Koper Zware metalen. Indicator voor: koper (CAS: CAS: 7440-50-8)

Vergelijkbare documenten
Mangaan Zware metalen

Vanadium Zware metalen

Molybdeen Zware metalen

Thallium Zware metalen

Fact Sheet: cotinine

VRAAGBAAK MIGRATIE VAN BISPHENOL A VAN VERPAKKING NAAR VOEDSEL. Door. De Bont, R., Van Larebeke, N.

2,4-dichlorofenoxy- azijnzuur (2,4-D) pesticiden

Kwikdamp in omgevingslucht van Paramaribo. Kwikdampnormen in de omgevingslucht. Kwikdamp concentraties in Paramaribo

Datum Onze referentie Blad

Nikkel Zware metalen. Indicator voor: Nikkel (Ni, CAS: )

Beta-Hexachloorcyclohexaan Persistente Organische Polluenten

Antimoon Zware metalen

PAKs. Indicator voor: 1-hydroxy-pyreen: metaboliet van pyreen 1-naftol, 2-naftol: metabolieten van naftaleen

Chemisch toxicologische eigenschappen van acrylonitril en medische aspecten van een blootstelling

GEZONDHEIDSKUNDIG ONDERBOUWDE GRENSWAARDEN

Bisphenol A Weekmakers

Commissie van Advies voor Plantenbereidingen. Advies Essentiële Oliën in Capsules Citrus limon (L.)

Beoordeling onderzoek gezondheidseffecten gewolmaniseerd hout

FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID

Inhoud. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Hexachloorbenzeen Persistente organische polluenten

Samenvatting. Vraagstelling

Samenvatting. Vraagstelling

Chroom (Cr; CAS: ) In urine: totaal chroom (Cr(III) en Cr(VI)) In rode bloedcellen: Cr(VI) (Lewalter et al. 1985; Lukanova el.

Samenvatting. Vraagstelling

Biomonitoring benzeen en de rol van de bedrijfsarts. s-hertogenbosch Hotel Central 13 juni 2019

- Rapport 2- MBT analyse in urine van 37 personen. Waalwijk, 6 december 2016, Dr HMJ Goldschmidt, algemeen directeur DCT Versie 2.0.

Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen

Toxicologie enkele begrippen

Samenvatting. Vraagstelling

Methoden voor de bepaling van elementen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 november 2013 (OR. nl) 16792/13 DENLEG 136. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 21 november 2013

RISICOBEOORDELING VAN DE AANWEZIGHEID VAN NICOTINE EN COTININE IN LEGHENNEN EN EIEREN

SYNONIEMEN: 2-Propeennitril, Acrylnitril, Vinylcyanide EINECS nr: CAS nr: EEG nr:

Gezondheid & Milieu Genk-Zuid

Samenvatting. Vraagstelling

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Uitdagingen Chemische Analyses

Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten

Samenvatting. Vraagstelling

Aanbevelingen voor vitamines, mineralen en spoorelementen Factsheet

Indelen van stoffen en mengsels volgens CLP

Gassen in containers Rol arbeidsgeneesheer EDPBW. Dr. Edelhart Kempeneers Wetenschappelijk adviseur Preventieadviseur-Arbeidsgeneesheer

Procedure voor het afleiden van huidgrenswaarden voor stoffen met H-notatie, maar zonder een dermale Derived No Effect Level (DNEL)

Samenvatting. Vraagstelling

Methoden voor de bepaling van elementen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Samenvatting. Vraagstelling

Fact Sheet: UV-filters

Risico s van blootstelling aan gevaarlijke stoffen in de vuurwerkbranche - een initiërend onderzoek door en voor de sector -

ANESTHESIE TIJDENS LACTATIE

Registratie-richtlijnen A047 GEHALOGENEERDE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken

Fact Sheet: tetrabromobisfenol A (TBBPA)

Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van VWS en de minister van LNV

Veiligheidsinformatieblad

Zware metalen in Vlaanderen: reden tot paniek? Hilde Vandendriessche, BDB

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

gas onder druk Als het gas vrijkomt, bereikt het zeer snel een concentratie in de lucht die gevaarlijk is voor de gezondheid.

