positiespel voor het doel, diepte- en flankballen c duel 1 : 1 d verdedigend spelhervattingen: positiespel voor en in het doel bij hoekschop, vrije trap en penalty Leiding geven : Uitbreiden van afspraken. Naast termen als LOS en JIJ nu ook HIER een speler met bal, die een tegenstander in de rug krijgt of geen overzicht heeft over de rest van het veld, moet de bal terugspelen op de keeper. WEG - een speler die in balbezit is of in balbezit kan komen, moet de bal wegtrappen (zijlijn, achterlijn of ver op de helft van de tegenstander) en
mag deze absoluut niet terugspelen: de eventuele balbaan naar de doelman wordt namelijk door een tegenstander afgesloten. Daarnaast is het ook belangrijk om leiding te geven tijdens spelsituaties waarbij de keeper niet direct betrokken is. Waarschuw dus op tijd de medespelers. B-JUNIOREN Ontwikkelen technische vaardigheden en het spelen op een bepaalde positie Kenmerken: begin harmonisatie van lichaam verhoogde belastbaarheid (kracht / uithoudingsvermogen) techniektraining werpt weer resultaat af effectiever bewegingsverloop meer realiteitszin minder emotioneel agressie neemt af kritisch op eigen prestatie mede verantwoordelijk opoffering voor het team Het herhalen van technische vaardigheden.(positiespel) Technische vaardigheden zoals (blijven herhalen): A Koppen B Aannemen C Direct spel (links/rechts) D Bal door de lucht (over de grond) E Juiste snelheid bij de pass (niet te hard of te zacht) F balvaardigheid/passeerbewegingen Via combinatievormen, positiespelen en partijspelen blijven herhalen; nu in hoger tempo en met (meer) weerstand. Het afronden op de goal (letten op standbeen) A wreeftrap binnenkant voet links/rechts B wreeftrap C koppen D volley E stiften F kijken naar de keeper 1. Aan de hand van wedstrijd- en trainingsanalyse nagaan of alle eerder gemaakte tactische opmerkingen (bij F- t/m C- junioren) in de praktijk ook goed uit de verf komen. Veel en vaak herhalen. 2. Blijf hameren op concentratie vanaf de eerste minuut 3. Leer de spelers wat ze moeten doen bij: A balbezit B balbezit van de tegenstander C balverlies D balverovering 4. Een pass in voorwaartse richting gaat voor een breedtepass en deze gaat weer voor een pass in achterwaartse richting 5. Laat de opbouw van een aanval in principe bij de keeper beginnen 6. Wijs de spelers op het mogelijke gevaar van een breedtepass 7. Maak vaste afspraken over situaties bij spelhervattingen 8. Leer ze elkaars plaats over te nemen als dat nodig is. Keeper : 1 Verdedigend zonder bal a uitgangshouding b verplaatsen in en voor het doel, starten, sprinten, afremmen draaien en keren in alle richtingen c schijnbewegingen met het lichaam d springen: één- en tweebenige afzet, omhoog voor- en achterwaarts, links en rechts zijwaarts, vanuit stand of met een aanloop van één of meer passen 2 Verdedigend met bal a oprapen b onderhands vangen c blokkeren met buik / borst d oprapen, onderhands vangen en blokkeren met buik / borst, met ontwijken
van inkomende tegenstander door zijwaarts weg te springen en te zweven (zij- en voorwaarts) De bal bij deze oefeningen op het lichaam plaatsen of links of rechts naast het lichaam e bovenhands vangen met weerstand van meer tegenstanders en in samenwerking met medespelers f vallen g duiken h zweven i tippen: over en naast het doel verlengen van de bal bij flankballen j stompen: met twee vuisten en met één vuist en tenslotte met weerstand van één of meer tegenstanders k in de voeten werpen / schuiven l noodafweer m buiten de zestien meter: alle noodzakelijke spelersvaardigheden als; - wegtrappen - koppen - sliding/tackle enz. 3 Opbouwend/aanvallend a trap uit de handen: volley en dropkick b werpen: rollen, slingerworp (zijwaarts en bovenhands), trekworp (zijwaarts en bovenhands), inworp (over head) en duwworp (vanaf de borst) c doeltrap Verdedigend spelsituaties: a opstellen en positiespel b duel 1 : 1 Verdedigend spelhervattingen Opstellen en positiespel in en voor het doel bij: a aftrap b hoekschop c vrije trap (direct en indirect) d strafschop e scheidsrechtersbal Opbouwend/aanvallend Wanneer de bal in