Qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwer



Vergelijkbare documenten
ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Interne zorgstructuur

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

ZORGPLAN 5 NIVEAUS VAN ZORG

Protocol Leerlingenzorg

Ondersteuning van leerlingen op. CBS De Rank

Protocol Toelaatbaarheid Rugzakleerling

C:\Users\admin\AppData\Local\Microsoft\Windows\Temporary Internet Files\Content.Outlook\DY4SI3QT\Zorgstructuur de Reuzepas.doc

Werkstuk Maatschappijleer Kind met handicap op school

Juli Functie-informatie:

Strategische kernen Passend Onderwijs. Sander, groep 8. Belangrijke overgangsmomenten in de ontwikkeling van kinderen

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

Intern Begeleider (schaal 9)

Ben jij een cluster intern begeleider die verbindt?

Standaard 8: Leerlingen met extra onderwijsbehoeften krijgen bij ons extra leer- en instructietijd.

KWALITEITSKAART. 1-Zorgroute. Opbrengstgericht werken

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

Protocol aanname- en inschrijving RK BS de Veldhof

Openbare Daltonschool Overschie Postbus AC Rotterdam. Zorgplan

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

Teksten voor de nieuwe website van REC Zeeland t.a.v. INFORMATIE T.B.V. HET ONDERWIJS/ONDERWIJS(DES)KUNDIGEN.

Horizontaal rooster Op Bij de Bron wordt met een horizontaal

Evaluatie plan van aanpak cbs de Wâlikker schooljaar EVALUATIE. plan van aanpak schooljaar team Wâlikker Pagina 1

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Taken van interne begeleiders in de samenwerking

Beleidsplan. Ieder kind telt. Werken volgens de 1-zorgroute

3. De zorg voor de leerlingen Passend Onderwijs

Preventieve Ambulante Begeleiding

5 oktober 2010 ZORGTRAJECT DE POELJEUGD

PROTOCOLLEN. Stappenplan t.a.v. doubleren Bij de besluitvorming over een doublure worden de volgende stappen genomen:

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Wat weet de leerkracht van uw kind?

Samenvatting Ondersteuningsprofiel Passend Onderwijs. Nassauschool Groningen

Inrichting van de zorgstructuur op basisschool De Toermalijn. Informatieboekje voor ouders.

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Anne Frankschool Ellecom

Overgangsprotocollen Van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3

Schoolspecifiek ondersteuningsplan basisschool de Beiaard

Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen

Beleid leerlinggebonden financiering

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

toegelaten wordt. Uiteraard zal er in overleg met de ouders altijd naar een oplossing worden gezocht.

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

ROUTEPLANNER BIJ GROEIDOCUMENT HANDELINGSGERICHT INTEGRAAL ARRANGEREN

Samen voor kinderen Agenda. Ondersteuningsplan SWV PO Wat betekent Passend Onderwijs voor mij? 1. Passend Onderwijs algemeen

INTERNE ZORGSTRUCTUUR

Agenda. 1. Externen 2. Taken IB-er 3. Zorgstructuur nu 4. Zorgstructuur toekomst 5. Vragen 6. Zorgmarkt

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Bernulphusschool

Stroomdiagram zorg. Versie september 2008

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht

Handelingsgerichte ontwikkelingsperspectieven in het basisonderwijs. 24 maart 2010

Regeling rugzakleerlingen in het Passend Onderwijs

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Stichting Expertisecenter Onderwijs Zorg Bonaire is op zoek naar een ervaren. Ambulant onderwijskundig begeleider (1 fte)

Leerlingenzorg op de Bataaf

Leerling-zorg op onze school

Overzicht voorbereiden / verwerken plaatsing (zie ook bijlage)

Zorgplan schooljaar

Hoofdstuk 5 schoolplan

Zorgstructuur de Hasselbraam

Zorgverbreding. Rekenen/wiskunde. Basisschool Jahesuja Jantine, Heleen, Suzanna, Jacobine

Inhoudsopgave Zorgplan

e.o. I Leerkracht LB Intern Auteur M. van Ommeren 5616 RM Eindhoven 58VBA4382

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

School ONDERSTEUNINGSPROFIEL

We zijn op zoek naar een kei van een Intern Begeleider!

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Jenaplan Basisschool Donatushof. Bemmel

Schoolondersteuningsprofiel

Verantwoording 3. Hoofdstuk 1 Gegevens school Hoofdstuk 2 Interne procedure: Handelingsgericht werken 7

De zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in beeld Basis is het beleidstuk Het zorgsysteem in het basisonderwijs SWV H-M-S

CBS De Ark. Onderwijs Ondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Samenvatting. Totalen

September Ondersteuningsplan Afspraken en protocollen R.K. Basisschool Willibrordus

SBO 3 BOOR ZORGPLAN

Aannamebeleid passend onderwijs St. Jozefschool Lichtenvoorde

Protocol Terugplaatsingsbeleid van SBO naar BAO

Inleiding bij het protocol De zeven fasen bij de overgang van de voorschoolse instelling naar de basisschool.

