Richtlijn NVKC Consultverlening door specialisten laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie)



Vergelijkbare documenten
Richtlijn NVKC Consultverlening door specialisten laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie)

PAOKC-cursus. De Reehorst, Ede 19 september Dr. H.J.(Eric) Vermeer

Richtlijn NVKC Reflexdiagnostiek bij anemie

Consultfunctie: van klinisch chemicus naar laboratoriumspecialist

Reflecterend testen. Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie

Richtlijn NVKC Vrijgave van laboratoriumuitslagen. Eerste herziening

Diagnostiek 2016 Handboek met indicatoren, normen en algemene inkoopvoorwaarden. Mei 2015

Reflecterend testen. Een kwaliteitsverbetering voor huisarts en patient. Jeffrey Keuren, klinisch chemicus i.o. Atrium Medisch Centrum, Heerlen

Versie 4 Ingangsdatum: Februari 2014 Controledatum: februari 2016

Consultverlening. Achterom zien en vooruit blikken Dr Hans Janssen 19 september 2013, De ReeHorst, Ede

Diagnostiek Handboek met criteria, normen en voorwaarden. Update:

Medische Diagnostiek. Meer antwoord op uw vraag

Specialist. De chemie van geneeskunde. demedisch. Federatiepartner NVKC in beeld. TAAKHERSCHIKKING Vertrouwen speelt een sleutelrol

Hoe laboresultaten communiceren? Laboratorium rapporten. o Outprints Traceerbaarheid?

Visiedocument NVKC Point-of-care testen in de eerste lijn

Vrijdagmiddagsessie Richtlijnen NVKC-congres 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus Datum 4 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

het anemieprotocol in de eerstelijn

Laboratoriumdiagnostiek en risicomanagement

Van CCKL praktijkrichtlijn naar ISO15189: praktijkervaringen

LESA: het aanvragen van de juiste testen bij de juiste vraagstelling

een kwalitatief goede postanalyse draagt bij aan de profilering van de klinisch bioloog

PROFESSIONELE STANDAARD

Veelgestelde vragen over bloedonderzoek

E-diagnostiek in Friesland en Groningen. 9 oktober 2014

Reflecterend testen in de huisartsenpraktijk. Rein Hoedemakers / Peter van t Sant Klinisch chemici

LESA. Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek, waarom? Historie en cijfers uit de praktijk

PAOKC Verbinden met ICT Lost in Translation?

Nota Decentraal laboratoriumonderzoek / Point of Care Testing (POCT)

FLANKEREND BELEID BIJ (ON)VERWACHTE KLINISCH CHEMISCHE LABORATORIUMUITSLAGEN - INVENTARISATIE

Resultaten klanttevredenheidsonderzoek

Zorginkoopbeleid 2020

Laboratoriumdiagnostiek van ANCA: dagelijkse praktijk in Nederland

Adviseren over specialistisch onderzoek: hemoglobinopathieën

Zorginkoopbeleid 2018

Uitzonderingen interne afdelingen. Deze afdelingen worden nooit gebeld* IC, REC, SEH, EHH, OK IC, REC, SEH, EHH, OK.

Communicatie en Beeldvorming. Uw bloed serieus. Dirk Bakkeren Voorzitter Cie. PR en Communicatie NVKC. 19 september 2012 Hotel Krasnapolsky, Amsterdam

Laboratoriuminformatiesystemen in (perifere) ziekenhuizen: goed op weg naar het L-EPD?

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

Implementatie PALGA moleculaire protocolmodule

Informatie over laboratoriumdiensten van het Antonius Ziekenhuis. - eerstelijnsaanvragers -

NHG-HIS tabel Diagnostische bepalingen Betekenis voor de eerste-lijn. Henk Westerhof Sectie automatisering NHG

Werkwijze(r) ANIOS Urologie

PROFESSIONELE STANDAARD

BELEIDSREGEL BR/CU Verrichtingenlijst ten behoeve van DBC s

Eigen inbreng van het laboratorium

Point Of Care Testing

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing

Registratie van de consulten van de klinisch chemicus: leerzaam en een 'must' ter verbetering van de dienstverlening

ISO van toen naar nu en van nu naar straks. Dr. Marc Thelen, klinisch chemicus

Juridisch kader en nieuwe ontwikkelingen in regelgeving NVMDL 24 maart 2017

Gebruik van lichaamsmateriaal en diagnostische gegevens voor wetenschappelijk onderzoek