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Aanbevelingen voor vitamines, mineralen en spoorelementen Factsheet

Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten

kwik en methylkwik Zware metalen

Irriterend voor de ademhalingswegen Zeer irriterend voor de ogen (gevaar voor oogletsel) Buikpijn, diarree, braken

Environmental justice en HBM:

METHODEN VOOR DE BEPALING VAN ELEMENTEN

Leukemie door het gebruik van PX-10?

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

Methoden voor de bepaling van elementen

Methoden voor de bepaling van elementen

Methoden voor de bepaling van elementen

Vitamine D: meten of eten?

Samenvatting. Vraagstelling

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Methoden voor de bepaling van elementen

Inschatting gezondheidsrisico s grafietregen Wijk aan Zee RIVM 2019

Doe-het-zelf monitoring van beroepsblootstelling Daan Huizer en Frans Jongeneelen IndusTox Consult, Nijmegen

Meting van PFOA in serum van omwonenden Chemours. Duiding van de uitkomsten. Joke Herremans RIVM

Een kwestie van REACH & CLP. Rene de Graaff. Reach Chemical Control, Lyondell Basell Industries

GECONTROLEERDE BLOOTSTELLING? TOON HET AAN! 13 april 2016

Samenvatting. Vraagstelling

Samenvatting. Vraagstelling

Tri- en tetrachlooretheen

DEEL 1: GEVARENAANDUIDINGEN ; H-zinnen

Luchtkwaliteit: een Europees perspectief

DEMOCOPHES ONDERZOEK. persoonlijke resultaten

Vitamine D Hoog gedoseerde voedingssupplementen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Samenvatting en advieswaarde

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP / ONDERNEMING. : F : Licht ontvlambaar

Voorlichting & Training. Gevaarlijke Stoffen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD. 1 Identificatie van de stof of het preparaat en van de vennootschap/onderneming

Milieu en Gezondheid in Genk-Zuid. Dirk Wildemeersch Vlaamse Gezondheidsinspectie

t,t -muconzuur Benzeen

WELKOM BLOOTSTELLING VAN BENZINEPOMPSTATION MEDEWERKERS AAN BENZEEN, TOLUEEN EN XYLENEN IN SRI LANKA

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren

SAMENVATTING SAMENVATTING

HOUTSTOF EN UW GEZONDHEID ALGEMEEN

Onderwerp: Toxicologische evaluatie rubbergranulaat kunstgrasvelden in de gemeente Valkenswaard.

1 IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN DE VENNOOTSCHAP / ONDERNEMING. : F : Licht ontvlambaar

Transcriptie:

Indicator voor: koper (CAS: CAS: 7440-50-8) Koper (Cu) is een roodachtig metaal dat natuurlijk voorkomt in gesteenten, bodem en water. Het is een essentieel element voor alle levende organismen. In te hoge concentraties kunnen echter toxische effecten optreden. Het wordt voornamelijk gebruikt als elektrisch geleider in elektrische bedrading en kabels voor vele toepassingen. Daarnaast wordt het ook gebruikt in elektronica, architectuur, antibiofouling en antimicrobiele voorwerpen, houtverduurzaming, waterzuivering en behandeling van plantziekten. Vervuiling met koper wordt vastgesteld in de buurt van stortplaatsen, afvalverbranding, in de houtproductie, bij de verbranding van fossiele brandstoffen, en in de bodem waar fungiciden gebaseerd op koper worden gebruikt. Productievolume: Totaal geproduceerd en/of geïmporteerd in de Europese Economische Zone: 1 tot 10 miljoen ton per jaar (http://echa.europa.eu) Wetgevend kader: Richtlijn 2010/75/EU: Emissiegrenswaarden voor de som van koper en koperverbindingen: Uit afvalverbrandingsinstallaties: 0,5 mg/nm 3 Voor lozing van afvalwater van reiniging van afgassen: 0,5mg/l Richtlijn 2009/48/EC: De migratielimieten van koper uit speelgoed zijn voor volgende materialen: 622,5 mg /kg in droog, bros, poederachtig of flexibel speelgoedmateriaal 156 mg/kg in vloeibaar of kleverig speelgoedmateriaal 7700 mg/kg in afgekrabd speelgoedmateriaal. VLAREBO 2008: Streefdoel koper in bodem: 20 mg/kg droge stof; in grondwater 20 µg/l Richtlijn 1998/83/EG: Maximum concentratie van koper in drinkwater is 2mg Cu/l. Classificatie GHS H412: schadelijk voor aquatische ecosystemen met langdurige effecten H400: zeer toxisch voor aquatische ecosystemen 1