Schoolondersteuningsprofiel

PCBS De Schalm Zorgplan PCOAZ

Zorgplan

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

Ondersteuningsprofiel. rsg Simon Vestdijk Harlingen/Franeker

Inhoud DOELSTELLING... 2 PREVENTIE... 2 SIGNALEREN... 3 DIAGNOSTICEREN... 4 DIAGNOSTISCHE TOETSEN GROEPEN 2 T/M VERDERE WERKWIJZE...

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders

Doorstromen, vertragen en versnellen.

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Schoolondersteuningsprofiel. 11KM00 Basissch Insp J. Cryns

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

Overgangsprotocol OPO Ameland Groep 1 tot en met 4

Toelatingsbeleid in het kader van de zorgverbreding.

Schoolondersteuningsprofiel

OBS Giessen-Oudekerk

Nutsbasisschool Dirk van Veen Laan van Mecklenburg GD Breda

Uitkomsten kwaliteitsonderzoek pilot toezicht Godelindeschool Hilversum

ZORGPLAN Onderdeel van het schoolplan van RKBS De Twaalfruiter

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Ondersteuningsplan

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

Transcriptie:

Qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopa sdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwert yuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas dfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklz xcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasd fghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmr tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopa sdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwert yuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas

2012/2013 Ondersteuningstructuur In dit beleidstuk geven we aan wat onze visie op de ontwikkeling van kinderen is, welke consequenties dit kan hebben voor de ondersteuning en op welke wijze de ondersteuning voor de kinderen georganiseerd is. Schoolspecifiek Wij gaan er op onze Jenaplanschool van uit dat elk kind uniek is en recht heeft op een eigen ontwikkelingslijn. Wij dragen er zorg voor dat de lijn stijgend blijft en dat elk kind zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen in een veilige omgeving. In ons schoolplan hebben we omschreven hoe we de schoolomgeving veilig, uitdagend en ontwikkelingsgericht maken, dit omdat we denken dat kinderen zich in zo n omgeving het best kunnen ontwikkelen. Deze combinatie van veiligheid, uitdaging en het volgen van de ontwikkeling die kinderen doormaken liggen ten grondslag aan de keuzes die wij maken op het gebied van ondersteuning/zorg, pedagogisch klimaat, leermaterialen, inzet van formatie en contacten met ouders. Dit uitgaan van verschillen bij kinderen impliceert gedifferentieerd kunnen werken en heeft derhalve direct consequenties voor het handelen van stamgroepleiders. We volgen methoden niet star, maar halen de doelen eruit, volgen de leerlijnen en proberen daarnaast zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Uitgaan van verschillen betekent dat alle kinderen de basisstof van de methoden (doelen) aangeboden krijgen, daarnaast kan verrijking of herhaling van de basisstof geboden worden. Dit gebeurt remediërend, verrijkend of gecompact met verbreding. Door middel van een groepsplan en incidenteel een individueel handelingsplan brengen we deze ondersteuning in kaart. De ondersteuning wordt in principe binnen de groep aangeboden. Een goed contact met de ouders zien wij als een belangrijk aspect om de kinderen op school te kunnen begeleiden en we besteden hieraan veel tijd en aandacht. Organisatie De ondersteuning start op het moment dat een kind is aangemeld op school. De ouders vullen, als hun kind 3 ½ jaar is het entreeformulier in. Hierin geven zij, aan de hand van vragen, een zo compleet mogelijk beeld van de voorschoolse ontwikkeling van hun kind. Dit formulier wordt door de intern begeleider gelezen en wanneer er vragen zijn, wordt contact opgenomen met de ouders en volgt een gesprek met hen en de stamgroepleider waarbij het kind in de groep komt. Daarnaast wordt het entreeformulier aangevuld met het overdrachtsformulier van de peuterspeelzaal. Op deze manier proberen we zo goed mogelijk te anticiperen op zaken die belangrijk zijn voor dit kind om zo optimaal mogelijk van het onderwijs te kunnen profiteren. Ook tijdens het intakegesprek dat de schoolleider heeft met alle nieuwe ouders, zowel van kleuters als van neveninstromers, worden eventuele bijzonderheden in kaart gebracht. 2