PATIËNTEN INFORMATIE BRIEF PROSPECTIEVE DATA REGISTRATIE VAN PATIËNTEN MET EEN AANGEBOREN ZELDZAME STOLLINGSAFWIJKING (PRO-RBDD)

Reglement College van Medisch Immunologen (CMI)

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

GHC Zorgprotocol Point-Of-Care Test (POCT)

Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis. Abe Meininger UMCG

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR

Testscenario s voor de ZorgDomein LIS-koppeling (HL7 OML)

Inhoudsopgave. 1. Aanvraagprocedure. 2. Welke patiënten kunnen naar de gipskamer verwezen worden? 3. Behandeling op de gipskamer

Nazorg bij kanker; de rol van de eerste lijn. Hans Nortier

Patiëntenrechten en kinderen

Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek. Actualisering van het landelijk model van het probleemgeoriënteerde aanvraagformulier

Carrouselbijeenkomst 2016 Samenwerkingsafspraken Karin Jansen, relatiemanager huisartsen

Aan de Vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Raad voor Accreditatie (RvA) Medische Laboratoria. Toelichting op EN ISO scopes voor medische laboratoria

Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda

Position paper Organisatie van zorg voor SOLK

Uitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2

DECENTRALE KLINISCH-CHEMISCHE TESTEN BINNEN HET VUMC

Erfelijkheidsonderzoek: de procedure

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Verpleegkundige functies Op zoek naar grenzen

Diagnostiek Regionale Transmurale Afspraken Utrecht Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD)

Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

Erfelijkheidsonderzoek

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen

Afdeling Bloedtransfusie en Transplantatie

WAARGENOMEN HINDERNISSEN EN FACILITATOREN VOOR HUISARTS-PATIËNT COMMUNICATIE IN

Raad voor Accreditatie (RvA) Medische Laboratoria. Toelichting op de eisen uit de ISO 15189:2012, specifiek voor Researchlaboratoria (R&D)

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Medische laboratoria (algemeen)

eerstelijns diagnostische centra

Patiëntenrechten en kinderen

Medisch dossier Sociografisch gedeelte, identiteitsblad Statisch medisch gedeelte Behandelingsverslag of ziekteverloop 21

Taakherschikking binnen de Maag Darm Leverziekten

Hoofdstuk 5: Het patientendossier als referentiedocument Inleiding Inhoud van het patientendossier... 52

Educatie en training, Laboratoriumdiagnostiek door Redactie Healthcare

Veilig uitwisselen van medische gegevens. Hoe geeft u toestemming?

Hoe goed moet het? Meetonzekerheid bij geneesmiddelbepalingen

Regionaal ketenzorg protocol COPD

Bedside elektronische patiënt eenheid koppeling. Dr. Karen M.K. De Vooght Klinisch Chemicus Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie

BLOEDCELMORFOLOGIE: DE MENSELIJKE MAAT VOORBIJ? dr. Warry van Gelder sectie hematologie

Kwaliteitsindicatoren Klinische Chemie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Richtlijn consultatieve psychiatrie

Datum 22 mei 2017 Onderwerp V definitieve verslag inspectiebezoek kritieke diagnostiek

Hoe kijkt de eerste lijn aan tegen de geïntegreerde zorg van specialisten met huisartsen en andere professionals?

Transcriptie:

Richtlijn NVKC Consultverlening door specialisten laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie) Oosterhuis WP 1,2,7,8, Verboeket-van de Venne WPHG 2, Kuiper-Kramer PA 1,3, Ulenkate HJLM 4,7, Vermeer HJ 5,7,8, Jansen RTP 1,6 1 2 3 4 5 6 7 8 Werkgroep Consultfunctie, NVKC Atrium Medisch Centrum Parkstad, Heerlen Isala klinieken, Zwolle ZorgSaam Ziekenhuis, Terneuzen Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht UMC St. Radboud, SKML, Nijmegen Werkgroep Richtlijnen, NVKC Commissie Kwaliteit, NVKC Correspondentie: Dr. Drs. W. Oosterhuis Laboratorium voor Klinische Chemie en Hematologie Atrium Medisch Centrum Parkstad Postbus 4446 6401 CX HEERLEN E: woosterhuis@atriummc.nl T: 045 5766341 F: 045 5766575 projectnr. 4123579 Evidence based medicine bij laboratoriumdiagnostiek projectnr. 4123039 Richtlijn feedback eerste lijn 1