Verwachte blootstellingswegen naar de mens: Koper is veelvuldig in de natuur aanwezig. De mens kan hieraan worden blootgesteld door het inademen van lucht, drinken van water, eten van voedsel of door het contact van de huid met koper bevattende vloeistoffen en substanties. Een belangrijke vraag bij het bekijken van koperblootstelling is of dat het gaat over vrij koper (meestal vrije Cu (II)), of dat het gebonden of geabsorbeerde koper betreft. Hoewel, ook gebonden koper kan, na ingestie, onder invloed van de lage ph in de maag vrijgegeven worden. (Hoog) blootgestelde groep: Een potentiele oorzaak voor verhoogde koperblootstelling in de algemene bevolking is de hoge consumptie van drinkwater dat veel koper heeft opgenomen van het distributienet, of dat reeds hoge concentraties aan koper bevat door natuurlijke of antropogene activiteit (bv. in de buurt van ontginningssites). Mensen die in de buurt wonen van afvalverwerkingssites hebben een groter risico op blootstelling dan de algemene populatie. Omwonenden van kopersmelterijen en raffinaderijen en werknemers in deze industriën kunnen ook blootgesteld worden aan hogere concentraties van koper, door inhalatie of ingestie. (ATSDR, 2004) Gevoelige groepen: Mensen met een genetische afwijking die het kopermetabolisme verstoort, zoals Menkes syndroom en de ziekte van Wilson, en mensen met medische complicaties aan lever en galklier of met alfa-1-antitrypsinedeficiëntie kunnen hogere waarden van koper in bloed vertonen dan gezonde mensen met dezelfde blootstelling. (Gaetke, 2003) Verwachte gezondheidseffecten: Koper is een essentieel element en gezondheidseffecten kunnen zich voordoen bij zowel te lage als te hoge concentraties. Een tekort aan Cu is geassocieerd met anemie, neutropenie en botafwijkingen, maar klinische bewijzen zijn zeldzaam. 2

Volgende effecten werden gerapporteerd bij een éénmalige acute orale blootstelling: buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, overgeven en diarree, tachycardie, ademhalingsproblemen, bloedarmoede, bloed in de urine, gastrointestinale bloedingen, lever- en nierfalen, en de dood. Bij éénmalige inname van drinkwater met hoge concentraties aan Cu werden gastrointestinale effecten vastgesteld. En bij chronische inname van Cu werd leverfalen gerapporteerd. Bij blootstelling via de huid werden geen systemische effecten vastgesteld, maar Cu kan via de huid wel allergische reacties veroorzaken. Bij occupationele blootstelling (via inademing) aan zeer hoge concentraties (200 mg Cu/dag) werden symptomen van Cu-vergiftiging vastgesteld (verhoogde serum concentraties, vergroting van de lever). (EHC, 1998) Chronische blootstelling veroorzaakt levercirrose, hemolyse, en schade aan nieren, hersenen en andere organen, wat kan leiden tot coma, necrose van levercellen, falen van de bloedsomloop en de dood.(gaetke, 2003) Er is onvoldoende bewijs om te beweren dat Cu kankerverwekkend is. Laagste niveau waarbij schadelijke effecten waargenomen werden: De informatie hieronder wordt in eerste instantie opgedeeld op basis van de route van blootstelling (inademing, ingestie of via de huid), vervolgens op basis van gezondheidseffect (dood, systemisch, immunologisch, reproductief, ontwikkelingsstoornis, genotoxiciteit of carcinogeen). De data worden behandeld in termen van drie types van blootstellingsduur: acuut (14 dagen of minder), intermediair en chronisch (meer de 365 dagen) Daarnaast wordt er bij de LOAEL-waarden een onderscheid gemaakt tussen ernstig en minder ernstig, waarbij ernstige effecten leiden tot het falen van biologische systemen of tot morbiditeit of dood. Inademing Type blootstelling Gezondheidseffect species Blootstellings - duur LOAEL (<ersntig) mg/m³ LOAEL (ernstig) mg/m³ acuut systemisch muis 1-2 weken 0,12 hamster 3 u 3,3 immunologisc h muis 1-2 weken 0,12 0,13 3 u 3,3 0,56 chronisch systemisch mens 8u/d, 5d/w 0,64 3