Voor zij-instromers geeft de onderwijskundige overdracht van de vorige school informatie over de ontwikkeling van het kind. Bij de beschrijving van de ondersteuning maken we gebruik van het negen-stappenplan dat binnen het samenwerkingsverband geldt, uiteraard aangepast aan en toegepast op onze eigen schoolsituatie. De structuur van de ondersteuning is gericht op een doorgaande ontwikkelingslijn en het voorkomen (d.m.v. afstemming tussen de stamgroepleider en de leerling), signaleren en oplossen of hanteren van problemen. Vanaf augustus 2014 zal de ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband een andere vorm en inhoud krijgen: passend onderwijs. Niveau 1: De preventieve ondersteuning binnen de school Onze visie op kinderen en hun ontwikkeling, op onderwijs en op de samenhang tussen die twee zorgen voor een pedagogisch klimaat waarbij veiligheid, wederkerigheid en een uitdagende leeromgeving belangrijk zijn. We willen een leef- en werkgemeenschap zijn waarbinnen kinderen en stamgroepleiders zich ieder op hun eigen wijze, op hun eigen niveau en in hun eigen tempo kunnen en mogen ontwikkelen in de richting van de doelen die wij als school hebben vastgesteld. Ouders geven we hierin een evidente rol. Stamgroepleiders zijn primair verantwoordelijk voor hun eigen stamgroep, de intern begeleider en de schoolleider hebben hierin een meer integrale verantwoordelijkheid. De preventieve ondersteuning betreft alle kinderen. Niveau 2: Ondersteuning op maat binnen de groep Wij gaan uit van verschillen tussen kinderen. Kinderen ontwikkelen zich niet gelijk op hetzelfde moment, op hetzelfde niveau en in hetzelfde tempo. In de groep worden door de stamgroepleider mogelijkheden gecreëerd om in kleine groepen te werken aan opdrachten waarbij ingespeeld wordt op de individuele instructiebehoeften van kinderen. Deze groepen kunnen wisselend van samenstelling zijn bij de verschillende activiteiten. Ondersteuning op maat betekent dat de stamgroepleider differentieert in instructie en begeleiding binnen een veilig klimaat. Niveau 3: Probleemsignalering, extra hulp Wanneer de stamgroepleider een probleem op sociaal-emotioneel en/of didactisch gebied signaleert, geeft hij in eerste instantie zelf extra hulp (niveau 2). Wanneer deze hulp niet voldoende blijkt te zijn kan de stamgroepleider de intern begeleider raadplegen. De stamgroepleider geeft aan wat de aard van het probleem is, wat hij er zelf al aan gedaan heeft en wat de eventuele resultaten waren. Tenslotte formuleert de stamgroepleider zijn hulpvraag. De stamgroepleider en de ib-er denken handelingsgericht: wat heeft de stamgroepleider nodig om de vraag van dit kind te beantwoorden of met welke ondersteuning is het kind het best geholpen? In het groepoverzicht wordt deze specifieke onderwijsbehoefte van de leerling beschreven. In het groepsplan wordt de leerling in een groep (basis-weer-meer) geclusterd, binnen deze basis-, weer-, of meergroep zal de leerling de specifieke ondersteuning aangeboden krijgen. De ondersteuning komt van de stamgroepsleider, daarnaast is het mogelijk dat kinderen elkaar helpen. De intern begeleider coacht de stamgroepleider. In incidentele gevallen komt het voor dat een leerling een individueel handelingsplan krijgt. Dit plan wordt met het kind en de ouders besproken. Het inzetten van individuele handelingsplannen gebeurt in principe in de stamgroep. Uit onderzoek is gebleken dat hulp binnen de eigen groep en door de eigen stamgroepleider effectiever 3

is. Kinderen die bovengemiddeld intelligent zijn, komen in aanmerking voor verrijkingsmateriaal, (hoog)begaafde kinderen kunnen werken in de plusgroep. Deze kinderen worden gescreend door middel van het digitaal handelingsprotocol (DHH). De leerlingen die in aanmerking komen voor leesbegeleiding (Ralfi-lezen) bereiden de tekst buiten de groep met de leesbegeleider voor. Daarna oefent de leerling gedurende een week de tekst in de groep, zelfstandig en thuis. Niveau 4: Externe ondersteuning Wanneer voorgaande acties onvoldoende vooruitgang laten zien of niet tot het gewenste resultaat leiden kan een advies gevraagd worden aan een deskundige van een schoolbegeleidingsdienst of van het Samenwerkingsverband WSNS (Weer-Samen-Naar- School). Tevens maken wij gebruik van consultatiebesprekingen. Uit deze bespreking kan volgen dat er (opnieuw) een handelingsplan geschreven wordt en/of dat verder onderzoek nodig is. De ouders worden geïnformeerd over de aanmelding voor de consultatie en de uitkomsten hiervan. Wanneer verder onderzoek plaatsvindt moeten ouders hiervoor schriftelijk toestemming geven. We hebben als school een beperkt budget voor onderzoeken en we stellen als voorwaarde dat er een schoolgerelateerde hulpvraag moet zijn om tot onderzoek over te gaan. Niveau 5: Aanvullend onderzoek Als blijkt dat aanvullend onderzoek op pedagogisch-didactisch gebied nodig is, wordt een externe deskundige van Giralis, WSNS of een particulier bureau ingeschakeld. Daarnaast kan voor nader onderzoek een beroep gedaan worden op de schoolarts, logopediste of kinderfysiotherapeute. Ook kan ondersteuning van een preventief ambulant begeleider (PAB) van een clusterschool (SO) aangevraagd worden. Ouders zijn geïnformeerd en moeten altijd schriftelijk toestemming geven voor het onderzoek. Afhankelijk van de hulpvraag wordt deze neergelegd bij Giralis, bij WSNS, PAB of bij een particulier bureau. Dit is ter beoordeling van de ib-er. Nadat het onderzoek heeft plaatsgevonden, worden de ouders uitgenodigd voor het adviesgesprek. Hierbij zijn de onderzoeker, de stamgroepleider en de ib-er aanwezig. Niveau 6: Het zorgplatform Binnen het samenwerkingsverband is een zorgplatform actief. Dit is een multidisciplinair team dat adviseert wanneer uit bovenstaande onderzoeksgegevens nog geen duidelijk omschreven plan is gekomen of specialistische hulp van de psycholoog, logopediste of maatschappelijk werker geïndiceerd is. De stamgroepleider zal dan opnieuw een aanvraagformulier invullen en de ouders moeten wederom schriftelijk toestemming geven voor een bespreking van hun kind in het zorgplatform. Kinderen worden altijd twee keer in het zorgplatform besproken, de eerste keer wordt de vraag besproken en de planning gemaakt, de tweede keer worden de uitslagen van de onderzoeken besproken en een planning gemaakt van de afgesproken hulp. Ouders worden na afloop van bijeenkomsten steeds geïnformeerd. Niveau 7: Eindevaluatie ondersteuning op de basisschool Wanneer na onderzoek, uitgevoerde handelingsplannen en eventuele andere ondernomen acties onvoldoende antwoord gegeven kan worden op de hulpvraag van het kind en er bij ons op school geen mogelijkheden voor verantwoorde begeleiding meer zijn, wordt overgegaan tot de aanvraag voor een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs. Wij schrijven een onderwijskundig rapport waarin staat aangegeven wat er bij ons gebeurd is m.b.t. de begeleiding en ondersteuning. Daarnaast staat hierin 4