Samenvatting Richtlijn NVKC Consultverlening door specialisten laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie) Met deze richtlijn consultverlening willen we bewerkstelligen dat er meer uniformiteit komt in de consultatieve taken van de laboratoriumspecialist. Dit draagt bij aan een betere dienstverlening vanuit het laboratorium en een betere patiëntenzorg. Uniformiteit in de verwerking van afwijkende combinaties van uitslagen kan hieraan een bijdrage leveren. In de richtlijn wordt de term laboratoriumspecialist gebruikt. Hieronder wordt verstaan een specialist laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie), arts klinische chemie of andere laboratoriumspecialist, geregistreerd via een formeel register. In de richtlijn zijn aanbevelingen herkenbaar opgenomen en voorzien van status, minimumnorm of. Minimumnormen geven een harde ondergrens aan en moeten terugkomen in lokale procedures. Streefnormen geven optimale zorg aan. Een samenvatting van alle aanbevelingen is onderstaand weergegeven. Gewenste condities voor consultverlening Minimumnorm Er is te allen tijde een laboratoriumspecialist beschikbaar aanwezig of bereikbaar voor het verlenen van consulten. Streefnorm In opleidingsziekenhuizen met maatschappen die opleidingen verzorgen worden vaak verplichte patiëntenbesprekingen georganiseerd. De laboratoriumspecialist neemt bij voorkeur deel aan relevante patiëntenbesprekingen. Registratie consultverlening Minimumnorm Consulten dienen te worden geregistreerd. Streefnorm Een consult dient altijd door de behandelaar te kunnen worden ingezien. Dit is mogelijk door middel van registratie van een consult in een elektronisch patiëntendossier via een aan het resultaat gekoppelde commentaartekst in het uitslagrapport of per brief. NZa verrichtingencodes Streefnorm Er wordt door de laboratoriumspecialist bij het registreren van consulten gebruik gemaakt van NZa verrichtingencodes. Signalering afwijkende uitslagen en becommentariëring Streefnorm De laboratoriumspecialist neemt proactief de taak op zich van signalering en advies met betrekking tot aanvullende diagnostiek. In sommige gevallen kan vervolgonderzoek meteen ingezet worden (reflex- of reflecterend testen). Streefnorm De laboratoriumspecialist voorziet onderzoeken van interpretatief commentaar, indien dit naar verwachting bij een relevant gedeelte van de aanvragers zal bijdragen aan een juiste interpretatie van de uitslag. Functieproeven Streefnorm Als er bij aanvragers behoefte aan is, voorziet de laboratoriumspecialist functieonderzoeken van interpretatief commentaar. Feedback Streefnorm De laboratoriumspecialist geeft feedback aan de aanvragers, zodat ze hun aanvraaggedrag kunnen vergelijken met andere aanvragers. 2

Inleiding In het meerjarenbeleidsplan 2009-2013 van de NVKC getiteld Van meten naar consult, van chemisch naar medisch (1) wordt een versterking van de consultfunctie van de laboratoriumspecialist bepleit. Niet het laboratoriumonderzoek op zichzelf, maar de betekenis van het laboratoriumonderzoek voor de patiënt en de zorgverlening krijgt hier een centrale plaats. De toenemende complexiteit van het klinisch chemisch areaal vraagt om een andere rol van de moderne laboratoriumspecialist. Meer en meer vraagt de medisch specialist, maar ook de huisarts en verloskundige, om advisering op het gebied van selectie, interpretatie en follow-up van diagnostische testen. Om aan deze veranderende rol tegemoet te komen, zal in de opleiding, in de na- en bijscholing (ook van andere specialismen) en tijdens symposia en andere settings ruim aandacht moeten worden gegeven aan de consultatieve rol van de specialist laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie). De CCKL 4 e Praktijkrichtlijn (2) geeft eveneens aan dat klinische consultatie een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de dienstverlening door het klinisch chemisch laboratorium en dus van de competentie van de laboratoriumspecialist. ISO 15189 (3), waarop de praktijkrichtlijn van de CCKL gebaseerd is, stelt expliciet (4.7 Advisory services): The laboratory shall establish arrangements for communicating with users on the following: advising on choice of examinations and use of the services, including required type of sample, clinical indications and limitations of examination procedures and the frequency of requesting the examination; advising on individual clinical cases; professional judgments on the interpretation of the results of examinations. Consultverlening wordt daarmee gezien als een integrale taak van de laboratoriumspecialist. Ten slotte is consultverlening een nieuwe competentie in het opleidingscurriculum van de specialist laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie) geworden (4). Op 17 april 2009 werd tijdens het NVKC voorjaarcongres samen met de Federatie Medisch Laboratorium Specialismen (FMLS) een symposium georganiseerd met als titel: Klinisch chemicus uit de kast, de kliniek in! (5). Er werd besloten een werkgroep in te stellen om de versterking van de consultverlening door laboratoriumspecialisten nader uit te werken. De werkgroep Consultfunctie bestaat uit leden uit de verschillende geledingen van de FMLS. De werkgroep is tot verschillende aanbevelingen gekomen. Het is wenselijk dat de harmonisatie tussen laboratoria, die verregaand is doorgevoerd in de analytische fase, ook wordt toegepast in de pre- en postanalytische fase. Zo is aangetoond, dat er tussen laboratoria aanzienlijke verschillen bestaan in het serviceniveau wat betreft anemiediagnostiek en andere min of meer geprotocolleerde diagnostiek (6,7). De werkgroep heeft drie voorbeelden vastgesteld om nader uit te werken en afspraken over vast te leggen: anemiediagnostiek, hemochromatose en het doorbellen van laboratoriumuitslagen (8). Tijdens het NVKC-voorjaarscongres op 23 april 2010 stond het thema Richtlijnen centraal (8). Er werd melding gemaakt van de komst van de huidige richtlijn Consultverlening door specialisten laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie). Het uitgangspunt moet zijn dat de laboratoriumspecialist pro-actief actie onderneemt richting aanvrager over bepaalde uitslagen en initiatie van eventueel vervolgonderzoek. Hierover dienen afspraken vastgelegd te worden. Daarvoor gelden soms andere regels dan voor evidence based aanbevelingen. Met bekrachtigde afspraken wordt de laboratoriumspecialist zichtbaarder. 3