het spel brengen? Factoren als tijd, voorsprong of achterstand spelen dan een rol. Snelheid waarmee een en ander moet gebeuren. De uitvoering (werpen, trappen). Leiding geven De afspraken LOS, JIJ, HIER en WEG, de aanwijzingen tijdens het spel en het organiseren bij spelhervattingen moeten nu continu herhaald worden. Neem alles door wat in de wedstrijd aan de orde kan komen (wie in de muur, opstelling bij corners, enz.). A-JUNIOREN Ontwikkelen technische vaardigheden en het zich specialiseren op een bepaalde positie. Kenmerken: uitgegroeid systematische training kracht / uithoudingsvermogen hoogtepunt in het leren van motorische vaardigheden stabilisatie in gedrag: nog enkele crisisperioden m.n. groep-individu prestatiegericht geldingsdrang objectivering 1. Alle technische onderdelen die bij F t/m B-junioren behandeld zijn, regelmatig terug laten keren in combinatievormen, positiespelen en partijspelen maar nu in een zo hoog mogelijk tempo en met volledige weerstand 2. Indien mogelijk nieuwe balvaardigheidoefeningen en passeerbewegingen aanleren
3. Extra aandacht voor passen, trappen en aannemen/meenemen, want deze onderdelen komen in de wedstrijd veruit het meeste voor 4. Door individuele training zwakke punten laten bijschaven of sterke punten nog sterker laten maken. Hiervoor is een overzicht nodig waarop alle plus- en minpunten van de spelers staan 1. Alle eerder aangeleerde tactische zaken steeds weer herhalen 2. Specialisten aanwijzen voor corners, vrije trappen en penalty s en deze op hun specialiteit laten trainen 3. Blijf hameren op concentratie tijdens de hele wedstrijd; denk om de 3-minutenregel (Na een doelpunt) 4. Extra aandacht voor spelhervattingen, maak vaste afspraken hierover 5. Het onderling coachen van de spelers moet goed zijn 6. Aandacht vragen voor directe tegenstander; let op bijv. snelheid, sterke/zwakke been, manier van passeren 7. Leer ze de bal met voldoende snelheid te passen; liefst op het goede been van de medespeler 8. Zorg ervoor dat iedereen nu precies weet wat hij doen moet bij balbezit, balverlies, balbezit van de tegenstander en bij balverovering 9. Begrippen zoals: rugdekking, knijpen, pressen en vooractie maken, moeten bekend en getraind zijn 10. Ook de beginselen van 4-4-2 bijbrengen. Keeper : Alle technische vaardigheden die van 14 tot 16 jaar aangeleerd zijn moeten nu geautomatiseerd worden. Training in het hoogste tempo uitvoeren en onder druk van tegenstanders. Alle tactische principes voor 14-16 jarigen (spelsituaties, spelhervattingen) vanuit de wedstrijdsituatie benaderen. Leiding geven Naast afspraken als LOS, JIJ, HIER en WEG en de aanwijzingen tijdens de spelsituaties, moet de doelman nu ook zijn verdediging organiseren bij spelhervattingen. Dus bij hoekschoppen, vrije trappen en evt. scheidsrechtersbal. SENIOREN MANNEN Aangezien Van Nispen een zondagvereniging is, wordt het voetballen op zondag gestimuleerd. Alle spelers die de bagage hebben om selectievoetbal te spelen mogen in principe niet voor hun dertigste jaar op zaterdag voetballen. De basis van het recreatievoetbal is het plezier en de gezelligheid. Toch zal er getracht worden randvoorwaarden te scheppen om de prestaties te maximaliseren. SENIOREN VROUWEN Het vrouwenvoetbal is bij Van Nispen weer opgestart in het seizoen 2003-2004 en in het seizoen 2004-2005 met competitievoetbal gestart. Van Nispen ziet het vrouwenvoetbal als een belangrijke tak van de vereniging en ziet de vrouwenelftallen als een recreatie-elftal waarvoor goede randvoorwaarden worden geschapen om de prestaties te maximaliseren. EERSTE ELFTAL Van Nispen heeft de ambitie om een stabiele derdeklasser te zijn. Hiervoor zijn 16-18 derde klasse-waardige spelers voor nodig, die voornamelijk door de eigen opleiding klaargestoomd moeten worden, eventueel gecompleteerd met spelers uit de streek die een binding hebben met Van Nispen en / of de Zilk. TWEEDE ELFTAL Het tweede elftal is een selectie-elftal en heeft als doel om spelers op te leiden voor het eerste elftal. Hiervoor is het natuurlijk wel nodig dat het tweede elftal ook in de derde klasse speelt.