welke onderzoeken door externe deskundigen hebben plaatsgevonden en wat de resultaten zijn. De ouders worden geïnformeerd over de uitkomsten van het multidisciplinaire overleg in het ondersteuningplatform en wanneer zij dit wensen kunnen zij begeleid worden bij de uitvoering van de adviezen, bijvoorbeeld het kiezen van, en aanmelden bij een school voor speciaal basisonderwijs. Niveau 8: Permanente commissie leerlingenondersteuning (PCL) Wanneer ouders besloten hebben dat een plaats binnen het speciaal basisonderwijs (SBO) voor hun kind de beste plek is om verder te leren, melden zij, in overleg met ons, hun kind aan bij de PCL. Op basis van het onderwijskundig rapport neemt de PCL een beslissing over de toelaatbaarheid van het kind op een school voor speciaal basisonderwijs. De beschikking (het besluit van de PCL het kind toe te laten op het SBO) wordt, uiterlijk acht weken na het ingediende verzoek, naar de ouders gestuurd. Wij krijgen op school een afschrift van de beschikking. Ouders kunnen binnen zes weken na de beslissing van de PCL in beroep gaan. Na afloop van het gehele traject ontvangen ouders een evaluatieformulier, waarop zij kunnen aangeven hoe zij de verschillende stappen in het ondersteuningtraject hebben ervaren. Niveau 9a: Speciale school voor basisonderwijs Na het afgeven van de beschikking kunnen de ouders hun kind aanmelden bij een school voor speciaal basisonderwijs. De intern begeleider heeft vooraf altijd overleg met de intern begeleider van de nieuwe school. Niveau 9b: Indicatie school voor speciaal onderwijs. Zie uitleg wet op de expertisecentra. Wet op de Expertisecentra (WEC) Deze wet is bedoeld voor kinderen met een ernstige beperking of stoornis die speciale hulp nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen. Door de wettelijke regeling leerlinggebonden financiering kunnen ouders van kinderen met een beperking of stoornis kiezen: hun kind gaat naar een speciale school óf naar een school voor (speciaal) basisonderwijs. Kiezen de ouders voor een (speciale) basisschool, dan wordt een leerlinggebonden budget beschikbaar gesteld, het zgn. rugzakje. Daarmee kan de (speciale) basisschool speciale hulp voor het kind inkopen. Kiezen de ouders voor het speciaal onderwijs, dan gaat hun kind naar een school die behoort tot een van de vier clusters. Onder rugzak -kinderen verstaan we kinderen met een beperking of stoornis die door de commissie voor indicatie van één van de regionale expertisecentra zijn geïndiceerd voor het speciaal onderwijs: cluster 1: blinde of slechtziende kinderen; cluster 2: dove of slechthorende kinderen of kinderen met ernstige spraak- of taalmoeilijkheden; cluster 3: kinderen met een ernstige lichamelijke en/of verstandelijke beperking of (somatisch) langdurig zieke kinderen; cluster 4: kinderen met een psychische stoornis en ernstige gedragsproblemen. 5