Achtergrond Wat wordt verstaan onder consultverlening? Consulteren wordt over het algemeen gedefinieerd als raadplegen of beraadslagen met. In de medische wereld vraagt men een specialist in consult. De specialist verleent het consult voor het oplossen van klinische problemen die buiten de competentie liggen van de verwijzende arts die het consult aanvraagt (9,10). Onder consultverlening door de laboratoriumspecialist wordt hier verstaan: elke vorm van informatieverstrekking aan medische hulpverleners op het terrein van de laboratoriumgeneeskunde die van belang is voor de diagnostiek c.q. behandeling van een specifieke patiënt. De informatie kan mondeling en/of schriftelijk gegeven worden en het advies kan gevraagd of ongevraagd gegeven worden. Onder de consultatieve rol van de laboratoriumspecialist wordt zowel de klinisch consultatieve (voorbeeld: interpretatie van uitslagen) als de technisch analytische rol (voorbeeld: mogelijke storende factoren) verstaan (1). Verschillende vormen van consultatie In 2009 verscheen een overzichtsartikel met de verschillende mogelijkheden tot consultverlening en de meerwaarde die dit kan hebben voor de kliniek (11). In de preanalytische fase kan de consultverlenende functie actief uitgeoefend worden. Zo zouden bepaalde testen alleen na overleg met de laboratoriumspecialist kunnen worden aangevraagd. Op deze manier is de laboratoriumspecialist direct betrokken bij het diagnostische proces. Bovendien kan de laboratoriumspecialist sturing geven door actief telefonisch contact te zoeken met de aanvragende specialist om de aanvraag te bespreken. Aanvullend zou de laboratoriumspecialist regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks) het aanvraagprofiel van een individuele aanvrager of van een maatschap kunnen bespreken (feedback). In de postanalytische fase worden verschillende vormen van consultatie onderscheiden. Ten eerste is er de alarmerende rol, waarbij aan de hand van doorbelgrenzen sterk pathologische uitslagen direct worden doorgegeven aan de aanvrager (12). Deze alarmfunctie van het laboratorium wordt meestal door analisten uitgevoerd. Hier ligt echter een mogelijkheid voor de laboratoriumspecialist om zelf met de aanvrager te overleggen en zo invulling te geven aan de consultfunctie. Een tweede belangrijke vorm van consultverlening in de postanalytische fase is die van het interpreteren en becommentariëren van testresultaten. In veel klinisch chemische laboratoria vindt deze vorm van consultverlening plaats bij specialistisch onderzoek, zoals morfologische en immunofenotypische analyse van beenmerg en lymfklieren, hemostase-onderzoek bij patiënten met verdenking trombofilie of bloedingsneiging, liquoronderzoek met betrekking tot de bloedhersenbarrière en de aanwezigheid van intrathecale productie van immunoglobulines en onderzoek naar aanwezigheid van M-proteïnen. Het interpreteren en becommentariëren van anemieprotocollen, fertiliteitonderzoek of semenanalyse past ook bij deze vorm van consultverlening. Ten derde kan de laboratoriumspecialist een adviserende rol hebben. Voor specialistische onderzoeken mist de aanvrager soms de benodigde kennis. De laboratoriumspecialist is dan bij uitstek geschikt om de aanvrager te adviseren bij de beoordeling van uitslagen van aandoeningen die minder vaak voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn de screening en diagnostiek van familiaire hypercholesterolemie en het herkennen en diagnosticeren van 4

