Rode bosmier De rode bosmier ontdek je soms al snel. Als je bijvoorbeeld in het bos loopt en dan ergens gaat zitten. Opeens zitten ze overal. In je broekspijpen, op je arm, tot in je sokken aan toe! En ze bijten nog ook! Waarschijnlijk vinden ze jou ook niet leuk. Je bent zomaar op hun pad in hun gebied neergeploft. SOORTEN MIEREN Overal ter wereld leven mieren. Maar niet overal leven dezelfde soorten. De mieren op straat of in de tuin zijn weer andere mieren dan de mieren in de duinen. Zo heb je de gele weidemier, de wegmier, de bruine baardmier, de bekende rode bosmier en nog veel meer soorten. De rode bosmier leeft in het bos en in de duinen.
NEST Mieren leven samen. De mierenhoop is het nest van wel duizenden mieren. Het is een soort berg van dennennaalden en takjes. In die berg zitten allemaal gangetjes en holletjes. Een nest kan binnen enkele maanden van een paar takjes uitgroeien tot een hoop van een halve meter hoog en een meter doorsnede. Maar de rode bosmier kan nesten bouwen van wel twee meter hoog! het heel warm kan zijn in een mierenhoop? De temperatuur kan oplopen tot 30 ºC! MOOI WEER Mieren zijn echte mooi-weer beesten. s Winters, als het koud is, blijven ze in hun nest onder de grond. Ook s zomers als het regent zul je weinig mieren bij het nest zien. Maar verder zijn ze dag en nacht in de weer met voedsel zoeken, het nest in orde brengen en het verzorgen van de eieren, larven en poppen. Bijna alle mieren in het nest zijn vrouwtjesmieren. Het zijn er tienduizenden.
De mieren die aldoor aan het werk zijn in en om het nest, zijn de werksters. Midden in het nest zitten enkele grote mieren: de koninginnen. Zij leggen de eieren en dat doen ze de hele dag door. Uit die eieren komen meestal nieuwe werksters, maar in de lente ook mannetjesmieren en koninginnen. Deze laatste twee hebben vleugels en de werksters niet. En die vleugels hebben ze nodig voor één dag. DE BRUIDSVLUCHT Op een warme lenteavond is het een drukte van belang op het nest. Alle jonge mannetjes en koninginnen kruipen naar buiten. Opeens begint het: ze spreiden hun vleugels uit en vliegen de zon tegemoet. Dat is de bruidsvlucht. In de lucht paren de mannetjes en de koninginnen. Eenmaal op de grond, zullen de koninginnen proberen een nieuw nest te maken. Natuurlijk lukt hen dat lang niet allemaal. Velen worden opgegeten. Anderen vinden niet op tijd een goed plekje. mieren ook vijanden van elkaar zijn? Tussen de mieren van verschillende mierenhopen breekt er wel eens oorlog uit. Vooral wanneer er weinig voedsel is.
Tijdens de paring krijgt de koningin zoveel zaadjes van het mannetje, dat ze haar hele leven bevruchte eieren kan leggen. En dat is heel wat, want een mierenkoningin kan 15 jaar oud worden. Ze legt ieder jaar van eind maart tot half augustus eieren. Per dag soms wel driehonderd eieren. Dat betekent dat een koningin wel tweehonderdduizend eieren in haar leven legt! VIJANDEN Vijanden hebben de mieren genoeg. Voornamelijk vogels, maar ook spinnen en roofinsecten. Een vogel die dol is op mieren is de groene specht. In de keutels van de groene specht worden vooral resten van mieren gevonden. Gelukkig wordt maar 5% van de mieren uit de hoop door de specht opgegeten. Dit overleeft de mierenhoop wel. Groene specht
LUIZENMELK Zelf moeten de mieren natuurlijk ook eten. Er wordt van alles aangesleept naar het nest. Soms wel 15.000 insecten en bodemdiertjes per dag. Rupsen, die wel 5 keer zo groot zijn als de mieren zelf, kevertjes, wormen, noem maar op! Mieren bewerken ook luizen om een lekker hapje te verkrijgen. Luizen zitten meestal in een boom of struik. De mieren zoeken ze op en trommelen met hun voelsprieten op het achterlijfje van een luis. Dan scheidt de luis een paar suikerzoete druppels uit, die door de mier opgelikt wordt; luizenmelk. Dit is natuurlijk geen echte melk, maar we noemen het zo. In ruil voor de melk worden de luizen door de mieren beschermd tegen vijanden, zoals lieveheersbeestjes. mieren een goed geheugen hebben? Na de winterslaap weten ze dezelfde luizenboom van de afgelopen zomer weer te vinden.