Uitgangspunten Ouders van gehandicapte leerlingen kunnen de basisschool vragen om hun kind op de school voor regulier basisonderwijs te plaatsen. In het kader van hun recht op keuzevrijheid en de toenemende vraag naar integratie van gehandicapte kinderen in de samenleving kunnen ouders voor het regulier basisonderwijs kiezen in plaats van het speciaal onderwijs (regionale expertisecentra). Op grond van de integratiegedachte van gehandicapte kinderen hebben scholen voor regulier basisonderwijs de opdracht om gedifferentieerd onderwijs te geven en om zoveel mogelijk in te spelen op de individuele onderwijsbehoeften van deze zorgleerlingen. Het recht op de vrije onderwijskeuze van ouders betekent echter niet dat kinderen met een handicap automatisch op een reguliere basisschool geplaatst worden. De hulpvraag van het individuele kind, mede bepaald door de aard en de zwaarte van de onderwijsbeperking, dient afgestemd te worden op de feitelijke mogelijkheden van het te realiseren onderwijsaanbod (het zorgprofiel). De basisschool maakt daartoe een eigen afweging, die kan leiden tot het niet voldoen aan het plaatsingsverzoek van ouders. Voor elke leerling die aangemeld wordt op een school voor regulier basisonderwijs en waar bij aanmelding duidelijk is dat er van de school een extra zorginvestering wordt gevraagd, wordt door de directie een besluit genomen. Stroomschema voor een leerling met een handicap in school: Stap 1. Probleemsignalering In veel gevallen is al, voordat het kind de leerplichtige leeftijd bereikt, duidelijk dat er sprake is van een handicap. In andere gevallen blijkt dat pas gaandeweg op school. In die gevallen wordt gebruik gemaakt van het zorgtraject van de basisschool. Op schoolniveau is het zorgteam hierbij betrokken. Stap 2. Afwegingen Op basis van de ernst van de problematiek schakelt de basisschool in de regel het zorgplatform in. D.m.v. onderzoek en multidisciplinair overleg wordt aanmelding bij de commissie voor indicatie van het speciaal onderwijs overwogen. Ook kan er preventieve ambulante begeleiding (PAB) aangevraagd worden bij WSNS mbt de verschillende clusters. PAB-ers kunnen de school adviseren mbt aanvraag indicatie of de school handelingsadviezen geven. Stap 3. Aanmelden voor indicatiestelling Als er besloten is tot indicatiestelling melden de ouders het kind aan bij de commissie voor indicatie. De school kan daarin adviseren/begeleiden. Stap 4. Indicatiestelling Binnen elk regionaal expertisecentrum is één commissie die beslist of het aangemelde kind voldoet aan de criteria. De basisschool is verplicht een onderwijskundig rapport op te stellen. Stap 5. Indicatiebeslissing Er zijn drie beslissingen van de commissie voor indicatie mogelijk: - het aangemelde kind komt in aanmerking voor leerlinggebonden financiering (het rugzakje) of voor plaatsing in het speciaal onderwijs - het aangemelde kind komt niet in aanmerking - de commissie adviseert tot observatieplaatsing van de aangemelde leerling binnen een van de scholen van het regionaal expertisecentrum 6

Stap 6. Keuze voor integratie of plaatsing in het speciaal onderwijs. Gegeven de indicatiebeslissing kunnen ouders een keuze maken voor ofwel plaatsing van het kind in het speciaal onderwijs, ofwel voor plaatsing in het regulier basisonderwijs met leerling-gebonden budget (het rugzakje). Als de ouders ervoor kiezen het kind aan te melden bij een basisschool, maakt de basisschool haar eigen toelatingsafweging. In haar afweging consulteert de school een vertegenwoordiger van het regionaal expertise-centrum, waarvan de commissie voor indicatie de ouders een rugzakje heeft afgegeven. Stap 7. Handelingsplan Er wordt een handelingsplan opgesteld, waarin wordt aangegeven welke zorg en behandeling wordt nagestreefd/gerealiseerd, inclusief een tijdspad. Dit plan wordt door de school, eventueel in overleg met het regionaal expertisecentrum waarvoor de indicatie is afgegeven, opgesteld en met de ouders afgestemd en ondertekend. Stap 8. Realisatie en monitoring van het handelingsplan Binnen de zorgstructuur van de basisschool wordt het handelingsplan periodiek bijgesteld en aangepast. IVO rapport audit zorgeenheid Onze mogelijkheden ten aanzien van het bieden van onderwijszorg aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften is, in het kader van de voorbereiding op passend onderwijs, in november 2011 in kaart gebracht door de M&O groep. Het auditrapport ligt op school ter inzage. In dit ondersteuningsplan zijn onderdelen uit dit rapport opgenomen. Scholen verschillen in de onderwijszorg die zij (kunnen) bieden. Uit verwijsgedrag van scholen bijvoorbeeld blijkt dit heel duidelijk: een leerling waarbij de ene school tegen de grenzen van haar onderwijszorg aanloopt, kan op een andere school zonder al te veel inspanning passend onderwijs krijgen. Soms is de reden makkelijk aanwijsbaar: een school in een gebouw met veel trappen en weinig ruimte is niet zomaar passend voor een leerling in een rolstoel. Maar meestal is het lastiger om aan te geven wanneer een leerling niet en wanneer wel op een school terecht kan. Zowel voor de school zelf, als voor ouders en voor de bovenschoolse organisatie die het bovenschoolse netwerk van onderwijszorgvoorzieningen inricht (schoolbestuur, samenwerkingsverband po, regionaal netwerk Passend Onderwijs) is het van belang te weten waar de school staat voor wat betreft de onderwijszorg, en wat mogelijkheden zijn om de onderwijszorg te versterken en eventueel uit te breiden. In de audit is gekeken naar de match tussen de onderwijsbehoeften van de leerlingen uit het voedingsgebied van de school met het onderwijsaanbod van de school. Deze match tussen vraag en aanbod is in kaart gebracht in termen van kenmerken van het onderwijszorgaanbod, van de school dus. Het profiel van het onderwijszorgaanbod van een reguliere school wordt bepaald door: de mate waarin het onderwijsconcept bijdraagt aan het zich geaccepteerd voelen van kinderen met een speciale onderwijsbehoefte. de positie op vijf velden van onderwijsbehoefte: 1. de hoeveelheid aandacht/handen in de groep; 2. speciale onderwijsmaterialen; 3. de ruimtelijke omgeving; 7