hemoglobinopathieën. Het laboratorium kan hierbij een belangrijke rol spelen om het diagnostische proces zo goed mogelijk te laten plaatsvinden. Een vierde belangrijke vorm van consulteren is die waarbij de laboratoriumspecialist in overleg treedt met de aanvrager over het in te zetten medisch beleid, zoals bij het aanvragen van bloedproducten. De laboratoriumspecialist kan aan de hand van het compatibiliteitsonderzoek besluiten om te overleggen of een bloedtransfusie niet uitgesteld kan worden in verband met nog in te zetten vervolgonderzoek. Aan de hand van de in veel instellingen gehanteerde 4-5-6 regel (13) kan de laboratoriumspecialist in overleg treden met de aanvrager over de noodzaak van de transfusie. Ten slotte is reflecterend testen bij uitstek een consultfunctie (14-17). De laboratoriumspecialist voegt op basis van patronen van laboratoriumuitslagen, zonder tussenkomst van de aanvrager, extra testen toe om zo de aanvrager verder te ondersteunen in de diagnostiek. Er wordt gerichte diagnostiek uitgevoerd bij patiënten met voldoende pre-test waarschijnlijkheid op een aandoening. Nadat de diagnostiek compleet is, voegt de laboratoriumspecialist nog een ondersteunend commentaar toe aan het uitslagrapport zodat de aanvrager de uitslagen gemakkelijker kan interpreteren. Consultatieve taken tijdens de opleiding De specialist laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie) in opleiding kan voor deelaspecten, zoals preanalyse en point of care testen (POCT), reeds in een vroeg stadium van de opleiding consultatieve taken uitvoeren: het principe van training on the job (4). Een assistent in opleiding leert het best adviezen te geven als de opleider en het opleidingsteam dit structureel beoefenen (4). Het begint met patiëntenbesprekingen goed voor te bereiden. Bij de voorbereiding is er afstemming tussen de assistent in opleiding en een lid van het opleidingsteam. Conclusie Ondanks het belang dat gehecht wordt aan het versterken van de consultatieve functie van het klinisch chemisch laboratorium, is praktisch onderzoek hierover zeer beperkt. Er lijken grote verschillen te bestaan tussen laboratoria (en laboratoriumspecialisten) wat betreft de mate van interactie met de kliniek c.q. eerste lijn en er ontbreekt op dit punt een standaard. Hoewel consultverlening is verankerd in de opleiding tot specialist laboratoriumgeneeskunde (klinische chemie), bestaat er (nog) geen duidelijk omschreven beleid binnen de beroepsgroep van de NVKC om de consultatieve functie te structureren en te versterken. Een proactieve benadering lijkt hierbij aangewezen. Aanbevelingen consultverlening Gewenste condities voor consultverlening Voor een goede consultverlening is een laagdrempelige bereikbaarheid noodzakelijk, waarbij de clinicus/aanvrager altijd (eventueel via bereikbaarheidsdiensten) een laboratoriumspecialist kan consulteren. Aangezien een proactieve instelling van de laboratoriumspecialist van belang is bij het versterken van de consultatieve taken is het deelnemen aan patiëntenbesprekingen wenselijk. Klinische informatie, bijvoorbeeld via inzage in het elektronisch patiëntendossier (EPD), is hierbij maar bijvoorbeeld ook bij het interpreteren en becommentariëren van testresultaten onontbeerlijk (zie Richtlijn NVKC Vrijgave van laboratoriumuitslagen (7)). 5