Ingestie Type Blootstelling Gezondheidseffect species Blootstellings - duur LOAEL (<ersntig) mg/kg/dag acuut dood rat 2-15 weken 550 14 dagen 31 muis 14 dagen 62 systemisch mens (gastro) éénmalig 0,017 éénmalig 0,018 éénmalig 0,046 éénmalig 0,030 éénmalig 6 éénmalig 0,080 éénmalig 0,011 2 weken 0,073 1 week 0,096 rat (hepato) 1-2 weken 300 1-2 weken 450 14 dagen 198 rat (renaal) 1-2 weken 450 2 weken 200 14 dagen 10 14 dagen 92 rat (gastro) 14 dagen 44 rat (hemato) 14 dagen 196 muis (gastro) 14 dagen 197 intermediai r systemisch mens (gastro) 2 maanden 0,091 rat (hepato) 3 maanden 89 90 dagen 8 18 weken 150 3-15 weken 180 2-15 weken 280 550 3-15 weken 180 15 weken 320 640 4-14 weken 280 30 dagen 100 rat(bodyweig ht) 3 maanden 140 LOAEL (ernstig) mg/kg/da g 4

immunologisc h 2-15 weken 280 15 weken 320 21 weken 120 rat (renaal) 3-15 weken 180 2-15 weken 280 4-14 weken 280 4-15 weken 200 30 dagen 100 rat (hemato) 30 dagen 100 rat (cardio) 15 weken 14 muis (gastro) 13 weken 267 muis(bodyw.) 13 weken 398 varken(hemat 54 dagen 24 o) 49 dagen 36 6 weken 35 varken(bodyw 54 dagen 24 ) varken(hepat 49 dagen 36 o) 6 weken 35 muis 8 weken 24 3-5/8-10 13 weken neurologisch rat 11 maanden 36 ontwikkeling rat 60-73 dagen 130 muis 1 maand 208 chronisch dood muis 850 dagen 4,2 systemisch muis(bodyw.) 850 dagen 42 Daarnaast heeft het European copper institute een vrijwillige risk assessment gedaan, waarbij uit studies in proefdieren een NOAEL voor herhaalde orale blootstelling van mensen wordt berekend met gebruik van onzekerheidsfactoren. Deze is 11,4 mg Cu/dag voor een persoon van 70 kg.(european Copper Institute, 2007) 5