4. expertise; 5. samenwerking met externe instanties die zich ook met de zorg voor het kind bezighouden. Informatie over deze kenmerken is verzameld door: een interview/gesprek; observaties in groepen, met name ter ondersteuning van de bevindingen over het gehanteerde onderwijsconcept en het daarbij horende klassenmanagement; een gesprek met het schoolteam waarin de opvattingen rond en het draagvlak voor het onderwijs aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften aan de orde komt. In het licht van Passend Onderwijs kunnen vier schoolprofielen 1 binnen het regulier basisonderwijs worden onderscheiden, te weten: 1. de netwerkschool 2. de smalle zorgschool 3. de brede zorgschool en 4. de inclusieve school. Onder deze vierdeling van schoolprofielen ligt een dimensie die loopt van gesegregeerd ( exclusie ) naar geïntegreerd onderwijs ( inclusie ). In andere woorden: de netwerkschool profiteert adequaat en optimaal van de geïnstitutionaliseerde speciale (onderwijs)zorg binnen andere instellingen, zoveel mogelijk gelegen in de directe omgeving van de school. Deze is aanwezig in andere speciale scholen, of in gespecialiseerde zorginstellingen als een revalidatiecentrum. Op de inclusieve school daarentegen is in principe alle speciale onderwijszorg in huis aanwezig om zorgleerlingen te kunnen handhaven, mede door een vaste partnerrelatie met zorginstellingen buiten het onderwijs zoals het genoemde revalidatiecentrum. De schoolprofielen kunnen ook benaderd worden vanuit een ontwikkelingsperspectief, waarbij de netwerkschool als beginfase en de inclusieve school als eindfase wordt gezien. Op die manier kunnen scholen die zichzelf herkennen in één van de schoolprofielen, de intentie uitspreken om te streven naar een ander, nabijgelegen schoolprofiel. Bedenk dat deze vier schoolprofielen ideaaltypisch zijn. In de praktijk komen er allerlei (sub)varianten voor die uiteindelijk wel weer zijn te herleiden naar één van bovenstaande schoolprofielen op het gebied van speciale onderwijszorg. Uiteraard is het schoolprofiel waartoe de school zich ontwikkelt ook geen statische grootheid. Schoolprofielen veranderen met de transformatie van de schoolpopulatie en de schoolkeuzen daaromtrent mee. Over het geheel genomen is Jozefschool te karakteriseren als een SMALLE ZORGSCHOOL. Met haar methodegestuurde inzet, waarbij voor de kernvakken structureel gewerkt wordt in 3 leerroutes en een duidelijke opbouw op het gebied van zelfstandig werken, waardoor mogelijkheden ontstaan om in te spelen op verschillen tussen leerlingen, 8

kenmerkt de school zich als een smalle zorgschool. De teamexpertise en beschikbare materialen naast de methode zijn meer kenmerkend voor een netwerkschool. De aangegeven groeimogelijkheden op het algemene onderwijsconcept van de school en op de vijf velden bieden perspectief op het versterken van het concept smalle zorgschool. Netwerkschool Smalle zorgschool Brede zorgschool Inclusieve school Onderwijsconcept X Onderwijsvoorzieningen: 1. Handen in de klas X 2. Materialen X 3. Ruimtelijke omgeving X 4. Expertise X 5. Relaties X IVO: Indiceren Vanuit Onderwijsbehoeften. M&O groep: Management en Organisatieadviesgroep Handelingsgericht werken Handelingsgericht werken is een systematische manier van werken. Hierbij wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de basisbehoeften en onderwijsbehoeften van ieder kind. Deze behoeften worden geformuleerd door aan te geven wat een kind nodig heeft om een bepaald doel te kunnen bereiken. De centrale vraag is: wat vraagt het kind aan ons? Welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie etc. heeft het nodig? Kindkenmerken worden vertaald naar onderwijsbehoeften. Men richt zich niet zozeer op wat er mis is met een kind, maar meer op wat het nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken en welke aanpak een positief effect heeft. Het leerlingvolgsysteem op de Jozefschool De sociaal-emotionele ontwikkeling van alle kinderen wordt gevolgd door het instrument ZIEN! dat in het leerlingadministratiesysteem ParnasSys is geïntegreerd. Om kinderen te volgen in hun ontwikkeling wordt bij de leerlingen van groep 1/2 tevens het Ontwikkelingsvolgmodel van Dick Memelink gebruikt. Het geeft goede informatie over de verschillende ontwikkelingsgebieden van kinderen. Daarnaast werken we voor de cognitieve ontwikkeling met het Protocol leesproblemen en dyslexie en maken we een koppeling tussen het OVM en de tussendoelen beginnende geletterdheid van het Expertisecentrum Nederlands. In januari toetsen we alle leerlingen van groep 2 met Cito taal en Cito rekenen. Leerlingen worden incidenteel nogmaals in juni op deze toetsen getoetst, dit staat beschreven in het individuele handelingsplan. We toetsen alle kinderen in groep 3 t/m 8 met methodetoetsen en niet-methode toetsen voor vakgebieden zoals technisch en begrijpend lezen, spelling, rekenen en wiskunde. Bij de afname van niet-methode toetsen in januari en juni volgen we het toetsprotocol van SKOVV. Ieder schooljaar wordt een zorgkalender opgesteld. De toetsen die opgenomen worden in deze kalender zijn SKOVV-breed afgesproken (bijlage toetsprotocol SKOVV en zorgkalender). 9