Aanbeveling 1: minimumnorm Er is te allen tijde een laboratoriumspecialist beschikbaar aanwezig of bereikbaar voor het verlenen van consulten. Aanbeveling 2: In opleidingsziekenhuizen met maatschappen die opleidingen verzorgen worden vaak verplichte patiëntenbesprekingen georganiseerd. De laboratoriumspecialist neemt bij voorkeur deel aan relevante patiëntenbesprekingen. Registratie consultverlening Van meerdere kanten is ervoor gepleit consulten te registreren (18,19). In een recente evaluatie bleek echter een minderheid van de laboratoria dit routinematig uit te voeren (20). Registratie van een consult van een laboratoriumspecialist is aangewezen als het consult invloed kan hebben op de behandeling van de patiënt. Systematische registratie maakt bovendien statistische verwerking van de omvang en aard van de consultverlening mogelijk. Aanbeveling 3: minimumnorm Consulten dienen te worden geregistreerd. Aanbeveling 4: Een consult dient altijd door de behandelaar te kunnen worden ingezien. Dit is mogelijk door middel van registratie van een consult in een elektronisch patiëntendossier via een aan het resultaat gekoppelde commentaartekst in het uitslagrapport of per brief. NZa verrichtingencodes In een publicatie over verrichtingencodes is in detail de interpretatie beschreven van de twee codes die er zijn om consulten van laboratoriumspecialisten te registreren (18). De codering maakt onderscheid naar degene die het consult initieert. Code 070027: advies op verzoek van een behandelaar over een individuele patiënt. Het gaat alleen om registratie van werkzaamheden van de laboratoriumspecialist zelf en dus niet om werkzaamheden van de medewerkers van het laboratorium. Het betreft vragen van een behandelaar over de interpretatie van een uitslag (bijvoorbeeld: passen de uitslagen bij het betreffende ziektebeeld); vragen over de analytische kwaliteit, omdat bij een individuele patiënt het resultaat niet verwacht wordt; mogelijke interferenties van geneesmiddelen of andere verbindingen bij een individuele patiënt; welk vervolgonderzoek bij betreffende patiënt geïndiceerd is. Code 070028: advies van de laboratoriumspecialist aan de behandelaar. Het betreft hier een advies op initiatief van de laboratoriumspecialist aan de behandelaar over de laboratoriumuitslagen van een individuele patiënt. Het betreft bijvoorbeeld de volgende adviezen: de betekenis van een (sterk) afwijkende uitslag of een onverwachte uitslag (daarbij wordt de uitslag niet alleen doorgebeld, maar ook besproken); schriftelijk interpretatief commentaar bij een uitslag (automatisch gegenereerd commentaar valt niet onder deze code); een advies voor vervolgonderzoek; een unieke brief over een patiënt aan de behandelaar met daarin de uitslagen van laboratoriumonderzoek. 6

Aanbeveling 5: Er wordt door de laboratoriumspecialist bij het registreren van consulten gebruik gemaakt van NZa verrichtingencodes. Doorgeven van afwijkende uitslagen Bij sterk afwijkende laboratoriumuitslagen kan de laboratoriumspecialist een bijdrage leveren aan de diagnostiek en eventueel vervolgonderzoek. Dit is een mogelijkheid om de consultfunctie te versterken. Het zelf doorbellen van sterk afwijkende uitslagen maakt het ook mogelijk om te verifiëren of de ontvanger van de uitslagen deze juist interpreteert. Hierbij moet worden opgemerkt dat dit in het bijzonder geldt voor aanvragen vanuit de eerste lijn. Buiten kantooruren heeft het doorbellen van uitslagen door een laboratoriumspecialist naar afdelingen zoals de intensive care of een acute opname afdeling zelden toegevoegde waarde. Er wordt een regionale lijst met doorbelgrenswaarden opgesteld, die ook gecommuniceerd is met de aanvragers en door hen opvraagbaar is (21). Het is wenselijk dat de lijst met een paar aanvragers tot stand is gekomen c.q. afgestemd. Eventueel bestaat er differentiatie in de doorbelwaarden voor (poli)klinische- en huisartspatiënten en voor kinderen en volwassenen (12,22,23)(zie ook Richtlijn NVKC voor vrijgave van laboratoriumuitslagen (7)). Signalering afwijkende uitslagen en becommentariëring Naast doorbellen kan het klinisch chemisch laboratorium een bijdrage leveren aan de diagnostiek door herkenning van afwijkende uitslagen of afwijkende patronen. Het betreft laboratoriumuitslagen, waarvan het niet onwaarschijnlijk is dat de aanvrager de afwijking onjuist interpreteert (24). Het is onmogelijk hiervan een sluitende opsomming te geven. Enkele voorbeelden zijn M. Gilbert, hemochromatose, hemoglobinopathieën. M. Gilbert Bij een verhoogd bilirubine zonder afwijkende leverenzymwaarden of aanwijzingen voor hemolyse, moet rekening gehouden worden met het syndroom van Gilbert, een aangeboren lichte conjugatiestoornis. Het syndroom van Gilbert komt bij 6% van de bevolking voor, maar vaak wordt het niet als zodanig herkend (25). Herkenning kan voorkómen dat de patiënt onnodig onderzoek moet ondergaan. Hemochromatose Hereditaire hemochromatose is een ziekte die wordt gekarakteriseerd door een voortschrijdende ijzerstapeling, voornamelijk in de lever, die op termijn leidt tot orgaanschade. Een hoog ferritine kan ook ontstaan door steatose/nafld of door veelvuldige bloedtransfusies. Bij verhoogd ferritine in combinatie met een verhoogde ijzerverzadiging (>45%) is DNA-onderzoek naar mutaties geïndiceerd (26). Het verdient aanbeveling om een protocol beschikbaar te hebben bij verdenking hemochromatose. De inhoud van het protocol kan per laboratorium verschillen. Hemoglobinopathie Hemoglobinopathie is een erfelijke bloedziekte waarbij het lichaam onvoldoende en afwijkend hemoglobine aanmaakt. Bij anemieonderzoek dient eventueel vervolgonderzoek naar de verdenking hemoglobinopathie plaats te vinden. Parameters als de Q-index, ret-he en ZPP kunnen hierbij van nut zijn (27). 7