Geschatte externe blootstelling (dagelijkse inname) Uit (EHC, 1998): Voor gezonde, niet beroepshalve blootgestelde mensen is de belangrijkste roete van blootstelling oraal. De gemiddelde dagelijkse inname voor volwassenen varieert tussen de 0,9 en 2,2 mg. De verschillen tussen individuen kunnen verklaard worden door een verschil in dieet en door verschillende bewerkingstechnieken van de verschillende voedingsproducten. In sommige gevallen kan drinkwater zorgen voor een bijkomende blootstelling. Voornamelijk in het geval van corrosief drinkwater dat in kopere buizen heeft gelopen. In het andere geval stijgt de inname via drinkwater zelden boven 1 mg koper per dag. Totale orale inname van koper ligt gemiddeld tussen de 1 en 2 mg/dag. Inademing voegt gemiddeld 0,3-2 µg/dag als gevolg van stof en rook. Geschatte dagelijkse inname in België: Volwassenen:1,3 mg/dag (Buchet et al., 1983) 1,5 +/- 0,4 mg/dag (Cauwenbergh et al., 1995) Richtwaarden voor externe blootstelling: Uit (EHC, 1998): De onderste limiet van het accepteerbare interval voor orale inname bij van Cu bedraagt 20µg/kg lichaamsgewicht voor volwassenen. Voor pasgeborenen bedraagt dit 50 µg/kg. Deze waarden werden berekend op basis van de basisbehoefte aan het essentieel element Cu, rekening houdend met variatie in absorptie, retentie en opstapeling. De bovenste grens van dit interval is onzeker, maar bedraagt vermoedelijk enkele (2-3) mg per dag voor volwassenen. WHO en efsa acceptable daily intake upper limit(adi): 0,15mg Cu/kg/dag. Efsa limiet van Cu in drinkwater gebaseerd op wetgeving: 2mg/l ATSDR orale minimal risk levels (MRL s): Acuut en intermediair: 0,01mg Cu/kg/dag.(ATSDR, 2004) Beroepsblootstelling - In rook: ACGIH Treshold Limit Value (TLV) 8-uur tijdsgemiddelde (8-u TWA) 0,2 mg Cu/m3 NIOSH recommended exposure limit (REL) (10-u TWA): 0,1mg Cu/m3 OSHA permissible exposure limit (PEL) 0,1mg/m3. - In stof en nevel ACGIH Treshold Limit Value (TLV) 8-uur tijdsgemiddelde (8-u TWA) 1mg Cu/m3 NIOSH recommended exposure limit (REL) (10-u TWA): 1mg Cu/m3 OSHA permissible exposure limit (PEL) 1mg/m3. 6

-In rook, stof en nevel. NIOSH immediately dangerous for life and health concentration (IDLH): 100mg/m3 Geschatte veiligheidsmarge t.o.v. LOAEL of TDI: Gebaseerd op de NOAEL voor orale blootstelling bepaald en de geschatte dagelijkse inname hierboven beschreven, kan een margin of safety berekend worden voor een persoon van 70 kg (Cauwenbergh et al., 1995)(European Copper Institute, 2007): 11,4/1,5= 7,6. Persistentie (halfwaardetijd in de mens): Biologische halfwaardetijden voor mannen en vrouwen in verschillende leeftijdscategorieën werden in de literatuur gevonden (Johnson et al., 1992): Leeftijd (jaren) Halfwaardetijd man (dagen) Halfwaardetijd vrouw (dagen) 20-29 23,9 18,7 30-39 25,3 21,3 40-49 32,8 18,0 50-59 24,3 19,7 60-69 15,6 18,9 70-83 13,1 19,3 Perinatale blootstelling (placenta/moedermelk): Volgens de literatuur vormt de placenta een barriere voor koper, daar concentraties in arterieel serum (kant van de moeder) 5 maal hoger hoger zijn dan in navelstrengserum (kant van de pasgeborene). Ook in moedermelk bedraagt de concentratie slechts 19% van die van het serum van de moeder (Rossipal et al., 2007). Matrix: Invasief: bloed Niet-invasief: urine, navelstrengbloed Benodigd volume voor chemische analyse: Bloed: 2 ml Urine: 2ml 7