Ook bij het gebruik van het leerlingvolgsysteem gaan we uit van verschillen tussen kinderen, we gebruiken de toetsen om te kijken of elk kind zich t.o.v. zichzelf goed blijft ontwikkelen. Tijdens groepsbesprekingen worden resultaten, doelen en plannen besproken met de intern begeleider. Groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen Voorafgaand aan de groepsbespreking maken leerkrachten gebruik van het formulier voor groepsbespreking om het gesprek goed voor te bereiden (zie bijlage). Groepsbesprekingen vinden plaats in de bouwvergaderingen onderbouw en bovenbouw. De intern begeleider en bouwcoördinatoren zijn hierbij aanwezig. Leerlingbesprekingen komen voort uit groepsbesprekingen, deze vinden individueel met de intern begeleider plaats. Deze aspecten van handelingsgericht werken staan in onderstaand stroomschema weergegeven: Op groepsniveau worden alle bevindingen en plannen opgenomen in ons leerlingvolgsysteem ParnasSys. De groepskaart In de groepskaart wordt per kind aangegeven wat van belang is om te weten om het kind zo goed mogelijk te begeleiden. De scores voor ZIEN!, toetsscores van diverse vakgebieden, kindfactoren, onderwijsbehoeften en persoonlijke notities staan per leerling in een groepsoverzicht. Groepsoverzichten schrijven behoort volgens de cyclus handelingsgericht werken bij waarnemen en begrijpen. Groepsoverzichten worden voor de zomervakantie voor alle 10

groepen gemaakt. Deze groepsoverzichten zijn het middel om de groepsoverdracht met collega s te bespreken. Evaluatie op de doelen worden op het groepsoverzicht per leerling beschreven. Het groepsoverzicht wordt altijd handelingsgericht geformuleerd; we denken in mogelijkheden en niet in beperkingen. Gedurende het hele schooljaar wordt de groepskaart telkens bijgewerkt met nieuwe informatie, waarnemingen en recente toetsscores. Groepsplannen Na het bijwerken van de informatie op de groepskaart, wordt de informatie geanalyseerd. Kinderen die specifieke begeleiding nodig hebben, worden in groepjes geclusterd. Naast het basisgroepsplan waarin staat wat alle kinderen van de groep aangeboden krijgen, zijn er groepsplannen voor de meer- en voor de weergroep. In de meergroep komen kinderen die uitdagende opdrachten nodig hebben, in de weergroep komen kinderen die extra instructie en remediërende opdrachten nodig hebben. Groepsplannen schrijven behoort volgens de cyclus handelingsgericht werken bij plannen en realiseren. Een groepsplan is letterlijk een plan, volgens welke de komende tijd met de groep gewerkt wordt. In dit plan beschrijven we de doelen altijd smart (stimulerend, meetbaar, actueel, realistisch en tijdsgebonden). De gestelde doelen zijn streefdoelen en hier zetten we hoog op in. De handelingsplannen Incidenteel zal een handelingsplan voor een individuele leerling ingezet moeten worden. Op de groepskaart zijn deze handelingsplannen zichtbaar. Het uitvoeren van handelingsplannen wordt bij voorkeur binnen de stamgroep georganiseerd. We maken een uitzondering voor kinderen met ernstige leesproblemen. Deze kinderen krijgen één keer per week instructie van het leesinterventieprogramma bij de intern begeleider of de onderwijsassistent, waarna de stamgroepleider dezelfde bladzijden die week herhaalt. Excellente leerlingen die doorgetoetst zijn door middel van het DHH en waarbij blijkt dat compacten van methodestof en verrijking nodig is, zullen buiten de groep verbreding/verrijking aangeboden krijgen (zie Regenbooggroepbeleidsplan). Taken en verantwoordelijkheden De stamgroepleider De stamgroepleider is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in de stamgroep. Op pedagogisch gebied valt hieronder: veiligheid bieden, zorgen voor uitdaging en ontwikkeling en kinderen moeten zelfstandig kunnen werken. Op het terrein van de didactiek moet de stamgroepleider zorg dragen voor goede, gedifferentieerde instructie aan alle kinderen. Deze beide zaken krijgen gestalte vanuit verschillende doelen die de stamgroepleider dat jaar, met die groep, op die gebieden wil gaan bereiken. Dit betekent o.a. dat de stamgroepleider: Zorg draagt voor een veilig leef- en werkklimaat in de groep; de sociale en emotionele ontwikkeling volgt en eventuele problemen tijdig signaleert en actie onderneemt; zorg draagt voor het gehele onderwijsaanbod; verschillen tussen kinderen waardeert en er een passend antwoord op geeft; 11