Aanbeveling 6: De laboratoriumspecialist neemt proactief de taak op zich van signalering en advies met betrekking tot aanvullende diagnostiek. In sommige gevallen kan vervolgonderzoek meteen ingezet worden (reflex- of reflecterend testen). Uitslagen worden meestal zonder interpretatie doorgegeven. Sommige combinaties van uitslagen zijn echter complex en het kan de patiënt ten goede komen als het laboratorium de uitslagen voorziet van een interpretatief commentaar. Ook dit commentaar is op te vatten als een consult. Bij onderzoek onder huisartsen bleek dat gemiddeld 50% van de uitslagen met karakteristieke afwijkingen juist werd geïnterpreteerd (24). Dit benadrukt dat interpretatief commentaar wel degelijk een aanvullende waarde kan hebben. Aanbeveling 7: De laboratoriumspecialist voorziet onderzoeken van interpretatief commentaar, indien dit naar verwachting bij een relevant gedeelte van de aanvragers zal bijdragen aan een juiste interpretatie van de uitslag. Functieproeven Interpretatie van analyseresultaten in geval van functieproeven leent zich bij uitstek voor toevoeging van commentaar door de laboratoriumspecialist. Men kan hierbij denken aan endocrinologische functietesten (dexamethason-remmingstest, test om groeihormoondeficiëntie vast te stellen), lactosetoleratietest, etc. Aanbeveling 8: Als er bij aanvragers behoefte aan is, voorziet de laboratoriumspecialist functieonderzoeken van interpretatief commentaar. Feedback Het geven van feedback op het aanvraaggedrag van aanvragers is een effectieve methode om dit aanvraaggedrag te beïnvloeden. Het is een vorm van consultatie die betrekking heeft op de preanalytische fase. Het laboratorium kan de benodigde gegevens voor de feedbackrapportage aanleveren in grafiek- of tabelvorm en aanbieden aan de aanvragers (28,29). Desgewenst kan het aanvraaggedrag besproken worden; bijvoorbeeld als bijscholing met huisartsen. Aanbeveling 9: De laboratoriumspecialist geeft feedback aan de aanvragers, zodat ze hun aanvraaggedrag kunnen vergelijken met andere aanvragers. 8