Detectielimiet: Bloed: 3,55 µg/l Urine: 0,38 µg/l Gevalideerde biomerker: Bij elke analyse van stalen worden een aantal stalen van een bloed-pool en referentiestalen van seronorm mee geanalyseerd, om de kwaliteit van de meting na te gaan. Daarnaast bleek de reproduceerbaarheid in orde bij een hermeting van biobankstalen die meer dan 3 jaar eerder gemeten waren. Ook de vergelijkbaarheid van meetresultaten van dezelfde stalen in verschillende labo s leek voldoende bij een interlaboratorium controle uitgevoerd door VUB en AML. Er werden ook referentiestalen gemeten in het kader van de G-EQUAS ringtest, hiervoor was Cu in plasma op niveau van beroepsblootstelling, en in urine op het niveau van milieu- en beroepsblootstelling beschikbaar. Vergelijkende metingen: Reeds gemeten waarden in Vlaanderen: Leeftijdsgroep geslacht matrix waarde jaar pasgeborenen m/v bloed 0,60 mg/l 08-09 1 14-15 m/v bloed 0,79 mg/l 08-09 1 moeders v bloed 1,31 mg/l 08-09 1 18-80 beide urine 8,18 µg/l a 2011 2 a mediaanwaarde 1 FLEHS II (Baeyens et al., 2014); 2 Hoet et al. (2013) 8

Internationale vergelijking: leeftijdsgroep geslacht matrix waarde jaar land adolescenten m/v bloed 0,95 mg/l 1994 Zweden 1 adolescenten m/v serum 1,1 mg/l 1994 Zweden 1 16-70 m/v urine 11,7 µg/l 1998 UK 2 < 18 urine 5 µg/l 2004 EU 3 18-70 m/v bloed 1,042 mg/l 2005 Duitsland 4 15-90 m bloed 0,874 mg/l 2006 Brazilië 5 15-90 v bloed 0,965 mg/l 2006 Brazilië 5 2-17 m/v urine 14 µg/l 2005 Duitsland 6 18-65 m/v urine 9 µg/l 2005 Duitsland 6 children m/v bloed 1,195 mg/l 2008 Zuid-Afrika 7 18-89 m/v bloed 1,036 mg/l 2009 Italië 8 12-19 m/v serum 1,06 mg/l 11-12 USA 9 >20 m/v serum 1,14 mg/l 11-12 USA 9 pasgeborenen m/v navelstrengbl 1,05 mg/l 2010? Polen 10 pasgeborenen m/v navelstrengbl 0,47 mg/l a 2006 Duitsland 11 pasgeborenen m/v navelstrengbl 0,43 mg/l a 1998-2003 Frankrijk 12 a mediaanwaarde 1 (Bárány et al., 2002) 2 (White & Sabbioni, 1998) 3 (Heitland & Köster, 2004); 4 (Heitland & Köster, 2006b); 5 (Rodrigues et al., 2009); 6 (Heitland & Köster, 2006a) 7 (Bazzi et al., 2008); 8 (Bocca et al., 2011); 9 (CDC; 2012); 10 (Zych et al., 2013); 11 (Kopp et al., 2012); 12 (Galinier et al., 2005) 9

Referenties ATSDR. (2004). TOXICOLOGICAL PROFILE FOR COPPER. U.S. Department of Health and Human Services, Georgia., (September). Baeyens, W., Vrijens, J., Gao, Y., Croes, K., Schoeters, G., Den Hond, E., Leermakers, M. (2014). Trace metals in blood and urine of newborn/mother pairs, adolescents and adults of the Flemish population (2007-2011). International Journal of Hygiene and Environmental Health. Bárány, E., Bergdahl, I. a, Bratteby, L.-E., Lundh, T., Samuelson, G., Schütz, A., Oskarsson, A. (2002). Trace element levels in whole blood and serum from Swedish adolescents. The Science of the Total Environment, 286(1-3), 129 41. Bazzi, A., Nriagu, J. O., & Linder, A. M. (2008). Determination of toxic and essential elements in children s blood with inductively coupled plasma-mass spectrometry. Journal of Environmental Monitoring, 10(10), 1226. Bocca, B., Madeddu, R., Asara, Y., Tolu, P., Marchal, J. A., & Forte, G. (2011). Assessment of reference ranges for blood Cu, Mn, Se and Zn in a selected Italian population. Journal of Trace Elements in Medicine and Biology : Organ of the Society for Minerals and Trace Elements (GMS), 25(1), 19 26. Buchet, J. P., Lauwerys, R., Vandevoorde, A., & Pycke, J. M. (1983). Oral daily intake of cadmium, lead, manganese, copper, chromium, mercury, calcium, zinc and arsenic in Belgium: A duplicate meal study. Food and Chemical Toxicology, 21(1), 19 24. Cauwenbergh, R. Van, Hendrix, P., Robberecht, H., & Deelstra, H. A. (1995). Lebensmitte [ - Untersuchung Original paper Daily dietary copper intake in Belgium, using duplicate portion sampling, 301 304. Centers for Disease control and Prevention (CDC). (2015). Fourth National Report on Human Exposure to Environmental Chemicals, updated tables 2015. EHC. (1998). Environmental Health Criteria (EHC): Copper. Retrieved December 15, 2014, from http://www.inchem.org/documents/ehc/ehc/ehc200.htm European Copper Institute. (2007). EU Copper voluntary risk assessment. Retrieved December 05, 2014, from http://echa.europa.eu/documents/10162/13630/vrar_risk_characterisation_en.rtf Gaetke, L. (2003). Copper toxicity, oxidative stress, and antioxidant nutrients. Toxicology, 189(1-2), 147 163. 10