de resultaten van toetsen registreert en analyseert, om de ontwikkeling van het kind in kaart te brengen; na analyse op de toetsresultaten hoge streefdoelen stelt voor de volgende periode; differentieert in het onderwijsaanbod aan de verschillende leerlingen; rekening wil houden met het totale kind, wanneer er op een deelgebied een probleem ontstaat; indien nodig op basis van de toetsresultaten groepsplannen schrijft en uitvoert; contact met ouders heeft over de ontwikkeling van hun kind; kennis en vaardigheden wil verwerven als de situatie daarom vraagt; hulp kan en wil vragen aan de intern begeleider wanneer hij dit nodig acht. De intern begeleider De intern begeleider is onder verantwoordelijkheid van de schoolleider belast met de coördinatie en uitvoering van het zorgbeleid in de school en de begeleiding en professionalisering op dit terrein van leerkrachten ten behoeve van een passend onderwijsaanbod voor alle leerlingen. De intern begeleider ondersteunt de schoolleider bij het ontwikkelen en bewaken van het zorgbeleid op school en levert samen met de andere IB-ers binnen de stichting een bijdrage aan de ontwikkeling van bovenschools beleid op dit terrein. Op de St Jozefschool heeft de adjunct-directeur de ondersteuningstaken in haar pakket. Ondersteuningstaken ib-er: 1. Bijdrage beleidsontwikkeling ondersteuningsbeleid, waaronder: - Adviseren en ondersteunen van de schoolleider bij het ontwikkelen van nieuw ondersteuningsbeleid ten behoeve van een passend onderwijsaanbod voor alle leerlingen; - Leveren van een bijdrage aan de evaluatie en rapportage van het ondersteuningsbeleid en de onderwijsresultaten; hiertoe wordt informatie over activiteiten ten behoeve van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, toetsresultaten en groepsbesprekingen geanalyseerd en aangeleverd. 2. Coördinatie en uitvoering zorgbeleid in de school, waaronder: - Zorg dragen voor uitwerking van het leerlingvolgsysteem volgens afspraken in het zorgplan; - Bewaken van procedures en afspraken m.b.t. leerlingenzorg; - Organiseren van onderzoek en speciale hulp m.b.t. leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte en zorgen voor dossiervorming; - Organiseren en deelnemen aan intern en extern overleg m.b.t. leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte; - Het coördineren van aanmeldingen en verwijzingen van leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte; - Een bijdrage leveren ten aanzien van het aanname- en verwijzingsbeleid voor leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte in het kader van de zorgplicht en het zorgprofiel (ondersteuningsprofiel) van de school; - Het opstellen van de jaarlijkse toetskalender op basis van het ondersteuningsbeleid, het bewaken van de uitvoering, en verzamelen van toetsgegevens op leerling-, groep-, en schoolniveau. 3. Ondersteuning van leerkrachten, waaronder: - Overdragen van kennis over leerlingenzorg aan collega's binnen de school; 12

- Adviseren en coachen van collega's bij hun pedagogisch en didactisch handelen bij leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte; - Ondersteunen en coachen van collega's bij het interpreteren van gegevens over de ontwikkeling van leerlingen, het opstellen, uitvoeren en evalueren van individuele handelingsplannen/groepsplannen en het bewaken van het vervolg daarop; - Ondersteunen van collega's bij de contacten met ouders/verzorgers en externe instanties; - Observaties in de groepen, teneinde een goed advies te geven voor een aanpak van leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte; - Adviseren en coachen van collega s bij het geven van gedifferentieerde instructie, het werken met instructiegroepen en bijhorend klassenmanagement. De schoolleider De schoolleider is eindverantwoordelijk voor alle activiteiten die binnen de school plaatsvinden. Regelmatig overleg met de intern begeleider over de ondersteuning binnen de school is daarom belangrijk. De schoolleider heeft een stimulerende en voorwaardenscheppende rol t.a.v. het uitvoeren van het ondersteuningbeleid. In dit beleidstuk wordt naar het toetsprotocol SKOVV en de toetskalender St Jozefschool verwezen beide documenten zijn op de website van de school na te lezen. Wageningen, maart 2013 Monique Franken 13

14