Referenties 1 Meerjarenbeleidsplan 2009-2013: Van meten naar consult, van chemisch naar medisch. 2009; NVKC, Utrecht. http://www.nvkc.nl/organisatie/documents/nvkcbeleidsplanboekje.pdf 2 CCKL praktijkrichtlijn voor een kwaliteitssysteem voor laboratoria in de gezondheidszorg. Loeber J.G. en Slagter S. 4 e gewijzigde druk (2005) gebaseerd op ISO 15189. ISBN 90.267.2094.7. 3 International Organization for Standardization (ISO) 15189:2011. Medical laboratories Particular requirements for quality and competence. 4 Bartels PCM, Willems JL. Consultatie en interpretatie van analyseresultaten: kerncompetenties van de klinisch chemicus. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2009; 34: 165-168. 5 Kuiper-Kramer PA, Jansen RTP, Oosterhuis WP, Buiting M. Consultfunctie binnen de klinische chemie: Klinisch chemicus, uit de kast de kliniek in! Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2010; 35: 88-90. 6 Verboeket-van de Venne WPHG, Oosterhuis WP, Keuren JFW, Ulenkate HJLM, Leers MPG. Richtlijn NVKC Reflexdiagnostiek bij anemie, 2012. 7 Oosterhuis WP, Ulenkate HJLM, Horst M van der, Vermeer HJ, Wulkan RW, Thelen M. Richtlijn NVKC Vrijgave van laboratoriumuitslagen (eerste herziening), 2012. 8 Thelen MHM, Wielders JPM, Oosterhuis WP Ulenkate HJLM, Ruiter C, Burgers J, Jansen RTP. Vrijdagmiddagsessie Richtlijnen NVKC-congres 2010. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2010; 35: 244-249. 9 Burke MD. Clinical laboratory consultation. Clin Chem 1995; 41: 1237-1240. 10 Burke MD. Clinical laboratory consultation: appropriateness to laboratory medicine. Clin Chim Acta 2003; 333: 125-129. 11 Oosterhuis WP, Raijmakers MTM, Leers MPG, Keuren JFW, Verboeket-van de Venne WPHG, Munnix ICA, Kleinveld HA. Consultfunctie: van klinisch chemicus naar laboratoriumspecialist. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2009; 34: 214-218. 12 Ulenkate HJLM, Dongen CAJM van, Oosterhuis WP, Horst M van der, Dols J, Volmer M, Wulkan RW. Doorbellen van uitslagen: criteria in verschillende ziekenhuizen. Ned Tijdschr Klin Chem 2003; 28: 76. 13 Richtlijn Bloedtransfusie, CBO, 2011. http://www.diliguide.nl/document/2903 14 Darby D, Kelly AM. Reflective testing what do our service users think? Ann Clin Biochem 2006; 43: 361-368. 15 Simpson WG, Twomey PJ. Reflective testing. J Clin Pathol 2004; 57: 239-240. 16 Oosterhuis WP, Kleinveld HA. Reflecterend testen: het laboratorium ondersteunt de huisarts actief met professioneel vervolgonderzoek. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2007; 32: 266-267. 17 Keuren JFW, Kleinveld HA, Oosterhuis WP. Reflecterend testen wordt gewaardeerd door huisartsen en heeft een positieve invloed op diagnose en behandeling. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2008; 33: 182-183. 18 Doelman CJA. De klinisch chemicus en DBC 2003. Ned Tijdschr Klin Chem 2003; 28: 40-42. 19 Ulenkate HJLM. Registratie van de consulten van de klinisch chemicus: leerzaam en een must ter verbetering van de dienstverlening. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2005; 30: 55-60. 20 Kortlandt W, Fischer JC, Doelman CJA, Hens JJH, Henskens YMC, Keyzer JJ. Het gebruik van en wensen voor een electronisch consultregistratie systeem (E-CRS). Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2011, 36, 75. 9

21 NHG/NVKC/SAN/NVMM. Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek Eerste herziening. LESA (Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak) 2012. 22 Ulenkate H, Dongen C van, Oosterhuis W, Horst M van der, Dols JLS, Volmer M, Wulkan R. Telephone reporting to clinicians of extreme values: criteria in several hospitals. Clin Chem Lab Med 2003; 41: S382. 23 Richtlijn Elektrolytstoornissen, NIV, ISBN 90-8523-080-2, 2005: 1-105. 24 Verboeket-van de Venne WPHG, Oosterhuis WP, Waard H de, Sant P van t, Kleinveld HA. Beïnvloedt reflecterend testen het beoordelen van casuïstiek door huisartsen? Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2011; 36: 272-274. 25 Keularts IMLW, Meijden BB van der, Wielders JPM. Genotypische bevestiging van syndroom van Gilbert: een geruststelling van de patiënt. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2008; 33: 43-47. 26 Richtlijn Hereditaire Hemochromatose. Diagnostiek en behandeling van hereditaire hemochromatose. NIV/NVKC-VAL, mei 2007. 27 Leers MPG, Keuren JFW, Oosterhuis WP. The value of the Thomas-plot in the diagnostic work up of anemic patients referred by general practitioners. Int Jnl Lab Hem 2010; 32: 572-581. 28 Ulenkate H, Versluys C. Terugkoppeling naar aanvragers over aanvraaggedrag m.b.v. het LIS Labosys. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2011, 36, 75. 29 Feedback software, ontwikkeld in het kader van SKMS projectnr. 4123039 (Feedback eerste lijn). www.feedbackrapportage.nl 10