Galinier, A., Périquet, B., Lambert, W., Garcia, J., Assouline, C., Rolland, M., & Thouvenot, J. P. (2005). Reference range for micronutrients and nutritional marker proteins in cord blood of neonates appropriated for gestational ages. Early Human Development, 81(7), 583 593. Heitland, P., & Köster, H. (2004). Fast, simple and reliable routine determination of 23 elements in urine by ICP-MS. Journal of Analytical Atomic Spectrometry, 1552 1558. Heitland, P., & Köster, H. D. (2006a). Biomonitoring of 30 trace elements in urine of children and adults by ICP-MS. Clinica Chimica Acta; International Journal of Clinical Chemistry, 365(1-2), 310 8. Heitland, P., & Köster, H. D. (2006b). Biomonitoring of 37 trace elements in blood samples from inhabitants of northern Germany by ICP-MS. Journal of Trace Elements in Medicine and Biology : Organ of the Society for Minerals and Trace Elements (GMS), 20(4), 253 62. Hoet, P., Jacquerye, C., Deumer, G., Lison, D., & Haufroid, V. (2013). Reference values and upper reference limits for 26 trace elements in the urine of adults living in Belgium. Clinical Chemistry and Laboratory Medicine, 51(4), 839 849. Johnson, P. E., Milne, D. B., & Lykken, G. I. (1992). Effects of age and sex on copper absorption, biological half-life, and status in humans. The American Journal of Clinical Nutrition, 56(5), 917 25. Kopp, R. S., Kumbartski, M., Harth, V., Brüning, T., & Käfferlein, H. U. (2012). Partition of metals in the maternal/fetal unit and lead-associated decreases of fetal iron and manganese: An observational biomonitoring approach. Archives of Toxicology, 86(10), 1571 1581. Rodrigues, J. L., Batista, B. L., Fillion, M., Passos, C. J. S., Mergler, D., & Barbosa, F. (2009). Trace element levels in whole blood of riparian villagers of the Brazilian Amazon. The Science of the Total Environment, 407(13), 4168 73. Rossipal, E., Krachler, M., Li, F., & Micetic-Turk, D. (2007). Investigation of the transport of trace elements across barriers in humans: studies of placental and mammary transfer. Acta Paediatrica, 89(10), 1190 1195. White, M. a, & Sabbioni, E. (1998). Trace element reference values in tissues from inhabitants of the European Union. X. A study of 13 elements in blood and urine of a United Kingdom population. The Science of the Total Environment, 216(3), 253 70. Zych, B., Pasternak, K., Sztanke, K., Sztanke, M., Kulesza-Bronczyk, B., & Lewandowski, B. (2013). The analysis of selected microelements in neonatal umbilical cord blood. Journal of Elementology, 18(3). 11